Confessioneel-Credo 7-2022

Page 18

CONFESSIONEEL pag 3 De Russische beer is los pag 4 De laatste avond voor Pasen pag 8 Vader, vergeef hun... 134e jaargang 7 april 2022 nr. 7 THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN CREDO

TER INLEIDING

In deze dagen is er aandacht voor de Palmzondag, de Witte Donderdag, de Goede Vrijdag, de Stille Zaterdag en dan de twee Paasdagen.

We hebben in dit themanummer aan dacht voor de gebeurtenissen van die dagen en de doordenking daarvan. Iemand noemt die doordenking ‘inter pretatie’. En dat is ook zo. Maar die interpretatie gaat over iets wat je zelf niet bedacht hebt. De Bijbeltekst geeft er ook aanleiding toe. Sterker nog: zon der interpretatie kom je er niet in, maar blijf je buitenstaander. Geloofsbezinning moet het niet hebben van herhalen, maar van luisteren, steeds opnieuw en vervolgens weergeven wat je beluisterd hebt.

We hebben veel aandacht voor de zeven ‘kruiswoorden’ van Jezus.

Een inleidend overzicht van de hand van Robert-Jan van Amstel opent de bezin ning. Vervolgens zijn zeven verschillen de personen uitgenodigd om hun licht te laten schijnen op de woorden van Jezus aan het kruis van Golgotha.

Er is een artikel over de laatste avond van en na het Laatste Avondmaal.

Martien Brinkman denkt verder na over plaatsbekleding en leest daarbij gedichten van Achterberg. Er is verslag van een leeskring over Karl Barth die dan weer nadenkt over Maarten Luther, die het heeft over de inzet van de Tien Geboden met die prachtige opening met de bevrijdende God.

Opstanding als verrassing, zo zegt Tom Wright; en daarop wordt verder geborduurd. En in een tijd vol onrust en agressie, zoals wij nu beleven, geeft de rede van Jezus over de laatste dingen aanleiding tot bezinning op de weder komst van Jezus.

Ook is er een kroniek en een jeugdru briek.

Op Palmpasen is het halleluja met “gezegend Hij die komt in de naam des Heren”. Even later is het op vrijdagmor gen: kruisigt hem. Die omslag in een paar dagen, is huiveringwekkend. Wat kan een stemming omslaan. En de politieke leiding is bang voor on

rust, want een omwenteling begint met een kleine beweging. Machthebbers spelen liever op ‘safe’ door overmacht ten toon te spreiden. Het is alle tijden hetzelfde. In Oekraïne wordt er gevoch ten voor het leven. De tweekleur van de Oekraïense vlag spreekt duidelijke taal: geel is van het graan en blauw is van de hemel van waaruit God het graan laat groeien. Ere wie ere toekomt.

WIM SCHELTENS

DS. ROBERT-JAN VAN AMSTEL

DS. DIEMER DE JONG

DS. DICK WESTERNENG

DS. ELINE BAGGERMAN-VAN POPERING

DS. KEIMPE DIJK

DS. GERCO LOCK

DR. GERT J. MINK

DR. MARTINE OLDHOFF

DR. MARTIEN E. BRINKMAN

DR. PETER VERBAAN

DS. WIM SCHELTENS

MAURICE WIELENGA

DS. WIM SCHELTENS

DS. PIET ROZEBOOM

THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
2
INHOUDSOPGAVE 02 TER INLEIDING EN INHOUDSOPGAVE DE HOOFDREDACTEUR 03 DE RUSSISCHE BEER IS LOS (COLUMN) DS. WIM SCHELTENS 04 DE GEBEURTENISSEN VAN DE LAATSTE AVOND VOOR PASEN DS.
06 VERLICHT DOOR ZEVEN KRUISWOORDEN
08 VADER, VERGEEF HUN, WANT ZE WETEN NIET WAT ZE DOEN
10 AMEN, IK ZEG JE…
11 ZIE, UW ZOON – ZIE, UW MOEDER
12 DE SCHADUW VAN HET KRUIS
14 IK HEB DORST
15 VOLBRACHT
16 ULTIEME WOORDEN DE LAATSTE WOORDEN
18 PLAATSBEKLEDING (2) ‘KOOPMAN IN OUDROEST’
20 PASEN: LOSLATEN WAT NIET-GOD IS!
22 DE GROTE VERRASSING
23 ZIE, DE HERE ZAL KOMEN MET KRACHT EN ZIJN ARM VOERT HEERSCHAPPIJ
24 KRONIEK
• 1. POETINS OORLOG ALS KETTERIJ • 2. NA DE VERKIEZINGEN VAN DE GEMEENTERAAD • 3. ANNE FRANK EN DE NOTARIS • 4. HET GELOOF IN GOD VERDWIJNT SNEL 26 HIJ IS IMMERS UIT DE DOOD OPGEWEKT (JEUGDRUBRIEK)

DE RUSSISCHE BEER IS LOS

Na de Tweede Wereldoorlog is er op het Europese continent weer een heuse oorlog aan de gang. We vergeten niet: de Hongaarse opstand (1956) en de val van Dubcek na de Praagse Lente (Tsjecho-Slowakije, 1968) en de ellende na het uiteenvallen van Joegoslavië. De recente geschiedenis laat zien hoe ver Poetin bereid is te gaan. In 2000 - Poetin is net aan de macht - laat hij de Tsjetsj eense hoofdstad Grozny heroveren door zware bombardementen. Vanaf 2005 legt Poetin in Syrië steden als Aleppo in puin en bombardeert zoveel ziekenhuizen dat er een speciale Wikipedia-pagina aan het onderwerp is gewijd: “Russian–Syrian hospital bombing campaign”. Bij de vijfdaagse invasie van Georgië in 2008 bombardeert het Russische leger eveneens burgerdoelwit ten. Poetin test in Syrië tactieken uit die we in Oekraïne terugzien: van het bombarderen van burgers tot het verspreiden van desinformatie.

Poetin gaat rustig op dezelfde weg door. Is hij te stoppen?

Maurice Wielenga tipte me, dat “Vladimir Poetin in en bij het grote voetbalstadion in Moskou een vlammend betoog hield, zoals hij dat alleen kan. Midden in het betoog werd hij ineens een vroompisser á la carte. Hij zei uit het evangelie naar Johannes, uit het hoofd nog wel: “Niemand heeft groter liefde getoond dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden”. Dus kunnen we conclu deren dat Poetin te pas en te onpas de Bijbel misbruikt.”

Voor veel mensen in Nederland is defensie zo iets geworden als een club hulpverleners bij rampzalige gebeurtenissen, zoals na een overstroming van de Geul in Valkenburg. Of als extra prikkrachten in de vaccinatierace tegen het virus van Covid-19. Maar bij vredesmissies zijn onze militairen deskundig op hoog niveau. En de KMA in Breda is een militaire denktank van jewelste. Dat partijbreed in de Tweede Kamer geroepen wordt om snel meer geld naar Defensie te sluizen, dat is een nieuw geluid.

Het gaat om de soevereiniteit van een land, zo horen we steeds. Het begrip volkssoevereiniteit komt dan opduiken. Dat een land de vrijheid heeft om het beleid zo in te richten, zoals het volk dat wil.

In de Bijbel is er nog een ander ijkpunt: hoe het is in de ogen van God. Niet alleen wat wij willen, maar vooral wat God wil, is een issue in de Bijbel. En dan gaat het om zorgvuldigheid en rechtvaardigheid en bescherming van wat zwak is en hulp behoeft. Het gaat om waardigheid en hulpvaardigheid. Met als vingerwijzing: behandel de ander, zoals je zelf behandeld wilt worden. Door zo’n gezichtspunt krijg je niet gauw last van grensoverschrijdend gedrag.

Poetin komt in zijn jargon met een vredesmissie om de onderdrukte burgers te bevrijden van de genocide door nazistaat Oekraïne met een drugsbende als regering. Het is op en top ideologie. Het zijn drogredenen en gekleurde beeldvorming op de staatstelevisie in Rusland.

En wat krijgen we te zien: patriottisme, tegenstanders die je als een vlieg in je mond uitspuugt, zuivering (zoals onder Stalin), steden omsingelen om de bevolking de hongerdood te laten sterven. En de rechters in Moskou veroordelen alles en iedereen wat Poetin veroordeelt: recht is krom. En de orthodoxe patriarch in Moskou maar steun geven: Geef ons heden ons dagelijks brood, maar maak de Oekraïners maar dood….

De gewone werkelijkheid telt niet mee. Dat Oekraïne een democratische staatsstructuur heeft, telt niet mee. En wat zegt de Joodse president Zelenski tegen de Russische bevolking? “U wordt verteld dat wij nazi’s zijn. Maar hoe kan een natie nazistisch zijn die meer dan 8 miljoen levens heeft opgeofferd om het nazisme uit te roeien? Hoe kan ik een nazi zijn, als mijn grootvader de oorlog heeft overleefd als soldaat in het Sovjet-leger, en gestorven is als een kolonel in een vrij Oekraïne?”.

Maar de Russische beer heeft zijn eigen waarheid, woordkeu ze en verdwijnmethoden voor mensen die hem tegenspreken. Het ergste is, dat hij staat voor de omkering van waarden: hij verwijt anderen iets en gebruikt dat als vrijbrief om zelf pre cies dat te doen. Hoe ongeloofwaardig wil je het nog hebben?

President Zelenski heeft nog zijn humor bij de hand: Russi sche krijgsgevangenen kunnen vrij komen, als ze door hun Russische moeders worden gehaald, dan kunnen die meteen zien wat het Russische leger allemaal heeft vernield. En Oekraïners die een Russische tank in bezit hebben gekregen hoeven daarover geen vermogensbelasting te betalen.

President Volodimir Zelenski.
COLUMN
3
ds. Wim Scheltens

DE GEBEURTENISSEN VAN DE LAATSTE AVOND VOOR PASEN

Aan de vooravond van zijn vernederende lijdensweg kan Jezus toch nog zo hartstochtelijk zeg gen: “Ik heb er hevig naar verlangd dit pesachmaal met jullie te eten voor de tijd van mijn lijden aanbreekt.” Ik ben opgegroeid met een andere vertaling: “Ik heb vurig begeerd dit Pascha met u te eten.” (Lucas 22:15.)

Golgotha wordt er ook niets gebroken aan het lichaam van Jezus. Daarom is het breken om te delen.

Doet dit telkens, zegt Jezus, om Mij te gedenken. Dat noemen we de instel ling van het Heilig Avondmaal. Na de maaltijd neemt Jezus een beker. Je kunt deze beker zien als de vierde beker wijn van Pesach, de beker van de uiteindelij ke verlossing.

Het is allemaal snel gegaan. De voorbereiding van de maaltijd in de bovenzaal en de maaltijd zelf met na de maaltijd de instelling van het avondmaal en dan de lofzang zingen (Psalmen 113-118) en dan de gang naar de voet van de Olijfberg, met die aangrijpende woorden ‘waart gij niet bij machte één uur te waken?”.

Vurig begeerd en één uur waken – die twee momenten hebben mij al op jonge leeftijd bezig gehouden. Nu besef ik, dat dit gaat over de laatste avond van het aardse leven van Jezus. De hartstocht van Jezus en het aangrijpende onvermo gen van zijn vrienden om te waken: deze stijl van vertellen van de Evangelisten is niet zonder dramatiek. En dat kan uitwerking krijgen in je geloofsgevoel: dat begeren niet altijd verkeerd is; wat het 10de gebod aangeeft: Gij zult niet begeren uws naasten huis, vrouw, dienstknecht…. En dat je jouw Heer en vriend zo in de steek kunt laten zoals onder die Olijfbomen aan de voet van de Olijfberg – ook al hadden ze een veelbe wogen dag beleefd. Deze stijl van vertellen door de Evange listen is goed, want wat er gebeurt, is ernstig.

“Ik vind geen schuld in Hem”, zal de aardse rechter Pilatus zeggen.

En toch is het vernederende doodvonnis voltrokken: “op een gehangene rust Gods vloek” (Deuteronomium 21:23), zo zindert op Golgotha. Dat is wat.

HEILIG AVONDMAAL

In Lucas 22 zien we misschien wel het scherpst, hoe het Heilig Avondmaal verbonden is met de Joodse Pesach maaltijd, die herinnert aan de bevrijding van het volk Israël uit Egypte. Een beker met wijn wordt eerst geduid met de gedachte, dat Jezus niet meer van de vrucht van de wijnstok zal drinken tot het Koninkrijk is gekomen. Zo voel je dat het Koninkrijk centraal staat; daarin ervaart Jezus zijn plaats. Dat moeten de leerlingen ook ervaren, daarom gaat die beker rond: het gaat om deel krijgen aan.

Dan komt het brood: het brood wordt tijdens de Pesach-maaltijd ter hand genomen, waarbij het dankgebed wordt gezegd en het brood wordt uitgedeeld. Het brood wordt gebroken om te delen: weer gaat het om deel nemen aan. Die symboliek is sterk. Breken van brood is niet breken van Jezus’ leven. En op

Die beker wordt voor de leerlingen uitge goten – dat is Getsemane en Golgotha. Die beker is het nieuwe verbond, dat gesloten wordt door mijn bloed, zegt Jezus. Dat is de verbreding van het verbond met Abraham, waardoor we nu deel hebben aan “het burgerschap van Israël”, zoals Paulus dat in Efeziërs 2: 12 noemt. Zo raken wij door Jezus betrokken bij de beloften, die bij de verbondssluiting behoren.

Dat gebeurt er allemaal op die laatste avond in de bovenzaal vlak buiten de Sionspoort in Jeruzalem. Daar vallen beslissingen die verstrekkend zijn voor het heil.

Op de Olijfberg huilde Jezus over het lot van de stad: och, had ook jij maar op deze dag geweten, wat vrede kan brengen (Lucas 19: 42).

“AAN DE VOET VAN DE OLIJFBERG” Als afsluiting van de maaltijd en na de instelling van het avondmaal wordt de lofzang gezongen en gaan ze naar de voet van de Olijfberg. In het jaar 333 (na Chr.) bracht de anonieme Pelgrim van Bordeaux, wiens Itinerarium Burdi galense de oudste beschrijving is van een christelijke reiziger door het Heilige Land, er een bezoek. En Eusebius van Caesarea, die de eerste kerkgeschiedenis schreef van de tijd van Jezus tot 324 noemt de plek Get semane in zijn Onomasticon (lijst met namen en plaatsnamen): gelegen “aan de voet van de Olijfberg”, en voegt er aan toe dat “de gelovigen daar gewoon zijn te bidden”.

Laatste avondmaal, da Vinci, in Milaan.
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
4

Het gebed van Jezus is: Vader, neem deze drinkbeker van mij, maar niet mijn wil uw wil geschiede. En zo is dit gebed als voorbeeld gaan dienen voor wat bidden is: zeggen wat je op je hart hebt en je voegen in Gods wil. Die plek inspi reert en kan ons na zoveel eeuwen erbij bepalen, dat dit een belangrijk ijkpunt voor geloof is.

“Lever je de zoon des mensen uit met een kus?” Hier is weer een drama tisch element in het lijdensverhaal. De duidelijkheid en directheid van Jezus’ opmerking vallen op. Je voelt het over wicht van Jezus. Je zou kunnen zeggen: je ziet hoe Hij de regie in handen heeft. Als iemand het zwaard pakt en het oor van een dienaar van de hogepriester afslaat, grijpt Jezus krachtdadig in en geneest het oord door aanraking. Met als bijzondere oneliner: wie het zwaard opneemt, zal door het zwaard vergaan. Zouden ze die woorden in Moskou ook kennen? Zo vormen de kus en het oor de kernmomenten die de sfeer van Jezus tekenen. Niemand komt op de gedachte, hoe bijzonder Jezus is. Zelfs het genezen van het oor kan geen ver wondering wekken.

BIJ KAJAFAS

De karavaan trekt verder: van de voet van de Olijfberg naar het paleis van Kajafas.

Bij de hogepriester komen de aanklach ten tot stand: Hij heeft zich Gods Zoon genoemd en wil de tempel afbreken om die in drie dagen weer op te bouwen. Het is godslastering, zo luidt het oor deel.

Het is tegenwoordig de Petruskerk, ook wel genoemd ”De kraaiende Haan”; wat doet denken aan Petrus die Jezus daar verloochende door te zeggen: ‘ik ken Hem niet’. Het zal inmiddels ochtendkrieken zijn, zo tegen 6 uur. In het huidige gebouw, dat verwijst naar die plek, waar Jezus ook gegeseld is, zie je een schacht met een herinnering aan die vernedering,

die stem krijgt met de woorden van de donkere Psalm 88 die in die schacht hangt in diverse talen.

GABBATHA: MOZAÏEKVLOER

In de huidige straat ‘Via Dolorosa’ in de oude stad van Jeruzalem, zie je Ecce Homo-boog, herinnerend aan de uitspraak van Pilatus: zie de mens, ik vind geen schuld in hem. Daarna wast hij zijn handen in onschuld. In de tv-uitzending The Passion zie je dat ook gebeuren. Dat paleis van Pilatus is voor een groot deel in tact gebleven, althans de vloeren – daar zie je zoiets als het boter, kaas en eieren spelletje van de Romeinse soldaten in het steen gekrast. Daar is een spannend gesprek geweest over Gods Koninkrijk en geen aards rijk, en leiding van God, waardoor wij een verantwoordelijkheid krijgen:

“gij zoudt geen macht over Mij heb ben, als die u niet van boven zou zijn gegeven…”. Daar gaat het de diepte in, veelbetekenend.

OP WEG NAAR GOLGOTHA Het kruis-dragen wordt door Simon van Cyrene even overgenomen. En wat er dan gebeurt is weerzinwekkend en vreeswekkend. Maar beter is te be denken, wat Jezus Zelf zegt: “De Vader heeft Mij lief omdat Ik mijn leven geef, om het ook weer terug te nemen. Nie mand neemt mijn leven, Ik geef het zelf. Ik heb de macht om het te geven en om het weer terug te nemen – dat is de opdracht die Ik van mijn Vader heb ge kregen.” (Johannes 10: 17,18). Achter het kruis daagt de derde dag…

De Petrus-kerk, of: De kraaiende Haan. Ecce Homo-boog - Jeruzalem Via Dolorosa.
5

VERLICHT DOOR ZEVEN KRUISWOORDEN

Grote verzuchtingen, sterke mokerslagen, met stem verheven verstillingen, zo klinken de laatste woorden van Jezus Christus aan het kruis op Golgotha. Ik raak diep onder de indruk wat de Heer weet te zeggen in die krachtige uitingen uitmondend in het moment dat Jezus de Geest geeft. Dan is het inmiddels aardeduister (Lucas 23, vers 44 en 45) Het licht is gedoofd. Althans, dat dácht ik altijd.

Goede Vrijdag

Tijdens een kerkdienst op Goede Vrijdag waar ik als voorganger per Kruiswoord steeds één van de zeven brandende kaarsen op de liturgische tafel uitblies, kwam ik tijdens het stil temoment op een ander spoor. Tot dan toe beleefde ik de kruiswoorden als zevenstanden-dimmer waarmee ik het licht uiteindelijk helemaal uit zet. Ech ter, doet de Heer Jezus juist geen licht áán, net zoals zijn Vader en onze God “licht” roept waar de chaos en het ledi ge van de wereld, het tohoe wabohoe, in een ander licht komen te staan?

Menora

Thuis ben ik verder gaan denken en ik kwam uit bij de zevenarmige kandelaar, de menora, zie o.a. Exodus 25, vers 31 t/m 40. Deze van massief goud gemaakte en rijk versierde kandelaar kreeg een plek eerst in de mobiele ontmoetingstent en later in de door koning Salomo gebouwde tempel in Jeruzalem. De lampen van de menora werden dag en nacht brandende gehou den, Leviticus 24, vers 4. De menora staat symbool voor Israël die het licht is voor alle volken (Jesaja 60, vers 3). In Spreuken 20, vers 27 lees ik, dat het licht van de Heer de geest van de mens verlicht, “het dringt door tot in zijn diepste gedachten” (NBV21)

Licht voor de wereld Is het niet onze Heer Jezus die de ge dachten van de mensen zo goed kent? (Johannes 2, vers 25) Verderop in het evangelie van Johannes horen we Hem zeggen, dat Hij het licht voor de wereld is (Johannes 8, vers 12). De kracht van Zijn lichtende woorden blijft ook aan het kruis voelbaar en zichtbaar. De zeven kruiswoorden begon ik te zien als lichtpunten in alle duisternis, net zoals de lamp in de tent der samenkomst

moest branden tijdens de nachten en zicht biedt op wat diep in ons te vinden is.

Zeven lichtpunten op de menora en een dito aantal kruiswoorden, u begrijpt dat de verbinding snel was gelegd. Ik maakte een schets van een menora en ik wilde per lichtpunt een kruiswoord plaatsen. Alleen: wat is de indeling dan van de kruiswoorden, want deze zijn verdeeld over de vier evangeli en ieder op een eigen plek.

Uiteindelijk ben ik tot de volgende indeling gekomen. Daarvoor verwijs ik naar de afbeelding die door een kerklid en tevens kunstenaar is gemaakt, Tiny Riemersma, nadat ik mijn ruwe schets gereed had.

Linkerzijde van de menora

Aan de linkerzijde van het midden heb ik de kruiswoorden gezet die in het kader passen van wat zich afspeelt in de wereld van alledag en hoe Jezus de mensen om zich heen in het oog heeft. Ofwel woorden die naar buiten gericht zijn. Waar Jezus bidt tot God “Vader, vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen” (Lucas 23, vers 34), daar hoor ik dat Jezus hart heeft óók voor zijn vijanden. Waar Hij zijn moeder en de geliefde leerling ziet en hen toe spreekt met “Vrouw, zie uw zoon” en “Dit is uw moeder” (Johannes 19, vers 26 en 27) , daar zie ik Zijn liefde voor de mens.

Er klinkt vervolgens een troostwoord uit de mond van Jezus richting één van de mede-gehangenen, nadat die laatste eerlijk over zichzelf en over Jezus heeft gesproken: “Voorwaar Ik zeg u, heden zult gij met mij in het paradijs zijn.” (Lucas 23, vers 43) Zo wordt de mens en de wereld een toekomst gegeven, uitmondend in het paradijs. Dat ligt dus niet meer achter ons, maar voor ons.

Rechterzijde van de menora

Ter rechterzijde van het midden heb ik de kruiswoorden geplaatst die vooral haken bij het hemelse, het heilige (de Geest) en bij Jezus Christus zelf, dus wat meer naar binnen gericht. Zijn uitgedroogde en getergde lichaam wordt tot het uiterste gebracht en op een gegeven moment zegt Jezus: “Mij dorst” (Johannes 19, vers 28). Tegelijk spiegelt dit woord van de dorst het andere ter linkerzijde van de menora waar Jezus spreekt over het Paradijs, want daar vloeit het levenswater rijkelijk (Openbaring 22, vers 1 en 2).

Jezus zegt aan het kruis: “Het is volbracht” (Johannes 19, vers 30) Zijn werk, opdracht en roeping, zoals God zijn Vader dat heeft bedacht voor Jezus bereiken een finish. In de prachtige Christushymne van Paulus in zijn brief aan de Filippenzen wordt die opdracht indringend verwoord: Jezus “werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis” (Filippenzen 2, vers 8 NBV21). Of we kunnen denken aan de woorden van één van de twee engelen in het open en lege graf op Paasmor gen: “de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.” (Lucas 24, vers 7 NBV21)

Later zal de Opgestane Heer zelf zeg gen: “… wat in de Wet van Mozes , bij de Profeten en in de Psalmen over Mij geschreven staat in vervulling moest gaan.” (Lucas 24, vers 44 NBV21)

Ook hier zien we een spiegeling tussen het woord over “vrouw en zoon” en het woord “Het is volbracht” waar alle men sen opnieuw verbonden worden aan en met God zelf. Er vindt verzoening plaats.

De Geest

De laatste kaars aan de rechterkant van de menora is het moment, dat Jezus opnieuw God als Vader aan

THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
6

spreekt: “Vader, in uw handen beveel ik mijn Geest” waarna Hij zijn laatste adem uitblaast (Lucas 23, vers 46)

De Geest die op Hem kwam tijdens de doop in Jordaan en Hem voortdreef de woestijn, dezelfde Geest die Hem vervulde om in juichen uit te barsten (Lucas 10, vers 21) is dezelfde die Hem hier op Golgotha verlaat. Deze Geest zal terugkomen als Hij zichzelf uitstort over de mensen en hen zal vervullen (Pinksteren).

Godverlatenheid in het midden

In het midden heb ik het kruiswoord geplaatst waar Jezus uiting geeft aan zijn godverlatenheid met die ingrij pende woorden uit Psalm 22; dit kruiswoord is te vinden in zowel het Matteüs- als in het Marcus-evangelie:

“Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” (Matteüs 27, vers 46)

Jezus hangt tussen hemel en aarde en deelt in het door God verlaten zijn, zijn eenzaamheid, zijn worsteling van waar God nu is. Ik vind dat heel ingrijpend. In diezelfde Psalm 22 lees ik in ver derop in vers 25, dat God niet veraf schuwt wie wordt vernederd en Zijn blik niet van hem af wendt. In een andere Psalm 138, vers 8 zingt koning David dat God het werk van Zijn handen niet loslaat. Ook in de godverlatenheid houdt God vast aan de mens. Ik heb het kruiswoord over de godverlatenheid in het midden gezet, omdat dit woord staat op een bodem, God zelf. Zo zijn ook de andere kruiswoorden verbon den aan de stam van de menora. Alles heeft een grond in God.

Jezus kent je goed

In deze periode naar het Paasfeest toe kun je je bezinning en verstilling verdiepen door een eigen menora te gebruiken of op papier ééntje te teke nen. Spreek een kruiswoord uit, steek het kaarsje aan of zet een waxinelichtje op het papier. Blijf even stil, laat je ge dachten gaan over wat Jezus nu tegen je zegt door het kruiswoord heen; Hij die jou zo goed kent en Zijn licht laat schijnen over wat diep leeft in jou. Doe dit steeds tot alle zeven kaarsjes bran den. Je zult merken dat er én meer licht in huis komt én dat de kruiswoorden tekens van hoop zijn allemaal gegrond in de Drie-Ene God.

ds. Robert-Jan van Amstel (amstel4.nl), predikant in Rotterdam.

Zeven kruiswoorden geven licht. (Idee: Robert-Jan van Amstel; grafische uitwerking: Tiny Riemersma)
7

VADER, VERGEEF HUN, WANT

ZE WETEN NIET WAT ZE DOEN

Aan het kruis heeft Jezus zeven keer gesproken. Het eerste woord was ‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen’ in Lucas 23: 34.

De misdadigers, die naast Hem gekruisigd waren, hebben het zeker gehoord. Een gebed tot God, door een gekruisigde. Niet voor zichzelf, maar voor de mensen die Hem kruisigden en bespotten, voor hen bad Hij. Dat heeft de ene misdadiger geraakt en aan het denken gezet. Hij vroeg: ‘Jezus, denk aan mij wanneer U in uw koninkrijk komt.’ Jezus heeft hem toen geant woord: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn.’ (Lucas 23: 43).

GELOOF ALS RELATIE

Hier komt duidelijk uit dat het in het geloof om de relatie gaat. God zoekt de mensen op en wil in liefde een verbond met hen aangaan, een afspraak voor het leven, sterker dan de dood. Jezus kwam om de relatie weer goed te ma ken. In het gesprek met de misdadiger komt dit naar voren. De misdadiger hing er terecht. Hij hoorde Jezus bidden om vergeving voor zijn vijanden. Dat raakte hem heel diep. Zo ontstond door het ge bed een relatie, een brug tussen Jezus en de man naast Hem aan het kruis. Daar bij de heuvel Golgotha, met de drie kruizen, was het druk. Het werd Pasen en iedereen was er druk mee. Reizigers

waren gekomen om met Pasen in Jeru zalem te zijn. Je wilt er een beetje goed uitzien en ze kochten nieuwe kleren. Je wilt goed eten met je familie en gasten en ze vulden de kasten. En natuurlijk hadden de mensen meegekregen wat er met die man uit Nazareth was gebeurd. Twaalf leerlingen en vele anderen volg den Hem. Maar Hij was opgepakt, ge slagen en hing daar aan een kruis. Als je er langs kwam, zo net buiten de stad, dan hoorde je de leiders van het volk en de soldaten lachen en spotten om Hem. En het kon zomaar zijn dat jij, die zoiets echt nooit zou doen, toch zomaar meedeed en ook riep: ‘Als U dan koning bent, kom dan zelf van dat kruis!’

DRIE GEBEDEN

Van de zeven kruiswoorden er zijn er drie een gebed. ‘Vader, vergeef hun’, dat is het eerste gebed. ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten’ is het tweede. Het derde gebed aan het kruis bidt Hij stervend: ‘Vader, in uw handen leg Ik mijn geest.’

Hij was verlaten, maar legde zijn leven in de handen van zijn Vader. Lucas geeft het eerste en het laatste kruis woord weer. Beide keren begon Jezus dit woord met ‘Vader’. Hij was dicht bij

zijn Vader en zocht ook in het lijden de nabijheid van God zijn Vader.

Jezus bidt altijd voor ons. Dat deed Hij toen Hij op aarde was. Lucas 22: 32 ‘Petrus, Ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken.’

In de hemel bidt Jezus ook voor ons, Romeinen 8: 34 ‘Christus Jezus die aan de rechterhand van God zit pleit voor ons.’

Toen Hij aan het kruis hing en ging sterven is Hij in zijn lijden ook Priester geweest die voorbede heeft gedaan.

LAAT MAAR…

Het eerste gebed voor de mensen die Hem kruisigden en bespotten was een gebed om hen te vergeven. Bedenk eens het volgende. Als een jongen wordt uitgescholden terwijl zijn vader erbij is, dan wordt zijn vader natuurlijk boos. Maar als zijn zoon zegt: ‘Vader, laat maar, doe er niets op uit’, dan zal die vader naar zijn kind luisteren, eerder dan naar een ander die zoiets zegt. Jezus vraagt zijn Vader om zijn vij anden te vergeven. Zijn Vader is God, die kan vergeven, Hij alleen, maar de Zoon kan erom vragen en het bewerk stelligen.

VERGEVEN

Jezus heeft zelf ook de zonden verge ven. Zoals van de verlamde die door het dak tot voor Jezus werd neergelaten. Hij genas deze man en zei dat zijn zonden vergeven waren. Dit vonden de leiders Godslasterlijk. Dat Jezus zichzelf met God gelijkstelde was reden om Hem gevangen te nemen. Aan het kruis zegt Jezus niet ‘Jullie zonden zijn vergeven’. Hij bidt zijn Vader erom. Hij legt alle eer en macht af en dient. In zijn lijden bidt Hij voor de mensen. Hij brengt ze bij God en vraagt om vergeving, om goedmaking.

Wij vinden vergeven moeilijk. Er zijn veel situaties waarin wij het gewoon niet op kunnen brengen om die ander te verge ven. Maar het is niet onmogelijk om te vergeven. Met de zegen en genade van God kun je vergeven. In Jezus’ naam.

Kruisoprichting door P.P. Rubens.
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
8

VOORBEDE – NIET VOOR ZICHZELF

Jezus heeft dit gebed gebeden direct nadat ze Hem aan het kruis sloegen. Ze hesen Hem omhoog. De pijn was vreselijk. Hij had voor zichzelf kunnen bidden. Maar Hij keek naar de mannen met de spijkers en de hamers en bad voor hen. Zij slaan Hem. Hij brengt ze bij God. Hij doet voorbede. Zijn gebed is als een dringende vraag. De Zoon vraagt zijn Vader vrijspraak voor de men sen. Het is een vraag van de Middelaar. Hij is ertussen in gekomen. Hij brengt de mensen bij God en verdoezelt de schuld niet, maar vraagt om genade. Vergeving vragen is ook uitstel vragen. Jezus vraagt of God in liefde nog tijd wil geven, om te bekeren. De vraag van zijn geliefde Zoon laat de Vader in de hemel niet koud.

‘Want ze weten niet wat ze doen’, heeft Jezus gebeden. Petrus heeft later over deze onwetendheid gesproken, Han delingen 3: 17- 19: ‘U handelde uit onwetendheid, maar keer terug tot God om vergeving voor uw zonden te krijgen.’ Jezus was in zijn woorden aan het kruis veel bezig met de mensen. Hij sprak ook in nood en riep tot zijn Vader, maar ook de mensen had Hij op het oog en in het hart. Dat is bijzonder troostend voor ons allemaal. Dat is het Evangelie van Goede Vrijdag. Hij staat voor ons in. Neemt onze plaats in en draagt wat geen mens kan dragen en ook niet meer hoeft te dragen, omdat Hij het ge dragen heeft. Ieder mens mag komen, alle mensen met hun zonden zijn wel kom en worden genodigd om te komen. Jezus bidt voor ons. En je kunt nog zo ver op drift zijn geraakt of verdwaald in deze wereld en ver van God, toch is er een weg terug, God wil vergeven om Jezus’ wil.

ds. Diemer de Jong

‘JEMIMA, DOCHTER VAN JOB’

Wie eens een ander soort boekje over Job wil lezen, kan terecht bij Jemima, dochter van Job. In dit boekje gaat het op ontroerende wijze over het leven van haar vader Job vóór en na de grote slagen. Ze tekent haar vader met liefde en zorgzaamheid voor zijn kinderen.

Ze vertelt over de worsteling met zijn vrienden, de pijn van het leven en de bestaande ideeën over God.

We kennen het in de kerk vanuit het pastoraat en de geloofsgesprekken: de moeite met tegenslagen en waar is God in dit alles? Aandacht voor zulke vragen geeft bemoediging en troost. Luisteren naar het levensverhaal van wie met slagen en zorgen te kampen heeft, in welke levensfase dan ook, kan opluch ting geven, omdat het serieus wordt genomen.

Zo kan Job ons eigen leven raken. Het gaat over vrienden, rouw en de worste

ling met God, over leven en dood en over opnieuw gekregen, her-kregen le ven. Niet een zoektocht naar de zin van het lijden en ook niet ‘waarom treft het mij?’ Het gaat over de vraag: God waar bent u, nu ik zo vreselijk moet lijden? De conclusie van de dochter is: Vader Job is een mens zoals God de mens bedoeld heeft. Als je dat over je vader kunt zeggen, is dat een mooie geestelij ke erfenis.

Het boek Jemima, dochter van Job, bestaat uit twee gedeelten: het verhaal door Heleen Pasma en Gedichten, gebe den en gespreksvragen door Annemarie Hagoort.

Heleen Pasma en Annemarie Hagoort, ‘Jemima, dochter van Job’, Narratio, Go rinchem 2019, derde druk, 88 blz., € 9,-

ds. Wim Scheltens

Vergeven (Willem de Vink).
BOEKBESPREKING
9

AMEN, IK ZEG JE…

De twee gekruisigde Zeloten horen hoe Jezus wordt bespot. ‘Bent U niet de Christus, de Zoon van God? Red dan uzelf eens! Dan zullen de volgelin gen toestromen’. Ongetwijfeld weten ze wie Jezus is. Ze hopen dat zij van Hem kunnen profiteren. Ze spotten mee: ‘Red uzelf en ons!’

Eén misdadiger komt terug op deze las terlijke taal. Hij bestraft de ander. Wij zijn meedogenloze verzetsstrijders, maar die man heeft niets onbehoorlijks gedaan. Dan gebeurt het wonder. In al zijn pijn en lijden blijkt Jezus een spiegel voor hem. Hij wist al dat hij een zondaar was, maar erkent dat nu ook. Jezus: God redt. Hem heeft hij nodig. Het belangrijkste is niet dat hij van het kruis komt. Opeens begrijpt hij dat de Messias Hem verge ving kan schenken voor een leven lang zonde. Dan kan hij niet meer zwijgen: ‘Jezus, denk aan mij wanneer U in uw Koninkrijk komt’.

JEZUS HOREN

In een uur naast Jezus heeft hij veel vertrouwen in Hem gekregen. Jezus kan hem redden, maar mag hij nog wel iets aan God vragen? Laat Jezus maar aan hem denken in zijn paradijs, zoals Hem goed lijkt. Een open vraag, een gebed om genade. Met zijn antwoord sluit Jezus het gebed af. ‘Ik verzeker je, van daag nog zul je met Mij in het paradijs zijn’. Letterlijk: ‘Amen, Ik zeg je…’ Amen, het is waar en zeker.

Gods liefde is groter dan wij ooit kunnen dromen. Misschien herkent u, dat u soms geen rust vindt na uw gebed en blijft piekeren, twijfelen. Prachtig als Jezus dan uw gebed afsluit: amen. Je mag het zeker weten, ondanks alles. Dat is Gods belofte voor jou. Die misdadiger was gelukkig, dat hij Gods Koninkrijk binnen mag gaan. Al hing hij aan het kruis, al verging hij van dorst en pijn, hij was gelukkiger dan ooit. Jezus deed zijn belofte tegen twaalf uur ‘s middags. Maar dan wordt de zon verduisterd, drie uur lang. Ook voor de

moordenaar. Gods licht straalt in zijn leven, hij mag Gods kind zijn. Nu hoort hij Jezus roepen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ Jezus vecht tegen zijn eigen twijfel. Hij vecht om zijn geloof te behouden en gehoor zaam te blijven aan de opdracht van zijn hemelse Vader. Een kreet naar een donkere hemel: Vader, waar bent U? De moordenaar moet wel verschrikt denken: Jezus, de Messias, verlaten door God? Hoe moet het dan met hem? Als Degene die hem een heerlij ke toekomst heeft beloofd, vecht met zijn geloof, wat hebben diens woorden dan voor waarde? ‘Vandaag nog zult je met Mij in het paradijs zijn’? Is dat geen grootspraak, godslastering? Kan Jezus wel spreken in naam van Israëls God?

VOLHARDEN

Ook Jezus’ sterven heeft de gelovige Zeloot gezien. Vreemd! Jezus dronk wat zure wijn, schreeuwde: ‘Het is volbracht’, mompelde daarna nog iets en was er niet meer. De Zeloot moet nog verder. Straks slaan soldaten met knotsen zijn benen kapot. Een versnel de dood.

Denkt u dat hij zijn geloof toen ervaren heeft? Het paradijs, Gods liefde, is hem beloofd, maar lijden, pijn en twijfel overheersen alles. Hij heeft één belofte van Jezus voor de resterende uren van zijn leven. Hij kan alleen volhardend geloven, zeker weten en vertrouwen. Tegen de godverlatenheid van Jezus in: God trekt zijn beloften niet in, maar is trouw tot in eeuwigheid. Het was veel moeilijker dan sommigen mij suggereerden. Niet even bidden tot Jezus, vlak voor het sterven, en dan de hemel binnenhuppelen. Met als hun verborgen boodschap: ik heb de tijd nog. Geloven in God, leven met Chris tus, kan altijd nog. Nee, uren duisternis, Jezus zien balanceren op de rand van de afgrond. De Zeloot moet geloven, tegen zijn gevoel in.

LIEFDE EN LIJDEN

Ook ons gebeuren dingen die in tegen spraak lijken met de beloften van God. Je begrijpt er niets van. Mensen van wie we afscheid moeten nemen, die zich eenzaam voelen na een leven lang samen. Jongeren die een ouder moeten missen. De wereld om ons heen, waar meisjes worden verkracht, honger wordt geleden, dictaturen zijn en mensenrech ten worden geschonden. Dat is toch on verenigbaar met God, met zijn almacht, met zijn overwinning op de duivel?

Het is de werkelijkheid in het leven van een gelovige. De belofte van God is er, staat op Schrift, maar opeens wordt het donker. Jezus heeft gezegd bij zijn hemelvaart: ‘Ik ben met u, alle dagen tot aan de voleinding der wereld’. Bekruipt u nooit de gedachte: ‘het staat er mooi, maar ik voel er niets van’?

Het kan moeilijk zijn om ‘God is liefde’ met het wereldgebeuren en je eigen situatie te rijmen. Je zou willen ervaren dat het Evangelie waar is. Dat Gods verzoenende en overwinnende liefde je voortdurend draagt en zekerheid geeft. Ook vol vertrouwen, vrede en vreugde zijn, als moeilijkheden je bestormen. Lucas 23 leert ons anders. Geloven is niet vooral een gevoel in je hart, maar bovenal vasthoudend vertrouwen op Gods beloften, zeker weten tegen de stroom in. God houdt zijn woord, in Christus. Soms neemt Hij de oorzaak van de angst en de twijfel weg, maar vaak ook blijft het gewenste wonder uit. De gelovige moordenaar moest aan het kruis blijven hangen. Meer dan Jezus’ belofte kreeg hij niet. Ook wij zullen ons kruis vaak moeten blijven dragen. Dat is dood en eenzaamheid een plaats geven in onze relatie met God. Vast vertrouwen op Gods Woord, weten het Evangelie waar is. Het komt goed. We zijn steeds op weg naar Gods licht, de vreugde en het feest. Het komt goed, omdat het sinds Goede Vrijdag in Christus goed is.

ds. Dick Westerneng

Geloven leer je samen. Samen lees je de Bijbel en leef je daaruit. De ander helpt jou verder. Bij Lucas 23:43: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn’, denk ik aan ds. Cor van de Velde. Huisschilder uit ’s-Gravenpolder, later predikant. Op Goede Vrijdag 1997, verkondigde hij dit kruiswoord, vlak voor zijn sterven. Zijn preek is de basis voor mijn artikel. Het Lam Gods, Van Eijck (fragment).
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
10

ZIE, UW ZOON – ZIE, UW MOEDER

Het laatste wat gezegd wordt aan het kruis door Jezus is een soort van opdracht of overdracht. De twee meest geliefde personen, zijn moeder en de leerling die hij liefheeft, worden aan elkaar gekoppeld en de geliefde leerling krijgt de opdracht te zorgen voor de moeder en haar in huis te nemen. Dat laatste geldt meer dan dat Maria als een moeder zal zijn voor Johannes. Het gaat om het volwassen zoon zijn – waar ook de verplichting bij hoort en de zorg voor het onderhoud en de begrafenis van de moeder.

Het tafereel is op het eerste gezicht best absurd. Dat Jezus hieraan denkt vanaf het kruis, dat is ongelooflijk. Maar tegelijkertijd ook voorstelbaar als je het ziet als een sterfbed tafereel. In dagen van ziekte en afscheid worden zulke dingen vaak bespreekbaar en zijn er dingen die geregeld moeten worden, plichten die overgedragen moeten wor den voor als diegene er niet meer is.

En Jezus denkt hieraan vanaf het kruis. Hij denkt aan zijn moeder. Jezus is hier een volwassen zoon die denkt aan de plicht die hij heeft tegenover zijn moe der. Wij bezien de Heer vaak vanuit zijn hoge taak in de wereld en als gezonden door God de Vader. Maar hij is God en mens tegelijk en als mens is hij ook zoon met een moeder die daar staat on derdaan het kruis. Het meest vreselijke moment voor een moeder is dit om haar zoon te zien sterven.

En in dat moment is er de blik van Jezus die dat ziet en spreekt: vrouw, zie, uw zoon en tot Johannes, zie, uw moeder. De zorg voor zijn moeder draagt hij over aan de geliefde leerling. En deze neemt haar vanaf dat uur bij zich in huis.

Wat betekent het dat Jezus dit ziet en zegt en doet vanaf het kruis? Je kunt zeggen, dit is een sterfbedtafereel – je wilt de dingen goed regelen voordat je sterft.Echter – dit is geen ‘gewoon’ sterfbed. We staan hier onderaan het kruis. Wat betekent het voor ons dat Jezus dit doet?

Het laat ons zien dat Jezus de geboden in praktijk brengt, de wet vervult tot op het laatst. Eert uw vader en uw moeder – dat is wat Jezus doet. Hij zorgt voor zijn moeder, hij zorgt dat ze niet alleen zal blijven. En dat is heel belangrijk –het praktische van een nieuwe taak en een nieuwe ordening van de verhoudin gen kan helpen in een groot gemis.

Dit beeld is ook bijzonder omdat bij het kruis de familie weer bij elkaar is en daar aandacht aan wordt geschonken. Nu het sterven nadert – is Jezus weer zoon en staat zijn moeder daar en heeft zij weer die rol als moeder. Het tafereel bij het kruis verwijst naar het begin van zijn leven, naar de kribbe in de stal van Bethlehem. Het kind dat daar geboren is, in doeken gewikkeld ligt, is daar al de verlosser die hangt in het doodskleed aan het kruis. En deze mensen rondom het kruis die hebben dit allemaal gezien en meegemaakt.

Zie, uw zoon, zie, uw moeder. In dit kruiswoord laat Jezus zien wat de taak is voor de geliefde leerling – de moeder bij zich in huis nemen. Deze woorden gaan dieper dan alleen maar de zorg van een zoon voor zijn moeder. De Heer spreekt deze woorden tot ons en tot ons hart vandaag. Want al Jezus woor den zijn evangelie.

Het gaat hier om zien. Jezus ziet wat nodig is voor zijn moeder. Jezus ziet een nieuwe taak voor de geliefde leerling, namelijk om de moeder in huis te nemen. Jezus ziet dat vanaf het kruis. Vanaf het kruis is zijn blik ook gericht naar ons. Hij ziet ons aan in onze angst, in ons gemis en ons diepe verdriet en pijn. Hij ziet het, hij weet het en ook voor ons spreekt hij zijn woord. Deze woorden krijgen nog meer beteke nis omdat ze gesproken worden vanaf het kruis. Het kruis zelf is de grootste daad van Jezus. Daar hangt hij om ons. Daar heeft hij al het lijden van de hele wereld en ons lijden op zich genomen. En vanaf dat kruis klinkt dat diepe woord – zie, uw zoon - zie, uw moeder.

Dat is een grote opdracht om te zien. Ga en zie. Kijk om je heen. Zie wie je kan helpen. Voor wie je een zoon kan

zijn. Zie, wie voor jou die moeder is. Zie die moeder met verdriet om haar zoon. Neem haar vanaf dit moment bij je in huis.

Dit woord klinkt ook nu vandaag in het lijden van deze verscheurde wereld. Dit woord klinkt nu het oorlog is in Oekraïne. Ook daar zijn moeders op de vlucht, ook daar staan nu ontelbaar veel kruisen, ook daar zijn moeders die hun zonen hebben verloren. Zie, uw zoon, zie, uw moeder. Het kruis plaatst ons in een nieuwe orde tegenover onze naaste. Christus ziet ons aan vanaf het kruis en zo worden wij uitgenodigd de ander te zien. Vanuit het kruis, vanuit de genade van Christus. En van dat uur af nam de discipel haar bij zich in huis.

ds. Eline Baggerman-van Popering is predikante in de Gereformeerde Kerk te Haastrecht

De kruisiging door Jacob Jordaens.
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
11

DE SCHADUW VAN

HET KRUIS

We bevinden ons weer in de passage van passie naar Pasen. Passie, dat woord betekent harts tocht, maar ook lijden. Denk maar aan de Matthaüspassion of The Passion. Beide betekenissen vloeien samen in het Bijbelwoord ‘De ijver (passie, hartstocht) voor Uw huis zal Mij (Jezus) verteren’. Dat staat in het verhaal over de tempelreiniging (Johannes 2:17), maar werpt z’n schaduw vooruit naar Golgotha.

Golgotha - wat gebeurde daar precies? Daar is veel over te zeggen; daar is m.i. ook veel misverstand over, bijv. als zou God eerst bloed willen zien alvorens ver zoening te bieden. Dus niet. Maar dat is een ander chapiter. Ik wil nu uw aan dacht vragen voor het kruiswoord ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij ver laten?’ Dat is een citaat uit Psalm 22:2. Nu is de vraag of Jezus enkel deze regel bedoelde of de hele psalm. Voor dat laatste is iets te zeggen omdat het kruiswoord ‘Het is volbracht’ (Johannes 19:30) zeer waarschijnlijk een citaat is van het slot van dezelfde psalm, wat in de berijming ervan heel goed tot uiting komt (‘dat Hij ‘t volbracht’). Psalm 22 begint met het woord van Godverlaten heid, met wanhoop, maar gaandeweg is het of in het donker van die wanhoop weer licht begint te klaren; gaandeweg gloort het licht van hoop en vertrou wen, dat wanhoop en wantrouwen als het ware inhaalt. In vers 11 belijdt de psalmist: ‘van de moederschoot af zijt Gij mijn God’.

PASSIE

In dezelfde psalm (vers 19) lezen we: ‘Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad’, woorden die terugkeren in de beschrijving van de kruisiging. Zoals ook diverse andere woorden regelrech te aanhalingen zijn uit het psalmboek. Neem het woord ‘Mij dorst’, dat komt uit Psalm 69:22 en 63:1. Tussen de regels door kan men ook verwijzingen naar Psalm 118 en 140 vinden. Op merkelijk is dat in meerdere van deze psalmen de regel voorkomt: ‘Gij zijt mijn God’. Vraag: hoe kwamen de omstan ders op Golgotha erbij te zeggen: ‘Hij roept Elia’. Want ‘Mijn God, mijn God etc.’ is de vertaling van Eli, Eli. Nu was het niet zo vreemd dat men aan Elia

dacht, want men verwachtte de terug keer van Elia in die tijd. Denk aan de vraag aan Jezus of Johannes de Doper de teruggekeerde Elia was. Nu is een Bijbelgeleerde ooit op het idee geko men, dat men verstond: ‘Elia’ta’, wat

betekent: Elia, kom. Dat klinkt precies als ‘Eli’atta’ en dat betekent...: ‘Gij zijt mijn God’, het refrein uit hierboven genoemde psalmen. Maar maakt ook begrijpelijk dat mensen dachten dat hij om Elia riep.

Ecce Homo, zie de mens Rembrandt, 1634.
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
12

Merkwaardig is overigens dat Lucas en Johannes het woord van de Godver latenheid niet noemen. In Johannes lezen we zelfs dat Jezus nooit door God verlaten is (8:29). Daar klinkt meer het vertrouwen op God in door, zoals in: ‘In Uw handen beveel ik mijn geest’. Conclusie: Als Jezus inderdaad geroe pen zou hebben ‘Mijn God zijt Gij!’, dan bedoelde hij al die klaagpsalmen waarin dit refrein voorkomt. Hoop en wanhoop, vertrouwen en wantrouwen doorkruisen elkaar. Golgotha is een kruispunt waar alle wegen van menselijk lijden samen komen, maar de boventoon is uiteinde lijk: ‘Toch overwint eens de genade en maakt een einde aan de nacht’. Noem de woorden ‘Mijn God zijt Gij’ maar het watermerk van de passie-geschiedenis. Of de grondtoon van Jezus’ lijden. De passie in zijn passie.

LIJDEN VAN GOD?

Er is nogal eens beweerd dat in het lijden van Jezus tot uiting kwam dat God met hem meeleed. Want Jezus is immers God. Maar zo maakt men er een onoplosbare puzzel van. Jezus leed juist áán God! Want dat is wat tot uiting komt in het waarom-woord! Hij vereen

zelvigt zich met ons lijden, niet enkel met het kwaad dat we doen maar ook met het kwaad dat ons overkomt. En dat is het geval wanneer je je van God en mens verlaten voelt. Van mensen verlaten en dat werkt onwillekeurig door in de verhouding tot God. Zo is het toch ook in Psalm 22. Dan valt de schaduw van het kruis op je, zoals de discipelen ook na de opstanding beleefd hebben. Lijden was voor hen in het spoor van de lijdende Jezus gaan, die ook na de opstanding nog gelittekend is! In die schaduw ervaren ze de kracht van de opstanding ‘Want Gij zijt bij mij.’.

De Zweedse dichter en Nobelprijswin naar Tomas Tranströmer schreef een gedicht over een laag overvliegend vlieg tuig. En dat vliegtuig wordt gevolgd door ‘een schaduw in de vorm van een groot kruis voortstormend over de grond’. Een mens zit te wroeten in de grond en een onderdeel van een seconde bevindt hij zich in het midden van het kruis. De dichter zegt van zichzelf, dat hij een eigen invulling geeft aan zijn geloof: met zijn gezicht naar het christendom gekeerd, buiten het hek van de kerk.

Geen belijdend christen, wel binnen het krachtenveld van het geloof. Bewust onder het beslag en de invloed van de Geest, zeg maar. Dus is er alle reden om te veronderstellen dat er een niet geringe symboliek in de zojuist weer gegeven woorden zit. Maar hoe dan? Iemand zag het als een vinger Gods, als een stille troost als een schouder klop, dat de wroetende man mag weten dat zijn gezwoeg niet onopgemerkt is gebleven. De techniek kan blijkbaar ook een kruis slaan, in negatieve maar ook in positieve zin. Zo ergens zou je hier van het wonder van de techniek mogen spreken. Het vliegtuig slaat een kruis over wegen en velden, over akkers en huizen. We zeggen dan wel: ‘Ieder huis draagt zijn kruis’, Het kruis is een teken aan de wand. Ook hier geldt: negatief én positief! Om het tot slot even heel persoonlijk te maken: kort voor ze stierf riep mijn vrouw: ‘HIJ heeft mij nooit in de steek gelaten’. Deze woorden gaven we een plaats op haar grafsteen. Zoals het stond in het oude HA-formulier: Je zus van God verlaten opdat wij nimmer meer van Hem verlaten zou worden.

ds. Keimpe Dijk

13

IK HEB DORST

JOHANNES 19 VERS 28

Kaalgeplukt en leeggegeten. Dat is hoe Paul van Dongen Jezus heeft afgebeeld. Zijn aanblik is één en al gebrokenheid. De ogen zijn gesloten. Het hoofd is neergebogen. De doornenkroon scheef op het hoofd gedrukt. Maar wat vooral in het oog springt: de kale takjes die de contouren vormen van zijn gelaat. Jezus’ gezicht is volledig opgebouwd uit druiventakken. Iedere goede vrucht is verdwenen. Hier en daar is nog een klein uitgedroogd restje druif waarneembaar. Al lijken dit soms eerder korsterige druppels gedroogd bloed. Het oogt allemaal nogal levenloos. Dit is wat je noemt ‘dor hout’. Deze Jezus is ten dode opgeschreven.

over spraken. Hij houdt vast aan de kern van de Schrift en laat deze daar mee waarheid worden. Hij maakt de ervaring die eerder al beschreven werd in de Bijbel, ten volle mee en volbrengt die.

Zoals bij ieder kruiswoord moet je dan onwillekeurig denken aan de psalmen. Aan psalm 69 bijvoorbeeld waarin de dorst van de dichter – evenals hier op Golgotha - tegemoet getreden wordt met azijn. Maar ook de smachtende dorst naar God van de psalmen 22 en 42 komen hier bovendrijven. In de dor stige uitroep van Jezus ligt iets van ver langen verscholen. Verlangen naar God die je dorst lest, die de droogte in je leven opheft. Dat verlangen proeft Jezus hier volledig in zijn schorre schreeuw om vocht. In het vijfde kruiswoord hoor je kortom een stervende die ernaar verlangt om met volle teugen te kunnen drinken. Dat verlangen heeft niet alleen een fysieke component, er ligt ook het spirituele verlangen in verscholen naar de nabijheid van God.

En dat is ook precies wat klinkt in het kruiswoord ‘Ik heb dorst’. Het is één van de kortste kruiswoorden. Maar je hoort er alle sterfelijkheid in die mensen eigen is. Wie nog twijfelde over de vraag of Jezus wel echt een sterve ling is, hoort in deze rauwe schreeuw de bevestiging. Jezus kent de dorst die zo vaak verbonden is aan het levenseinde.

Wie ooit aan het sterfbed van een dorstende geliefde zat, herkent de niet aflatende behoefte aan vocht. Dorst is verschrikkelijk. En daarom maak je, zelfs als het lichaam van de stervende geen slok water meer kan opnemen, diens lippen vochtig. Je probeert van

alles met washandjes en sponsstokjes. Maar de droge mond keert onherroepe lijk terug. Met gekloofde lippen – subtiel weergegeven door Van Dongen – deelt Jezus deze ervaring van de stervende als Hij uitroept: ‘Ik heb dorst.’

Naast de fysieke dorst verwijst de evan gelist Johannes ons bij dit kruiswoord op het in vervulling gaan van de Schrif ten. De typisch bijbelse uitdrukking ‘in vervulling gaan’ betekent niet het uitko men van eerder gedane voorspellingen. Dan maak je van de kruisiging een spel dat volgens script verloopt. ‘In vervulling gaan’ is in de Bijbel vooral ‘doorleven’. Jezus doorleeft volledig waar anderen

Op dit punt suggereert het evangelie van Johannes een vreemde geloofs sprong. Het is de sprong die Paul van Dongen ook maakt met zijn leeggegeten Christusbeeld. Want onwillekeurig moet je bij het zien van die kale en smachten de Jezusfiguur denken aan de woorden die juist in het evangelie van Johannes klinken: ‘Ik ben het levende water’; ‘Ik ben de ware wijnstok’. Blijkbaar kunnen die twee samengaan in het evangelie. Jezus die de dorstende is aan het kruis, heft vreemd genoeg die dorst bij anderen op door zich leeg te laten eten. Hij schenkt zichzelf weg, geeft zichzelf als voedsel en blijft daarin kaal achter. Maar hoe leeggezogen en uitgeteerd zijn gelaat daarmee ook wordt, er ligt toch iets van hoop en vervulling in

Christus - Leeggegeten druiventros.
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
14

verscholen. Degene die van deze ware wijnstok de druiven geplukt heeft - of de wijn drinkt - vult zich mysterieus genoeg met Christus zelf.

Paul van Dongen vertelde onlangs hoe hij zijn prenten van leeggegeten druiven trossen zijn ontstaan. Alledaagser kon hij eigenlijk niet. Hij had gewoon een keer druiven in de supermarkt gekocht om op te eten. Toen de tros leeg was, klaar om in de groentebak gegooid te worden, keek hij er nog eens naar. Kijkend dacht hij plotseling: het lijkt wel een gestalte. Het is een teken gewor den. In dit kale ligt iets van Christus. Eerst etste hij de druiventak die iets van een kruisigingsscene in zich draagt. Later volgde ‘Christus als leeggegeten druiventak’.

In het evangelie gaat het er vergelijk baar aan toe. Een bijna alledaags ‘ik heb zo’n dorst’ kan ineens diepere lagen vertonen. Vreemd genoeg blijkt de dorstige gekruisigde tegelijk de dorstlessende Christus te zijn.

ds. Gerco Lock, Scheveningen

In de Bethelkerk Scheveningen is tot Stille Zaterdag, 16 april, een expositie te zien met werken van Paul van Dongen. Samen met schrijver Willem Jan Otten en de musici van Ars Musica werd ‘De Nieu we Passie’ gemaakt. Dit is een omgang in het leven, lijden en verrijzen van Jezus Christus met poëzie, etsen en passiemu ziek. Bezoekersinformatie is te vinden op www.denieuwepassie.nl.

VOLBRACHT!

Wij houden van winnaars. Op hen stemmen we het liefst bij verkiezingen. Enthousiast zijn we met de winnaar van een gouden medaille. Jezus lijkt de grote verliezer. Hij hangt te schande aan het kruis. De triomfantelijke intocht vijf dagen geleden lijkt vergeten. Hij buigt het hoofd en geeft de geest. Verslagenheid op Golgotha! Johann Sebastian Bach sluit zijn Matthäuspassion af met het bekende: “Wir setzen uns mit Tränen nieder”:

Wij zetten ons met tranen neer en roepen in het graf U toe: Rust nu zacht! Zoete rust. Rust nu, afgetobde leden! Rust zacht, rust zoet.

De sfeer waarin de evangelist Johan nes het sterven van Jezus beschrijft, is totaal anders. Bij hem horen we Jezus’ uitroep: “Volbracht”! Het is een overwin ningsroep. Schijnbaar in tegenspraak met de feiten. Het lijkt definitief verlies. Maar Jezus interpreteert anders. Wat verlies lijkt, is winst. “Volbracht!”. “Het doel is bereikt”. En zo is het!

Johannes tekent de Here Jezus gedu rende zijn hele evangelie niet in zijn zwakheid maar in zijn koninklijke heer schappij. Hij heeft de regie in handen, zelfs aan het kruis. Ja, juist dan. Het overkomt Hem niet zomaar, Hij is niet passief, maar zelfs, neen juist aan het kruis, actief. Hij legt zijn leven af en pakt het op.

Welke taak zegt Jezus volbracht te hebben? Welk doel heeft Hij bereikt? Zijn doelstellingen heeft Hij in de loop van de tijd geïllustreerd met een aantal tekenen. Jezus laat in Kana zien dat Hij uit is op een groot feest. Jezus geneest zieken. Hij biedt de oplossing van het voedselvraagstuk. Hij wekt zijn dode vriend Lazarus tot leven. Mooi! En wat wil een mens nog meer? Nu, een gewoon mens misschien niet. Jezus wel. Hij wil meer. Zijn werk was nog niet volbracht, zijn doel nog niet bereikt. Jezus is niet alleen gekomen om uit te leggen wie de Vader is en wat Hij wil bereiken. Hij zorgt er ook voor dat dit alles werkelijkheid wordt.

Zeker: God wil het feest, God wil gene zing, God wil verzadiging, God wil leven. Niet eenmalig, maar voor altijd. Jezus bewerkstelligt dit. Hoe doet Hij dat?

In verschillende etappes. De eerste etappe is zijn eerste komst naar deze wereld. Deze wereld ligt onder de vloek, ligt onder het domein van de satan. Hij heeft het op deze wereld voor het zeggen. Hij heeft de mensen in zijn ban en brengt hen in de vreselijke ellende. Hij wil hen daar ook in de eeuwigheid in brengen: eeuwige angst en ellende, eeuwige ziekte, eeuwige honger en eeuwige dood.

Jezus dwarsboomt dit plan. Zijn komst is een komst van genade. Koninklijk neemt de Here Jezus op zich om de satan, de tegenstander van God en zijn plannen en zijn Rijk, in het hol van de leeuw te verslaan. Hierom kwam Hij naar de aarde, nam Hij de gestalte van een mens aan, besloot Hij zijn leven af te leggen, daalde Hij neer in de hel. Zo zette Hij zijn leven in voor de schapen. Dit is wat gebeurt op Goede Vrijdag. Niet de vrijdag van de nederlaag, maar de vrijdag van de overwinning van Ko ning Jezus. Hierom klinkt de triomfroep vanaf het kruis: Volbracht!

De graflegging van Christus door Caravaggio. Leeggeten druiventak.
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
15
Lees het vervolg van dit artikel op pagina 16.

Als Johannes spreekt van de grote over winning die Jezus volbrengt op Goede Vrijdag, kan er wel irritatie ontstaan. We zien er toch nog maar heel weinig van in 2022. De aanvallen van de satan zijn toch hevig. Er is zo weinig vreugde, er is zoveel ziekte, er is zoveel honger, er is zoveel dood. De satan lijkt nog steeds te regeren.

Maar dan begrijpen we onvoldoende wat nu precies op Goede Vrijdag is gebeurd en wat volbracht is. Er is namelijk ook nog de tweede etappe Wat de Here Jezus op Goede Vrijdag volbrengt, is niet alles van de uitvoering van het godde lijke heilsplan. Neen, veel moet nog gebeuren. Op Pasen neemt Hij het leven ook weer op. Hij gaat na zijn volbrachte werk naar zijn Vader en stuurt de Heilige Geest. Als Hij opnieuw verschijnt, is de strijd beëindigd. Dan zal de satan van het toneel van de wereldgeschiedenis worden gevraagd. Dan gaat het van ‘Volbracht!’ naar: ‘Voltooid!’

Bachs Johannespassion taxeert de be tekenis van het zesde kruiswoord juist als het in de aria klinkt:

De Held van Juda triomfeert en maakt een einde aan de strijd. Het is volbracht.

Jezus spreekt met een opgericht hoofd en geeft een bevestigende knik. Hij wordt verhoogd aan het kruis. Zoals Hij zelf eerder heeft aangegeven, trekt Hij ons nu mee (12:32v). Hij trekt ons mee in het lijden en brengt ons zo in de verheerlijking, in de heerlijkheid. Daarbij knikt Hij om de waarheid te bevestigen.

In de Johannespassion van Bach klinkt deze aria na het zesde kruiswoord:

Kostbare Heiland, ik wil U vragen:

Ben ik, nu U aan het kruis geslagen bent en zelf gezegd hebt: “Het is volbracht”, ben ik daardoor van de dood verlost?

Kan ik door Uw lijden en sterven de hemel beërven?

Is het verlossing voor de hele wereld?”

Hoewel de pijn U het spreken belet, knikt U zwijgend: “Ja”!

Als we Jezus’ knik goed begrijpen, kun nen we leven naar het eerder gesproken woord van de Heer toen Hij zei: ‘Wan neer dit alles staat te gebeuren, richt je dan op en hef je hoofd want jullie verlossing is nabij” (Luc. 21:28). In Hem, zo zal Paulus later jubelen, zijn we meer dan overwinnaars! Wij verliezen de strijd niet, ben je gek?

Als je zo Jezus’ zesde kruiswoord beluistert, wordt het binnenkort voor jou geen tragische vrijdag, maar Goede Vrijdag. Dan eindigt die dag niet in mi neur, maar in vreugde. Dan “setzen wir uns nicht mit Tränen nieder” als in de Matthäuspassion, maar klinkt het als het einde van de Johannespassion: “Ich will Dich preisen ewiglich”.

Wanneer U mij dan opwekt uit de dood en mijn ogen U mogen aanschouwen in aller vreugd’, o Zoon van God, mijn Heiland en Genadetroon! Heer Jezus Christus, verhoor mij, verhoor mij, ik zal U loven, tot in eeuwigheid.

Ja, “Ich will Dich preisen ewiglich”.

dr. Gert. J. Mink, Sliedrecht

ULTIEME

DE LAATSTE WOORDEN: “VADER, IN UW HANDEN LEG IK MIJN GEEST”

Ook bij Marcus en Matteüs lezen we dat Jezus nog een harde schreeuw gaf voordat hij stierf, maar we lezen niet wat hij zei. Lucas is de enige die deze woorden overbrengt.

AVONDGEBED

Als het duister invalt, bidt Jezus een avondgebed. “In Uw handen beveel ik mijn geest”. Hij had het waarschijnlijk als kind al geleerd. “Ik ga slapen ik ben moe, sluit mijn beide oogjes toe, Here houd ook deze nacht over mij getrouw de wacht”, maar dan iets minder zoet. Het zijn de woorden van Psalm 31, vers 6, die Jezus bidt.

PSALM 31:6

In deze psalm is een dichter aan het woord die wordt bedreigd en zich aan God toevertrouwt. Een lijdende recht vaardige. En hij lijkt mislukt in de ogen van de wereld. Maar de psalmbidder gelooft dat God hem zal redden van zijn vijanden. Zijn vijanden bespotten (31:12) en negeren hem (31:13). Ook wordt hij vals beschuldigd (31:19). Jezus’ weg naar het kruis was ook een weg van bespotting en veroordeling, van valse beschuldiging en van onrecht door mensen. De psalmdichter blijft te midden van al het tergende onrecht dat hem wordt aangedaan, vertrouwen op God. “In uw hand leg ik mijn geest, Heer, trouwe God, verlos mij.” Dát bidt hij. Het vormt een contrast met het vers dat volgt op de uitspraak van ver trouwen (31:7): “wie armzalige goden vereren - ik haat ze, ík vertrouw op de HEER.”

Te midden van alle aanvechting en be dreiging actief op de Heer vertrouwen, dat is wat de psalmdichter doet. Hij bidt de woorden om bescherming van de dood. Hij wil in dit leven blijven. Jezus bidt deze woorden met het oog op de

NAAR PASEN
Lucas 23:46 - “En Jezus riep met luide stem: ‘Vader, in uw handen leg Ik mijn geest.’ Toen Hij dat gezegd had, blies Hij de laatste adem uit.” [NBV21]
Steen met de naam Pilatus in Caesarea.
THEMA: ONDERWEG
16

WOORDEN

dood. Hij vertrouwt erop dat God Hem zelfs door de dood heen zal redden.

MIJN GEEST?

‘Mijn geest’ vertrouw ik U toe. ‘Mijn geest” is het levende “ik” van de bidder. Misschien herinnert u zich nog de woorden van Maria in haar lofzang “Mijn ziel maakt groot de Heer en mijn geest verheugt zich in God, mijn redder. (Lucas 1:46-47). Daar worden de woor den “geest” en “ziel” als synoniemen gebruikt. Nu legt Jezus zijn geest in de handen van God. Niet in vreugde, maar in verdriet, pijn en aanvechting. Het zijn van de geest in Gods hand, doet denken aan de woorden van het deuterocanonieke boek Wijsheid 3:1. “De zielen van de rechtvaardigen zijn in Gods hand, geen marteling kan hen deren.” [NBV21]. Er waren verschillende opvattingen over het leven na de dood in Jezus’ tijd. Veel joden in Jezus’ tijd geloofden dat hun ziel na de dood bij God zou zijn, soms ook wachtend op een opstanding van het lichaam. Dat is ook niet vreemd gezien de aanzetten tot een geloof in een leven na de dood die we vinden in het Oude Testament. Bijvoorbeeld in Prediker 12:6-7, waar in Griekse vertaling ook het woord voor “geest” (pneuma) wordt gebruikt: “Wanneer het stof terugkeert naar de aarde, zoals het was, wanneer de geest terugkeert naar God, die hem gegeven heeft.” Het lichaam keert terug naar het stof van de aarde, waaruit de mens ge schapen is. En de geest die God heeft ingeblazen, keert terug naar God.

OVERGAVE

Jezus legt zijn geest in Gods handen. Hij wist dat Hij zou lijden en opgewekt zou worden (Lucas 9:22, 18:31-33). Zijn ziel toevertrouwende aan God, houdt Hij zijn zending tot de laatste adem vol. Zo blijft Hij zich overgeven aan Gods wil en vertrouwen op de God die in staat is doden op te wekken. Er is namelijk een belangrijke toe voeging aan het citaat uit Psalm 31: “Vader”. Dat versterkt de betrekking tussen de bidder en de aangeroepen God. Zelfs in dit lijden blijft Jezus zich volgens Lucas aan God, de Vader, over geven. Er blijft verbinding. De Zoon blijft de Vader aanroepen.

En niet alleen de Zoon blijft zich in het

indringende lijden aan de Vader overge ven, ook de Vader is niet afwezig. Alle machten en krachten spannen samen tegen God en Zijn Zoon. Jezus is verwor pen door de mensen en wordt door hen gekruisigd. Toch laat God zijn plannen niet doorkruisen. Hij wil zichzelf geven in de overgave van Zijn Zoon. Hij blijft niet onaangedaan als Zijn Zoon in het lijden aan de zonde het oordeel draagt. De dood is de ultieme vervreemding van God, maar niet voor Jezus. Hij kan zijn geest (of zijn ziel) aan de Vader beve len. Het is deze overgave van de Zoon aan de Vader, en deze overgave van de Vader in het lijden van zijn Zoon, waarin Gods oordeel over de zonde wordt vol trokken. Zo verlost hij zondaren van hun zonde en schuld. Zo maakt Jezus de weg vrij voor onze overgave aan God.

VADER - HEER JEZUS

Lucas is de enige die deze laatste woorden van Jezus bericht. En hij laat de woorden nog een keer terugkomen als hij in Handelingen 7 vertelt over de terechtstelling van Stefanus. Zijn sterven doet in veel opzichten denken aan Jezus’ dood. In vers 59 lezen we bijvoorbeeld: “Terwijl Stefanus geste nigd werd, riep hij uit: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest.’” Nu is er geen toevoeging van “Vader” aan Psalm 31, maar een vervanging van “Vader” door “Heer Jezus”. Dit is opmerkelijk. Hier zie je al hoe de vroege christenen Jezus en God op hetzelfde niveau stellen. Stefanus geeft zich aan Jezus over en daarmee aan God. Dat mogen wij ook doen in leven en sterven: ons geheel en al aan God overgeven, met lichaam

en ziel. Omdat je weet van het kruis en de opwekking van Jezus Christus. Hij heeft geleden voor onze zonden en is opgewekt uit de dood. Daarmee heeft hij ook onze toekomst geopenbaard. Onze geest of onze ziel in Gods handen leggen is bewaard worden in Christus om in navolging van de Eersteling eens een nieuw lichaam te ontvangen.

dr. Martine Oldhoff, predikante in Mijns heerenland Martine Oldhoff en haar proefschrift over de ziel. Kruisafname P.P. Rubens in Antwerpen.
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN 17

‘KOOPMAN IN OUDROEST’

PLAATSBEKLEDING (2)

De essentie van wat plaatsbekleding voor een individuele gelovige kan betekenen, kan wellicht goed aan het werk van de dichter Gerrit Achterberg geïllustreerd worden. Achterberg was opgevoed in de sfeer van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk. Al betrekkelijk jong had hij zich uit die sfeer losgemaakt. Wellicht juist daardoor bleef hij zijn hele leven naar passende woorden voor God zoeken. De grote variatie in zijn godsbeelden maakt in elk geval een intrigerende discussie over de reikwijdte van die beelden mogelijk.

Veel duidelijker spreekt hij over Chris tus. In zijn jeugd in Neerlangbroek trof hij een predikant aan, dominee Wybe Zijlstra (1858-1938), die ‒ ruim hartiger dan men in Gereformeerde Bondskring gewend was ‒ het evangelie van Gods genade, zelfs voor de grootste zondaars, verkondigde. Daar kon hij later op voortborduren, toen hij na de moord op zijn hospita in een rijkspsy chiatrische inrichting werd opgenomen. Het in die inrichting geschreven gedicht ‘Bekering’ geeft daar onomwonden blijk van. De eerste strofe luidt:

Gij hebt het hoog geheim doorbroken, Here Jezus, tussen ons en den Vader, naar Uw Woord mogen wij zonder zonde zijn en nieuwe wezens, wat er ook in ons leven is gebeurd.

Heel zijn leven lijkt hij op zoek te zijn ge weest naar de juiste poëtische beelden om het voor hem als moordenaar zo essentiële evangelie van de vergeving te verwoorden. Daarin lijkt hij pas in de laatste strofe van het gedicht ‘Deïsme’ geslaagd te zijn. Het gedicht was ten opzichte van een eerdere in 1953 in Maatstaf verschenen versie drastisch herschreven. Toen luidden de slotregels:

Als niet de herder Jezus Christus kwam om ons te vinden als verloren lam.

Nu zijn die regels, naar verluidt op instigatie van de dichter A. Marja (19171964), gewijzigd in:

wanneer niet Christus, koopman in oudroest, ons juist in zo’n conditie vinden moest; alsof hij met de Vader had gesmoesd.

Die slotregels zijn echter niet onomstre den. Achterbergkenners als de dichter

Van der Ent en Achterbergs biograaf Wim Hazeu kunnen er niet mee uit de voeten. Ze lijken het een vrome stoplap te vinden. Van der Ent noemt de laatste regels ‘te mooi om waar te zijn’. Die interpretatie komt naar mijn indruk voort uit het feit dat Van der Ent en met hem Hazeu de titel van het gedicht (‘Deïsme’) serieus nemen en niet ironisch verstaan. In het achttien de-eeuwse deïsme werd God uitsluitend gezien als de maker van natuurwetten die zich verder niet met het werk van zijn handen bemoeit. Vaak wordt ter typering van deze God het beeld van de horlogemaker gebruikt. Hij maakt het horloge, windt het op, maar bemoeit zich er verder niet meer mee. In een eeuw van grote technische en weten schappelijke veranderingen, waardoor er steeds minder aan God kon worden toegeschreven, konden zo vele weten schappers hun geloof in God behouden. Maar de prijs was hoog. God kon in feite met geen enkele binnenwereldse ervaring meer verbonden worden. Vanaf de eerste strofe wordt dat beeld van een deïstische God echter in dit gedicht weersproken. Achterberg zegt daar:

De mens is voor een tijd een plaats van God.

Houdt geen gelijkteken nog iets bijeen, dan wordt hij afgeschreven op een steen. De overeenkomst lijkt te lopen tot deze voleinding, dit abrupte slot.

De innige band tussen God en mens waarvan hier sprake is (‘plaats’, ‘gelijk teken’ en ‘overeenkomst’) past vol strekt niet in een afstandelijk deïstisch wereldbeeld, maar past wel in een oud testamentisch godsbeeld waarin een mens Gods evenbeeld genoemd wordt. Diezelfde God kan vervolgens in de laatste strofe ‘Vader’ genoemd worden. Dat past in een nieuwtestamentisch

godsbeeld. De drie tussenliggende stro fen drukken Gods verhevenheid uit. Aldus brengt dit gedicht verhevenheid en nabijheid bijeen. Die wisselwerking tussen afstand en nabijheid zou ik kenmerkend voor het calvinistisch gods beeld willen noemen, een godsbeeld dat ik in de berijmde versie van psalm 113 prachtig in vers 2 verwoord zie:

Hij onze God, die troont zo hoog, slaat op het diepste diep zijn oog.

De spanning tussen een strenge Vader en een barmhartige Jezus die het cal vinistisch godsgeloof zeker in de kring van Achterbergs godsdienstig milieu vaak lijkt te belichamen, verwoordt Achterberg in de eerste strofe van het gedicht ‘Triniteit’. Daar heet het:

God scherpt Zijn wet op deze steen, die mijn bestaan geworden is. Maar Jezus Christus geeft ons vis en wijn tot Zijn gedachtenis. De tegenstelling die het ‘maar’ hier aangeeft, lijkt in ‘Deïsme’ overwonnen.

Gerrit Achterberg.
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
18

In feite zegt Achterberg in de laatste strofe van ‘Deïsme’ niets anders dan wat hij ook al zei in enkele andere ‘late’ gedichten als ‘Aquarium’ , ‘Isotopen’ en ‘Fall-out’.

Tegen de achtergrond van het boven staande heb ik moeite Van der Ents commentaar te verstaan. Hij schrijft: ‘De titel zet een stempel op het sluiten de gedachtensysteem van het gedicht. (...) Het is allemaal te logisch; het is te menselijk om iets met de Verhevene te maken te hebben.’ Hazeu valt hem bij en merkt op dat Van der Ent hier ‘vanuit calvinistisch standpunt de juiste conclusie trekt’. Ze suggereren dat de laatste strofe van ‘Deïsme’ niet bij het verheven godsbeeld van het calvinisme past. Daarmee wekken ze de indruk dat de middelste drie strofen van het vijf strofige gedicht tot de kern behoren en dat de eerste en zeker de laatste niet bij het gedicht passen. Of waarschijnlijk is het beter te zeggen: niet in hun beeld van de verheven God van het calvinisme passen.

Terwijl zoals gezegd de clou van mijn in terpretatie van het calvinistisch godsbe sef nu juist is dat afstand en nabijheid, afwezigheid en aanwezigheid, met alle spanningen van dien, zeer wel samen gaan. Dat lijkt mij ook de ontdekking te zijn die Achterberg opdeed. Waarom zou hij anders dat verheven beeld van de middelste drie strofen als het ware ingeklemd hebben tussen het meer intieme godsbeeld van de eerste en laatste strofe?

Al met al laat de discussie over het slot van het gedicht ‘Deísme’ zien hoe ingrijpend de gedachte van de plaatsbe kleding is. Ze grijpt diep in in ons gods geloof. Zonder plaatsbekleding blijft er uiteraard nog wel godsgeloof over, maar die beperkt zich dan tot transcen dentiebesef of bron voor onze moraal. Plaatsbekleding snijdt pas echt diep

in eigen vlees. Ze houdt in dat we à la Achterberg bereid zijn onze kleren uit te doen en ‘een ander te worden, van zijn vlees en bloed’ (‘Isotopen’). Dat is Ach terbergs vertaling van wat Paulus noemt het ‘afleggen’ van de oude mens en het ‘aantrekken’ van de nieuwe mens (Efe

ziërs 4, 22-23 en Kolossenzen 3, 9). De moed daartoe heeft alles te maken met het vertrouwen dat er ingetreden is, dat de weg daartoe voor ons van Godswege is vrijgemaakt.

dr. Martien E. Brinkman, oud-hoogleraar

De afneming van het kruis, Rembrandt 1632-1633. ‘DE SPANNING TUSSEN EEN STRENGE VADER EN EEN BARMHARTIGE JEZUS DIE HET CALVINISTISCH GODSGELOOF ZEKER IN DE KRING VAN ACHTERBERGS GODSDIENSTIG MILIEU VAAK LIJKT TE BELICHAMEN, VERWOORDT ACHTERBERG I N DE EERSTE STROFE VAN HET GEDICHT ‘TRINITEIT’
19

PASEN: LOSLATEN WAT NIET-GOD IS!

Met een groep predikanten op weg naar Pasen lazen we over het eerste grote gebod. Luther zet daar in zijn grote én kleine catechismus – welke behoren tot de belijdenisgeschriften voor de Protestantse Kerk in Nederland – mee in. Het gaat terug op onderricht dat hij geeft aan predikanten in 1529 met het oog op de verkondiging. Ruim vierhonderd jaar later, in 1933, grijpt Karl Barth op deze voordracht van Luther terug als hij wanneer Hitler aan de macht komt gaat schrijven over ‘het eerste gebod als theologisch vertrekpunt’. Wat leren wij weer honderd jaar later en opnieuw aanbeland in roerige tijden, daarvan?

Het blijft een geweldige rake ope ningszin, waarmee de Tien Gebo den beginnen. Het hele vervolg hangt feitelijk in de lucht wanneer deze openingszin er niet bij wordt gedacht of gelezen. De opgave klinkt niet dan vanuit de gave. De geboden beginnen met God, die eerst zich als Bevrijder heeft getoond voordat hij als wetgever naar voren komt. Het is de kern van het joodse Paasfeest: ‘Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij hebt bevrijd’. Daarmee is zijn wezen in het joodse en christelijke hoogfeest van Pesach/Pasen getekend!

WAT IS EEN GOD

Die opening van de Tien Geboden roept twee vragen op: wie is deze God en wat is eigenlijk een god? De eerste vraag kun je beantwoorden door de hele weg van Israël uit Egypte erin en erachter te horen. Een weg die verder gaat, door de woestijn heen, op weg naar het land van melk en honing. Op de tweede vraag antwoordt Luther: ‘een god is datgene waaraan je je hart verpand hebt en waaraan je je toeverlaat’. Deze kwestie is uiterst actueel. Onlangs werd bekend dat het grootste deel van de Nederland se bevolking inmiddels niet meer gelooft in of aan een god of godheid. Je kunt met andere woorden ook in eigen kring niet zo maar met bij God beginnen of met ‘God’ met de deur in huis vallen, alsof dat een bekende grootheid is! Je moet eerst ruimte kunnen laten aan de vraag wat god in elk geval niet is... Luthers antwoord doet modern aan: Een god is dat, waarvan je alles verwacht en waarheen je kunt vluchten om aan het kwade dat je in je bestaan bedreigt, te ontkomen. Dus is ‘een God hebben’ een zaak van vertrouwen. De vraag naar een god is dus een vraag naar het hart. Geen kwestie van een juiste ‘leer’, maar een persoonlijke, existentiële

vraag. De mens maakt zijn eigen afgo den, Calvijn zal later stellen: de mens is een voortdurende afgodenfabriek. Maar wat is dan het verschil tussen God en de afgod? Op grond van de aanhef van de Tien Geboden is deze vraag vol gens Luther nog niet te beantwoorden. Daarvoor doet hij een onderzoek naar het hart van de mens, hij laat zien hoe godsvertrouwen werkt en ook op een hoe breed levensterrein het werkt.

DATGENE WAAROP JE JE HART ZET

Luther gaat in op de ‘de meest voorko mende afgod op aarde’: de Mammon. Je waant je zo veilig als zat je in het pa radijs zolang je erover beschikt, je bent vol benauwdheid en voelt je van god verlaten als je zonder zit. Luther maakte in zijn tijd de opmars van de vroeg moderne geldeconomie mee, en juist omdat hij daar vanuit zijn standpunt, dat van de kleine boer en de kleine burger, zo van gruwde, was hij een scherp waar

nemer (die zelfs in Das Kapital van Karl Marx veelvuldig werd geciteerd (!). Het zit Luther zo hoog, dat behalve in de uitleg van het zevende gebod – Gij zult niet stelen – het nu ook in de uitleg van het eerste al aan de orde komt. Het gaat hier niet om een kwestie van de ‘tweede tafel’ alleen, de verhouding tot de naaste, het menselijk onvermogen tot vrijgevigheid alleen. Maar daarin blijkt juist, dat het eerste gebod in het geding is: de vraag naar God of afgod. Wie op geld en goed vertrouwt, levert zich uit aan een schijnwereld, waarin je zo maar alles kunt verliezen waarop je had gebouwd. De Mammon kun je vertrouwen, precies zo lang als je hem ‘hebt’. En dat is nu juist anders bij die God die Israël uit Egypte bevrijdt, een volk dat ‘niets’ had en toch werd verhoord.

HET GOEDE VAN GOD ONTVANGEN Vervolgens stelt Luther dat de valse

Rembrandt - Christus verschijnt aan de apostelen, 1656.
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
20

godsdienst hangt aan deze wereld, maar dat het ware geloof het waagstuk is om het vertrouwen op deze aarde te kunnen loslaten. Luther zegt het zo: het gaat er om, alleen op God te vertrouwen als degene die Hij bewezen heeft te zijn: ‘de eeuwige bron van overstromende goedheid, van wie alles wat goed is en goed heet afkomstig is’. In de Duitse taal is het woordje ‘Gott’ van oudsher verwant aan het woordje ‘gut’. Wat een mens zoekt is dit goede, dat hem te hulp komt in alle gevaren die het leven bedreigen. Het vertrouwen in God bestaat hierin dat een mens kan afzien van iedere poging tot beheersing van dit geschenk van het goede. Het kan God waarlijk God, de gave waarlijk gave kan laten zijn. Het geloof dat hier God ‘heeft’, ‘heeft’ Hem dus louter in de vorm van het niet-hebben, in het verwij zen naar de gave buiten zichzelf. Vervolgens wordt de vraag gesteld, hoe het goede dan op een mens toekomt. Luther: het komt altijd van de kant van een ander op je af. God gebruikt daartoe zijn schepselen. Het koren en gewas van de aarde dat voedsel geeft, de moederborsten die het kind melk schenken, ze zijn niet door mensenhand gemaakt, maar aan mensen gegeven. Hoorden we dus eerst: het hart ‘maak te’ beide God en afgod, nu blijkt dat een mens die een afgod maakt daarin zich zelf, zijn eigen verlangen en zijn eigen productie te zoeken. Terwijl het feitelijk aankomt op het vermogen om uit Gods hand te ‘ontvangen’. En de bereidheid om tegenover de naaste instrument van Gods louter schenkende activiteit te zijn.

PASEN

Luther eindigt met een oproep. Wie is bij machte alles los te laten wat niet-God is? Dat is, bij alles wat op ons afkomt in onze tijd, net als bij Luther en Barth in hun tijdsgewricht, steeds wat vooral van ons gevraagd wordt: los-la ten wat niet-god is en vertrouwen op de Levende, Opgestane Heer. Het doet denken aan wat Luther in een Paaslied getiteld Jezus Christus, onze Heiland optekent, hetgeen wij als Gezang 204 in het Liedboek 1973 kennen:

Nu is alles, zonde en doodsmacht, leven, heil in zijn Macht. Hij kan behouden, wie zich Hem toevertrouwden Kyrie eleison.

dr. Peter Verbaan

DE GEWONDE

De Anglicaanse theoloog Samuel Wells verkent de betekenis van Je zus’ kruisiging. Dit centrale verhaal van het christendom komt op pastorale ma nier in beeld. De voluit theologische wij ze van bespreken gebeurt met achttien verwijzingen naar het Oude Testament, de Evangeliën en de Brieven. De kern gedachte van dit boek is: zo zie je, hoe God tot het uiterste gaat om in Christus met ons te zijn. Met als oneliner: Als Jezus zichzelf gered zou hebben, had Hij ons niet kunnen redden.

Een soort conclusie in dit boek is prachtig: wat zie je als je naar je leven kijkt? Zie je een bespotting van Jezus?

En dan gaat Wells de mogelijkheden van bespotting langs lopen. Zo laat hij de omstanders aan het kruis niet als figuranten staan, maar als inspirerende mensen, die jou op iets kunnen wij zen, wat je zomaar over het hoofd zou zien. Bij dit boek is een leesplan met vragen en gebeden beschikbaar, wat het geschikt maakt voor een bijbelkring of persoonlijke overdenking binnen én buiten de veertigdagentijd.

Samuel Wells, ‘De gewonde God’. Het geheim van Jezus’ lijden, KokBoekencen trum, Utrecht 2022, 192 blz. , € 20,-

ds. Wim Scheltens

GOD BOEKBESPREKING
21

DE GROTE VERRASSING

In het boek ‘De laatste dagen van Jezus, wat echt gebeurde’, staat een artikel van Tom Wright over de opstanding van Jezus als ‘de grote verrassing’. Dat spreekt me aan.

Het is al jaren geleden, dat ik een bezoek breng aan iemand, die een akelige diagnose had gekregen. Ze heeft via haar zuster in Canada een prachtige gedachte onthouden: ik laat me verrassen. Dat idee heeft ze tot op het laatst van haar leven blijmoedig vastgehouden. De zusjes uit Nederland en Canada hebben veel aan hun geloof beleefd: dat Jezus de goede Herder is. Maar de opening naar wat zou komen heeft hen haast nog meer geboeid.

NUCHTER

Dat maakt de opstanding van Jezus mogelijk: je laten verrassen. Met het verstand kun je er niet bij. Hooguit, dat de mensen van het eerste uur rondom Jezus vrij normale mensen zijn geweest, die zich geen knollen voor citroenen zouden laten verkopen omdat ze high zouden zijn. Die nuchtere constatering kan er nog wel af.

Het Evangelie getuigt er enkel malen van, dat Jezus het geheim van de op standing al aankondigt en dat de eerste leerlingen daar niets van begrepen hebben - zie bijv, Lucas 9:45; 18:34; Johannes 12:16; 20:9.

OOK U

Paulus is na de opstanding van Jezus eerst een bestrijder geworden van het geloof in de opstanding van Christus. Hij is bestrijder van christenen geweest en in die strijd heeft zich gestopt gevoeld door Jezus Zelf. Dat is gebeurd in Damascus, via google te vinden bij ‘de Rechte Straat’ (Handelingen 9:11)

Deze Paulus, die alle reacties op de opstanding van Jezus zelf heeft beleefd, getuigt: “Want als de Geest van Hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal Hij die Christus heeft op gewekt ook u, die sterfelijk bent, levend maken door zijn Geest, die in u woont.” (Romeinen 8: 11)

De opstanding van Jezus staat niet op zichzelf, maar raakt ons leven ook. Dat is Pasen en Pinksteren tegelijk. Dat is het verrassende van de opstanding van Jezus, dat het ons leven verandert.

De apostel Johannes heeft dat ook.

In 1 Johannes 4:9,10 lezen we: “En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door Hem zouden leven. Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te bren gen voor onze zonden.”

Wat ook een indrukwekkende tekst van Paulus is, dat is die prachtige zin uit Ro meinen 4: 24, 25 “want ook wij zullen als rechtvaardigen worden aangenomen omdat we ons vertrouwen stellen in Hem die Jezus, onze Heer, uit de dood heeft opgewekt: Hij die werd prijsgege ven om onze zonden en werd opgewekt omwille van onze rechtvaardiging.” Voelen we wel goed aan, dat de opstan

ding van Jezus voor ons iets verandert? En wel ten goede? En kunnen we dat wel naar waarde schatten?

VERSCHILLENDE LICHAMEN

Een ander verrassend aspect is, hoe Paulus in het slot van 1 Korintiërs 15 losgaat over al die lichamen die er zijn: hemellichamen in soorten en maten, zon, maan en sterren, allemaal verschil lende lichamen van vogels, vissen en lopende dieren en mensen. Dan komt opeens het opstandingslichaam ter sprake als een geestelijk lichaam. En in het begin van datzelfde hoofdstuk 1Korintiërs 15 geeft hij aan, hoe wij ontvangers van dit verrassende nieuws zijn en geen makers van dit nieuws. Dat is belangrijk voor de geloofwaardigheid. En dat we beklagenswaardig zijn, als we wel geloven in Jezus, maar niet in zijn opstanding, want dan ontgaat je de fine fleur van de verrassing. Want leven is ook: ik laat me verrassen. Of niet soms.

ds. Wim Scheltens
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
22

AFHANKELIJK VAN GOD

Zelden zijn er in onze wereld zo veel noden tegelijk geweest als nu, in 2022. We hebben niet alleen te maken met de actualiteit van de oorlog in Oekraïne, er is ook grote droogte in talrijke delen van de wereld, waardoor hongersnood dreigt en de vele onlusten onder de volken. Wij dachten dat de maakbaarheid van onze wereld grenzeloos was, maar dit is door de realiteit achterhaald. Wij komen meer en meer tot het besef, dat wij van God afhankelijk zijn in al ons doen en laten. De profeet Jesaja is daarbij onze wegwijzer.

Het volk Israël heeft een zware he rendienst ondergaan in Babel. Het heeft zwaar moeten lijden als gevolg van de zonde, waardoor het verwoes ting en ballingschap had verdient. Maar daarvoor heeft Israël voldoende geboet en heeft het met God weer goedgemaakt. Het is nu de taak van de profeet Jesaja om het volk voor te bereiden op de reddende komst van God. Maar die weg terug gaat wel via de woestijn. Ja, via de woestijn, als vast onderdeel van de theofanie, het komen van God, zal het volk terugkeren van Babel naar Jeruzalem. Jesaja ziet dit als de tweede exodus: wat God nu gaat doen is vergelijkbaar met zijn grote verlossende daden uit het verleden. Elk dal worde verhoogd, zegt Jesaja. Maar die verlossing loopt niet via een riante weg, maar via een smal en diep dal, een ravijn. Israël werd vergeleken als een vergankelijk volk, net zo vergan kelijk als het gras en de bloemen. De adem van God gaat er overheen en het wordt als kaf. Maar de belofte van God geeft houvast in deze vergankelijkheid. Die houdt zelfs eeuwig stand. En dan beschrijft Jesaja in Hoofdstuk 40 de vreugdebode die uitgezonden wordt. Na zoveel jaren van ellende en balling schap met het komende heil met een krachtige stem aangezegd worden: Zie, hier is uw God, de Here die zal komen met kracht. Zijn arm zal heerschappij voeren. Zoals Hij eerder Israël met krachtige arm uit Egypte heeft geleid en met uitgestrekte hand, zo zal ook nu zijn sterke arm wonderen doen ten gunste van zijn volk. Jeruzalem zal weer in bezit genomen en herbouwd worden. De verwoeste tempel wordt weer het Huis Gods.

BEMOEDIGING VIA EEN DIEP DAL

In een tijd van oorlogsgeweld in Oekraï ne, de verwoestingen die het Russische leger en huurlingen aanbrengen in de steden die parels van schoonheid zijn, zouden wij ook graag vreugdeboden willen zien. Wij verlangen naar hoop en bemoediging in een situatie die een maand geleden nog volstrekt onvoor stelbaar was. Wie had gedacht dat uit Oekraïne naar schatting 4 miljoen vluchtelingen over de grenzen gaan naar West-Europa? Laten we ze ruimhartig in onze gemeenschap opnemen. De ellen de die dit volk nu meemaakt is verge lijkbaar met het leed dat Israël destijds tijdens de Babylonische ballingschap heeft moeten ondergaan. De evangelist Lucas heeft het in hoofdstuk 21 over de laatste dingen die geschieden moeten. Dat lijkt, met alle ellende die we nu meemaken, werkelijkheid te worden. Jezus schetst ons een huiveringwek kend scenario: volk zal opstaan tegen volk, er zullen pandemieën uitbreken, er zullen hongersnoden ontstaan, er zullen christenen vervolgd worden. En dan volgt nog een hele reeks ellendige voorzeggingen. Maar dan zegt Jezus ons ter vertroosting en bemoediging:

“En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op een wolk, met grote macht en heerlijkheid. Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op, heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing is aanstaande.” Net als het volk Israël het hoofd ophief, zullen wij dat ook doen als Christus wederkomt.

VERLOSSING GAAT VIA LIJDEN De lijdenstijd is weer aangebroken: Christus gaat de weg van het offer om te volbrengen waartoe de Vader Hem

gezonden heeft. (Johannes 4:34) Jezus had de rede over de laatste dingen nog maar net uitgesproken of het Pascha naderde. En toen begon zijn lijdensweg met de satanische beïn vloeding van Judas Iskariot. Hij was een van de twaalven. En dan volgt het scenario van de angst van Christus in Getsémane, de gevangenneming, de verhoren voor Pilatus en Herodes en de weg naar het kruis op Golgotha, tot de smadelijke kruisdood er op volgde. Het bittere lijden en sterven van Jezus moest geschieden om de zonde van de mensheid aan het kruis te nagelen. Dat zoenoffer van Christus brengt ons wel het besef van verantwoordelijkheid hoe wij gaan en staan in het leven. Wij mogen Jezus zielsdankbaar zijn voor zijn daad van vergeving en verlossing. Maar ik kom nog even terug op de rede over de laatste dingen. Daarin stelt Jezus ons voor het komende oordeel: “Waakt te allen tijde, biddende dat gij in staat moogt zijn te ontkomen aan alles wat geschieden zal”. Jezus betaalde met zijn lijden een hoge prijs. Hij verwacht van ons zo te leven dat wij zonder ver schrikken voor het aangezicht van Hem kunnen verschijnen. Daarvoor is de dagelijkse bekering noodzakelijk.

Cimitero Monumentale_Milaan - Laatste Avondmaal - Famiglia Campari.
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN
23

Kroniek

1. Poetins oorlog als ketterij

2. Na de verkiezingen van de gemeenteraad

3. Anne Frank en de notaris

4. Het geloof in God verdwijnt snel

1. Poetins oorlog als ketterij

Op de zondag van de Orthodoxie, 13 maart 2022 heeft een aantal theo logen van de Oosters-Orthodoxe Ker kenfamilie een belangrijke verklaring uitgebracht die ingaat tegen de leer van de “Russische wereld”.

De Russische invasie op 24 februari 2022 is een historische bedreiging voor mensen van de Oosters-Ortho doxe traditie.

Daarmee begint de verklaring. Dat is dus een regelrechte aanval op de legitimiteit van de oorlog, die patriarch Kirill in Moskou juist heeft gegeven.

Dit lees ik in Nederlands Dagblad van 16 maart 2022. Op de website van het ND is een verwijzing naar de web site van deze verklaring, die opent met een gebed uit de ‘goddelijke liturgie’: “Voor vrede in de hele wereld, voor standvastigheid van de heilige kerken van God en voor de eenheid van ons allen, laat ons bidden tot de Heer.”

kerk niet meer één met de kerk van het Evangelie van Jezus Christus, de apostelen, de Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, de oecumeni sche concilies en de kerkvaders. Zo wordt eenheid intrinsiek onmogelijk. Ik lees het met verbazing. Eerlijk gezegd denk ik wel eens: wat zullen theologen nu te zeggen hebben over de grote wereldpolitiek? Hier blijkt, dat theo logische en kerkelijke documenten verhelderend kunnen zijn over wat we voor onze ogen zien gebeuren.

En wat wordt er nog meer verklaard? Wij verwerpen de ketterij van “de Rus sische wereld” en de beschamende acties van de Russische regering om een oorlog tegen Oekraïne te ontkete nen met medeweten van de Russisch Orthodoxe Kerk, als een verregaande on-Orthodoxe, on-christelijke leer, die ingaat tegen humaniteit. Die ketterse leer wordt gerechtvaardigd in de naam van onze Heer Jezus Christus en door de Geest van God.

Zoals Rusland een invasie in Oekraïne is begonnen, zo is het patriarchaat van Moskou van patriarch Kirill de Ortho doxe Kerk binnen gevallen om het heil en het geloof in gevaar te brengen. Dat lees je allemaal in die verklaring.

Bijbelse uitspraken

II. In de krant lees ik dat er ook Bijbel se uitspraken zijn in het tweede deel van de verklaring. Ik raak nieuwsgierig: welke uitspraken zijn dat? En welke conclusies worden uit die teksten getrokken? Ik heb ze opgezocht in die verklaring:

1. ‘Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier.’ (Johannes 18:36)

4. Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” En Ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. (Matteüs 5: 43-45)

- Er behoort geen verdeeldheid, wan trouwen, haat en geweld gezaaid te worden onder volken, godsdiensten, belijdenissen en landen.

5. Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: “Barmhartigheid wil ik, geen offers.” Ik ben niet gekomen om recht vaardigen te roepen, maar zondaars.’ (Matteüs 9: 13)

- Bidden voor vrede zonder praktische daden om die vrede te bereiken is onwaardig.

6. En tegen de Joden die in hem geloofden zei Jezus: ‘Wanneer u bij mijn woord blijft, bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid ken nen, en de waarheid zal u bevrijden.’ (Johannes 8: 31,32)

- Wij verwerpen het weigeren om de waarheid te spreken over het kwaad dat gedaan wordt tegen het Evangelie van Jezus Christus in Oekraïne.

Geen verregaande verbinding met een staat

In die verklaring ontdek ik twee opval lende punten.

I. Er wordt verwezen naar het Con cilie van Constantinopel in 1872. Daar werd het beginsel van nationale organisatie van de kerk veroordeeld: ethno-phyletisme is een verregaande verbinding van een staat of ras met de kerk. De “Russische wereld” is een leer die nu juist de kerk en de staat ontoelaatbaar verbindt. Want zo is de

- Geen land ter wereld kan plaatsver vangend zijn voor het Koninkrijk van God.

2. ‘Geef dan wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’ (Matteüs 22: 21)

- Geen staat mag de kerk absorberen en geen aardse leider kan ons recht vaardigen of verlossen.

3. Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus. (Galaten 3:28)

- Aards gezag mag zich niet goddelijk wanen.

Verlegen

Na dit alles raak ik onder de indruk van dit massieve tegengeluid.

Ik ben ook wat verlegen met de won derlijke gedachte, dat een traditionele kerk in Rusland met eeuwenoude wortels, die het staats-atheïsme heeft overleefd, nu de wapens zegent waar mee een broedervolk wordt aangeval len. Begrijpt u?

2. Na de verkiezingen van de gemeenteraad

Het CDA en (in mindere mate) de

President Poetin en partiarch Kirill te Moskou.
THEMA: ONDERWEG NAAR PASEN 24

ChristenUnie hebben op 16 maart 2022 weer verlies geleden. Waar zou dat aan liggen?

De sfeer in Den Haag is geen opste ker voor plaatselijke politiek. Hoe er gehandeld is met Pieter Omtzigt is lastig. Een politieke afrekening vorig jaar op 1 april (!) met mede-Kamerlid Rutte, waarna hij gewoon weer premier wordt – wie snapt dat?

Seegers met zijn “laatste druppel, die de emmer doet overlopen”. Advies: zorg voortaan dat je emmer bijtijds geleegd wordt, kan die ook niet over lopen.

Diepste oorzaak van het verlies? Ani mo om christelijk handelen in de poli tiek te behouden is er steeds minder in ons land. Ik voorzie, dat de secula risatie doorwerkt. En dat de nuance ontbreekt om modern en principieel tegelijk te kunnen zijn. We willen af van het stramme en ouderwetse en veroordelende en betuttelende. Maar willen we ook af van zorgvuldig heid, hulpvaardigheid en solidariteit? Juist in vriendenkringen van jonge mensen gooien deze waarden hoge ogen. Waarom dan niet in de politiek? Zouden de partijen met diepe wortels in het christelijk-sociale denken zich daar niet eens stevig over moeten buigen? Beschouwingen van Abraham Kuyper en dominee Sikkel zouden nog wel eens boeiende lectuur kunnen zijn als je het archaïsche eraf schrapt.

3. Anne Frank en de notaris

Op vrijdagavond 14 januari 2022 - zo vertelt Mirjam de Gorter in Haarlem aan het dagblad Trouw van 19 maart 2022 - krijgt ze een telefoontje van Vince Pankoke, oud-FBI-agent en één van de drijvende krachten achter een internationaal coldcase-team dat al jarenlang onderzoek doet om het verraad van Anne Frank op te lossen. Mirjam is kleindochter van notaris Ar nold van den Bergh. Pankoke laat een bommetje vallen. “Jouw grootvader is de schuldige in het boek.”

Arnold van den Bergh zou via de Joodse Raad de beschikking hebben over adressen van onderduikers, die hij geruild zou hebben voor de vrijheid van zichzelf en zijn gezin.

Nieuw onderzoek

Nieuw onderzoek maakt gehakt van het coldcase-onderzoek naar de verrader van Anne Frank. Zes historici stellen

vast dat er sprake is van amateurisme, tunnelvisie, fout bronnengebruik en rammelende argumentatie.

zijn gezin, die bij zijn buurvrouw Jetske Hoeksema wonen. Prof. Bart Wallet zegt: “Het gaat er ons als historici om dat het verleden onrecht is aangedaan.” Volgens mij begint de fout al bij de naam van dat coldcase-team. Alsof er een schuldige gevonden ‘moet’ worden. Het zou kun nen, als er nieuw bewijs zou zijn om een schuldige te kunnen aanwijzen. Maar dat bewijs is er niet. Geschiedschrijving moet werken met betrouwbare bronnen en niet een knoop doorhakken om maar een schuldige te kunnen presenteren. Geschiedschrijving is geen speculatie.

Het portret van ‘Ome Nol’ (notaris Ar nold van den Bergh) in het fotoalbum van Cornelia van den Bergh in Dagblad Trouw.

Mijn vraag is van meet af aan geweest: wie bedenkt dat er lijsten zijn met adressen voor onderduikers? Wie iets weet van onderduiken in WO II, kan niets geloven van adressenlijsten. Het waren adressen via vertrouwenspersonen en tussenpersonen die zo min mogelijk op papier hadden staan en zelfs zo min mogelijk wisten.

Mijn tweede vraag is: klinkt een cold case-team niet te veel als de sfeer van politie en justitie, die een misdrijf moeten onderzoeken en een schuldige aanwijzen, als het even kan.

Bij overduidelijk gebrek aan bewijs kan geen schuldige aangewezen worden, maar bij een grote mate van waarschijn lijkheid met raakvlakken aan de werke lijkheid kan een rechter uitspraak doen.

Maar geschiedschrijving gaat niet om de noodzaak een schuldige te vinden. Het gaat om duiding met in achtneming van de toenmalige omstandigheden.

Notaris Van den Bergh zat ten tijden van het verraad van de familie Frank zelf ondergedoken in het Gooi. In het dagblad Trouw van 23 maart 2020 wordt bericht, dat er nieuwe bronnen zijn, die het over tuigend maken dat Arnold van den Bergh vanaf februari 1944 wél onderdook, terwijl het coldcase-team hier juist geen aanwijzingen voor vond. Tot begin ’44 genoot de notaris bescherming tegen deportatie door de niet-Joods-verklaring die hij had bemachtigd via een speciale procedure. Arnold van den Bergh dook onder in Laren. Dat staat in het oorlogs dagboek van schilder Gerard Huijsser. In dat dagboek beschrijft Huijsser een ontmoeting met de Joodse notaris en

4. Het geloof in God verdwijnt snel Bijna 70 procent van de Nederlanders gelooft niet (meer) in God. Dat staat te lezen in het rapport ‘Buiten kerk en moskee’ van het SCP. Die conclusie wordt getrokken uit een onderzoek, waarbij vierduizend Nederlanders vragen en stellingen voorgelegd kregen. Nog maar 33 procent gelooft in een persoonlijke God. De meesten noemen zich agnost of atheïst, de rest gelooft in een goddelijke kracht of energie. Ik heb me wel eens kritisch uitgelaten over de vragen die je beantwoorden moet. Dat zijn vaak vragen waar je genuanceerd op zou willen antwoorden, hetwelk niet kan; alleen mag je ja, nee of geen mening antwoorden. Dit keer zijn ook gesprekken gevoerd. Dat is wel zo goed. Daaruit volgt een beter beeld: 52 procent ziet zichzelf als atheïst (God bestaat niet) of agnost (weet niet of God of een andere kracht bestaat). Hieronder vallen ook cultuurchristenen: mensen die niet meer geloven, maar wel de waarde inzien van het christen dom voor de maatschappij. En 16 procent van de Nederlanders

Lees het vervolg van deze kroniek op pagina 26.

Codesleutel van Groep 2000, waardoor niemand van de Groep en de duizenden onderduikers gepakt is.
25

richt zich op ‘hedendaagse vormen van spiritualiteit’. Ze geloven niet in een persoonlijk God maar in een spirituele kracht of energie. Dat kan van alles zijn, maar wel buiten de traditionele religieuze kaders van christendom en islam. Veel van deze hedendaagse spirituelen zijn zelf nog religieus opge voed, maar hebben met het geloof van hun ouders gebroken. De jongere gene ratie is vaak niet meer opgevoed met het geloof. Ze hebben steeds minder affiniteit met religie en zingeving speelt voor hen minder een rol.

Lofzang gaande houden Onwillekeurig stel je jezelf de vraag: geloof ik nog wel? En waarom zou ik? Word ik een buitenbeentje als ik geloof? Eerlijk gezegd: wat Mozes heeft meegemaakt en wat Jezus in gang heeft gezet, dat wil ik onderweg niet verliezen. Want wat er voor in de plaats kan komen, vind ik zo mager. Wat ik wel zie, is dat het sociale, het hulpvaardige toch soms door de muren van egoïsme heen breekt.

Dat opeens een mentaliteit zichtbaar wordt, die verder kijkt dan het eigen belang reikt. Daarin herken ik iets van het werk van Gods Geest. Al een eeuw lang is de passiemuziek van Bach herontdekt en uitgevoerd. Zo’n lofzang zou ik niet graag kwijtra ken, omdat die de uitwerking niet mist: het verhaal van Jezus, de Levende, komt in beeld. Psalm 107 zingt uitbundig: ‘Gods goedheid houdt ons staande zolang de wereld staat. Houd dan de lofzang gaande voor God die leven laat’.

Dat is misschien wel het krachtigste van geloof: leven ontstaat niet zomaar, er zit een geheim omheen. Zoals de dood niet op zich staat, omdat er een geheim omheen zit. Het lied ‘Abba Vader’ zingt dat zo sterk: “U alleen, U behoor ik toe”. Iemand zegt tegen me: ik ga sterven. Ik zeg: ja en Jezus geeft hierop als antwoord: wie in Mij gelooft, zal leven, ook wanneer hij sterft.En dat Jezus bewust de nuance zoekt, als Hij zegt: “Ik ben het licht der wereld” en in zijn onderwijs aangeeft: “jullie zijn het licht der wereld”. Dat zijn de essentia lia en existentialia van het geloof, die ik niet graag wil kwijtraken. Want God geeft ons levenskracht, waarbij ook van ons iets wordt verwacht.

HIJ IS IMMERS UIT DE DOOD OPGEWEKT

De vrouwen van de laatste eer worden door de engel gerustge steld: wees niet bang. Er is hier een duizelingwekkende kracht vrijgekomen. Paulus (Romeinen 1: 16, NBG-vertaling) noemt dit een “kracht tot behoud”. Het gebruikte woord hier is dynumis. Inderdaad daar is het woord dynamiet vanaf geleid. Door Nobel uitgevonden om het leven van mijnwerkers minder zwaar te maken. In plaats van je lijf kapot te werken op harde steen onder de grond doet dynamiet het zware werk voor jou. Dat onverlaten daar mensen mee dood willen maken is een schan de! Die kracht van God is ongekend sterk. Niet na te rekenen is het. Geen rekenprogramma, hoe sterk ook, kan deze kracht berekenen: dat Jezus is opgestaan uit de dood. En het is nog mooier: daarin is Hij een zogeheten “eersteling” – door geloof volgen er ontelbaar veel meer mensen. De dood is een doorgang geworden. Als je sterft kun je in Jezus’ kracht opstaan uit de dood. Hernhutters gaan daarom op eerste Paasdag op de begraafplaats zingen! Zo echt is het; ik heb daar maar één woord voor: HALLELUJA in overtref fende trap. Daar kunnen voor mij wel wat decibellen tegenaan. Daar mag om mij het hart wel van juichen en dansen. Het ongelooflijke geloven mag gepaard gaan met intense vreugde. Ontroerende vreugde, want mijn dode vader leeft, mijn dode lieve schoonzus leeft, en zo kan ik nog heel wat gave mensen die ik mis opnoemen en dat ontroert mij.

DYNAMISCHE KRACHT

Een dynamische kracht dus die zich van dood gewaande mensen meester maakt tot - om het nog maar even klas siek te zeggen – behoud. Hij – Jezus

– is niet dood, maar leeft, en heel veel volgelingen en nog meer mensen delen in dat behoud. Dat heeft ook betekenis voor het leven dat wij nu leven. Het maakt dat ons een ongekend sterk wa pen is gegeven, dat wij bidden noemen. Gevouwen handen zijn het sterkste wapen! Omdat ze immers zich richten op die dynamische kracht die Jezus uit de dood deed opstaan. Die gevouwen handen ballen zich niet tot vuisten en zoeken niet de kracht van letterlijk dynamiet. Ze pleiten op het geestelijke dynamiet van God. Dat Hij, om eens wat te noemen, de harten van generaals en een president als het ware vermurwt om de wapens neer te leggen en het bloed vergieten te stoppen. Want echt, die kracht van God kan harten openen, verzachten en zelfs verzoenen. Dat is weer zo’n onberekenbare kracht, zo’n ongekend en bijna ongelooflijk wonder. Maar ik geloof erin en bid erom. Het zou werkelijk niet de eerste keer zijn dat er een gepantserde deur van de andere zij de geopend wordt. Een zware rotssteen kon van het graf gewenteld worden immers! Daarom bid ik om en geloof ik hartstochtelijk om omwenteling van een granieten hart en de wording van vrede in een kapotgeschoten land. Daarom bid ik om “zachte dauw van rust” bij gepijnigde mensenharten. Ik kom, wel licht net als jij, in tal van situaties waar ik niet weet hoe het verder kan en moet vanwege het verdriet, de verslagenheid, het onbegrip. Ik vraag of ik mag bidden en ik schrijf namen op in mijn gebeden schrift. En als ik dat schrift dan open leg en op mijn knietjes bid, geef ik het uit handen. Ik bid om die sterke kracht, misschien wel op kousenvoeten.

ds. Piet Rozeboom, Rijnsburg

Niemand had het verwacht, hoewel het bevoegd tempelgezag nog wel rekening had gehouden met een onverwachte gebeurtenis bij het graf – waarom zet je anders gewapende soldaten bij een graf van een terechtgesteld en kapot geleden mens?! Maar de kracht van een aardbeving, licht als een bliksem en meer doen deze twee genoemde strijders beven als een juffershondje (zie Marcus 16). En over dat beven: wat moet je anders als het dood gestreden lichaam dat jij bewaken moest uit het betreffende graf loopt!
ds. Wim Scheltens
JEUGDRUBRIEK
26
COLOFON 27 REDACTIE Het bestuur van de Stichting tot Verspreiding van de Confessionele Beginselen is verantwoordelijk voor het verschijnen van het blad Confessioneel–Credo. Voorzitter van de stichting is dr. Jan Dirk Wassenaar. Het algemene e-mailadres voor het aanleveren van kopij is: redactieconfessioneel@gmail.com of dirkvanduijvenbode1965@gmail.com HOOFDREDACTEUR ds. Wim Scheltens EINDREDACTEUR ds. Dirk van Duijvenbode Koning Willem III weg 16 C 3151 HJ Hoek van Holland Tel. 06 20628184 DEELREDACTIES Wereldwijd: ds. Hans van Dalen Geloof: ds. Arien Treuren Theologie: dr. Wim de Bruin Vertel het maar: ds. Dick Westerneng Kerk: dr. Jan Dirk Wassenaar Samenleving: dr. Jacques Schenderling Gemeentewerk: ds. Roberto Buijs Cultuur: ds. Annelieke Warnar en ds. Robert-Jan van Amstel Studentenbijdrage: Mart Jan Luteyn Themanummers: ds. Robert-Jan van Amstel, ds. Diemer de Jong, dr. Peter Verbaan, ds. Dick Westerneng, ds. Wim Scheltens Varia, persberichten en eindredactie: ds. Dirk van Duijvenbode Vaste medewerkers: dr. Wim de Bruin, drs. Fred Cupido dr. Wim de Ruyter, dr. Peter Verbaan UITGEVER, ABONNEMENTEN  EN BEZORGING BDUvakmedia Postbus 67 3770 AB Barneveld tel. 0342- 494911 – fax 0432-494299 abonneeservice@bdu.nl Opgave advertenties: Roel Abraham, tel. 06-54274244  e-mail: r.abraham@bdu.nl Kosten abonnement bij vooruitbetaling: Jaarabonnement € 75,20 Halfjaarabonnement € 42,75 Kwartaalabonnement € 26,40 Buitenland, jaarabonnement € 119,90 Jaarabonnement student € 41,00 Opzeggingen: Het abonnement wordt na de overeengekomen periode automatisch verlengd. Na deze abonnementsperiode is het abonnement per maand opzegbaar. Deze uitgave is beschikbaar in gesproken vorm op daisy cd-rom voor mensen met een leesbeperking: CBB, Ermelo: tel. 0341 565 477, klantenservice@cbb.nl De Graftuin in Jeruzalem - ‘Hij is hier niet’. Rembrandt - De Drie kruisen, 1653.

de Herberg Retraite

Midweek Stil worden en bezinnen Opladen en bijkomen Individueel met pastoraat

www.pdcdeherberg.nl

Vind een gelovige Partner

vakmedia

Ondernemers!

Kennen uw broeders en zusters uw diensten of producten al?

Adverteer in Confessioneel Credo!

Neem contact op met Roel Abraham via 06-54274244 of r.abraham@bdu.nl

Kent u iemand die moeite heeft met lezen?

Wijs hem of haar dan op het lezen in passende leesvormen. De CBB heeft vele soorten christelijke lectuur beschikbaar voor iedereen met een leesbeperking. Vraag vandaag nog de gratis catalogus aan! Bestel lectuur voor uzelf, uw partner of uw familie op www.leesbutler.nl.

Postbus 131, 3850 AC Ermelo Paul Krugerweg 39, 3851 ZH Ermelo 0341-56 54 77 WWW.CBB.NL klantenservice@cbb.nl
026 33 42 225
PASTORAAL DIACONAAL CENTRUM

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.