Oost-Vlaanderen Ondernemers 2023#02

Page 7

nemers

Utexbel, Galloo en Dynaco spreken een aardig mondje mee

Talent spotten in Wallonië, Brussel en Noord-Frankrijk

FEBRUARI2023 Een maandelijkse uitgave van Voka –Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen | Jaargang 24 | nummer 02
Onder
magazine

DOEN AL MEE!

schrijf je nu in 1 ZIJ www.openbedrijvendag.be volg ons op:
JULLIE OOK?

Keuzes, kansen, klaar.

Welk type beleid kan bedrijven en (dus ook) burgers van dit land meer perspectief bieden? De betere antwoorden op die wezenlijke vraag zijn in vele politieke ateliers al langer bekend. De ‘werkorders’ staan klaar voor uitvoering maar de ploegen op de vloer niet.

Door een gebrek aan politieke moed gebeurt niet wat nodig is. Dat betekent federaal: loonstijgingen binnen de perken houden, energiebevoorrading verzekeren, fiscaliteit hervormen en toch groei mogelijk maken. Op Vlaams vlak: het onderwijs kwalitatiever en meer ondernemingsgericht maken, een vergunningenbeleid voeren dat faciliteert in plaats van frustreert, de arbeidsbemiddeling effectiever maken. Het is maar een greep. Om op al die terreinen ambitieuze doelen te bereiken, zijn doorbraken nodig. Die zijn er tot nu toe nauwelijks. Doorbraken forceren is een kwestie van duidelijke keuzes maken en er dan voor gaan. Wie kiest, creëert als vanzelf kansen, wie middle of the road blijft hangen, niet.

Complexe problemen vergen een langetermijnbenadering. Dat matcht moeilijk met de jachtige dag­aan­dagpolitiek – en de maximale horizon van vier jaar – die het politieke bedrijf vandaag kenmerkt. De huidige bewindsploegen rest nog een jaar om tot meer resultaten te komen. Maar in België geldt wat Bismarck

150 jaar geleden al vaststelde: ‘Die Politik ist die Lehre vom Möglichen’. Ondernemers gaan zelden voor het ‘haalbare’. Zij willen doorbreken. Succesvolle bedrijven hakken knopen door, zo niet dreigt mislukking.

Na jaren ‘schipperen’ wordt 2024 voor politiek België misschien wel een ‘jaar van de waarheid’. Volgend jaar kiezen jij en ik nieuwe Europese, federale en Vlaamse politici (mei) en lokale mandatarissen (13 oktober). Hopelijk delen zij het besef met ons.

In afwachting pookt Voka de alertheid en daadkracht bij overheden verder op, onder meer rond de grote transities in digitalisering, duurzaamheid en arbeidsmarkt. Veel bedrijven zijn er al mee aan de slag, ondanks de economisch lastige tijd en ondanks hoogoplopende kosten.

In al die omwentelingen is de overheid zelf zelden een voorloper. Niet dat de middelen ontbreken, die zijn er wel, gelet op de zeer aanzienlijke fiscale inkomsten. Ondanks een overheidsbeslag van meer dan 50 procent, blijft ons land worstelen met een oplopende overheidsschuld en wassende begrotingstekorten. Conclusie: het bestuursmodel en de onderliggende structuren zijn statisch, onsamenhangend en inefficiënt. De enige keuze die ons rest zijn structurele hervormingen.

Voka is voor elke overheid een partner om te werken aan oplossingen. Om langdurig zieken weer aan de slag te krijgen. Om een werkzaamheidsgraad van 80% te bereiken. Om een deugdelijk evenwicht te zoeken tussen tewerkstelling, koopkracht en concurrentievermogen. Van de overheid zelf verwachten we een afdoende infrastructuur, een werkend vergunningenbeleid en meer ondersteuning van innovatie. In innovatie is Vlaanderen top, het komt eropaan het te blijven. Straks start Voka met de opmaak van verkiezingsmemoranda. Het zal niet ontbreken aan voorstellen (en duidelijke keuzes) die theoretische concepten helpen ombuigen naar realiteit.

Want: morgen zullen wij zijn wie we zijn, door de keuzes die wij vandaag maken*.

*vrij naar Eleanor Roosevelt

JEF WITTOUCK Voorzitter Voka –Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen
shop.aaargh.be 1 Aan zet De voorzitter
NV OVERWERK - Mario De Koninck (AAaRGh ...)
opent het debat

Colofon

KANTOREN

9000 Gent – Lammerstraat 18

T 09 266 14 40

9300 Aalst – Werf 8

Web http://www.voka.be/oost­vlaanderen

BESTUURSCOMITÉ VAN VOKA

OOST­VLAANDEREN

Jef Wittouck, An Bels, Erik Chabot, Jan Cornelis, Ann De Clercq, Ilse De Smedt, Christiaan De Wilde, Siegert Dierickx, Farida Doulami, Stefan Fesser, Dieter Hillaert, Alexander Hoogewijs, Geert Moerman, Griet Nuytinck, Karen Pieters, Wim Pynaert, Roseline Van Damme, Christine Van den Berghe, Katrien Vanden Bulcke, Jens Van Mol.

EREVOORZITTERS VAN VOKA

OOST­VLAANDEREN

Luc De Bruyckere, Chris De Hollander, Ronald Everaert, Jean­Paul Van Avermaet, Marc Vereecken en Marcel Verschelden.

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

Geert Moerman

Lammerstraat 18 – 9000 Gent

HOOFDREDACTIE

Jan Geers – jan.geers@voka.be

EINDREDACTIE

Sam De Kegel – sam.dekegel@voka.be

WERKTEN MEE

Jolyn De Baets, Sven Decaestecker, Sam De Kegel, Hendrik De Schrijver, Nathalie Dolmans, Laurens Fagard, Jan Geers, Wim Kempenaers, Luc Nimmegeers, Ann Vandamme, Jan Van Gyseghem en Dirk Van Thuyne.

MAGAZINE REALISATIE LAYOUT

Karakters, Gent, www.karakters.be

DRUK

Drukkerij Perka, Maldegem, www.perka.be

PUBLICITEIT

Rik Vyncke

rik.vyncke@voka.be ­ 0477 30 21 32

Marie­Ange Sallemeyn, Ann Vandamme, pub.ov@voka.be, T 09 266 15 71

34 Dossier cleantech Baanbrekers Op de cover 6 14 2

38 Mijn beginjaren

Inhoud

Actueel

6 Op de cover

Op talentenjacht over de taalgrens

Telexen

Vers ledennieuws

Trends

14 Dossier cleantech

De onstuitbare opmars van schone technologie, oftewel cleantech

Opinie

1 Aan zet

Keuzes, kansen, klaar.

24 In de lobby

De N46 in Erpe­Mere: onoverzichtelijk, onveilig en onaangepast

Thuishaven 46

54

Duurzame koplopers

60 Geert Dacht

Wintercircus 2023­2098: een blik op (over)morgen

Inspiratie

4 Belle Vue

Het scorend vermogen van een werkplek

32 Cultuurkriebels

Kleine geografie van de grote gastronomie

34 Baanbrekers

Legend Biotech ‘verkoopt’ hoop aan kankerpatiënten via celtherapie

38 Mijn beginjaren

Fysiek en mentaal fitter dankzij PEAK Coaching

44 De cijferfabriek

Een duik in het recordjaar van North Sea Port

46 Thuishaven

Havensprokkels uit North Sea Port

VeGHO­lid in de kijker: Euro­Silo, voorraadschuur voor de agri­industrie

54 Duurzame koplopers

Allnex Schoonaarde: ook chemie kan duurzaam zijn

De maand van Voka

22 Vraag het @Voka

Welke impact heeft het capaciteitstarief op onze elektriciteitsfactuur?

28 Voka legende

Claire Tillekaerts: schoolvoorbeeld van grenzeloos ondernemerschap

58 Binnenkort bij Voka

Op de agenda bij Voka Oost­Vlaanderen

3
4 Belle vue Zicht op zaken

Het scorend vermogen van een werkplek

FLOWSPARKS, de Gentse scale­up die een SaaS­oplossing biedt waarmee kmo’s en grote bedrijven zelf eenvoudig digitale leermodules kunnen ontwikkelen, heeft een wel heel bijzonder uitzicht vanuit MeetDistrict: de groene grasmat van de Ghelamco Arena, de thuisbasis van de Buffalo’s. Voor de kenniswerkers van deze scale­up is het dan ook zaak om de concurrentie gezwind door de benen te spelen en zo veel mogelijk te scoren met het ‘hoofd’.

5
TEKST SAM DE KEGEL – FOTO WIM KEMPENAERS

Elke dag steken duizenden Waalse en Franse werknemers de (taal)grens over. Ook Oost­Vlaamse werkgevers kijken naar de Waalse, Brusselse en Franse buren om knelpuntvacatures in te vullen, maar de taalgrens blijft nog vaak een arbeidsmarkt­ en mobiliteitsgrens. En ook culturele verschillen kan je niet uitgommen. Ondernemers sprak met VDAB en drie bedrijven die over de taalmuur en de clichés heen kijken. Op jacht naar talent.

VDAB EN FOREM GAAN INTENSER

SAMENWERKEN OM INTERREGIONALE ARBEIDSMOBILITEIT TE VERHOGEN

Op talentenjacht over de taalgrens

Vlaamse bedrijven zochten in 2022 een recordaantal nieuwe medewerkers, ondanks de sterk gestegen loonkosten, de hoge energieprijzen en de economische onzekerheid door de oorlog in Oekraïne. Werkgevers meldden bij de arbeidsbemiddelaar VDAB 383.000 nieuwe vacatures. Dat zijn er zo’n 20.000 meer dan in 2021, dat al een recordjaar was. Gemiddeld telde VDAB vorig jaar 183.000 werkzoekenden, terwijl het aantal vroeger vlotjes boven 200.000 ging. Eind december had de arbeidsbemiddelaar voor 69.000 vacatures nog geen geschikte kandidaat gevonden.

Werkgevers beseffen dat de witte raaf niet meer bestaat. Met dank aan de mismatch tussen de competenties van de beschikbare werkzoekenden en de vacatures in Vlaanderen. Ze beseffen daarom ook dat ze werkzoekenden zelf moeten vormen met stages en opleidingen op de werkvloer.

Dat de vijver werkzoekenden opdroogt, leidt ertoe dat VDAB almaar vaker ook inactieven aanspreekt, zoals huisvrouwen, leefloners of langdurig zieken. Maar de arbeidsbemiddelaar verkent ook nog andere wegen, over de (taal)grens. Dan kijken ze in eerste instantie naar Wallonië, Brussel, Noord­Frankrijk en Zeeland.

VDAB heeft al langer bilaterale samenwerkingsakkoorden met de collega­arbeidsbemiddelaars in Brussel en Wallonië, met name Actiris en Forem. Doel: de

interregionale arbeidsmobiliteit verhogen. Freddy Van Malderen, Oost­Vlaams directeur arbeidsmarktbeheer bij VDAB: “In het Vlaams werkgelegenheidsakkoord staat het ‘concentrisch bemiddelen’ centraal. De invulling van de knelpuntvacatures in Vlaanderen gebeurt uiteraard eerst met Vlaamse werkzoekenden en inactieven. Als dat niet lukt, kijken we naar de naaste buurregio’s en ten slotte naar de buurlanden, Europa en zelfs buiten Europa.”

Arbeidsbemiddelaars slaan handen in elkaar

In 2018 sloten VDAB en Forem een actieplan om de matching van Waalse werkzoekenden met Vlaamse werkgevers te vergroten, het aanbod van taalopleidingen Nederlands te versterken en doelgroepen te sensibiliseren met bewustmakingscampagnes. Beide arbeidsbemiddelaars wisselen nu automatisch vacatures uit. Freddy Van Malderen: “VDAB heeft recenter ook een vernieuwde werkgeversbenadering uitgewerkt waarbij het rekruteren buiten Vlaanderen, en in dit geval in Wallonië en Brussel, belangrijker wordt. De dienstverlening op die interregionale mobiliteit is niet langer uitsluitend een opdracht voor een beperkt aantal dedicated consulenten (circa 5 voltijds equivalenten, red.), maar wordt verwacht van alle bemiddelaars die knelpuntvacatures trachten in te vullen. Concreet betekent dit dat als een werkgever hulp van de VDAB vraagt om zijn knelpuntvacature in te vullen, de VDABbemiddelaar de werkgever sensibiliseert

Op de cover
6
TEKST SAM DE KEGEL EN JAN VAN GYSEGHEM
Vooraan in het nieuws

Soms hebben Vlaamse bedrijven nog schrik om m/v/x uit Wallonië en Brussel te rekruteren.

Er is zeker nog heel wat potentieel

FREDDY VAN MALDEREN, OOST-VLAAMS DIRECTEUR BIJ VDAB

7

over mogelijke rekrutering vanuit Wallonië en Brussel en hem informeert dat zijn vacature ook met Forem en Actiris gedeeld kan worden. Daarnaast willen we ook projectmatiger werken, zeker voor de industrie. Zo willen we samen met Forem gerichter samenwerken op een vacature of op gegroepeerde vacatures en daar opleidingsprojecten voor opzetten. Denk aan specifieke jobdagen, bedrijfsbezoeken, werkplekleren en communicatiecampagnes om bepaalde beroepen of sectoren te promoten. Voor het knelpuntberoep van procesoperator of onderhoudsmecanicien kan je bijvoorbeeld in bepaalde gebieden vacatures uit verschillende bedrijven gaan clusteren en daar projecten op maat voor opzetten. Van oudsher werd in Oost­Vlaanderen voornamelijk in de regio Ronse­Oudenaarde met de Forem samengewerkt, maar we willen het gebied zeker uitbreiden waar er nog opportuniteiten liggen voor Waalse werkzoekenden, zoals regio Aalst.”

Al doende Nederlands leren

VDAB geeft ook taalcoaching op de werkvloer. Hoe sneller een Franstalige werknemer een mondje Nederlands praat, hoe vlotter de integratie verloopt. “We moeten ons natuurlijk juridisch houden aan de taalwetgeving, maar onder het principe van taalhoffelijkheid organiseren we soms ook cursussen in het Frans, maar wel met de bedoeling om Franstaligen op het spoor van Nederlandstalige opleidingen te krijgen. Taal beschouwen we al lang niet meer als iets wat je vooraf moet kunnen. Vroeger moest je ‘eerst Nederlands leren, dan leren lassen en dan gaan werken’. Nu lopen die trajecten – technische opleidingen én taalcompetenties – in onze opleidingscentra parallel. Grote bedrijven, zoals Volvo Car in Gent, organiseren deze trajecten zelf op de werkvloer.”

Freddy pleit voor flexibiliteit in de opleiding van werknemers. “Bij VDAB verzorgen we ook opleidingen voor Nederlandstaligen die in Wallonië wonen. Die kunnen opgeleid worden bij ons om vervolgens in hun

woonregio te werken, en omgekeerd. Een Franstalige die in Vlaanderen woont en hier wil werken, kan opgeleid worden door Actiris of Forem.”

Schroom doorbreken

Veel goede intenties dus, maar de taalgrens in België is nog te vaak een arbeidsmarktgrens. “Mobiliteit blijft een kritisch punt en wordt steeds kritischer hoe dieper je daalt in Wallonië”, weet Freddy. “Als je de vervoerslijnen van TEC in Wallonië bekijkt, lopen die ook horizontaal met de taalgrens. De taalgrens is in zekere zin een arbeidsmarkt­, mobiliteits­ en mentaliteitsgrens. Ook omgekeerd hebben Vlaamse bedrijven nog schrik om m/v/x uit Wallonië en Brussel te rekruteren. Er is zeker nog heel wat potentieel. We moeten die schroom langs de kant van zowel de werkgever als werkzoekende durven doorbreken.”

Die schroom zit vaak in een klein hoekje volgens VDAB. Freddy: “Daarom is het belangrijk om zowel werkgever als werkzoekende goed te informeren over het gevraagde profiel, maar ook over de werkomstandigheden, want soms schuilt hier een cultuurverschil in. Lang niet alle Franse werknemers zijn moeilijke mensen die graag staken en niet alle Waalse werknemers zijn luiaards. Dit zijn vooroordelen die de werkgever soms nog heeft. Maar ook voor de werkzoekende kan de werkcultuur parten spelen als die niet correct geïnformeerd wordt. Een Vlaamse werkgever vindt stiptheid belangrijk. Om 8 uur starten is niet tegen 8 uur aanwezig zijn. Dit zijn zaken die gecommuniceerd worden tijdens het rekruteringsproces.”

Hoeveel Walen steken dagelijks de (taal) grens over om in Vlaanderen te gaan werken? Volgens de gegevens uit 2019 van Steunpunt Werk – de meest recente die we vonden – zijn er ongeveer 75.000 Waalse werknemers en 50.000 Brusselse werknemers die richting Vlaanderen pendelen. Uit de gegevens van het RIZIV (2022) zien we dat er vanuit

Frankrijk dagelijks bijna 6.400 werknemers richting (West­)Vlaanderen pendelen.

Geen roofbouw op Waalse arbeidsmarkt

Ondanks alle Marshallplannen die de Waalse regering de voorbije twintig jaar heeft gemaakt, blijft de werkloosheid in Wallonië een stuk hoger dan in Vlaanderen, net als het aantal inactieven. Al zijn er tussen de provincies wel grote verschillen. In WaalsBrabant bijvoorbeeld zijn meer mensen aan de slag dan in Limburg en Antwerpen. Het andere uiterste is Henegouwen, waar maar 64,5 procent van de 18­ tot 64­jarigen een job heeft, wat heel laag is, ook op Europees niveau.

Het profiel van de Waalse werkzoekende is niet altijd even rooskleurig, en dat is een understatement. In Henegouwen, bijvoorbeeld, heeft 40 procent geen diploma secundair onderwijs, 45 procent heeft geen rijbewijs en 45 procent is al minstens twee jaar werkloos. Het zijn met andere woorden vaak mensen die nog moeilijk te activeren zijn. Dat is niet het profiel waar de Vlaamse bedrijven naar op zoek zijn. En de meeste Waalse werkzoekenden spreken nauwelijks Nederlands, dat blijft vaak een struikelblok, al nuanceren de bedrijven die wij spraken (zie p. 9­13) dat.

Bestaat ook het gevaar dat (Oost)­Vlaamse bedrijven de Waalse arbeidsmarkt leegvissen? “Daar moeten we zeker voor oppassen. Vergeet niet dat ook heel wat Waalse bedrijven in een battle for talent zitten. Ook die bedrijven hebben volk tekort en willen extra mensen aantrekken. Maar laat ons wel wezen: een arbeidsmarkt laat zichzelf nooit volledig organiseren, ze organiseert zichzelf grotendeels. Zo heb je heel wat Brusselaars die in het Aalsterse zijn komen wonen, maar voor hun werk naar Brussel en Wallonië blijven pendelen. Je moet dus in de twee richtingen werken”, besluit Freddy Van Malderen.

Op de cover 8

De opleiding tot textielingenieur bestaat in België niet meer en de ‘visvijver’ is heel klein geworden

CASE 1

UTEXBEL

REKRUTEERT WAALSE ARBEIDERS EN FRANSE TEXTIELINGENIEURS

“Onze nieuwste textielingenieurs komen allemaal uit Frankrijk”

Utexbel, één van de grootste werkgevers in Ronse met 550 medewerkers (en 716 in België, waarvan 615 arbeiders en 101 bedienden), is het laatste Europese industriële textielbedrijf dat verticaal geïntegreerd is in het produceren van weefsels. Het staat in voor het volledige productieproces ervan: van spinnen over weven tot verven van draad tot stof, maar het is geen confectioneur. Ze maken dus garens en weefsels en leveren die vervolgens aan confectioneurs. Hun sterkte ligt niet alleen in de productie, maar ook en vooral in de ontwikkeling van nieuwe stoffen.

Daarvoor hebben ze heel wat technisch talent nodig – zowel arbeiders als textielingenieurs – en die vinden ze al lang niet meer enkel in Vlaanderen. Gert Heyerick,

HR­manager bij Utexbel sinds 2001: “Wij rekruteren ook in Noord­Frankrijk én Wallonië. Daar rekruteren is voor ons een natuurlijk gegeven, net omdat wij op de taalgrens liggen. Je gaat nu eenmaal rekruteren in een cirkel rond je bedrijf. We schrijven onze vacatures uit in twee talen, ook de interimkantoren in Ronse rekruteren in Franstalig gebied. We hebben eveneens een afdeling in Moeskroen, waar zo’n 100 mensen werken. Voor deze site moeten we sowieso over de (taal)grens rekruteren, want wij concurreren daar met de regio Kortrijk waar de arbeidsvoorwaarden soms aantrekkelijker lijken.”

In zee met textielschool in Roubaix Bij hun bedienden is 80% Nederlandstalig en 20% Franstalig, bij hun arbeiders is dat

exact andersom. “De meesten zijn Walen, maar we hebben ook 60 Fransen in dienst. Een deel van die Fransen valt nog onder het grensarbeidersstatuut, dat uitdooft tegen 2033 (zie ook p. 11). Voor alle duidelijkheid: we mogen die ‘grensarbeiders’ enkel tewerkstellen in onze sites in Moeskroen en Ruien, niet in Ronse. Ergens is dat niet logisch, want Ruien lijkt me 100 procent Vlaanderen.”

Zijn nieuwe textielingenieurs rekruteert Utexbel al een aantal jaren o.a. in het NoordFranse Roubaix, via een partenership met Ensait, Ecole Nationale Supérieure des Arts et Industries Textiles te Roubaix.

Gert Heyerick: “Onze nieuwste textielingenieurs komen allemaal van daar.

9 Op de cover

Die opleiding bestaat in België immers niet meer en de ‘visvijver’ in België is heel klein geworden. We bieden elk jaar stages aan hun leerlingen aan. Soms zijn dat er vijf, soms vijftien, nadien blijven ze vaak bij ons ‘plakken’. We hebben een echt partnership met die school opgebouwd. De Franse textielindustrie rond Rijsel is ondertussen fel verminderd, waardoor we vlot Franse textielingenieurs kunnen verleiden om de grens over te steken. Jonge Fransen zijn heel mobiel. Er zijn zelfs Fransen uit Zuid­Frankrijk die in Roubaix school lopen en bij ons hun stage doen. Of ze komen hier zelfs wonen omdat ze hun passie echt willen uitoefenen en Utexbel is een gekende naam in de textielwereld. Textiel is dan ook een passie.“

Over ambitieuze Walen en luie Vlamingen…

Gert zegt het niet met zoveel woorden, maar jonge Vlamingen zijn dezer dagen net iets minder bereid om langere afstanden af te leggen naar hun werkplek. “Maar ik wil ook niet te veel veralgemenen”, nuanceert hij. “Zowel bij Vlamingen, Walen of Fransen heb je m/v/x die meer of minder mobiel zijn, of meer of minder ‘drive’ hebben. Wie bijvoorbeeld zegt dat alle Walen lui zijn, heeft nog geen ambitieuze Waal of luie Vlaming van dichtbij gezien. Natuurlijk is er een verschil in mentaliteit, maar laten we niet te veel met oogkleppen kijken. Op directieniveau spreekt trouwens iedereen zijn eigen taal. Van arbeiders verwachten we niet dat ze perfect Nederlands spreken, maar we hebben hier geen communautaire problemen”, lacht hij.

In de regel rekruteert Utexbel niet te ‘diep’ in Wallonië. “We rekruteren in Lessines, Ath… tot in Doornik. We willen zeker niet de arbeidsmarktvijver in Wallonië leegvissen. Mag ik nog één ding kwijt? Het is een drama om hier met het openbaar vervoer te geraken. Wie ’s morgens om 5 uur aan zijn shift begint, is bijna verplicht om met de wagen, fiets of bromfiets te komen, want dan rijdt er hier geen enkele bus. Ook de trajecten van het openbaar vervoer – zowel Vlaamse De Lijn als de Waalse TEC – lopen horizontaal met de taalgrens. Gelukkig is dit bij ons geen struikelblok om aan te werven.”

CASE 2

RECYCLAGEBEDRIJF GALLOO REKRUTEERT ZOWEL WALEN ALS NOORD-FRANSEN

“Fransen zijn meer revolutionair dan wij”

Galloo transformeert afval tot circulaire grondstoffen. Als marktleider in de sector recycleert de groep 1,5 miljoen ton ijzer, 200.000 ton non­ferrometalen en 40.000 ton plastics per jaar. Op de 365 mensen die bij Galloo in Vlaanderen aan de slag zijn, tellen we 37 Fransen, die allen in de hoofdzetel Menen werken. In Menen werken ook 24 Walen, die voornamelijk vanuit de grensgemeente Comines­Warneton en Moeskroen komen. Ze rekruteren dus iets meer Fransen dan Walen, maar dat is niet onlogisch, want de hoofdzetel van Galloo bevindt zich pal op de landsgrens, in Menen.

Els Vanneste, HR­manager: “Vanuit mijn kantoor kijk ik uit op België én Frankrijk. Deze site bevindt zich letterlijk in twee landen. Vroeger maakte de Leie in Menen een bocht en die hebben ze rechtgetrokken. Onze duwbakken varen op die Leie richting Gent (om schroot te transporteren naar hun hub in North Sea Port, red.), wij hebben een stukje Frankrijk ‘geannexeerd’ om aan de Leie te kunnen blijven liggen”, lacht ze. “Daardoor hebben wij redelijk wat Fransen op onze payroll, maar voor alle duidelijkheid: die werken enkel in Menen en niet in onze lokale filialen in Roeselare, Gent, Gavere of Dendermonde.”

Waalse met pit

Galloo staat zeker open voor Franse werknemers om hun vacatures in de OostVlaamse vestigingen in te vullen, maar volgens Els is de afstand naar Gent net iets te ver. “Een Fransman is nochtans mobiel en wil verder rijden dan een Vlaming of Waal, maar Gent is al een heel eind. Meestal raken ze tot in Waregem. In Gent werken we trouwens voor onze afdeling scheepssloop met Belgische onderaannemers, die zelf enkel buitenlandse werknemers – denk aan snijbranders – tewerkstellen (Vlamingen vindt men immers niet meer voor de ontmanteling van schepen, red.) en hen tijdens de werkweek logement aanbieden in het Gentse. Maar zover gaan wij voorlopig niet.”

Doordat Galloo zowel met Vlamingen, Fransen als Walen werkt, heeft het recyclagebedrijf een goed beeld op de culturele verschillen tussen Vlamingen, Walen en Fransen. “Voor de meeste Walen is onze Vlaamse cultuur helemaal anders dan wat zij gewoon zijn. Wij hebben een Waalse werkneemster die bij ons komt werken omdat ze wil dat de zaken vooruitgaan. Ze heeft die ‘drive’ nodig om zich nuttig te voelen. Ze wil haar kinderen de boodschap meegeven dat je door hard te werken vooruit komt in het leven. In een

Op de cover 10

deel van Wallonië heerst toch veel meer het idee dat je enkel moet geld verdienen om te leven, hun drive is minder groot. Hoe kan je anders verklaren dat de werkzaamheidsgraad in Oost­ en West­Vlaanderen op 80% ligt en in Henegouwen strandt op nauwelijks 65%?”

Hoe dieper in Wallonië, hoe groter de cultuurkloof

Els geeft aan dat de cultuurkloof groter wordt naarmate je dieper afdaalt in Wallonië. “De cultuur in Bergen of Charleroi is niet te vergelijken met bijvoorbeeld die in Moeskroen of Dottignies. In Dottignies wonen trouwens veel West­Vlamingen omdat het daar goedkoper is. Dat zijn dus Vlamingen die dagelijks de grens oversteken om bij ons te komen werken.”

Wat De Fransen betreft, windt Els er weinig doekjes om. “Fransen zijn in de regel meer revolutionair dan wij. Ze moeten toch altijd een beetje ‘tegen de baas’ zijn, maar ze komen hier wel heel graag werken.” Een en ander heeft ook te maken met het lucratieve statuut van ‘grensarbeider’, dat definitief uitdooft tegen 2033. “Wie nog in dit statuut zit, blijft hier maar al te graag werken (bij hen ruim 20 op 37 Fransen, red.). Ze verdienen bruto meer dan in Frankrijk, met

dank ook aan de automatische indexering. In januari kwam er nog eens 11% bij, in Frankrijk was dat slechts 5%, en de kloof was al zo groot. Door dit speciaal statuut worden ze bovendien (minder, red.) belast in Frankrijk en niet in België.”

Wat is de voertaal bij Galloo, tot slot? Els gniffelt. “Al onze werkpostfiches zijn in het

Nederlands en Frans, maar hoewel heel wat Fransen én Walen onze taal goed begrijpen, schakelen we als Vlamingen zelf te snel over op het Frans. Ik merk wel dat VDAB inspanningen levert om anderstaligen aan te sporen ook een mondje Nederlands te leren. Iedereen met een goeie werkspirit is welkom in onze groep. Het werk op zich leren ze bij ons intern wel aan.”

“ Wij hebben een Waalse werkneemster die bij ons komt werken omdat ze wil dat de zaken
vooruitgaan
ELS VANNESTE, HR-MANAGER BIJ GALLOO
11 Op de cover

CASE 3

DYNACO EUROPE BOORT EXTRA ARBEIDSRESERVE AAN IN DE HOOFDSTAD EN WALLONIË

“Je kan Brusselse werkzoekenden aantrekken, maar je moet als bedrijf bereid zijn tweetalig te worden”

Bij Dynaco Europe in Moorsel bij Aalst werken mensen uit alle contreien: van Oezbekistan tot de Filippijnen. Het bedrijf zocht gedurende jaren moeizaam naar arbeidskrachten. Vijftig procent van de arbeiders zijn Franstalig en komen uit Brussel of Wallonië. Voor hen levert Dynaco immense inspanningen op vlak van opleiding, begeleiding en vooral van communicatie. In de praktijk is het bedrijf op de werkvloer – uit noodzaak – tweetalig geworden. “Anders lukt het gewoon niet om werkloze ‘Brusselaars’ naar hier te halen en te houden”, luidt het.

Dynaco Europe, deel van het Zweedse Assa Abloy, is een wereldspeler in deuroplossingen, toegangscontrole en ­beveiliging. De groep telt 51.000 medewerkers en is actief in meer dan 70 landen. In de fabriek in Aalst worden hoog performante deuren gemaakt voor industriële en commerciële toepassingen. Dynaco is een sterk merk op vlak van snelrolpoorten.

In Aalst zijn 95 productiearbeiders (uitzendkrachten inbegrepen) en twintig bedienden aan de slag, naast een salesploeg en een R&D­team. Door de krapte op de arbeidsmarkt ging de aandacht van de HR­afdeling in het voorbije jaar vooral naar rekrutering.

Johan De Meyer, plant manager: “Er kwamen gewoonweg geen kandidaten voor onze productie die in twee ploegen loopt. Ook al vragen wij niets bijzonders: wij leren alles aan op de vloer. Wij willen bij de werkzoekenden vooral gewoon ‘zin om te werken’ voelen, een goede attitude.”

Griet Van Malderen, HR­manager: “Wij botsen vaak op het vangnet. Mensen verdienen amper meer wanneer zij bij ons komen werken in plaats van te leven van uitkeringen. Toch hebben wij heel veel mensen een kans gegeven, vanuit de idee dat het mits goede begeleiding en opleiding misschien toch lukt.”

In het laatste kwartaal van 2022 liep het dan plotseling los en werden dertig bedienden, twintig arbeiders en een aantal interimkrachten aangetrokken. (cijfers voor het ganse jaar 2022)

Johan: “Het doet deugd te kunnen zeggen dat de ploeg in de fabriek nu eindelijk compleet is.”

Bij Dynaco zijn vijftig procent van de arbeiders Franstalig. Ze komen – in gelijke verhouding – uit Brussel en Wallonië.

De aanwezigheid van de relatief grote groep Franstaligen is voor een deel te verklaren door de verhuis van het bedrijf in 1986 van Brussel naar Aalst. De toenmalige bedrijfsleider was zelf Franstalig. Een aantal medewerkers – veelal van Marokkaanse en Italiaanse origine ­ zijn hem gevolgd. Enkele ‘Brusselaars’ zijn inmiddels verhuisd naar een plek, dicht bij de fabriek. Het bedrijf bleef sindsdien openstaan voor anderstalige culturen, ook al klinkt dit eenvoudiger dan het is.

Johan: “Als je met Franstaligen op de werkvloer aan de slag gaat, kom je als leidinggevende of bediende in de productie niet ver met wat ‘schoolfrans’. Je moet als bedrijf gewoonweg tweetalig willen worden. Ik kan me voorstellen dat er in Aalst bedrijven zijn waar men die tegemoetkoming inzake taal niet doet of kan maken.”

Griet: “De communicatie verloopt bij ons standaard in twee talen. De informatie op de schermen of een uitnodiging voor een feestje: alles wordt in het Nederlands en het Frans aangekondigd.”

Tijdens de covid­periode ging de taalbegeleiding nog veel verder en werden

Op de cover 12

JOHAN DE MEYER, PLANT

werknemers – met overheidshulp – in wel twintig talen ingelicht over de maatregelen en gedragsvoorschriften.

Dynaco volgt stipt de wetgeving op die het gebruik van talen regelt in bedrijven in Vlaanderen. Alle officiële documenten – zoals het verslag van de Ondernemingsraad –worden in het Nederlands opgesteld. Indien nodig is een vertaling ter beschikking.

Tijd voor taal

“Je kan wel vragen stellen bij de opstelling van een aantal anderstaligen”, merkt Johan op. “Er is hier iemand die al 25 jaar bij ons werkt en nog steeds geen letter Nederlands spreekt. Een andere dame, een Argentijnse, is sinds september bij Dynaco en spreekt al een behoorlijk mondje Nederlands. Alles begint dus bij de wil van iemand om meer te integreren via taal.”

Griet: “Wij hebben mensen die in een gemeenschap leven waar nooit Nederlands wordt gesproken. Zij voelen niet de nood om Nederlands te leren. Ze beseffen niet dat kennis van onze taal voor hun integratie – en vooral van hun kinderen – hoogst belangrijk is. En, omgekeerd, lijken Vlamingen mij te tolerant geworden op dat punt.”

Dynaco biedt zelf geen lessen Nederlands aan en ontvangt evenmin vragen vanuit de groep anderstaligen, maar is wel vragende partij om mensen een basiscursus Nederlands te kunnen aanbieden, “uit veiligheidsoverwegingen en uit communicatie­oogpunt.”

Hoe komen Brusselse werkzoekenden in Moorsel terecht?

Johan: “Via Aalsterse uitzendkantoren. Zij weten dat wij Franstalige mensen accepteren en gaan – vermoed ik – dan bij hun Brusselse kantoren polsen of er kandidaten voorhanden zijn.”

Zelf onderhoudt Dynaco geen contacten met de Brusselse arbeidsbemiddelaar Forem.

Dynaco biedt ook een referral bonus aan medewerkers die een goede kandidaat kunnen aanbrengen.

Griet: “Je moet er ook niet te veel van verwachten; ik denk dat wij vijf, zes keer per jaar een bonus uitbetalen. Niet iedereen die wordt aanbevolen, blijkt geschikt.”

‘Twijfelachtige profielen’ krijgen een kans in de pool van uitzendkrachten, maar de uitval

blijft groot: van tien aanwervingen blijven op termijn slechts twee tot drie mensen over. Via het project Jobroad wist Dynaco wel een tweetal werkzoekenden met een moeilijk profiel een job aan te bieden.”

“Dat was vroeger wel even anders”, getuigt Griet. “Tien jaar geleden hielden wij voor een vacature gemakkelijk een viertal valabele kandidaten over en konden wij zelf kiezen. De lat ligt nu gevoelig lager. Mensen kunnen makkelijker instromen en wij geven meer kansen.”

De slotboodschap is: blijven proberen en buiten de geijkte kanalen zoeken. En wie mikt op Brusselse mensen, moet bereid zijn zich aan te passen in de richting van de werknemers, “anders mag je het vergeten.”

Kunnen de ‘Brusselaars’ een verrijking betekenen voor een bedrijf dat vergeefs zoekt naar goede werkkrachten?

Griet: “Iemand die een goede attitude meebrengt, is altijd een verrijking. Het maakt niet uit vanwaar die komt.”

Er is hier iemand die al 25 jaar bij ons werkt en nog steeds geen letter Nederlands spreekt
13
MANAGER BIJ DYNACO

Dossier cleantech

Schone technologie: booming business

Met de klimaatambities in het vooruitzicht, zetten bedrijven massaal in op duurzaamheid. Cleantech, of schone technologie, kan die transitie versnellen en is aan een sterke opmars bezig in Vlaanderen. In het brede ecosysteem steekt Gent er bovenuit en wil de stad zelfs continentaal een hoofdrol spelen. We schetsen de contouren van het landschap, duiken de academische wereld in en laten drie cleantechbedrijven aan het woord.

Midden jaren negentig verschijnt cleantech voor het eerst aan de horizon. Vooral in de Amerikaanse financiële sector bestempelen investeerders het als een verzamelnaam voor milieuvriendelijke technologieën. Zeker na de internetbubbel rond de eeuwwisseling gaat cleantech pas echt over de tongen.

‘Schone’ stad Gent zet cleantech hoog op agenda

Dat een belangrijke rol is weggelegd voor techbedrijven is al langer het credo in Gent. De stad richt zijn pijlen op vier speerpunten: biotech, healthtech, digitale technologie en cleantech. Door slim in te zetten op deze vier speerpunten wil het de ecosystemen naar internationaal topniveau tillen.

Hoewel de term al even tot onze woordenschat behoort, bestaat over de precieze invulling nog altijd onduidelijkheid.

In Vlaanderen promoot Cleantech Flanders als overkoepelende organisatie cleantech en helpt ze bedrijven met de implementatie ervan. De organisatie ontstond in 2008 en is sinds 2018 deel van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Als tandem trekken Charlotte Struye en Frans Snijkers de kar van Cleantech Flanders. “Cleantech is sectoroverschrijdend en dus geen klassieke industriële sector an sich. Je vindt het onder meer terug in domeinen zoals energie, circulaire economie, mobiliteit, lucht, water en bodem. Er is een onderscheid tussen bedrijven die duurzame technologie maken en degenen die het implementeren. Zo heb je bijvoorbeeld starters met een revolutionaire technologie, maar evengoed grote bedrijven die aanzienlijk investeren in hun R&D­afdeling om processen volledig te verduurzamen”, verduidelijkt Charlotte.

Booming business

In Gent doen ze dit als overheid samen met burgers, kennisinstellingen en industrie. Zo is de stad voor cleantech trekker van het Europese PlastiCity en URBCON-project. PlastiCity zet in op recycling van industriële en commerciële plastic en URBCON gebruikt afvalstromen in een innovatief en duurzaam beton.

Gent maakt dus werk van een bruisende community voor cleantech. Die maakt het mogelijk kennis, technologieën en materialen te delen waar alle betrokken partijen winst uit halen. Stad Gent is onder meer betrokken bij Smart Delta Resources (SDR), een publiek-privaat netwerk met als doel het samenbrengen van grote industriële spelers in de chemie-, staal-, energie- en voedingssector in de Schelde-Deltaregio om de klimaattransitie aan te pakken. Deze samenwerking moet de ambitie van een klimaatneutrale industrie in de regio tegen 2050 mogelijk maken.

Voor meer info over cleantech in Gent kan je terecht op stad.gent/nl/investeren-gent/de-toekomst-tech/clean-tech.

Om het landschap in kaart te brengen, brengt Cleantech Flanders een jaarlijks rapport uit. De analyse leidde in 2022 tot de identificatie van 1980 actoren binnen de innovatieve Vlaamse cleantechsector. Die zijn verdeeld over 4 categorieën: pioneers passen cleantech toe in hun productieproces, enablers maken mee het ecosysteem mogelijk, implementors helpen andere bedrijven om cleantech aan te wenden en tech providers maken effectief een cleantech­product of ­dienst. Met 170 actoren steekt Gent als hub er met kop en schouders bovenuit.

Dat cleantechinnovatie ook in werkgelegenheid heel wat te bieden heeft, bewijst een jaarlijkse

TEKST LAURENS FAGARD EN SAM DE KEGEL
14
Zuinig omgaan met onze energie

gestage stijging in jobs. In 2020 werkten 29.564 voltijdse equivalenten in de sector waarvan zo’n 70% bij techleveranciers en enablers. “We verwachten dat dit aantal nog verder zal stijgen in de toekomst. Het is een erg dynamische sector waar investeringen, overnames en fusies gebruikelijk zijn om marktposities te versterken”, aldus Frans.

“We hebben in Vlaanderen een goed ontwikkeld ecosysteem. Om de vergelijking met de rest van de wereld te maken, is het zinvol om per domein binnen de cleantech te kijken. Zo blinken we Europees uit op een aantal gebieden zoals offshore windturbinecapaciteit per kilometer kustlijn (4de), zonne­energie per inwoner (2de) en recyclage van verpakkingsafval (1ste). Bovendien zien we dat ondersteunende technologieën in de toekomst een gamechanger kunnen zijn in de transitie. We zullen meer gebruik maken van digitale toepassingen zoals artificiële intelligentie of machine learning om incrementeel te innoveren binnen cleantech.”

Om de regio internationaal nog meer op de kaart te zetten, wil Cleantech Flanders zoveel mogelijk bedrijven promoten. “Je kan gratis partner worden en beroep doen op de knowhow en ons netwerk. Vooral start­ en scale­ups hebben hier baat bij. We proberen vooral als facilitator op te treden en hun groei te accelereren”, besluit Charlotte.

CAPTURE

Kennisplatform CAPTURE helpt

Vlaamse bedrijven vooruit in circulariteit

In het florerende cleantechnetwerk loopt ook de academische cluster aardig voorop. Onderzoeksplatform CAPTURE (een letterwoord voor Centre for Advanced Process Technology for Urban REsource recovery) werkt concreet rond het hergebruik van CO₂, water en plastics. Het initiatief ontstond in 2014 aan de UGent. Enkele professoren in watertechnologie beantwoordden de vraag van de bedrijfswereld naar meer samenwerking op vlak van innovatieve technologieën tussen academici onderling, bedrijven en overheden. Lang bleef het niet bij water alleen. Men koos drie thema’s die kwamen uit raakvlakken tussen enerzijds de sterktes van de universiteit en anderzijds de noden binnen onze maatschappij. Vandaag is CAPTURE een Vlaamse samenwerking tussen UGent, UA, VUB en VITO als kennispartners en een dertigtal bedrijven die lid zijn. Het kernteam bestaat uit 12 mensen die de link vormen tussen de bedrijfswereld en 65 professoren met hun onderzoeksgroepen.

Simulatielabo

“Wat ons uniek maakt, is de visie op lange termijn”, zegt manager industriële innovatie Jan Arends. “De Vlaamse speerpuntclusters werken nog net iets meer vraaggedreven terwijl we met CAPTURE technologieën ontwikkelen waar we zeker van zijn dat ze binnen 10 jaar klaar moeten zijn voor implementatie in brede zin. Onderzoekers wisten ook niet altijd welke regelgeving of veranderende productieprocessen er spelen bij bedrijven. Door de drie pijplijnen, waarvan CO₂ en water hun eigen bedrijfsplatform hebben met toegang tot onderzoek, houden beide partijen meer vinger aan de pols.”

“Sommige bedrijven komen met heel concrete vragen rond milieuvergunningen. Dat is meer het werk voor consultancybedrijven. We willen meer werken aan uitdagingen die in de toekomst voor ons

CHARLOTTE STRUYE FRANS SNIJKERS
15 Dossier cleantech
CLEANTECH FLANDERS

liggen. Zo zijn we bijvoorbeeld samen met alle Vlaamse drinkwaterbedrijven het Biostable­project gestart. Daarmee willen we de drinkwaterkwaliteit binnen een aantal decennia nog altijd garanderen en rekening houden met factoren zoals veroudering van het netwerk of de klimaatverandering die de bodemtemperatuur doet stijgen. In ons labo op het eiland Zwijnaarde bouwen we zulke simulaties waar we observeren hoe de microbiologische kwaliteit wordt beïnvloed.”

“Rond plastic hebben we al concrete resultaten gehaald met het Europees project PlastiCity. Vooral in de stedelijke omgeving is nog veel plastic afval beschikbaar voor recyclage. Maar je moet voldoende schaalgrootte hebben zodat een logistieke ophaling zin heeft. Met CAPTURE en andere onderzoekspartners bekeken we of we alle folies in een winkelgebied – zoals bijvoorbeeld in de Gentse Veldstraat – kunnen centraliseren en opnieuw verwerken. Voor concrete verwezenlijkingen in CO₂ is het nog wat vroeg. Er is al veel onderzoek aan vooraf gegaan en nu komen de eerste pilootinstallaties naar buiten, zoals CO₂ omzetten naar methanol of plasmatechnologie gebruiken om CO₂ te capteren en te scheiden van de gasstroom.”

Leek of professional

De grote uitdaging in de circulaire economie is de knowhow brengen tot de bedrijven die ermee aan de slag moeten. “Het is niet evident om ons initiatief en alle kennis die we ontsluiten bekend te maken bij het brede publiek. Met de CAPTURE Academy proberen we daaraan tegemoet te komen. Het is een gratis leerplatform met eigen ontwikkeld videomateriaal (Massive Open Online Courses, of MOOCs). Van leek tot professional: iedereen met een gezonde interesse kan snel bijleren over wat de toekomst in CO₂, water of plastics te bieden heeft.”

16 Dossier cleantech
Doctoraatstudent werkend aan een pilootinstallatie voor drinkwateronderzoek in samenwerking met alle drinkwaterbedrijven en AquaFlanders (Project Biostable). Installatie bevat 3 x 100m drinkwaterleiding en vele staalnamepunten voor analyse

HYDROHM

Hoe

Hydrohm met jouw plasje druppelsgewijs een verschil maakt op milieu- en veiligheidsvlak

Hydrohm zag het levenslicht in 2020, toen Pieter Naert besliste zijn onderzoeksproject verder te zetten als spin­off van de UGent en Capture. Met zijn team ontwikkelt hij technologie om waterbehandeling te elektrificeren. “Na mijn doctoraat zagen mijn promotor, een collega­doctorandus en ikzelf veel potentieel in elektrochemie waarbij elektriciteit chemische reacties aandrijft. Elektrificatie is in veel sectoren al aan de gang, maar in de watersector breekt die trend vooralsnog niet door.”

Naast de manier van waterzuivering, ziet Pieter ook een tweede onderscheidende factor. “Met Hydrohm willen we de lokale zuivering van afvalwaterstromen per soort en site (bedrijfsgebouw of huishouden) mogelijk maken. Geen evidentie als je weet dat de klassieke waterzuiveringstechnologieën vaak afhankelijk zijn van toegevoegde chemicaliën. Daar komen heel wat vergunningen en veiligheidsrisico’s bij kijken die niet werkbaar zijn op lokaal niveau. Met elektrochemie bouwen we een systeem waar

water doorheen vloeit en aan de oppervlakte van elektrodes de nodige chemische reacties ontstaan die zorgen voor de waterzuivering.”

“Als cleantech provider ontwikkelen we procesonderdelen voor de installaties van industriële klanten. De fases in de zuivering die nog sterk afhangen van chemicaliën vervangen we door ons toestel op basis van elektriciteit die we lokaal en hernieuwbaar kunnen opwekken. Zo maken we de watersector een stukje duurzamer.”

Circulair toilet

Een voorbeeld is de URIDIS­technologie die urine lokaal verwerkt. De basis van de technologie is onderdeel van het MELiSSA­project van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Daarin hielp Hydrohm mee aan circulaire en duurzame systemen die astronauten moeten helpen zo zuinig mogelijk om te gaan met grondstoffen. “Op lange ruimtereizen zijn die immers schaars. Het is niet mogelijk om veel voeding of water mee te nemen, dus kijken we de richting uit van circulaire oplossingen. Vandaag gebruikt het internationaal ruimtestation ISS al technologie om menselijke afvalstromen te scheiden van elkaar, maar die zijn fel verouderd en op basis van chemicaliën. Elektriciteit is dan een innovatieve oplossing”, vertelt Pieter.

Zo begon het onderzoek naar een bronscheidingstechnologie om bruikbare grondstoffen uit urine te halen. “Urine is uitermate interessant om mee aan de slag te gaan

17 Dossier cleantech
Als urine niet meer via de riool meegaat en aan de bron wordt gezuiverd, sparen we veel energie uit.

omdat het in samenstelling heel geconcentreerd is. Ons lichaam is in staat om via urine zoveel mogelijk overtollige afvalstromen te lozen met zo weinig mogelijk water. Die stoffen zijn vooral stikstof en fosfor. Ze vergen veel energie in het klassieke proces van een waterzuivering. Als urine dus niet meer via de riool meegaat en we ze via onze URIDIS­technologie aan de bron kunnen behandelen, sparen we veel energie uit.”

En daar stopt het verhaal niet. De belangrijkste reden voor Hydrohm om urine te scheiden, is dat je de vloeistof kan verwerken tot ontsmettend spoelwater. “Dat is voor publieke toiletten een enorm voordeel omdat de hygiëne een stuk hoger is. Ook hier komen geen chemicaliën aan te pas, het is aangenamer voor een toiletgebruiker en ook voor de onderhoudsequipe is het beter, want de toiletten zijn beter ontsmet en er zijn minder bacteriën. Afgelopen zomer konden bezoekers van de Gentse Blaarmeersen hun plasje al achterlaten.”

Vlaamse drang naar innovatie

Naast de URIDIS­technologie die het vijfkoppige team van Hydrohm ontwikkelt, werkt het voor bedrijven die afvalwater zo circulair mogelijk willen maken. Naast hun duurzame idealen ziet Pieter vooral nog economische belangen meespelen. “Het is een combinatie van de twee. De overweging van onze systemen is nog meer gedreven vanuit normen die strenger worden. Vlaamse bedrijven zoeken continu naar innovatie en er is veel focus op samenwerking.”

“Elektrochemie is een opkomende tak in de watersector. In ruime zin zie je wel al grote spelers. Waterstoftechnologie is een typisch voorbeeld van elektrochemie. Maar een ingenieursbureau zoals het onze is nog vrij uniek. Dan is het wel aangenaam om te ondernemen in Vlaanderen waar je een sterke vertegenwoordiging hebt van cleantechbedrijven. Het wordt vooral een uitdaging om goede medewerkers te vinden om te groeien. Er is al lang geen weelde op de arbeidsmarkt, laat staan in de watersector.”

Pieter ziet in de technologie van Hydrohm vooral ook internationale opportuniteiten. “We doen nu al meer projecten voor buitenlandse bedrijven in vergelijking met onze regio. De komende twee jaar zullen we nog volop moeten ontwikkelen vooraleer we gestandaardiseerde producten kunnen afleveren. Nu is het nog veel maatwerk.”

Lang voor er sprake was van cleantech, legde Ernest Van Wingen in 1958 de fundamenten van zijn gelijknamig bedrijf. Hij had een hart voor motoren, dat uitte zich in een autowerkplaats en benzinestation. Nazaten Eleonora en Jean­Pierre namen eind jaren tachtig het bedrijf uit Evergem over. Sindsdien verschoof de focus van dieselmotoren voor binnenschepen tot een gevestigde waarde in duurzame energieoplossingen waarin toepassingen zonder CO₂­emissies centraal staan.

Naast noodstroomaggregaten en energiesturingen zijn vooral de high end energietoepassingen zoals de warmtekrachtkoppelingen (WKK’s), die gelijktijdig stroom en warmte opwekken, het paradepaardje van het familiebedrijf. “Warmtekrachtkoppelingen vragen al jaren een genuanceerde en slimme kijk op energie. Tien jaar geleden werden ze nauwelijks in rekening gebracht bij de aankoop van een verwarmingstoestel. Dat is vandaag ondenkbaar. Een vooruitziend bedrijfsleider kijkt net als Jan met de pet naar de volledige CO₂uitstoot van de factuur”, steekt Jean­Pierre van wal.

Tiki-taka-combinaties

Volgens het duo van E. Van Wingen moeten we onze energietransitie aangrijpen als een momentum. “De meeste ingeburgerde brandstoftoepassingen zijn niet energie­efficiënt ontworpen omdat het toen nog niet aan de orde was”, vertelt Eleonora. “Om ons huidige comfortpeil te behouden hebben we geen nood aan meer energie, zoals je wel vaker leest. Energie­efficiënte toepassingen zoals WKK’s combineren de productie van stroom en warmte en kunnen dus met minder energie functioneren. De uitdaging vormt zich in de zoektocht naar de beste oplossing per case.”

“Zo installeerden we onlangs bij een tuinbouwbedrijf een mini­WKK en een

warmtepomp. Die combinatie met de WKK als autonome warmtebron levert een verwarmingsrendement van meer dan 220%, meer dan het dubbele van een condensatieketel. Bovendien heb je enkel gas nodig en geen netstroom die CO₂­uitstoot genereert. Daardoor word je minder afhankelijk van openbare distributienetten die duur zijn en niet klaar zijn voor de toekomst. Dat ondervinden ze in Nederland al aan den lijve doordat het net vooral in het noorden de capaciteit niet aankan.”

“Energiestromen linken aan elkaar is essentieel. Zo hoeft de WKK niet enkel stroom te leveren aan de warmtepomp. Wanneer er minder warmte nodig is, kan je die stroom elders gebruiken en zo de elektriciteitsrekening drastisch doen dalen. Of je werkt met batterij­opslag om alles binnenskamers te houden. In de zomer kunnen zonnepanelen dan weer voor hernieuwbare stroom zorgen voor de warmtepomp die dan als airco dient.”

Heil in waterstof

Momenteel draaien de meeste WKK’s nog op aardgas. Een fossiele brandstof die volgens E. Van Wingen nodig is in de transitie. “Onze ambitie is om op termijn in zijn geheel emissievrij te werken en de shift te maken naar biobrandstoffen of waterstof. Daarvoor moet de logistiek en de beschikbaarheid van

E.
VAN WINGEN
E. Van Wingen trekt op termijn de kaart van energietoepassingen op waterstof
18 Dossier cleantech

waterstof uiteraard nog op gang komen. Als dat het geval is, kunnen we spreken van volledige onafhankelijkheid.”

Enkele jaren terug zette het bedrijf al de eerste stappen richting waterstof in samenwerking met de UGent. In september zette het met de overname door Gentse motorbouwer Anglo Belgian Corporation de duurzame omslag nog extra kracht bij. “Vandaag hebben we al een product klaar met een vermogen van 100 kW en dat aantal zal op korte termijn exponentieel stijgen. Het geeft ons een unieke marktpositie. De vraag is alleen of de overheid massaal de sprong durft te wagen. Groene waterstof kost momenteel 10 euro per kilogram. Eens de technologie volledig zal doorbreken, voorspellen experts een daling tot ver onder 7 euro. Zelfs dan is het al voordeliger om op waterstof te rijden met de configuratie tussen warmtekracht en mobiliteit indachtig.”

“Het potentieel van WKK’s zal in de toekomst bijna onuitputtelijk zijn als de koppeling en ondersteuning met warmtenetten er komt. Ik vrees dat de vernieuwing van de elektriciteitsnetten die centraal worden aangestuurd zal gepaard gaan met gigantische investeringen. In plaats daarvan kunnen we gewoon veel slimmer en lokaal energie opwekken die CO₂­vrij is.”

Cleantech op de bouwwerf

Met de start­up Bright Energy vervangen de broers Sam en Arne en hun zus Lisse Van Acker de vervuilende dieselgeneratoren op bouwwerven door slimme, groene batterijen.

“Ecologie alleen telt niet, je moet een oplossing creëren die superieur is op alle vlakken. Enkel zo kan je een ware transitie naar hernieuwbare energie op de bouwwerf teweegbrengen.”

Op bouwwerven gebruiken aannemers dieselgeneratoren omdat de kleine netaansluitingen niet sterk genoeg zijn om grote toestellen zoals torenkranen van vermogen te voorzien. Founder Sam Van Acker: “Torenkranen vragen heel grote vermogenspieken, waardoor de rest van de straat problemen kan ondervinden. Daardoor zal Fluvius grote netaansluitingen vaak niet goedkeuren en krijgen aannemers op werven meestal slechts een kleine netaansluiting.”

Bright Energy vervangt die vervuilende generatoren door een batterij tussen de kleine netaansluiting en de werf te plaatsen. Die levert niet alleen voldoende vermogen, maar stoot ook minder CO2 uit. Sam Van Acker: “We zorgen dat we de pieken voor de torenkranen uit onze batterij kunnen leveren én de batterij kunnen opladen aan de kleine netaansluiting.”

Van testcase tot AI -product

Hun allereerste batterij stond op een bouwwerf in Hamme. “We zijn gestart in een oude, oranje, geblutste container die we volstaken met batterijen, met een kleine airco aan de buitenkant. We kozen bewust voor een zo moeilijk mogelijke testcase, maar slaagden met brio. De opdracht was nadien om er een echt ‘product’ van te maken, want die container konden we nog niet transporteren, er zaten ook nog geen stekkers in. Met de hulp van Vlaio evolueerden we snel naar batterij­units die veel compacter zijn en waarbij aannemers onmiddellijk kunnen inpluggen.”

Bright Energy gebruikt artificiële intelligentie om de batterij op te laden wanneer de energie goedkoper is.

BRIGHT ENERGY
19 Dossier cleantech
Eleonora en Jean-Pierre Van Wingen

“Om ervoor te zorgen dat onze duurzame oplossing een logische keuze wordt voor aannemers, wordt de mobiele batterij zo economisch mogelijk ingezet. Er zijn twee grote kosten: de huur van het equipment en de energie die je verbruikt. De huur van het equipment is de grootte (maat) van de batterij die je nodig hebt maal de duurtijd dat je ze inzet. De grootte van de batterij maken we zo klein mogelijk door met een modulair systeem te werken. Het batterijsysteem wordt opgebouwd uit mobiele en schaalbare blokken die gekoppeld kunnen worden om aan een hoger vermogen en dito capaciteit te komen indien er een extra torenkraan bij komt. Zo heeft de aannemer altijd de juiste hoeveelheid batterijcapaciteit op zijn werf staan. De duurtijd willen we minimaliseren via artificiële intelligentie. We stemmen de energie­opname volledig af op de gebruiker. Tijdens het weekend en na 20 uur ‘s avonds kan de batterij gebruikt worden voor andere doeleinden, zoals energiearbitrage of het leveren van netbalanceringsdiensten. De klant zou in dat geval enkel huur hoeven te betalen op de momenten dat hij effectief gebruik maakt van de batterij, de rest van de tijd kan deze door ons gebruikt worden om op die energiemarkten in te zetten.”

Experiment met Tesla-thuisbatterij

Het idee van hun slimme batterij ontstond in hun ouderlijk huis. “In 2016 overtuigde mijn broer Arne onze ouders om als tweede in België een Tesla­thuisbatterij te plaatsen. Het bleek geen rendabel model te zijn als je er niets mee deed. Daarom programmeerde hij in zijn vrije tijd een slimme aansturing om er zo veel mogelijk rendement uit te halen.” Hun energiefactuur daalde twee jaar op rij met de helft. Toen begonnen de broers te brainstormen over hoe ze dat konden commercialiseren. Ze raakten eerst in gesprek met mensen van Tomorrowland. Een tijdje later maakte Sam Van Acker aan de Universiteit Gent een groepswerk over een businessmodel om generatoren op festivals weg te werken met een batterij. Tijdens dat traject werd hen erop gewezen dat bouwwerven veel meer generatoren gebruiken dan festivals. Die markt bleek interessanter, omdat de projecten langer duren, toepasselijker zijn voor het trainen van algoritmen en er zo goed als altijd een netaansluiting in de buurt is.

Van batterijbedrijf tot energiemanagement

Ondertussen hebben ze elf slimme systemen staan op bouwwerven (o.a. bij Democo, Artes,

Furnibo, Maes en Denys) via leasing. In de toekomst wil Bright Energy evolueren van een ‘batterijbedrijf’ voor bouwwerven naar slimme energievoorziening en ­management op de werf. “Soms zal je daar een batterij voor nodig hebben, soms niet als je een middenspanningscabine krijgt van Fluvius, soms zal je een generator én een batterij nodig hebben. Ons einddoel is de elektrificatie van de bouwsector, waarbij we een totaaloplossing aanbieden. Via onze software en ons platform kan je je elektrisch plan tekenen en op een gestroomlijnde manier de beste oplossing vinden. Via onze slimme sturingskasten kunnen we ook het sluimerverbruik op een bouwwerf enorm verminderen. Dat kan immers oplopen tot 40% van de totale energiekost. In de bouwsector draait alles rond kostenefficientie, nu nog meer door de hoge materiaalprijzen. Daarom moeten we die elektrificatie en stroomvoorziening zo betaalbaar

mogelijk maken. Ecologie alleen telt niet, je moet een oplossing creëren die superieur is op alle vlakken.”

Voorlopig doen Sam, zijn broer Arne en zus Lisse bijna alles samen. “We nemen veel hooi op onze vorken. Voorlopig is het team al gegroeid met drie medewerkers om de software te schrijven en kijken ze uit naar m/v/x voor de assemblage van kasten en batterijen. Daarnaast willen we ook een salesmedewerker aanwerven. We hebben al moeilijke tijden meegemaakt, gelukkig hangen we als familie sterk aan elkaar.”

Ontdek op de website van Voka verschillende dossiers met tips, feiten en inspiratie rond energie & Klimaat

Hoe krijgen we onze energiefactuur naar beneden? En hoe kunnen we de transitie maken naar meer groene energie? Het zijn vragen waarmee heel wat ondernemers zitten. Ontdek ze via deze QR-code

20 Dossier cleantech
Sam, Arne en Lisse Van Acker geloven rotsvast in ‘schone’ technologieën op de bouwwerf.

Reportage: Trevi

Ervaren partner voor al uw groene energieprojecten

Het Gentse Trevi is al decennialang een gevestigde waarde op het vlak van milieu­ en energietechnologie. Zo realiseerde het bedrijf in 30 jaar honderden waterzuiveringsinstallaties en luchtzuiveringen. Minder bekend is dat zij ook al 15 jaar actief zijn in installaties voor zonne­ en windenergie.

Vanaf 2025 verplicht de Vlaamse overheid 2.500 grote bedrijven om zelf stroom op te wekken via zonnepanelen. Op die manier wil ze niet alleen onze afhankelijkheid van gas verminderen, maar ook de uitrol van hernieuwbare energie versnellen. Gezien de hoge energiekosten hebben ook alle andere bedrijven er belang bij om hun energieverbruik eens van naderbij te bekijken. Bij het Gentse Trevi vinden ze een partner die al decennialang gespecialiseerd is in milieu­ en energietechnologie en dat zowel in binnen­ als buitenland.

PROJECTEN VAN A TOT Z

Binnen het deeldomein energie biedt Trevi ondersteuning en technologie aan. “Ons klantenbestand bestaat zowel uit kleine kmo’s als grote industriele spelers”, zegt gedelegeerd bestuurder Stefaan Deboosere.

Interessant is dat Trevi alle knowhow in eigen huis heeft en elk project van a tot z kan opvolgen. “Of het nu om zonnepanelen of windturbines gaat, we doen de volledige engineering zelf: van bouwkunde over elektromechanica en elektriciteit tot automatisatie”, benadrukt Dries Van Der Straeten, projectleider energie bij Trevi. “Na de realisatie blijven we het project ook verder opvolgen met regelmatige controles, onderhoud of herstellingen zodat de investering blijft renderen.”

COMPLEXE PROJECTEN

Al sinds 2009 is Trevi actief als installateur van zonnepanelen. “De allereerste installatie was bij mij thuis op het dak. Dat was ideaal om wat ervaring op te doen”, glimlacht Stefaan Deboosere.

“Ons aanbod begint met kleinere installaties van zowat 50 kilowattpiek, maar we hebben geen schrik van meer complexe projecten, integendeel”, aldus Dries Van der Straeten die de energiepoot van Trevi verder moet ontwikkelen. “Eén van onze visitekaartjes is een installatie van bijna 2 megawattpiek bestaande uit 4860 drijvende zonnepanelen bij diepvriesgroentenbedrijf Ardo. Dat project was alvast geen sinecure want het waterniveau van het opslagbekken kan variëren met maar liefst 9 meter.”

Naast zonnepanelen is Trevi ook al jaren actief in het domein van windenergie. Het bedrijf tekende in Maasmechelen voor de bouw en

de exploitatie van drie windturbines. Eerder nam Trevi ook al een belangrijke participatie in Grensland Power, een project met twee windturbines in Menen.

PASSIE VOOR MILIEU EN TECHNIEK

Opgericht in 1992 draagt Trevi al meer dan 30 jaar lang zijn steentje bij aan een beter leefmilieu. Het hoofdkwartier bevindt zich in Gentbrugge, maar de groep heeft ook vestigingen in Grobbendonk en het Franse Roncq. Geconsolideerd telt de groep 200 medewerkers. “Eén van onze troeven is de diversiteit en de ervaring van ons team. Daarom blijven we dagelijks investeren in de kennis en de ontwikkeling van onze medewerkers. We hebben tal van vacatures. Nieuwe kandidaten met een passie voor milieu, energie en techniek mogen zich altijd aanmelden”, besluit Stefaan Deboosere.

www.trevi-env.com
Trevi nv Dulle Grietlaan 17/1 – 9050 Gent 09 220 05 77 –
Meegedeeld 21
4860 drijvende zonnepanelen bij diepvriesgroentenbedrijf Ardo in Ardooie.

Het antwoord zit in je netwerk

Vraag het?

Welke gevolgen heeft het capaciteitstarief voor jou?

Sinds 1 januari vervangt het capaciteitstarief de nettarieven op je elektriciteitsfactuur. We krijgen hierover heel wat vragen, daarom een kort overzicht van de belangrijkste wijzigingen.

Je elektriciteitsfactuur bestaat uit 3 grote delen: De energiekost (wordt bepaald door de energieleverancier)

De nettarieven, bestaande uit het distributienettarief (Fluvius) en transmissienet­ en transporttarief (Elia)

Heffingen, taksen en btw

De invoering van het capaciteitstarief wijzigt niets aan de energiekost en de heffingen en taksen, die het grootste deel van je factuur uitmaken. De nettarieven veranderden echter wel vanaf 1/1/2023.

Je bent aangesloten op het laagspanningsnet en je hebt nog een analoge meter?

Tot 31/12/2022 werden de nettarieven berekend op basis van je verbruik (kWh). Sinds 1/1/2023 wordt het tarief berekend op basis van een vast bedrag (berekend op een piekverbruik van 2,5 kW) en een tarief per kWh.

Je bent aangesloten op het laagspanningsnet en je hebt een digitale meter ?

Tot 31/12/2022 werden de nettarieven berekend op basis van je verbruik (kWh). Sinds 1/1/2023 wordt het tarief berekend op basis van het gemiddelde van de voorafgaande 12 maandpieken ( hoogste kwartiervermogen van de betreffende maand)

Je kan deze maandpieken (piekvermogen) terug vinden op mijn.fluvius.be. Om in Mijn Fluvius in te loggen als bedrijf (organisatie) moet je in het KBO geregistreerd zijn voor het betreffende bedrijf (bvb als CEO of

gedelegeerd bestuurder). Je kan dan de EANcodes van je elektriciteitsmeters toevoegen en de verbruiken en pieken opvolgen. De CEO of gedelegeerd bestuurder kan in E­gov rollenbeheer (iamapps.belgium.be/rma/) ook andere personen de rol “Beheerder energieportaal Mijn Fluvius” toekennen, zodat deze personen ook het energieportaal kunnen beheren.

Je bent aangesloten op het middenspanningsnet (grootverbruiker) ?

Tot 31/12/2022 werden de nettarieven berekend op basis van de hoogste maandpiek (kW) van de 12 voorafgaande maanden. Sinds 1/1/2023 vraagt Fluvius om vooraf een inschatting te maken van je piekvermogen, het zogenaamde toegangsvermogen. Dit toegangsvermogen, dat je via Mijn Fluvius doorgeeft, vormt dan de basis voor de helft van de netkosten. De andere helft is gebaseerd op het daadwerkelijk gebruikte piekvermogen van de afgelopen maand. Overschrijd je het gereserveerde ‘toegangsvermogen’? Dan betaal je gedurende 12 maanden een overschrijdingstarief voor het verschil tussen deze piek en het toegangsvermogen (50% hoger dan voor het piekvermogen dat je reserveerde). Overschrijdingen zijn dus te vermijden.

Wellicht heb je reeds in december een schrijven van Fluvius ontvangen om je toegangsvermogen vast te leggen in Mijn Fluvius. Heb je dat niet gedaan ? Dan wordt de grootste piek van de afgelopen 12 maand

gebruikt als toegangsvermogen. Als CEO heb je zelf toegang tot Mijn Fluvius en kan je ook andere personen de rol “Beheerder energieportaal Mijn Fluvius” toekennen, zodat deze personen ook het energieportaal kunnen beheren en het toegangsvermogen kunnen registreren. Op Mijn Fluvius kan je verschillende scenario’s simuleren en zo bekijken welk toegangsvermogen het best past bij jouw situatie.

Volg zeker de eerste maanden de piekvermogens op zodat je het toegangsvermogen indien nodig naar boven kan aanpassen. Verlagen kan ten vroegste 12 maanden na het registreren of aanpassen van het toegangsvermogen.

Meer info: fluvius.be/nl/ thema/factuur-en-tarieven/ capaciteitstarief

Zit je nog met vragen over het capaciteitstarief?

Stuur je vraag naar ikvraaghet@voka.be of stel je vraag via de QR-code.

Vraag het @voka
22

“Slim is de nieuwe norm”

Slimme gebouwen zijn aan een opmars bezig. Niet onlogisch want onder andere door de verschillende technieken in een gebouw met elkaar te laten communiceren, verhoogt de efficiëntie: meer comfort, een lagere ecologische voetafdruk en vooral een lagere energiefactuur. De multidisciplinaire technologiegroep ATS uit Merelbeke maakt van elk oud of nieuw gebouw een slim gebouw en helpt bedrijven zo hun energieverbruik te optimaliseren.

De nooit geziene stijging van de energieprijzen tijdens het voorbije jaar heeft het energiebewustzijn bij zowel gezinnen als bedrijven fors aangewakkerd. “In Europa komt het energieverbruik voor 40 procent uit gebouwen”, weet Chris Corijn, co­CEO van ATS Groep. “Door onze gebouwen te automatiseren, kunnen we die een pak energieefficiënter maken. We laten de verschillende technieken met elkaar communiceren via de SmartKit als energiemanagementsysteem (EMS).”

CHRIS CORIJN en MARC BUYLE

Het systeem wordt bovendien alleen maar slimmer want door de data te capteren en te analyseren, kunnen de technieken in de toekomst nog beter op elkaar afgestemd worden. “Zelfs op heel korte termijn spreken we al van efficiëntiewinsten van minstens 10 tot 15 procent”, benadrukt Chris Corijn. “Interessant is dat we ook externe data aan ons platform kunnen toevoegen. Zo kan de zonnewering zich automatisch aanpassen aan de weersvoorspellingen. Slim is de nieuwe norm.”

HOOFDKWARTIER ALS VISITEKAARTJE

ATS Groep is al veel langer actief in het HVAC­segment. “Vroeger bleef onze rol beperkt tot het leveren van componenten en engineering op vraag van de installateur. Nu denken we mee om het gebouw zo energieefficiënt mogelijk te maken”, zegt Marc Buyle, business unit manager Smart Building Solutions bij ATS. ATS Groep heeft ervaring en knowhow in heel wat verschillende domeinen van energieoplossingen zoals zonnepanelen, batterijsystemen, noodstroomvoorzieningen, elektrische laadpunten enzovoort. Het is één van de snelst groeiende activiteiten van de groep, dit door een combinatie van organische groei en gerichte overnames.

Aan voorbeelden van interessante toepassingen geen gebrek. ATS rustte de eigen gebouwen uit met de allernieuwste systemen waardoor het hoofdkwartier geldt als het visitekaartje. “De mogelijkheden zijn echt oneindig”, zegt Marc Buyle. “Denk bijvoorbeeld aan de koppeling van de verwarming aan het planningssysteem van de vergaderzalen. Enkel wanneer een lokaal geboekt is, zal de verwarming aangestuurd worden. Een ander voorbeeld is het beheer van de laadpalen. Een account manager die veel de baan op moet, zal bijvoorbeeld prioriteit krijgen bij het laden op iemand die toch de hele dag op kantoor blijft.”

MULTIDISCIPLINAIRE TECHNOLOGIEGROEP

ATS is een multidisciplinaire technologiegroep met vestigingen verspreid over Vlaanderen en Wallonië. Het biedt een totaalpakket van hoogkwalitatieve diensten en producten aan in zowat alle sectoren van onze economie. Het team bestaat uit een 1000­tal technici en ingenieurs die actief zijn in elektrotechniek en automatisering, mechatronica, HVAC en energieoplossingen. Samen realiseerden ze vorig jaar een omzet van ongeveer 270 miljoen euro. Sinds 2015 heeft energieleverancier Luminus een meerderheidsparticipatie in ATS Groep.

“Zelfs op heel korte termijn spreken we al van efficiëntiewinsten van minstens 10 tot 15 procent.”
ATS Groep Karel De Roosestraat 15 - 9820 Merelbeke www.atsgroep.be - info@atsgroep.be Meegedeeld 23

Gemeentebestuur en Voka dringen bij AWV aan op ingrepen om weg vlotter en veiliger te maken

De N46 in Erpe-Mere: onoverzichtelijk, onveilig en onaangepast

De Oudenaardse steenweg (N46) in Erpe­Mere die Aalst (Vijfhuizen) met Zottegem verbindt, zorgt voor wrevel bij veel weggebruikers. De weg is ronduit onveilig voor zwakke weggebruikers en de doorstroming voor personen­ en vrachtvervoer is tijdens grote delen van de dag erg slecht. Vooral in het vak tussen de spoorbrug (lijn 50A over de N46) en het gemeentelijk administratief centrum – een afstand van nauwelijks 1.800 meter, is het aantal conflictzones zeer talrijk. In de voorbije decennia ontwikkelde zich op en rond de kruising van N46 en E40 een groot aantal activiteiten. De wegeninfrastructuur heeft die trend helemaal niet gevolgd.

Snoer van conflictzones

Komende van Aalst (N9) volgen in ErpeMere, in de richting van Zottegem, op korte afstand: (1) de toegang tot het nieuwe bedrijfsverzamelgebouw Exit 18, (2) de ingang van het bedrijventerrein Evenbroekveld, (3) de gelijkgrondse spoorovergang met halte (lijn Aalst­Burst), (4) de toegang tot het grote Solva­bedrijventerrein, (5) de op­ en afrit van de E40 richting Gent, (6) de toegang tot de P+R zone, (7) de drukke Bosstraat (de invalsweg naar Mere), (8) de op­ en afrit van de E40 richting Aalst/Brussel en (9) de toegang tot het gemeentehuis van Erpe­Mere en cultuurzaal Emotia. Bijkomend zijn over de hele afstand tal van retailers en kleinhandelszaken gevestigd, waaronder drie supermarkten die veel klanten te verwerken krijgen. In totaal meer dan 12 potentiële conflictpunten, of één per 150 meter!

Door de onaangepaste verkeersinfrastructuur en ­regeling slibben de toegangen tot de verschillende activiteitenpolen dagelijks dicht en raken voertuigen die in Erpe­Mere de E40

verlaten, niet of nauwelijks op de N46. Dat zorgt voor veel frustraties tijdens de drukke ochtend­ en avondspits.

De verkeerssituatie op het bewuste stuk van de Oudenaardse steenweg is heel onoverzichtelijk, de inrichting van de weg weinig aangepast, de opgestelde verkeerslichten zijn niet ‘slim’ en bijgevolg niet afdoend om de problemen op te lossen.

Tijd voor actie

Voka Oost­Vlaanderen ging over de gebrekkige situatie in gesprek met een delegatie van het gemeentebestuur van Erpe­Mere. Vokaleden werden gevraagd om hun indrukken over de toestand te delen. Een bedrijf getuigt: “Twintig jaar geleden was er overleg tussen gemeente en gewest om het verkeer vlotter te laten verlopen bij het verlaten van het bedrijventerrein. Na al die jaren is de toestand verslecht, het is heel ontmoedigend.”

Niet alleen de aanhoudende congestieproblemen ergeren ondernemingen,

ook de zwakke uitrusting van het Solvabedrijventerrein maakt tongen los. “De ligging van het bedrijventerrein is uitstekend, maar daarmee is alles gezegd”, luidt het. “Geen fietspad, geen voetpad, paaltjes en zachte bermen die vrachtwagens ‘wegpesten’.”

Vrachtwagens met opleggers hebben moeite om de bedrijventerreinen in te rijden of te verlaten. “Het oversteken of kruisen van de N46 is sterk vertragend, complex en risicovol”, schrijft een ander bedrijf op de zone.

“Men heeft er alles aan gedaan om geen file te creëren op de E40”, getuigt nog een andere ondernemer, “maar de slinger is nu helemaal de andere kant doorgeslagen: het is een ramp om na de kantooruren van het bedrijventerrein op de snelweg te raken.”

Wachten op ongeluk?

Het openbaar vervoer brengt weinig soelaas: het aanbod is absoluut onvoldoende.

TEKST JAN VAN GYSEGHEM
24 In de lobby
Jouw belangen kamerbreed verdedigd

Erpe­Mere en Voka vragen dat het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) de situatie ernstig onderzoekt en ook maatregelen zou nemen die daadwerkelijk effect sorteren. Het uitwerken van geschikte en realiseerbare technische ingrepen (ronde punten, afslagstroken, slimme verkeerslichten, een rechtstreekse verbinding tussen E40 en bedrijventerrein…) is een zaak voor experten, vindt Voka, maar het wordt wel tijd dat men de toestand bekijkt.

AWV verwacht in de toekomst veel van de modal shift en het regionale mobiliteitsplan en ziet liefst de verkeersintensiteit van het gemotoriseerd verkeer dalen. Of dit alles veel zoden aan de dijk zal brengen, is maar zeer de vraag. Ondertussen gaat veel tijd verloren en is het wachten op zware ongelukken, misschien met gekwetsten of doden.

Voka Oost­Vlaanderen en het gemeentebestuur van Erpe­Mere willen daarom in dit voorjaar opnieuw in overleg gaan met AWV. Het moet gewoon.

Voka verdedigt jouw belangen op alle beleidsniveaus. Via analyses, opinies en positieve samenwerkingen werken we elke dag aan een gunstiger bedrijfsklimaat.

Neem zeker een kijkje op onze pagina rond belangenbehartiging.

Noteer ook de Voka politica in jouw regio: Aalter (1 maart) en Lievegem (30 maart)

Een van de 12 potentiële conflictzones op de N46 in Erpe-Mere De N46 is gevaarlijk voor zwakke weggebruikers
25 In de lobby
Inrit bedrijventerrein op de N46 kent veel stremming

60

Willy Naessens Group bouwt zijn transportpoot verder uit

Door de groei en de internationalisering van de bouwactiviteiten binnen de groep Willy Naessens, is een verdere uitbouw van hun transportafdeling noodzakelijk. Werven dienen volgens het just­in­time­principe beleverd te worden, daardoor is het organiseren en uitvoeren van bouwtransport een van de kernactiviteiten binnen de groep.

Hun zoektocht naar meer capaciteit leidde de bouwgroep naar een overeenkomst met Smeetrans, een transportonderneming uit Peer, waarmee reeds meerdere jaren een samenwerking bestaat. De overname omvat de volledige vloot (12 trekkers en 34 opliggers) en alle personeel. Om de groei en de continuïteit te bestendigen, wordt op korte termijn een investeringsprogramma opgezet om de vloot te voorzien van nieuw rollend materiaal.

willynaessens.be

Energiesturing

Van ontwerp tot installatie en service.

Industrieterrein Durmakker 27 - B-9940 Evergem www.vanwingen.be
NV
E. VAN WINGEN
know-how
continuïteit in het hart van uw
jaar
en
Noodstroomvoorziening Warmtekrachtkoppeling

Durabrik krijgt B Corp certificaat voor duurzaam beleid

Het Drongense bouwbedrijf Durabrik heeft onlangs het officiële B Corp certificaat ontvangen, een unieke internationale erkenning voor bedrijven die zowel op maatschappelijk als ecologisch vlak het verschil maken. Zo onderscheidt Durabrik zich door sterk in te zetten op inclusie, een duidelijk duurzaam beleid te hanteren en woonoplossingen voor diverse bevolkingsgroepen te creëren. “Of het nu gaat om duurzaamheid of sociale verantwoordelijkheid, we willen op elk gebied ons uiterste best doen”, vertelt CEO Joost Callens. Zo is er o.a. in het hoofdkantoor geen fossiele brandstof meer te bespeuren. Ook in de woonprojecten wordt, waar het kan, fossielvrij verwarmd. Daarnaast gaan zij voor een volledig groen wagenpark waarbij 120 bedrijfswagens op korte termijn full electric worden.

Het B Corp certificaat dat Durabrik zopas behaalde, is drie jaar geldig. Daarna moeten zij zich opnieuw onderscheiden om het label te verdienen.

durabrik.be

Nederlandse coöperatie FrieslandCampina gaat extra melkveehouders werven in onze regio

FrieslandCampina werft sinds januari 2023 in een groter gebied nieuwe Belgische melkveehouders, met name rond de productiesite in Aalter. De Oost­ en West­Vlaamse melkveehouders kunnen ook een aandeel verwerven in het bedrijf en krijgen zo meer financiële zekerheid.

FrieslandCampina Belgium maakt deel uit van het Koninklijke FrieslandCampina, één van de grootste zuivelcoöperaties in de wereld, met ruim 15.703 leden­melkveehouders in België, Nederland en Duitsland. In België telt het bedrijf ongeveer 1.250 werknemers en heeft het vier vestigingen. Naast de commerciële zetel in Gent zijn er productielocaties in Aalter, Bornem en Lummen, die zijn gespecialiseerd in de productie van lang houdbare melk en zuiveldranken, room en desserts.

Het bedrijf wil in België zijn schaalgrootte in melkverwerking uitbreiden. De productielocatie in Aalter heeft immers meer Belgische weidemelk nodig voor de productie van lokale merken, alsook om aan de toekomstige marktvraag te voldoen en flexibeler in te spelen op veranderende consumentenbehoeftes.

frieslandcampina.com

27 Telex
Hoofdkantoor Durabrik in Drongen

De negen Oost-Vlaamse

Voka Legendes op een rij

2014 Prof. Marc Van Montagu

2015 Ivan De Witte

2016 Daniël Termont

2017 Willy Naessens

2018 Dirk Brossé

2019 Jonas Dhaenens

2020 Luc De Bruyckere

2021 Bashir Abdi

2022 Claire Tillekaerts

Voka-legende Claire Tillekaerts: voorbeeld van grenzeloos ondernemerschap

Eind december huldigde Voka Oost­Vlaanderen Claire Tillekaerts tot Voka Legende. Ze was jarenlang hét boegbeeld van Flanders Investment and Trade. Deze lifetime achievement award is een erkenning voor een meer dan gewone ‘ondernemende levenshouding’ en een blijk van grote waardering voor een loopbaan die een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de internationale reputatie van Oost­Vlaanderen.

“Zonder het zelf zo te benoemen, is zij een inspirerend rolmodel geweest voor vele vrouwen die in een bedrijfsomgeving erkenning zochten voor hun talenten”, stelt Geert Moerman, gedelegeerd bestuurder van Voka Oost­Vlaanderen. “We zijn dan ook bijzonder trots dat Claire Tillekaerts deze erkenning in ontvangst wou nemen. Aan het roer van Flanders Investment and Trade (FIT) zette ze de internationale ambities van deze regio sterk in de verf. Die impact kan moeilijk overschat worden. Met de kennis, het netwerk en de dynamiek van de exportpromotie van FIT kan Vlaanderen concurrentieel blijven tegenover andere leidende regio’s in de wereld.”

Van de rechtbank naar de internationale exporttop Claire Tillekaerts leidde het Vlaams agentschap Flanders Investment and Trade (FIT) de facto gedurende 12 jaar. Eerder was zij onder meer advocaat aan de balie te Gent en gedurende zes jaar assistent aan de Universiteit Gent. In 2006 werd zij algemeen directeur van FIT waarvan ze in 2012 gedelegeerd bestuurder werd. In de loop van de voorbije zomer nam ze afscheid.

28 Voka Legendes
Voka Legende 2022 Claire Tillekaerts geflankeerd door Voka Oost-Vlaanderen Voorzitter Jef Wittouck en gedelegeerd bestuurder Geert Moerman.

Onder haar aansturen groeide FIT de jongste jaren uit tot een gewaardeerde, zij het complexe organisatie met 320 mensen en 99 kantoren in 70 landen. Zelf verklaart ze “altijd haar uiterste best gedaan te hebben om het zo goed mogelijk te doen.” Naar eigen zeggen is die houding een deel van haar opvoeding. “Elk Vlaams bedrijf dat scoort en elke duurzame buitenlandse investering” was voor haar “een bron van vreugde.”

Als eerste vrouw zal zij haar naam bijzetten op het Voka Legendenplein aan de Voka Box in Gent.

Vlaamse export cruciaal voor welvaart

In 2021 exporteerden Vlaamse bedrijven voor 380,5 miljard euro aan goederen, waarvan twee derde binnen de EU en een derde erbuiten. Een recordbedrag. “De welvaart in België is dominant afhankelijk van het succes van Vlaamse bedrijven op buitenlandse markten. Het belang van de ondersteuning van de uitvoer van Vlaamse bedrijven kan dan ook moeilijk overschat worden”, stelt Jef Wittouck, managing director bij Christeyns en voorzitter van de raad van bestuur van Voka Oost­Vlaanderen.

Bashir Abdi, loopwonder met een sociaal hart

Wie kent er niet het loopfenomeen Bashir Abdi? Vorig jaar werd hij bekroond tot Voka­legende, maar omdat corona roet in het eten gooide, nam hij zijn trofee pas eind 2022 in ontvangst.

Deze Belgische atleet van Somalische origine maakte eerst furore in het veldlopen en focust zich nu op de lange afstanden op de weg. Hij is nationaal recordhouder op de uurloop en de marathon en heeft sinds 4 september 2020 met ruim 56 minuten de beste wereldprestatie op de 20 km op zijn naam staan. Hij nam ook tweemaal deel aan de Olympische Spelen en behaalde in augustus 2021 een bronzen medaille op de marathon. Twee maanden later won Abdi de marathon van Rotterdam in de Europese recordtijd van 2:03.36.

Daarnaast maakte Bashir ook naam als sociaal geëngageerde sportman met de vzw Sportaround.

Die voorziet in sportfaciliteiten voor kinderen die daar moeilijk toegang toe vinden. De vzw organiseert naschoolse bewegingslessen, in samenwerking met scholen in en rond Gent. Kinderen die enorm gemotiveerd zijn, gidsen ze naar de juiste club.

Ook de blijvende interesse van buitenlandse investeerders voor ons land is cruciaal. In 2021 investeerden buitenlandse bedrijven voor 2,86 miljard euro in Vlaanderen en werden hier 295 nieuwe projecten opgestart door buitenlandse investeerders. “Dat zijn indrukwekkende cijfers, maar niets is voor altijd en terecht maakt Voka zich zorgen over de aantrekkingskracht van Vlaanderen en België voor buitenlandse investeerders”, vervolgt Wittouck. “Exportpromotie is voor een open economie als de Vlaamse van vitaal belang.”

Maatschappelijke voortrekker

Claire blijft bovendien niet bij de pakken zitten na haar vertrek bij FIT. Haar voorzitterschap van de Regentenraad van de Nationale Bank van België en het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen Gent vult ze aan met een zitje in de raad van bestuur van Proximus: “Dit mandaat beschouw ik als een eer en een uitdaging tegelijk. In een zeer snel evoluerend technologisch globaal speelveld komt het eropaan om aan de top te blijven staan, zonder afbreuk te doen aan ethische, sociale en duurzaamheidsprincipes”, besluit Tillekaerts.

6 exportmijlpalen onder haar leiding

In het voorbije decennium – en onder leiding van de Voka Legende Claire Tillekaerts – volgden nieuwe initiatieven en evenementen elkaar op:

1. de Foreign Investment Trophy, een eerste maal in 2013, om het belang van buitenlandse investeringen te onderstrepen

2. De eerste Flanders International Economic Summit (FIES) in 2016

3. Ook in 2016: de eerste Exportbeurs

4. In 2017 lanceert FIT de Brexit Helpdesk

5. In 2019 volgt de lancering van het webplatform VeroverDeWereld.be

6. In 2021 reikt FIT voor de 20ste keer de Leeuwen van de Export uit, een bekroning van Vlaamse bedrijven met opvallende exportresultaten

29 Voka Legendes

De Langhe Advocaten

Boek 5, uw nieuwe reisgids door het contractuele landschap

Op 1 januari 2023 werd het nieuwe verbintenissenrecht van kracht. Hoewel het voornamelijk om het verankeren of herformuleren van bestaande principes gaat, worden ook enkele nieuwigheden geïntroduceerd. In dit artikel geven wij een voorproefje van enkele van de meest relevante topics i.v.m. het sluiten, uitvoeren en beëindigen van contracten.

Oud vs. Nieuw Burgerlijk Wetboek Voormalig minister van Justitie Koen Geens zette destijds de hervorming van het burgerlijk recht in gang. Na de invoering van het relatievermogensrecht (boek 2), het goederenrecht (boek 3), het erfrecht (boek 4) en het bewijsrecht (boek 8), heeft nu ook het verbintenissenrecht (boek 5) een nieuw jasje gekregen. Andere rechtsdomeinen, zoals het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, het zekerhedenrecht en het verjaringsrecht vallen vooralsnog onder het napoleontische wetboek van 1804.

5 nieuwigheden uit Boek 5

1. Als potentiële contractpartij dient u in de onderhandelingsfase zorgvuldig te handelen. Wie een onderhandeling foutief afbreekt, dient immers het “negatief contractbelang” te vergoeden (bijv. due diligence kosten). Als daarbij het rechtmatig vertrouwen was gewekt dat het contract zonder enige twijfel gesloten zou worden, kan men zelfs aansprakelijk zijn voor het “positief contractbelang” (de verwachte netto­voordelen).

2. De wet beantwoordt ook wiens algemene voorwaarden voorrang hebben (bijv. aankoop­ vs. verkoopsvoorwaarden) indien daarover geen uitdrukkelijke afspraken zijn gemaakt. Het gaat om de zgn. knock-out rule: in principe zijn de algemene voorwaarden van beide partijen toepasselijk en enkel de bepalingen die elkaar tegenspreken blijven zonder gevolg, maar beletten dus

niet de totstandkoming van het contract. Wel kunnen partijen (vooraf, of uiterlijk kort na de aanvaarding) expliciet aangeven dat zij niet gebonden willen zijn door dergelijk contract.

3. Vervolgens wordt het verbod op “kennelijk onevenwichtige” contractuele bedingen ingevoerd, zij het enkel voor bedingen “waarover niet kon worden onderhandeld” (bewijs van onderhandelingen bijhouden kan dus nuttig zijn). De reeds bestaande gelijkaardige regelingen in de B2B­wet van 4 april 2019 en in het consumentenrecht (B2C) blijven als bijzondere wetgeving gelden, zodat boek 5, dat eigenlijk het gemeen recht zou moeten vormen, op dit punt (momenteel) enkel in C2C­context relevant is (of boek 5 i.t.t. de B2B­wet wel van toepassing is op overheidsopdrachten en financiële diensten, is nog onduidelijk).

4. Een belangrijke nieuwigheid betreft de “imprevisieleer”: onder bepaalde voorwaarden kan men verzoeken om het contract te heronderhandelen indien het door nieuwe omstandigheden onredelijk zwaar is geworden om dit verder uit te voeren. Indien men onderling niet tot een oplossing komt, kan de rechter het contract aanpassen of zelfs beëindigen. In huidig klimaat van sterke prijsschommelingen kan het inroepen (of op voorhand contractueel uitsluiten) van deze bepaling uiterst relevant worden.

5. Ten slotte zal men ook eenzijdig verschillende sancties kunnen toepassen bij een contractuele tekortkoming. Zo bijv. ontbinding (uitzonderlijk zelfs bij vrees van toekomstige tekortkoming – anticipatory breach), vervanging van de schuldenaar of prijsvermindering. Keerzijde van de medaille is uiteraard wel dat een rechter achteraf nog kan beoordelen of dit wel terecht was.

In toekomstige edities zullen wij dieper ingaan op de imprevisieleer en deze eenzijdige sancties.

Inwerkingtreding

Boek 5 beheerst de contracten die vanaf 1 januari 2023 gesloten werden. Aangezien het oude recht niet enkel van toepassing blijft op voordien gesloten contracten, maar ook op verlengingen, vernieuwingen en wijzigingen daarvan (zelfs op nieuwe contracten ter uitvoering van oude raamcontracten), zullen beide wettelijke kaders nog vele jaren naast elkaar bestaan. Partijen kunnen in deze gevallen uitdrukkelijk voor het nieuwe recht kiezen. Ook kan de rechter bij discussies die onder het oude recht vallen, reeds rekening houden met het nieuwe recht om onduidelijkheden op te lossen. Het loont dus de moeite om dit nieuwe recht te leren kennen.

tax - M&A - governance finance - commercial

ONDERNEMERS & CO
Wibo Van Poeck en Bruno Thoen De Langhe Advocaten
+32
+32 (0)
00
+32 (0) 2 880 35 35
B-1000
contact@de-langhe.be www.de-langhe.be 30
(0) 9 277 04 54 3Square Village - Rijvisschestraat 124 B-9052 Gent
56 62 50
Henri Lebbestraat 109 B-8790 Waregem
Koningsstraat 71
Brussel

Titeca Pro Accountants & Experts

Met welke nieuwe fiscale regels rekening houden bij de keuze van een bedrijfswagen vanaf 2023?

In dit artikel lichten we de belangrijkste fiscale wijzigingen toe, zodat je meteen weet waarmee je rekening dient te houden bij de keuze van een nieuwe bedrijfswagen.

De huidige fiscale spelregels voor bedrijfswagens

Alvorens in te gaan op de fiscale spelregels voor bedrijfswagens is het van belang om mee te geven wat onder bedrijfswagen dient begrepen te worden. Het begrip ‘bedrijfswagens’ omvat personenwagens, auto’s voor dubbel gebruik en minibussen, met inbegrip van ‘valse’ lichte vrachtauto’s (lichte vrachtauto’s die niet voldoen aan de fiscale definitie van lichte vracht). Op vandaag wordt het aftrekpercentage van een bedrijfswagen bepaald aan de hand van onderstaande formule waarbij de CO2­ uitstoot en het motortype van de wagen de grootste impact heeft op de uitkomst van de formule: 120% –(0,5% x brandstofcoëfficiënt* x aantal gram CO₂/km) *Brandstofcoëfficiënt diesel / diesel hybride: 1,00 - benzine / benzine hybride: 0,95aardgas: 0,90

Hoe hoger de uitstoot van de wagen, hoe lager het fiscale aftrekpercentage. Het aftrekpercentage kan evenwel nooit lager zijn dan 40% en nooit hoger dan 100%.

Het gros van de benzine­ en dieselwagens hebben op vandaag een fiscaal aftrekpercentage tussen de 50% en 65%. De kosten verbonden aan elektrische wagens zijn volledig aftrekbaar om de eenvoudige reden dat deze wagens geen uitstoot hebben en de formule dus resulteert in een aftrekbaarheid van 100%.

Ook de hybride wagens die een brandstofmotor combineren met een elektrische motor, zijn nagenoeg steeds 100% aftrekbaar. Dit geldt echter enkel voor hybridewagens die over een batterij met een energiecapaciteit van minstens 0,5 kWh per 100 kilogram wagengewicht beschikken en niet meer dan 50 gram CO2 per

kilometer uitstoten. De wagens die niet aan deze voorwaarden voldoen worden ook wel ‘valse hybrides’ genoemd. Deze ‘valse hybrides’ worden fiscaal gelijkgesteld met wagens die enkel over een brandstofmotor beschikken, wat een lagere aftrekbaarheid tot gevolg heeft.

Daling fiscale aftrekbaarheid vanaf 2023

De vergroening van de wagenfiscaliteit treedt de komende jaren trapsgewijs in voege. De eerste wijziging heeft betrekking op de aftrekbaarheid van brandstofkosten voor hybridewagens, en trad in werking op 1 januari 2023.

Wagens met enkel een verbrandingsmotor Voor wagens die enkel over een verbrandingsmotor beschikken en vanaf 01/07/2023 besteld worden, wordt het fiscaal aftrekpercentage gedurende de gebruiksduur van de wagen stelselmatig naar nul herleid. Deze afbouw van de fiscale aftrekbaarheid gaat in vanaf aanslagjaar 2026 (boekjaar ten vroegste gestart op 01/01/2025). Het maximale aftrekpercentage van deze wagens wordt als volgt afgebouwd: AJ 2026: 75% ­ AJ 2027: 50% ­ AJ 2028: 25% ­ AJ 2029: 0%.

Hybride wagens

Voor hybridewagens die besteld worden tussen 01/01/2023 en 01/07/2023 wordt de aftrekbaarheid nog steeds berekend door middel van de voorheen genoemde formule. Voor deze wagens wordt de aftrekbaarheid van de fossiele brandstoffen echter beperkt tot maximaal 50%. Deze aftrekregeling blijft behouden gedurende de volledige gebruiksduur van de wagen. Voor wagens die besteld worden vanaf 01/07/2023, zal de fiscale aftrek van maximum 100% (50% op fossiele brandstoffen) enkel nog voor aanslagjaar 2024 en 2025 van toepassing zijn. Vanaf aanslagjaar 2026 zal het aftrekpercentage vervolgens jaar na jaar gradueel zakken om uiteindelijk in aanslagjaar 2029 (boekjaar vanaf 01/01/2028 en later) volledig uit te doven.

Wagens met enkel een elektrische motor Volledig elektrische wagens die voor 01/01/2027 aangekocht worden, behouden hun 100% aftrekbaarheid gedurende de volledige gebruiksduur. Vanaf 2027 zal het aftrekpercentage jaar na jaar afgebouwd worden. Hierbij zal gekeken worden naar het aftrekpercentage dat van toepassing is in het jaar van aankoop. Dit percentage zal vervolgens gedurende de gehele gebruiksduur behouden blijven. Zo zal voor elektrische wagens die aangekocht worden tussen 01/01/2027 en 31/12/2027 gedurende de hele gebruiksduur het aftrekpercentage van 95% van toepassing zijn. De fiscale aftrekbaarheid wordt jaar na jaar trapsgewijs afgebouwd om uiteindelijk tot een vast aftrekpercentage van 67,5% te komen voor aankopen vanaf 1 januari 2031.

ONDERNEMERS & CO
www.titeca.pro ‘‘
Bij iedere toekomstbepalende beslissing staan we voor jou
klaar
Ontdek wat Titeca voor jou kan betekenen
31

Cultuurkriebels

Het Oost-Vlaams cultuurlandschap

Kleine geografie van de grote gastronomie

Lekker eten na corona: hoe scoren Oost­Vlaamse gemeenten in de gastronomische gidsen?

Elk jaar kijken de betere restaurants in het land – met verwachtingen of met een bang hart – uit naar de voorstelling van de nieuwe gastronomische gidsen. Wie de inspecteurs wist te bekoren wacht goede punten, koksmutsen of – wie weet een ster. Net voor de jaarwissel verscheen de gedrukte jubileumeditie (20 jaar) van de Belgische Gault&Millau (G&M). De iconische rode Michelingids 2023 voor België en Luxemburg verschijnt dan weer op 13 maart, maar enkel digitaal.

Ondernemers verdiepte zich alvast in de smakelijke literatuur van G&M en de Michelineditie van 2022 en maakte een analyse van de gastronomische kaart van België en vooral van Oost­Vlaanderen.

We namen er ook de laatste editie bij van de G&M­gids die vóór corona verscheen (2019) en stelden vast dat niet alle steden op een zelfde manier de impact van de coronapandemie hebben ervaren. Meer nog, de aanwezigheid van toprestaurants in een stad heeft maar weinig vandoen met de moeilijke coronatijd die veel restaurateurs hebben beleefd.

Centrumsteden

Antwerpen is in Vlaanderen* de onbetwiste hoofdstad van de gastronomie. Lekkerbekken treffen er in een straal van 5 kilometer rond de kathedraal niet minder dan 15 sterrestaurants en G&M vermeldt liefst 111 restaurants in de nieuwste gids 2023, 31 meer dan in de uitgave 2019. In de recentste lijst werden dertien restaurants voor het eerst opgenomen. De sinjorenstad telt twee eethuizen met twee sterren.

Ook Gent (38 restaurants in G&M) en Brugge (33) kunnen gastronomen verleiden met veel originele en degelijke restaurants. Opvallend is dat het aantal geselecteerde eethuizen – in tegenstelling tot Antwerpen – er sinds 2019 stabiel (Brugge, ­1) bleef of lichtjes afnam (Gent, ­3).

Hasselt, dat graag – en terecht, zo blijkt – uitpakt met de slogan ‘Hoofdstad van de Smaak’ is mooi vierde en telt in G&M 27 eethuizen. In verhouding tot het aantal inwoners telt Hasselt overigens het hoogste aantal G&M­punten van alle Vlaamse centrumsteden, vóór Brugge en Antwerpen.

Verder maakten vooral Mechelen (6 restaurants meer in G&M dan in 2019) en Oostende (+5) een mooie sprong voorwaarts.

In Leuven (­6), Aalst (­5) en Genk (­4) liep het aantal in G&M vermelde restaurants sinds 2019 terug.

Aalst ­ dat zijn totaal aantal G&M­punten sinds 2019 gehalveerd zag ­ sluit nu het rijtje van de centrumsteden. Het restaurantlandschap in Aalst ontbreekt het eerder aan degelijke ‘middenklassers’, want in het topsegment scoort de provinciestad bovengemiddeld hoog met drie sterrestaurants in of vlak bij het centrum.

Roeselare en Antwerpen zijn de enige centrumsteden die kunnen uitpakken met een driesterrenrestaurant op hun grondgebied. Alle 13 Vlaamse centrumsteden hebben ten minste één of meerdere sterrestaurants, goed voor in totaal 41 etablissementen. Een schril contrast met het zuiden van het land; de acht grootste steden van Wallonië tellen samen slechts vier sterrestaurants (in Luik, Mons en Namur). De Waalse sterrenzaken (35 in totaal)

TEKST JAN VAN GYSEGHEM
32

opereren, meer dan in Vlaanderen, eerder vanuit een mooie landelijke omgeving.

Bij G&M wordt de brede top (15 of meer punten op 20) in de centrumsteden gevormd door Antwerpen (20 restaurants), Gent en Brugge (7), Leuven (4), Kortrijk (3), Genk (2) Hasselt (1), Turnhout (1), Roeselare (1), Aalst (1) en St.­Niklaas (1). Mechelen en Oostende ontbreken vooralsnog in het lijstje.

*Brussel werd niet in onze ranking opgenomen.

Oost-Vlaanderen

Met 11 in G&M vermelde restaurants is St.­Martens­Latem, na Gent, afgetekend het culinair centrum in Oost­Vlaanderen. Aalter en Waasmunster bieden eveneens een mooie keuze aan bijzondere restaurants – ze tellen er net zoveel als Aalst.

In Ninove, Ronse, Oudenaarde en Eeklo (telkens één restaurant) ligt het gastronomische veld nog open voor chefs die kansen zoeken.

Duke & Grace wordt onderdeel van Springbok

Onlangs is het Gentse digital agency Duke & Grace onderdeel geworden van Springbok. Samen met het recent overgenomen B Corp­bureau Make Sense creëren ze een sterke hub in Gent die naadloos samenwerkt met hun andere bureaus verspreid over België en Nederland. Er werken nu in totaal 400 mensen waar branding en technologie elkaar ontmoeten, en helpen merken een positieve impact te hebben op mens en maatschappij.

“Springbok is een van de sterkste en snelst groeiende bureaus in de Benelux”, aldus Bart de Waele, oprichter van Duke & Grace. “Ik ben vooral blij omdat het ons in staat zal stellen een nog grotere positieve impact te maken.”

dukeandgrace.com

Sweco en VK architects+engineers gaan de krachten bundelen

Ingenieurs­ en architectenbureau Sweco neemt sectorgenoot VK architects+engineers over via een Share Purchase Agreement. Door hun krachten te bundelen willen ze beter het hoofd bieden aan de opeenvolgende sociale, ecologische en technologische veranderingen. “Samen met onze klanten co­creëren wij oplossingen die de samenleving veranderen.”

VK architects+engineers is een multidisciplinair ontwerpbureau met ‘out of the box’­ en langetermijndenken in zijn genen. De afgelopen 70 jaar heeft het zijn vindingrijkheid en multidisciplinaire teams ingezet om duurzame oplossingen te ontwerpen. Het bureau biedt architectuur­ en engineeringontwerpoplossingen op internationale schaal, met kantoren in België, Nederland, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk en Vietnam. De groep heeft een geconsolideerde omzet van ongeveer 70 miljoen euro (2021) en heeft ongeveer 600 architecten en ingenieurs in dienst.

swecobelgium.be

Van links naar rechts: Vicky De Bollen (Director Finance, Facility & Legal Sweco Belgium), Dirk Slabbinck (CTO VK architects+engineers), Karel Verhaeghe (CFO VK architects+engineers), Paul Corbeel (CEO VK architects+engineers), Åsa Bergman (President and CEO Sweco), Ivo Marechal (founding partner D2E Capital), Alain Bossaer, (COO VK architects+engineers), Alain Keppens (founding partner D2E Capital), Erwin Malcorps (Managing Director Sweco Belgium).

33
Telex

Legend Biotech en Janssen Pharmaceutica geven kankerpatiënten opnieuw perspectief met celtherapie

Nomen est omen. In de strijd tegen kanker ontwikkelt Legend Biotech samen met Janssen Pharmaceutica een immuuntherapie. Een legende die zichzelf schrijft, maar ook gepaard gaat met heel wat uitdagingen. “Elke dag zijn uit beide bedrijven zo’n 250 mensen in de weer om tegen 2025 onze nieuwe productiesite aan Tech Lane Ghent te lanceren.”

Een start­up met zevenmijlslaarzen, zo zou je de Gentse site van Legend Biotech kunnen omschrijven. Het bedrijf van Amerikaanse oorsprong ontstond in 2014 met celtherapie als focus en telt wereldwijd meer dan duizend medewerkers. Om zijn eerste product te ontwikkelen en te co­commercialiseren, ging Legend Biotech in 2017 een samenwerking aan met Janssen.

In de zoektocht naar een geschikte productiesite, viel hun oog op het Tech Lane Science Park in Zwijnaarde, waar de state­of­the­art faciliteiten momenteel volop in aanbouw zijn.

“Vanaf 2025 kunnen we onze intrek nemen in onze gloednieuwe labo’s”, vertelt Birk Vanderweeën verheugd, die Legend Biotech in Europa aanstuurt. In januari mocht de Gentse equipe nog een 30­tal nieuwe medewerkers verwelkomen. “We groeien aan waanzinnige snelheden. Elke vierkante meter in onze huidige gebouwen in het Technologiepark is benut. En dan nog barsten we uit onze voegen.”

Grijparmpjes

Langs een tussenverdiep met ventilatiesystemen die de steriliteit moeten garanderen, loodst Birk ons naar de cleanrooms, waar het hoogtechnologische productieproces plaatsvindt. “Hier ontwikkelen we een therapie om kanker te bestrijden door gebruik te maken van het immuunsysteem van de patiënt. Vanuit ziekenhuizen ontvangen we ingevroren bloedstalen waar we T­cellen uit isoleren. Dat zijn witte bloedcellen die we gaan herprogrammeren in ons labo zodat ze een specifieke receptor aanmaken. De gemodifieerde cellen gaan dan uiteindelijk de kankercellen bestrijden, eenmaal ze terug zijn ingebracht bij de patiënt.”

De CAR­T­therapie (Chimere Antigen Receptor­therapie) is een combinatie van cel­ en immuuntherapie, een relatief nieuwe tak binnen de geneeskunde, en valt kankercellen volgens Birk veel gerichter aan. “Chemotherapie is een vorm van kankerbestrijding die alle lichaamscellen in het vizier neemt, terwijl de chimerische antigeenreceptoren als een grijparm fungeren en

de kanker vastnemen zodat de T­cel aan het werk kan. Hoewel de technologie de kinderschoenen is ontgroeid, behoren we in België tot de weinige bedrijven die de toepassing op zo’n schaal produceren. We focussen nu vooral op bloedkanker, maar we hebben ook potentiële producten in de pijplijn voor onder meer maag­, pancreas­ en longkanker. Het is onze ambitie om producten te ontwikkelen die nieuwe hoop geven aan patiënten die geen kans meer hebben op genezing, laat staan overleven.”

Legend Biotech en Janssen Pharmaceutica werken samen met een aantal oncologische centra die gespecialiseerd zijn om de celtherapie te onderzoeken. Van zodra er beslist wordt voor CAR­T, kan de bloedafname worden ingepland. Op hetzelfde moment plant ons systeem automatisch een slot in om de productie van CAR­T cellen op te starten en opnieuw toe te kennen bij de patiënt. We noemen dat proces vein to vein We streven voortdurend naar procesverbeteringen om het proces zo kort mogelijk te houden. Daarvoor onderzoeken we ook

TEKST LAURENS FAGARD – FOTO NATHALIE DOLMANS
34 Baanbrekers
Innoverende initiatieven van en voor de Oost-Vlaamse ondernemer

We zullen alle werkkrachten nodig hebben want de komende drie jaren willen we in België

stapsgewijs groeien van 120 naar 1.000 medewerkers

35 Baanbrekers

allogene therapie, een manier om gezonde donorcellen te herprogrammeren die we dan kunnen toedienen aan verschillende kankerpatiënten. Een therapie die veel onderzoek vergt.”

It takes two to tango De samenwerking met Janssen Pharmaceutica is volgens Birk een trend in de biotech­ en farmasector. “Door krachten te bundelen kan je groei accelereren. Zij brengen als grote speler ervaring en kennis mee, terwijl wij als jong bedrijf voor dynamiek en innovatie zorgen. Bovendien zijn de investeringen zo groot dat je op die manier ook je risico’s spreidt. Wij hebben afgesproken om de productie­ en commercialisatieverantwoordelijkheden te verdelen en werken heel nauw samen. ”

Terwijl de nieuwe site op het Eilandje in Zwijnaarde in opbouw is, stelt Legend Biotech dit jaar alles in het werk om het CAR­T­productieproces te testen in de huidige labo’s. “Tegen eind 2023 hopen we voor onze productie goedkeuring te hebben van de autoriteiten.

Het is wat de omgekeerde wereld omdat ons product commercieel klinisch wel al goedkeuring heeft in grote delen van de wereld, waaronder de Verenigde Staten, Europa en Japan. Nu is het zaak zo snel mogelijk te kunnen opstarten en medewerkers op te leiden om bij te dragen in het productieproces.”

Bij CAR­T komt heel wat manuele arbeid kijken en een zeker gehalte aan fingerspitzengefühl is op zijn plaats. “We werken met menselijke cellen dus precisie is eigen aan de job”, vertelt Birk. “Opleiding wordt de rode draad doorheen ons bedrijf. Daarvoor zitten we nu ook al samen met universiteiten om opleidingsprogramma’s af te stemmen op elkaar. We planten zelfs al zaadjes in middelbare scholen ook.”

Gent als katalysator

Naast de onafgebroken zoektocht naar goede profielen op de arbeidsmarkt, wil Legend Biotech ook een aantal andere groeipijnen aanpakken. De Gentse biotechscene kan daar volgens Birk voor een stuk in tegemoet komen. “In de eerste plaats hebben we veel

ondersteuning gekregen van de lokale autoriteiten, overheden en Flanders Investment & Trade om ons hier te vestigen. Het sterke ecosysteem van biotechbedrijven dat hier al aanwezig is, deed uiteindelijk alle puzzelstukken in elkaar vallen. Zij lopen tegen dezelfde uitdagingen aan. Door als één blok te staan, versterken we elkaars groei.”

Legend Biotech kijkt bovendien ook naar wat automatisatie en artificiële intelligentie te bieden hebben om het productieproces verder te verbeteren. “In de traditionele farma­industrie staan ze op dat vlak al verder, dus hier kunnen we samen met universiteiten en andere spelers in het ecosysteem verder aan werken. Maar binnen ons proces blijft het menselijke aspect ongetwijfeld centraal staan. Een sterke onboarding en een bedrijfscultuur die gestoeld is op continuous learning zal daartoe moeten bijdragen. Hoe dan ook geloof ik sterk in de nieuwe wind die doorheen de geneeskunde waait en de impact die wij als bedrijf kunnen maken. En dat engagement voel je hier ook iedere dag bij de medewerkers”, klinkt het trots bij Birk.

36 Baanbrekers
De piekfijne cleanrooms van Legend Biotech.

Hoe futureproof en wendbaar is uw bedrijfsstrategie?

De nasleep van de covid­19­pandemie, de oorlog in Oekraïne en de klimaatcrisis zijn macro­economische elementen die elkaar versterken en die de huidige volatiele economische context ook op langere termijn zullen bepalen. De projecties van november 2022 van de Nationale Bank van België voorspellen nog een verhoogde inflatie in 2023 van 4,4% in 2023, terwijl de inflatie in 2024 terug zou dalen tot rond 2,4% (*). Niettegenstaande blijven dit voorspellingen waar we als bedrijfsleider wendbaar dienen mee om te gaan.

Als bedrijfsleider moet u hierop anticiperen. U neemt dagelijks beslissingen als reactie op het volatiele economische klimaat om uw winstgevendheid ook op lange termijn te bewaken. Recent onderzoek toont aan dat het realiseren van kostenbesparingen op korte termijn hoog op de agenda staat van kmo’s. Ervaring leert ons echter dat niets schadelijker is dan het blind en ondoordacht doorvoeren van kostenbesparingen.

Veerkrachtige leiders focussen niet enkel op de korte termijn, maar nemen acties op drie dimensies: vandaag, morgen en in de toekomst. De onzekerheid op vandaag, met vraag­ en aanbodschokken tot gevolg, zorgt ervoor dat – nu meer dan ooit ­ het maken van strategische keuzes, op een objectieve

en onderbouwde wijze, van cruciaal belang is. Deze keuzes liggen niet voor de hand, waardoor het nuttig is om vanuit verschillende scenario’s te werken. Scenarioplanning biedt flexibiliteit en wendbaarheid aan bedrijfsleiders in onzekere tijden. Zo kunt u bijvoorbeeld nadenken over de implicaties van een toename in de energieprijs met x % en de acties die u desgevallend hierrond moet nemen. Op deze manier kunt u zowel organisatorische als financiële consequenties meenemen in uw beslissingsproces en kan uw onderneming snel schakelen wanneer het theoretisch scenario zich omzet in realiteit. Het is hierbij belangrijk om duidelijke criteria te definiëren over wanneer van het ene naar het andere scenario kan of moet overgeschakeld worden.

Goede scenarioplannen onderbouwt u met de nodige datapunten, analyses en (markt­)inzichten om te vermijden dat uw keuzes te veel gedreven worden door korte termijnopportuniteiten en buikgevoel. Deze doordachte en met data onderbouwde aanpak zorgt ervoor dat u als ondernemer niet voor verrassingen komt te staan, u snel kan bijsturen wanneer nodig en u optimaal voorbereid bent, niet alleen op vandaag en morgen maar ook op de toekomst.

bron: www.nbb.be/nl/publicaties-en-onderzoek/economische-en-financiele-publicaties/ economische-projecties-voor-belgie 37 Meegedeeld
(*)

Mijn beginjaren

Alles start met een goede aanloop

“Ik zie PEAK Coaching als een reflectie van mijn eigen levensstijl”

Op een haalbare manier fysiek en mentaal fitter worden? Daar gaan ze bij PEAK Coaching voor. Seppe De Baerdemacker, CEO en founder van PEAK Coaching, legt ons uit wat zijn onderneming zo uniek maakt. “Wij gaan op locatie bij onze klanten, op die manier kunnen wij hen volledig ontzorgen.

Bedrijf

Seppe startte PEAK Coaching begin 2020 op en zag het meteen groot. “PEAK Coaching is een personal training bedrijf voor een heel specifieke doelgroep: ondernemers en leidinggevenden. Wij werken volledig tijds­ en plaatsonafhankelijk. Of het nu bij iemand thuis is om half 7 ‘s ochtends of na de werkdag in hun bedrijf, we make it work”, begint Seppe. De groeiambitie was duidelijk. Hij nam onmiddellijk een extra trainer in dienst en op dit moment telt het bedrijf 29 freelancers en 5 vaste mensen, van personal trainers over yoga­instructeurs tot backoffice medewerkers.

Het concept vloeide voort uit Seppes eigen levensstijl. Hij ziet zichzelf als een Bourgondiër en weet daarom als geen ander dat je een gezonde levensstijl enkel volhoudt als deze enigszins realistisch is. “Het belangrijkste element in onze trainingen is dat wij een ondersteunde factor zijn. Wij kiezen voor een haalbaar sportparcours voor onze klanten. Sporten op een haalbare manier is heel belangrijk voor ons. Duurzame gezondheid betekent dat je het de komende tien jaar volhoudt. Hiermee bedoel ik niet enkel sporten maar ook voeding, slaap en mentale gezondheid.”

Bezielers

Seppe richtte PEAK Coaching alleen op. Steven Droogers volgde één jaar later. Eerst gestart vanuit zijn rol als stille vennoot en mentor, resulteerde dit al snel in een bijna fulltime job. “Initieel was dit niet het plan. Maar op een bepaald moment moet je keuzes maken. Ik ben heel ambitieus en had duidelijke groeiplannen. Hoe sneller ik deze kon verwezenlijken, hoe beter. Als je alleen werkt, duurt het allemaal net iets langer. Dus waarom zou ik het helemaal alleen doen als ik iemand aan boord kan nemen die al ervaring heeft binnen het vak? Het klikte onmiddellijk tussen Steven en mij. Logisch dus om samen verder te gaan”, vertelt Seppe. Beide ondernemers staan in voor zowel de operationele als strategische invulling van het bedrijf.

USP

“We onderscheiden ons op twee manieren. Eén: we ontzorgen onze klanten volledig doordat ze zelf de locatie en het tijdstip kunnen kiezen van hun trainingen. Ondernemers moeten constant presteren en kennen weinig rust. We passen onze schema’s aan hun behoeften aan. Sessies kunnen ze snel en makkelijk inplannen via onze applicatie. Twee: de kwaliteit van onze trainers. We hebben iemand in dienst die

fulltime bezig is met het intensief opleiden van onze medewerkers. Onze poule is heel hands­on en ze snappen hoe het ondernemerswereldje eruitziet.”

Inspiratiebron

Vooraleer Seppe PEAK Coaching oprichtte, werkte hij zelf fulltime als personal trainer. Een groot deel van zijn klanten waren drukbezette ondernemers. Het grote verschil met zijn vorige job is dat zijn klanten toen naar hun plaatselijke studio kwamen. PEAK vult dit gat op. “Vele sessies werden geannuleerd door tijdsgebrek, files of andere prioriteiten. Twee keer sporten in de week was helemaal uit den boze. Kan ik volledig beamen aangezien ik nu zelf ondernemer ben. PEAK Coaching is zeker een reflectie van mijn eigen levensstijl. Ik weet maar al te goed hoe druk ondernemers het hebben. Voor ik het bedrijf opstartte, was ik ook heel sportief. Nu merk ik ook dat ik hier minder tijd voor kan maken. De oplossing? Sporten met mijn eigen trainers”, lacht Seppe.

Grootste meevaller

“We waren net drie maanden gestart toen corona uitbrak. Eerlijk? Dat was onze grootste meevaller. Zeker na de eerste lockdownperiode kenden we een groei. Sporten kon

TEKST JOLYN DE BAETS
38

SEPPE DE BAERDEMACKER, CEO EN FOUNDER

“ We zorgen voor een ideale kick-start van de werkdag
39 Mijn beginjaren

enkel op een veilige manier en er kwam tijd vrij in vele agenda’s. Doordat de agenda’s minder druk waren dan anders, kon men die tijd optimaal benutten om gezonder te leven. Hier speelden we op in.”

Grootste uitdaging

“Wat in 2020 onze grootste meevaller was, wordt dit jaar onze grootste uitdaging. Anno 2023 worden er opnieuw veel meer evenementen, fysieke meetings en werktrips naar het buitenland georganiseerd. Waardoor de agenda van ondernemers voller is dan ooit. Onze uitdaging is om de resterende uren van onze klanten zo optimaal mogelijk te gaan inzetten om te sporten.”

Toekomst

“A future leader is a healthy leader.” Met deze slogan maakt het team zich klaar voor de komende maanden. “Ons doel voor 2023 is dat we ondernemers willen connecteren door aan community building te doen. Dit kan door yogasessies te organiseren, een keynote over slaap of een ijsbadsessie. Ons doel is om te switchen van een personal training brand naar een health brand.” Aanvullend voegt Seppe toe dat ze ook hun bezettingsgraad willen verhogen. “Op dit moment zijn

we het drukst bezet in Oost­Vlaanderen, West­Vlaanderen en Antwerpen. In de regio’s waar we nu minder actief zijn, zoals Limburg en Brussel, willen we dit jaar meer aanwezig zijn.”

Bryo

Starten met een eigen onderneming is en blijft een risico. Dat beseft Seppe maar al te goed. “Ik run een bedrijf voor ondernemers. Terwijl ik aan de start van mijn carrière nul connecties had binnen deze wereld. Door deel te nemen aan Bryo bij Voka Oost­Vlaanderen werd mijn netwerk niet alleen groter, ik leerde ook een groep ambitieuze collega­ondernemers kennen. Echt een aanrader!”

Gouden tip

Seppes advies aan alle (startende) ondernemers? “Just do it. Je moet gewoon durven starten. Als je gelooft in je product of dienst moet je ervoor gaan. De snelste manier om te groeien is doen, falen, leren en opnieuw starten. Dat zorgde voor onze vliegende start. Daarnaast heb ik vertrouwen in PEAK Coaching omdat ik continu luister naar de noden van mijn klanten. Op die manier kan ik mijn bedrijf laten groeien en weet ik dat ik juist zit.”

Ontdek hoe Bryo jou als startende onderneming kan laten groeien en begeleiden. Bekijk de verschillende trajecten.

Bryo StandUp

Voor prestarters die de haalbaarheid van hun idee willen testen.

Opstart najaar 2023

10 sessies – 250 euro

Bryo StartUp

Voor ambitieuze start-ups die op zoek zijn naar hun product-market fit.

Opstart 21-22 april

10 sessies – 650 euro

Bryo ScaleUp

Voor ondernemers met bewezen businessmodel, schaalbaar product en sterke groeiambities.

Opstart 30 mei

10 sessies – 1.000 euro

IT1 neemt ICT-infrastructuur activiteiten van Vercruysse over ICT­leverancier IT1, met vestigingen in Dendermonde, Gentbrugge, Grimbergen en Berchem neemt de ICT infrastructuur activiteiten over van Vercruysse, leverancier van meer dan 2.000 bedrijven in Gent en omstreken.

“Een zeer belangrijke stap in de groeistrategie van IT1”, verklaart Mario Van de Voorde, founder en CEO. Vercruysse staat sinds decennia gekend als de specialist inzake documentbeheer en multifunctionele printers door zowel koop, huur als all­in formules met een ervaren eigen onderhoudsteam succesvol in de markt te zetten. Filip Vercruysse zal zich na de integratieperiode enkel nog gaan toespitsen op de ontwikkeling, verkoop en ondersteuning van zijn geesteskind PingWin, online software voor boekhouding & commercieel beheer voor de kmo. Door deze overname ziet IT1 zijn totale omzet naar 12 miljoen euro stijgen en groeit het uit tot een team van meer dan 50 medewerkers in vast én zelfstandig dienstverband.

it1.be

40 Mijn beginjaren Telex

Afschaffing van ziektebriefje voor één dag is een maat voor niets

Met het (gedeeltelijk) schrappen van het ziektebriefje voor één dag wil de overheid de administratieve druk op huisartsen verlichten. Hoognodig, maar de vraag is of deze maatregel wel het gewenste effect zal teweegbrengen. Bovendien is het gros van de organisaties hier niet op georganiseerd.

Dat de meeste ‘banale’ aandoeningen minimaal twee tot drie dagen duren, is al een eerste argument waarom het afschaffen van het ziektebriefje­voor­één­dag weinig zoden aan de dijk zal brengen. De druk op de huisartskabinetten zal niet noemenswaardig afnemen. Huisartsenvereniging Domus Medica pleit er zelfs voor om het ziektebriefje en een aantal andere attesten helemaal af te schaffen. Het tekort aan huisartsen zal immer enkel nog toenemen. Roel van Giel, voorzitter van Domus Medica, legt de vinger op de wonde als hij stelt dat een gebrek aan vertrouwen tussen werkgever en werknemer de enige reden is waarom het briefje in ons land nog bestaat.

ONDERSCHATTE AFWEZIGHEID

Veel werknemers die in het afgelopen kalenderjaar geregeld afwezig waren, onderschatten bovendien het aantal keren afwezigheid. Als ze tijdens een verzuimgesprek de verzuimkalender voorgelegd krijgen, zijn ze verrast.

De kans is dus reëel dat ze ervan uitgaan dat er geen attest nodig is, terwijl dat wel het geval is. De leidinggevende die de melding ontvangt heeft meestal dat overzicht ook niet direct voorhanden. Hierdoor zal de werknemer uiteindelijk soms retroactief alsnog een attest moeten gaan halen bij de huisarts. En die moet dan op een attest bevestigen dat hij de patiënt heeft onderzocht en arbeidsongeschikt bevonden heeft…

Maar er spelen nog andere elementen. Het merendeel van onze bedrijven is niet klaar voor de maatregel. Bij ziekte volstaat vaak de ziekmelding, maar volgt er geen gesprek. Er is geen visie die uitgaat van inzetbaarheid en mogelijkheden. In die optiek bestaat het risico dat de afschaffing van het briefje effectief zal bijdragen tot een hoger kort verzuim. In Nederland en Noorwegen is dat niet het geval geweest. Net omdat die landen het gesprek over inzetbaarheid aangaan en kijken naar de benutbare mogelijkheden.

GEEN TOENAME KORT VERZUIM

Toch zijn er in eigen land wel degelijk organisaties die nu al zonder attest werken. Zij maken gebruik van verschillende bijkomende maatregelen: soms moet de werknemer dan zelf een eigen verklaring indienen om gebruik te kunnen maken van de dag zonder attest. In andere gevallen is er een passage in het arbeidsreglement opgenomen die bepaalt dat de werknemer geacht wordt om op die dag zonder attest thuis te blijven. En opmerkelijk: daar waar het loslaten van het ziektebriefje is ingebed in een duidelijke visie en beleid, zien we geen verhoging van het kortdurend verzuim. Wat in lijn ligt met de constateringen in het buitenland.

En wat met de fit note, het briefje dat aangeeft wat een werknemer eventueel wél nog kan doen? Ook dat verhaal vertrekt vanuit een welomlijnde visie en beleid, flankerende maatregelen en vraagt bovendien een switch in aanpak van de behandelende artsen.

41 Meegedeeld

De flexibiliteit, schaalbaarheid en betrouwbaarheid van de public cloud is in het hedendaagse bedrijfsleven onmisbaar geworden. “Sovereign cloud neemt nu ook de laatste bezorgdheden rond compliant databeveiliging weg”, vertelt Jetro Wils, Product & Solution Manager Cloud bij Proximus.

De cloud heeft de wereld veranderd

Het is dankzij de cloud dat allerlei innovatieve toepassingen binnen handbereik kwamen van elk bedrijf. Dat zowat alles vandaag digitaal verloopt, is de verdienste van de cloud.

Onze data vormen de belangrijkste grondstof voor de cloud. En laat net dat een drempel zijn om voluit voor de public cloud te gaan. Bedrijven beheren heel wat gevoelige data, niet alleen over zichzelf, maar ook over hun medewerkers, klanten en leveranciers.

Europese omkadering

Terwijl de Europese wetgeving de databeveiliging strikt omkadert, is de public cloud in handen van Amerikaanse hyperscalers. “Het is die spreidstand die sovereign cloud oplost”, zegt Jetro. “Sovereign cloud laat toe volledig compliant te zijn met de EU-regelgeving, maar tegelijk voluit te genieten van alle voordelen van de public cloud.”

Sterke encryptie

Bij sovereign cloud is het voor de provider niet mogelijk om de nietversleutelde data te lezen. Er is een sterke encryptie van de data in elk stadium. De sleutel om de data te encrypteren en decrypteren bevindt zich niet in de public cloud, maar bij Proximus.

Sleutel tot security-garantie

“Sovereign cloud garandeert dat uw data veilig zijn”, zegt Jetro. “Het is een waarmerk. Het toont aan dat u op het vlak van dataveiligheid alles onder controle hebt.”

“ Sovereign cloud maakt de beveiliging van confidentiële data écht waterdicht.”

Jetro Wils, Product & Solution Manager Cloud bij Proximus

Future-proof

Het gebruik van sovereign cloud vormt ook een concurrentieel voordeel. “Maar op termijn wordt het allicht een vereiste”, aldus Jetro. Het is niet meer dan logisch dat het gebruik van sovereign cloud niet langer optioneel zal zijn, maar zal gelden als een voorwaarde om met een bepaald bedrijf te kunnen samenwerken.”

“Denk aan een labo dat met een ziekenhuis samenwerkt. Sovereign cloud biedt een veilig alternatief voor het versturen van confidentiële, medische data over het netwerk. De data bevinden zich – sterk geëncrypteerd – op een veilige plaats, waar labo en ziekenhuis de data kunnen consulteren en verwerken.” De toekomst van healthcare is gepersonaliseerde zorg, en dus zal er gevoelige, medische data verwerkt en gedeeld moeten worden. Sovereign cloud vormt hiervoor de basis.”

Innovatie én cyberveiligheid

“ Vandaag vormt de sovereign cloud een concurrentieel voordeel. Op termijn wordt het een vereiste.”

Jetro Wils, Product & Solution Manager Cloud bij Proximus

Uiteindelijk is het de combinatie van sovereign en public cloud die het verschil maakt.

“De innovatie van de public cloud schuilt in de diensten die de hyperscalers aanbieden. Dat niveau is alleen in de public cloud te vinden.” Hetzelfde geldt voor security. “Een bedrijf als Microsoft spendeert jaarlijks vier miljard aan cloud cybersecurity. Welk bedrijf kan zo een inspanning aan?”

Classificatie van gevoelige data

“Maar het klopt dat datasecurity vervangen door compliant databeveiliging lange tijd een heikel punt was”, zegt Jetro. “Dat is precies wat sovereign cloud nu oplost.”

Naast sovereign cloud blijven ook de andere vormen van cloud bestaan. Niet alle data hebben nood aan de strikte beveiliging van de sovereign cloud. “Voor veel bedrijven schuilt hier een extra uitdaging: welke data zijn gevoelig en welke niet?”

Proximus combineert hybride cloudcapaciteiten met de hyperscale capaciteiten van Microsoft Azure om organisaties te laten genieten van de public cloud mét data soevereiniteit.

Ontdek welke cloudoplossing voor uw bedrijf past www.proximus.be/hybridecloud
Sovereign cloud: gevoelige data veilig in de public cloud

PIA Group en AccountingTeam vormen voortaan één team

PIA Group is vandaag de derde grootste accountancy­ en advisorygroep van België. Het bedrijf uit Gent heeft ook hoge groeiambities voor 2023. En de realisatie daarvan begon al in januari met de toetreding van AccountingTeam, een accountantskantoor met 40 medewerkers en vestigingen in Kontich en Heist o/d Berg.

De nieuwe partner wordt een van PIA Group’s speerpunten in de regio. Steven Brouckaert, oprichter en voorzitter van PIA Group, is blij met de toetreding van AccountingTeam. “Wij zoeken met PIA Group naar kwalitatieve kantoren. En AccountingTeam voldoet zeker aan die definitie. Ze brengen ook heel wat advisory knowhow binnen, onder meer op juridisch en financieel vlak.”

pia.be

Arteveldehogeschool lanceert nieuwe opleiding Toegepaste Psychologie

Arteveldehogeschool lanceert dit najaar de nieuwe bacheloropleiding Toegepaste Psychologie. De vraag naar psychologische consulenten in Vlaanderen is erg hoog.

Bijna een derde van het ziekteverzuim in Vlaanderen is te wijten aan psychische problemen. In maart 2022 had ongeveer één op de vier mensen een angststoornis en/of een depressieve stoornis.

De opleiding, die start vanaf september 2023, hoopt tegemoet te komen aan de vraag. “Met meer dan 600 uur stage zorgen we dat de studenten met beide voeten in het werkveld staan”, vertelt directeur expertisedomein Mens en Samenleving Christel Verhas. “We zijn enorm trots dat we deze opleiding kunnen lanceren, en dat als enige in Oost­Vlaanderen.”

arteveldehogeschool.be/opleidingen/bachelor/ toegepaste-psychologie

Industrieterrein Durmakker 27 - B-9940 Evergem www.vanwingen.be E. VAN WINGEN NV 60 jaar know-how en continuïteit in het hart van uw Noodstroomvoorziening Warmtekrachtkoppeling Energiesturing Van ontwerp tot installatie en service.
Telex

Aantallen en percentages die (kunnen) tellen

North Sea Port boekt recordjaar sinds fusie

Met 73,6 miljoen ton goederenoverslag via zeevaart (+7%) en 64,5 miljoen ton via binnenvaart (+7%) in 2022 kenden de bedrijven in North Sea Port na vijf jaar fusie het beste jaar, ondanks de oorlog tussen Oekraïne en Rusland en de energiecrisis. De overslag van droge bulk blijft toenemen. En: de VS zijn de belangrijkste handelspartners geworden en halen Rusland in.

7% meer goederenoverslag via zeevaart

Na vijf jaar fusie boekt North Sea Port voor 2022 het beste jaar ooit in haar nog prille ontstaansgeschiedenis voor wat de goederenoverslag via zeevaart betreft: een stijging met 7%, nog 3% meer dan het vorige recordjaar 2019. De import nam met 6% toe, de export met 9% De verhouding import-export is 72%-28%

54% droge bulk

North Sea Port is van oudsher een echte bulkhaven. Droge bulk kent nog steeds een duidelijke groei, ook ten opzichte van de pre-covid-periode. Vloeibare bulk en stukgoed blijven nog onder het pre-covid-niveau.

Droge bulk neemt ook in 2022 meer dan de helft van de goederenoverslag via zeevaart in: 54% (39,9 miljoen ton, +10% tegenover 2021). De groei zat onder meer bij oliehoudende zaden, ruw ijzer, meststoffen en steenkool (+32%) waarvoor omwille van de EU-sancties voor de oorlog Oekraïne-Rusland extra voorraden werden aangelegd. De overslag van graan nam af.

NORTH
PORT – BEWERKING SAM DE KEGEL
BRON
SEA
Focus 44 De Cijferfabriek

24% vloeibare bulk

De vloeibare bulk is in 2022 goed voor een aandeel van 24% (17,6 miljoen ton, +5%). De stijging was vooral te noteren bij de overslag van biodiesel, diesel, vloeibare meststoffen en kerosine.

Breakbulk staat voor een aandeel van 14% (10 miljoen ton, +5%). De stijging is te zien bij de overslag van staalplaten en bananen (shift vanuit het vervoer met containers). Het segment roll on/roll off (ro/ro) neemt 5% in (3,7 miljoen ton, +2%). Meer vervoer van auto’s zorgde voor de toename. Het aandeel van trailers bleef gelijk.

Containers nemen 3% van de overslag via zeevaart in (2,6 miljoen ton, -9%; in TEU is er ook een daling tot 230.000 TEU (-31.000 TEU). De daling zit bij minder transport van bananen in containers (shift naar het vervoer als breakbulk).

64,5 miljoen ton: nieuw record voor binnenvaart

Ook de binnenvaartoverslag kende in 2022 een nieuw record: 64,5 miljoen ton, een stijging met 7% (nadat ook al in het jaar daarvoor (2021) er een stijging met 9% was). Maar liefst 58% van het vervoer tussen de haven en het Europese achterland gaat in alle windrichtingen via de binnenwateren.

2023?

North Sea Port verwacht voor 2023 een minder, maar wel een degelijk jaar. Met een goederenoverslag via zeevaart die in de vier kwartalen een gelijkaardig volume kent en die goed boven 70 miljoen ton uitkomt. De hoop is dat de energieprijzen dalen en investeringen op hetzelfde peil blijven.

Lees meer op p. 46 over vijf jaar North Sea Port

45 De cijferfabriek

Havensprokkels

North Sea Port: wat bracht 5 jaar fusie?

North Sea Port bestaat als grensoverschrijdende

Nederlands­Vlaamse fusiehaven 5 jaar. Vooruitgang boeken en over de grens heen in het havengebied resultaten realiseren, was de ambitie. Via meer jobs én investeringen groeit de fusiehaven stilaan uit tot een echte Europese tophaven.

Op de Vlaams­Nederlandse Top in Gent, op 7 november 2016, werd de fusie tussen Zeeland Seaports (Vlissingen en Terneuzen) en de haven van Gent voor het eerst formeel geagendeerd. Eén jaar, 1 maand en één dag later, op 8 december 2017, werd de nieuwe naam bekendgemaakt: North Sea Port, een naam met enige bravoure, en met als baseline ‘Together Smarter’. Wat bracht de regionaal, nationaal en internationaal goed ontvangen fusie intussen voort?

Meer jobs en investeringen

Vijf jaar later kent de goederenoverslag via zeevaart het beste jaar ooit. Met 73,6 miljoen ton werd in 2022 voor de derde keer sinds de fusie een recordjaar geboekt. Zowat 10% meer dan bij de start. Er werd gestart met 1.000 hectare beschikbare gronden voor investeerders. Na 5 jaar is er in het hele havengebied 241 hectare grond uitgegeven, gemiddeld per jaar driemaal meer dan verwacht. Ook de werkgelegenheid steeg: van 95.000 (in)directe jobs naar 102.000

jobs. De verwachting was dat het er 100.000 zouden zijn. Dit leidde tot een toegevoegde waarde van 12,6 miljard euro, terwijl 12 miljard de prognose was.

Brexit, corona, oorlog: North Sea Port houdt stand Brexit gaf een reeks van onzekerheden maar ook mogelijkheden. De UK stond in de top van de handelspartners. In 2022 is dat nog het geval, op de derde plaats.

BRON NORTH SEA PORT – BEWERKING SAM DE KEGEL
46 Thuishaven
uit North Sea Port

De coronapandemie gaf in 2020 de goederenoverslag een mokerslag: een verlies van 13%. Op twee jaar tijd werd het verlies goedgemaakt. De oorlog Rusland/Oekraïne in 2022 hakte in op de handelsrelaties. Rusland kent een verlies van 15% en komt op de tweede plaats van de belangrijkste handelspartners, ingehaald door de VS. De handel met Oekraïne is gehalveerd. De oorlog leidde tot een energiecrisis met een grote impact op bedrijvigheid en prijzen en een inflatie in Nederland en België.

North Sea Port wist in deze tijden niet alleen stand te houden, maar er zelfs op vooruit te gaan. Het vijfde jaar sinds de fusie was het beste jaar ooit. De bedrijven trachtten in 2022 op zeker te spelen en zochten in andere contreien zoals de VS, Canada, en Australië nieuwe voorraden. Maar het recordjaar werd ook behaald omdat de aanvoer van de grondstoffen bleef toenemen – de industrie bleef draaien.

Het kompas van de aandeelhouders: klimaat, jobs en energie Tegen de achtergrond van aannames, prognoses en een veranderende wereld gaven de aandeelhouders het havenbedrijf een kompas. Bij de ontwikkeling van de haven heeft het havenbedrijf drie opdrachten: inzetten op economische ontwikkeling en werkgelegenheid, duurzaamheid en klimaat en een financieel gezonde basis.

Het Strategisch plan ‘Connect 2025’ zag in het najaar 2021 het levenslicht. Om de haven verder te ontwikkelen als Europese tophaven wordt er geïnvesteerd in circulaire economie, klimaat, energie, logistieke keten, infrastructuur en digitalisering. De relatie met bedrijven, overheden en omgeving krijgt bijzondere aandacht waarbij het havenbedrijf als verbinder optreedt.

Resultaten over de grens heen

De fusie van de twee havens had bij de start de ambitie om resultaten te boeken over de grens heen. Na vijf jaar kunnen de bedrijven, het havenbedrijf en de politieke wereld veel resultaten op tafel leggen. Zonder fusie waren deze wellicht (nog) niet of trager behaald.

1 Rail Ghent Terneuzen: verbetering en realisatie van grensoverschrijdend spoor. Nederland maakte hiervoor reeds 105 miljoen euro vrij. North Sea Port kijkt verder uit naar de Belgische bijdrage. Het vervoer per spoor neemt immers toe.

2 Waterstofnetwerk: realisatie van één pijpleidingennetwerk tegen 2026/2027. Hier kunnen bedrijven die waterstof nodig hebben op aansluiten. Heel wat investeringen voor waterstoffabrieken zijn gepland. North Sea Port kan, als grootste waterstofhub van de Benelux, verder uitgroeien tot een draaischijf op Europees niveau.

3 CO2: naar een klimaatneutrale haven. De ambitie is 50% minder CO2­uitstoot tegen 2030, en een klimaatneutrale haven tegen 2050. Heel wat investeringen zijn gepland net als aanpassingen van terminals voor de reductie, afvang, opslag, gebruik en transport van CO2

4 Veiligheid op diverse fronten. North Sea Port, de Veiligheidsregio Zeeland en de Brandweerzone Centrum slaan de handen ineen voor een grensoverschrijdende incidentenbestrijding. Samenwerking en kennisuitwisseling heeft niet enkel in Zeeland tot extra aandacht voor ondermijnende criminaliteit geleid. Ook in het Gentse deel is dat zo.

5 Samenwerking tussen Europese middelgrote havens. North Sea Port en de Port of Göteborg zetten een netwerk van middelgrote havens op en werken rond energiebeheer. Beide havens willen daarnaast een “green corridor” realiseren om emissies te verminderen.

6 Vlottere en efficiëntere scheepvaart. De nautische samenwerking in het havengebied was een van de redenen die tot de fusie leidde. De fusie zorgde voor meer doorgedreven planning en betere afspraken tussen de ketenpartners, efficiëntere monitoring van de veiligheid en verdere digitalisering.

7 Smart Delta Resources: bedrijven slaan handen ineen. Aan de Zeeuwse kant was er reeds SDR waar energie­ en grondstof­intensieve bedrijven uit de chemie, staal, energie en foodsector samenwerken met de haven en overheden om de energietransitie te realiseren. De fusie heeft ervoor gezorgd dat ook aan de Vlaamse kant SDR zijn beslag kent.

8 Aandeelhouders werken verder samen. De acht aandeelhouders worden vertegenwoordigd in het Toezichthoudend orgaan. De fusie bracht in de regio nog meer samenwerking. De aandeelhouders richtten North Sea Port District op om te werken rond Toegankelijkheid & verbindingen, Aantrekkelijk leeflandschap, Huisvesting, arbeidsmarkt & opleidingen en Energie & circulariteit. Ze richten ook een Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking op om makkelijker projecten op te zetten, subsidies te verkrijgen, en grensbelemmeringen op te lossen.

9 Op de radar in de regio, Den Haag, Brussel en Europa. De fusie leidt tot effectievere investeringen in infrastructuur door de regio’s. Er komt ook meer budget vrij voor nieuwe initiatieven (spoorontwikkeling, waterstof, CO2, veiligheid, scheepvaartbegeleiding). Ook de erkenning van North Sea Port District als Nederlands Novi­gebied (Nationale OmgevingsVIsie) laat dit zien (huisvesting, arbeidsmarkt en opleidingen). De erkenning als Europese grensoverschrijdende experimenteerregio past ook in dit rijtje. De almaar groter wordende naamsbekendheid laat zich ook zien door de vele bezoeken van ambassadeurs, staatssecretarissen, ministers, Eurocommissarissen in het havengebied en bij de bedrijven. Zo komt North Sea Port ook bij overheden sneller op de shortlists te staan voor financiële steun of infrastructuurinvesteringen.

47 Thuishaven

Volvo Car Gent mikt op 150.000 full electrics op jaarbasis

Elektrificatie en duurzaamheid blijven topprioriteit voor Volvo in 2023. Volvo Car Gent drijft de productiecapaciteit voor volledig elektrische wagens alvast verder op en breidt de huidige batterijfabriek uit om in de toekomst meer batterijpacks te kunnen assembleren. De fabriek mikt op 150.000 volledig elektrische wagens op jaarbasis.

Als pionier in de elektrificatiestrategie van Volvo Cars produceert Volvo Car Gent al sinds 2020 de volledig elektrische XC40. In 2021 kwam daar de C40 Recharge bij, het tweede volledig elektrische model in het Volvo­gamma. Voor deze 100% elektrische modellen mikt Volvo Car Gent in 2023 op een productiecapaciteit van 150.000 wagens.

2022 was opnieuw een bijzonder uitdagend jaar voor de Gentse fabriek. In totaal werden

192.991 wagens geproduceerd (productie 2021: 183.238), een stijging ten opzichte van vorig jaar, maar een lichte daling ten opzichte van 2020 (194.890). Het wereldwijde tekort aan semi­conductoren (microchips) had nog steeds invloed op de beschikbaarheid van materiaal en dwong de Gentse fabriek tot een 40­tal ongeplande niet­productiedagen. Ruim één derde van de in 2022 gebouwde wagens was volledig elektrisch. Met de productie van hybride wagens meegerekend, was meer dan de helft elektrisch (hybride en full electric).

95% van de in Gent gebouwde wagens is voor het buitenland bestemd. Europa was vorig jaar de grootste afzetmarkt (69,6%). Daarnaast waren respectievelijk 22,3% en 7,9% van de wagens bestemd voor de Amerikaanse landen en Azië.

Focus op 2023

De fabriek zal haar capaciteit inzake elektrificatie geleidelijk aan verder uitbreiden en mikt op een capaciteit van 150.000 volledig elektrische wagens op jaarbasis. De uitbreiding van de batterijfabriek met 5.000 m² zal VCG toelaten om deze groei te realiseren. Daarnaast blijft de fabriek ook verder aanwerven. De klimaatdoelstellingen van Volvo Cars voorzien een reductie in de CO2­uitstoot per wagen met 40%, waarbij een actieve rol is weggelegd voor alle fabrieken. Volvo Car Gent gaat onder meer de ovens in de spuitafdeling elektrificeren om op termijn tot een CO2­vrij bakproces te komen. Ook worden de nodige voorbereidingen getroffen om de solventen in het topcoatproces (proces waarbij de buitenste laag van de wagen wordt geverfd) drastisch te reduceren. Deze en nog andere duurzame projecten moeten de fabriek toelaten om in 2024 volledig klimaatneutraal te produceren.

48 Thuishaven

Zwitserse Bertschi doet spoorvervoer groeien

Bertschi Group heeft zijn terminal in Terneuzen in oppervlakte zo goed als verdubbeld. Dat is nodig om de stijgende vraag naar spoorvervoer voor het transport van chemische producten van en naar North Sea Port het hoofd te bieden.

In het vervoer van chemische producten – over de weg, het water of het spoor – is Bertschi een eersterangsspeler in Europa. De trein is voor Bertschi de belangrijkste transportmodus, met een aandeel van 75% (tegenover 15% voor het binnenschip en 10% voor de truck).

De Zwitserse groep beschikt sinds 2008 over een spoorterminal in Terneuzen. Die is gelegen in het ValuePark, het 65 hectare grote platform voor logistiek, opslag en andere diensten aan de Braakmanhaven. De totale oppervlakte van die terminal is opgetrokken van 12.000 naar 22.000 m², wat bijkomende ruimte voor de opslag van containers oplevert. Die is welkom omdat de vraag van klanten voor tussentijdse opslag en vervoer van containers fors toeneemt. Tevens zijn de sporen met 225 meter verlengd, zodat langere treinen op de terminal kunnen komen laden.

Fors minder uitstoot

Bedrijven kunnen dankzij dit alles meer lading op het spoor zetten. Dat vertaalt zich in een CO2­uitstoot die 70% lager ligt dan bij wegtransport. Bertschi doet daar nog wat extra bovenop: alle voertuigen en behandelingstuigen op zijn terminal draaien voortaan op biobrandstof. Zo stoten ze 90% minder uit en worden op jaarbasis honderden tonnen CO2 uit de lucht gehouden. Vijfmaal per week komt een trein bij Bertschi tankcontainers ophalen voor verdeling over heel Europa.

Tweede fietsbrug is met tijdelijk wegdek al vroeger open

Op 19 december ging de fietsbrug Zandeken, die de woonkernen van Evergem met het aanpalende Kluizendok verbindt, tijdelijk open voor fietsverkeer. North Sea Port ziet dit graag gebeuren. Zo gaat fietsen rond en naar het havengebied weer een stuk veiliger.

De Werkvennootschap begon vorig jaar met de bouw van deze nieuwe fietsbrug over de R4­West, aan de Hoogstraat in Evergem. De brug heeft vertraging opgelopen en zal tegen het voorjaar van 2023 volledig klaar zijn. “In afwachting van de definitieve afwerking, zorgen we ervoor dat de nieuwe fietsbrug via een tijdelijke oplossing al toegankelijk is voor de fietsers”, zegt Vlaams minister van mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters.

49 Thuishaven

“We zijn een cruciale toegangspoort en voorraadschuur voor de agribusiness”

Euro-Silo in cijfers

34 miljoen euro omzet (in 2022)

75 vaste werknemers, plus aantal contractors en gemiddeld zo’n 30-tal havenarbeiders. “Ook op zaterdag worden zeeschepen gelost, gelukkig kunnen we dan beroep doen op havenarbeiders.”

2 multimodale terminals in North Sea Port, in het Rodenhuizedok en Sifferdok. De terminal in het Rodenhuizedok heeft de grootste opslagcapaciteit.

650.000 ton

opslagcapaciteit

Ruim 100 verticale silo’s en 3 vlaksilo’s.

Euro-Silo behandelt zo’n 4,5 miljoen ton goederen per jaar

Elke maand zetten we een VeGHO­lid uit North Sea Port in de schijnwerpers. Deze maand: Euro­Silo, specialist in de opslag en overslag van granen, oliehoudende zaden en derivaten. Eind december maakte het nog op een originele reclame voor hun openstaande vacatures op hun gekende silo’s bij de turboronde in het noorden van Gent.

Wat doet jullie bedrijf en wie zijn jullie klanten?

Thierry Cardon, commercieel manager: “Wij zijn een flexibele dienstverlener in de opslag en overslag van granen, oliehoudende zaden en de derivaten ervan (dit zijn afgeleide producten, zoals raapzaadschroot of sojameel die overblijven nadat de zaden zijn geplet, red.). Onze klanten zijn bedrijven in de voeding, veevoeding en biobrandstoffen. Wij kiezen bewust voor de niche van agribulk. Zo bieden we de agribusiness een betrouwbare toegangspoort voor het importeren, opslaan en verder verdelen van landbouwgrondstoffen naar Europa. De oliën die uit de zaden worden geperst, gaan naar de voedingssector en belanden o.a. in mayonaises, sauzen en koekjes. De olie die niet geschikt is voor voeding wordt gebruikt om biodiesel van te maken. De derivaten ervan zijn dan weer heel eiwitrijk en ideaal om krachtvoer van te maken voor vee. We ontvangen ook derivaten van onze ‘buur’ Alco Bio Fuel. Dit bedrijf zet zetmeel om in bio­ethanol, het meel of restproduct keert terug naar onze vlaksilo en wordt opnieuw verhandeld naar de veevoedersector.”

“Zowel Cargill als Alco Bio Fuel, onze naaste buren, zijn rechtstreeks met ons verbonden. Wij verzorgen de logistieke diensten voor de aanvoer en opslag van hun grondstoffen, voornamelijk koolzaad, maïs en sojabonen, zodat zij zich kunnen focussen op hun productieproces. We zijn dus al vele jaren echte partners.”

TEKST SAM DE KEGEL – FOTO’S VIA EURO-SILO
50 VeGHO-lid in de kijker

“Ik mag toch wel stellen dat we een cruciale aanvoerlijn zijn voor de voeding­, veevoederen biobrandstoffensector, zowel voor multinationals, kmo’s als traders. Zo zijn we een belangrijke hub voor de trading activiteiten van Vanden Avenne Commodities, die medeaandeelhouder is van Euro­Silo, maar uiteraard werken we ook voor andere grote traders. De wereld van de granen en zaden is een business van grote volumes en getallen. Een schip met 65.000 ton zaden aan 200 euro per ton heeft een waarde van 13 miljoen euro. De granen en zaden gaan vooral naar Benelux, Frankrijk en West­Duitsland (via de Rijn) en een stukje VK en Scandinavië.

We verhandelen 4,5 miljoen ton per jaar. Dat komt binnen via schepen en treinen; een derde gaat naar onze twee buren, van de 3 miljoen die overblijft gaat twee derde via het water en een derde via de vrachtwagen naar de andere klanten.”

Sinds wanneer zijn jullie gevestigd in North Sea Port?

“We zijn op Sifferdok gestart in 1968, meer dan een halve eeuw geleden dus. En op Rodenhuize in 1978.”

Wat is de voornaamste investering van de voorbije vijf jaar?

“De vernieuwing van de complete elektrische sturing op het Rodenhuizedok. We maken die futureproof, zodat ze nog veiliger en betrouwbaarder wordt en we veel meer data

krijgen, zodat we de meest energiezuinige ‘routes’ kunnen kiezen voor onze grondstoffen. Dit project van 12 miljoen euro startte drie jaar geleden op en loopt tot begin 2024.”

Wat is de voornaamste investering op til in de nabije toekomst?

“Vanaf het najaar van 2023 zullen we de logistiek verzorgen voor de Steelanol­plant van ArcelorMittal (waarbij koolstofrijke hoogovengassen uit het staalproductieproces omgezet worden in geavanceerde bio-ethanol, red.) Er werd daarvoor een nieuw bedrijf opgericht, Carbon Green Logistics, waarvoor Euro­Silo de logistieke dienstverlening organiseert. We bouwden o.a. al twee tanks en een pijpleiding. We zullen deze tweede generatie biobrandstof van de Steelanol­plant ontvangen in onze tanks. Van daaruit gaan wij

VeGHO-lid in de kijker 51
Zicht op de multimodale terminal van Euro-Silo aan het Sifferdok. Hier worden grote zeeschepen gelost.

lichters laden met bio­ethanol. Er komt ook een installatie om de vloeistoffen op een veilige manier in de schepen te pompen. We geloven heel hard in de ontwikkeling van tweede generatie biobrandstoffen, net omdat er vanuit een afvalstof, brandstof wordt gemaakt.”

“Daarnaast zullen we de komende tien jaar zo’n 60 miljoen euro investeren om onze infrastructuur en machines up­to­date te houden. Denk aan het vernieuwen van de daken van de vlaksilo’s, de elektrische sturing in het Sifferdok, nieuwe lostoestellen…”

Wat is jullie grootste troef en die van North Sea Port?

“Onze grootste troef is de ligging van onze multimodale sites en verbinding met het hinterland. We zitten heel centraal op WestEuropa en concurreren vooral met de havens van Rotterdam en Amsterdam en minder met de containerhaven Antwerpen. We onderscheiden ons door de grote en flexibele opslagcapaciteit met focus op agribulk en onze snelheid van laden en lossen. De grondstoffen komen zowel via zeeschepen, lichters, vrachtwagens en treinen binnen en kunnen in dezelfde richting weer naar buiten. North Sea Port is vooral een importhaven, onze hoofdstroom komt binnen via grote zeeschepen. We lossen de granen en zaden

via reuzemachines die werken via de schroef van Archimedes op het Sifferdok en met een kraan op Rodenhuizedok. De granen gaan meteen op transportbanden, worden elektronisch gewogen en kiezen dan verschillende routes naar onze verticale silo’s en vlaksilo’s. Dit is geautomatiseerd, waardoor we heel snel kunnen lossen en laden en veel operaties tegelijkertijd kunnen doen. Terwijl we een zeeschip lossen, kunnen we al rechtstreeks lichters laden, silo’s bijvullen of vrachtwagens laden.”

Wat is de grootste uitdaging voor jullie en voor North Sea Port?

“Op korte termijn en met stip op één: de beschikbaarheid van loodsen en sleepboten. Hiervan zijn wij 100 procent afhankelijk. De grote Panamax­zeeschepen komen immers via een loods en verschillende sleepboten tot aan onze kaai. We moeten ook rekening houden met de getijden, aangezien de grote schepen enkel bij hoogwater binnen kunnen. We worden steeds meer geconfronteerd met het gegeven dat ze hier niet op tijd binnen geraken of weer weg geraken, waardoor onze kaai én werking deels belemmerd worden.

Time is money, dat geldt ook voor schepen die niet tijdig kunnen gelost worden. En dat zorgt voor stress, want na het lossen van de grondstoffen volgt een heel logistiek proces dat ook opschuift.”

“Onze tweede uitdaging op korte termijn is het vinden van de juiste mensen. ‘Veel silo’s, veel jobs’ prijkte eind december op onze silo’s aan het Sifferdok in reusachtige, felle letters, gevolgd door een link naar de jobsite. We hebben daardoor een aantal sollicitanten gezien en er enkele aangeworven. We hebben veel troeven: je krijgt bij ons veel autonomie, je bent geen nummer en we betalen goed. De arbeidsmarkt is niet zo happig om af en toe in het weekend te werken, wat noodzakelijk is in de maritieme sector. En kleppers als onze buurtbedrijven vissen ook allemaal in dezelfde vijver.”

“Op middellange termijn: de diepgang van het kanaal Gent Terneuzen. Binnenkort is de Nieuwe Zeesluis in Terneuzen klaar; dit is goed voor de volumes, maar er verandert voorlopig niets aan de diepgang van het kanaal Gent­Terneuzen. Zeker tijdens warme zomers en bij laagwaterstand hebben we een probleem. De diepgang wordt dan te beperkend voor de Panamax­schepen.”

eGHO
Bedrijven verenigen in North Sea Port
VeGHO-lid in de kijker 52
In deze tanks zal Euro-Silo, onder de naam Carbon Green Logistics, binnenkort de tweede generatie biobrandstof van ArcelorMittal ontvangen.

B-architecten versterkt restauratiepoot via Gentse

Juxta

B­architecten versterkt zich met een vierde divisie: met B­juxta zet het snelgroeiende architectenbureau zich nu ook op de kaart op het vlak van restauratie.

B­juxta vloeit voort uit het Gentse Juxta, dat zijn wortels heeft in Architectenbureau Van Acker – later Avapartners. Sinds de oprichting in 1967 groeide het bureau uit tot een belangrijke speler in Vlaanderen op het gebied van restauratie, renovatie en herbestemming van bouwkundig erfgoed en leeft het vandaag voort als onderdeel van B.

B­architecten, B­bis, B­city en B­juxta tellen vandaag meer dan 100 medewerkers. Ze streven naar duurzaamheid in al hun projecten. “We zijn trots op onze horizontale bedrijfsstructuur, die ons kantoor heeft getransformeerd van een traditioneel top­down businessmodel naar een organisatie die zich richt op zelfsturende medewerkers die sterk betrokken zijn bij de besluitvorming”, klinkt het.

b-juxta.be

ESC Holding neemt Net IT over

De ESC Holding zet zijn groei verder met de overname van Net IT. Net IT blijft in eerste instantie autonoom opereren en kan vanaf nu gebruik maken van de centrale diensten van ESC. Hiermee vormen de Vlaamse nummer 1 Microsoft Dynamics 365 Business Central SaaSpartner en nummer 1 Dynamics 365 Customer Engagement­partner hét expertisecentrum voor Dynamics 365 en digitalisering. De groep telt nu meer dan 220 technologiespecialisten.

net-it.be

Bij Van Cauter Multitechnieken kan u terecht voor advies betreffende totaaloplossingen op maat op vlak van elektriciteit, HVAC en beveiligingsinstallaties. Keiberg 74 - 9340 Lede 053 83 13 38 info@vancauter.com Algemene elektrotechnieken HVAC Beveiligingsinstallaties Onderhoudsdienst www.vancauter.com
53 Telex
vlnr: Robin Janssens – investment manager Capital A, Jan Hofman – managing director Net IT, Benny Van Hyfte – CEO ESC, Luc Van der Putten – managing director Net IT, Philippe Smet – bestuurder ESC

Hoe Allnex Schoonaarde zelf een duurzame toekomst boetseert

54 Duurzame koplopers Duurzaamheid in het DNA

Allnex Schoonaarde, producent van kunstharsen voor coatings, wil met zijn producten, processen én mensen bijdragen aan een duurzame samenleving. Xander Van Doorslaer, productiemanager bij Allnex Schoonaarde: “De positieve impact op milieu en maatschappij die je krijgt door de toepassing van onze producten moet ruimschoots de footprint die we achterlaten bij de productie van deze producten, compenseren.”

Wie voor de eerste keer de terreinen van Allnex in Schoonaarde betreedt, verwondert zich over de omvang van de site. Die heeft een geschiedenis van zo’n 130 jaar, ooit werkten hier honderden mensen, rondom de terreinen zie je nog de vroegere fabriekshuisjes en de statige directiewoning. Het lijkt wel een mini­dorp, met verschillende lanen, heel wat gebouwen, enorme opslagtanks, tientallen leidingen en buizen.

Terwijl er in de prille jaren van de chemische industrie met man en macht vooral basischemicaliën werden geproduceerd, worden er vandaag op zeer efficiënte wijze chemische speciaalproducten gemaakt. Xander Van Doorslaer, productiemanager: “Wij produceren monomeer harsen (kunstharsen) voor coatings. Onze producten zijn echte speciality chemicals, hoogtechnologische chemicaliën die breed worden toegepast én terzelfdertijd hyperefficiënt volgens de best beschikbare technieken worden geproduceerd. De site in Schoonaarde produceert producten met de specifieke eigenschap dat ze uitharden of ‘vernetten’ (een chemische reactie, red.) onder invloed van UV­straling.”

Uitharden zonder solventen

Allnex Schoonaarde behoort tot de Allnex groep, wereldwijd de grootste producent van industriële coatingharsen met 33 productievestigingen wereldwijd. Twee ervan bevinden zich in België, in Drogenbos en in Schoonaarde. Davy De Clercq, global sustainability director: “De geproduceerde eindproducten op deze site in Schoonaarde vinden hun toepassingen in vernissen, lakken en ook in UV­inkten. Wij produceren dus niet zelf deze vernissen, lakken en inkten, dat doen onze klanten waarbij ze onze producten vermengen met andere producten om de juiste kleuren en technische eigenschappen te verkrijgen. Een gekende toepassing van ons product is bijvoorbeeld nagellak, het type nagellak dat uithardt onder UV­licht.

TEKST SAM DE KEGEL – FOTO NATHALIE DOLMANS
55
Tweede productiegebouw met een volledig nieuwe productielijn met focus op energiehuishouding en ergonomie. Op de foto: Xander Van Doorslaer , productie manager, Davy De Clercq, sustainability director en Dirk Barbé, site manager Duurzame koplopers

En zo kan je meteen de link leggen naar duurzaamheid: er is directe uitharding zonder dat er een warmtebron nodig is, er zijn geen solventen nodig om de uitharding te versnellen én de beschermlaag is zeer robuust en gaat langer mee.”

Jonge talenten proeven van échte wereld

Door de omslag van de productie van basischemicaliën naar speciaalchemicaliën én door het productieproces continu te verbeteren heeft deze relatief kleine site –lees: in aantal werknemers – zijn plaats weten af te dwingen en veilig te stellen. Dirk Barbé, site manager in Schoonaarde: “Deze site is er recent in geslaagd een belangrijke investering naar Schoonaarde te halen. Er is een tweede productiegebouw geplaatst met een volledig nieuwe productielijn en alle bijhorende opslagtanks. Hierdoor zal de capaciteit met 50% toenemen in vergelijking met 2018, terwijl de vaste kosten significant minder proportioneel zullen verhogen. Dit is te danken aan alle collega’s én vooral de mensen in ploegverband die onze fabriek 24/7 laten draaien op een flexibele en efficiënte manier”, beklemtoont Dirk.

“De lokale verankering helpt hierbij, dicht bij je woonplaats kunnen werken creëert vele voordelen, maar we willen meer zijn dan een lokale werkgever. Zo werken we samen met technische scholen zoals het Sint­Carolus in Sint­Niklaas, waarbij we binnen Allnex stageplaatsen voorzien en jonge talenten van het zevende specialisatiejaar ‘chemische procestechnieken’ begeleiden. Zo laten we de jongeren proeven van de echte wereld en ondervinden ze hoe ze hun kennis in de praktijk kunnen toepassen. Als alles goed gaat, overwegen we om hen daarna een job aan te bieden… Wist je trouwens dat een opleiding tot polyvalent operator ongeveer één jaar duurt?”

Allnex investeert in nog meer duurzame initiatieven voor zijn werknemers. Wie met de fiets komt, krijgt een kilometervergoeding. Bovendien kan de tweewieler geleased worden. Dirk Barbé: “Onze werknemers maken hier gretig gebruik van. We voorzien ook fruit op de werkvloer, ondersteunen lokale handelaars én vorig jaar deden we ook iedereen een boom cadeau, die ze dan in hun tuin (of de tuin van een kennis) konden planten.”

Onzichtbaar voor de omgeving Als Seveso­bedrijf dwing je ook bestaansrecht af door helder te communiceren met de omgeving. Allnex Schoonaarde ligt in industriegebied, maar op een steenworp ligt een woonkern. Xander: “Voor onze directe omgeving proberen we zo onzichtbaar mogelijk te zijn. Als de buurt onze activiteiten niet opmerkt, betekent dit dat we geen overlast veroorzaken. Dit gaat niet vanzelf en we moeten hierop anticiperen, zo hebben we geïnvesteerd in een geluidstudie. Daaruit kwamen belangrijke conclusies voor het nieuwe project maar ook voor de bestaande activiteiten, zoals het isoleren van motoren en het installeren van een ‘stille’ koeltoren. Deze aanpak loont, er is een goede verstandhouding met de buren, wat ook bleek tijdens de publieke hoorzitting die we samen met het stadsbestuur organiseerden naar aanleiding van onze uitbreiding.”

Sowieso zijn alle processen sterk geautomatiseerd en dus efficiënt. “Automatisatie is niet alleen makkelijk voor onze operatoren, het zorgt ook voor ingebouwde veiligheidssystemen – niet onbelangrijk in de chemie –én het resulteert in een constant hoog kwaliteitsniveau van onze producten”, vertelt Dirk. “Bovendien laat de automatisatie ons toe om onze processen op de voet op te volgen en de minste afwijking onmiddellijk te detecteren. Zo worden ook afwijkingen in energie­ of waterverbruik onmiddellijk gedetecteerd en gecorrigeerd, onze site is bovendien ISO50001 gecertificeerd (certificaat voor het energiemanagementsysteem, red.).”

Verwarmen met condensaat

Allnex is een matig energie­intensief bedrijf. Door de Europese energiekostenexplosie maakt elk bedrijf meer dan ooit zijn huiswerk. “We moeten vanzelfsprekend energie in onze productieprocessen steken, maar vergelijk ons niet met de echt grote energie­intensieve bedrijven”, weet Dirk. “We streven wel voortdurend naar energiereductie. De low hanging fruits zijn al lang verdwenen, nu proberen we via kleine ingrepen onze energie­efficiëntie nog te verhogen. Als het vriest of koud is, zullen de koeltorens niet draaien, want het water is dan koud genoeg. Of de verwarming van dit gebouw (waar de administratie huist en dit interview plaatsvindt, red.) gebeurt via condensaatwarmte uit de productie. We capteren de ‘stoom’ die anders via een pluim

de site zou verlaten. Als de productie niet draait, is het hier ijskoud”, lacht hij. “Dat condensaat gebruiken we ook voor ruimtes waar onze opgeslagen producten warm gehouden moeten worden, zodat ze niet stollen.”

Op de site probeert men ook zo veel mogelijk regenwater te capteren. Dirk: “Het nieuwe productiegebouw is uitgerust met een aparte tank om het regenwater op te vangen. Dat wordt meteen in het proces gebruikt. Al het regenwater dat we opvangen op de andere daken wordt verzameld om het uit de koeltoren verdampte water te compenseren. Allnex neemt trouwens al ruim vijftien jaar deel aan het Voka Milieucharter, nu Voka Charter Duurzaam Ondernemen (VCDO).”

56 Duurzame koplopers

Wat brengt de toekomst voor Allnex in Schoonaarde? Davy: “We hebben hier de voorbije jaren al fors geïnvesteerd met de nieuwe productielijn, in twee expansiefases. Naar de toekomst toe zullen we de bestaande installaties nog verder verbeteren en duurzamer maken, zodat we minder energie verbruiken in onze productieprocessen en voluit kunnen bijdragen aan de ambitieuze doelstelling van de Allnex groep: ­30% absolute CO2­reductie tegen 2030 én klimaatneutraal tegen 2050. Binnen de groep denken we ook aan biogebaseerde grondstoffen of grondstoffen op basis van gerecycleerde stromen in plaats van virgin fossil based grondstoffen. Er staan nog mooie projecten in de steigers op vlak van duurzaamheid, dat is zeker”, besluit de directeur duurzaamheid.

Ook de ‘moeder’ van Allnex is duurzaam

Allnex is wereldwijd de grootste producent van industriële coatingharsen met 33 productievestigingen wereldwijd. Twee ervan bevinden zich in België, in Drogenbos en in Schoonaarde.

Sinds januari 2022 maakt de Allnex Groep deel uit van PTT Global Chemical Public Company Limited, een Thaise petrochemische multinational en de voorbije vier jaar nummer 1 op de Dow Jones Sustainability index. Duurzaamheid zit dus ook in het DNA van de ‘moeder’.

Wil je duurzaamheid ook verankeren in het DNA van jouw onderneming?

Voka kan je hierbij helpen. Neem een kijkje op onze website.

Hergebruik van industrieel erfgoed als warehouse.
57
Duurzame koplopers

Binnenkort bij Voka

Jouw kansenplanner

Netwerking

01.03.23

Breakfast Club - What’s new in Finance & Funding?

Voor en door jonge ondernemers – vijf pitchers –vijf slides – vijf minuten

GENT GRATIS

06.03.23

Community Bouw en Vastgoed 2023

Voor alle spelers in de keten van bouw- en vastgoed: architect, aannemer, onderaannemer, studiebureau, vastgoedmakelaar, projectontwikkelaar, maar evengoed investeerder of start-up die de sector naar een hoger digitaal niveau wil tillen.

GENT

05.04. 23

Breakfastclub: What’s New in Marketing?

€ 550

28.03.23

Lerend netwerk Finance Managers

Heb je als finance manager nood aan een klankbord? Toets jouw strategieën af bij gelijkgestemde finance managers van Vlaamse groeibedrijven. Reflecteer over actuele strategische en operationele topics en professionaliseer jouw activiteiten verder.

GENT € 900

GROEI

09.03.23

Plato Tech

Kom als founder van een tech scale-up maandelijks samen met gelijkgestemden en deel jouw groeipijnen en uitdagingen.

€ 1.350

Voor en door jonge ondernemers – vijf pitchers –vijf slides – vijf minuten

GENT GRATIS Lobby

Ga in gesprek met lokaal bestuur en leer andere bedrijven uit jouw gemeente kennen

01.03.23

30.03.23

23.03.23

Plato Leadership

Ontdek jouw leiderschapsstijl en begrijp hoe je deze kan inzetten om betere resultaten te realiseren. Dit door in vertrouwen met andere gelijkgestemden ervaringen rond leiderschap te delen.

€ 1.350

HUMAN RESOURCES & TALENT

01.03.23

Employer Branding Lab

Ontdek alles over het wat, waarom en hoe van employer branding. Dit via een combinatie van theorie met oefeningen, het betrekken van jouw eigen vragen in de sessies en veel interactie.

GENT € 550

02.03.23

Digital HR community

Zet de eerste stappen richting digitalisatie van jouw HR-processen.

GENT € 1.000

14.03.23

Een duurzaam en strategisch verloningsbeleid

We nemen jouw verloningspolitiek onder de loep. Wat kan je doen om mensen gemotiveerd te houden op korte en lange termijn? Wat is haalbaar en past bij jouw bedrijfscultuur?

GENT € 200

21.03.23

XpertFinder HR Tech

Hoe voer je een futureproof en digitaal HR-beleid? Met welke partners werk je best samen? Welke HR-tools vormen de beste match met je organisatie? Laat je inspireren over tech binnen HR.

GENT GRATIS

23.03.23

Lerend Netwerk HR-managers van kmo’s

Samen met gelijkgestemde HR-verantwoordelijken, die werken in een middelgrote onderneming (kmo), leren van elkaar en kennis met veel plezier delen.

GENT € 900

IMPORT & EXPORT

VAN GOEDEREN

02.03.23

Incoterms 2020 in de praktijk Krijg inzicht in alle veranderingen alsook een praktische basisopleiding over Incoterms

GENT € 200

Voka Politica
GRATIS
AALTER
LIEVEGEM Opleidingen / lerende netwerken en infosessies
FINANCIEEL
58
Agenda

21.03.23

Oorsprong en de leveranciersverklaring in de praktijk

Deze basisopleiding maakt je wegwijs in alle formaliteiten, gunstige invoertarieven, oorsprongsbewijzen en meer.

GENT

INNOVATIE & DIGITALISERING

22.02.23

€ 450

Oops, your files are encrypted! Cybersecuyrity beveiliging met Keynote Steven Vynckier, CEO van Spotit – voor kmo’s tot 100 werknemers

GENT GRATIS

23.02.23

Lerend netwerk product managers in SaaS

Als productverantwoordelijke in een SaaS-bedrijf verlang je naar een omgeving waarin je kennis en ervaring kan uitwisselen met elkaar. De voertaal van deze maandelijkse samenkomst is Engels.

€ 550

13.03.23

Inspiratiesessie voor spin-offs met ambitie

We brengen innovatieve bedrijven met spin-off ambitie samen met reeds bestaande spin-offs en bedrijven waaruit ze ontstaan en gaan vooral naar elkaar luisteren.

GENT GRATIS

27.03.23

Lerend Netwerk Industrie 4.0 Lab

Ontdek bij 6 innovatieve productiebedrijven hoe industrie 4.0 hun business boost. Voor elke technologie binnen Industrie 4.0 een blik achter de schermen van een voorloper in onze regio en een deskundige toelichting van een expert. Wapen jouw bedrijf meteen ook voor de toekomst.

€ 1.000

INTERNATIONAAL ONDERNEMEN

22.03.23

Mercurio Go International

Wil je met je bedrijf exporteren naar het buitenland of heb je weinig internationale ervaring en ben je net gestart met export? Heeft jouw onderneming nood aan een internationale strategie?

GENT

PRODUCTIE

08.03.23

€ 1.000

SALES & MARKETING

09.03.23

Strategische marketing

Laat je begeleiden bij de transformatie naar een klantgerichte onderneming.

GENT € 550

23.03.23

Lerend netwerk Account Management

Leer van een professionele salesexpert en wissel kennis en ervaring uit met gelijkgestemden. € 900

28.03.23

Zet jouw professioneel LinkedIn-profiel op punt

Leer de kneepjes van LinkedIn kennen en maak van jouw professioneel LinkedIn-profiel een pagina om jouw business te boosten.

AALST € 200

STRATEGIE & LEIDERSCHAP

Lerend Netwerk Production Managers

Het netwerk met andere productiemanagers en -leiders stimuleert jouw efficiënt en resultaatgericht denkvermogen en geeft je zuurstof voor nieuwe ideeën en inzichten.

GENT € 900

06.03.23

Effectief leiderschap

Van individuele kracht tot teamgerichte doeltreffendheid in twee dagen.

GENT € 550

Meer informatie kan je vinden

op onze website via deze QR-code

59
* de vermelde prijzen zijn enkel voor leden en exclusief btw.

Wintercircus 2023-2098

2098, hoe zal de wereld er dan uitzien? Hoe welvarend zijn we in Europa of is het terug naar af? En in andere werelddelen en continenten? Is de wereld meer één geworden of zijn we juist uit elkaar gegroeid? Wat heeft Vlaanderen, wat heeft Gent dan te betekenen? Hoe graag zullen we hier dan wonen, leven, werken?

2098, dat is de tijdshorizon waarop we de voorbije jaren een project hebben uitgetekend. Een adembenemende reis in de toekomst, een droom om het onvoorspelbare, het ondenkbare mogelijk te maken. Een schier onmogelijk acrobatisch nummer dat alleen kan lukken in het beste circus ter wereld. En dat is nu net wat we willen creëren, een cirque van jewelste.

Het Wintercircus. Gent. Technologie. Uitstraling. Verbinding. De wereld rondom. De burger dichtbij. Eten, drinken, werken, feesten, ontmoeten, (uit)vinden, ontdekken, genieten, geboeid zijn, … werkwoorden die weergeven wat zal broeien in het Wintercircus. Het moet daar een circus zijn, voortdurend bewegen, onverwacht, boeiend, creatief, niet conventioneel, met een hoek af. Ne cirque van ’s morgens tot ’s nachts, van maandag tot zondag, in zomer en winter, bij nacht en ontij, hittegolf en vrieskou.

Okay, even praktisch – voor de nuchtere lezers van deze rubriek – wat zal dat Wintercircus nu concreet inhouden? Moeilijke vraag, alsof je zou vragen “wat houdt een fantastisch concert concreet in?”. “Wat houdt een culinaire topervaring concreet in?” Essentie van deze ervaringen is immers dat ze het concrete overstijgen.

Met het risico dat we terre­à­terre blijven, een opsomming: er komt een brasserie op het middenplein, een rooftopbar en ­restaurant, misschien ook een sterrenrestaurant. Een rocken fuifzaal met de meest geavanceerde audio­ en visuele technologie. Een middenplein dat een deel van de stad wordt en ook voor magische events kan gebruikt worden. Retailzaken waar je de laatste technologie kan bewonderen. Fablabs waar kinderen, studenten, burgers kunnen experimenteren met hightech. Showcases over digitale gezondheidstoepassingen waar de burger leert hoe dit zijn leven beter maakt. Een members­club voor techondernemers. Co­workingplekken, representative offices. Grote ruimtes waar samengewerkt wordt aan maatschappelijke uitdagingen, challenges waarvoor ondernemers, wetenschappers, kunstenaars, studenten samenkomen om nieuwe projecten uit te werken. Conferenties, bijeenkomsten, meetings. Ontmoetingen, co­creatie. Concreet genoeg? Ik hoop dat deze opsomming helpt, zonder de magie van het geheel teniet te doen. De circuservaring is immers 360°, transcendeert de concrete acties. Telkens opnieuw. Dat is de ambitie.

Dit project is ook de legacy van een generatie, de erfenis die we willen doorgeven aan de volgende generatie en zij weer aan de volgende … nog minstens 75 jaar, telkens opnieuw. Een pay back aan wat Gent als leef­ en werkomgeving voor ons betekent, een pay forward zodat ook de komende generaties van dit voorrecht kunnen genieten.

Het Wintercircus is de meest tastbare spiegeling van de toekomstvisie die we nu hebben. Dat innovatie en technologie mensen vooruit zal helpen, welvaart zal creëren. Het geloof dat ondernemingen en kennisinstellingen hierin het voortouw zullen nemen, om van de wereld een betere plek te maken. Met Voka Oost­Vlaanderen zetten we al 10 jaar volop in op dit geloof, op deze toekomstvisie. In het spoor van onze eerste generatie (bio)techondernemers die onze regio op de wereldkaart gezet hebben. In het spoor van onze kennisinstellingen die – met hun academische en soms wat chaotische vrijheid – de bron van dit alles zijn. Het Wintercircus is de meest materiële veruiterlijking van dit geloof, van deze ambitie. De wens dat toekomstige generaties nog dichter komen bij a heaven on earth, met het Wintercircus als proeftuin, als voorloper, als tastbaar experiment wat de wereld kan worden.

Een hoopvolle toekomst, een cirque van jewelste. Kom en ontdek het Wintercircus. Beleef mee, experimenteer mee, bouw mee aan het geloof in een nog betere wereld.

“ Het Wintercircus is de meest tastbare spiegeling van de toekomstvisie die we nu hebben. Dat innovatie en technologie mensen vooruit zal helpen, welvaart zal creëren”
60 Geert dacht
GEERT MOERMAN gedelegeerd bestuurderVoka Oost-Vlaanderen Het hoofd dat spreekt met het hart

Voka bedankt zijn partners

laat
zien Contacteer Rik Vyncke - Accountmanager Mediaregie Gsm 0477 30 21 32 | tel. 09 266 15 71 | Rik.vyncke@voka.be www.voka.be/oost-vlaanderen Vergroot je zichtbaarheid Adverteer nu in meerdere Voka-media en profiteer van speciale combikortingen bovenop een grotere visibiliteit. Het dossier voor april: ICT, softwareoplossingen en digitaliseringsprocessen Digitaal is voor altijd het nieuwe normaal deadline reservatie 15 maart 2023
Voka
je meer

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

Wintercircus 2023-2098

2min
page 62

Hoe Allnex Schoonaarde zelf een duurzame toekomst boetseert

8min
pages 57-61

“We zijn een cruciale toegangspoort en voorraadschuur voor de agribusiness”

5min
pages 52-55

Zwitserse Bertschi doet spoorvervoer groeien

1min
page 51

Volvo Car Gent mikt op 150.000 full electrics op jaarbasis

1min
page 50

North Sea Port: wat bracht 5 jaar fusie?

4min
pages 48-49

North Sea Port boekt recordjaar sinds fusie

1min
pages 46-48

Afschaffing van ziektebriefje voor één dag is een maat voor niets

5min
pages 43-46

“Ik zie PEAK Coaching als een reflectie van mijn eigen levensstijl”

4min
pages 40-42

Hoe futureproof en wendbaar is uw bedrijfsstrategie?

1min
pages 39-40

Legend Biotech en Janssen Pharmaceutica geven kankerpatiënten opnieuw perspectief met celtherapie

4min
pages 36-38

Kleine geografie van de grote gastronomie

3min
pages 34-35

Titeca Pro Accountants & Experts

2min
pages 33-34

De Langhe Advocaten

2min
page 32

Bashir Abdi, loopwonder met een sociaal hart

1min
page 31

Voka-legende Claire Tillekaerts: voorbeeld van grenzeloos ondernemerschap

1min
pages 30-31

De N46 in Erpe-Mere: onoverzichtelijk, onveilig en onaangepast

4min
pages 26-30

“Slim is de nieuwe norm”

2min
pages 25-26

Ervaren partner voor al uw groene energieprojecten

4min
pages 23-25

Hydrohm met jouw plasje druppelsgewijs een verschil maakt op milieu- en veiligheidsvlak

9min
pages 19-23

Dossier cleantech Schone technologie: booming business

5min
pages 16-19

“Je kan Brusselse werkzoekenden aantrekken, maar je moet als bedrijf bereid zijn tweetalig te worden”

4min
pages 14-15

“Fransen zijn meer revolutionair dan wij”

3min
pages 12-14

“Onze nieuwste textielingenieurs komen allemaal uit Frankrijk”

2min
pages 11-12

Op talentenjacht over de taalgrens

5min
pages 8-10

Het scorend vermogen van een werkplek

0
pages 7-8

Keuzes, kansen, klaar.

3min
pages 3-5
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.