Monte - Maart 2024

Page 18

1 2024 / 2 VERSCHIJNT VIER KEER PER JAAR - JANUARI / MAART / JUNI / OKTOBER AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808 KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE
MONTE

High weight difference? No problem! The EDELRID OHM II increases the weight of the belayer by an additional 25 kg when used correctly. The plus in safety for the belayer and limitless freedom for the climber –experience the OHM II!

Discover here all the highlights
by
3 Actueel 3 Inhoud 5 Voorwoord 6 Boekbespreking 7 Up2Date 13 Oproep BRT-eco-team 14 Vrijwilligers in de kijker: lesgever/ trainer in de sport 58 Clubs / KBF-webshop / hutten Veiligheid & techniek 8 Materiaal & Techniek: nieuwe producten 11 Advertorial RAB: RAB's Ionosphere 5.5 slaapmatje 38 Een vernieuwde rappelmethode 42 Groeien als rotsklimmer Thema : de boomende klimsport 17 Born to climb 18 Klimzaal in de kijker: Klimkaffee Oudenburg 20 Padel watte? Sportklimmen in de nieuwe hype 24 Klimzalen heruitgevonden 26 De ene sportklimmer is de andere niet 30 Climbing for gold 32 Boulderen in (de buurt van) België 34 Boulderstage Hungaria bergbeklimmen 46 Grandes Jorasses anno 1980 natuur en ecologie 50 Beren in Trentino bergbwandelen 52 Roemenië: klimmen en klauteren, of... op avontuur met kleine kinderen Foto kaft:
Championship in Klimzaal Blok, Hoboken ©Thibaut Debelle Inhoud JAARGANG 17 2024 / 2 EEN BLIK OP...
Matti Debelle aan het opwarmen tijdens het Belgian Boulder
46 42
De boomende klimsport

OVER de KLIM- EN BERGSPORTFEDERATIE

De Klim- en bergsportfederatie vzw is een unisportfederatie met meer dan 13 000 leden, erkend en gesubsidieerd door Sport Vlaanderen.

De KBF telt 42 aangesloten clubs. Vind een club in jouw regio op www.klimenbergsportfederatie.be/clubs

BEREIKBAARHEID

Statiestraat 64, 2070 Zwijndrecht

Bereikbaar van maandag tot vrijdag, tussen 9:00 en 17:00 uur

T: 03 830 75 00*

*Tijdens het weekend: uitsluitend voor de melding van ernstige ongevallen. Andere ongevallen meld je op maandag.

E: info@kbfvzw.be

W: www.kbfvzw.be

Klachten: ombudspersoon@kbfvzw.be

SHOP

In de KBF-webshop kun je allerlei topo’s, boeken en cursusteksten aankopen aan democratische prijzen. Meer op webshop.klimenbergsportfederatie.be

KBF-HUTTEN

Chaveehut

Rue de la Chavée 7, 5330 Maillen

Van 1 maart tot 30 oktober: ieder weekend open van vrijdag tot zondag.

Vennhütte

Am Bahnhof 13, 4790 Burg-Reuland

Vanaf 30 maart: ieder weekend open van vrijdag tot zondag.

Reserveer je slaapplaats via www.kbfvzw.be of info@kbfvzw.be. Voor KBF-leden geldt een kortingstarief.

KLIMGREPEN

KLIMGREPEN KLIM VOLUMES

Voel je je slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag?

Was je er getuige van, of heb je vragen over dit thema?

Praat erover met je club-API of de federatie-API (aanspreekpunt integriteit).

• Noodgeval: hulplijn 1712

• Advies: api@kbfvzw.be of 03 830 75 02

HARDWAREN KLIM MATERIALEN

HARDWAREN KLIM MATERIALEN

DE

4
MET GRENZEN
SPORT
meer
www.klimenbergsportfederatie.be/api
info op
KLIM VOLUMES
BESTE PRIJZEN VIND JE OP WWW.KLIMWANDSHOP.BE
Volg de laatste nieuwtjes in de sport

Spektakel

Het is een moment van intense – of is het schijnbare? – rust wanneer de atleet in de isolatieruimte klaar staat voor de finaleroute. Klimschoenen aan, ingebonden, paraat om een laatste prestatie neer te zetten zodra het sein komt, in het ongewisse over de prestatie die hun voorganger neerzet. Alleen het gejoel van de massa, het collectieve oooh of het uitzinnige applaus geven een indicatie van wat er gaande is. Als wedstrijdzekeraar ben je een bevoorrecht getuige van dat intense moment.

Ook het eerste deel van de wedstrijd heb je als zekeraar maar gedeeltelijk meegemaakt. Het bandwerk tijdens de kwalificaties laat niet veel tijd om rond te kijken wat er om je heen gebeurt. Je weet alleen zeker dat jouw atleet zo dadelijk uit de route zal vallen – tenzij ie topt, uiteraard. Dus focus je op je klimmer en dan is het alweer aan de volgende. Eigenlijk geldt hetzelfde voor wel meer aanwezigen op een sportklimwedstrijd: de juryleden, de aandacht gespitst op die ene route, de speaker die de namen juist moet hebben, de mannen van de federatie die achter de schermen de laatste knelpuntjes wegwerken en de vrouw achter de bar die alleen even van de tap weg kan glippen als haar eigen favoriet aan de beurt is.

Toch slagen ze er allemaal samen in om van een sportklimwedstrijd een totaalspektakel te maken waar de emoties hoog kunnen oplopen. Vanzelf komt dat niet. Het vraagt voorbereiding en afstemming, voldoende medewerkers die weten wat er van het verwacht wordt.

Als federatie staan we voor een gelijkaardige uitdaging bij het schrijven van ons nieuwe beleidsplan. Ieder heeft een eigen valabel, perspectief op onze werking: jij, lezer van Monte, onze clubs, de atleten in de verschillende disciplines, de rotswerkers en onze andere vrijwilligers, de klimzalen en Sport Vlaanderen… Aan bestuur en team om het geheel te overzien, al die uiteenlopende invalshoeken samen te brengen en er de juiste prioriteiten uit te kiezen, zodat we straks weer vier jaar verder kunnen. Wordt vervolgd.

Bruno Vermeeren

Het federatietijdschrift Monte verschijnt vier keer per jaar en is een uitgave van de Klim- en bergsportfederatie

VERSCHIJNINGSDATA 2024

januari, maart, juni, oktober

deadlines 2024 juni 1.04.2024,

5
oktober 19.07.2024 REDACTIEVERANTWOORDELIJKE | Eindredactie Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be Annelore Orije / annelore.orije@kbfvzw.be REDACTIEMEDEWERKERS Bart Smets, Lisa Viane, Hilde De Dobbeleer, Lus Van den Bossche, Arne Monstrey, Jan Cools, Ignace Bral, VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK Lay-out / Opmaak en beeldvorming: Reginald Roels KBF Druk: EVM Print / Group Daneels - Waver VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Yanick Bos - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht
Onze projecten MOUNT COACH-Academy KBF werkt samen met: VOORWOORD Belgian Rebolting Team blijf op de hoogte
COLOFON
@k limenbergsportfederatie

BOEKBESPREKING

In de Schaduw van de berg – Een bron van inspiratie

Hoeveel vernedering, onheil, pijn en tegenspoed kan een mens in zijn leven verwerken? Het begint alvast heel slecht voor Silvia Vasquez-Lavado. In haar prille jeugd misbruikt ‘een vriend des huizes’ haar jarenlang. ‘Je ouders weten wat ik met je doe, maar dit is ons geheim’. Waar hebben we die woorden nog gehoord? Silvia groeit op in Lima in een gezin waar vaders wil wet is en haar moeder wegkijkt. Ze gaat studeren in Amerika en ontdekt daar dat ze zich tot vrouwen aangetrokken voelt. Jarenlang blijft ook dat een geheim voor haar omgeving. Met alcohol en seks probeert ze haar innerlijke strijd te verzachten... Maar dan ontdekt ze het klimmen. Ze zet haar tanden in de Seven Summits. De bergen als ‘healer’. Als laatste blijft Chololungma - Moeder Everest over.

Het verhaal speelt zich zowel af in het heden (op de Everest, waarbij ze geen enkel detail over het hoofd ziet) als in het verleden. Soms rauw en gruwelijk, soms met grote verwachtingen.

In 2014 richtte Silvia ‘Courageous Girls’ op, een ngo die slachtoffers van misbruik en vrouwenhandel helpt. Fysieke uitdaging kan hen nieuwe kracht geven. Zo komen ook de verhalen van die vrouwen aan bod.

Een recent boek dat je bij je nekvel grijpt. Over hoe de bergen het overnemen waar mensen faalden. Uitgegeven in 2022.

ISBN 97 8902 6361 197

Training for Climbing

Eric Horst is al jarenlang een ervaren klimmer, onderzoeker en coach. In de derde editie van Training for Climbing reikt hij handvatten aan voor hen die hun klimtraining volgens de nieuwste inzichten willen aanpakken. Enkele essentiële onderwerpen die in detail worden onderzocht:

• energiesysteemtraining om meer kracht, uithoudingsvermogen en aerobe uithouding te ontwikkelen

• trainingszones met speciale aandacht voor de buigspieren van de onderarmen

• tips omtrent hangboard-trainingsprotocollen

• krachttraining

• trainingsopbouw

• seizoensprogrammering

• hoe je geest onder controle houden in stressvolle situaties

• tegenslagen en angst beheersen

• blessurepreventie en herstel na blessure…

De reviews over dit boek zijn unaniem: een uitstekende handleiding, een op bewijs gebaseerde uitgebreide gids, een geweldig boek. Over de ganse lijn 5 sterren. Kortom, als de gebruikers van dit boek zo enthousiast zijn, dan moet het wel waar zijn.

ISBN 97 8149 3017 614

Het Optimale SportgewichtBereik je streefgewicht én je sportieve doelstellingen.

Stephanie Scheirlynck is topsportdiëtiste en werkt voor talrijke topsporters. Vanuit haar ervaring weet ze heel goed wanneer sporters welke voedingsstoffen nodig hebben.

Veel sporters en zeker klimmers, alpinisten en bergwandelaars beseffen maar al te goed dat elke kilo telt. Lichaamsgewicht verliezen en toch je spiermassa behouden: het draait regelmatig verkeerd uit. Met het gewichtsverlies dalen vaak ook de sportieve prestaties. Dat is het omgekeerde van wat de sporter beoogt. Dit boek toont in zes stappen aan hoe je toch voldoende energie krijgt om je training goed af te werken, je wedstrijd succesvol af te sluiten, je trektocht zonder appelflauwtes te volbrengen.

Stap voor stap leidt dit boek je naar je ideale sportgewicht én lichaamssamenstelling. Vooral dit laatste is van belang: de juiste verhouding vinden tussen vet- en spiermassa. En geloof niet in het fabeltje ‘ik heb een zwaar beendergestel’.

Een boek dat je helpt wanneer allerlei diëten niet het minste resultaat hadden (wel gewicht verliezen, maar geen betere prestaties neerzetten). Naast het zesstappenplan is er ook aandacht voor veelgestelde vragen. De laatste drie vierden van het boek bevatten recepten voor rustdagen, trainingsdagen en wedstrijddagen. Talrijke foto’s geven je zin om ertegenaan te gaan.

6
ISBN 97 8940 1432 153
Ignace Bral

UP2DATE

Met zijn beklimming van de 9A-boulder ‘Burden of Dreams’ zet Simon Lorenzi een historische prestatie neer. Hij is namelijk de eerste klimmer die drie van de moeilijkste boulders voltooit. Met deze unieke beklimming komt Simon wereldwijd in de schijnwerpers te staan.

Burden of Dreams is een unieke route die beschouwd wordt als de ultieme maatstaf in de wereld van outdoor boulderen. De route is de eerste 9A-boulder die ooit geopend werd. Hij start laag aan de grond en bestaat uit slechts 5 bewegingen in een vlakke overhangende plaat met een helling van 40°. Een knap staaltje klimwerk van de 26-jarige Belg uit Barchon.

Simon Lorenzi bewees eerder dat hij tot de beste boulderaars behoort met zijn beklimmingen van "Soudain Seul" 9A (februari 2021) et "Alphane" 9A (december 2022). Proficiat Simon!

LEZERSBEVRAGING MONTE: GEEF JE MENING

Wat vind jij van Monte? Wat kan er beter? Welke zaken ontbreken er volgens jou? Wij horen graag jouw mening!

Laat ons weten wat je van het ledenmagazine van de Klim-en bergsportfederatie vindt, zodat we het beter kunnen afstemmen op jouw noden. Vul de online bevraging in en maak kans op één van de 10 KBF-goodies.

De bevraging vraagt maximaal 10 minuten van je tijd.

We gaan met jouw input aan de slag om jouw Monte in 2025 nóg boeiender te maken.

Surf naar www.klimenbergsportfederatie.be/lezersbevraging of scan de QR-code.

Geef je mening over Monte en win!

We nemen afscheid van Albert Nowak, een goedlachse stageleider met een eindeloze passie voor de bergen. Albert was jarenlang een gemotiveerde stageleider binnen BPA, Lehrwart, Instructor Alpine Climbing, kliminstructeur, alpi secourist maar vooral een man met een warm hart en luisterend oor.

"Wie Albert goed gekend heeft, weet dat hij altijd heel optimistisch was en gedreven om binnen de club zijn medewerking te verlenen. Hij heeft vele bergsporters in spe naar de mooie bergen gebracht op alpiene tochten en meerdere basis hooggebergte stages verzorgd."Marc Hermans

We wensen zijn familie en vrienden veel sterkte toe. Rust zacht Albert, we gaan je missen.

7
Simon Lorenzi schittert in derde 9A boulder Albert Nowak 15.3.1952 - 13.01.2024

MATERIAAL EN TECHNIEK

EDELRID - Pinch

'een vernieuwend zekeringstoestel, direct aan je gordel'

Met de Pinch heeft Edelrid een zeer vernieuwend zekeringstoestel op de markt gebracht. Het eerste grote verschil is dat dit toestel direct aan je gordel bevestigd kan worden, zónder gebruik van een musketon. En hoe minder schakels in de zekeringsketen, hoe veiliger. De Pinch is perfect voor zaalklimmers (zowel toprope als voorklimmen), maar kan net zo goed gebruikt worden bij het single- of zelfs multipitch sportklimmen op de rotsen. Je kunt er zelfs meer rapellen. Ook voor gebruik met zeer dunne of zachte touwen is ze prima geschikt en zoals steeds bij Edelrid is ook dit toestel ontworpen met een anti-paniek functie. Ook al wordt er nog steeds een goede zekerhouding nagestreefd, in principe is dit een zelfblokkerend toestel dat werkt onafhankelijk van de positie van de remhand. Het feit dat het toestel zich veel dichter bij je gordel bevindt, laat onder andere toe om 20 à 30 cm meer touw te kunnen uitgeven per keer. Bovendien gaat dit touw uitgeven veel vlotter en veiliger dan bij klassieke gelijkaardige toestellen. Het toestel kan evenwel ook met een musketon bevestigd worden, wat zeker bij gebruik in een relais veel meer mogelijkheden toestaat. Terecht een nieuwe en veelbelovende topper van Edelrid!

Adviesverkoopprijs: nog niet bekend op moment van druk

Gewicht: 234 gram

Y&Y VERTICAL - Key Holder ‘nooit meer je sleutels kwijt’

Hoe cool is dit? Een sleutelhanger die op het lijf is geschreven voor klimmers! Er zijn altijd wel mensen die elke dag opnieuw hun sleutels mis leggen. Ken je zo iemand? Misschien moet je hen dan een Key Holder van Y&Y Vertical cadeau doen. Dit houten platformpje wordt geleverd met vier verschillend gekleurde klemblokjes die fungeren als sleutelhangers. Het enige wat je nu nog hoeft te doen is je sleutelbos aan de klemblok bevestigen en de Key Holder zelf achter je voordeur te installeren. Nu er alleen nog aan denken om je sleutels daar iedere keer effectief in weg te hangen. Echt een cool klimmergadget.

Adviesverkoopprijs: 44,95 euro

BETA – Stick ‘een clipstick of een cheatstick?’

Bij Beta verkopen ze ook Betasticks. Het idee achter dit soort stokken is dat je er een setje in kunt bevestigen. In de onderste snapper hang je reeds je ingebonden voorklimtouw en bij de bovenste snapper kun je het beentje open laten. Eens bevestigd, kun je de stick uitschuiven (er zijn verschillende lengtes op de markt) en je setje inpikken in de eerste haak. Op die manier kan je je eerste haak al inklippen. Dit is vooral (of enkel) handig als je eerste haak dusdanig hoog staat en er zich al onder de haak een cruxpas bevindt waardoor een val op de grond een reële en gevaarlijke optie is. Probeer de clipstick echter enkel in dit soort situaties te gebruiken. Als je niet veilig tot aan de eerste haak geraakt, is de route misschien net iets te hoog gegrepen voor jou en kun je misschien beter op zoek gaan naar een andere lijn. Het ‘risico-aspect’ van de klimsport is immers deel van de roes die veel klimmers voelen als ze zichzelf overstijgen. De kunst bestaat erin om je eigen competenties te leren kennen. Gebruik een Betastick dus met mate en enkel als clipstick. Ga je hem te vaak gebruiken, dan wordt het eerder een cheatstick…

Adviesverkoopprijs: beginnende bij 54,95 euro Gewicht: vanaf 281 gram (afhankelijk van de gewenste lengte)

8
Arne Monstrey (verkoper bij K2)
Tekst

BIG AGNES: Prospector 50 & Sun Dog 45 ‘because light is right’

Big Agnes doet meer dan alleen lichtgewicht tenten maken. Ook in het rugzaksegment zijn ze met een, weliswaar klein, aanbod begonnen. Getuige de Prospector 50 voor heren en de Sun Dog 45 voor dames. Typisch Amerikaans is dus het lichte gewicht gekoppeld aan een uitstekend draagvermogen.

Aan de buitenkant bevinden zich nog drie verschillende mesh zakken om vanalles in weg te bergen. Net zo vind je allerlei lintjes op terug om zaken op je rugzak vast te binden: wandelstokken, piolets, tentstokken… Het is een toploader, wat betekent dat je er alles langs boven in moet laden, maar tegelijkertijd kan het hele rugpaneel opengeritst worden om zo gemakkelijk toegang te verlenen tot de inhoud van je rugzak. De Prospector is het herenmodel en de Sun Dog het damesmodel. Met aangepaste schouder- en heupriemen.

Adviesverkoopprijs: 249,95 euro

Gewicht: 1.450 gram (voor de Prospector 50) en 1.280 gram (voor de Sun Dog 45)

EVOLV – Shaman ‘technisch, vegan & slijtvast’

Aan de vorm van deze Shaman klimschoen van Evolv is al duidelijk te zien waarvoor ze bedoeld is: boulderen en sportklimmen in zwaar overhangend terrein. Dat zie je aan de asymmetrische zool, die tevens serieus voorgevormd is en dan nog eens een extra toe-down constructie heeft. Met deze schoen kun je als het ware met je tenen ‘grijpen’ naar kleine richels. De drie velcro’s die in andere richtingen aangetrokken moeten worden, zorgen voor een extra stevige fit. Bovenop de tenen zit een stevige rubber, perfect voor toehooks. Bovendien heeft deze schoen een rubber zool van 4,2 mm dikte. Hierdoor is het een van de meer duurzame en slijtvaste technische schoenen op de markt. Daarenboven is de Shaman volledig ‘vegan’.

Adviesverkoopprijs: 169,95 euro

Gewicht: 510 gram (per paar)

RAB - Stratosphere 5.5 'robuust slaapcomfort tot bij -14 graden'

Rab is een gevestigde waarde in de wereld van isolatie met hun kwalitatieve slaapzakken, donsjassen en andere bergsportkledij. Hun gamma breiden ze nu uit met een reeks slaapmatjes, waarvan wij de Stratosphere 5.5 mochten uittesten. Op expeditie sliepen we vijf weken lang op dit matje, in verschillend terrein en in verschillende weersomstandigheden. Gelukkig met succes, want zowel op sneeuw, ijs én steenvelden bleek de grillige ondergrond niet in staat om onze nachtrust te verstoren. Volledig opgeblazen is de mat zo’n 8 cm dik, wat best stevig is. Daarmee heb je minder last van oneffenheden in de ondergrond en lig je toch nét iets verder van de ijskoude aardkorst zelfs als je een zijslaper bent. De dikke mat is vervaardigd uit duurzaam materiaal wat het een betrouwbare oplossing maakt voor wie er graag wat langer op uittrekt. De hoge isolatiewaarde (R-waarde 5.5) zorgt ervoor dat je temperaturen tot -14° probleemloos kan trotseren.

Gezien het matje niet erg compact is om op te bergen in je rugzak, is hij echter minder geschikt voor lightweight bike- of backpackers.

Onze favoriete feature is misschien wel de proestende olifant die op de opblaaszak getekend staat; een ludiek detail dat je meteen in een goede sfeer brengt tijdens het kamperen.

Adviesverkoopprijs: 150 euro

Gewicht: 785 gram

9
10
adv XFoodnl+QR A5 liggend FC - F1 LC.indd 1 01-10-2021 14:07

RAB's IONO SPHERE 5.5 SLAAPMAT

ULTRALICHTE SLAAPMAT

De Rab Ionosphere 5.5 is een compacte slaapmat die is uitgerust met de warmte reflecterende TILT-technologie en Stratus™ R-isolatie. De slaapmat is zo ontworpen om jou comfort te bieden. Dit is de ideale slaapmat voor bijvoorbeeld alpinisten en bergbeklimmers tijdens hun expedities in de zwaarste omstandigheden ter wereld.

STRATUS™ R

Stratus™ R is veerkrachtige, synthetische isolatie ontwikkeld met 100% gerecycled materiaal. Stratus™ R isolatie is ontworpen om zoveel mogelijk lucht vast te houden. Het biedt ook superieure warmte voor zijn gewicht, houdt zelfs bij vochtige omstandigheden warmte vast, en het droogt zeer snel.

TILT-TECHNOLOGIE

TILT-technologie is een nieuwe, warmtevasthoudende technologie die eigenlijk net zo werkt als een nooddeken, de warmte wordt namelijk terug naar je lichaam gereflecteerd. Dit alles terwijl het ademend vermogen en comfort van de slaapmat behouden blijven. Zodoende verhoogt TILT de thermische efficiëntie en houdt het je warm als de temperatuur tijdens het slapen daalt.

11

Oproep: enthousiastelingen gezocht voor het BRT-ecoteam

KBF wil het duurzaam beheer van de klimrotsen naar een hoger niveau brengen en om dit te verwezenlijken komt er het BRT- ecoteam.

Laten we snel beginnen met wat algemene vaststellingen:

1. Rotsklimmen wordt steeds populairder, met meer en meer bezoekers aan de Belgische klimrotsen. De druk op dit ecosysteem neemt daarom toe.

2. De klimrotsen zijn unieke biotopen, als het ware ecologische oases, voor talrijke soorten specifiek gebonden aan deze rotsen. Er komt dan ook een rijke fauna en flora voor die je op weinig andere plaatsen in ons land vindt!

3. Deze oases genieten vaak een wettelijke, ecologische bescherming!

4. Bij een KBF-enquête van enkele jaren geleden kwam naar voren dat 95% (!) van de respondenten duurzaamheid ‘belangrijk’ tot ‘zeer belangrijk’ vindt.

Deze vier stellingen leidden tot het oprichten van een Belgian Rebolting Ecoteam (afgekort BRET, of toch BRT-Ecoteam, we zijn er nog niet uit…). Het opzet is simpel: breng een groep klimmers (KBF, CAB, NKBV…) samen die kennis hebben van natuurbeheer- en beleid om intern KBF en de BRT-groepen te ondersteunen in het maken van logische, ecologisch verantwoorde keuzes.

Waarom kan dit nodig zijn?

Waarom dit een goede zaak is, is een evidentie voor 95% van de hierboven genoemde respondenten. Maar om de argumentatie nog wat kracht bij te zetten:

Natuurbeleving: vanuit een antropocentrisch - maar daarom niet minderwaardig - standpunt bekeken mag het duidelijk zijn dat we de klimsport liefst beleven in een mooie natuuromgeving.

Moreel: als klimmer hebben we een impact op de rotsen, die terzelfdertijd positieve als negatieve invloeden heeft op de fauna en flora. Wanneer wij gebruik maken van de rotsen, is het niet meer dan logisch dat we onze negatieve effecten proberen te remediëren om de natuurkwaliteit op lange termijn te waarborgen.

Natuur creëer je (deels): Dit klinkt misschien raar. Maar in België is een hoge kwaliteit aan natuur niet hetzelfde als ‘de natuur laten doen’.

Een hele resem aan zowel interne als externe verstoringsfactoren maken menselijk ingrijpen of sturen van onze natuur in een bepaalde richting vaak noodzakelijk om geïsoleerde, waardevolle biotopen te behouden. Hoe je dit doet, is complex om uit te leggen in een korte alinea. Maar het vereist wel een doorgedreven ecologische kennis, en een beheer van de rotsen met een plan, een visie.

Politiek/ Wettelijk niveau: de rotsen, of de er voorkomende fauna en flora, zijn vaak beschermd. We hebben daarom niet enkel de morele, maar ook wettelijke verplichting om deze natuur en natuurwaarden te behouden, te herstellen of zelfs te verbeteren.

Wat gebeurt er dan concreet?

In het kort: inventarisaties van de rotsen in beheer door KBF, technische ondersteuning ecologisch rotsbeheer (advies, beheerplan), ondersteuning verwerving nieuwe gebieden (prospectie, bijstand milieuvergunning) en verspreiden kennis naar leden.

In het iets langer: KBF organiseert jaarlijks samen met zijn BRTgroepen meerdere rotsbeheerdagen. Deze hebben als doel het onderhouden van onze klimmassieven en -routes. Zo worden onstabiele rotsblokken verwijderd, de haken gecontroleerd en de toegankelijkheid tot de rotsen vergroot.

Dit beheer van de rotsen moet dan hand in hand gaan met een ecologisch beheer van de rotsen. Want het onderhoud doe je niet zomaar. Het moet in samenwerking met de natuur zijn, en niet tegen de natuur. Met een juiste ecologische inschatting van de situatie kan je bepalen welke natuurwaarden op welke exacte plaats het beste nagestreefd worden. En ‘het beste’ betekent hier een minimum aan inspanning, houdbaar op lange termijn, verzoenlijk met de reeds aanwezige natuurwaarden & activiteiten en een meerwaarde voor de lokale ecologische omstandigheden. Stel, je hebt een kille, noordgerichte oude steengroeve waarin geklommen wordt. Hier streef je naar een groenrijk bos met hier en daar openingen kort bij de rotsen om deze sneller te laten drogen. Gezien het om een oude industriële site gaat, kan het gevoerde klimbeheer net opties creëren voor een rijkere vegetatie die na het achterlaten vaak overwoekerd wordt door bramen en brandnetels. Heb je een zuidgerichte, gesculpteerde natuurlijk dagzomende rots, dan zit je met een hele andere situatie. Hier zijn warmteminnende planten zoals vetplanten

12 Tekst Sebastiaan Verbeke

echt in hun element. Het vrijzetten van deze rotsen ten voordele van jonge pioniersvegetatie geniet hier de voorkeur.

Je leest hier indirect over de wisselwerking tussen “natuur laten zijn” en “natuurbeheer”: je kiest je beheer a.d.h.v. de aanwezige waarden en potenties, maar stuurt daarna wel in een richting om de kwaliteit te garanderen. Dat beheer wordt dan vastgelegd in een natuurbeheerplan, met duidelijk vastgestelde, objectieve doelen en visies voor een site. In zo’n plan worden de doelen voor de gehele site vastgelegd alsook de doelen en te treffen maatregelen voor specifieke entiteiten. Zo zal het beheer van de Dalle Impérial in Yvoir anders zijn dan

Iedereen die mee wil werken, zowel een kleine als grote

• Een bioloog/ecoloog met een technische kennis van soorten, Een boomverzorger die advies kan geven over bomen en

Klimmende natuurliefhebbers die maar wat graag natuurinven-tarisaties doen, of het nu planten, korst(mossen), insecten, weekdieren, vogels, vleermuizen of anderen zijn: je

Laat van je weten, bij interesse: mail naar rotsen@kbfvzw.be

Sensor aan de rots gespot?

Wil je slechts sporadisch je steentje bijdragen of deel van de kern zijn? Alles kan.

Vergeet niet dat als je niet kan of wil meehelpen met het ecologische luik, dat de bestaande BRT-teams steeds op zoek zijn naar nieuwe vrijwilligers om te ondersteunen bij de bestaande rotswerkzaamheden. Daar ben je ook welkom!

Meer info over fauna en flora aan de rots?

Download de gratis brochure

Als onderdeel van een internationaal onderzoek naar de invloed van klimmen op de ecologie en biodiversiteit van rotsvegetatie in klimmassieven, worden momenteel temperatuursensoren geïnstalleerd aan de wanden van enkele massieven door onderzoekers van de Universiteit Antwerpen en KU Leuven. Deze sensoren zijn strategisch geplaatst om het klimmen niet te verstoren.

We willen u bij voorbaat bedanken voor uw medewerking om de sensoren te laten hangen.

Voor verdere informatie kan u terecht op https://www.mountaininvasions.org/post/following-plantsin-the-crags-miren-rock-face-survey of voor vragen kunt u contact opnemen met miren.rocks@gmail.com

Wit
apennium
Tripmadam Sedum rupestre
Zonneroosje Helianthemum

trainer / lesgever Vrijwilliger in de kijker:

In deze rubriek zetten we telkens één van onze vrijwilligers in de spotlight. Binnen de KBF-clubs zijn er namelijk heel wat mensen actief, voor én achter de schermen. Ze doen dit vaak onbezoldigd, uit pure passie voor de sport. Dit keer trekken we naar de klimzaal, op zoek naar een trainer of lesgever met een inspirerend verhaal.

In onze zoektocht naar zo’n gepassioneerde lesgever komen we al snel uit bij Simon Dierckx. Simon is 22 jaar en heeft op enkele jaren tijd een impressionant traject afgelegd.

KBF: Dag Simon, het valt ons op dat je intensief inzet op lesgeven in de klimsport, vanwaar komt deze passie?

Mijn echte passie is begonnen op vakantie in Kaunertal, Oostenrijk. Ik zag daar een paar mensen over een gletsjer wandelen dacht meteen: “dat wil ik ook doen”. Niet lang na onze thuiskomst ben ik dan met mijn vader naar de klimzaal getrokken, en dan ging de bal aan het rollen. Twee weken later had ik al mijn eigen klimgordel en schoenen. Na drie keer mee te gaan hield mijn vader het voor bekeken en ging ik alleen naar de klimzaal. Ik schuimde de Facebookgroepen af op zoek naar klimpartners, wat toch best spannend was als toenmalig veertienjarig ventje.

Ook via de Chiro werd de passie voor avontuur flink aangewakkerd. In de bossen gaan slapen, met de rugzak op wandel of op trekking met de fiets… de zin naar avontuur zat er al van jongs af aan goed in. Mijn ouders hebben me daar altijd heel vrij in gelaten. Als twaalfjarig manneke ging ik zo samen met mijn drie jaar oudere broer rondtrekken in de Ardennen. Wildkamperen mocht niet, dus gingen we bij de mensen thuis aanbellen om te horen of we ons tentje niet in hun tuin mochten opzetten. Daar ergens moet de liefde voor avontuur ontstaan zijn. Ik denk dat het opzoeken van het onbekende eigenlijk mijn ‘passie nummer één’ is.

Sportklimmen paste onverwachts goed in dat plaatje. In het begin dacht ik niet dat ik dat zo tof zou vinden, maar uiteindelijk kon ik er verbazingwekkend veel plezier uithalen. Vooral veel klimmen en hard trainen was echt mijn ding.

KBF: En hoe ben je dan in het lesgeven gerold?

Eigenlijk gebeurde dat heel toevallig. Op één van mijn klimdagen liep ik door de bar in de klimzaal en net op dat moment waren twee medewerkers het schema van de jeugdtrainingen aan het opstellen. Ze waren nog op zoek naar extra versterking en spraken me aan. “Seg Simon heb jij geen zin om les te geven?”

Zo simpel was het. Eerst draaide ik vooral mee als extra ondersteuning van de hoofdlesgevers, maar al snel daarna begon ik zelf de lessen voor te bereiden en in goede banen te leiden.

14 Tekst Annelore Orije / Foto's Sam Van Brempt & Arne Monstrey

KBF: Hoeveel ervaring had je voor je les begon te geven?

Ik denk dat ik nog maar anderhalf jaar klom, maar wel heel intensief. In het begin vond ik dat lesgeven gewoon tof als bijverdienste, maar na verloop van tijd werd het toch meer dan dat. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om er mijn studies van te maken. Ik ging voor de Bachelor of Science Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen aan de universiteit in Gent, waar ik nu aan mijn tweede masterjaar bezig ben. Tijdens die opleiding heb ik ook heel wat interessante kansen gekregen als trainer binnen het competitieteam in Klimzaal Bleau en het nationale team onder begeleiding van Celine Cuypers. Ik rondde ook de sportkaderopleiding Instructeur B sportklimmen af in het kader van die studies.

KBF: Zijn er andere lesgevers die je geïnspireerd hebben voor jouw traject?

Ik houd me niet echt vast aan idolen. Mijn traject is eerder ontstaan vanuit mijn eigen motivatie en het feit dat ik het wel tof vind om te doen. Als ik toch een naam zou moeten opnoemen, dan denk ik aan Senne Trogh, een van de hoofdtrainers bij ons in de klimzaal. Ik heb zelf wel wat lessen bij hem gevolgd en daaruit veel opgestoken als klimmer.

KBF: Hoeveel uren per week ben je dan zoal bezig met lesgeven?

Dat loopt soms op tot 8 à 10u per week, al zitten daar tegenwoordig ook wel wat stage-uren tussen. Gelukkig krijg ik daar tijdens mijn opleiding wel extra tijd voor om dat in te vullen.

KBF: Fijn om te merken dat je zo gemotiveerd voor je studies gaat. Wat wil je er later mee doen?

Gho, dat ligt allemaal nog niet vast. Ik zou heel graag ofwel op heel hoog niveau mensen coachen. Dat kan ook in skyrunnen of trailrunnen zijn. Ik pin me niet vast op één discipline. Klimmen trekt me wel harder aan omdat ik dat zelf doe. Anderzijds ben ik ook heel graag bezig met onderzoek in de sport. Mijn droomjob is misschien wel onderzoeker in het klimmen. Een tijdje terug mocht ik met Nelis Caubergs, sporttechnisch verantwoordelijke bij KBF, mee naar een congres waar heel wat onderzoeken in de klimsport aan bod kwamen. Dat was super interessant. De opleiding Instructor Alpine Climbing volgen lijkt me ook heel interessant. Dat staat dan weer wat meer in lijn met mijn passie voor avontuur.

KBF: Heb je tips voor andere sportklimmers die zich willen omscholen tot trainer?

Er zijn twee punten die ikzelf heel belangrijk vind als lesgever. Ten eerste probeer ik ervoor te zorgen dat de deelnemers zoveel mogelijk plezier beleven. Ik bied mijn lessen altijd op een experimentele wijze aan, zodat ze zelf op zoek kunnen gaan naar iets dat voor hun werkt. Daarbij probeer ik ook altijd iets nieuws aan te leren om het interessant te houden. De focus ligt steeds op het plezier te laten groeien. Dat geldt zowel voor kinderen als volwassenen, de prestatieverbetering komt dan later wel.

Ten tweede is het erg waardevol om te reflecteren over je eigen trainingen. Vragen als “wat zorgde ervoor dat het leuk was of niet?” zijn erg waardevol als trainer. Ik ga hiervoor het gesprek aan met de deelnemers, zowel de kids als de volwassenen. Door stil te staan bij het effect van je oefeningen kan je veel bijleren. Zo’n reflecteringsproces is ook bij de begeleiding van ervaren atleten heel belangrijk. Daar zijn er minder nieuwe dingen aan te leren en gaat het meer om zelfinzicht vanuit de atleet. Je wil dat de atleet vooral zelf leert om

te zien wat werkt en wat niet. Maar daarvoor moet je als trainer de reflectie skills voldoende beheersen. Met reflectieverslagen houd je het overzichtelijk en maak je het jezelf na verloop van tijd ook makkelijker om je lessen voor te bereiden.

KBF: Heb je een leuke anekdote om te delen met onze lezers?

Een moment dat me altijd is bijgebleven is bij het competitieteam in Bleau. In één van de wedstrijden had één van onze jonge atleten een plek op het podium gehaald. Hij was zo in de wolken van zijn prestatie, dat hij van het podium sprong en recht naar me toe liep om een knuffel te geven. Die blijdschap zien bij de atleet, de dankbare knuffel, dat geeft je toch voldoening als trainer.

KBF: Toch een impressionant traject dat je hebt afgelegd in de acht jaren dat je klimt. Heb je nog motiverende woorden voor mensen die aan het lesgeven willen beginnen?

Er zijn zoveel opties om te helpen in je club. Spreek hen eens aan. Je eerste stap hoeft niet super groot te zijn. Hoor eens bij je club of je enkele trainingen kan meevolgen, al is het gewoon om te zien het of iets voor jou is.

Daarna kan je nog altijd voor je lesgeversdiploma gaan bij VTS als je dat wilt. Ik denk dat elke club wel op zoek is naar nieuwe vrijwilligers.

KBF: Dat is inderdaad een goede tip. Bedankt voor dit gesprek Simon, we wensen je nog veel succes in je laatste masterjaar

Ben je gedreven met de klimsport bezig en wil je die passie doorgeven aan anderen? Dan bereiden we je daar graag op voor! Voor de opleidingen tot begeleider sport- en rotsklimmen, werkt de KBF samen met de Vlaamse Trainersschool (VTS), een instantie van de Vlaamse Overheid.

KADEROPLEIDINGEN SPORTKLIMMEN (SK)

Initiator sportklimmen

GTE initiator SK vereist

Opleiding en begeleiding van beginnende klimmers (t.e.m. KVB 2, niveau 5c)

Instructeur sportklimmen

Diploma Initiator SK vereist

GTE Instructeur SK vereist

Algemeen gedeelte Instructeur vereist

Training en begeleiding van competitieve klimmers op nationaal niveau

Trainer A sportklimmen

Deze opleiding wordt momenteel ontwikkeld i.s.m. de Vlaamse Trainersschool

Trainer B sportklimmen

Diploma Instructeur SK vereist

GTE Trainer B SK vereist

Algemeen gedeelte (SWKV)

Trainer B vereist

Trainen en begleieden van ompetitieve klimmers op internationaal niveau

Wil jij je ook inzetten als vrijwilliger?

Vraag ernaar binnen je club, je kan ongetwijfeld iets voor hen betekenen. Ook binnen de federatie zijn we steeds op zoek naar helpende handen. Een overzicht van de opties voor vrijwilligers vind je op www.klimenbergsportfederatie.be/vrijwilliger

15

Jacco, who care as much about your boulder fun as you do. From the essentials to all the extras, this is your one-stop-shop! 9cbouldering.com

16
an exciting
&
KVBF_ad_2022.indd 1 27/08/2022 11:20 053/ 705 222 - info@trek-king.be – www.trek-king.be OUDE GENTBAAN 255 – 9300 AALST Uitrusting voor: - Wandelen - Bergsport - Verre reizen - Beveiliging hoogtewerken
Discover everything you need for
boulder experience, selected carefully by seasoned climbers, Ollie

Born to climb

Born is een klein dorp van 600 inwoners tussen Malmedy en St. Vith, dat wordt doorkruist door een imposant viaduct dat tijdens de Eerste Wereldoorlog door krijgsgevangenen voor militaire doeleinden werd gebouwd. De Freiherr-von-Korff-brug van geperst beton is 285 meter lang en 18 meter hoog. Gemarkeerd door honderden inslagen is het een stille getuige van een donker hoofdstuk in de Europese geschiedenis. Maar in de afgelopen jaren is de dynamiek rond het bouwwerk veranderd!

De brug ligt in een prachtige groene omgeving met paarden, bomen en een biologische moestuin en is teruggewonnen door de vegetatie. Een uitkijkpunt biedt een panoramisch uitzicht over het groene landschap. Onder het viaduct loopt de RAVEL, die Monschau (in Duitsland) en Sankt Vith met elkaar verbindt en een afslag naar Vielsalm biedt. Dit netwerk van fietspaden maakt de regio tot een paradijs voor lokaal en milieubewust toerisme.

In september 2023 opende de pas opgerichte Klimclub Oost-België de deuren van een klimparadijs voor zowel inwoners als toeristen aan het viaduct. Er zijn momenteel 7 routes, waarvan sommige ongewone klimroutes onder het brugdek (tussen 3 en 6c+). Bij het klimmen gelden dezelfde regels als op rotsen. Het viaduct is met de fiets bereikbaar, als met de auto via de snelweg die Luik met Berdorf verbindt. "Iedereen die ons hier op het viaduct al heeft bezocht en de eerste klimgrepen heeft gezien, is echt enthousiast", zegt Tina. De belangstelling voor het nieuwe project was enorm. "Wat is er nodig om zo'n avontuur in de kortst mogelijke tijd te realiseren? Je moet het willen, erin geloven en het doen!" En zo werd de ongebruikte betonnen ruïne al snel een plek van uitwisseling en uitdagingen.

Het idee ontstond voor het eerst in januari 2023. De klimmuur werd maandenlang met veel energie gepland. Er was geen blauwdruk voor het project, want zelfs bestaande klimbruggen zoals die in Pérolles (Zwitserland) of Laupheim (Duitsland) waren qua veiligheidsaspecten niet vergelijkbaar. Gelukkig had de gemeente al snel vertrouwen in het initiatief en steunde het project zowel financieel als materieel. Dankzij een crowdfunding en de hulp van sponsors werd het benodigde budget van ongeveer €25.000 in twee maanden bij elkaar gebracht. Gulle materiële steun van de Club Alpin Belge en klimzalen zoals City Lizard hielpen ook enorm bij het project.

In augustus begon de 20 dagen durende bouwfase, ondersteund door vrijwilligers uit heel België. Verschillende lokale en nationale media, zoals de RTBF, toonden tijdens de zomermaanden grote belangstelling voor het project en berichtten erover op televisie, radio, op social media en in de kranten. Het viaduct in Born werd zo snel een symbool van gemeenschap en creativiteit.

Aan ideeën voor de toekomst is ook geen gebrek. De klimfaciliteit zal zo worden ingericht dat disciplines als speleologie, dry-tooling, slackline en canyoning ook beoefend kunnen worden. De cliub wil ook circusworkshops en -evenementen organiseren.

Tussen 29 maart en 5 april 2024 worden in Born de volgende routes uitgezet, waaronder moeilijkere routes onder het brugdek en traverses. Kogelgaten van kogels en granaten zullen gedeeltelijk als houvast worden gebruikt. Als je deel wilt uitmaken van het avontuur, neem dan contact op met het KCO (hello@kletterclub.be), vooral als je ervaring hebt met het openen van klimroutes (kunstmatig of natuurlijk). De initiatiefnemers delen graag hun ervaring met andere soortgelijke projecten.

Meer informatie over het project is te vinden op Facebook, Instagram en de KCO-website (www.kletterclub.be).

Kletterclub Ostbelgien VZW

Tekst Johannes Seel / Foto's © Julien Claessen - BRF
17

KlimKaffee Oudenburg

Locatie: Groenedijjkstraat 5A, 8460 Oudenburg

Naam oprichter: Christophe Geens

Openingsdatum: 23 september 2023

Wat de klimzaal uniek maakt: Er zijn 2 kilterboards, een buitenmuur én je kan er zelfs overnachten in het hostel.

Toekomstvisie: We willen een totaalbeleving aanbieden waarbij boulderen centraal staat en er eveneens plaats is voor eten, drinken, slapen, events en optredens.

Discipline: boulderen

Aantal vierkante meter klimoppervlak: 650

Zijn er andere trainingsfaciliteiten?

Er is een trainingsruimte, campuswand, buitenwand en er zijn 2 kilterboards.

Jeugdwerking? Ja

Training voor volwassenen? Ja

KVB-opleidingen? Nee

Toegangsvoorwaarden? Vanaf 6 jaar

Is de klimzaal verbonden met een KBF-club? Nee

Korting voor KBF-leden? (nog) niet

Extra’s?

Er is een groot terras met zicht op de buitenmuur en er is WiFi. Klimclubs kunnen we een stage met overnachtingsmogelijkheden aanbieden en in overleg kunnen er routes op maat gemaakt worden.

Wat moeten de klimmers nog van jouw klimzaal weten?

Een moderne boulderhal op een unieke locatie in de West-Vlaamse polders

Website: www.klimkaffee.net

18
Tekst Annelore Orije / Foto's © Klimkaffe Oudenburg

Padel, watte? Sportklimmen is de nieuwe hype

Sportklimmen groeit de laatste jaren aanzienlijk in populariteit. Bij ons rinkelt de telefoon geregeld van een journalist die zich afvraagt waar die groei nu juist vandaan komt. En eigenlijk hebben we daar geen pasklaar antwoord voor. Er zijn veel elementen die meespelen en het landschap is intussen zo versnipperd dat het nog moeilijk in kaart te brengen is. Je kan er je vinger niet opleggen waar de trend juist vandaan komt. We kunnen wel enkele positieve tendensen meten die een mogelijkse verklaring kunnen vormen voor de ‘boom’ in de klimsport.

Tekst Annelore Orije / Foto's Jan Virt, Klimzaal Blok
20

Een NIEUW Olympisch tintje aan de sport

Jawel, sinds 2021 werden enkele trendy sporten toegevoegd aan het programma van de Olympische Spelen. De organisatie miste duidelijk wat voeling met het jongere publiek en besloot daarom wat te experimenteren met nieuwe, jeugdige sportenin hun programma. En of ze daar succes mee boekten! Ook in de Spelen van Parijs dit jaar staan er sporten op de planning met een ‘urban’ toets. Denk aan skateboarden, golfsurfen, breakdancen en natuurlijk sportklimmen.

Het feit dat je sinds kort binnen deze disciplines een olympische plak kan scoren zet natuurlijk aan tot dromen. Het werkt niet alleen inspirerend voor het kijkende publiek, ook topsporters stellen nu de Olympische Spelen voorop als ultieme prestatiedoel. De sport krijgt zo een professioneler imago, en de eeuwenoude vergelijking met de klimmuur op het speelplein achter de hoek begint stilaan te verdwijnen.

Trouwens, de term ‘muurklimmen’ wordt officieel niet meer gebruikt om de sport te omschrijven. Vandaag de dag heet de discipline ‘sportklimmen’ , wat het verschil tussen speeltuin en de sporthal eens zo duidelijk maakt.

Lights, camera, action!

Dankzij het Olympische karakter schenken de media ook meer aandacht aan de sport. Overal zie je nu steeds meer klimmers op je scherm verschijnen. We zien de klimcompetities steeds vaker op het uitzendprogramma van de sportzenders ingepland staan, en ook op sociale media dikt het aantal ‘klim-influencers’ zienderogen aan. De youtuber Magnus Midtbø haalde laatst nog de kaap van 2 miljoen abonnees op zijn kanaal en op Instagram staat Alex Honnold aan de leiding met zo’n 2,6 miljoen volgers achter zijn naam.

Zelfs in verkiezingscampagnes, soapseries en reclamefilmpjes maakt de klimmuur steeds subtieler haar intrede in het beeld. Zo komt klimmen steeds meer in de normaalsfeer, wat de sport alleen maar ten goede komt.

Klimmen, een sport voor iedereen

Hoewel het er allemaal heel stoer en uitdagend uitziet, is de sport op zich erg toegankelijk. Jong en oud, beginner of gevorderde sporter… op elk niveau kan je wel je gading vinden. Zeker bij het boulderen kan je spreken van een laagdrempelige instap omdat je daar geen kennis van knopen en zekeringstechnieken moet hebben.

De uitdaging die elke route biedt, het fungehalte tijdens het sporten, ze zorgen allemaal voor een ongeziene aantrekkingskracht rond de sport. Bovendien is de klimsport goed voor je fysieke én mentale kracht. De klimzaal wordt zo de nieuwe fitness, met een extra vleugje plezier en uitdaging.

Zonder dat je het al te goed beseft is klimmen een ideale workout. Terwijl je klimt is je brein zodanig gefocust op het behalen van de top, dat je niet stilstaat bij de fysieke belasting die de klim teweegbrengt.

De ideale afleiding dus. Elk spiertje in je lijf komt zo bijna onbewust in actie. Pas als je bovenaan je route komt voel je hoe hard je hebt gevochten voor het behalen van de top.

21

Power to the youth

Het valt op dat er in de klimzalen aanzienlijk veel jongeren en jongvolwassenen te vinden zijn, vooral dan in de boulderzalen. Mogelijks ligt het verschil in de aard van de sportdiscipline. Waar het bij lengteklimmen draait rond uithouding, gaat het bij boulder eerder om kracht en explosiviteit. De oudere generatie laten de rollende spierballen al wat vaker aan de kant liggen, dus hebben generation Z tot de millenials het voor het zeggen in de boulderzaal.

De boulderzalen zijn dan ook steeds meer afgestemd op het jongere doelpubliek. Een DJ op vrijdagavond, verkleedwedstrijden en feestjes in de klimzaal… je kan het niet gek genoeg bedenken. Andere zalen zetten dan weer specifiek in op de klimmers van de toekomst met attracties voor de allerjongsten. Uitgebreide kidscorners, klimmuren met augmented reality games of volledig aparte klimruimtes waar de kids de nodige decibels van plezier kunnen tieren.

Een individuele, maar toch sociale sport

De klimsport is een individuele sport, en toch zet het aan tot sociale contact. Als je een boulderzaal binnenstapt begrijp je meteen wat dat betekent. Klimmers spreken elkaar aan, geven elkaar tips en advies of werken samen een route uit. De klimzaal heeft daarmee wat weg van een praatcafé, maar dan met klimroutes in plaats van pintjes. Of je nu een lengte of een boulderzaal binnenstapt, onder de hele klimmerscommunity valt eenzelfde sfeer te bespeuren. Eén van warme mensen met een hart voor de sport die zorgen voor elkaar. En dat is misschien wel het allermooiste aan onze sport.

Bouwen aan de toekomst

Sinds de eerste klimzaal in België in 1987 opende is er heel wat veranderd. Destijds was Terres Neuves in Brussel wereldwijd de pionier in de sport. Intussen is het de oudste klimzaal ter wereld, en dat zegt heel wat over ons als sportklimland. Als we een blik werpen op de cijfers zien we dat in het prille begin vooral de lengtezaal populair was. Boulderen kwam er de eerste jaren nog niet echt aan te pas. In de jaren 2000 waren er dubbel zoveel lengtemuren als bouldermuren (47 vs 23). Maar… de aanhouder wint.

" Boulderen heeft lengteklimmen ingehaald qua populariteit.

´

Sinds 2017 zijn er jaarlijks meer boulder- dan lengtemuren bijgekomen..."

In 2023 tellen we op Belgische bodem 61 bouldermuren, en 60 lengtemuren verdeeld over 86 klimzalen. Vele klimzalen bieden dus een combinatie van beide aan, al dan niet na uitbreidingen. Boulder heeft lengteklimmen dus ingehaald qua populariteit, vooral in de laatste jaren. Sinds 2017 worden er jaarlijks meer bouldermuren dan lengtemuren geopend. Alle jaren daarvoor waren de rollen omgekeerd.

Het valt ook op dat de boulderzalen in het algemeen een langer leven beschoren zijn dan de lengtezalen. In de loop der tijd hebben 23 klimzalen helaas hun loodje moeten leggen, voornamelijk om vergunningsredenen, waarvan slechts 1 boulderzaal.

Klimzaal Blok was in 1994 de eerste boulderzaal in de hele Benelux. Voor een hele tijd waren ze ook de enige boulderzaal in België. Het duurde namelijk even voor de andere ‘pure’ boulderzalen hen volgden. In 2018 waren ze pas met z’n 10. En dan is er toch plots een omwenteling. Intussen tellen we 26 klimzalen die zich volledig op boulder richten. Benieuwd wat dat geeft voor de toekomst.

22

Groei kliminfrastructuur België

23

Klimzalen heruitgevonden

Bij een groeiende belangstelling voor de sport hoort een aangepaste infrastructuur en een professio-nalisering van het aanbod. En ook daar komt serieus wat schot in de zaak. We zien steeds meer nieuwe klimzalen de kop opsteken én de reeds bestaande klimzalen vernieuwen zichzelf. Wij gingen langs bij enkele klimzalen en KBF-clubs om polshoogte te nemen.

Blijf jezelf heruitvinden

Met de klimsport in groei is het voor de bestaande klimzalen eens zo belangrijk om aan zelfreflectie te doen. Waarin kan de werking verbeteren? Wat zijn de sterktes, wat zijn de zwaktes? Hebben de muren misschien een likje verf nodig, of een hele restyling?

Misschien kunnen bepaalde ruimtes een nieuwe invulling krijgen? Als trainingskot, of een uitbreiding van de boulderzaal?

We zien dat klimzalen alles uit de kast halen om state-of-the-art te blijven. Er wordt gekeken naar de interne werking, routebouwers, vrijwilligers, trainers, het ontwikkelen van nieuwe infrastructuur, alternatieve benadering van quoteringen van routes, het uitbouwen van kidscorners, enz.

ben dus een topresultaat behaald op 28 wedstrijden

In Klimzaal Wallstreet bijvoorbeeld werden laatst alle klimwanden opgefrist. Er werd gekeken naar hoe de ruimte efficiënter ingericht kon worden. Zo konden ze meer vierkante meters klimmuur voorzien mét meer touwen in de lengtezaal. Wallstreet kan daarmee beter antwoorden op de groeiende populariteit van het lengteklimmen in Antwerpen.

Sinds de klimzaal in 2013 van eigenaars wisselde hebben de veranderingen er eigenlijk nooit stilgestaan. Na tien jaar tijd is de originele klimzaal van in 1989 bijna niet meer te herkennen. Zo kwam er een speleobox bij, alsook een boulderzaal, een initiatiewand, een training-/ yogazaal én een latticeboard. Ook de bar kreeg een grondige face-lift en binnenkort is zelfs de gevel aan de beurt.

Het Wallstreet-team zorgde daarnaast voor een uitgebreide jeugdwerking, klimtrainingen, krachttrainingen en yogacursussen. Klimzaal Wallstreet mag dan wel één van de eerste klimzalen in België zijn, ze blijven meegaan met hun tijd. a

Een beetje verderop in het Antwerpse bouwen ze bij Klimzaal Blok ook aan een frisser én professioneler imago. Een nieuw logo is daar de kers op de taart na heel wat hernieuwingen in de klimzaal.

Voortaan richt de klimzaal zich op een breder publiek met professionele routebouw, klimspecifieke trainingsruimtes en wanden. Ze zorgen voor meer trainingsmogelijkheden in de klimzaal, ook voor de toppers van het Belgian Climbing Team.

De kidscorner en de olifant vlogen buiten en maakten plaats voor een Kilterboard, een Moonboard en een nieuw Tensionboard. Met wedstrijden als de ‘Blok Masters’ zetten ze ook in op competities voor professionele atleten. Zo kon je er in 2022 Mikael Mawem, Yannick Flohé, Chloé Caulier en Hannes Van Duysen zien schitteren, na zelf even geproefd te hebben van de routes in een open competitie.

Tekst Annelore Orije / Foto's: Thibaut Debelle, Laetitia de Vos 24
Klimzaal Blok Klimzaal Wallstreet

Ook bij Klimzaal Bleau in Gent gaan ze voor een nieuwe wending met een rebranding. De oude biover zit nu in een hip jasje dat veel beter past bij de professionele aanpak van de klimzaal. Klimzaal Bleau werd terug opgenomen als naam. Ook hier kan zowel de absolute beginneling als de doorgedreven competitieklimmer zijn hart ophalen. Ze vernauwden hun samenwerking met Fourward Gent, waarmee ze kinesitherapie dicht bij de klimzaal kunnen aanbieden. Daarnaast zetten ze ook sterker in op het vernieuwen van de routes en werd het grepenaanbod uitgebreid.

Zo voorzien ze de klimmers van een breed en kwalitatief aanbod in lengteklimmen, boulderen en speedklimmen. Op competitievlak werden extra trainers aangeworven en een voltijdse aangesteld als verantwoordelijke voor de voltallige klimclub. Properheid is een zekerheid geworden. Zo krijgen de zaal en de club nu langs alle kanten de zorg en aandacht die het verdient.

Dat je jezelf af en toe moet heruitvinden, weten ze ook bij Klimax in Puurs. Hun nieuwe logo past veel beter bij de vooruitstrevendheid van de klimzaal. Klimzaal Klimax is dan ook één van de grootste indoorkliminfrastructuren van Europa. Ze hebben een grote indoor klimzaal, een overdekte buitenmuur waar je kan voorklimmen, een grote boulderzaal en in 2020 kwam er een klimtoren bij met een speedmuur en nog eens 3 voorklimwanden. Het voorbije jaar vernieuwden ze ook de matten in de boulderzaal en kreeg de buitenmuur een likje verf.

Op deze weidse locatie is een groot team van vrijwilligers actief om de boel draaiende te houden. Samen zorgen ze voor een uitgebreid aanbod aan klimstages en opleidingen, zowel indoor als outdoor. Intussen houdt een team van 15 routebouwers de vier Klimax-muren up-to-date. Ook in hun jeugdtrainingen weten ze uit te blinken. Het resultaat vertaalt zich vlekkeloos in een hele reeks topklimmers in hun competitieteam.

In 2020 organiseerde Klimax bovendien de allereerste Europese Jeugdbeker Lead & Speed op Belgische bodem. Zo’n professionele wedstrijd heeft immers heel wat impact op de Belgische competitiesport. Ze liften België als sportklimland meteen naar een hoger niveau. Dat ze bij de Klimax deze inspanningen jaar na jaar leveren, getuigt van hun grote passie voor de sport.

Tijdens het laatste weekend van april viert de klimzaal trouwens haar 25ste verjaardag in een weekend vol animatie en ambiance. Ongetwijfeld de moeite om bij te zijn!

Iets verderop, in Limburg zijn er bij Klimzaal Olympia ook grote werken uitgevoerd. De grijze klimmuur van in 1991 mocht op pensioen en werd vervangen door nieuwe platen in frisse kleuren. De lengtezaal past daarmee volledig binnen de huiskleuren van de club, net zoals de boulderzaal die er al sinds 2015 staat. De club kan met deze nieuwe wanden beter inspelen op de trainingsnoden van de klimmers, waaronder ook de toppers in hun jeugdklimteam.

Klimkaffee: een sterk, herkenbaar concept.

Never change a winning team. Als iets goed werkt, waarom zou je het dan veranderen? Steeds meer klimzalen breiden uit naar andere steden en gemeentes en bouwen zo hun imperium uit. Denk bijvoorbeeld aan KlimKaffee, een ijzersterk concept die onlosmakelijk verbonden is met een warme sfeer en hechte community. In 2018 openen de drie eigenaars hun eerste boulderzaal in Mechelen en al in 2021 volgde er een tweede vestiging in Herentals. Sinds 2023 kan je ook terecht in Klimkaffee Oudenburg. Hoewel elke locatie zijn eigen extraatjes heeft, draagt elke zaal duidelijk de KlimKaffeewaarden met zich mee.

De klimzaal als franchise zien we ook overwaaien vanuit andere windstreken. Arkose Canal bijvoorbeeld, een inmense klimzaal gelegen in Brussel is qua oorsprong van Franse makelei. De franchise telt intussen maar liefst 25 vestigingen en is daarmee de leider op de Europese markt.

In Antwerpen komt de wind dan weer vanuit het Noorden. Daar zorgen boulderfranchise Beest Boulders en The Island (van de makers van Blok 13) voor nieuw vertier in het industriegebied aan de Antwerpse haven. Wat verderop in Hasselt opende Monk Bouldergym in 2023 haar vijfde vestiging, bovenop een reeks andere succesvolle zalen in Eindhoven, Amsterdam, Hilversum en Rotterdam. Het lijstje klimzalen, en vooral boulderzalen, dikt zo aardig aan. Een positieve evolutie voor de sport.

25
Klimax Olympia Klimzaal Bleau

De ene sportklimmer is de andere niet

Klimmen is een uitdagende sport die je hele lichaam doet werken, zowel fysiek als mentaal. De sport bestaat uit verschillende disciplines met elk hun uitdagingen en technieken. De opleidingen van de KBF-clubs geven je de nodige kennis om met de sport te beginnen. Je bouwt aan je zelfstandigheid als klimmer én aan je skills als zekeraar.

In samenwerking met de clubs werd een systeem van klimvaardigheidsbewijzen ontwikkeld, kortweg de kvb’s genoemd, om klimmers in een duidelijk opleidingstraject te laten groeien in de sport.

Wat houden de disciplines juist in, en welke regels worden er binnenkort toegepast op de Olympische Spelen? We spitten het even voor je uit.

Boulder

Korte muren, dikke matten

Bij klimmen denk je misschien aan een touw, een klimgordel en adembenemende hoogtes, maar dat is bij boulderen nét niet het geval. Anders dan bij lengteklimmen zijn de muren een stuk lager en gaan ze max. tot 5 meter hoog. Een gordel en touw zijn hier dus overbodig. Als je valt, dan ligt er onderaan de klimmuur een dikke valmat om je op te vangen. Omdat de routes korter zijn, wordt de intensiteit van de bewegingen opgedreven. Er komt veel kracht, vormspanning en vindingrijkheid van de sporter bij kijken. Best pittig dus. Spektakel en sensatie verzekerd!

Hoewel je voor boulder dus geen kennis van zekertechnieken of knopen moet hebben, moet je toch het één en ander weten voor je begint. Een goede oefening van je valtechnieken is onontbeerlijk om blessurevrij van deze sport te blijven genieten. Verder zijn er enkele basisregels waaraan je je moet houden in de boulderzaal om het voor iedereen veilig te houden, inclusief jezelf.

Het moet gezegd worden dat boulderen er de laatste jaren een stuk anders is gaan uitzien. De sport is er dynamischer en acrobatischer op geworden. Boulderaars springen en zwaaien van greep naar greep, en vaak wordt het een kwestie van snelle bewegingen elkaar laten opvolgen om die dan op tijd te weten afremmen. Hiermee wordt boulderen steeds meer een discipline op zich en gaat het zich meer en meer onderscheiden van het lengteklimmen.

Wat heb je nodig?

Klimschoenen, eventueel magnesium of ‘pof’ (pluspunten voor wie hier zuinig mee omspringt) en een borsteltje.

Tijd voor een wedstrijdje

In het professionele competitiecircuit is er per boulderroute een jurylid aanwezig die nakijkt of de klimmer alles volgens de regels van de kunst doet.

De startgrepen duiden aan welke punten aangeraakt moeten worden bij het begin van de route. Zodra je deze punten aanraakt en je niet langer op de mat staat is je eerste poging begonnen. De startgrepen dienen verplicht gebruikt te worden en zijn aangeduid met vier markeringen. De klimmer mag zelf invullen hoe hij deze vier punten over handen en voeten verdeeld. In de uitvoering nemen de klimmers meestal dezelfde positie aan, al is ‘thinking outside the box’ zeker een pluspunt.

Tijdens de Olympische Spelen worden de routes in twee zones opgedeeld. De eerste ‘low zone’, is goed voor 5 punten. De tweede ‘high zone’ staat voor 10 punten.

Een boulderroute is pas volledig geklommen als je de laatste greep gecontroleerd kan aanraken (niet perse vasthouden) met twee handen. In Parijs verdien je daar 25 punten mee. Per poging dat het je kost om de route te klimmen worden er 0,1 punten afgetrokken van je totaal. In totaal zullen er 4 boulderroutes opgesteld worden tijdens de finale. Er vallen hier dus maximum100 punten te scoren.

De International Federation of Sport Climbing waakt over een duidelijke set regels binnen de verschillende disciplines. Meer info over de regels, wedstrijden en atleten vind je op www.ifsc-climbing.org

Tekst Annelore Orije / Foto's Thibaut Debelle, IFSC: Jan
Virt, Dimitris Tosidis, Lena Drapella, Slobodan Miskovic, Daniel Gajda
26
Maya Dendoncker

Toprope

Hoge muren, touw hangt in de route

In de lengtezaal zijn de muren een stuk hoger en wordt je gezekerd a.d.h.v. een touw. Een goede kennis van knopen en zekeren is dus een must. Met een initiatie of KVB1-cursus leer je de basis van het klimmen.

Bij topropen hangt het touw reeds in de route met behulp van een omlooppunt bovenaan de klimmuur. Aan het ene eind maakt de klimmer zich vast, en aan het andere uiteinde gaat het touw door een zekertoestel dat met een karabiner is vastgemaakt aan de gordel van de zekeraar.

Tijdens een KVB 1-cursus leer je veilig klimmen, toprope zekeren met verschillende zekertoestellen en de basis van het klimmateriaal. Wanneer je deze opleiding succesvol hebt afgerond, ontvang je het klimvaardigheidsbewijs 1 of KVB 1. Op onze website vindt je een overzicht van in welke klimclubs je zo’n cursus kan volgen: www. klimenbergsportfederatie.be/overzicht-klimopleiding-kvbs

Wat heb je nodig?

Klimschoenen, gordel, zekertoestel, eventueel magnesium of ‘pof’ (pluspunten voor wie hier zuinig mee omspringt) en een borsteltje. En ook… een klimpartner. Heb je nog geen klimpartner? Dan vind je tijdens een KVB-cursus vast iemand waarmee het klikt.

Lead of voorklimmen

Hoge muren, touw zelf in de route te hangen

Bij voorklimmen hangt het touw nog niet in de route, maar breng je het zelf naar boven. Gaandeweg clip je het touw in ankerpunten aan de muur met behulp van setjes. In veel klimcentra hangen al setjes in de voorklimroutes. Als dat niet zo is, moet je zelf setjes in de haken hangen.

Voorklimmen brengt meer risico’s met zich mee dan toprope klimmen. De vallen die je als voorklimmer kunt maken zijn groter dan bij topropen en de technieken zijn complexer. Voorklimmen vraagt constante oplettendheid van zowel voorklimmer als zekeraar, ook wanneer je ervaren bent. Bij klimmen ben je als zekeraar en klimmer altijd samen verantwoordelijk voor de veiligheid. Indoor voorklimmen is ook een goede voorbereiding op rotsklimmen. De technieken van het voorklimmen worden je aangeleerd in een cursus KVB2. Opnieuw kan je terecht op onze website voor meer info over waar je zo’n cursus kan volgen: www.klimenbergsportfederatie. be/overzicht-klimopleiding-kvbs

In de meeste klimzalen in België kan je echter niet zomaar komen voorklimmen. Omdat je val bij het voorklimmen aanzienlijk meer risico’s inhoudt, bieden de meeste klimzalen enkel toprope aan. Op bepaalde plaatsen kan het wel, bijvoorbeeld in Klimzaal Klimax, Klimzaal Bleau, Olympia, enz. Vele andere klimzalen bieden de optie ook aan, maar vaak enkel tijdens de rustigere uren in de klimzaal en niet in elke route.

Wat heb je nodig?

Al het materiaal zoals bij toprope, je eigen touw en soms setjes.

Lead op de Olympische Spelen

Voorklimmen, of lead, is de oudste discipline en de bekendste vorm van competitieklimmen. Het doel is om in één poging zo hoog mogelijk te klimmen. Wie uitglijdt, valt of zich niet langer aan de muur kan vasthouden, beëindigt daarmee zijn poging.

De route is technisch complex en minimum zo’n 15 meter lang. Bij competities wordt de moeilijkheid opgedreven naarmate de route vordert. Vooral in de laatste 5 meter is het voor de klimmer loodzwaar om aan de muur te blijven.

In de discipline lead is het alles of niets. Je krijgt één poging in één route die geleidelijk aan moeilijker wordt in niveau. Hoe moeilijk? Naar schatting bouwt het niveau op tot 8C+/9A tegen het einde. In het vrouwenklassement mag je er 1 niveautje af doen, dus 8B/8C. Des te hoger je kan klimmen in de route, des te meer punten je scoort. Wie de top behaalt scoort het maximum van 100 punten.

27
Speed Toprope Lead Boulder

Speed of Snelheidsklimmen

Een discipline die voor zich spreekt: snelheid is de boodschap. Je klimt een gestandaardiseerde route in een zo kort mogelijke tijd. Deze routes zien er wereldwijd hetzelfde uit, wat het de atleten makkelijker maakt om zich aan elkaar te meten. Het niveau van deze route is ongeveer 6a+/6b op een 5° overhangende muur.

‘Om de muren van op te lopen.’ Aan de speedwand hangt een geautomatiseerd zekeringstoestel dat jou tijdens een val rustig laat zakken. Je kan dit dus alleen doen, maar met een tegenstander is het altijd leuker.

Voor de start van de route moeten de atleten één voet op een drukplaat houden onderaan de route. Die drukplaat meet of de atleten geen valse start maken. Pas na het biepsignaal mag er vertrokken worden. Vliegensvlug banen de klimmers zich een weg naar boven, om zo snel mogelijk de knop bovenaan de route in de drukken. Pas dan stopt de timer.

Tijdens de Olympische Spelen zullen er 14 atleten het tegen elkaar opnemen voor de gouden medaille. Beginnend met de kwalificatieronde krijgt elke klimmer twee pogingen in de speedklimroute. Hun beste tijd telt mee voor de ranking.

In de eliminatieronde wordt de eerste in de ranking tegenover de 14e gezet voor een race. De 2e klimt tegen de 13e enzoverder. Zo blijven er na de eliminatie nog 7 atleten over. Om dat getal terug even te maken mag de snelste verliezer van de kwalificatieronde ook nog mee naar de tweede set races.

Opnieuw klimt de eerste tegen de laatste in het klassement. Hieruit vloeien vervolgens 4 winnaars. Zij racen opnieuw tegen elkaar, waarna er 2 winnaars en 2 verliezers overblijven. De verliezers racen tot slot voor de bronzen medaille, waarna de winnaars racen voor het goud en zilver.

De atleten moeten zo in totaal 6 keer hun beste beentje voorzetten voor ze het goud kunnen bemachtigen. Wie daarbij een valse start maakt wordt meteen gediskwalificeerd van de competitie.

Het wereldrecord speedklimmen staat momenteel op naam van Veddriq Leonardo bij de mannen. Hij klom tijdens de World Cup in Seoul 2023 de route in 4,90 seconden. Bij de vrouwen is Aleksandra Miroslaw uit Polen de snelste met een tijd van 6,24 seconden.

Sportklimmen op de Olympische Spelen

Voor de disciplines boulder en lead is er maar één set medailles voorzien. De atleten moeten er dus op toezien dat ze in beide disciplines goed presteren. Voor de speedklimmers is er een aparte set medailles, en zal je daar dus totaal andere atleten aan het werk zien.

Binnen Belgian Climbing Team zijn er vier atleten die nog een ticket voor de Spelen proberen te bemachtigen. Hiervoor zijn de Olympic Qualifier Series hun laatste kans. Noteer 16-19 mei en 20-23 juni alvast in je agenda om te supporteren voor Hannes Van Duysen, Simon Lorenzi, Nicolas Collin en Chloé Caulier.

PLANNING OLYMPISCHE SPELEN

Maandag 5 augustus

Men's Boulder & Lead semi-final, Boulder round

Women's Speed qualification

Dinsdag 6 augustus

Women's Boulder & Lead semi-final, Boulder round

Men's Speed qualification

Woensdag 7 augustus

Men's Boulder & Lead semi-final, Lead round

Women's Speed final

Donderdag 8 augustus

Women's Boulder & Lead semi-final, Lead round

Men's Speed final

Vrijdag 9 augustus

Men's Boulder & Lead final

Zaterdag 10 Augustus

Women's Boulder & Lead final

28
Bassa Mawem Aleksandra Miroslaw

Paraklimmen

Klimmers met een fysieke beperking

Paraklimmen is misschien wel dé spectaculairste vorm van klimmen. In deze discipline nemen mensen met een fysieke beperking het tegen elkaar op in verschillende categorieën. Er zijn 3 grote categorieën die telkens op hun beurt worden onderverdeeld in B, AU/AL en RP.

De blinden en slechtzienden worden geplaatst in categorie B . Deze is opgedeeld in atleten die geheel blind zijn (B1) tot slechtziend (B2 of B3). Voor hun classificatie moeten de atleten vaak een oogmeting doen om te bepalen in welke categorie ze thuishoren.

De AU/AL-categorie classificeert atleten die een amputatie hebben of hun ledenmaten (deels) niet kunnen gebruiken. Ze worden opgedeeld in Amputee Upper of Amputee Lower, AU/AL dus. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen mensen die een hand missen (AU2) of enkele vingers (AU3). Hetzelfde geldt voor de AL-categorie AL1 zijn atleten die beide benen niet kunnen gebruiken. Onder AL2 verstaat IFSC atleten die één been niet kunnen gebruiken. Ook atleten met een prothese behoren tot die laatste categorie.

Tot slot is er de RP-categorie . ‘Limited range of power, motion or stabiliy’ voor atleten die niet onder de bovenstaande categorieën vallen. Het gaat hier bijvoorbeeld om mensen met spasmes, een neurologische aandoening of een spierziekte. De categorie is opnieuw in drie subcategorieën opgedeeld waarvan de zwaarste categorie RP1 is.

In totaal zijn er dus 10 categorieën om de paraklimmers in onder te verdelen. Zo’n doorgedreven classificatie lijkt misschien hard voor de atleten, maar het is de enige manier om zeker te zijn van een zo eerlijk mogelijke competitie.

In België hebben we op dit moment 2 paraklimmers die op het hoogste niveau presteren. Frederik Leys (AL2) en Pavitra Vandenhoven (RP1) hebben beide al verschillende medailles gehaald in het wereldcircuit.

Paraklimmen is op dit moment helaas nog geen paralympische sport, maar de kans is groot dat daar verandering in komt voor de Paralympische Spelen in Los Angeles in 2028.

29
Pavitra Vandenhoven Ethan Zilz (links), Frederik Leys (midden), David Kammerer (rechts) Francisco Javier Aguilar Amoedo (B1)

Climbing for gold

Een film over Fré Leys, paraklimmer van het hoogste niveau

Tekst Annelore Orije / Foto's Vincent Groos, IFSC: Slobodan Miskovic
“Een film over kracht en doorzettingsvermogen, die toont dat mensen met een beperking véél meer zijn dan hun beperking...”

Frederik Leys, de beste mannelijke paraklimmer van ons land, gaat voor goud. In de documentaire Climbing for Gold kan je zijn weg naar het wereldkampioenschap paraklimmen op de voet volgen. De meeslepende kortfilm geeft je een unieke kijk achter de schermen van het paraklimmen: de moeite om zien!

Fré getuigt openhartig over zijn uitdagingen als competitieklimmer, hoe hij zich voorbereidt op zijn doelen en hoe hij zijn obstakels overwint.

"Eindelijk een film die de paraklimmers in de spotlight zet"

De documentaire geeft je een andere kijk op het leven als topsporter met een beperking en zet de Belgische paraklimmers met stip op de kaart. Een aandacht die welverdiend is, want hoewel ze maar met weinig zijn… In de wereld van het paraklimmen staan de Belgen gekend voor hun doorzettingsvermogen en hun ijzersterke prestaties.

Regisseur Vincent Groos volgde Frederik Leys tijdens enkele wereldbekerwedstrijden, waaronder die in het Amerikaanse Salt Lake City. De prachtige panorama’s van de streek geven de film wat extra cachet. Het resultaat is een knappe getuigenis, van een sterke klimmer op weg naar goud.

Als Klim- en bergsportfederatie hadden we het genoegen om deze film mee te mogen ondersteunen. Het is een plezier om dit mooie eindresultaat met onze leden te kunnen delen. Bedankt aan Fré en Vincent om met deze documentaire een prachtig discipline in alle eerlijkheid te belichten.

De productie van de film werd tevens mee mogelijk gemaakt door A.S.Adventure. De film maakt er deel uit van hun ‘Explore Academy’ die als bedoeling heeft avonturiers te inspireren om nieuwe horizonten te verkennen en hun kennis en kunde te vergroten.

De ticketverkoop van de première van deze film ging integraal naar ParaBel vzw. Met deze vzw probeert Fré Leys het paraklimmen in België verder te ondersteunen en te promoten.

31

Pont du Diable

Boulderen in (de buurt van) België

Daar is de lente! Tijd om de klimschoenen nog eens buiten te laten. Er is immers niets zo zalig als klimmen in een zacht lentezonnetje.

Bij outdoor boulderen neem je zelf een crashpad mee naar de rots, en liefst ook wat vrienden om je te spotten en aan te moedigen. Vergeet ook je geldige klimtoelating niet!

Trek je naar de rots, en wil je klimmen op een massief beheerd door een van de Belgische federaties, dan moet je over een geldige klimtoelating beschikken. Deze toegang zit vervat in het KBF-lidmaatschap.

Als je niet over een geldige klimtoelating beschikt loop je een aantal belangrijke risico's: je begeeft je onrechtmatig op privé-terrein en in het geval van een ongeval ben je niet verzekerd. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben, bijvoorbeeld in geval van burgerlijke aansprakelijkheid.

Met je klimtoelating en KBF-lidmaatschap draag je bovendien je steentje bij aan het onderhoud en de huur van de massieven.

Maak je lid van KBF via www.kbfvzw.be

Meer info over klimtoelatingen op www.klimenbergsportfederatie.be/klimtoelatingrotsen

Locatie: Park van Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe

Gesteente: Kalksteen

Aantal boulders: 13 / Niveau: 4-8a

Flône

Locatie: Chaussée Romaine, Flône

Topo: te verkrijgen via de KBF-webshop

Gesteente: Kalksteen

Aantal boulders: 13 / Niveau: 4-6b+

Olloy

Locatie: Carrière de Prospèr, Olloy-sur-Viroin

Topo: te verkrijgen via de KBF-webshop

Gesteente: Kalksteen

Aantal boulders: 10 / Niveau: 4-6b

Tekst Nelis Caubergs 32
© KBFn
© Dave Vos © Thomas De Bevere

In België moeten we het momenteel stellen met een zeer beperkt aanbod aan boulderroutes, maar gelukkig hoeven we niet ver uit te wijken naar onze buurlanden om ons boulder-hart op te halen!

Gle es

Locatie: In het bos tussen Blees en Burgbrohl

Topo: via gleesbouldering.com

Gesteente: Basaniet (basalt-achtig uitvloeiingsgesteente)

Aantal boulders: ±300

Niveau: 2-8b, voornamelijk 5de en 6de graads routes

Info: Het bouldergebied kreeg tijdens corona een grote opknapbeurt door lokale boulderaars, met een grote toename aan klimmers tot gevolg. Hou je dus goed aan de afspraken m.b.t. parkeren en toegang tot de rotsen. Ondanks de grondige opwaardering nog steeds veel kleiner dan Fontainebleau.

Avaloni a

Locatie: Ten Zuiden van Dortmund, tussen de steden Wetter en Herdecke.

Topo: te verkrijgen via Daniel Pohl, meestal terug te vinden temidden zijn levenswerk “Avalonia”.

Gesteente: zandsteen

Aantal boulders: ±150

Niveau: 2-8b, voornamelijk 4de en 5de graads routes

Info: De topo is enkel plaatselijk te verkrijgen en wordt elk jaar aangepast wegens het uitbreken van losse stukken. Net als in Glees is parkeren hier een heikel punt. Een grote parking richting Wetter brengt soelaas wanneer de plaatsen langs de weg vol is met auto’s.

Fontaineble au

Locatie: verschillende sectoren zo’n 80km ten Zuiden van Parijs

Topo: in de gespecialiseerde klimwinkel ter plaatse of in de buurt

Gesteente: zandsteen

Aantal boulders: ±30000

Niveau: 2-9a

Info: het mekka voor de Belg die graag outdoor bouldert. Niet klimmen wanneer de rots vochtig is.

Problematiek rond milieuvergunningen

De genoemde Belgische bouldermassieven zijn niet de enige die ons land te bieden heeft. Jammer genoeg zijn dit wel de enige bouldergebieden die op dit ogenblik in orde zijn met de milieuvergunningen. Zowel grotere gebieden als Sandron, Rochers de Stoumont en Izier, maar ook kleinere als Col de Rideux, La roche Margot of “Le poudingue de la Chavresse” zijn gesloten.

De reden van deze sluiting of het voorlopig niet openen van de gebieden, ligt in het ontbreken van de nodige milieuvergunningen. KBF plant verdere gesprekken in met DNF (Département de la Nature et des Forêts) om dit euvel op te lossen.

Tot nader orde zijn deze bouldergebieden dus gesloten. We willen graag het belang van het respecteren van dit verbod tot klimmen daar benadrukken, daar onze collega’s van de Waalse klimfederatie CAB (Club Alpine Belge) met een vergelijkbare problematiek zitten voor de sportklimmassieven, onder andere in Bomal (Calvaire en Ozo). Beide massieven waren tot voor kort in het beheer van UBS (Union Belge de Spéléologie) maar zijn recent overgenomen door CAB. Voor Calvaire werden ondertussen alle nodige vergunningen ingediend en deze liggen bij de bevoegde instanties ter goedkeuring.

Het niet-respecteren van het klimverbod in bouldergebieden als Izier en Sandron zal onze relatie met DNF niet ten goede komen, vandaar de uitdrukkelijke vraag om deze gebieden voorlopig links te laten liggen.

33
Glees © Dave Vos Glees © Dave Vos Avalonia © Dave Vos Fontainebleau © Lot Verbeke Fontainebleau © Lot Verbeke

Boulderstage Hungaria

Nieuw academiejaar, nieuw begin, nieuwe klimmers. Elke vereniging gaat daar op zijn manier mee op. Sommigen spelen een introductiespelletje om mekaars naam te leren kennen, andere pakken het wat groter aan en knutselen een heuse activiteit voor alle leeftijden gezamenlijk in elkaar.

Bij Klimclub Hungaria gaan we nog een stapje verder. Een heus klimtreffen naar Fontainebleau voor wedstrijdklimmers, trainers én ouders!

Tekst Nelis Caubergs / foto's © Hungaria 34

Met de start van het nieuwe jaar, mogen we steeds enkele nieuwe klimmers verwelkomen in ons wedstrijdteam. Om de stap naar een nieuwe, bestaande groep te vergemakkelijken, organiseert Klimclub Hungaria voor aanvang van het seizoen een gezamelijke trip naar Fontainebleau, het mekka voor outdoor boulderen. Nog snel voor de duidelijkheid; boulderen is de discipline van het sportklimmen waarbij een korte route wordt geklommen zonder gebruik te maken van een touw.

Dat klinkt misschien een beetje gevaarlijk, dus daarom gebruiken we een heleboel draagbare valmatten, crashpads. We klimmen nooit zonder crashpad, maar met dank aan het materiaal van Klimzaal De Stordeur, Klimclub Hungaria en enkele ouders kon iedereen veilig klimmen!

Een klimmer die gecontroleerd valt of terug naar beneden springt, kan dit wel op eigen houtje. We weten echter nooit wanneer een hand of voet wegschuift. Daarom is naast een crashpad ook een oplettende spotter onontbeerlijk.

Een verlengd weekend vol plezier voor jong en een beetje ouder, maar naast bewijszijn voor (mede)mens is bewustzijn voor natuur zeker ook belangrijk. Hier werden we bij aankomst op vrijdag vrijwel onmiddellijk mee geconfronteerd, het was namelijk aan het regenen. Zeer belangrijk bij zandsteenmassieven: er wordt niet geklommen op natte rots. Zandsteen wordt gevoelig meer breekbaar wanneer deze nat is, met als gevolg dat handgrepen of voetsteunen kunnen uitbreken wanneer deze regel aan de laars wordt gelapt. Net als zovelen anderen, willen ook wij graag deze jaarlijkse traditie doorzetten.

Het zou bijzonder jammer zijn, moesten sommige klimgebieden afgesloten worden door het niet volgen van deze regel.

We keerden daarom terug naar de camping bij het zien van de vochtige rots van bouldersector l’Elephant (later meer hierover).

35

In onderling overleg wordt de klimsector van de volgende dag bepaald. De traversée van “Caunche au Mercier” werd vorig jaar uitvoerig geprobeerd en door sommigen uitgeklommen, maar zat zodanig in de hoofdjes van anderen dat deze sector een nieuw bezoek kreeg van ons.

In het jeugdig enthousiasme durven de klimfanaten al eens een crusiaal onderdeel te vergeten, namelijk opwarmen. Elastieken, draagbare hangboardjes, dynamische stretches: er zijn voldoende mogelijkheden om ook bij outdoor boulderen goed op te warmen om veilig aan de klimroutes te starten.

Om de routes proper te houden, borstelen we het magnesiumpoeder van de grepen.

Naast het afborstelen van de grepen, is er natuurlijk ook een preventieve manier om de grepen proper te houden: niet overdrijven met magnesiumpoeder.

Hiermee houden we het routes beklimbaar en wordt er automatisch ook een momentje van rust ingelast en krijgen de klimmers een nieuwe kans om de handgrepen eens van heel kortbij te bestuderen. Belangrijk voor jonge klimmers: spreek een centrale plek af om materiaal te leggen en te eten, en zorg dat je mekaar blijft zien.

Na een intensieve klimdag is het tijd om samen gezellig onder d het zijl een avondmaal klaar te maken. Koken gebeurt gezamenlijk, de afwas is voor de kids!

36

Rainbow Rocket (zie foto pagina 34) is een iconische 8a, gelegen in Franchard Isatis. De route bestaat simpelweg uit 1 beweging: handen op de startgreep, voeten op de gladde plaat, tijdens het rechtkomen wordt de linkervoet geplaatst naast de startgreep en in één grote sprong vliegen naar de grote greep bovenaan, als een raket! Deze beweging wordt ook wel een “dyno” genoemd.

Vele pogingen later is niemand er in geslaagd de route te toppen, een goeie reden om volgend jaar een jaartje ouder en sterker terug te keren. Links van “Rainbow Rocket” liggen nog andere dyno’s van een iets lager niveau, hier werden wel enkele succesvolle pogingen afgelegd.

Het lijkt nu misschien dat outdoor boulderen in Fontainebleau uitsluitend is weggelegd voor de betere sportklimmer, maar niets is minder waar. Ook voor klimcoaches met vervelende vingerblessures zijn er tal van mogelijkheden om je te amuseren.

Op de laatste dag keerden we terug naar l’Elephant. Deze sector dankt zijn naam aan een losliggend rotsblok waarin je duidelijk de contouren van een olifant herkent. Er op klimmen is echter niet meer mogelijk, om zeker te zijn dat de rotsblok intact blijft. Sector l’Elephant heeft een zeer open karakter, met veel boulders van zeer uiteenlopend niveau. Mede door het engagement van de ouders hebben zowel ouders als kiddo’s hier nog een prachtige laatste dag beleefd.

Het nieuwe jaar is alweer goed gestart. We zijn er allemaal samen weer helemaal klaar voor om er een prachtig klimseizoen van te maken!

37

Een vernieuwde rappelmethode

Veiliger en efficiënter afdalen

Afdalen na het klimmen van een multipitch gebeurt vaak in rappel, zeker als het om eerder korte en verticale multipitches gaat. Soms daal je af langs de net geklommen route, wat als voordeel heeft dat je standplaats vlotter kan vinden. Anderzijds kan je ook afdalen langs een afzonderlijke rappelpiste. Als je de mogelijkheid hebt langs een wandelpaadje te voet af te dalen, dan is dat meestal de beste optie. Denk er dan wel aan het juiste schoeisel mee omhoog te nemen.

Rappelen is een belangrijke techniek voor rotsklimmers, waarbij echter veel fouten mogelijk zijn én de risico’s vaak onderschat worden. Er gebeuren internationaal nog té veel ernstige of dodelijke ongevallen hierbij… ook bij ervaren klimmers, die zich door een gevaarlijke nonchalance laten vangen. Problemen in de uitvoering ontstaan uit onoplettendheid, stress, foute keuzes over de rappelstand zelf, het touwmanagement of het gebrek aan zelf- en partnercheck.

Het respecteren van basisrichtlijnen en aanhouden van een zeker stappenplan biedt een hogere veiligheidsstandaard en de nodige efficiëntie. Hoe beter jullie als team samenwerken en de rollen verdelen, hoe vlotter rappelafdalingen verlopen…

Mits voldoende oefening in een veilige routine en een duidelijke rappelpiste, kan je 5 tot 9 rappels per uur afwerken als duo.

De rappelstand (zie verschillende situaties pagina 41 onderaan)

De veiligheid van je rappel hangt in grote mate af van de sterkte en betrouwbaarheid van de rappelstand. Ideaal is dat er met ketting verbonden boorhaken in solide rots zitten en dat liefst op een plaats waar de rappellijn overzichtelijk is en het touw probleemloos gerecupereerd kan worden. Een richel onder de stand is nog aangenamer… In de realiteit zal het echter niet steeds zo perfect zijn als je in avontuurlijk terrein onderweg bent. Beoordeel steeds zorgvuldig de stevigheid van de rappelstand en de rots waarop of rond deze zit!

1. Een kettingrelais op boorhaken met maillon rapide of afdaalring onderaan is de meest gekende, veiligste en eenvoudigste situatie voor iedereen die een KVB3 heeft.

2. Als er 1 of 2 boorhaken zijn, ga je best op de onderste boorhaak een maillon rapide inhangen en redundantie voorzien met een 2e punt (bv. slaghaak of zandloper) wat kan met een (min. 6mm) hulptouwtje afgeknoopt met zaksteek. Als er 2 boorhaken met een maillon rapide zijn, kan je het touw ook door beide halen – let erop dat je aanvankelijk de standplaats te verbinden hebt!

3. Als er in avontuurlijk terrein enkel slaghaken op de rappelstand zitten geldt dat er steeds minstens een 2e ankerpunt nodig is en de rappelstand met gefixeerde krachtenverdeling wordt opgebouwd. Dit kan met 6mm dik hulptouw met liefst dubbele zaksteeklus. Aarzel je over de betrouwbaarheid ervan? Plaats dan een extra back-up.

4. Een alternatieve methode waarbij minder touw wordt achter gelaten op de standplaats, relevant bij no odrappels.

5. In alpiene terrein is je rappelstand soms een bandlus of hulptouwtje rond een rotspunt of rotsblok. Inspecteer grondig de stevigheid ervan, ook als lijkt dat er al velen zijn langs afgedaald! Hoe sterk zijn de reeds aanwezige bandlus of touwtjes nog? Aarzel niet om dit door nieuwer materiaal te vervangen of aan te vullen.

Tekst Bart Smets / tekeningen Reginald Roels
38
Foto:
© Bram Pinxten

Welke vernieuwingen ?

We streven naar verhoogde veiligheid en willen enkele aanpassingen voorstellen. Deze komen er op basis van ongevalsanalyses voorbije jaren, waaronder dat van de ervaren berggids en alom gerespecteerd AÖ-voorzitter Robert Renzler, die dodelijk verongelukte tijdens een rappelafdaling. Enkele vergissingen en foute keuzes werden hem fataal, gaande van geen knopen op het touwuiteinde, het weglaten van een back-up klemknoop tot het niet fixeren van de schroefkarabiner in zijn leeflijn.

Dynamische leeflijnen, zeker de verstelbare modellen met afzonderlijke afdaallus, zoals Petzl Dual Connect of Edelrid Switch Double, geven aanzienlijke voordelen in gebruiksgemak én een iets grotere veiligheidsmarge. Elk type leeflijn op de rappelstand steeds onder spanning houden!

Gebruik je toch een -statische- nylon of dyneema bandlus of misschien een aramide touwlus als zelfzekering, zorg er dan steeds voor dat je de beveiligde karabiner gaat fixeren met een mastworp. Voordeel is dat zo’n mastworp ook vlot ingekort kan worden. De leeflijn hang je met ankersteek op de inbindlussen of eventueel op de zekeringslus, je legt een zaksteek of achtknoop op 20 à 30cm boven de ankersteek en dus géén 2e knoop meer in de bandlus.

39
De rappelstand 1 2 3 4 5

Na het uitgooien van het rappeltouw – dat dus dubbel hangt- haal je ongeveer 1,5m (dubbelhangend) touw terug in en fixeer je dit op de relais. De handigste methode hiervoor is een mastworp op HMS-karabiner die je op het centraalpunt inhangt, waardoor er dus een (dubbele) lus op het rappeltouw ontstaat. Dit maakt dat beide klimmers zich kunnen klaarmaken voor rappel, de eerste op het vrij hangende rappeltouw en de tweede op het rappeltouw dat tegen de maillon rapide aan zit. Dit maakt dat partnercheck mogelijk is voor elke handeling, bovendien is deze methode sterk aangeraden wanneer iemand minder ervaren is of vermoeid, waardoor fouten waarschijnlijker worden. In dat geval kan de meest ervaren klimmer nog steeds de leiding nemen, controleren op fouten en toch nog als eerste de rappel uitvoeren om de volgende rappelstand te zoeken. Maak geen rappelafdaling zonder de back-up van een klemknoop, hierdoor bouw je dus de nodige redundantie in voor het geval je het touw zou lossen en bovendien helpt dit om een hand vrij te maken om een klemzittend touw terug te bevrijden. Je bent vrij in je keuze van klemknoop (machard, prusik of franse strop), je kan deze afknopen of met een schroefkrabiner bevestigen aan de zekeringslus van je klimgordel. Je laat de klemknoop op het touw tot ook je klimpartner op de volgende rappelstand is toegekomen. Dit maakt wederom een partnercheck mogelijk.

Stappenplan

Laten we als startpositie ervan uitgaan dat beide touwpartners bovenaan de standplaats staan met een zelfzekering op mastworp met HMS-karabiner op het centraalpunt en dat er dubbel touw gebruikt wordt.

Voorbereiding rappelafdaling

1. Beide klimmers bereiden de eigen leeflijn voor, bij voorkeur een gefabriceerde dynamische leeflijn of anders een bandlus, waarbij deze met een gefixeerde schroefkarabiner of safebiner ingeclipt wordt op het centraalpunt (meestal centraalkarabiner).

Installeren rappeltouw

2. Na partnercheck kan de klimmer die voordien zekeraar was - waarvan het touw dus onderaan ligt- zich uitbinden en het touwuiteinde doorheen de afdaalring halen. Bij gebruik van dubbel touw zal je één van beide touwuiteinden erdoorheen halen en vervolgens beide touwen terug verbinden met een strak aangetrokken zaksteek met minstens 30cm touwoverschot.

3. Ook de andere klimmer kan zich uitbinden en in elk van de beide touwuiteinden leg je een stopknoop op ca. 50cm van het touwuiteinde, met tevens een extra knoop aan de kant van het touw dat na het rappelen doorgetrokken dient te worden.

4. Beiden nemen het touw op in dubbele lussen vanaf het vrije touwuiteinde, zodat het gemarkeerde touwmidden (bij enkeltouw) of de verbindingsknoop (bij dubbeltouw) op de afdaalring komt te zitten. Na verwittiging van eventueel andere klimmers of wandelaars (‘Attention: corde!’ – ‘opgelet: touw!’) kan het touw uitgegooid worden in de gewenste richting. Het is doorgaans handiger om slechts 2030m uit te gooien en het touwoverschot over je hand rustig te laten nalopen…

5. Haal ongeveer 1,5m touw terug in en fixeer het rappeltouw met een mastworp op een HMS-karabiner die je op het centraalpunt inhangt, waardoor er dus een (dubbele) lus ontstaat.

Klaarmaken voor rappel

6. Wie eerst gaat afdalen legt een klemknoop op de beide naar beneden uitgegooide rappeltouwen en verbindt deze met de zekeringslus op de klimgordel. Test de klemknoop en haal vervolgens een halve meter touw op, zodat je vlotter het afdaalapparaat kan inhangen, liefst terwijl het reeds vasthangt aan je bandlus of leeflijn zodat de kans kop verlies verkleint.

7. Ook de andere klimpartner kan zich tegelijkertijd reeds klaarmaken voor rappel op de ingehaalde lus. Let erop dat je tuber aan de juiste kant van de lus zit, namelijk tegen de afdaalring aan (lichter blauw gekleurd touw op de tekening).

Partnercheck bij rappel

De klimpartners controleren volgende zaken vooraleer iemand zelfzekering losmaakt:

1. Touw correct door maillon rapide of afdaalring? Verbindingsknoop bij dubbel touw stevig aangetrokken en uiteinden minstens 30cm lang?

2. Beide touwen minstens 50cm voor het touwuiteinde afgeknoopt ?

3. Rappeltouw correct in het afdaalapparaat? Schroefkarabiners correct in rappel-leeflijn ingeclipt en dichtgeschroefd?

4. Back-up klemknoop met hulptouw correct en verbonden met zekeringslus?

5. Is het duidelijk aan welk touw getrokken moet worden om het touw nadien te recupereren?

6. Is er voldoende materiaal mee om volgende rappelstand op te bouwen?

Enkel door visuele én tactiele controle met belasting van alle componenten in de opstelling kan je vlot controleren of alles functioneert.

40

Rappel van de eerste

8. De eerste daalt af aan een vlot tempo, maar vermijdt best grote sprongen of pendules te maken om de rappelstand en het touw niet nodeloos extra te belasten. Heb ook oog voor steenslag, eventueel kan je losse stenen die een potentieel gevaar vormen op een veiligere plek leggen.

Als het touw op een hoopje is blijven liggen op een richel of rotsplaat, werp dit dan verder uit. Ook kan het zijn dat het blijft knel zitten aan begroeiing of achter rotsstructuren, let erop dat je het probleem niet voorbij rappelt.

9. Na het bereiken van de volgende rappelstand, hang je steeds eerst je zelfzekering in en breng je deze onder belasting. Door vol in je zelfzekering te hangen sta je stabieler, kan er minder misgaan en kan je je beter concentreren op wat je verder te doen hebt. Soms kan het aangewezen zijn eerst een centraalkarabiner in te hangen, of de rappelstand te verbeteren.

10. Direct na het inclippen van je zelfzekering haal je wat touw doorheen je warm geworden afdaalapparaat, zodat de volgende sneller kan vertrekken. Roep eventueel het touwcommando ‘touw vrij’. Haal vervolgens het afdaalapparaat uit het touw.

De klemknoop kan je wel nog laten zitten, waardoor je het touw niet kan kwijtraken én je zelf ook extra beveiligd blijft. Eventueel kan je beide touwen met bijvoorbeeld een mastworp op een karabiner met de rappelstand verbinden.

Rappel van de tweede

11. De klimpartner op de bovenste rappelstand kan zo gauw dat de eerste in de zelfzekering hangt de fixerende mastworp lossen, de eigen zelfzekering weghalen en vertrekken in rappel. Let op dat het touw goed komt te liggen, zodat bij het doorhalen ervan de (eventuele) verbindingsknoop niet kan blijven vastzitten.

In deze methode zal je heel snel bij de touwpartner zijn, allicht nog voor dat die al te veel handelingen heeft kunnen doen.

12. De klimpartner onderaan kan reeds ondertussen de knopen op de touwuiteinden losmaken en beide touwen ordenen. Het ‚trektouw‘ kan reeds -van onderuit of de kant die tegen de rots hangt- doorheen de maillon rapide of afdaalring gehaald worden. Vervolgens ook terug een stopknoop leggen op 50cm van het touwuiteinde.

13. Als de klimpartner de rappelstand bereikt heeft, hangt deze eerst de zelfzekering in en brengt deze onder belasting, vervolgens eerst partnercheck bij elkaar uitvoeren, dan pas afdaalapparaat en klemknoop van het touw halen.

Recupereren rappeltouw

14. Het rappeltouw recupereren doe je door gelijkmatig het trektouw in te halen, tegelijkertijd zorgt de klimpartner ervoor dat het touw verder doorheen de maillon rapide wordt gehaald – tot de verbindingsknoop of het gemarkeerde touwmidden bij een enkeltouw- en ineens ook opgeschoten wordt om nadien te kunnen uitgooien.

15. Als het tweede touw naar onder is gevallen, dan ook dit opschieten en een knoop aan het touwuiteinde leggen. Vervolgens herhaling van de voorgaande stappen om tot onderaan de rots af te dalen.

Varianten en specifieke situaties

Alpine autotubers (bv. Mammut Smart Alpin, Edelrid Megajul …) zijn in opmars als zekeringsapparaat. Voordeel is dus hun zelfblokkerend werking, maar een nadeel is het minder vlot rappelen. Een oplossing voor de meeste autotubers is deze omgekeerd te gebruiken, waardoor ze geen zelfblokkerende werking meer hebben. De Edelrid Gigajul kan je makkelijk naar gewone tuberfunctie omschakelen.

Bij schuine rappelafdalingen kan het nodig zijn pendelbewegingen te maken. Let er daarbij bijzonder op dat het touw niet beschadigd geraakt door over scherpe rand te schuren. Soms kan het ook nodig zijn dat wie als eerste afdaalt enkele setjes inklipt om tot de volgende rappelstand te geraken. Dan is het van belang dat het touw gefixeerd wordt op de volgende rappelstand (doch met voldoende ‘slack’ in het touw), zodat de laatste de setjes kan weghalen en zich vervolgens naar de stand toe kan trekken.

Hoe weet ik of ik mijn touw vlot kan recupereren? Eerst al door het correct te installeren! Als jullie met dubbel touw klimmen, waarbij dus 2 touweinden verbonden zijn met een zaksteek, dan zorg je ervoor dat de knoopkant – dus de kant waaraan je zal trekken om het touw te recupereren- steeds aan de onderkant van de maillon rapide zit, zodat deze zich niet gaat afklemmen. Let er tijdens het rappelen op waar het touw komt te liggen, zodat het niet kan klem geraken in gleufjes of achter rotskanten, bramen of andere begroeiing.

COMING SOON: BOEK ADVANCED MULTIPITCH & TRAD CLIMBING

De techniek om iemand te laten zakken, oplossingen bij klem geraakt of beschadigd rappeltouw en nog heel wat meer over complexe afdaalsituaties en andere probleemoplossingen staan uitvoerig beschreven in het nieuwe KBF-handboek ‘Advanced Multipitch & Trad Climbing’ dat vanaf dit voorjaar te koop is in de KBF webshop en bij de betere bergsportwinkel

41

Groeien als rotsklimmer

Beginnen met rotsklimmen doe je 'singlepitch', daarna krijg je de basis van ‘multipitch’ mee in de KVB3. Gevorderden kunnen verder met 'advanced multipitch' en 'tradklimmen’.

Je start in de klimzaal en wordt al snel meegelokt naar buiten… Waar de rotsen nieuwe maar ook heel andere uitdagingen geven. Een ontmoeting of net confrontatie met wat de natuur aan rots uitdagingen te bieden heeft.

Laagdrempelig tot bijzonder pittig boulderplezier in Fontainebleau, van een kliminitiatie in Durnal tot de hoogste wanden overwinnen in Marche-Les-Dames of Freyr.

Vele KBF-clubs bieden een klimschoolwerking of organiseren stages om je de basis aan te leren om veilig te kunnen klimmen op zowel singlepitch als multipitch routes. En sommige -doorgaans meer op sportklimmen georiënteerde- clubs laten je ook kennismaken met veilig boulderen, tijdens een opleiding op maat. En dan zijn er nog de klimtreffens in binnen- en buitenland, klimtechniektrainingen en een workshopaanbod rond thema’s zoals ‘meer vertrouwen in je voorklimmersval’.

Je raakt al snel in de ban van de -misschien lichtjes aangedikte- heroïsche verhalen van bevlogen lesgevers over klimparadijzen in het buitenland. Daar waar je de vetste boulders, meest zonovergoten sportklimgebieden of mooiste multipitches kan klimmen, soms van honderden meters hoog. De verschillende rotssoorten, oriëntaties, vormen en structuren geven een eindeloos palet aan klimervaringen. Van technische verticale routes op kalk, plaatklimmen op gneis of jammen bij het barst klimmen? Alsmaar meer routes zijn goed van solide boorhaken en betrouwbare relais voorzien, maar er blijven er nog héél veel over die slechts gedeeltelijk behaakt zijn, of enkel met slaghaken en rond zandlopers geknoopte lusjes zoals in de Dolomieten… of helemaal trad, waarbij je met ‘cams & nuts’ alle tussenzekeringen zelf gaat plaatsen.

Tekst Bart Smets / Foto's Bart Smets, Dominique Van Eyken en Sanne Bosteels
42

Singlepitch rotsklimmen (KVB2+)

Als je in de klimzaal geleerd hebt veilig voor te klimmen, dan kan je de stap zetten naar leren voorklimmen op rots. Voor steeds meer rotsklimmers ligt de nadruk niet op de hoogst mogelijke routes of ellenlange multipitches gaan klimmen, maar net op hun limieten opzoeken op rots. De grote meerderheid van de rotsmassieven in eigen land, maar ook in bijvoorbeeld Frankrijk, zijn dan ook vooral gericht op singlepitch klimmen. Hierbij zitten solide boorhaken op een redelijke afstand, zodat voorklimmervallen maken in de cruxpassages doorgaans mogelijk is zonder verhoogd risico op letsel. Eens boven ga je dan ombouwen op een relais of stand die meestal verbonden is met een ketting, zodat je zekeraar je terug kan laten zakken.

Outdoor voorklimmen (KVB3)

Veel van de rotsen in ons land laten toe om twee of drie touwlengtes te klimmen, voor je de top van de rots bereikt. Denk maar aan Yvoir, Dave, Freyr of Marche-Les-Dames.

Dit vergt een bredere kennis van touwtechnieken. Je zal immers van standplaats tot standplaats klimmen, een naklimmer zekeren… en ook terug afdalen in rappel.

En er kan ook al eens iets moeilijker lopen: het rappeltouw dat vast zit, een naklimmer die niet door een passage geraakt, moeilijke verbale communicatie, enz.

“Veilig leren voorklimmen op rots, start met singlepitch-technieken zoals het leren ombouwen naar laten zakken, maar ook het leren inschatten van de rots.

Waar is het veilig om te vallen en waar de grenzen van je klimniveau op te zoeken, en waar absoluut niet?”

Enkele KBF-clubs geven een aparte KVB2+ (weekend)opleiding, waarbij je doorgaans in een tweetal dagen de nodige kennis en vaardigheden verwerft om nadien zelfstandig te gaan singlepitch rotsklimmen. Je leert hier o.a. methoden van ombouwen naar laten zakken, terugkeer van laatste haak (als je de route niet kan toppen), maar ook iets meer over materialen en het maken van risicoinschattingen op rots, zoals waar het veilig is om te vallen en waar dat absoluut te vermijden is.

Wil je kunnen klimmen op veilig behaakte rotsen tot 3 touwlengtes of 120m hoogte?

Dan leer je in een KVB3-opleiding de basis van multipitch, met ook aandacht voor rappel en eenvoudige probleemoplossingen.”

Meestal start je met het aanleren van singlepitch vaardigheden, alvorens er op die kennis wordt verder gebouwd om (basis) multipitch vaardigheden te verwerven. Veel KBF-clubs bieden een binnenlands leertraject aan met minstens zes weekend dagen op de rotsen van Condroz en Ardennen, daarnaast zijn er ook mogelijkheden om het in een weekformule te leren op een -meestal Frans- klimmassief zoals in Orpierre, Freissinières, Ailefroide of Buis-Les-Baronnies.

43

Advanced Multipitch is avontuurlijk klimmen, maar wél op met boorhaken geëquipeerde rotsen tot honderden meters hoog… wat heel wat meer kennis, ervaring en vlotheid in touw handelingen vergt binnen de cordee."

Advanced Multipitch (KVB3+) & Trad Climbing (KVB4)

De voorbije decennia zijn er alsmaar meer lange klimroutes bijgekomen in elk van de Alpenlanden, maar ook in bijvoorbeeld Spanje of Kroatië. Soms werden risicovolle klassiekers, van boorhaken voorzien, waardoor deze voor een veel groter publiek een bereikbaar doel worden. Het klimmen is veiliger geworden, er is beter materiaal, vaker zijn routes goed behaakt en ook de beschikbare topo’s zijn duidelijker, net als actuele informatie over condities of meteo. En toch vergt het klimmen in avontuurlijk terrein veel knowhow en ervaring, het blijft een bergsportdiscipline waar veel risico’s mee verbonden zijn én waar je deels op jezelf aangewezen bent als het misloopt.

Om deze kennis en ervaring te verwerven volstaat het niet om enkele filmpjes te zien of een boek te lezen. Het volgen van een opleiding is alvast een belangrijke stap, maar om te leren klimmen zal je vooral moeten gaan klimmen… Stap voor stap leer je het meeste, en dat liefst onder het toeziend oog van een ervaren lesgever of iemand die al veel langer klimt dan jij.

In de nieuwe KVB-opleiding ‘advanced multipitch’ leer je tactische keuzes maken en je grondig voorbereiden op een lange rotsbeklimming, maar ook een heel arsenaal aan bijkomende touwtechnieken van zekeringsmethoden met dubbel touw tot het omgaan met complexe rappelsituaties. Ook zit er een flinke portie reddingstechnieken in verwerkt, want je begeeft je op terrein waar hulp misschien lang op zich zal laten wachten. Deze opleiding zal doorgaans zes tot negen dagen in beslag nemen en omvat een buitenlandse stage in bv. Ailefroide, Verdon, Arco of Orpierre met meerdere lange maar goed behaakte rotsroutes van 4 tot 12 pitches.

Bij de herwerkte KVB-module ‘trad climbing’ gaan we nog wat avontuurlijker terrein opzoeken, namelijk daar waar de rots minder goed behaakt is of waar je volledig op eigen te plaatsen mobiele zekeringsmiddelen bent aangewezen. Je leert en oefent uitvoerig de plaatsing van ‘cams & nuts’, maar ook bandlussen, hulptouwtjes én ook slaghaken komen aan bod. Vertrouwen winnen doe je ook door basis artif-technieken te gebruiken en gecontroleerde vallen te maken.

“Als de rotsroute niet behaakt is en je met klemblokken en friends alle tussenzekeringen zelf gaat steken, dan gaat het om trad klimmen. Hierbij is de halftouwtechniek gebruikelijk, vaak maken we relais met krachtenverdeling en je hebt extra aandacht nodig voor het juiste route- en touwverloop.”

Zekeren met de halftouwtechniek en standplaatsopbouw met krachtenverdeling zijn nog zo’n belangrijke leerdoelen. Deze opleiding omvat meestal een buitenlandse stage in bijvoorbeeld regio Furka, La Bérarde, Orco of Costa Blanca.

Soms ook met een verlengd weekend op de basaltzuilen van MayenEttringen, wat maakt dat het traject in tijdsduur zeer verschillend kan zijn, variërend van vier tot acht dagen. Sommige clubs bieden beide opleidingen voor de gevorderde rotsklimmer aan in één wat langer KVB4-traject.

Wanneer rotsklimmen en bergbeklimmen samenkomen…

Bij alpine rotsklimmen ligt de nadruk op het klimmen van lange multipitch routes in een (hoog)alpiene omgeving. De behaking kan variëren van behoorlijk goed tot onbestaande. Behalve de uitdagingen eigen aan de route zoals moeilijkheid, behaking, lengte, karakter van de beklimming, enz. vergt de aanloop en de afdaling ook de nodige alpine kennis en ervaring. Veelal verloopt dit over moeilijk begaanbaar terrein zoals blokkenvelden, firn hellingen, gletsjer… en de uit- en afklim over rotsgraten.

Van de klimmer wordt hierbij nog heel wat meer verwacht dan wat je in de rotsklimopleidingen kan leren. Gezien de context en de complexiteit van het terrein is een gevorderde kennis van risicomanagement, oriëntatie en weerkunde noodzakelijk.

Technieken voor vorderen en zekeren uit het bergbeklimmen zijn nodig. Voor de aanloop of afdaling zal je vaak over sneeuwvelden, gletsjer of ijs passages moeten. Ook in rots en mixed terrein moet je extra technieken van vorderen en beveiligen beheersen… ook al zal de eigenlijke klimroute meestal wél op klimschoenen en van standplaats naar standplaats verlopen. Om hiermee te starten hoor je dus ook een beginners stage bergbeklimmen gevolgd te hebben.

Klassieke rotsgraat beklimmingen zijn nog iets anders en dat wordt doorgaans gerekend onder het bergbeklimmen. Vaak zijn rotsgraten de eenvoudigere en veiligere route naar bergtoppen, vandaar vormen deze veelal ook de ‘klassieke’ route langs waar de eerste klimmers de top bereikten. Meestal klim je op bergschoenen en simultaan vorderend aan verkort touw, enkel op de moeilijkere passages wordt er van standplaats tot standplaats gezekerd. Valpartijen zijn absoluut te vermijden. g

Bij alpiene rotsklimmen gaan we in een hoogalpiene omgeving uitdagende routes opzoeken, waarbij we van standplaats naar standplaats klimmen.

Klimschoenen zijn nodig gezien het vaak wat moeilijkere klimniveau, maar in de rugzak zitten zware bergschoenen, stijgijzers en piolet.”

Scan de code voor meer info over KVB-opleidingen binnen de KBF en de clubs

Grandes Jorasses anno 1980

De tekst in dit artikel is een dagboekfragment uit 1980 geschreven door Vincent Dewaele en nu herwerkt door Arne Monstrey. Het geeft een blik op het alpiene klimmen eind vorige eeuw. Terwijl het hedendaagse klimmen steeds meer verschuift naar individuele sportieve prestaties en het zogenaamde 'Genussklettern', lag de focus vroeger veel meer op avontuur en kameraadschap.

De foto's zijn van klimmer anno 2023.

Dagboek Vincent de Waele (herwerking Arne Monstrey
46

Mijn oude vriend Renaat Van Malderen (helaas overleden op 12 juni 2022) droomde er steeds van om de 6 grote noordwanden van de Alpen te beklimmen: de Eiger langs de route uit 1938, de Matterhorn via de Schmid route, de Petit Dru via de Allain-Leininger, de Piz Badile langs de Cassin, de Cima Grande langs de Comici en ten slotte de Grandes Jorasses met de Walker Pijler. Ik had samen met Renaat al de Eiger beklommen. Zelf had hij toen reeds de Grandes Jorasses en de Piz Badile op zijn palmares staan, maar door omstandigheden op zijn werk, kon hij deze lijst nooit vervolledigen. Ik heb enorm veel van hem geleerd en wou zijn droom dan ook voor hem waarmaken.

Al zes jaar reisde ik heen en weer tussen Chamonix en België om de laatste wand die mij ontbrak, de Walker Pijler, te beklimmen. Maar telkens kwam er iets tussen: ofwel waren de condities in de wand te slecht, ofwel het weer. En als alles dan eens goed leek, had ik geen vrije dagen meer. Het voelde alsof het lot ermee speelde, tot uiteindelijk in 1980 de kansen zich keerden!

Door het aanhoudende slechte weer in juli kwam ik nochtans met weinig hoop in Chamonix aan. Maar eens daar wist men mij te vertellen dat de wand toch in conditie zou liggen! Ook al had het tot zeer laat in het seizoen gesneeuwd, het warme weer van de voorbije weken had ervoor gezorgd dat alle overbodige sneeuw was verjaagd. Bovendien kondigde het weerbericht drie dagen mooi weer aan! Helaas moest mijn klimmaat Mark Boedts onverwachts terug naar huis. Zou deze berg dan nooit door mij beklommen worden?

Mijn goesting was alleszins groot genoeg en dus ging ik ervan uit dat ik ter plekke wel iemand geschikt zou vinden. Daniel Bogaert was onmiddellijk bereid om met mij mee te gaan, en nog diezelfde dag sorteerden we ons materiaal en maakten we de rugzakken klaar: bivakmateriaal, eten voor drie dagen, rotshaken, ijsschroeven, klemblokjes, musketons, gasvuurtje, ijshamer, stijgijzers, piolet, touwen... We verdeelden het gewicht zo goed mogelijk over beide rugzakken en voelden er ons klaar voor.

Zondag 10/08/80 - op weg naar het eerste bivak

Zondagochtend namen we een van de eerste treintjes naar de Mer de Glace, samen met Claude Grandmont en zijn vrouw Michèle, die de Croz Pijler wilden beklimmen. Na het afdalen van de laddertjes en de oversteek van de gletsjer bereikten we de Leschaux Hut.

Hiervandaan bestudeerden we de wand nog eens aandachtig en kregen we van Claude nog veel nuttige info. Na nog een laatste stevige maaltijd vertrokken we en om 17 uur begonnen we aan de beklimming van de Walker Pijler. Vanaf hier was het nog zo'n 1.200 meter naar de top...

Ons plan was om vandaag nog de zogenaamde Rébuffat dièdre te bereiken en daaronder ons eerste bivak te installeren. Bij het traverseren vergisten we ons echter van route en kwamen we bijna in het Linceul-couloir terecht. Tegen dat we dit doorhadden, moesten we al een heel eind op onze stappen terugkeren en toen we eindelijk de juiste weg weervonden, begon het al aardig donker te worden. We moesten dus zo snel mogelijk een bivakplaats vinden.

“om 17 uur begonnen we aan de beklimming van de Walker Pijler. Vanaf hier was het 1.200 meter naar de top...”

En die vonden we in de vorm van een klein platform, waarvan we het ijs probeerden weg te hakken. De lamp van Daniel liet het quasi meteen afweten en dus moesten we verder werken in het licht van slechts één lamp. Terwijl ik voor het eten zorgde, hakte Daniel de rest van het ijs weg. Hierdoor maakt hij ons plateautje net groot genoeg om er bijna volledig gestrekt op te kunnen liggen. 's Nachts was het gelukkig niet té koud en de vele sterren beloofden ons prachtig weer voor de volgende dag.

47

Maandag 11/08/80 - al klimmend door de noordwand

's Ochtends werden we gewekt door het eerste daglicht. Na een haastig ontbijt pakten we alles snel in en klommen we weer verder. We zagen dat we zo'n 20 meter onder onze geplande bivakplek hadden overnacht... We klommen vlot doorheen de 30 meter lange Rébuffat dièdre.

Vanaf hier moesten we nog enkele ijsbanden door om de bekende 'dièdre van 75 meter' te bereiken. Ook hier geraakten we vlot door, maar daarna moesten de stijgijzers terug aan. We merkten dat de condities toch niet zo goed waren als verwacht. Normaal zou hier deze tijd van het jaar immers geen ijs meer mogen liggen.

Met veel moeite bereikten we de 'rappel pendulaire'. Vanaf hier daalden we met behulp van ons touw zo'n 10 meter af om iets verder al klimmend uit te komen onder een kleine overhang bedekt met ijs. Deze moesten we echter nog overwinnen om zo op de moeilijke 'dalles grises' uit te komen. En die waren gelukkig wél ijsvrij! Meerdere touwlengtes later kwamen we eindelijk op de rotsgraat terecht, de eigenlijke pijler. Maar ondertussen was het alweer 18u30 en dus installeerden we ons hier voor een tweede overnachting in deze wand, ongeveer drie lengtes onder het driehoekige ijsveld, ook al konden we in principe nog verder gaan. Maar we wisten dat het hogerop veel moeilijker zou zijn om nog een geschikte 'slaapplaats' te vinden. We hoorden een vriendschappelijke kreet vanuit het bivak van Claude en Michèle (de Walker en Croz pijlers lopen parallel naast elkaar door dezelfde wand) en een uur later kwamen er nog 2 Engelsen en 2 Zwitsers bij onze bivakplaats aan. Het beloofde een gezellige nacht te worden.

Dinsdag 12/08/80 - eindelijk op de top

Helaas pakten zich tijdens de nacht dikke wolken bijeen en begon het hard te waaien en zelfs te sneeuwen: verre van ideaal. Bij het aanbreken van de dag spraken we met zijn zessen af om bij elkaar te blijven en samen verder te klimmen. Terugkeren was immers onmogelijk. De verdere rotsgraat, normaal van een niet zo moeilijk vierdegraads klimniveau, was helemaal verijsd en plaatste ons voor grote problemen. We organiseerden ons zodanig dat elk cordée om de beurt de leiding nam en dan touwen fixeerde, waarvan de andere teams gebruik konden maken om sneller en veiliger omhoog te klimmen. Eén van de Engelsen trok echter een groot rotsblok los dat op de touwen van de Zwitsers terechtkwam en deze op drie plaatsen beschadigde. Nu konden we elkaar zéker niet meer in de steek laten.

Op de graat waaide het zo hard dat onze musketons horizontaal in de mephaken kwamen te hangen. Onder deze zware omstandigheden bereikten we met veel moeite achtereenvolgens het driehoekige ijsveld, de bekende 'cheminées rouges', de 80 meter lange traversée en uiteindelijk de laatste lengte onder de top. Toen begon het gelukkig een beetje op te klaren en kwam er zelfs een zonnetje door.

Maar de wind blies onophoudelijk en ijzig koud. Ik kreeg er pijn van in mijn neus én in mijn hoofd. En dan, uiteindelijk, al kruipend, bereikte ik de corniche die mij nog scheidde van de top. Met mijn voeten steunde ik op de stenen die door het ijs staken. Eén van deze voetsteunen brak echter af en met de laatste krachten van mijn armen, kon ik mij nog net tegenhouden en een zware val voorkomen. Op 12 augustus 1980 stonden we bij zonsondergang op de top van de Grandes Jorasses. Het was ongeveer 21 uur en Daniel en ik besloten om, samen met de Zwitsers, nog 's nachts langs de Glacier des Grandes Jorasses af te dalen tot aan de Rifugio Boccalatte. De Engelsen verkozen een bivak onder de top. Het ongeluk wilde echter dat de enige lamp die ons nog restte ook stukging tijdens de afdaling. Dit verplichtte ons alsnog tot een bivak op de gletsjer. Bij het licht van ons gasvuurtje moesten we alles uitpakken. Tijdens de nacht begon het nogmaals te sneeuwen, maar gelukkig was de wind wel gaan liggen.

Woensdag 13/08/80 - weg uit de woeste wereld van sneeuw en ijs

De ochtend nadien was het echter zo mistig dat we onmogelijk nog de normaalweg konden terugvinden. Zodoende daalden we de hele gletsjer af. Ondertussen had ook de Britse touwgroep zich terug bij ons gevoegd. De laatste 100 meter voor de hut zakten we onophoudelijk door de papsneeuw. We begonnen er zo stilaan genoeg van te krijgen. Het regende ondertussen en kletsnat kwamen we de hut binnen. We hadden een gezellige en goed verwarmde hut verwacht, maar dat viel toch tegen... De Rifugio Boccalatte is immers zeer oud. Sommige planken uit de vloer staken recht omhoog en je zag het ijs van de gletsjer er zo onder liggen. De vensters waren gebarricadeerd met zitbanken omdat ze anders niet meer sloten. De gardien zelf was echter zeer vriendelijk. Hij belde naar onze vrienden in Chamonix.

Zodoende wist iedereen dat we veilig uit de noordwand waren geraakt en konden we een punt afspreken waar ze ons konden komen ophalen met de auto. We aten in de hut en daalden verder af. Na drie dagen in die woeste wereld van sneeuw en ijs, maakten de eerste geluiden van de vallei mij gelukkig. De aangename geur van de bossen deed mij mijn vermoeidheid vergeten. De Walker Pijler van de Grandes Jorasses is altijd een van mijn moeilijkste beklimmingen gebleven. Niet zozeer technisch, dan wel door de moeilijke omstandigheden.

Ik zou Daniel en de Engelse en Zwitserse cordées willen bedanken voor hun kameraadschap tijdens deze zware beklimming. Zonder onze gezamenlijke inspanning zouden wij er nooit in geslaagd zijn

Foto's Konrad X Neem een kijkje op Camptocamp

Beren in Trentino

De uitstervende populatie bruine beren in de Italiaanse Alpen werd tussen 1996 en 2002 nieuw leven ingeblazen dankzij het ‘Life Ursus’ project, dat door de Europese Gemeenschap en de Autonome Provincie van Trento werd gefinancierd. Na een introductie van tien bruine beren uit Slovenië is de populatie in deze provincie intussen uitgegroeid tot een honderdtal exemplaren. De grote meerderheid bevindt zich aan de westelijke zijde van de Adige rivier (Etsch, in het Duits).

De leefwereld van de bruine beer (Ursus arctos arctos) in Trentino

Na een intens professioneel leven dat ons gezin naar Azië en LatijnsAmerika bracht, vestigden we ons bij terugkeer deeltijds te Arco, in de provincie Trentino, aan de voet van de Italiaanse Alpen. We verblijven er tijdens de maanden waarin de regio niet overspoeld wordt door vakantiegangers, want dan keren mijn levenspartner en ik liever terug naar het rustige en veelal ook koelere Boechout.

Deze regio is zowel geografisch, klimatologisch als ecologisch zeer divers. De rotsachtige noordelijke oevers van het Gardameer beginnen op een hoogte van slechts 70 meter, terwijl steile hellingen leiden naar de met sneeuw bedekte toppen van de Brenta Dolomieten en de Adamello-Presanellabergketen die tot 3.500 meter reikt.

De voorkeurshabitat van bruine beren bestaat er uit gemengd bos met zowel loofbomen als coniferen tussen 300 en 1.400 meter hoogte. Afhankelijk van het seizoen en de aanwezigheid van voedsel, zullen bruine beren zich echter tot ver boven de boomgrens begeven of afdalen naar lagergelegen landbouwgebieden.

Om menselijk contact te vermijden zijn bruine beren hier hoofdzakelijk ’s nachts en bij schemer actief. Overdag rusten ze. Wanneer voedsel door de seizoenwissel schaars wordt, gaan ze in winterslaap, typisch in moeilijk bereikbare holen op steile wanden tussen 1.000 en 2.000 meter. Daar zullen de vrouwelijke beren ook hun jongen werpen.

Gedurende het grootste deel van zijn leven leidt de bruine beer een solitair bestaan. Enkel in de paartijd zoekt een geslachtsrijp mannetje een gezellin op. Maar ook de vrouwelijke beer is hoofdzakelijk solitair, vooral om haar welpen te beschermen, want die worden gedood door mannelijke beren als ze niet de vader zijn.

De berin blijft doorgaans haar hele leven in eenzelfde gebied. De mannelijke beer daarentegen is een echte trekker die grote afstanden over moeilijk terrein kan afleggen. Er zijn registraties van met zender uitgeruste beren die op één enkele nacht over bergkammen heen door drie verschillende valleien trekken.

De bruine beer heeft een uitzonderlijk goed ontwikkeld reukorgaan. Tot ongeveer een week na de feiten kan hij opsnuiven wat er zich op een bepaalde plaats heeft voorgedaan (d.i. wie of wat er is langsgekomen) en hij is ook een meester in het volgen van reuksporen.

Alhoewel hij ook uitgerust is als carnivoor, is de bruine beer een opportunist die hoofdzakelijk plantaardig voedsel eet, en dat met de seizoenen mee: gras, wortels, knollen, maar ook fruit, bessen, noten en maïskolven. Hij eet in mindere mate insecten: mieren, larven van bijen en van wespen.

Occasioneel is hij ook carnivoor: hij lust zowel karkassen van dode dieren als levende prooien. Op de 100 beren in Trentino is er slechts een handvol dat groter vee aanvalt, voornamelijk dan ezels en schapen. Predatie op pluimvee is meer algemeen. De mens is geen doelwit voor voedsel.

In juni is de bruine beer op zijn magerst. In de herfst vreet hij zich vol en bereikt hij zijn maximaal lichaamsgewicht, ter voorbereiding van zijn winterslaap. Een mannelijke bruine beer in Trentino bereikt zo tot 300 kg (een vrouwelijke beer tot 170 kg). Het lichaamsgewicht kan doorheen het jaar 25% variëren. Hoe het lichaam van het dier dergelijke extreme jaarlijkse jojo-beweging aankan, wordt momenteel nog onderzocht.

Tekst en foto's Luc Thijs
50

Contact tussen beer en mens

De beer is een snellere loper, een betere zwemmer en ook een betere klimmer (op zeer ruw terrein en in bomen) dan de mens. Maar hij schuwt mensen en zal bijna altijd wegtrekken van zodra hij ze ook als zodanig herkent.

Uitzondering daarop zijn bruine beren die geleerd hebben dat ze in de buurt van mensen gemakkelijk voedsel vinden: dergelijke dieren zijn geconditioneerd door open vuilnisbakken met organisch afval, of door fruit dat in de bergen gedeponeerd werd om in het jachtseizoen wild aan te trekken. Deze beren ontwikkelen veelal problematisch gedrag, al is dat het directe gevolg van menselijk gedrag.

Uit onderzoek is gebleken dat een bruine beer voor de mens gevaarlijk kan zijn:

• wanneer hij verrast wordt, d.i. wanneer hij niet de tijd krijgt om te begrijpen dat er een mens voor hem staat, want dan gaat hij zich instinctief verdedigen. Denk aan een loper of MTB’er die op een bospad tijdens de schemering een beer kruist

• wanneer de beer meent dat zijn welpen gevaar lopen: denk aan een situatie waar je je tussen welpen en moeder begeeft.

• wanneer de beer door een loslopende hond wordt lastiggevallen. Honden hebben reeds agressief gedrag uitgelokt, niet enkel naar zichzelf toe, maar ook naar de begeleider waar de hond veelal terug naartoe loopt.

• wanneer de beer meent dat jij een gevaar voor hem vormt. Een beer die je verwond of aangevallen hebt (bestookt met stenen of stokken, of erger, beschoten)

• kinderen worden niet aangevallen, want zij vormen geen bedreiging

Lessen voor onze activiteiten in de bergen van Trentino

De kans dat je in direct contact komt met een bruine beer is beperkt. Niettemin zijn er een aantal eenvoudige voorzorgsmaatregelen die je best neemt:

• alleen gaan joggen of mountainbiken bij schemer in een gebied waar beren vertoeven, doe je niet. Daarmee voorkom je dat je een beer op

• wanneer je toch alleen op pad bent in berengebied en je geen zicht hebt op wat voor je ligt, praat je tegen jezelf met normaal stemgeluid. Wanneer er echter omgevingsgeluid is, zoals bij een bergrivier, praat je wat luider

• je laat geen voedsel achter. Daarmee voorkom je associatie tussen voedsel en mensengeur

• je houdt je hond steeds aan de lijn

Wat doe je indien je ongewild toch een beer op erg korte afstand ontmoet?

• indien de beer je aanwezigheid niet heeft opgemerkt, ga je stil achteruit en neem je een andere weg

• indien je meent dat de beer je wel degelijk heeft opgemerkt, geef je het dier de tijd om je te herkennen als mens. De beer zal zich mogelijk op twee poten oprichten, niet om aan te vallen, maar om beter te zien, te horen en vooral te ruiken wat er zich voor hem bevindt. Sommige beren zullen doen alsof ze aan het eten zijn, of in iets anders geïnteresseerd, maar intussen observeren ze jou

• je blijft stil staan. Je praat verder met normaal stemgeluid, en je vertoont geen gedrag dat als agressief kan worden geïnterpreteerd: je stelt je dus niet groot of luidruchtig op. Je gooit niets naar het dier. Je gaat het dier niet verder benaderen of achternalopen

• je loopt ook niet snel weg. Dat lokt mogelijk instinctief aanvalsgedrag uit en de beer loopt veel sneller dan jij

• soms voert de beer een schijnaanval uit. Deze zal voor jou worden stopgezet, of in een andere richting verdergezet worden

• de ontmoeting zal meestal eindigen wanneer de beer zich verwijdert

Wat indien je, om welke reden ook, toch in direct fysisch contact komt met de bruine beer?

• ga dan met je gezicht naar beneden op de grond liggen. Leg je handen met in elkaar gestrengelde vingers om je nek. Met je armen bescherm je nu ook hoofd en aangezicht

• je blijft absoluut stil in die houding liggen tot de beer vertrokken is

• je gaat dus niet lopen. Je schreeuwt niet en je gaat het dier zeker niet bevechten

• indien je een rugzak draagt, hou je die aan want hij kan je wat beschermen

Hoe zit het precies met het gebruik van ‘berenspray’?

• berenspray, een speciale spuitbus met aerosol op basis van capsaïcine, wordt in meerdere landen ingezet om aanvallen van beren af te wenden

• momenteel is zowel het bezit als het gebruik van berenspray verboden in Italië. Het provinciebestuur van Trentino bereidt een wetswijziging voor die het bezit en het gebruik in welbepaalde omstandigheden zal toelaten

Het Adamello Brenta natuurpark is een van de weinige gebieden in West-Europa waar je niet als ‘toproofdier’ geldt. Ga goed voorbereid de bergen in, maar vooral ook met diep respect voor de omgeving die je betreedt. Mijn beleving van de natuur en de beren in Trentino was intenser dan waar ook ter wereld. De beren die ik er zag waren prachtdieren die vre-dig aan het grazen waren op veilige afstand. Direct contact had ik enkel met hun uitwerpselen en voet-sporen. En dat is ook goed zo.

Voor meer informatie verwijs ik naar het jaarlijkse ‘Large Carnivores Report’ dat door de provincie Trentino wordt uitgegeven, ook in het Engels en het Duits: https://grandicarnivori.provincia.tn.it/Rapporto-Orso-egrandi-carnivori

51
Je kan me bereiken via luc.tcr.thijs@icloud.com https://www.youtube.com/watch?v=WGq6uEyjvUE
'klimmen en klauteren'

Of: op avontuur met kleine kinderen

Tekst en foto's Arne Monstrey 52

Roemenië is gigantisch, maar dankzij de uitstekende Cicerone gids 'The Mountains of Romania' kregen we een mooi inzicht in welke bergen er voor ons haalbaar waren als jong gezin. Onze keuze viel al snel op het Apuseni gebergte in het noordwesten van het land. Vooral ingegeven door het feit dat deze streek het dichtste bij België lag. Maar dan nog mag je rekenen op twee volle dagen autorijden. We speelden echter vals. In die zin dat ik samen met een vriend opreed en er zodoende een driedaagse roadtrip van maakte. Terwijl de rest van het gezin het vliegtuig nam van Charleroi naar Cluj-Napoca. Deze luchthaven moet zowat het best bewaarde geheim van Oost Europa zijn, want voor 31 euro (enkele vlucht) vlieg je met Wizz-Air tussen deze twee steden. Zodoende konden wij al ons kampeermateriaal meenemen in de auto en bespaarden we onze kinderen (en onszelf!) een laaaaaaange autorit… Lang geleden dat een land ons zo van onze sokken heeft geblazen…

Ook al kunnen onze dochters Lucie en Eena wel al wat aan, hun jonge beentjes van respectievelijk 5 en 7 jaar oud, brengen toch wat beperkingen met zich mee. Maar door zorgvuldig zoeken, was ik er toch in geslaagd om enkele uitdagende wandeltochten te selecteren. Een toffe dagtocht doorheen de mooie Turda kloof, een tweedaagse doorheen de wondermooie en zeer avontuurlijke Ramet kloof en een driedaagse over het paradijselijke Padis plateau.

Dagtocht doorheen de Turda kloof (6 à 7 kilometer) met een ondergrondse apotheose

Op nog geen uur rijden van Cluj Napoca bevindt zich de Turda kloof. Deze kalkstenen gigant, uitgesleten door de gelijknamige rivier, is zo'n 3 kilometer lang en heeft wanden van zo’n 300 meter hoog.

Een paradijs voor (avontuurlijke) klimmers! Goedkoop, toegankelijk en met een onuitputtelijk areaal aan klimroutes. Er is zelfs een Via Ferrata uitgezet op deze wanden.

Voor ons allemaal nog iets te moeilijk als gezin. Daarom verkozen wij de wandeling doorheen de kloof zelf, met onderweg genoeg tijd om ook in de rivier te spelen. Beginnen deden we op de parking van Petresti de Jos (de westkant van de kloof) om vandaar via een grote weide langzaam dieper de kloof in te stappen.

Via kleine paadjes die soms naast de rivier liepen en er soms hoog boven, stapten we 3 kilometer tot aan de eet- en drankstandjes van Cheile Turzii (aan de oostkant). Vandaar heb je dan de keuze om door de kloof op je stappen terug te keren, of over de kliffen terug te gaan naar waar je je auto hebt geparkeerd.

Een aanrader is ook om in het nabijgelegen dorp Turda de ondergrondse zoutmijn te gaan bezoeken. Enkele gekke locals hebben lang geleden beslist om daar in die gangen en kamers een pretpark te bouwen. Niet alleen voor onze kinderen, maar ook voor ons bood het een surreële aanblik. En het was er aangenaam fris, aangezien de temperaturen in Roemenië in de zomer nog wel eens durven oplopen…

Op tweedaags wandelavontuur: Cheia en de Ramet kloof (12 km in totaal)

Aangezien onze dagtocht vlekkeloos was verlopen, waagden we ons enkele dagen later aan een tweedaagse trip. Maar ons avontuur begon al op de ‘weg’ naar ons startpunt… Google Maps, doorgaans toch betrouwbaarder dan de GPS van onze auto, stuurde ons dwars door de bergen. Wat begon met een asfaltweg, werd een steeds smaller strookje asfalt, tot die plots ophield en overging in een grindweg. Maar wel één die direct nogal steil naar beneden ging, zodat ik het gevoel had, eens ze te nemen, nooit meer terug te kunnen keren… Het alternatief was echter een omweg van meerdere uren… Wie niet waagt, niet wint zeker? En dus gingen we ervoor. In de hoop om geen tegenliggers tegen te komen. Iets wat na 10 minuten alsnog gebeurde… Voor alles een eerste keer en dus verkende ik mijn ‘achterwaarts bergop rijden op een smalle grindweg met aan de ene kant begroeiing en de andere kant een afgrond – capaciteiten’. Onze tegenligger keek even raar naar ons als wij naar hen. Of zij toch misschien iets raarder naar ons. Wat had een gezin uit België hier in hemelsnaam te zoeken?!

Een uurtje later, na nog enkele spannende momenten, verbreedde de weg zich gelukkig. En plots was daar alsnog Bradesti! Het dorp vanwaar we wilden beginnen wandelen. Ze waren er net een nieuwe weg aan het afsalteren en ik wist niet goed waar ik de auto veilig kwijt kon, maar een wegarbeider wees mij een plekje aan en toen ik vroeg of hier het wandelpad naar Cheia begon, wees hij effectief naar beneden de vallei in. Dan zitten we juist zeker?

We begonnen goed, maar na 10 minuten wandelen waren er al geen markeringen meer te zien. Bij aankomst aan de laatste houten schuur van het dorp, liep ik naar rechts verloren in de netels. Aan de linkerkant van deze schuur strekte zich een veldje uit met daarachter een riviertje en weer daarachter een mooie bloemenweide. Na een half uur zoeken, vloeken en mij verontschuldigen tegenover mijn gezin, vond ik uiteindelijk de markeringen terug! Wat niet wilt zeggen dat ik een pad had teruggevonden…

Zodoende ging ik als eerste. Dropte mijn rugzak (met daarin onze tent, 4 matjes, 4 slaapzakken en wat eten en drinken (lees: 20 kilo) om dan terug bergop te stappen tot aan mijn kroost, omringd door bloemen die hoger reikten dan de hoofden van onze kindjes. Daar zette ik Lucie op mijn rug en ging opnieuw naar beneden tot ik Lucie bij mijn rugzak kon droppen. Vervolgens ging ik Katrien en Eena tegemoet die op eigen tempo al wat gevorderd waren om dan Eena op te pikken en terug naar beneden te gaan, in de hoop dat onze jongste dochter ondertussen niet opgegeten was door een beer. Oef, Roemenië...

Maar bon, een dik half uur later stonden we uiteindelijk in een bos, waar we een paadje langs een riviertje konden volgen. We waren best al wat tijd verloren, maar we hadden eten, drinken en beschutting mee. Alles stak immers in onze rugzakken. Alleen keken we er niet echt naar uit om te gaan wildkamperen in een land waar naar schatting nog zo'n 6 à 7.000 bruine beren leven.

Maar hoe zeggen ze dat dan? 'Het Leven is aan de Durvers'. En ook nog 'Wie goed doet, goed ontmoet'. Nog eens een half uur later zag ik links onder ons een redelijk recent aangelegd bospad liggen, dat duidelijk ook de vallei in liep waar wij heen moesten. En nog iets later zag ik plots een man met een paard omhoog komen. Hij riep ons iets toe in het Roemeens, waarop ik antwoordde 'English?'. En zowaar, in perfect Engels vroeg hij ons waar we heen, gingen. 'Cheia', riep ik. Waarop hij weer vroeg waar we dan wel gingen blijven slapen. Ik had in de Cicerone Guide gelezen dat daar beneden 'a nice bivouac spot' moest zijn en dat leek mij reden genoeg om er naar toe te gaan. Maar nu ik dat hier zo in het midden van een Roemeens bos aan deze brave man probeerde uit te leggen, klonk het plots allemaal een beetje onnozel. Hij liet zich echter niet van de wijs brengen en zei dat we, eens beneden, maar naar de plek met de twee huizen met rieten daken moesten lopen, vlak naast de kerk. En dat hij tegen de avond wel zou terug zijn, dat we ons alvast in zijn tuin mochten installeren en dat we enkele minuten verder wel de rivier zouden kunnen oversteken en gewoon dit nieuwe pad konden volgen... Wauw! Wat een geschenk dat we deze man hier tegen waren gekomen!

54

Gabriele heeft zich hier teruggetrokken op deze werkelijk magische plek in het midden van de Roemeense bossen. Hij heeft er eigenhandig twee traditionele Roemeense boerderijwoningen nagebouwd, die hij zelfs verhuurt via booking.com. Maar je moet er wel wat voor over hebben, want je kan deze plek enkel bereiken per paard of te voet. En verder verhuurt hij een bivakweide die omheind is (herinner je je nog die beren), zijn er toiletten, zelfs een douche met warm water (zeer basic) én kon je er pintjes kopen. Tegen alle verwachtingen in waren we er niet alleen. Gabriele was boven met zijn paard de bagage gaan oppikken. Zodoende zaten wij hier plots op een onverwachte plek in een magische omgeving met vriendelijke Roemenen, samen varkensbrochettes te eten rond het kampvuur en 'Nokor' (schol) te zeggen, iedere keer ze ons weer een glaasje Palinka aanboden (Roemeense sterke drank). Onze kindjes speelden ondertussen met alle boerderijkatten en keken vanuit de tent naar het naderende onweer dat ons 's nachts alsnog overviel. Had ik al gezegd dat Cheia een werkelijk magische plek was?

Dat onweer bezorgde ons de dag nadien wel wat kopzorgen. Het tweede deel van deze tocht zou ons immers doorheen de Rametkloof zelf brengen. Een wandeling van zo'n 7 kilometer, waarvan toch bijna 2 kilometer dóór de rivier. De regen van vannacht had gelukkig niet voor al te hoge waterstanden gezorgd, maar het maakte wel dat het heldere water er nu troebel uitzag.

Zodoende was nauwelijks nog te zien of het water 15 of 50 cm diep was. Toch een aanzienlijk verschil voor onze kindjes. En dus ging het weer van oever naar oever of eerder van zandbank naar zandbank, want we zaten echt wel ingesloten in deze kloof.

Eerst papa met de rugzak, droppen, terugstappen, kindje 1 oppakken, droppen en laten beloven dat ze zich niet zou verplaatsen, terugstappen en dan kindje 2 oppikken en terugstappen. Ik ken ondertussen elke vierkante centimeter van die kloof.

Na anderhalf uur kwamen we drie jonge kerels tegen die de tocht in de andere richting deden. Oef! We zijn niet de enige gekken die deze wandeltocht ondernemen. Hoewel we uiteindelijk maar één andere papa met zo'n jong kind zijn tegengekomen. In het laatste deel van de rivier staat het water wat hoger en zijn er Via Ferrata achtige laddertjes in de rotsen geboord. Ondertussen was het hier echter nogal druk geworden en moest ik mijn beste Roemeens bovenhalen om te zeggen dat ik telkens, na het droppen van mijn rugzak nog 2 keer terug moest om mijn kindjes te gaan halen... Spannend wel, papa die zelf beide handen en voeten nodig heeft om de 'Via Ferrata' te volbrengen en de dochters die zich uit alle macht aan mijn nek en rug vastklampen. Dat ging goed tot plots de wind met de pet van Eena aan de haal ging en zij er in een reflex naar toe greep. Ik heb duidelijk luid genoeg geroepen, want haar handjes lagen vlug terug in mijn nek. Na uren avontuur bereikten we droog (op onze schoenen en kousen na dan) het einde van de kloof. Meer dan een nat pak hadden we er ook niet geriskeerd, maar het voelde toch ‘spannend'... Zoals gewoonlijk was ook deze tocht weer langer dan verwacht, maar ook oneindig veel mooier! Voor onze kinderen is dat allemaal vanzelfsprekend. Die volgen hun ouders maar gewoon en denken dat dat allemaal normaal is. En wij, als ouders, zijn maar wat blij dat we dit soort onverwachte familieavonturen kunnen beleven in onze eigen Europese 'achtertuin'. Ook al plannen we onze tochten, een groot deel blijft toch ook openstaan voor het avontuur. Want wij zaten nu wel in Ramet, maar onze auto stond wel nog steeds in Bradesti. En wie kwamen we daar weer tegen op café? Juist, de 7 Roemeense vrienden, die zo vriendelijk waren om er voor te zorgen dat de café uitbater een taxi-chauffeur voor ons kon regelen die ons terug tot aan ons beginpunt bracht. Onze auto stond er nog. En ook al hadden we gezegd dat we via een asfaltweg terug naar huis gingen rijden, verdween die belofte als sneeuw voor de zon. In minder dan anderhalf uur terug naar de camping via de bergweg of drieënhalfuur over asfalt rond de bergen. De keuze was snel gemaakt en zo werd dit familieavontuur één van de mooiste en meest gevarieerde. We hadden op twee dagen tijd precies twee weken beleefd.

55

Driedaagse over het Padis plateau met een onverwacht einde (dag 1: 7 km - dag 2: 5 km - dag 3: 5 km)

Onze kinderen waren helemaal mee met het concept van meerdaagse tochten! Zodoende parkeerden we de auto enkele dagen later in Vartop. Waar we weeral veel te laat aan onze tocht begonnen. Uiteraard waren we na een halfuur stappen alweer de markeringen kwijt. Terwijl ik zelf op onze stappen terugkeerde en op zoek ging naar de juiste weg, begonnen Katrien, Eena en Lucie aan een marathon 'bosbessen plekken'.

Toen ik eindelijk had gevonden hoe het verder moest, kreeg ik een volle beker bessen voorgeschoteld: 'hier papa, wat energie voor jou!'. Wat een schatjes toch. Maar de helling was steil, de rugzak zwaar en de bessen talrijk. Ook al waren onze kinderen helemaal mee met de vrolijke verdiensten van de bergen, met zaken als doorstappen en het ondergaan van de zon, zijn ze duidelijk nog niet vertrouwd. Na zo'n 2u30 stappen, kwamen we aan op een punt waar we eigenlijk al na 1 uur stappen hadden moeten staan. Nog twee uur te gaan dus... Dju, dit is weer zo'n point of no return. Terugkeren kan hier nog (maar dat doen we niet graag) en doorstappen betekent doorzetten. Fysiek, maar ook mentaal. 'Papa, ik ben zo moe...' Niet alleen moesten ze zelf elk een rugzak dragen, af en toe kwam er bij mij nog een kindje op de schouders bij... Een rugzak van 20 kilo plus een kindje van 20 kilo... Afzien en genieten, het ligt soms dicht bijeen.

Maar na het vertellen van veel verhaaltjes, het zingen van veel liedjes en het regelmatig pauzeren, strompelden we iets na 7 uur 's avonds uit de bossen en vonden we er de warmte van Cabana Cetatile Ponorolui! We dachten dat we onze tent hier wel ergens gingen mogen opzetten, maar dat mocht niet meer. Er was een soort wildcamping nog 3 kilometer verder, maar dat zagen wij dan niet meer zitten...Gelukkig konden we er wel nog eten! En er was zelfs nog een kamer vrij waar we ook konden overnachten. Ook al keken ze initieel een beetje ambetant naar die Belgen die hier zo laat nog onverwachts toekwamen zonder te reserveren, ze waren ook best wel onder de indruk eens ze doorhadden vanwaar we kwamen, mét onze zware rugzakken en mét onze kleine kindjes. Ook hier weer waren we de enige westerlingen.

Na een zeer geslaagde nachtrust vingen we het tweede deel van onze tocht aan: Een wandeling doorheen het karstlandschap van Cetatile Ponorului. Drie grote dolines, met wanden van minstens 100 meter hoog, liggen hier vlak naast elkaar en je kunt ze al wandelend en klauterend allemaal bezoeken. Ook hier weer: steile paadjes en metalen trapjes, maar ook de grootste grotingang van Europa (78 meter hoog) en een prachtig wild landschap. Als in deze putten kruipen al avontuurlijk was, dan was er weer uitgeraken dat nog meer, want het steile pad was hier en daar weggespoeld en ook al ben je als wandelaar nog voorzichtig, af en toe rolt er toch eens een steen weg... Spannend weeral dus. Eens boven vervolgden we onze weg langsheen de rand van de dolines wat ons ook hier weer prachtige uitzichten opleverde. Roemenië is echt een wondermooi land met nog zeer veel wandel- en klimpotentieel. Dit alles overdachten we bij een frisse pint (ook daar zijn ze goed in) aan de berghut.

Aangezien we een doorgaande tocht deden en ons auto dus aan het begin- en niet het eindpunt stond, besliste ik om diezelfde dag nog, de tocht van gisteren in de omgekeerde richting af te leggen. Terwijl Katrien en de kindjes aan de hut bleven, liep ik in twee uur terug wat een verschil met gisteren!) en nog eens twee uur later had ik de auto rond het hele bergmassief gereden en parkeerde ik mij aan de hut.

Om toch wat centjes te sparen hadden we bedacht om wel nog te eten maar niet opnieuw te slapen in de Cabana. Nu we terug een auto hadden, konden we die 3 kilometer naar de ‘wildcamping’ wel even rijden. Maar wát een chaos was me dat... Op een open veld in het bos stonden honderden (!) tenten met overal daartussen geparkeerde auto's en brandende kampvuurtjes. Dit alles zonder voorzieningen... Ik wilde niet nadenken over de hoeveelheid uitwerpselen die hier in de bossen moesten liggen en de daarmee samenhangende vervuiling in de rivier waarin iedereen aan het spelen was. 'Gelukkig' was daar de voorzienigheid, want toen we uitstapten, hoorde ik een gesis. Nee geen slang, wel een gat in onze band. Fuck, vlug, vlug, instappen, nu! Mijn vrouw en kinderen snapten er niks van, maar ik wist dat we geen reserveband hadden en was er ook redelijk zeker van dat de pechverhelping (die we wel hadden) ons niet gingen komen halen op deze bergweg. En dus reed ik 'zo snel als aanvaardbaar was' met een steeds platter wordende band de 2 kilometer die ons nog restten tot aan de asfaltbaan. Mijn vrouw en kindjes snapten er nog steeds niks van, maar ik moest mij concentreren op de weg. Traantjes en getier... Soms draaien familie avonturen even anders uit...

" Toen we uitstapten, hoorde ik een gesis. Nee geen slang, maar wel een gat in onze band. Fuck”..."

Maar bon, we bereikten de asfaltbaan, nog net op tijd. Voor de band dan, ondertussen was het ook wel al aardig donker. Ik gokte erop dat we wel een mini compressor meehadden en dat we het daarmee misschien, desnoods met meerdere stops, wel nog tot in Padis zouden halen, zo'n 6 kilometer verder. Daarvoor moest echter wel alle bagage uit de koffer, want juist, waar lag die compressor... Helemaal onderaan... En effectief, met twee extra pomppauzes haalden we onze bestemming, waar mijn vrouw in het donker op zoek ging naar een overnachtingsplek. Lucie, onze jongste dochter was al lang in slaap gevallen en had geen flauw idee in welk bed ze 's ochtends nu weer wakker was geworden...

Wij westerlingen betalen geld aan pechverhelping en denken op die manier slim en efficient te zijn... Nou nou, na meerdere telefoons naar België, kreeg ik uiteindelijk zelf telefoon van aan garagist uit een stad die hier 3 uur vandaan ligt (in een richting waar we niet naartoe wilden). Hij ging ons komen halen met een trailer, onze auto meenemen en dan maandag de band repareren (het was vrijdag vandaag...). Dat leek ons nu echt al te gek en dus vroeg ik hem nog niet te vertrekken.

Ik wou eerst zelf op zoek naar een andere oplossing, op de 'old school manier'. Eentje die al eeuwenlang bestaat en veel efficiënter is: 'hulp vragen aan de mensen om je heen'. De uitbater van onze gite belde iemand die kwam helpen om de band van onze auto te halen. Met schaamrood op de wangen moest ik immers bekennen dat ik zelfs geen krik noch sleutel meehad... En terwijl Katrien met de kindjes pannekoekjes ging eten, zat ik plots mee in de auto bij twee andere mensen, met onze band in hun koffer.

Deze vader en zoon verbleven in dezelfde gite en wilden maar wat graag helpen. Wat? Deze mensen offeren een halve dag van hun gezinsvakantie op om een onbekende te helpen? Dat zie ik de gemiddelde Belg nog niet doen...

Anderhalf uur later stonden we aan een 'Vulcanizar'. Een terrein vol kapotte auto's en stapels banden. Mijn twee gastheren hadden er maar hun bedenkingen bij, maar ik dacht: yes, hier gaan ze me zeker kunnen helpen! En zo bleek ook. 20 minuutjes later en slechts 20 euro armer, reden we terug omhoog, met een herstelde band.

Die derde dag van onze driedaagse was weliswaar in het water gevallen. Ze leverde ons wel een onverwacht avontuur op. Met een nieuwe blik op de westerse manie om alles te willen controleren en beheersen en te denken dat je dit kunt doen met geld, verzekeringen en pechverhelpingen. Ja, we zaten hier goed, in Roemenië, aan de rand van het dorp Padis, samen met andere Roemeense en Hongaarse reizigers die hier allemaal hun tentje hadden opgezet aan de rand van een klein riviertje, elk met een eigen kampvuurtje voor hun neus, terwijl er in de verte alweer een nachtelijk onweer aankwam... Bedankt Roemenië, voor dit fantastische familieavontuur. En vooral: bedankt aan mijn lieve gezin!

57

SHOP

Ruim aanbod van topo's en boeken in de webshop webshop.klimenbergsportfederatie.be

Chaveehut

Rue de la Chavee 7, Maillen

Van 1/3 tot 30/10 ieder weekend open van vrij- tot zondag

Reserveer via www.kbfvzw.be > chaveehut t

Nu met kortingen tot -50%!

VENNHÜTTE

Am Bahnhof 13, Burg-Reuland

Ieder weekend open van vrij- tot zondag

Reserveer via www.kbfvzw.be > vennhütte

58
KBF-LEDEN
KORTING VOOR
Ontdek alle kortingen & voordelen voor KBF-leden op
www.klimenbergsportfederatie.be/voordelen-leden-sportkaders

We Are Masters of Insulation

When you’re pushing for the summit or tracking across exposed ridgelines, you need insulation that will adapt to uctuating temperatures and energy levels. Expelling excess moisture while shielding against the cold The Xenair Alpine Jacket is honed to keep you comfortable in stubborn winter weather

Trotse partner van:
WWW.RAB.EQUIPMENT
XENAIR ALPINE JACKET

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.