12
Holland Côte d’Azur Magazine
D
Gerard de Bos – gerarddebos@gmail.com
(Rosaceae)
e vele soorten rozen die we zien in tuinen, openbaar groen, balkon- of terraspotten, kennen hun oorsprong in de natuur, die al miljoenen jaren geleden is begonnen. Langzaam maar zeker is de roos getransformeerd tot de huidige basis van vele vele soorten. Tot min of meer de achttiende eeuw waren de kleuren en vormen nog beperkt, men deed alleen aan natuurlijke vermeerdering, het oculeren was nog een onbekende bezigheid. Bij het oculeren plaatst men een knop (het oog of schildje vandaar de naam oculeren) onder de bast van een onderstam. In het volgend jaar gaat de knop uitlopen en groeit uit tot een tak van het gewenste ras. Tegenwoordig zijn er al vele vormen (soorten) rozen. Om er een paar te noemen; grootbloemige rozen, tros rozen, bodem bedekkende rozen, miniatuur rozen, botanische rozen, en klimrozen. Van iedere variëteit roos kan een stamroosexemplaar gemaakt worden door middel van oculatie. Er wordt dan een oog van de gevraagde variatie op een speciaal opgekweekte stam aangebracht en na verloop van tijd is dit oog uitgegroeid tot een ‘Queen Elisabeth’ of welke gevraagde variatie dan ook; in de meeste gevallen betreft het de grootbloemige en de floribunda rozen omdat deze nu eenmaal tot de populairste rozen behoren. De stamhoogte loopt zo van 80 cm. tot 160 cm. Ook babyroosjes worden op stam geleverd, dit in het algemeen tot 40 cm. Stokrozen (Althea) zijn zeker geen rozen maar vaste planten. Er zijn dus een aantal soorten, maar die eigenlijk enkele soorten zijn uiteindelijk uitgegroeid tot (nu toe) een dertigduizend variëteiten. Een veel gevraagde eigenschap waar rozenkwekers zich, vooral na de tweede wereldoorlog, mee bezig hielden was een langere duur van de bloei of doorbloei. Een goed voorbeeld is de trosroos ‘Sneeuwwitje’, bloeit vanaf mei en staat in november, december nog vrolijk te bloeien en kijk niet raar op als met de voorjaarssnoei nog bloeiende takken weggeknipt moeten worden.
Wat de roos van nature als aangename bijkomstigheid had, was een goed waarneembare geur waar de parfumindustrie zoals Dior dankbaar gebruik van maakte en nog steeds maakt. Door het vele kruisen en doorkweken is het aantal variëteiten dus wel enorm toegenomen, maar de groep geurende rozen nam aanmerkelijk af. Er werd meer voor kleuren en vormen geteeld, en de geur verdween een beetje uit het beeld. Tegenwoordig is de geur weer een gewaardeerde eigenschap die de verkoop van dit type roos flink positief kan beïnvloeden Het werken met rozen in een tuinontwerp is leuk en dankbaar door de vele vormen kleuren waaruit je kunt kiezen. Een kleine negatieve bijkomstigheid is dat rozen zonaanbidders zijn, in de schaduwplanten is dus niet aan te raden. Met de al eerdergenoemde grootbloemige rozen, de zogeheten theehybriden kun je een flinke groep in een heesterborder zetten, of solitair gebruiken, maar in Engeland worden met de Queen Elizabeth roos hele hagen gevormd, groeiend tot wel twee meter hoog. De oorspronkelijke Queen Elizabeth roos heeft zachtroze bloemen, en is ondertussen al Salix Sacchalinensis Sekka met haar brede bruine takken met de witte katjes