MAGAZINE VAN REINIER VAN ARKEL
FRANK WILLEMS: "KUNST IS EMOTIE"
EEN JAAR LANG GEEN DWANG BIJ HIGH & INTENSIVE CARE VOOR JONGEREN
12
ZOMER 2021
FAMILIE IS WAARDEVOL EN EEN BRON VAN ONDERSTEUNING
N
Foto's Ben Oosterhuis
Routekaart Expeditie Werk
BUS
INGANG BOXTELSEWEG
WEG
T AA
TR
G BOXTELSEWE
S AG
PARK
CING EL
SE BOXTEL
BUS
TRAA T
G WE LSE
LAAN PARK
HOGE DWARSS
AN GLA BOO
LAAN
EN WATERTOR
er
w
ARSSTR HOGEDW
EXPEDITIE WERK
ontdekke n
INGAN PARKL
INGANG LAAN VAN VOORBURG
Expeditie Werk: LAAN VAN
VOORBURG
Zinvol werk is belangrijk voor iedereen! Adres startpunt Expeditie Werk KE
REINIER VAN ARKEL
INGANG PARKLAAN
AAT
LAGEDWARS ST RA AT
samen
CARILLONLAAN
LAAN
LAAN
PARKLAAN
BUS
AN CARILLONLA
HOOFD INGANG
TE BOX
LA
EW S L TE X O B
CARILLO
Vught
ka
ls m e dicij
n
TT
ING WE G
Eindhoven
Watertorenlaan 11, Om dat te benadrukken organiseerden UWV en Zorgpark Voorburg, Vught Reinier van Arkel dit voorjaar Expeditie Werk. Een
1
avontuurlijke wandeling over Zorgpark Voorburg vol filmpjes en opdrachten over de waarde van werk, de 14 huidige arbeidsmarkt en de ondersteuningsmogelijkheden om werk te vinden of je baan te behouden, als je kampt met psychische klachten. Wil je meer weten over hoe Reinier van Arkel, samen met UWV, Weener XL en WSD, cliënten ondersteunt bij participatie in werk, uitgaande van de eigen behoeften en door de cliënt zelf gestelde doelen? 13
15
3
Niet deelgenomen aan Expeditie Werk? Een aantal filmpjes die deelnemers aan de ontdekkingsreis onderweg konden bekijken, kijk je terug met behulp van deze QR-codes:
N
1. Beweging als warming-up bij het zoeken naar werk. Een gezonde leefstijl helpt je bij het vinden van werk. Brenda en Saskia vertellen wat aandacht voor een goede leefstijl voor hen betekent. 2. Vertel je op je werk over je psychische aandoening of niet? Nelly vertelt welke keuze zij gemaakt heeft.
12
‘Kleed deze paspop aan in een geschikte outfit voor een sollicitatiegesprek’ was een van de opdrachten tijdens de expeditie.
11
OORBURG
4 5
LAA N E R O T R E WAT
Kijk op www.reiniervanarkel.nl/werkalsmedicijn
2
6
3. Het is van belang mensen om je heen te hebben die je vertrouwt! Karin vertelt waarom.
9 10
4. Ken jij de afspraken over uitkeringen en werk? Het UWV geeft antwoord op de meest gestelde vragen over werk en uitkering.
8
7
5. Mensen met een psychische aandoening in het bedrijf, dat gaat heel goed, zo laat Ecotap zien.
IN DIT NUMMER
Achtergrond
Nieuws
4 – Thema Jongeren en Adolescenten Een bundeling van artikelen waar jongeren en adolescenten centraal staan. De onderwerpen zijn: een jaar lang geen dwang bij HIC, eerste HIC voor adolescenten, ervaringsverhaal van Niek, traumabehandeling bij Herlaarhof en onderzoek naar de ontwikkeling van jongeren tijdens de coronacrisis.
22 – Nieuwbouw Hostel Zuiderparkweg De nieuwbouw van het Hostel aan de Zuiderparkweg bereikt het hoogste punt en hostel krijgt de naam het Zwanenhuis.
26 – De beste psychiatrische zorg voor ouderen door samenwerking Innovatieprogramma ‘Zorg voor ouderen Reinier van Arkel’. Een interview met Laura Breuning, ouderenpsychiater, en Marije Ruijven, projectmanager.
38 – OnsECD Reinier van Arkel gaat in 2022 van start met een nieuw elektronisch cliëntendossier, OnsECD. Daarna wordt het nieuwe portaal voor cliënten ontsloten, Caren.
46 – Centrum voor trajecten en bemoeizorg Een interview met Yuri Beset en Paul Rooijmans over het CvTB, een samenwerkingsverband van vijf instellingen voor ‘chronische struikelaars’ die alle hulp afwijzen.
24 – We moeten zuinig zijn op familie en naasten John Lelieveld is de nieuwe voorzitter van de jubilerende familie- en betrokkenenraad.
44 – T raineeship Raad van Toezicht Een lerende organisatie op alle niveaus. Een interview met Annelies de Moet, toezichthouder, en Roanda Fokkens, trainee.
Rubriek
50 – Elisa van Ee Elisa van Ee is de eerste bijzonder hoogleraar binnen Reinier van Arkel.
32 - Kunst en psychiatrie Frank Willems over zijn werk, zijn project voor dak- en thuislozen en zijn angsten en paniekaanvallen. Een openhartig interview met deze veelzijdige Bossche kunstenaar.
60 – Eerste prijs voor artikel aios Nathalie Frankowski Nathalie Frankowski wint de eerste prijs bij de jaarlijkse verkiezing van het beste artikel door een assistent in opleiding tot specialist (aios) in het Tijdschrift voor Psychiatrie.
Column
40 – Thijs Honig Thijs Honig is de nieuwe directeur van Maatschappelijke Opvang Den Bosch.
31 - Raad van bestuur Een column van Tom van Mierlo
42 – Eddy van Doorn Eddy van Doorn (voorzitter Raad van Bestuur) neemt afscheid van Reinier van Arkel.
37 – Verbinding Een column van sociaal psychiatrisch verpleegkundige Alice Corten
18 - Inzicht Korte nieuwsberichten, wetenswaardigheden en aankondigingen vanuit Reinier van Arkel
52 - Netwerkpsychiatrie Het werk van het regioteam Den Bosch Binnenstad in de spotlights. Een interview met Anja, cliënt van het regioteam en Caglar Arisoy, GZ-psycholoog. 62 - Uitzicht De rubriek waarin we een kijkje nemen over onze eigen grenzen heen en nieuws bij de collega’s, samenwerkingspartners of buren halen.
48 – Let’s talk about sex Een interview met Maartje de Kruijf, GZ-psycholoog i.o. en seksuoloog over de rol die seksualiteit en intimiteit spelen binnen positieve gezondheidszorg. 56 – Consultatieteam complexe persoonlijkheidsproblematiek Collega’s van Reinier van Arkel kunnen een beroep doen op dit team wanneer zij niet verder komen met de behandeling van een cliënt met persoonlijkheidsproblematiek.
10 Het gaat goed met Niek!
COLOFON nummer 12 zomer 2021. Reinier is een magazine voor mensen in de regio ’s-Hertogenbosch die, beroepshalve of als zorggebruiker, geïnteresseerd zijn in zorginhoudelijke ontwikkelingen en achtergronden van Reinier van Arkel en de geestelijke gezondheidszorg in bredere zin. Redactie René Berende, Mireille Borg, Nicole van de Gevel, Jorienne Winnubst, Nynke de Jong, Marjo Roes, Erik Welten Hoofdredactie Ilse van den Eeden Met bijdragen van Tom van Mierlo, Alice Corten – Adams, Carla Jacobs, Michelle Hendriks en foto’s van Cees van Vessem, Ben Oosterhuis en Marc Bolsius. Fotografen Evelien Gerrits, Nuray Sahin, Jolanda Ruijs – van Rossum Vorm en productie btz vorm en regie Oplage 2.500 Redactieadres Reinier Postbus 70058 5201 DZ ’s-Hertogenbosch (073) 658 60 17 reinier@reiniervanarkel.nl www.reiniervanarkel.nl
THEMA
JONG ER EN & A DO LE SCEN
Tekst Ilse van den Eeden Foto’s Jolanda Ruijs-Van Rossum
HIC Herlaarhof realiseert bijzondere mijlpaal
High & Intensive Care Jongeren: een jaar lang zonder dwang De High & Intensive Care (HIC) voor jongeren van 12 tot 18 jaar (Herlaarhof) bereikte in april jl. een bijzondere mijlpaal; een jaar lang 0 separaties, 0 dwangbehandelingen en 0 noodmedicatie. De werkwijze van de afdeling draait om contact maken, werken aan herstel én de kunst van het de-escaleren. In plaats van jonge mensen met een psychische kwetsbaarheid in crisis alleen te laten, krijgen zij juist extra zorg en aandacht. Herlaarhof, specialistisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie, startte in 2017 met een transformatie van de bestaande opnameafdeling naar deze HIC-afdeling voor jongeren.
In vergelijking met de opnameafdeling van voorheen, leidt de aanpak van de HIC jongeren tot een forse reductie van de opnameduur en forse vermindering van drang & dwangmaatregelen. Bedroeg het aantal gestarte separaties in het 2015 nog 44, in het eerste jaar van de HIC Jongeren daalde het aantal separaties en andere dwang & drangcijfers met 90% naar nagenoeg 0. Begin april jl. werd het eerste jaar rond met 0 separaties, 0 dwangbehandeling, 0 noodmedicatie bereikt. Interessant, in het licht van de zorgelijke druk op de bedden in de crisiszorg van de jeugd-ggz, is verder dat de werkwijze van de HIC leidt tot een forse vermindering van het aantal opnamedagen. Van een opnameduur van drie weken tot drie maanden of langer toen, naar enkele dagen tot enkele weken nu. De verkorting van de opnameduur betekent meer beschikbaarheid en doorstroom en dus dat meer jongeren gedurende het jaar opgenomen kunnen worden, tegelijkertijd is het aantal heropnames (cliënt
die een tweede keer of vaker terugkeert) verminderd. Het afgelopen jaar zijn er 130 opnames geweest, waarvan 40% supraregionaal. Bovenstaande cijfers vormen een belangrijke uitkomstmaat voor het leveren van goede zorg en dat is precies de essentie van de HIC-aanpak: bijdragen aan autonomie en herstelbevordering én de ambitie om de jeugdzorg in Nederland te verbeteren. Werkwijze HIC Jongeren Anne Pelzer, psychiater, is vanaf het begin nauw betrokken bij de verandering van de ‘oude’ afdeling naar de huidige HIC Jongeren. “Uitgangspunt van het HICgedachtegoed is dat we de opname van een jongere, zien als een intermezzo. Een intermezzo gericht op herstel zodat de jongere zo snel mogelijk weer in de eigen omgeving kan deelnemen aan het maat-
schappelijke leven. Een opname op zich is in onze optiek niet helend; we focussen op wat de jongere én zijn omgeving nodig hebben om thuis verder te kunnen”, aldus Anne.
Het behandelen volgens de HIC-aanpak is nog relatief nieuw. Het HIC-model voor volwassenen werd in 2013 geïntroduceerd in Nederland door o.a. Tom van Mierlo en Frits Bovenberg, bedoeld om langdurige opnames en vrijheidsbeperkende maatregelen zoveel mogelijk te voorkomen. De aanpak gaat over contact maken en de kunst van het de-escaleren. In plaats van de cliënt in een crisis alleen te laten, krijgt deze juist extra zorg en aandacht. In 2017 is het gedachtegoed voorzien van verdere inhoud en invulling om zo ook toepasbaar te zijn voor jongeren. Anne: “Eigen regie, contact maken en herstelondersteunende zorg die zich richt op het helpen zoeken naar antwoorden staan centraal in de behandeling op onze HIC. Alles wat we doen bekijken we van-
REINIER ZOMER 2021
5
JONG ER EN
>> Een jaar zonder dwang
uit het perspectief van de cliënt én dient bij te dragen aan het uiteindelijke doel: herstel thuis weer mogelijk maken. Het systeem van de jongere is tijdens de opname dan ook intensief betrokken. Zodra het kan gaat de jongere vanuit de HIC op therapeutisch verlof.” “Beheersing is geen onderdeel van herstel. We geven vertrouwen en luisteren”, vertelt Anne verder. Daar is door het team keihard aan gewerkt en zijn bergen voor overwonnen. Er lijkt ook niet één specifieke factor aan te wijzen die verantwoordelijk is voor het succes. “Gaandeweg passen we het HIC Jongeren-model aan op de doelgroep, met speciale aandacht voor de ontwikkelingstaken van de afdeling, de systeemgerichtheid en onze plaats en rol (boven/supra)regionaal in de keten. Het model schetst de grove contouren van de hulpverlening. Het biedt ons de mogelijkheid deze in te kleuren en zo het hulpverleningsarsenaal aan te vullen, om tot zorg op maat komen.” Werkzame ingrediënten Het nieuwsbericht over het behalen van ‘de nul’ ging met bijna 100.000 weergaven ‘viral’ op social media. Veel zorgprofessionals bleken benieuwd naar de werkwijze die leidde tot de mooie resultaten van de HIC Jongeren. Het team organiseerde daaropvolgend twee webinars waarin ze met belangstellenden in gesprek gingen over het autonomie- en herstelbevorderend werken. Op deze wijze kregen geïnteresseerden een kijkje in de keuken. Autonomiebevorderend werken Anne: ”Ons belangrijkste uitgangspunt is ‘de patiënt in the lead’. Herstel is niet af
te dwingen, daarom is het uitgaan van eigenaarschap van de jongere de belangrijkste voorwaarde. Ze moeten hier wíllen zijn in plaats van dat ze er moéten zijn. Jongeren zijn verantwoordelijk voor hun eigen gedrag, zowel positief als negatief. We laten dit aan hen zien door te spiegelen waar hun gedrag toe kan leiden en de alternatieven waarvoor ze kunnen kiezen te benoemen. Op de afdeling leren we jongeren vaardigheden aan om op een gezondere manier om te gaan met emoties en spanningen als alternatief voor bijvoorbeeld zelfdestructief gedrag. De basis van herstel is samenwerking en vertrouwen tussen hulpverleners, ouders en jongere. In principe kunnen jongeren tijdens opname op een gesloten afdeling op basis van afspraken naar buiten gaan, ook al liggen de snelweg en spoorweg om de hoek.” First connect, than correct Het maken van contact is een ander essentieel ‘basisingrediënt’ van de werkwijze. Zoals Anne het noemt: “First connect, than correct.” Dat maken van verbinding vergt het eerst echt begrijpen van de ander en werken vanuit een wederzijds respect. De werkrelatie is vervolgens niet gebaseerd op macht maar op gezag. “Er hoeft geen gelijkheid te zijn om gelijkwaardig met elkaar om te gaan”, legt Anne uit, verwijzend naar de verschillen die er hoe dan ook zijn op basis van bijvoorbeeld professionele kennis en ervaring en leeftijd. Storytelling Een derde element van de werkwijze op de afdeling is het klachtoverstijgend werken. Dat betekent dat bijvoorbeeld angst, som-
Een aantal medewerkers van de HIC Jongeren, van links naar rechts Elsemarijn Leijenaar, co-assistent, Robin Dekkers, begeleider B, Anne Pelzer, psychiater en Gaby Gevers, psychiatrisch verpleegkundige
6
REINIER ZOMER 2021
berheid of suïcidaliteit niet ‘an sich’ worden behandeld, maar dat in kaart wordt gebracht welke factoren ten grondslag liggen aan de symptomen. Factoren die bij de jongere zelf kunnen spelen, maar ook in de omgeving van de jongere. Anne: “We zijn ervan overtuigd dat net deze factoren de sleutel zijn tot verandering en herstel. Het helpt ons om het verhaal dat elke jongere en systeem bij zich draagt te
Anne Pelzer: “Herstel is niet af te dwingen, het uitgaan van eigenaarschap van de jongere vormt de belangrijkste voorwaarde voor herstel"
ontrafelen, waarbij het uiteindelijke doel is te begrijpen waarom jongeren en hun gezin op het punt zijn gekomen waarbij er een crisissituatie is ontstaan. Deze verhalen maken we samen met jongeren en hun ouders waarbij het maken van een genogram (red. een familiestamboom van verschillende generaties, de onderlinge relaties en diverse persoonskenmerken)
en een levenslijn houvast geeft. Op deze manier maken wij voor de jongere en de ouders de situatie inzichtelijk wat bijdraagt aan het hervinden van controle over een situatie waarin ze - ogenschijnlijk- verzeild zijn geraakt. Zo worden factoren die leidden tot een crisissituatie de aanknopingspunten voor een verder (ambulant) traject.
Geweldloos Verzet Algemene (huis-)regels op een afdeling leiden veelvuldig tot discussie, onderhandeling of (de neiging tot) overschrijding. Veel regels zijn daarom de afgelopen jaren geschrapt. “Zo voeren we geen discussies meer over de hoeveelheid pasta op een boterham en welke dagen er tosti’s gegeten mogen worden”, aldus Anne. “Wij moeten
JONG ER EN
>> Een jaar zonder dwang
ons realiseren dat we geen controle hebben over het gedrag van een ander.” Het pedagogische kader wordt niet uit het oog verloren, maar de regels die opvoeders stellen zijn leidend. De Geweldloos Verzet-methodiek, het vierde ingrediënt van de werkwijze van de HIC Jongeren, geeft handvatten op welke wijze je je als betrokkene kunt verhouden tot het ongewenste gedrag van een ander. Anne: “Met behulp van deze methodiek kijken we heel kritisch welk gedrag dusdanig overschrij-
dend is dat verzet vanuit ons als hulpverleners en ouders noodzakelijk is. Als daarvan sprake is, is dat een reden voor gesprek waarbij de jongeren gevraagd wordt een oplossing aan te dragen.” Dat met de werkwijze van de HIC Jongeren de bijzondere mijlpaal van ‘de nul’ werd bereikt daar is het team trots op. Minstens zo relevant zijn daarnaast de ervaringen van jongeren en hun ouders. Een opname op de HIC Jongeren wordt door
Anne Pelzer: “Factoren die leidden tot een crisissituatie zijn de aanknopingspunten voor verandering en herstel.”
8
REINIER ZOMER 2021
de jongeren en ouders positief gewaardeerd, in het bijzonder het samenwerken, het normaliserende en het beroep doen op de gezonde kanten, met een gemiddelde van hoog tot zeer hoog.
A DO LE SCEN TEN
Tekst ilse van den Eeden
GGZ Oost Brabant en Herlaarhof bundelen diensten en expertise voor jongeren
Eerste High & Intensive Care voor adolescenten opende dit voorjaar haar deuren Sinds medio april kunnen jongeren én adolescenten met ernstige psychiatrische aandoeningen die dringend hulp nodig hebben voor acute zorg terecht bij één High & Intensive Care (HIC). De HIC omvat de (al bestaande) afdeling voor jongeren (7 bedden) onder verantwoordelijkheid van Herlaarhof én een nieuwe afdeling voor adolescenten (8 bedden) onder verantwoordelijkheid van GGZ Oost Brabant. De nieuw geopende HIC Adolescenten is gehuisvest op Zorgpark Voorburg, naast de HIC voor jongeren, in een gebouw dat eruit ziet als ‘gewone’ woning. Hierdoor kan qua expertise en diensten nauw worden samengewerkt. Met de toevoeging van de HIC voor adolescenten kunnen zowel GGZ Oost Brabant als Herlaarhof zorg bieden aan cliënten binnen de gehele opschalingsketen van ambulante naar klinische zorg, waarbij opgedane ervaringen, expertise en medische zorgkennis worden uitgewisseld. Aan dit unieke zorgaanbod is een gedegen voorbereidingstraject voorafgegaan met veel inzet van professionals van beide organisaties.
Jongeren en adolescenten voor wie een opname op de HIC is geïndiceerd, worden door de eigen behandelend psychiater/klinisch psycholoog of, buiten kantooruren, door een medewerker van de crisisdienst aangemeld bij de HIC. Een opname kan vrijwillig of gedwongen zijn. Daan Creemers, klinisch psycholoog en directeur behandelzaken Kind en Jeugd bij GGZ Oost Brabant: “We focussen op wat de jongere en zijn omgeving nodig hebben om thuis verder te kunnen. Contact en een gastvrije bejegening vormen de basis van deze aanpak.” Bestuurder Anne-Marie Schram van GGZ Oost Brabant sprak tijdens de, deels digitale, opening haar waardering uit: “Ik ben uitermate trots dat we dit samen hebben
gerealiseerd. Samen gaan we deze moeilijke, maar uitdagende en leuke doelgroep de beste zorg en behandeling bieden.” Tom van Mierlo, bestuurder van Reinier van Arkel en een van de grondleggers van de HIC-methodiek, bedankte alle medewerkers voor hun inzet: “Mijn waardering voor jullie inzet. Ik ben er trots op dat we de eerste HIC voor adolescenten in Nederland hebben. Afgelopen tijd hebben we met elkaar laten zien dat we - vanuit onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor goede zorg - dit kunnen.” Leven beter maken Wethouder Joost Hendriks was namens de gemeente Cuijk aanwezig bij de opening en wenste alle medewerkers veel succes en plezier. “Ik zie hier gemotiveerde, bevlogen mensen die elke dag naar eer en geweten het leven van jongeren een stukje beter proberen te maken. Dat neem ik mee uit deze bijeenkomst en dat is wat ik mijn collega’s in de regio ga vertellen.” De wethouder benadrukte hoe belangrijk het is dit soort successen te markeren: “Alleen dan komen we samen een stap verder.”
REINIER ZOMER 2021
9
JONG ER EN
Het gaat Niek goed! De nu 20-jarige Niek is een enthousiaste verteller, met ogen die sprankelen en een gulle lach. Hij rondt binnenkort zijn MBO-opleiding af en heeft zicht op een vaste baan bij zijn stagebedrijf waar hij kan starten met een HBO-opleiding. Niek is een echte aanpakker; in zijn vrije tijd organiseert hij feesten en partijen, is hij hovenier én werkt hij in de horeca. Hij woont thuis bij zijn ouders en heeft al langere tijd een lieve vriendin. Hoe anders stond zijn leven er een aantal jaren geleden nog voor. “Ik was 10 en in mijn gedrag naar anderen heel verlegen. Naar buiten toe leek ik blij, maar zo voelde ik mij van binnen niet. Ik had extreem veel last van faalangst, maar wist dit voor de buitenwereld verborgen te houden. Ik klampte me vast aan mijn moeder en het liefste liep ik weg voor mijn angsten, die mijn leven meer en meer overnamen. Het ging steeds slechter met me en een op-
10
REINIER ZOMER 2021
name op de kliniek van Herlaarhof was nodig. Een superheftige stap omdat ik mijn veilige thuisomgeving, vriendjes op de basisschool, echt alles achter moest laten.“ Malou Strijbosch was een van Nieks begeleiders op de groep waar Niek werd opgenomen. Zij heeft, net als alle andere begeleiders die hij na al die jaren nog bij naam kent, veel betekend voor Niek. Dat wil hij hen na al die jaren graag laten weten. Via social media zocht hij contact met Malou om haar te vertellen hoe goed het hem nu gaat. En niet alleen aan haar. Hij deelt zijn verhaal graag breder, om jongeren die zich in dezelfde situatie bevinden tot steun te zijn. “Social media laten het perfecte plaatje zien, van een leuke vriendengroep, er goed uitzien en een agenda boordevol leuke activiteiten. Je angsten en onzekerheid worden daar niet minder van. Weten dat er anderen zijn die hetzelfde hebben meegemaakt en je laten zien
dat het mogelijk is om een moeilijke periode achter je te laten, misschien wel.” Niek: ”De eerste week van de opname was ik door de nieuwe omgeving helemaal van slag. Weet je nog, Malou, dat ik zo angstig was dat jij me ’s nachts moest vasthouden?” Malou kan het zich nog goed herinneren: “In de behandeling staat dat ook echt voorop, zo duidelijk mogelijk hebben met elkaar hoe een opname, ook écht helpend kan zijn. Het draait om het bieden van een veilige omgeving waarbij we de ander het vertrouwen geven om zichzelf te laten zien en dat we er voor je zijn om je daarbij helpen.” Niek: “Ik leerde beetje bij beetje mijzelf te laten zien. Leerde ook dat het helpt om dingen te delen en dat praten een uitlaatklep kan zijn.” Dat praten over zijn angsten helpt Niek, omdat hij zo kan checken of de gedachten in zijn hoofd kloppen met het beeld dat anderen ervan hebben. Ook kreeg
Tekst Ilse van den Eeden
Foto Jolanda Ruijs - van Rossum
hij EMDR, een behandeling om los te komen van nare ervaringen waarin je vast blijft zitten. De angsten beheersen zijn leven al een tijd niet meer. “Natuurlijk slaap ik nog weleens slecht voor een examen of iets anders waar ik me druk om maak. Maar ik weet nu hoe ik daarmee moet omgaan. Op Herlaarhof en in de jaren daarna heb ik geleerd met mijn problemen te dealen. Erop terugkijkend kan ik echt zeggen dat het me sterker heeft gemaakt en dat ik het maximale uit het leven wil halen. Door mijn verhaal te vertellen, hoop ik ook anderen kracht te geven. Mijn ervaring laat zien dat ook als het leven uitzichtloos en donker lijkt, je vertrouwen moet hebben dat die periode voorbij kan gaan door steun te zoeken bij iemand bij wie je je veilig en begrepen voelt.”
REINIER ZOMER 2021
11
JONG ER EN
Ruimte maken voor herstel en een gezonde ontwikkeling Naast het reguliere aanbod voor traumabehandeling bij Herlaarhof, bestaat sinds augustus 2020 ook de mogelijkheid voor jeugdige cliënten individueel een kortdurend intensief programma te doorlopen: Intensieve Traumabehandeling of kortweg ITB. Opvallend is dat dit programma midden in de coronatijd tot stand is gekomen. Desirée Florisson en Judith de Vroomen, beiden traumabehandelaren, stonden samen aan de wieg van de ITB bij Herlaarhof. Reinier ging met hen in gesprek over dit nieuwe behandelaanbod.
12
REINIER ZOMER 2021
Tekst Marjo Roes
Foto Jolanda Ruijs - van Rossum
Desirée: “We hebben de ITB ontwikkeld voor kinderen en jongeren die meerdere ingrijpende gebeurtenissen hebben meegemaakt en hierdoor last hebben van posttraumatische stress klachten, en bij wie eerdere behandeling hiervoor onvoldoende geholpen heeft. Zij hebben bijvoorbeeld last van herbelevingen, schrikachtigheid, stemmingswisselingen, negatieve gedachten en het uit de weg gaan van nare herinneringen. Het doel van de ITB is het doorbreken van de vermijding aan herinneringen en prikkels die aan het trauma doen denken.” Bij jongeren die zich met een veelheid aan klachten melden in de hulpverlening, bestaat het risico dat PTSS (klachten) onbedoeld over het hoofd worden gezien. De traumabehandeling blijft dan achterwege. Judith vult aan: “Het is van belang dat we alert blijven op mogelijke psychotrauma bij jongeren. Een goede indicatiestelling is heel belangrijk. Als de PTSS voldoende is behandeld, kunnen andere klachten, zoals verdriet, woede of interpersoonlijke problemen ook beter behandeld worden en een plek krijgen. Dit geeft ruimte aan het werken aan een gezonde (persoonlijkheids)ontwikkeling.” In principe komt iedereen met PTSSklachten in aanmerking voor deze behandelmodule. In de praktijk zien we echter dat de ITB heel goed kan werken voor jongeren bij wie eerdere traumabehandeling onvoldoende geholpen heeft en juist ook bij jongeren die ernstige en uiteenlopende klachten ervaren. SITT – ITB “Het grootste deel van de jongeren die bij ons in behandeling komt, heeft te maken gehad met huiselijk geweld en seksueel misbruik. Daarnaast is het geen uitzondering dat ook een ouder of ander gezinslid voor traumabehandeling in aanmerking komt. We werken altijd met en in het systeem, en zoeken hierin de samenwerking op met andere (interne of externe) partijen. Zo hebben we voor een jongedame die bij ons aangemeld werd voor ITB, haar moeder naar de Specialistisch Intensieve Traumatherapie (SITT) bij het psychotraumacentrum doorverwezen, zodat eerst
moeder bij het SITT, en daarna dochter bij ons behandeling volgt. Met gezamenlijke afstemming en systeemgesprekken”, vertelt Desirée. Vertrouwen in de kracht van jongeren “De module ITB is altijd een onderdeel van een grotere behandeling en fungeert als
stel vindt altijd plaats in de context van het systeem van ouders, familie en belangrijke anderen. Het is daarom zo belangrijk dat de jongere zich door hen gesteund voelt. Onze ervaring is dat het effect het grootst is als het ingebed is in een lopende behandeling en in het systeem.”
De parallellen tussen SITT en ITB zijn
en te leren hoe zij hier het beste mee
duidelijk. De opzet van de SITT, een
kunnen omgaan. In principe vindt de
meerdaags (intern) intensief behandel-
behandeling plaats op de polikliniek. In
traject voor traumatherapie voor volwas-
de praktijk zien we dat circa 50% van de
senen, heeft dezelfde grondgedachte
jongeren kiest voor een klinische opname
als de ITB. De praktische uitvoering is
tijdens de twee intensieve weken. Die
verschillend.
mogelijkheid is er.
De ITB-behandeling bij Herlaarhof
In de vierde week wordt de behandeling
duurt vier weken. De eerste week is de
afgerond door middel van het opstellen
voorbereidingsweek. Tijdens de tweede
van het eigen verhaal met de jongeren
en derde week krijgen jongeren individu-
en een bijeenkomst waarin de jongeren
eel intensieve behandelingen gedurende
delen van zijn of haar traumaverhaal en
drie dagen per week. Het gaat dan om
herstel deelt met belangrijke anderen.
psycho-educatie, EMDR, imaginaire en in vivo exposure, vaktherapie (PMT en beel-
Om te kijken in hoeverre de behandeling
dende therapie) en activiteiten gericht op
heeft gewerkt op klachtenniveau, vindt
lichaamsbeweging.
er een maand na de afronding van de behandeling een interview plaats met de
Ook ouders krijgen ondersteuning om de
jongere over zijn of haar PTSS-klachten.
klachten van hun kind beter te begrijpen
een soort kanonskogel”, vertelt Judith. “In een relatief korte tijd werken we intensief met cliënten aan hun traumaproblematiek. We proberen alles uit de kast te halen om de vermijding te doorbreken. We dagen de jongeren uit zonder dat ze daarbij over hun grenzen gaan. Over hun grenzen gaan, dat hebben ze al genoeg meegemaakt. Het sleutelwoord in dit herstelproces is motivatie. Als jongeren zelf inzien dat ze er echt iets aan willen doen, gebeurt dat ook. We moeten vertrouwen hebben in de kracht van jongeren. En her-
Bovenregionaal team Desirée: “Het afgelopen jaar hebben we ongeveer 16 cliënten met de classificatie PTSS in behandeling gehad, van wie 3 extern. Het betreft een bovenregionaal aanbod, van Amersfoort tot Leiden, van Eindhoven tot Zutphen komen aanmeldingen binnen. Het landelijk ITB-aanbod voor jeugdigen is nog beperkt, maar wel in opkomst gelukkig! Recent hebben we een ITB-traject uitgevoerd binnen de setting van gesloten jeugdzorg op een locatie in het oosten van het land. Het is mooi en
REINIER ZOMER 2021
13
JONG ER EN
>> Ruimte maken voor herstel
waardevol te ervaren hoe goed we hierin hebben kunnen samenwerken met de collega’s binnen de jeugdzorginstelling, sectoroverstijgend. Omdat de wachtlijsten bij ons oplopen zijn we bezig met het uitwerken van verschillende toekomstscenario’s.” Het team bestaat momenteel uit 12 collega’s: traumatherapeuten (GZ-psychologen/ psychotherapeut/ klinisch psycholoog i.o.), ambulant begeleiders, vaktherapeuten psychomotorische en beeldende therapie, systeemtherapeut, zorgadministratief medewerkers voor de ingewikkelde logistiek en een psychiater. Ze besluiten: “We zijn er trots op hoe ons team dit heeft opgezet en het draagt. Doordat we allemaal vanuit onze eigen teams de expertise meebrengen naar het ITB-team, leren we veel van elkaar en gaat hiermee het collectieve niveau omhoog.” In het EMDR-magazine van april 2021 is een artikel gepubliceerd van een casusbeschrijving.
14
REINIER ZOMER 2021
Graag hadden we als ITB-team in zijn geheel op de foto gestaan, want we dragen een behandeling samen. Maar groepsfoto’s in coronatijd zijn lastig. Daarom hebben we jongeren gevraagd om een foto-idee. Jesse stuurde een reactie; hij maakte een ontwerp waarin hij met touwen zijn herstel symboliseert. Jesse is bijna 18 jaar als hij deelneemt aan de intensieve traumabehandeling van Herlaarhof. Een maand geleden heeft hij met enorme kracht, lef en doorzettingsvermogen het ITB-traject afgerond. De sterke vermijding die hij over (en door) zijn trauma had opgebouwd is doorbroken en de verwerking van zijn trauma(s) komen op gang. “Ik ben wél behandelbaar”, zegt hij met een lange zucht. “Eerst wordt de jongere geholpen om de touwtjes in handen te nemen. Maar nu, na de ITB, heeft de jongere zelf de touwen in handen. Hij staat in het midden van zijn behandeling. Hij houdt vier touwen vast. En tegelijkertijd ondersteunen de therapeuten hem in de behandeling door de touwen vast te houden. Alle vier de touwen zijn representatief voor een onderdeel van de intensieve behandeling. De imaginaire exposure, de EMDR, de PMT en ook het voortraject met een schematherapeutische insteek.”
Tekst Nicole van de Gevel
Een onderzoek van Universiteit Utrecht en Reinier van Arkel in samenwerking met GGD Hart voor Brabant en Koning Willem I College (1)
Ontwikkeling van jongeren tijdens de coronacrisis Veertig procent van de jongeren tussen 16 en 23 jaar zit in een extra kwetsbare situatie vanwege corona. Dit is een eerste uitkomst van het onderzoek dat Universiteit Utrecht (UU) en Reinier van Arkel (RvA) doen naar de gevolgen van coronamaatregelen bij jongeren. Een gesprek met Odilia Laceulle (hoofdonderzoeker UU), Leanne van Est en Paul van der Heijden (RvA) (2). In het afgelopen jaar is weinig aandacht geweest voor de jongeren van middelbare scholen, ROC’s, HBO’s en universiteiten. Zij zijn meestal veerkrachtig, jong en gezond. Maar wat zijn de consequenties als zij een jaar lang niet de dingen kunnen doen die zij normaal doen? Hun leven staat ‘on hold’, terwijl dit een levensfase is waarin heel veel gebeurt. Ze maken belangrijke ontwikkelingen door op het gebied van het zelfstandig worden, uit huis gaan, hechte vriendschappen en romantische relaties aangaan. “Het is aannemelijk dat het ‘in de wacht staan’ niet bevorderlijk is voor hun ontwikkeling naar het volwassen worden”, vertelt Odilia Laceulle. “In dit onderzoek brengen we in kaart wat de invloed van de coronamaatregelen is op de psychosociale en emotionele ontwikkeling van jongeren.
Ongeveer 1000 jongeren hebben via ROC Koning Willem I college, GGD Hart voor Brabant, Universiteit Utrecht en Reinier van Arkel een online vragenlijst ingevuld. Omdat deze groep zo groot is, kunnen we kleine verschillen meten. Zo hopen we een goed beeld te krijgen van de invloed van de maatregelen op hen. Jongeren met wie het doorgaans goed gaat maar zeker ook jongeren die door persoonlijke of contextuele omstandigheden kwetsbaarder zijn.”
Paul van der Heijden: “Het was echt geweldig om te ervaren hoe snel en enthousiast iedereen reageerde op ons voorstel voor samenwerking op dit thema. Binnen een week hadden we een afspraak met het bestuur van het Koning Willem l College waar we heel snel, gedegen en prettig hebben samengewerkt. Ook de samenwerking met de GGD was inspirerend. Zij hebben inhoudelijk en organisatorisch veel betekend. Soms heb je van die projecten dat alles mooi samenkomt en dat het opstijgt.”
REINIER ZOMER 2021
15
A DO LE SCEN TEN
>> Ontwikkeling van jongeren tijdens de coronacrisis
De Nationale wetenschapsagenda Parallel aan dit onderzoek liep het initiatief van de Nationale Wetenschapsagenda (2). Premier Rutte riep tijdens een persconferentie in mei 2020 jongeren op actief mee te denken over de toekomst van het land tijdens en na corona. De Nationale Wetenschapsagenda greep deze oproep aan om een challenge te organiseren voor jongeren. Jongeren dienden allerlei onderzoeksvragen in en uiteindelijk is de vraag van Manon* meegenomen in dit onderzoek: ‘Wat is de impact van de coronamaatregelen op kwetsbare jongeren?’ Kwetsbare jongeren Wat zijn ‘kwetsbare jongeren’? Door de ideeën van Manon kwamen we uit op een veel bredere definitie. Haar stelling is dat je naar kwetsbaarheid moet kijken zoals jongeren dat zelf zien: “als zij zichzelf kwetsbaar vinden dan is dat zo”. Hierdoor kwamen we tot de volgende afbakening van de doelgroep: jongeren met een somatische of psychische kwetsbaarheid of jongeren die samenwonen met een huisgenoot die extra risico loopt vanwege corona.
16
REINIER ZOMER 2021
Kwetsbaarheid van de context Naast de kwetsbaarheid van jongeren hebben wij naar de kwetsbaarheid van de context gekeken. Bijvoorbeeld of een gezin chaotisch is. Jongeren die opgroeien in een chaotisch gezin hebben het vaak moeilijker. Tijdens de lockdown speelde dit natuurlijk extra; je was meer op je huis en gezin aangewezen en zat vaak noodgedwongen dichter op elkaar. Er is ook gekeken naar de bredere context. Bijvoorbeeld: uit wat voor buurt kom je. Als je de lockdown kon doorbrengen in je zwembad in het Gooi is dat nogal wat anders dan in een gezin met 11 kinderen in een flat op drie hoog achter. Deze gegevens zijn via het CBS verkregen. De eerste resultaten Eind april is het manifest van de Nationale Wetenschapsagenda (3) overhandigd aan Rutte. We zien dat vier op de tien jongeren in een extra kwetsbare situatie zitten, vooral vanwege huisgenoten die extra risico lopen. Vaak zijn dit de ouders van de jongere die zelf fysiek kwetsbaar zijn of een
baan hebben waarvoor zij extra voorzichtig moeten zijn. Al deze jongeren hebben meer last van angst, sociale problemen en gebrek aan privacy. Zelf of vanwege huisgenoten die een risico lopen. Deze laatste groep is behoorlijke groot. Het wonen met kwetsbare huisgenoten heeft veel impact. Bovenstaande resultaten gaan over de grote groep jongeren. De resultaten onder jongeren van Reinier van Arkel volgen later. We zien nu al wel dat jongeren met psychische klachten meer last hebben van de maatregelen. Wat adviseer je deze jongeren? Zij moeten zich niet generen als zij klachten hebben. Ga ermee naar de huisarts en zoek hulp. Er zijn plekken waar zij met hun zorgen en vragen terechtkunnen. Het is belangrijk dat huisartsen en andere verwijzers goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden op het gebied van zorg en behandeling. Jongeren die doorverwezen worden naar de ggz moeten doorgaans lang wachten. Maar er zijn laagdrempelige alternatieven waarvan zij direct gebruik kunnen maken. Het een sluit het andere niet uit.
“Laat jongeren veel eerder meedenken in wat zij nodig hebben”
Een voorbeeld van laagdrempelige zorg is ‘de alles oké supportline’. Jongeren kunnen bellen en chatten en hun zorgen bespreken met iemand die ervoor getraind is.
voor jongeren in het algemeen en kwetsbare jongeren in het bijzonder. Daarnaast moeten we jongeren veel meer betrekken bij dit soort onderzoek en bij het gesprek op maatschappelijk gebied. Het is belangrijk jongeren zelf te vragen naar hun eigen mening, want zij zijn expert. Ze moeten daar een stem in hebben en het is belangrijk dat zij gehoord worden. Wat hebben zij nodig om goed te functioneren?
Aandacht voor jongeren Er is weinig aandacht geweest voor deze groep jongeren in het afgelopen jaar. En dat is gek als je naar deze onderzoeksresultaten kijkt. Er moet meer aandacht zijn
Ontwikkeling van jongeren tijdens de coronacrisis
GGD Hart voor Brabant, Reinier van Arkel en Universiteit Utrecht, oktober 2020
algemene gezondheid 4% 40%
heeft zelf het coronavirus (gehad)
is zelf kwetsbaar
38%
heeft een familielid of vriend(in) die het coronavirus (gehad) heeft
of heeft een huisgenoot die kwetsbaar is
tijdens de eerste lockdown 45%
64%
ervaarde te weinig privacy
kreeg voldoende steun van mensen die belangrijk zijn
In hoeverre lukte het jongeren om de volgende dingen te doen schoolopdrachten
41%
werken
33%
sporten
54%
hobby's
42%
uitstapjes
83%
slechter
28%
14%
30% 15% 30%
16%
13%
18%
20%
9% 7%
hetzelfde
beter
Wist-je-dat 51% van de jongeren het contact met zijn/haar vrienden slechter vond tijdens de eerste lockdown? Wel ervaarden 21% van de jongeren juist beter contact met de mensen waarmee ze op dat moment samenwoonden.
17%
22%
8%
nvt of onbekend
na de eerste lockdown In hoeverre lukte het jongeren om de volgende dingen te doen schoolopdrachten Wist-je-dat Jongeren die kwetsbaar waren aangaven dat werken na de eerste lockdown beter ging dan jongeren die niet kwetsbaar waren?
24%
43%
werken
10% 44%
sporten
14%
34%
hobby's
14%
47%
uitstapjes
28%
slechter
19%
14%
33% 36%
14% 16%
30% 29%
hetzelfde
Is het gedrag van jongeren risicovol? Er wordt vaak met de vinger gewezen naar jongeren. Zij zouden zich te weinig aan de maatregelen houden en daarmee forse verspreiders van corona zijn. Odilia: “We hebben dit onderzocht en eigenlijk valt dit heel erg mee. Meer dan de helft van de jongeren geeft aan zich bijna altijd aan de regels te houden. Van de jongeren die in een kwetsbare situatie zitten is dat nog een stuk meer. Je ziet in het nieuws alleen de jongeren die zich níet aan de regels houden, die bijvoorbeeld illegale feestjes houden of met te veel mensen bier drinken in het park. Niet de jongeren die zich aan de maatregelen houden. Natuurlijk zien we in de cijfers dat het bij jongeren een risico is dat ze samen gaan zitten en het daarmee verspreiden, maar dat doet geen recht aan jongeren die zich wel aan de regels houden.”
34%
beter
nvt of onbekend
9% 9%
Hoe ziet de toekomst eruit? “Deze generatie wordt ook wel de generatie ‘lockdown’ genoemd. Soms zelfs de verloren generatie. Dat laatste geloof ik echt niet. De situatie is wel ernstig, heeft veel impact en kan soms ook ernstige gevolgen hebben. Het is belangrijk dat te erkennen. Maar ik denk zeker dat deze jongeren er weer uit kunnen komen. Dat zij, als zij weer de ruimte hebben, eventuele achterstanden kunnen inhalen of compenseren.” 1. D it onderzoek werd mogelijk door een unieke samenwerking van de Universiteit Utrecht, Reinier van Arkel, het Koning Willem I College en de GGD Hart voor Brabant. Universiteit Utrecht heeft het onderzoek gefinancierd. 2. Odilia Laceulle, hoofdonderzoeker, universitair hoofddocent, afdeling ontwikkelingspsychologie, Universiteit Utrecht Paul van der Heijden, klinisch psycholoog, psychotherapeut, P-opleider, Reinier van Arkel Leanne van Hest, GZ-psycholoog in opleiding, Reinier van Arkel 3. https://wetenschapsagenda.nl Manifest: https://www.canva.com/design/ DAEc9nt-fsY/view
* Vanwege de privacy is deze naam gefingeerd.
REINIER ZOMER 2021
17
INZICHT
FACT-team regio Noord gecertificeerd Na een jaar hard werken heeft het FACT-team regio Noord het CCAF-keurmerk behaald, met het mooie resultaat van een 8,7! “Ons uitgangspunt herstelgericht werken met de cliënt staat centraal in onze visie en de betrokkenheid en bevlogenheid van ons team werden gezien door het CCAF, ons cliëntenpanel en netwerkpartners. Met enthousiasme en hart voor herstel hebben wij als team een mooie basis gelegd voor de kwaliteit van zorg voor onze cliënten. We gaan op deze voet verder de komende periode en we blijven ons verder ontwikkelen.”
Plein Sportief
Robert Derksen benoemd als lid Raad van Bestuur
MOVE Vught hield samen met Zuiderbos en het Sportloket van Reinier van Arkel op woensdagmiddag 30 juni een naschools beweeg-/sportdag genaamd 'Plein Sportief'. Op Zorgpark Voorburg konden kinderen van Zuiderbos en Herlaarhof deelnemen aan verschillende activiteiten zoals: skaten, longboards, handboogschieten, katapult mikken, kickbokstechnieken, discgolf en nog veel meer. “Het ging eigenlijk erg goed”, vertelt Tim Quik van het Sportloket. “In verband met het weer zijn we naar binnen gegaan. Er waren zeventien kinderen van het speciaal onderwijs (SO) die zich hebben vermaakt in de gymzaal van het Zuiderbos. En nog eens zeventien kinderen van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) gebruikten de gymzaal van het PMT-gebouw op het zorgpark. Iedereen had er veel plezier in en als pilot is dit geslaagd. In juli gaan we kijken hoe we verder gaan!”
Robert Derksen is met ingang van 1 oktober 2021 door de Raad van Toezicht benoemd als lid Raad van Bestuur van de Reinier van Arkel groep. Robert Derksen (42 jaar) is sinds 2017 werkzaam bij GGz Breburg als directeur bedrijfsvoering en had daarvoor vergelijkbare functies in de ouderenzorg. Het op een Rijnlandse wijze organiseren van de zorg vormt een rode draad in zijn loopbaan. De komende maanden rondt hij zijn werkzaamheden voor GGz Breburg af en bereidt hij zich voor op zijn overstap naar de Reinier van Arkel groep. Zijn primaire aandachtsgebied binnen de collegiale Raad van Bestuur wordt de bedrijfsvoering. Tot 1 oktober a.s. blijft interim-bestuurder Daan Boot samen met Tom van Mierlo de Raad van Bestuur vormen. “De overstap naar de Reinier van Arkel groep biedt mij een mooie kans en uitdaging. Samen met mijn nieuwe collega’s wil ik, met oog voor het eigenaarschap van de professionals, graag verder bouwen aan het in samenhang en verbinding werken aan herstel voor mensen met een psychische aandoening. Een gezonde bedrijfsvoering is daarbij voorwaardelijk voor het realiseren van de ambities van de Reinier van Arkel groep”, aldus Robert over zijn overstap naar de Reinier van Arkel groep. Met de overstap van Eddy van Doorn naar Pluryn is Tom van Mierlo door de Raad van Toezicht benoemd tot voorzitter van de Raad van Bestuur. De benoeming onderstreept dat we als Reinier van Arkel groep de zorginhoud, ook in de besturing, vóórop willen stellen, in aansluiting op onze meerjarenvisie en besturingsfilosofie. Uitgangspunt blijft een collegiaal bestuur waarbij beide bestuurders gelijkwaardig en samen bevoegd zijn en sprake is van collegialiteit en een hechte en wederkerige samenwerking.
18
REINIER ZOMER 2021
Tijdens de nationale sportweek organiseert het Sportloket van Reinier van Arkel de
20 -24 september 2021
Met dagelijks activiteiten voor cliënten, vrijwilligers en medewerkers van Reinier van Arkel.
www.reiniervanarkel.nl/sportenbeweegweek De sport- en beweegweek is tot stand gekomen in samenwerking met Move, Me-Move, Novadic Kentron, Zwaluw V.F.C., Reinier van Arkel, Vrienden van Reinier van Arkel, Uniek Sporten, Vught beweegt, Sportclub Prins Hendrik, Lifegoals, CZ Verwenzorgprijs en Sportloket RvA VRIENDEN VAN
REINIER
SPORTLOKET
REINIER VAN ARKEL
Tanja Dankers volgt Connie Tabor op als SPORTLOKET OLIEBOLLENVELDLOOP directeur Ypse
SPORTLOKET
Mark Schellekens directeur SPORTLOKET SPORTLOKET algemene zaken Reinier+ FITNESS GROEP WANDELCLUB
Met ingang van januari jl. heeft Tanja Dankers het directeurschap van Ypse overgenomen van Connie Tabor. Tanja Dankers maakt deze overstap na ruim tien jaar diverse functies te SPORTLOKET SPORTLOKET GYMSPIRATIE hebben bekleed, waarvan de laatste vijf jaar CLINICS als manager bij Reinier+ en projectleider van project 'toekomstbestendig behandelproces'. Tanja: “Met enthousiasme ga ik aan de slag om samen met de zorgprofessionals voort te bouwen aan de mooie organisatie die er nu staat. Hierbij ligt mijn focus op de bredere regionale inbedding van de generalistische basis-ggz en preventieaanbod van Ypse en op het vormgeven aan innovaties passend bij het expertisegebied van Ypse. Mijn kennis van en ervaring bij Reinier van Arkel neem ik mee. Die dragen bij aan het versterken van de onderlinge verbinding.” Connie Tabor stond aan de wieg van Ypse en heeft, samen met de medewerkers, Ypse weten te positioneren tot een gevestigde naam als het gaat om de generalistische basis-ggz en preventie in Den Bosch en in de regio. Na bijna 7 jaar treedt zij terug als directeur. Connie blijft verbonden aan Reinier van Arkel als projectadviseur onder de Raad van Bestuur.
Op 1 september aanstaande start Mark Schellekens (48 jaar) als directeur algemeneSPORTLOKET zaBEWEEGSTIJL ken bij Reinier+. Mark werkt sinds 2018 als directeur bedrijfsvoering bij Emergis, ggz-organisatie in de provincie Zeeland. Daarvoor heeft hij verschillende managementfuncties gehad bij algemene ziekenhuizen. Hij heeft Beleid en Management Gezondheidszorg gestudeerd en de MBA Health gedaan aan het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur.
REINIER ZOMER 2021
19
INZICHT
Scriptie HBO-V van Demi van den Broek gewaardeerd met een 10 Demi van den Broek voerde voor haar opleiding HBO-verpleegkunde aan Avans ’s-Hertogenbosch een onderzoek uit binnen het centrum Ouderen- en Ziekenhuispsychiatrie (COZ) over een wel heel actueel onderwerp: de ervaringen van verpleegkundigen van afdeling ‘1 en 2 volwassenen’ met het werk tijdens de COVID-19 pandemie. Haar scriptie met als titel ‘Geraakt door de COVID-19 pandemie’ is door de opleiding beoordeeld met een 10! Na haar afstuderen blijft Demi werkzaam bij Reinier van Arkel op het COZ; een werkplek die zij als student al goed heeft leren kennen en waar ze nu als beginnend HBO-verpleegkundige met plezier fulltime aan de slag gaat. Onderzoeksresultaten Voor haar onderzoek sprak ze o.a. uitgebreid met 9 verpleegkundigen. De onderzoeksgroep voelde zich door de COVID-19 pandemie beperkt in hun werk. De complexiteit van de cliëntenpopulatie werd door de meeste verpleegkundigen als hoger ervaren. Verpleegkundigen gaven aan dat de kwaliteit en continuïteit van zorg is afgenomen. Dit komt door onder andere ziekte van personeel, het openen van de COVID-19-unit, het
20
REINIER ZOMER 2021
moeilijker kunnen doorverwijzen van cliënten, het werken met invalkrachten en extra taken. De uitkomst van dit onderzoek heeft zowel overeenkomsten als verschillen met de literatuur. De overeenkomsten zijn: de hoge werkdruk, de stress onder verpleegkundigen, de moeite die het kost goed in contact te blijven met cliënten in combinatie met het naleven van de COVID-19 protocollen, lagere motivatie voor het beroep verpleegkundige en het ondervinden dat de cliëntenpopulatie kwetsbaar is voor de effecten van COVID-19. Verschillen zijn dat in literatuur vaker gesproken wordt over burn-out, depressieve symptomen en slapeloosheid bij verpleegkundigen. Deze punten zijn (gelukkig) niet gevonden onder de verpleegkundigen van COZ. Aanbevelingen Naar aanleiding van haar praktijkonderzoek formuleerde Demi een aantal aanbevelingen. Zoals het aanstellen van een verpleegkundig coördinator die randzaken zou kunnen overnemen van de verpleegkundigen en ‘oog en oor’ kan hebben voor de verpleegkundigen in ventilerende gesprekken. Deze coördinator zou daarnaast een schakel vor-
men tussen zorgpersoneel en management wat de communicatie ten goede zou komen. Het instellen van een pool met vaste, en daardoor met de afdeling en doelgroep bekende, invalkrachten vormde een tweede aanbeveling. In haar onderzoeksverslag deed Demi tot slot de aanbeveling zorg te dragen voor bijscholing over corona voor verpleegkundigen niet alleen zodat zij op de hoogte zijn van de actuele kennis en inzichten maar ook omdat bijscholing bijdraagt aan het verbreden van specialisatie, kennisverbreding en zelfontplooiing. De bevindingen en aanbevelingen zijn gedeeld met het verpleegkundig team en met de teammanager.
10!
Jubileum Familie- en Betrokkenenraad (FBR) De FBR bestaat 10 jaar! Dit wordt gevierd op 11 september en op 24 september 2021. Op 11 september organiseert de FBR een feestelijke dag op Zorgpark Voorburg. Vanaf 11.00 tot 17.00 uur zijn cliënten, familie en betrokkenen, medewerkers en bezoekers welkom om mee te genieten van de verschillende feestelijke activiteiten. Jeu de boules, een proeverij, fototentoonstelling, muziek en gedichten voordragen zijn slechts enkele voorbeelden van wat je kan verwachten op deze dag. Op 24 september organiseert de FBR een congres; ‘Herstellen doe je samen’. Er wordt een inkijkje gegeven in het ontstaan en de geschiedenis van de FBR bij Reinier van Arkel en er worden verschillende lezingen gegeven. Van beide activiteiten volgt nog een officieel programma. Meer informatie kun je opvragen bij fbr@reiniervanarkel.nl
Joke Zwanikken-Leenders 60 jaar verbonden met Reinier van Arkel Op 1 maart 2021 was het precies 60 jaar geleden dat Joke Zwanikken-Leenders, grondlegger en nog altijd DE ambassadeur van de Verwenzorg, haar carrière begon bij Reinier van Arkel. Om Joke in het zonnetje te zetten werd samen met verwenzorgambassadeurs een kaartenactie opgezet. Uit het hele land en vanuit Reinier van Arkel werd massaal gehoor gegeven aan de oproep Joke een kaartje te sturen. Joke werd, onder het mom van een lunch-overleg, nietsvermoedend naar Villa Voorburg gelokt en daar verrast met mooie woorden van Tom van Mierlo en aanwezigheid van Willeke Alberti, inmiddels een vriendin van Joke. Om de diamanten band van Reinier van Arkel en Joke te vieren bakte Team voeding samen met cliënten een speciaal kersen-Arkeltje voor ongeveer 700 cliënten.
Socialrun 2021
Team Reinier van Arkel neemt voor het vierde jaar deel aan Socialrun. Dit jaar vindt de non-stop-estafetteloop plaats van vrijdag 17 tot en met zondag 19 september. Het team wil zo veel mogelijk geld ophalen voor het goede doel: meedoen in de maatschappij en openheid over een psychische aandoening mogelijk maken, want helaas is dat nog niet vanzelfsprekend. Zo kunnen jaarlijks projecten worden ondersteund die bijdragen aan sociale inclusie en begrip rondom psychische aandoeningen. Zoek een bedrag uit en steun team Reinier van Arkel via www.socialrun.nl/socialrun-2021/teams/teamreinier-van-arkel/
Open monumentendag Ook dit jaar opent Reinier van Arkel er weer haar deuren, tijdens de 35e landelijke editie van de Open Monumentendag op zaterdag 11 september. Onze hoofdlocatie aan de Bethaniestraat 2 is deze dag geopend voor belangstellenden; groot én klein. Kom langs en maak kennis met het verleden van de oudste instelling voor geestelijke gezondheidszorg in Nederland dat teruggaat tot het jaar 1442. Neem een kijkje in ons museum ‘De Zolders van Reinier’, het Wilhelmina-toilet speciaal vervaardigd voor een bezoek van koningin Wilhelmina en de prachtige binnentuinen.
REINIER ZOMER 2021
21
Nieuwbouw Hostel Zuiderparkweg bereikt hoogste punt Aan de Zuiderparkweg in Den Bosch Zuid wordt gebouwd aan een woon-zorgcomplex met een hostelfunctie en een gebouw met sociale huurwoningen. Woningcorporatie Zayaz, zorginstelling Reinier van Arkel, Novadic-Kentron en de gemeente 's-Hertogenbosch voeren dit samen uit. De nieuwbouw heeft in juni jl. het hoogste punt bereikt, zowel van het hostel als van het gebouw met de 20 appartementen. Het metselwerk is inmiddels in volle gang. Leuk detail: in het metselwerk zitten nestkasten voor de huismus en gierzwaluw. Het is voor deze vogels moeilijk goede huisvesting te vinden in de stad, zo helpen we de dieren dus echt! In totaal komen er 35 nestkasten in de gebouwen. De totale bouwtijd, gestart eind 2020, wordt geschat op een jaar. Door het natte voorjaar loopt de bouw iets achter op planning, gehoopt wordt echter deze vertraging weer in te lopen wanneer het gebouw wind- en waterdicht is.
22
REINIER ZOMER 2021
In mei jl. is een projectgroep gestart met de voorbereidingen op de zorg die in het hostel geboden gaat worden aan de bewoners. De projectgroep bestaat uit medewerkers van Reinier van Arkel en Novadic-Kentron. Zij houden zich in verschillende werkgroepen bezig met o.a. de
vorming van het zorgteam, de concrete invulling van de behandeling en begeleiding die geboden gaan worden en de inrichting van het hostel. Arianne van Hoorn, teammanager van het toekomstige hostel, houdt de beheergroep op de hoogte van de voortgang van deze projectgroep.
Tekst Ilse van den Eeden
Hostel gaat naam 'het Zwanenhuis' dragen
Veel zorglocaties van Reinier van Arkel hebben niet alleen een naam die verwijst naar de straat waarin ze zijn gevestigd maar hebben daarnaast nóg een naam. Het hostel dat momenteel wordt gebouwd aan de Zuiderparkweg zal de naam ‘het Zwanenhuis’ gaan dragen. Met deze naam willen we een postuum eerbetoon brengen aan Goos Zwanikken († 2017), oud geneesheer-directeur van Reinier van Arkel en emeritus hoogleraar psychiatrie en bovenal beschermheer van cliënten die hun leven lang hinder ondervinden als gevolg van psychische aandoeningen. Mensen die, volgens hem, door de maatschappij nog altijd worden gezien als tweederangs burger en waar we met elkaar nog
een weg hebben af te leggen als het gaat om het streven naar volwaardig burgerschap. Met de naam ‘het Zwanenhuis’ verwijzen we net als de Lieve Vrouwe Broederschap, de Zwanenbroeders, naar verbondenheid met de ander, vanuit het besef dat een ander mens net zo wezenlijk is als wijzelf. Deze betekenis van het woord broederschap sluit aan bij de visie van het hostel Zuiderparkweg waarbij we streven naar inclusie en verankering in het sociale en maatschappelijke leven. Het verblijf in het hostel zorgt voor stabiliteit door een eigen appartement en herstelgerichte zorg en behandeling. Het hostel biedt een thuis aan de bewoners, een veilige haven.
De naam ‘het Zwanenhuis’ draagt tot slot een verwijzing naar zwanen in zich. Zwanen vinden we imposant en krachtig, maar toch houden we ze vaak het liefste op afstand. Ze hebben hun imago niet helemaal mee vanwege hun vaak agressieve reactie als je hen nadert in de tijd dat ze nestelen en broeden. Parallellen naar de doelgroep van mensen met een verslaving in combinatie met een psychische aandoening zijn eenvoudig te trekken. Terwijl wanneer we ook hier uitgaan van de kracht van mensen en het herstelvermogen waar iedereen over beschikt, mensen tot rust én groei zien komen.
REINIER ZOMER 2021
23
NIEUWS John Lelieveld, voorzitter familie- en betrokkenenraad:
We moeten zuinig zijn op
familie en naaste
Een mijlpaal voor de familie- en betrokkenenraad (FBR) van Reinier van Arkel: in 2021 bestaat dit medezeggenschapsorgaan 10 jaar. Dit jubileum wordt op 11 september gevierd. Reinier sprak met de nieuwe voorzitter van de FBR, John Lelieveld, over zijn rol bij de FBR en wat we de komende jaren kunnen verwachten van de raad.
en
John Lelieveld is 60 jaar en heeft altijd als ICT’er bij commerciële bedrijven gewerkt. Maar hij is geen vreemde bij Reinier van Arkel. Doordat zijn vrouw onder behandeling kwam bij Reinier heeft hij van dichtbij meegemaakt hoe je als naaste wel of niet betrokken bent bij de behandeling en wat dit met je doet. Daarnaast doet hij vrijwilligerswerk bij het Repair Café op Zorgpark Voorburg en bij team Voeding wanneer er extra handen nodig zijn. John: “Ik ben op deze manier bij Reinier van Arkel naar binnen gestruikeld en kreeg te maken met een voor mij geheel andere cultuur dan ik kende uit het bedrijfsleven. Zonder dit te kwalificeren was ik gewend aan het kwaliteitsdenken en de efficiency wat in het bedrijfsleven ver doorgevoerd is. Daar komt vandaan dat ik resultaatgericht ben. Ik vind het belangrijk dat je resultaten kunt laten zien, ook al ben je in de ggz inspanningsgericht bezig.”
Tekst Erik Welten Foto Evelien Gerrits
Nieuwe energie “Op het nieuwjaarsfeest van Reinier anderhalf jaar geleden, waar ik als vrijwilliger werkte, heb ik de voorzitter van de Raad van Bestuur aangesproken en een afspraak met hem geregeld. Hij heeft me daarna verder geïntroduceerd binnen de organisatie en bij de familie- en betrokkenenraad. Els van der Sanden heeft het voorzitterschap tien jaar lang fantastisch gedaan. Ze heeft de FBR en het familiebeleid op poten gezet binnen de organisatie. Ik had gelijk een klik met Els en mijn computervaardigheden waren zeer welkom bij de raad. Ik ben in januari als voorzitter begonnen en wordt niet geplaagd door het verleden. Dat brengt nieuwe energie met zich mee. Ik kan best kritisch zijn, maar heb intussen wel geleerd dat je met een positief verhaal soms meer kunt bereiken. Samen zullen we het toch moeten doen in de triade.” Grote verschillen “Als raad willen we zo veel mogelijk in contact treden met de teams zelf. Daar valt ook nog veel winst te halen. Het triadisch werken* is bij Reinier van Arkel ingevoerd, maar dat wil nog niet zeggen dat elk team en elke behandelaar hiermee bekend is. Dat maakt dat er grote verschillen zijn tussen teams en zelfs tussen verschillende behandelaren binnen een team. Het maakt dus echt uit tegenover welke behandelaar je zit en of je als naaste betrokken wordt bij de behandeling. Daarom willen we als raad de werkvloer op; we kunnen daar echt het verschil maken voor de cliënten en hun naasten.”
Behapbaar maken “Voor de familie- en betrokkenraad is het bijsturen van afdelingsbeleid het instrument waarmee we de belangen van naasten kunnen behartigen. Evaluaties en meetbare resultaten zijn daarom belangrijk. We zijn afhankelijk van de informatie die uit de organisatie komt, je hebt kennis nodig om mee te kunnen praten en bij te kunnen sturen. We zijn bij de FBR met tien mensen en we kunnen niet allemaal alles weten. Iedereen binnen de raad heeft zijn of haar eigen specialiteit. In teams van twee vervullen we de verschillende taken. Daarmee maken we het behapbaar voor onszelf. Op deze manier kunnen we over de verschillende thema’s zoals moreel beraad, beschermd wonen of suïcidepreventie gericht meedenken en -praten.” Waarvoor kun je bij de FBR terecht? “Bij de FBR kun je als familie of naaste terecht als je je niet gehoord voelt door het team. Neem dan contact met ons op en wij bieden dat luisterend oor en gaan samen met jou op zoek naar een oplossing. Dat kan een gesprek zijn met het team of we verwijzen door naar de familievertrouwenspersoon*. We geven ook de cursus ‘Samen sterk door triadisch werken’ met als doel te voorkomen dat familie en naasten overbelast raken door de zorg die ze op zich nemen. Familie is waardevol en een bron van ondersteuning en daar moeten we zuinig op zijn. Voor meer informatie over de familie- en betrokkenenraad ga naar www.reiniervanarkel.nl/fbr. Deze pagina maakt onderdeel uit van het menu voor familie en naasten. Daar vind je ook informatie over de patiëntenvertrouwenspersoon, het familiespreekuur, cursussen en hulpmiddelen die voor naasten behulpzaam kunnen zijn. *Triadisch werken Reinier van Arkel streeft ernaar samen te werken in de triade om herstel van de cliënt te bevorderen en terugval te voorkomen. De triade is de driehoek die gevormd wordt door cliënt, zorgverlener en naasten. Elke partij heeft zijn eigen belang en inbreng in het proces. *Familievertrouwenspersoon Voor informatie, ondersteuning en een luisterend oor, kun je terecht bij de familievertrouwenspersoon. Een familievertrouwenspersoon is er voor familie en naasten van cliënten in de ggz. De familievertrouwenspersoon is in dienst van de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen en daardoor onafhankelijk van de instelling. REINIER REINIER JULI 2016ZOMER 27 2021
25
ACHTER GROND
Tekst Nicole van de Gevel
Foto Jolanda Ruijs- van Rossum
De beste psychiatrische zorg voor ouderen door samenwerking Innovatieprogramma
Zorg voor ouderen
Reinier van Arkel
De beste psychiatrische zorg voor ouderen in de regio ’s-Hertogenbosch realiseren. Dat willen we bereiken met het innovatieprogramma ‘Zorg voor ouderen Reinier van Arkel’. Laura Breuning, ouderenpsychiater bij het centrum Ouderen- en Ziekenhuispsychiatrie pleitte een paar jaar geleden al voor de ontwikkeling van een apart zorgprogramma voor ouderen. Zij zette de eerste stappen, maar de ontwikkeling bleek zeer arbeidsintensief. Inmiddels heeft zij er een collega bij. Marije van Ruijven, projectmanager, trekt samen met Laura de kar van het innovatieprogramma. Met veel toewijding vertellen zij over de ontwikkelingen op het gebied van de zorg voor ouderen. Diverse ontwikkelingen maken een brede aanpak in de zorg voor ouderen belangrijk. Het innovatieprogramma is breed van opzet, met interne en externe projecten.
26
REINIER ZOMER -2021
“We willen de psychiatrische zorg voor ouderen, binnen en buiten de organisatie optimaliseren”, aldus Laura en Marije. Waarom dit innovatieprogramma? Allereerst een externe aanleiding: Tussen nu en 2030 wordt een toename van 1,1 miljoen ouderen verwacht. (van 3 miljoen naar 4,1 miljoen). De ouderen gaan hiermee een kwart van de bevolking uitmaken. En daarmee groeit ook het aantal ouderen met lichamelijke en psychische aandoeningen en beperkingen in het psychosociaal functioneren. De komende jaren gaan zij een groter beroep doen op de (geestelijke) gezondheidszorg. Reinier van Arkel heeft al een uitgebreid aanbod voor ouderen. Dit loopt uiteen van begeleiding bij ouderen thuis en ambulante behandeling tot klinische opname en wonen. Deze zorg voor de ouderen is
verspreid over de vestigingen van Reinier van Arkel. Die versnippering maakt het complex de interne keten goed op elkaar aan te laten sluiten en te versterken. Het is een uitdaging om de continuïteit van zorg te optimaliseren en het ook voor de verwijzers duidelijk en helder te krijgen. Naast het versterken van het interne netwerk is de totstandkoming en intensivering van samenwerking met partners in het netwerk daarom van wezenlijk belang. Zorg voor ouderen “De zorg voor ouderen is een ‘aparte tak van sport’ met eigen aandachtsgebieden en samenwerkingsvormen”, zegt Laura. “Ouderen hebben per definitie meer comorbiditeit, er zijn vaak meer specialisten en organisaties bij betrokken. We hebben extern te maken met onder andere verpleeg- en verzorgingshuizen, de huis-
Marije van Ruijven en Laura Breuning
REINIER ZOMER 2021
27
>> Innovatieprogramma Zorg voor ouderen
artsen en in ziekenhuizen met geriatrie en de eerste hulp. Door die complexiteit is samenwerking in het netwerk essentieel. Daarom is het belangrijk een specifiek programma voor ouderen te hebben waarin afspraken over de (organisatie van de) zorg en behandeling worden omschreven. Het innovatieprogramma bestaat daarnaast uit interne en externe projecten om de kwaliteit van zorg te optimaliseren.”
Laura: “Ik werk graag met ouderen. Het zijn vaak interessante mensen met een heel leven achter de rug bij wie de persoonlijkheid is uitgerijpt. Er is ook veel wederzijds respect. Ik vind het boeiend met ouderen te werken vanwege de vaak ingewikkelde diagnostiek en behandeling. Dit kun je niet alleen en daarom is samenwerking met teamleden en andere samenwerkingspartners van belang.”
Zaadjes planten Marije van Ruijven is per 1 februari 2020 aangesteld als projectleider van dit programma en heeft vooral een coördinerende rol. “In het begin was de samenwerking met externe partijen moeilijker vanwege corona. Maar nu kan ik in gesprek met externe organisaties. Ik zie het als zaadjes planten. Je weet niet waar het toe leidt, maar de basis van samenwerken is dat je met elkaar in gesprek gaat en elkaar weet te vinden. Al die zaadjes die we planten moeten ooit bij elkaar komen.”
28
REINIER ZOMER 2021
FACT Mobiel Expertise Team Ouderen MET-Ouderen In de FACT-teams (1) worden veel thuiswonende ouderen begeleid. De FACT-teams zijn in opzet generalistische teams. De zorg voor oudere cliënten met psychiatrische klachten vraagt om specifieke kennis, bijvoorbeeld over cognitieve achteruitgang, somatische comorbiditeit en polyfarmacie, deze kennis was onvoldoende aanwezig. Daarom is het Mobiel Expertise Team Ouderen (MET Ouderen) opgezet, dat bestaat uit een ervaren ouderenpsychiater en verpleegkundig specialist. Zij ondersteunen het FACT-team in de zorg voor ouderen met complexe problematiek. In het FACT-team is een ‘kernteam Ouderen’ van drie personen samengesteld. Samen met het MET-Ouderen leggen zij zich toe op het verbeteren van de zorg voor oudere cliënten met een complexe hulpvraag. Deze nieuwe manier van werken is getoetst in een pilot bij het FACTteam Noord-West. Bij tien cliënten is een zorgvuldige screening gedaan, er werd o.a. gecontroleerd op polyfarmacie en cognitief functioneren. Dit heeft geleid tot het afbouwen van medicatie bij cliënten en tot nieuwe behandeladviezen. Laura: “Als je ouder wordt, gaat je lichaam anders reageren, ook op het gebied van medicatie. Het komt regelmatig voor dat ouderen medicijnen gebruiken die verminderd of afgebouwd kunnen worden. Hierdoor kunnen bijwerkingen verminderen waardoor de kwaliteit van leven toe kan nemen. Het is heel zinvol de medicatie periodiek met cliënten onder de loep te nemen.” Marije: “Ik vind het mooi dat de structuur, die we achter het bureau hebben bedacht met een kernteam ouderen in het FACT en een apart expertiseteam in de praktijk, heel werkbaar is. De kennis en kunde in het kernteam nemen door deze werkwijze ook toe. In het begin is de investering groot, maar op een gegeven moment is alleen nog een superviserende rol van het expertiseteam vereist. Na het afronden van deze pilot willen we deze werkwijze opnemen in de andere FACT-teams.”
Interne keten versterken
Kliniek Ouderen Supraregionale functie
Magnolia
Een van de doelen van dit project is het versterken van het interne netwerk van ouderenzorg binnen Reinier van Arkel. Op verschillende plekken wordt met ouderen gewerkt, maar er is te weinig kennisuitwisseling. Op iedere afdeling/locatie is daarom nu een aandachtsfunctionaris aangesteld. “We organiseren nu bijeenkomsten waarin thema’s besproken worden en we elkaar beter leren kennen. Wat ik leuk vind, is dat er best een grote groep mensen binnen Reinier van Arkel werkt met liefde voor ouderen”, aldus Marije.
Onze ouderenkliniek is gevestigd in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Daardoor kunnen wij gebruikmaken van de faciliteiten van het algemeen ziekenhuis en leveren wij veel en kwalitatief goede somatische zorg. Daarnaast wordt ECT (Electro Convulsie Therapie) gedaan en werkt er een geriater bij ons. In de aanpalende regio’s zitten geen gespecialiseerde ouderenklinieken met deze faciliteiten. Een derde van de ouderen die worden opgenomen op onze ouderenkliniek, is van buiten de regio, onder meer van GGZ Oost Brabant en Pro Persona.
Op Magnolia (verblijfsafdeling voor ouderen) loopt nog steeds een kwaliteitsproject. In het begin is er nieuw personeel aangetrokken met wie we de continuïteit van zorg konden waarborgen en de kwaliteit verbeteren. Alle dossiers zijn gescreend. Er zijn nieuwe behandeladviezen uit voortgekomen en afbouw of verandering van medicatie. Op dit moment worden bouwtechnische voorbereidingen getroffen om kleinschalig te werken. Er komen kleinschalige groepen met vier verschillende leefsferen.
Innovatieprogramma
Zorg voor ouderen
MET Ouderen mobiel expertiseteam
Reinier van Arkel
REINIER ZOMER 2021
29
>> Innovatieprogramma Zorg voor ouderen
Externe samenwerking Samenwerking met verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg Samenwerking met Van Neynsel (wonen, zorg en welbevinden voor ouderen in ’s-Hertogenbosch en Vught) Marije: “Met Van Neynsel onderzoeken we de mogelijkheid om samen een nieuwe woonvorm te ontwikkelen. We denken aan een woonvorm waar de expertise van beide partijen gelijkwaardig kan worden ingezet.” Tot de doelgroep behoren onder andere cliënten van Reinier van Arkel die in een beschermde woonvorm wonen bij wie de lichamelijke problemen toenemen. “Deze mensen zouden prima binnen een verzorgingshuissetting met expertise psychiatrie kunnen wonen. Een interne overstap van deze bewoners naar Magnolia zou een te grote stap zijn. We bieden mensen graag een alternatief”, vertelt Laura. Anderzijds wonen er binnen de verzorgingshuizen steeds meer ouderen met complexere, psychische problematiek, ook deze bewoners zouden in aanmerking kunnen komen. Marije: “We zijn nu nog bezig met het beschrijven van de doelgroepen en onderzoeken of zo’n samenwerking tot de mogelijkheden behoort.” Consultatie binnen de verpleeg- en verzorgingshuizen (extern netwerk) Binnen de VVT-sector is behoefte aan overleg met onze professionals over de zorgverlening aan bewoners met complexe psychische problematiek. Vroeger was er al consultatie voor de VVT-sector, maar door wijziging van financiering is dat op een gegeven moment verdwenen. Nu loopt dat weer bij BrabantZorg. Bij Zorggroep Elde Maasduinen wordt met consultatie gestart. Samenwerking met VVT-sector: Wet zorg en dwang De Wet zorg en dwang (2) regelt de rechten bij onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie). Een inbewaringstelling (IBS) op grond van de Wet zorg en dwang is een onvrijwillige opname waarbij er in de thuissituatie gevaar is of dreigt.
30
REINIER ZOMER 2021
Laura: “in principe is het uitschrijven van een IBS tegenwoordig de verantwoordelijkheid van de specialist ouderengeneeskunde. Alleen als er psychiatrische comorbiditeit speelt, moet de beoordeling door een psychiater worden gedaan. Voor de verpleegtehuizen was het moeilijk haalbaar hier een eigen crisisteam voor op te richten. In een recent project is afgesproken dat Reinier van Arkel de IBS-beoordelingen voor mensen met dementie voorlopig blijft doen met als voorwaarde dat de verpleegtehuizen altijd een beschikbaar bed hebben. Uit dit project is verder de ambitie ontstaan om het aantal IBS’en te verminderen. Iemand opnemen met een IBS heeft grote impact en wil je eigenlijk voorkomen. Om het aantal IBS’en te verminderen wordt een nieuwe werkgroep opgericht. Samenwerking met afdeling geriatrie in het Jeroen Bosch Ziekenhuis TAVO-bed Het TAVO-bed, Triage Acuut Verwarde Ouderen, is voor patiënten bij wie niet helemaal duidelijk is of er sprake is van een somatische, psychische of psychogeriatrische aandoening. Bij binnenkomst krijgt de patiënt op de eerste hulp een somatische screening door de geriater. Als er geen primaire somatische oorzaak is dan wordt de patiënt opgenomen op het TAVO-bed. Door deze samenwerking voorkom je dat de patiënt steeds doorgestuurd wordt zonder dat hij er zelf iets mee opschiet. De geheugenpolikliniek Met neurologie en geriatrie werken we samen binnen de geheugenpolikliniek. Deze samenwerking bestaat uit een traject voor jonge mensen met geheugenproblematiek. Zij krijgen een scala aan neurologische en geriatrische onderzoeken. Al deze onderzoeken worden op één dag gedaan. Aan het eind van deze dag worden deze patiënten besproken in een gezamenlijk MDO waarbij ook ouderenpsychiaters aanwezig zijn.
COLUMN
Verandering en beweging ontstaan zelden toevallig. Veel vaker komen ze voort uit idealen en toekomstdromen; soms duidelijk uitgetekend waar geen speld tussen te krijgen is, soms niet meer dan de spreekwoordelijke stip aan de horizon. Ga maar na bij je zelf; als onduidelijk is waarom je doet wat je doet of wat jouw bijdrage aan het grotere geheel nu eigenlijk is, waarom zou je dan het hout willen sjouwen of bouwen aan het schip? Het meerjarenbeleidsplan ‘Hart voor Herstel’ gaf de afgelopen jaren uiting aan de idealen en toekomstdromen van Reinier van Arkel. Het vormde met de kernwaarden, richtinggevende principes en ultieme doelen, de inhoudelijke onderlegger van de beweging naar herstelondersteunende zorg. Het werd de leidraad van ons dagelijks handelen en maakte duidelijk hoe groot en stevig de boot die we bouwden, moest zijn om onze ambities te realiseren. Het fundament, gebaseerd op dat wat de cliënt nodig heeft, is nu grotendeels klaar. Dit fundament herbergt een aantal elementaire keuzes: Niet de diagnose is leidend maar de cliënt bepaalt zelf wat nodig is. Eigen regie en eigen kracht staan voorop. Herstelondersteunende zorg en positieve gezondheid zijn de nieuwe kaders. Keuzes die ons ook voor de vraag stelden hoe we deze nieuwe ka-
ders kunnen integreren met de kaders waarmee we zijn opgeleid, het ziektemodel en evidence based practise. We hebben met ons eerste regioteam een belangrijke stap gezet op weg naar de wijk. De plek waar we willen zijn om kwetsbare mensen bij te staan; zoveel als mogelijk in zijn of haar eigen omgeving, thuis. Hierbij hebben we netwerkpsychiatrie geïntroduceerd, met als belangrijke pijlers het doen van een netwerkintake en het vormen van een steungroep (resourcegroep) rond de cliënt. Een model om de zorg, behandeling en begeleiding aan mensen met een ernstige psychische aandoening zo vorm te geven dat de kansen op herstel en gezondheid van ieder van hen zo groot mogelijk worden. Voorzichtig oefenen we samen met onze partners deze werkwijze waarbij de cliënt en zijn naastbetrokkenen centraal staan, de cliënt de regie heeft en met het toevoegen van onze specialistisch behandeling op de juiste plaats en tijd. Nu het fundament er ligt, rijst de vraag: Hoe ziet ons nieuwe schip er straks uit? Waar ‘niets over de cliënt, zonder de cliënt’, net als onze richtinggevende principes van nu, vanzelfsprekend is. Zes regioteams zijn actief. Als onderdeel van het regionetwerk waarin we samen met alle externe partijen die voor het herstel van de cliënt relevant
Dat ‘nieuwe schip’, dat nieuwe perspectief, deze vernieuwde zorg, dat is betekenisvol. Want hoe anders voelt je werk aan als je weet waar je het voor doet. Als je weet dat het schip dat je aan het bouwen bent de eindeloze zee kan bevaren om de gedeelde doelen te bereiken. Als je je expertise en ervaring kunt inbrengen om te zorgen dat het schip met het beste hout wordt gebouwd. Dit samen vormgeven werkt verbindend. De komende maanden organiseren we daarom inspiratiesessies waarin we delen wat we de afgelopen jaren geleerd hebben, wat werkte en waarom en wat dit betekent voor onze ontwikkelingen de komende jaren. Dat vangen en verweven we met onze nieuwe idealen en toekomstdromen in ons nieuwe meerjarenbeleidsplan wat dan ook echt van ons allemaal is en wat we kunnen delen met onze nieuwe medewerkers en onze partners in het netwerk. Samen zetten we onze schouders eronder om dit nieuwe, duurzame schip te bouwen waarbij eigen regie, eigen kracht en ruimte om te groeien centraal staan, zowel voor onze cliënten als onze medewerkers.
Tom van Mierlo
(gedicht van Antoine de Saint-Exupéry 1900-1944)
zijn, in de wijk verbonden zijn. Met een nieuw elektronisch en voor de cliënt toegankelijk dossier en bijpassende logistiek. Waarbij we er met elkaar voor gezorgd hebben dat we flexibel onze specialistische expertise kunnen aanbieden dicht bij de cliënt en zijn steungroep. Daarmee helpen we cliënten deel te nemen aan de samenleving en maken we de toegevoegde waarde van de psychiatrie aan de maatschappij zichtbaar.
Tom van Mierlo, voorzitter Raad van Bestuur Reinier van Arkel groep, psychiater, voorzitter CCAF
"Wanneer je een schip wilt gaan bouwen Breng dan geen mensen bijeen Om timmerhout te sjouwen Of te tekenen alleen Voorkom dat ze taken ontvangen Deel evenmin plannen mee Maar leer eerst mensen verlangen Naar de enorme eindeloze zee"
REINIER ZOMER 2021
31
K U N S T E N P S YC H I AT R I E Tekst Erik Welten Foto Evelien Gerrits
Frank Willems Het werk van de Bossche kunstenaar Frank Willems is een combinatie van pop-art en urban-kunst. Frank is daarnaast bekend van zijn project ONE AND ONE MAKES TWO, voor en door dak- en thuislozen. Onlangs verscheen een interview met Frank in de Vizier* waarin hij openlijk sprak over zijn angsten en paniekaanvallen. Reinier vond het toen echt tijd om deze Bossche kunstenaar in de spotlights te zetten in de rubriek Kunst & Psychiatrie.
32
REINIER ZOMER 2021
Frank Willems is 33 en geboren en getogen Bosschenaar. Zijn atelier is eind vorig jaar verhuisd naar de Willem Twee. In ‘Noorderkunstlicht’ op de Rompert heeft hij een ruimte waar de spullen staan voor zijn project ONE AND ONE MAKES TWO. Frank: “Op deze manier lopen mijn kunst en de andere projecten niet door elkaar. Het kan, zeker aan het eind van het jaar, een flinke rommel geven als we de kerstpakketten voor de dak- en thuislozen aan het maken zijn.
"Praten over mijn angsten is de beste keuze ooit geweest"
Mijn werk staat in het teken van leven, vrijheid en gelijkheid. Ik gebruik bij voorkeur voorwerpen en dieren omdat deze neutraler zijn met doorgehaalde tekst. Ik gebruik bijna nooit herkenbare mensen. Mijn werk moet luchtig en toegankelijk zijn waarbij humor een groot onderdeel is. Ik wil graag emoties losmaken bij mensen.” En piemels, je schildert ook vaak piemels! Frank: “Alle genitaliën schilder ik vaak. Het lokt altijd een reactie uit, soms wat onge-
makkelijk, maar altijd met een glimlach. Een voorbeeld is mijn werk ‘YOU ONLY DRAW DICK – THAT IS NOT TRUE.’ Wanneer je dat in het blacklight houdt dan zie je een andere werkelijkheid.” Als tiener wist Frank niet wat hij moest gaan doen. Hij dronk liever een biertje dan dat hij serieus met zijn studie bezig was. Uiteindelijk heeft hij de ondernemersacademie gedaan op het Koning Willem 1 college. “Ik was helemaal niet met kunst bezig
en ging werken in een winkel en later op het kantoor van Shoeby. Toen ik als 21-jarige een mooie prijs won in de loterij, ben ik gaan reizen naar Australië en Azië. De planning was om een jaar te reizen maar na een half jaar was ik alweer terug in Den Bosch. Tijdens het reizen had ik mijn Zweedse vriendin leren kennen en heb daarna twee jaar met haar in Zweden samengewoond. In Zweden heb ik mijn dieptepunt gehad maar daar heb ik ook de kunst leren kennen.” >>
REINIER ZOMER 2021
33
ik niet, dus ik gebruikte spullen die anderen als afval zagen, om op te schilderen. Van dozen tot houten deuren. Ik ben dat blijven doen. Ik ben me langzaam de technieken eigen gaan maken. Ik werd echt enthousiast over alle kleurmogelijkheden toen ik mijn eerste posca-stiften* kon kopen. Ik ben felle kleuren gaan gebruiken in mijn werk.”
Dieptepunt? Frank: “Als tiener kreeg ik steeds meer last van mijn angststoornis. Dat zat hem vooral in drukke plekken en ruimtes waar je niet weg kunt, zoals een bus of trein. Gaandeweg zat het mijn dagelijkse leven in de weg, omdat al een week voor een reis die angsten in mijn hoofd zaten. Dan duurde het lang voor er iets productiefs uit me kwam. ‘Als ik maar geen paniekaanval krijg’ was de gedachte die dan continu door mijn hoofd spookte. Dat waren lange en zware dagen. Mijn eerste paniekaanval was in een trein in Den Bosch. Reizen met de trein was tot dat moment normaal geweest voor mij. Voorafgaand had ik te maken met een verlate rouwverwerking op het overlijden van mijn opa. Ik heb toen drie maanden in een waas geleefd. Wilde mijn bed niet meer uit en niet naar school. Net toen het wat beter ging kreeg ik die eerste paniekaanval. In Zweden was ik erg op mezelf teruggeworpen en dat isolement versterkte de angstgedachten. Het dieptepunt kwam toen ik voor een verjaardag terug naar Nederland ging. Ik zou gaan vliegen, maar ’s nachts brak de paniek uit. Ik dacht dat het vliegtuig zou neerstorten. De volgende ochtend ben ik niet naar het vliegveld gegaan, maar heb ik uiteindelijk wel de trein gepakt. Uiteindelijk heeft mijn vader me halverwege in Duitsland opgehaald. Daarna ben ik niet meer teruggegaan naar Zweden.” En nu gaat het goed? “Ik heb dertien jaar met die angsten in mijn hoofd rondgelopen en het voor me gehouden. Op het laatst kreeg ik er ook dwanggedachten bij. Ik was bang mezelf of iemand anders iets aan te doen. Ik ben
34
REINIER ZOMER 2021
in 2019 hulp gaan zoeken bij mijn nieuwe huisarts en een psycholoog. Ik heb cognitieve gedragstherapie gehad en ben gestart met medicatie. Sindsdien gaat het goed met me. Ik was wel bang dat de medicatie invloed zou hebben op mijn creativiteit. Maar uiteindelijk ben ik gestart met citalopram, omdat ik echt van die angst af wilde. De eerste twee weken waren heftig. Ik had last van bijwerkingen en slapeloze nachten. Daar moest ik echt even doorheen, maar het was het waard. Ik heb een goede balans gevonden met een lichte dosis. Mijn hoofd is weer echt vrij. Ik heb rust zodat ik goed kan focussen op mijn werk. Tegelijkertijd ben ik er open over gaan praten met mijn familie en vrienden. Dat werkte echt bevrijdend. Sommige vriendschappen werden er echt intenser door en je komt erachter dat je niet de enige bent met psychische problemen. Mijn laatste aanval heb ik hier op het ‘Noorderkunstlicht’ gehad. Ik zag ertegenop om hier weer terug te komen. Met een bakkie koffie is de lucht geklaard en met mijn collega’s in het atelier kan ik er goed over praten. Daarnaast ontmoette ik regelmatig lotgenoten in de lotgenotengroep van de stichting ADF*. Praten over mijn angsten is de beste keuze ooit geweest.” En je hebt de kunst leren kennen! “In mijn tijd in Zweden is die interesse voor kunst ontstaan. Ik had grote waardering gekregen voor kunstenaars als JeanMichel Basquiat, Banksy, Keith Haring en Matisse. Ik bestudeerde hen en hun leven en leerde veel over kleurgebruik. Geld had
De combinatie (afval)hout, felle kleuren, (doorgestreepte) teksten en rauwe ondergrond kenmerken je werk. “Ik hoop me altijd te blijven ontwikkelen en nieuwe dingen uit te proberen. Ik wil niet stil blijven staan en het zelfde kunstje blijven doen. Er is ook een verschil met mijn werk in de eerste periode. Dat is donkerder. Tegenwoordig werk ik meer met teksten en is de humor terug in mijn werk evenals de actualiteit waar ik graag op inspeel. Ik ben met mijn atelier verhuisd naar de Willem Twee en door de ontmoetingen daar leer ik weer nieuwe technieken. Het niveau is hoog en ik ben de enige die geen kunstacademie gedaan heeft. Ik heb de ondernemersacademie gedaan en dat heeft weer andere voordelen. Ik weet hoe ik dingen aan moet pakken en organiseren. Juist daarin kunnen we elkaar versterken. Ik wil kunst toegankelijk maken voor mensen. Kunst is emotie en ik ben een groot voorstander van kunst in de openbare ruimte voor iedereen toegankelijk en te begrijpen. Dat maakte dat ik direct enthousiast reageerde op de oproep van Pompen & Verlouw op instagram om de ramen van ondernemers te bedekken met kunst. De Bossche binnenstad zag er de dag na de avondklokrellen niet uit en iedereen was aangeslagen. Die emotie ombuigen naar iets positiefs dat is waar ik energie van krijg. Het balletje ging snel rollen en samen met Kings of Colors* zijn we aan de slag gegaan. Al snel meldden zich meer Bossche kunstenaars om de stad te verfraaien. Mijn ondernemingszin en kunstenaarschap vinden elkaar dan. Al was het wel ontzettend koud om buiten te schilderen.
Een spontane actie zoals deze levert zoveel meer op. Ik stel mij altijd de vraag wat kunst doet met mensen. En met deze actie was het beeld helder. Na een verschrikkelijke week kwamen mensen weer naar buiten en terwijl wij bezig waren, kwam er een lach op hun gezicht, kregen wij uit alle hoeken te horen hoe tof ze dit vonden en kregen we worstenbroodjes en koffie. Dat is toch geweldig die saamhorigheid en waardering.” Een paar weken later breng ik, samen met Eveline, de fotograaf, nog een bezoek aan het atelier van Frank Willems in de Willem Twee. De hoge ruimte staat en hangt vol met zijn kunstwerken.De grote ramen bieden uitzicht op de Verkadefabriek en, iets verder weg, de Tramkade. Als Frank aan het werk is, omringt hij zich met verschillende werken waar hij mee bezig is en werkt aan verschillende stukken tegelijk. Een stellage met een fietsframe trekt onze aandacht. Frank vertelt dat dit een bakfiets is die hij beschildert. Na de fotoshoot neemt hij ons ook nog even mee naar de Tramkade waar op een van de gebouwen verschillende muurschilderingen van hem staan. Frank is een veelzijdig kunstenaar en ondernemer met
een warm hart. Ik kan hier alleen maar bewondering voor hebben en hoop dat Den Bosch niet te klein wordt voor hem.
Meer informatie over Frank Willems vind je op https://www.frank-willems.com/
* Vizier is het magazine van de stichting ADF * Stichting ADF is een patiënten- en familieorganisatie voor iedereen die te maken heeft met angst- en dwangklachten. * Posca-verfstiften zijn paintmarkers op waterbasis die geschikt zijn voor alle ondergronden. * Kings of Colors is een Bossche stichting die als doelstelling heeft lokale, nationale en internationale kunstenaars een platform te bieden zodat ze hun kunsten op het gebied van straatkunst en straatcultuur kunnen tonen aan een groter publiek. De nadruk ligt op het actief verbinding maken met kunst, erfgoed en educatie.
Méér Frank Willems >> REINIER ZOMER 2021
35
ONE AND ONE MAKES TWO is een project dat gestart is in november 2019 door kunstenaar Frank Willems. De kloof tussen mensen die weinig te besteden hebben en mensen die veel te besteden hebben, wordt alsmaar groter. En dan zijn er nog mensen die alles kwijt zijn. ONE AND ONE MAKES TWO hoopt een brug te bouwen die de kloven verbindt. Door een kledingstuk voor jezelf te kopen, doneer je hetzelfde kledingstuk aan iemand die dat goed kan gebruiken. Hoe ben je daar mee begonnen? Frank: “Vanuit het Noorderkunstlicht organiseerden we een kerstveiling. En de opbrengst was voor het Inloopschip. Ik was daar nog nooit geweest en kon langskomen en een rondleiding krijgen. Ik trof daar een oude voetbalvriend en je hoort dan zijn verhaal en dat van anderen. Dat raakte me en ik realiseerde me dat als het kwartje de andere kant op was gevallen, ik daar ook had kunnen zitten. Na Zweden had ik geen werk, geen geld en ik was in de war. Ik besef hoeveel geluk ik toen heb gehad. Ik ben daarna regelmatig langs gegaan en merkte dat de mensen het daar tof vonden als ik langskwam. Het doel is om met ONE AND ONE MAKES TWO een door en voor-project te maken. In Eindhoven is nu Ron Vogels als ontwerper gestart. Hij is kunstenaar en ex-dakloos. Ook Tim Haars is als ontwerper bezig. Hij is al lange tijd actief als vrijwilliger voor daken thuislozen en ambassadeur van Streetsmart in Amsterdam. We willen het liefst verder groeien zodat het de dak- en thuislozen zelf zijn die ontwerpen en de producten maken en verkopen. Ik ben ervan overtuigd dat ieder mens kan groeien en door eigen producten te maken het zelfvertrouwen kan groeien. Je moet mensen de gelegenheid geven trots te kunnen zijn op zichzelf. Meer informatie vind je op www.oneonetwo.nl
36
REINIER ZOMER 2021
Als sociaal psychiatrisch verpleegkundige komt Alice Corten thuis bij de meest kwetsbare cliënt. Ze betreedt daarbij hun leefwereld en is oprecht nieuwsgierig naar het verhaal van de mens achter de kwetsbaarheid. In deze column probeert ze onder woorden te brengen hoe ze de verbinding aangaat met de cliënten en hun omgeving.
Je hebt alles goed voor elkaar. Een leuke baan, vrienden en een eigen huis. Je hebt net een studie afgerond aan de kunstacademie en ziet de toekomst met gezonde spanning tegemoet. Dan worden je beide ouders hulpbehoevend. Wanneer de mantelzorgtaken hun tol gaan eisen, neem je een dapper besluit. Je zegt je baan en je huis op en trekt bij je ouders in. Samen met de huisarts ben jij het die je ouders verzorgt tot aan hun dood. En dan volgt de klap. Daar zit je alleen in een enorm huis, vol met spullen die niet van jou zijn. Ver weg van je vrienden die je de afgelopen tijd eigenlijk al niet meer zag.
Kantelpunt
Burn-out, depressie, rouw, onmacht. Je ziet letterlijk zwart voor de ogen en komt je bed niet meer uit. Lichamelijke klachten krijgen vat op je. Je begrijpt je eigen lichaam en geest niet meer. Je voelt je alleen. Het huis vult zich met jouw spullen, meer en meer en meer. Totdat ook het huis letterlijk uit zijn voegen barst. De tuin die jouw moeder en later ook jezelf, zoveel vreugde gaf, ligt er nu troosteloos bij. Je ziet de eekhoorntjes nog wel dansen, maar je lacht er niet meer om. Je ziet alleen de overlast die de bomen bezorgen aan de nieuwe buren. Een neef helpt je de spullen van je vader te ordenen en weg te doen. Een vriendin houdt contact en zo nu en dan gaan jullie wandelen of kletsen aan de telefoon. Woonbegeleiding helpt je praktische zaken te regelen. Je voelt het als falen. Van een intelligente, zelfstandige jonge vrouw glij je af naar een hulpbehoevende oude vrouw. Dit is niet wat je ooit voor ogen had met je leven. Je kunt het niet meer opbrengen nog gezellig te doen en de contacten worden moeizamer. Een behandeling voor je depressie helpt hier niet bij. Je raakt alleen maar meer gefrustreerd en teleurgesteld in jezelf. Je legt de lat hoog en kunt het totaal niet meer overzien. Ik leer je kennen op een moment dat je alleen nog maar kunt huilen en klagen en er veel lichamelijk ongemak is. Dat het coronavirus op ons pad is gekomen, is al helemaal niet helpend. Afspraken in het ziekenhuis worden afgezegd of verplaatst. Terwijl je de behandelingen aan bijvoorbeeld je oog hard nodig hebt. Het lukt niet om samen een behandelplan op te stellen. Wat ik voor je kan doen? Je hebt er geen idee meer van. Ik luister en ik luister. Stel vragen over je verleden, samen kijken we in de fotoboeken en ik mag je kunstwerken zien. Ik beaam dat je het zwaar hebt en geef tegelijkertijd aan dat je zo ontzettend krachtig bent. Dat je een mooi mens bent van wie de emmer is overgelopen. Dat we samen gaan kijken hoe we die emmer kunnen legen. We spreken af dat we eerst al het lichamelijk ongemak aanpakken. Ik ga met je mee naar de oogarts, huisarts, opticien. Woonbegeleiding gaat met je mee naar andere specialisten en stukje bij beetje krijg je meer puzzelstukjes op zijn plek. Nu is het tijd om het ‘grote’ probleem onder ogen te zien, het huis van je ouders verkopen en een eigen plek terugvinden. Dit kunnen we niet alleen en ik vertel je over de steungroep (resourcegroep). Zelf bepaal je wie jou kunnen helpen, we vragen je vriendin, je neef, je woonbegeleidster en later de wmo-consulente om aan te schuiven bij onze gesprekken om zo in gezamenlijkheid het probleem aan te pakken. In terugkerende sessies bespreken we alle beren op de weg, wie wat kan doen, wanneer en hoe. Je hoeft het niet alleen te doen en de mensen om je heen zijn blij dat ze met concrete acties jou kunnen helpen. Het geeft ook steun aan je vriendin en neef die eindelijk het gevoel hebben dat ze kunnen bijdragen aan jouw herstel. Ook al weet jij al veel eerder dat hun aanwezigheid al die jaren van onschatbare waarde is geweest. Zicht op herstel, daar draait het om in de steungroepen. Een kantelpunt in je leven. Ik ben dankbaar dat ik daar een deel van mocht uitmaken. Helaas ben je in het zicht van een nieuwe woning overleden. Je zult gemist worden!
ACHTER GROND
Tekst Erik Welten
Een nieuw elektronisch cliëntendossier vanaf januari 2022 Reinier van Arkel gaat in 2022 van start met een nieuw elektronisch cliëntendossier (ECD). Het nieuwe OnsECD van Nedap is gekozen vanwege de gebruiksvriendelijkheid en heeft een open en moderne omgeving waarbij mobiel werken en eenvoudige informatie-uitwisseling mogelijk is. Het nieuwe ECD sluit aan bij de visie van Reinier van Arkel (Hart voor Herstel). Al snel na ingebruikname van Ons zal Caren worden ontsloten. Caren is een portaal voor cliënten waarmee het mogelijk is het dossier in te zien.
Het gebruiken van een nieuw ECD is een ingrijpende verandering voor de medewerkers van Reinier van Arkel, maar ook voor cliënten en naasten. De voorbereidingen zijn al in volle gang en verschillende werkgroepen buigen zich over de inhoud en invulling. Zowel behandelinhoudelijke thema’s zoals het behandelplan, verslaglegging en communicatie als bedrijfsvoeringthema’s zoals cliëntenlogistiek, registratie en facturatie worden kritisch onder de loep genomen. We staan in nauw contact met Altrecht en Yulius die in juli van dit jaar zijn overgegaan naar dit nieuwe ECD om van hun ervaringen te leren. Daarnaast hebben we ervaring opgedaan met de ingebruikname van OnsECD bij Ypse, basis-ggz en onderdeel van de Reinier van Arkel groep. Igor Lusin, trainee basispsycholoog bij Ypse: “Het nieuwe ECD is heel goed bevallen. Ons werkt intuïtief en de logica sluit beter aan op de dagelijkse praktijk. De agenda werkt erg prettig en maakt dat de tijd die
38
REINIER ZOMER 2021
je kwijt bent aan registreren en invullen, vermindert. Ten opzichte van vorige systemen zijn codes en keuzes versimpeld en is het niet meer nodig dezelfde gegevens meerdere keren in te voeren. De inrichting is een stuk helderder en moderner, het oogt allemaal wat minder stroef en dat maakt dat je je weg er sneller in vindt.” Inzage cliënten en naasten via Caren Een van de belangrijkste veranderingen gaan begin 2022 plaatsvinden voor de cliënten en hun naasten. Dan zal Caren gekoppeld worden aan het ECD en daarmee krijgt de cliënt inzage in het eigen dossier. Ook kan de cliënt bepalen welke naasten of andere hulpverleners toegang krijgen tot bepaalde delen van het dossier. Hiermee krijgt de cliënt veel meer regie over zijn eigen herstel. Chris van Doren is een van de werkgroepleden in de voorbereiding en zegt hierover: “We gaan met het nieuwe dossier werken vanuit een beschrijvende diagno-
se die samen met de cliënt wordt gemaakt. Van daaruit worden samen doelen ontwikkeld, zowel korte- als langetermijndoelen. Uitdrukkelijk worden de resourcegroepen* hierbij betrokken. In het behandelplan moet altijd duidelijk zijn wie wat wanneer doet. Deze doelen moeten regelmatig geëvalueerd en bijgesteld worden. Op deze manier voelt de cliënt zich ook echt eigenaar van het eigen behandelplan. Dit wordt nog eens extra benadrukt doordat met Caren het dossier ook automatisch toegankelijk wordt voor de cliënt en dat deze zelf bepaalt wie uit zijn netwerk toegang heeft tot delen van het dossier.” Passend bij herstelvisie Reinier van Arkel Gerrit van Acht, projectleider: “De planning is dat het systeem voor de zomer grotendeels is ingericht. Na de zomer worden de puntjes op de i gezet en de systemen uitgebreid getest. De scholing voor de medewerkers vindt plaats aan het eind van dit jaar, zodat we begin 2022 van start kunnen gaan met Ons.
Het meerjarenbeleidsplan van Reinier van Arkel, Hart voor Herstel, is het uitgangspunt voor de inrichting van het ECD. De cliënt wordt met dit nieuwe ECD meer eigenaar van het eigen dossier. Naast een diagnose en behandelplan worden begeleidingsplannen en hersteldoelen meer gemeengoed. Ook kan de cliënt zelf bepalen wie uit zijn naaste omgeving en welke hulpverleners toegang krijgen en daarmee betrokken worden bij het herstelproces. Dit sluit veel meer aan bij de herstelvisie van Reinier van Arkel en ondersteunt onze medewerkers hierin. Een ander belangrijk uitgangspunt is dat de tijd die de zorgverlener kwijt is aan administratie en registratie, vermindert. Dat zijn verbeteringen waar iedereen op zit te wachten.”
* Resourcegroep: een groep mensen, door de cliënt uitgekozen, die voor de cliënt belangrijk is en die hem helpt persoonlijke, zelfgekozen hersteldoelen te bereiken. Deze groep kan bestaan uit belangrijke naasten en formele en informele hulpverleners die structureel betrokken worden in de behandeling en begeleiding.
REINIER ZOMER 2021
39
NIEUWS
Tekst Mireille Borg Foto Evelien Gerrits
Thijs Honig nieuwe directeur van Maatschappelijke Opvang Den Bosch
Vraag aan een kind wat hij later wil worden. Dakloos worden zal niet op het lijstje staan. De laatste jaren zien we steeds meer jongeren dakloos worden.”
“De oplossing voor dakloos zijn; een dak boven je hoofd”
Thijs Honig praat bevlogen over zijn werk en heeft een scherp oog voor de dagelijkse realiteit van zijn doelgroep. In mei 2021 is hij begonnen als nieuwe directeur van Maatschappelijk Opvang Den Bosch. Zijn eerste werkdag startte met een corona-uitbraak in de nachtopvang; het Inloopschip. In het Inloopschip slapen mensen op een slaapzaal met stapelbedden. Houd dan maar eens afstand. Terwijl de overheid iedereen opriep om zoveel mogelijk thuis te blijven, werd een schrijnend probleem direct duidelijk: ‘Hoe kun je thuis blijven als je geen thuis hebt?’ Thijs gebruikt klare taal als het over deze doelgroep gaat. Dat mag ook wel na al zijn jaren werkervaring. Daarnaast denkt hij in oplossingen. Hij hoopt onze kijk op de maatschappij en deze mensen te veranderen. Zoals hij zelf zegt: “Het zijn net mensen.” “Dakloos zijn is pure armoede. Het is een uitzichtloos moeras, waar je op eigen kracht niet meer uit komt. Hoe langer het duurt, des te moeilijker het is om eruit te komen. ‘Wat langzaam groeit, wortelt diep’, zei mijn opa altijd. Dakloos zijn is een verschrikkelijk leven; elke dag ben je bezig met overleven en is het onzeker of het je lukt eten te vinden en een slaapplek. Om de ellende te vergeten gaan mensen vaak drinken of raken verslaafd aan harddrugs en krijgen er dan een probleem bij. Je wordt steeds afhankelijker en je verliest je gevoel van eigenwaarde. Op dakloos zijn ligt een enorm stigma. Er zijn maar weinig mensen die sympathie met je hebben. Want eigen schuld, dikke bult. Niemand kiest er bewust voor om dakloos te zijn. Het overkomt je misschien wel door verkeerde keuzes die je hebt gemaakt.
Housing First “Geen dakloze is gelijk, maar hun behoefte is wel gelijk. Daklozen verlangen naar rust en stabiliteit. Een opvang is geen thuis, een eigen plek is wel een thuis. Hoe kun je werken aan herstel, als je geen plek hebt om te herstellen? Als de basis er is - de zekerheid van een dak boven je hoofd, een regelmatig inkomen, eten op de plank - dan kunnen we daarna aan de slag met andere problemen die er zijn. We werken nauw samen met onze partners Novadic-Kentron en Reinier van Arkel, maar ook andere netwerkpartners spelen een belangrijke rol.” Dat Thijs’ aanpak werkt, blijkt uit een project dat hij in Eindhoven heeft opgezet. “In Eindhoven heb ik een project gedaan dat heet Housing First. We hebben 10 langdurig daklozen direct een eigen dak boven hun hoofd gegeven. We begeleiden hen intensief en helpen hen met autonoom zijn. En wat denk je? Na een jaar wonen ze allemaal nog op hun eigen plek. Mensen willen hun eigen plek niet verliezen en zijn gemotiveerd om het zelf te redden. Voor de mensen die het niet redden is er altijd de mogelijkheid terug te vallen op beschermd wonen. Maar in de praktijk blijkt dat het mensen lukt zelfstandig te blijven wonen. In Eindhoven konden we hierdoor één nachtopvang sluiten en hebben we daar met de gemeente afgesproken dat we op jaarbasis 25 huizen toegewezen krijgen. Dat is een fantastisch resultaat en het kost de maatschappij minder geld, want noodopvang is een dure vorm van zorg.” Kwetsbare mensen of een kwetsbare maatschappij? Thijs heeft een hekel aan de woorden ‘kwetsbare mensen’ als duiding naar zijn doelgroep. “Ben je als dakloze kwetsbaar of zeer gekwetst door onze maatschappij? We hebben een kwetsbare maatschappij, waarbij we elkaar verdringen op de woningmarkt. De ontwikkelingen op de woonmarkt vind ik zorgwekkend; de winst op vastgoed wordt een verdienmodel. Wonen is een fundamenteel recht voor iedereen. Ik ben blij met de plannen van de gemeente Den Bosch om 10.500 nieuwe woningen te bouwen, waarbij ze zich richten op het midden en goedkope segment. MO Den Bosch
heeft een fijne samenwerking met de woningbouwsector, maar wil ook samenwerken met de private sector.” Transitie: snel helpen en samenwerken “In juni is de brede aanpak dak- en thuisloosheid van het Rijk ‘Een (t)huis, een toekomst’ verschenen. Hierin staan zeven doelstellingen op gebied van preventie, vernieuwing van de opvang en wonen met begeleiding. Van hieruit is de regiovisie en het transformatieplan ontwikkeld; deze moet nu worden uitgevoerd. MO Den Bosch speelt hierin een belangrijke rol. Voor mensen in de noodopvang hebben we een praktische oplossing bedacht. Mensen blijven kortdurend in de noodopvang en binnen 3 maanden bieden we hen een structurele opvangplek. Snel werken voorkomt dat mensen ondergaan in het moeras van de dakloosheid en hun hoop verliezen. In diverse gemeenten om ons heen zijn we al bezig met kleinschalige opvang gericht op herstel en autonomie. In Den Bosch gaan we samenwerken met Novadic-Kentron en willen we samen één noodopvanglocatie aanbieden. Onze opvanglocaties zijn flink verouderd. Die willen we opknappen. Bijvoorbeeld in onze vrouwenopvang willen we vrouwen samen met hun kinderen een studio geven, met eigen douche en toilet. Niet uit luxe-motief, maar om te herstellen en een veilige plek te bieden. Kinderen komen hier meestal angstig binnen. Ze hebben hun vader geweld zien gebruiken en zijn vaak plots gevlucht uit huis, hebben hun eigen slaapkamertje achtergelaten. Het is fijn als een kind samen met zijn moeder een eigen veilige plek heeft in een herstelgerichte omgeving.” MO Den Bosch De Maatschappelijke Opvang Den Bosch biedt opvang en begeleiding in verschillende vormen. Dit doen zij aan mensen met complexe problematiek, die dak- of thuisloos zijn of met relationeel geweld te maken hebben. Samenwerking met partnerinstellingen is belangrijk. MO Den Bosch richt zich op ketenzorg en werkt nauw samen met jeugdhulpverlening, geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg, maatschappelijk werk, welzijnswerk, verslavingszorg, politie, diverse woningcorporaties en het bedrijfsleven. Voor meer informatie over MO Den Bosch, kijk op de website: www.modenbosch.nl Hulp nodig? E-mail: aanmeldpunt@modenbosch.nl of bel: 073- 613 92 25
REINIER ZOMER 2021
41
ACHTER GROND
Eddy van Doorn neemt afscheid van Reinier van Arkel
“De creativiteit en vindingrijkheid van medewerkers om in verbinding tot oplossingen te komen is groot”
42
REINIER ZOMER 2021
In vijf jaar tijd is er bij Reinier van Arkel veel veranderd, ten goede wel te verstaan. De financiële crisis is voorbij en we bouwen gestaag aan een verdere verbetering van de kwaliteit van zorg, de maatschappelijke bijdrage van de organisatie en haar wendbaarheid. Eddy van Doorn initieerde als bestuursvoorzitter deze veranderingen. Eind juni nam hij afscheid van Reinier van Arkel, Ypse en Maatschappelijke Opvang ’s-Hertogenbosch, om een nieuwe uitdaging aan te gaan bij Pluryn.
Weer financieel gezond Na drie reorganisaties was ‘de puf er aardig uit’, zoals Eddy het zelf omschrijft bij zijn aantreden in 2017. De onzekerheid die knaagde aan medewerkers was groot. “Er moest rust komen en ruimte om weer te kunnen bouwen, met de zorginhoud bezig te kunnen zijn,” aldus Eddy. Om dat te realiseren moest de (financiële) bedrijfsvoering structureel verbeteren. De financiële positie was slecht en de transformatie van de bedrijfsvoering kostte tijd. Tijd die er bij zijn aantreden nauwelijks was en die werd gekocht door niet-zorggerelateerd vastgoed, zoals Roucouleur, de woningen aan de Baselaarsstraat en leegstaande panden op het Zorgpark Voorburg, te verkopen.
Tekst Ilse van den Eeden Foto Marc Bolsius
”Ik geloof er heilig in dat je medewerkers bindt en boeit door ontwikkelingsperspectief te bieden”
en verpleegkundig specialisten zijn gegroeid net als de mogelijkheden voor onderzoek ondergebracht in vier onderzoekslijnen. De Reinier Academie beschikt over een breed arsenaal aan opleidingsmogelijkheden en talrijke ontwikkelmogelijkheden voor medewerkers. Het maakt ons een interessante organisatie voor (potentiële) medewerkers,” aldus Eddy. Trots is Eddy ook op de recente benoeming van de eerste hoogleraar in de geschiedenis van Reinier van Arkel, Elisa van Ee. Haar leerstoel ‘Psychotraumatologie in ontwikkelingsperspectief’ is ondergebracht bij het Behavioral Science Institute van de Radboud Universiteit in Nijmegen. (red. lees voor meer informatie het artikel op pag 50) Eddy: “Er moest structureel meer geld binnenkomen, wat vroeg om een kritische blik naar kosten en baten en om het voeren van het goede gesprek met de veelheid aan financiers van onze zorg over bijvoorbeeld de contractvoorwaarden. Waren de tarieven wel fair en zo ja, waaraan werd het geld dan besteed? Kon dat anders, of minder? Door hierover in gesprek te zijn, vooral ook met de medewerkers van Reinier van Arkel zelf, groeide het kostenbewustzijn.” Inmiddels is Reinier van Arkel weer een financieel gezonde organisatie, al zorgde het afgelopen coronajaar wel voor een stagnatie van de groei; ondanks overheidssteun kostte de pandemie Reinier van Arkel ongeveer 1 miljoen. Iedere euro investeren in opleiden & ontwikkelen In de ‘magere jaren’ was er nauwelijks ruimte om te investeren in de opleidingsmogelijkheden voor medewerkers. Eddy besloot daarom dat elke euro die werd verdiend, naar opleiden zou gaan. “Daar geloof ik heilig in, professionals binden en boeien door ontwikkeling en daarbij geldt dat de investeringen die je doet voor medewerkers uiteindelijk leiden tot betere zorg voor cliënten. Onze opleidingen voor psychiaters, gezondheidszorg- en klinisch psychologen
Landgoed Voorburg: een opener en uitnodigender park mét plek voor zorgvoorzieningen Trots is hij ook op de stappen die gezet zijn op weg naar een ontwikkelvisie voor het Landgoed Voorburg. Zorgpark Voorburg is van oudsher een terrein waarop vooral zorginstellingen gevestigd zijn. Reinier van Arkel wil het Vughtse zorgpark opener en uitnodigender maken. Tot eind vorige eeuw verbleven op het park vele honderden cliënten. De ontwikkelingen in de zorg zijn erop gericht de zorg zo veel mogelijk te verlenen in de eigen omgeving van de cliënt (ambulantisering). Hierdoor zijn er steeds minder klinische plekken nodig. Dit betekent dat Reinier van Arkel steeds minder gebouwen op het terrein in gebruik heeft voor de zorg. Het park moet een plek worden waarin naast zorg plaats is om ook te wonen, te werken en te recreëren. Een van de eerste stappen is het verhuizen van de nieuwe High & Intensive Care naar de Kettingweg. Eddy: “De HIC willen we in 2022 klaar hebben, dan kunnen we de Zilverlinden slopen. De uitbreiding van Zuiderbos (school speciaal onderwijs) hopen we uiterlijk in 2023 te realiseren." Of de plannen doorgang vinden maakt Eddy zelf niet meer mee, de bedoeling is dat de ontwikkelvisie na de
zomer wordt behandeld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught. Vertrouwen in de potentie van Reinier Ook al had Eddy bedrijfsvoering als voornaamste aandachtsgebied, graag staat hij ook stil bij de inhoudelijke ontwikkelingen die weer volop tot bloei komen bij Reinier van Arkel. “Als oudste ggz-instelling van het land hebben we een rijke historie én een goede verankering in de omgeving. Regionaal en landelijk zijn we de afgelopen jaren zichtbaarder en een betrouwbaardere partij geworden voor onze samenwerkingspartners. Vanuit onze gevoelde maatschappelijke verantwoordelijkheid is een intensievere samenwerking met het netwerk nodig om uitvoering te geven aan dát waar wij voor staan: herstelgerichte zorg, bij voorkeur in de eigen omgeving van de cliënt,” zo schetst Eddy. “In die samenwerking gaat heus nog niet alles goed maar als we staan voor het maatschappelijk belang en een open, transparante houding zijn we een betrouwbare partner. Parels zijn er volop te noemen; de bijzondere positie van ons Centrum Ouderen- en Ziekenhuispsychiatrie in het Jeroen Bosch Ziekenhuis, onze specialistische poli’s in de ambulante ggz, de stappen die zijn gezet om de verbindingen in de regio te versterken door beschermde woonvormen en de FACT-teams, de pilot van het regioteam, de samenwerking tussen Herlaarhof en GGZ Oost-Brabant voor de meest kwetsbare doelgroep in de kinder- en jeugdpsychiatrie met onze eigen HIC-jeugd en de nieuwe HIC adolescenten,” zo somt hij er een aantal op. Vanaf juli gaat hij aan de slag bij Pluryn, met het volle vertrouwen de organisatie in goed handen. Mede omdat het afgelopen coronajaar heeft laten zien hoe groot de vindingrijkheid van medewerkers is om met elkaar tot slimme oplossingen te komen.
REINIER ZOMER 2021
43
Een lerende organisatie op alle niveaus Traineeship Raad van Toezicht Reinier van Arkel Onze samenleving transformeert voortdurend. Technologische innovaties, maatschappelijke ontwikkelingen en nieuwe visies op gezondheid vragen van organisaties dat zij continu mee ontwikkelen en veranderen. Het aanpassingsvermogen is belangrijker dan ooit. Reinier van Arkel helpt al bijna 600 jaar mensen met psychische problemen eigen regie te nemen en naar vermogen deel te nemen aan de samenleving. Dat willen we - samen met anderen - ook in de toekomst blijven doen. Daarom hecht Reinier van Arkel - als lerende organisatie - waarde aan een leerklimaat waarin kennis continu wordt aangevuld en geüpdatet én medewerkers de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen en ontplooien.
44
REINIER ZOMER 2021
Aanmoedigen van nieuwe ideeën en collectieve ambities “Dat dat kan binnen alle geledingen van de organisatie laten we zien als Raad van Toezicht”, aldus Annelies de Moet, tot 1 januari 2021 een van de toezichthouders met als aandachtsgebieden P&O en kwaliteit van zorg & veiligheid. Haar persoonlijke motto ‘alleen ga je sneller, samen kom je verder’ sluit mooi aan bij dat wat van belang is bij een lerende organisatie; het constant aanmoedigen van nieuwe ideeën en collectieve ambities. Annelies: “Als Raad van Toezicht reflecteren we jaarlijks op de manier waarop we uitvoering geven aan onze toezichtvisie. Eind 2018 constateerden we dat de RvT beschikt over veel bestuurlijke bagage en een duidelijke visie op wat we verstaan onder good governance. De diversiteit aan invalshoeken draagt bij aan een goede balans en wisselwerking. Een goed klimaat ook voor jonge, beginnende toezichthouders.” Het toezichthouderschap is een vak met vele dimensies. In een beperkte tijd is het
zaak om goed zicht te krijgen en te houden op de ontwikkeling van de zorginstelling en de besturing daarvan. Om als beginnend toezichthouder het vak te leren bestaan eigenlijk geen opleidingen. De Nederlandse Vereniging voor Toezichthouders in Zorg & welzijn (NVTZ) biedt wel oriëntatiesessies voor aankomend toezichthouders. Traineeship toezichthouder uniek in Nederland “Het toezichthouderschap is omgeven met een sfeer van senioriteit en van iets voor ‘tegen het einde van je carrière’, maar hoe kom je dan in een dergelijke positie op het moment dat je ‘jong’ bent, beschikt over het gevraagde gewicht en de relevante ervaring en het ziet als passend bij de richting waarin je je persoonlijk wilt ontwikkelen?”, aldus Roanda Fokkens. Roanda is klinisch informaticus en programmamanager medicatie bij het Regionaal Zorg Communicatie Centrum. Ze is 36 jaar jong, heeft drie jonge kinderen en, zoals ze
Tekst Ilse van den Eeden Foto Evelien Gerrits
Ankie van Rossum lid Raad van Toezicht Ankie van Rossum is in het voorjaar toegetreden tot de Raad van Toezicht van de Reinier van Arkel groep. Zij richt zich op het aandachtsgebied personeel en organisatie, kwaliteit van zorg en veiligheid en volgt Annelies de Moet op. Ankie werkte de afgelopen 10 jaar heeft als bestuurder in diverse ziekenhuizen waarvan de laatste 4 jaar als bestuursvoorzitter van VieCuri. Ze houdt toezicht bij Stichting de Waalboog en ze was toezichthouder bij Karakter in Ede. “Om toezicht te mogen houden bij een Brabantse ggz-instelling met een enorm rijke historie, die daadwerkelijk invulling geeft aan de autonomie van de cliënt in nauw samenspel met de maatschappelijke omgeving, maakt me trots,” aldus Ankie van Rossum. “De expliciete link die de Reinier van Arkel groep legt tussen personeel en kwaliteit en veiligheid, sluit goed aan bij de wijze waarop ik invulling wil geven aan mijn aandachtsgebied binnen de Raad van Toezicht.”
het zelf omschrijft, een niet-westerse migratieachtergrond. “Ik ben grootgebracht met het idee dat je alles kunt worden wat je wilt, toezichthouder is een van die ambities.” Sinds juli 2020 is zij als trainee toegetreden tot de Raad van Toezicht bij Reinier van Arkel. “Een kans die ontstond, we waren er niet doelbewust naar op zoek”, zo geeft Annelies aan. “Het traineeship blijkt uniek in Nederland. Naast Reinier van Arkel is er slechts een andere zorgorganisatie die deze mogelijkheid biedt.” Roanda: “Ik heb op veel plekken navraag gedaan, maar de mogelijkheid om het vak van toezichthouder te leren in de praktijk is er niet. Inmiddels heb ik contact met mijn mede-trainee bin nen de andere zorgorganisatie zodat we samen kunnen reflecteren.” Communicerende vaten Als trainee wordt Roanda door Annelies begeleid. Samen bespreken ze bijeenkom-
sten van de RvT voor en na. Hierbij kijken ze bijvoorbeeld naar hoe je als toezichthouder naar een agendapunt kunt kijken of hoe je je vragen vanuit de rol van toezichthouder stelt. Annelies: “Toezicht houden vraagt dat je een goede sparringpartner kunt zijn voor het bestuur van de organisatie. Je kijkt, adviseert, spiegelt en volgt organisatieontwikkelingen. Het gaat om het zien van de samenhang der dingen. Tegelijkertijd draag je verantwoordelijkheid en ben je werkgever van de Raad van Bestuur. De kunst is regie te voeren op het houden van toezicht vanuit een oprechte interesse en groot intuïtief gevoel, zonder bestuurlijk zelf aan de knoppen te draaien. Je moet op de juiste stoel blijven zitten.” Roanda: “Vraagstukken zijn vaak toegespitst op een onderwerp, maar dienen in een bredere context beschouwd te worden, als de wet van de communicerende vaten. Dat beschouwende, onderzoekende en analy-
seren van situaties past mij. Ook de raad zelf kun je zien als communicerende vaten, het gaat om een optimale balans van allerhande karakters en deskundigheden. En om veiligheid en vertrouwen om open met elkaar te kunnen communiceren, elkaar te bevragen of aan te spreken. Dat is voorwaardelijk in een lerende cultuur. Het vraagt in die zin ook echt wat van de Raad van Toezicht. De ruimte om met elkaar lerend te zijn en open te staan voor de opinie van een jong en op dit gebied onervaren persoon vraagt om een werkelijk gevoelde intrinsieke motivatie.” Het traineeship duurt een jaar. Of de raad daarna opnieuw ruimte biedt aan een trainee wordt later bepaald. Zeker is dat de Raad van Toezicht van Reinier van Arkel het als zijn opdracht ziet om het lerende klimaat hoog in het vaandel te houden en te verankeren in de werkwijze.
REINIER ZOMER 2021
45
Tekst Mireille Borg Foto Cees van Vessem
ACHTER GROND
Centrum voor Trajecten en Bemoeizorg: Een samenwerkingsverband van vijf instellingen
"Wij behandelen niet zelf, maar leiden toe naar een behandeling" Paradijsvogel zijn, het klinkt zo mooi. Maar in de praktijk is het vaak een hard, uitzichtloos en eenzaam leven. “Schrijnend”, zegt Paul Rooijmans in dienst bij Reinier van Arkel en werkzaam bij het Centrum voor Trajecten en Bemoeizorg (CvTB). “Onlangs was ik bij een oudere man op bezoek. De muizen liepen over de tafel waar de man zat te eten.” Op de website van het CvTB, noemen ze hun cliënten de chronische struikelaars die alle hulp afwijzen. Die vaak wantrouwend zijn richting hulpverleners vanwege slechte ervaringen in het verleden. Of omdat ze de weg niet weten in zorgland. Tegelijkertijd bevinden de mensen zich in zorgwekkende situaties. Het zijn jongeren van wie ouders zich ernstig zorgen maken of ouderen die door dementie of andere oorzaken vervuilen en vereenzamen. Samen met haar netwerkpartners biedt het CvTB hulp. Reinier ging in gesprek met Yuri Beset en Paul Rooijmans, beiden in dienst bij Reinier Van Arkel en werkzaam in het samenwerkingsverband CvTB. Ze voelen zich samen
46
REINIER ZOMER 2021
met hun twee andere collega’s Melle van Tilburg en Cees van Vessem de ambassadeurs van Reinier van Arkel in het CvTB. Ondersteuning vragen voor iemand anders “Iedereen mag ons benaderen. We hebben iedere ochtend bureaudienst tot half een. Vragen van melders proberen we direct te beantwoorden. Bij een aanmelding stellen we vragen als: ‘Waarom denk je aan bemoeizorg?’ en ‘Is er al eerder hulpverlening geweest?’ We werken in de gemeente ‘s-Hertogenbosch en in de regiogemeenten. In de regio verlopen de aanmeldingen via de wijkteams van de eigen gemeente, maar aanmelden mag ook direct bij ons. De mensen die contact opnemen, zijn vaak mensen in de omgeving van de persoon. Dat kan een bezorgde moeder zijn of een buurman. Ze vragen ondersteuning voor iemand die het zelf niet vraagt. Ook worden we benaderd door huisartsen. De huisarts heeft vaak al tevergeefs hulp aangeboden en loopt vast. Ons advies aan huisartsen is om bij een vermoeden van dementie of alcoholmisbruik, direct contact op te nemen met de ketenpartners. Maar een huisarts kan
een cliënt ook bij ons aanmelden. Wij weigeren niemand”, vertelt Paul. Voorwerk doen is het halve werk Yuri: “We gaan meestal als eerste na of iemand al eerder in aanraking is geweest met hulpverlening. Onze cliënten zijn vaak teleurgesteld in de reguliere zorg door een negatieve ervaring. We willen weten waarom de reguliere zorg niet heeft gewerkt. We zijn zeer volhardend om in contact te komen. Cliënten reageren vaak niet op een uitnodiging per brief of nemen de telefoon niet op. Wij gaan daarom bij de mensen langs. Soms wel 15 keer en ook buiten kantoortijden, voordat iemand een keer open doet. Onze aanpak verschilt van de reguliere zorg. Wij hebben ook de mogelijkheid om zo te kunnen werken, want we hebben niet de druk van declaraties of afspraken met zorgverzekeraars. Paul vult aan: “Het is een zaligheid om zorg te verlenen zonder tijdsdruk of de druk van declaraties of protocollen. Wij kunnen echt maatwerk bieden. Zo zou eigenlijk de hele zorg moeten zijn.”
Paul Rooijmans, Yuri Beset, Cees van Vessem en Melle van Tilburg
Contact maken en toeleiden naar behandeling “Ons belangrijkste werk is contact te leggen en mensen te verleiden tot zorg. Ook al staan ze vaak niet open voor zorg, ze hebben deze vaak wel hard nodig. Mensen met multi-problematiek, waarbij het soms lastig te bepalen is welk probleem als eerste aangepakt moet worden. Samen gaan we op zoek naar het probleem met de meeste urgentie. Daar proberen we als eerste een oplossing voor te vinden. Soms is dat eten kopen, omdat iemand honger heeft. Of helpen we iemand met verhuizen naar een eigen woonruimte. Daarna volgt de aanpak van de rest van de problemen.” Werken voor de voordeuren van instellingen “Wij behandelen zelf geen cliënten, maar leiden ze naar een behandeling toe bij onze netwerkpartners. We hebben afspraken gemaakt met onze netwerkpartners. Als onze cliënten toe zijn aan behandeling, dan worden ze meteen geholpen bij onze netwerkpartners. Vaak moeten we gebruikmaken van het mo-
Het CvTB is een samenwerkingsverband van 5 organisaties; Cello, Farent, Reinier van Arkel, Maatschappelijke Opvang Den Bosch en Novadic-Kentron. Samen bundelen ze de krachten uit elke organisatie. Het team bestaat uit een groep hulpverleners ieder met hun eigen expertise. Binnen het team wordt er gewerkt in koppels, bijvoorbeeld een hulpverlener van Reinier van Arkel met een hulpverlener van Novadic-Kentron. Vanwege de veiligheid, omdat ze niet altijd weten wat ze van tevoren aantreffen als ze naar iemand op pad gaan. Maar vooral omdat het een voordeel is om samen te kunnen sparren om zo maatwerk te vinden.
ment waarop onze cliënten open staan voor behandeling. Dan moet er wel op dat moment plek zijn, anders bestaat de kans dat iemand toch weer zorg weigert. We zorgen ervoor dat mensen goed worden overgedragen bij de organisatie. We leveren iemand af aan de voordeur en blijven volgen hoe het gaat.” De samenwerking met ketenpartners “We vinden het persoonlijk contact met ketenpartners erg belangrijk. We investeren in contact door dit actief te onderhouden. Zo krijgen we ook zicht op trends of problemen op ieders werkterrein. We proberen elkaar in het werk te ondersteunen. Zo blijft een casus een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid (en niet vanuit een ketengedachte, waarbij het probleem zich verschuift). We netwerken dus actief, om de gezamenlijkheid ook in
het vaandel te houden. Want we weten inmiddels ook dat je bij bekende gezichten elkaar gemakkelijk en beter weet te vinden.” Wensen voor de toekomst “We willen de samenwerking met onze netwerkpartners blijven verbeteren. Het is belangrijk dat we werken vanuit de gezamenlijkheid en niet problemen gaan verplaatsen. Het risico bestaat dat mensen afhaken bij de start van een behandeling. Dan hebben we de afspraak met onze netwerkpartners dat mensen niet meteen uitgeschreven worden. Anders begint de hulpverleningscirkel opnieuw. We kijken dan samen wat er voor nodig is om de behandeling weer op te starten. We zijn hulpverleners en doen wat nodig is om iemand naar behandeling toe te leiden”, besluiten Paul en Yuri.
REINIER ZOMER 2021
47
ACHTER GROND
‘Let’s talk about
Tekst René Berende Foto Nuray Sahin
Seksualiteit en intimiteit bespreekbaar maken Het onderwerp positieve gezondheid heeft de afgelopen jaren zijn opmars gemaakt binnen Reinier van Arkel. Bij positieve gezondheid ligt de focus niet op gezondheidsproblemen en aandoeningen, maar op de mensen zelf. Op hun veerkracht en wat voor hen zinvol en betekenisvol is. Positieve gezondheid is een centraal uitgangspunt dat toenemend terug dient te komen in de behandeling en vanuit deze insteek is de werkgroep seksualiteit en intimiteit te werk gegaan. Reinier sprak hierover met Maartje de Kruijf, GZ-psycholoog in opleiding en seksuoloog bij Reinier van Arkel. ‘Let’s talk about sex’ gaat over de rol die seksualiteit en intimiteit spelen binnen positieve gezondheid. Seksualiteit en intimiteit zijn belangrijke onderdelen van het leven en de identiteit van de mens.
sex’
Het uitgangspunt is dat iedereen intimiteit en seksualiteit op positieve wijze en naar eigen wens kan beleven, ongeacht de aanwezigheid van eventuele kwetsbaarheden. Het gaat over het (opnieuw) vervullen van rollen, zoals die van vriend of partner waarbij verbondenheid is met anderen. Dit kan leiden tot het hervinden van de eigen identiteit, een positiever zelfbeeld, eigenwaarde en kracht. Het gesprek aangaan over seksualiteit en intimiteit op de werkvloer Maartje werkt als GZ-psycholoog i.o. en seksuoloog binnen Reinier van Arkel. Samen met Evi van Orsouw, verpleegkundige en Eva Takaria, kwaliteitsfunctionaris, is zij lid van de werkgroep ‘seksualiteit en inti-
miteit’. Volgens Maartje is aandacht voor seksualiteit en intimiteit van groot belang als onderdeel van gezondheid, maar ook om te zorgen dat hulpverleners er meer met elkaar over in gesprek gaan. Maartje merkt vaak dat hulpverleners onderschatten wat zij de cliënt hierin kunnen bieden. Hoe kunnen we Reinier van Arkel tools geven om te zorgen dat het praten over seksualiteit onderdeel van zorg en behandeling wordt en hoe kunnen we bij de werknemers bewustwording creëren ruimte te maken en ruimte te voelen om seksualiteit te bespreken? Belangrijke doelstellingen waar de werkgroep mee aan de slag wil gaan: Wat is er nodig om gezond seksueel gedrag te bevorderen en hoe kunnen we voorkomen dat ongewenst grensoverschrijdend (seksueel) gedrag plaatsvindt. De werkgroep plaatst publicaties op insite (het intranet van Reinier van Arkel) in de groep ‘Let’s talk about sex’. Denk aan artikelen over gezond seksueel gedrag en psychiatrische kwetsbaarheid. Of informatie over mensen die niet in het hokje van man of vrouw passen, genderdiversiteit. Hoe bekend is genderdiversiteit eigenlijk binnen de geestelijke gezondheidszorg? Hier moet meer aandacht aan besteed worden, en dat is wat Maartje en haar collega’s van de werkgroep tevens willen bewerkstelligen. Informatiebronnen over dit onderwerp onder de aandacht brengen en hulpmiddelen aandragen om het gesprek over seksualiteit en intimiteit op de werkvloer op gang te brengen.
volgens een model, het PLISSIT-model. Dit model begint bij het vragen om permissie om te mogen praten over dit onderwerp, normaliseert dat hierover gesproken wordt en brengt op een systematische wijze in stappen deze gespreksstof onder binnen de behandeling. Er is aandacht voor effecten van medicatie op seksualiteit en intimiteit. Wat brengt een leefstijl met drank en drugs voor effect teweeg binnen dit thema. Er is aandacht voor psycho-educatie over hoe gezonde seksualiteit eruit zou kunnen zien, hoe dat weer anders kan zijn voor een man of een vrouw. Hoe mensen in een relatie in vicieuze cirkels vastlopen in het beleven van hun intieme, seksuele leven. De werkgroep wil seksualiteit en intimiteit uitdragen als een natuurlijk en vanzelfsprekend onderdeel van het leven van ieder mens, zo ook de cliënten in behandeling bij Reinier van Arkel.
Een natuurlijk en vanzelfsprekend onderdeel van het leven De ervaring van Maartje is dat zelf initiatief nemen in vragen naar en in gesprek gaan over seksualiteit en intimiteit, de kans op het kunnen bespreken van seksuele problemen verzesvoudigt. Het in gesprek gaan hierover kan plaatsvinden
REINIER ZOMER 2021
49
ACHTER GROND
Tekst Carla Jacobs Foto: Nuray Sahin
Hoe beïnvloeden sociale relaties en PTSS-klachten elkaar? Elisa van Ee is eerste bijzonder hoogleraar Reinier van Arkel
Per 1 mei jl. is trauma-expert dr. mr. Elisa van Ee benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Psychotraumatologie in ontwikkelingsperspectief’ aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit. Deze leerstoel wordt mogelijk gemaakt door Reinier van Arkel, die hiermee haar eerste bijzonder hoogleraar in huis heeft. Elisa’s gedrevenheid komt voort uit haar wil cliënten met een (complexe) posttraumatische stressstoornis en hun gezinnen te helpen door steeds nieuwe behandelingen te ontwikkelen, te evalueren en te implementeren. Via een Zoom-verbinding vertelt ze vanuit haar werkkamer blij te zijn met haar benoeming. “Het is een erkenning van mijn werk als trauma-expert en onderzoeker.” Elisa werkt sinds 2013 bij het Psychotraumacentrum Zuid Nederland (PTC ZN), onderdeel van Reinier van Arkel. Hier
50
REINIER ZOMER 2021
is ze zowel behandelaar - klinisch psycholoog/psychotherapeut - als wetenschappelijk hoofd van de onderzoekslijn Trauma en Herstel. “Door deze benoeming wordt wat ik doe meer zichtbaar en ik krijg de gelegenheid een belangrijk onderwerp met meer onderzoek te onderbouwen. Ik ga thema’s voor projecten bedenken, onderzoeksopzetten maken en onderzoekers, promovendi en stagiairs begeleiden; een combinatie dus van onderzoek en onderwijs.” Invloed van sociale steun De naam van haar bijzondere leerstoel luidt, zoals te doen gebruikelijk op universiteiten in het Engels: ‘developmental psychotraumatology’, oftewel ‘psychotraumatologie in ontwikkelingsperspectief’. Elisa legt uit waar de leerstoel zich op richt: “Ik ga onderzoeken hoe de steun uit je sociale omgeving het ontstaan en het beloop van een traumatische ervaring en posttraumatische klachten
beïnvloedt. En andersom; hoe beïnvloeden PTSS-symptomen de ontwikkeling van een persoon en zijn naasten? Per leeftijdsfase kan er verschil zijn in wat belangrijk is, dat noemen we het ontwikkelingsperspectief.” In de praktijk ziet ze een grote groep mensen die niet genoeg heeft aan de bestaande, evidence based behandelingen. Mensen gaan van het ene zorgprogramma naar het andere of vallen terug in hun klachten. “De geestelijke gezondheidszorg heeft zich te veel gericht op symptomen en diagnoses, terwijl het belangrijk is te kijken naar de persoon als geheel. Psychisch functioneren vindt altijd plaats in context, dus die moet je meenemen in je behandeling. Zo lever je betere zorg en uiteindelijk mogelijk ook kortere zorg.” De leerstoel geeft Elisa meer stem om dit thema te verankeren bij zowel de geestelijke gezondheidszorg als de universitaire wereld.
Wens om te academiseren Bijzonder hoogleraar word je niet van de ene op de andere dag. Hoe is bij Elisa deze ontwikkeling verlopen? “Nee, dit heb ik niet zo bedacht als student psychologie,” lacht ze. “Toen wilde ik enkel mensen behandelen. Tijdens mijn specialisatie tot klinisch psycholoog ontdekte ik dat ik onderzoek ontzettend interessant vind. Ik werd gegrepen door de mogelijkheid om door wetenschappelijk onderzoek de kwaliteit van de behandeling te vergroten. Zo ontstond mijn ambitie om te promoveren en daarna ben ik doorgegaan met de combinatie van behandeling, onderzoek en onderwijs.” Door de toekenning van het TopGGz-keurmerk groeide de afgelopen jaren de onderzoekstak van het Psychotraumacentrum, tegelijkertijd ontstond binnen Reinier van Arkel de wens om te academiseren. “Dat wil zeggen dat je door wetenschappelijk denken de zorg verbetert. Zo kwamen mijn ontwikke-
Op 17 en 18 juni jl. vond het Europese ESTSS-congres online plaats met een belangrijk thema voor de ggz: Trauma en mentale gezondheid tijdens de wereldwijde pandemie. Het Psychotraumacentrum Zuid Nederland (PTC ZN) leverde hieraan een belangrijke bijdrage. Elisa van Ee presenteerde de door het PTC ZN ontwikkelde module voor zorgprofessionals. En samen met Marloes Eidhof, begeleidde zij een 'group discussion on a framework of good clinical practice for care to health care workers during the COVID-19 pandemic'. Elisa van Ee: “Sommige zorgprofessionals hebben ondersteuning nodig, maar de drempel om ondersteuning te vragen of in therapie te gaan is erg hoog. Bij diegenen die de stap zetten en in therapie gaan, blijken de resultaten van de CoroNAzorgmodule veelbelovend.”
ling en de wens van de organisatie mooi bij elkaar.” Reinier van Arkel vroeg de bijzondere leerstoel aan en in een periode van anderhalf jaar – ‘nog relatief kort’, aldus Elisa – onderzocht het Radboud of deze aanvraag bij hun universiteit paste. Na beoordelingen door allerlei gremia en commissies volgde dit voorjaar Elisa’s benoeming. Later zal nog haar oratie volgen, de inaugurale rede waarmee ze het ambt officieel aanvaardt. Na drie jaar volgt een evaluatie en eventueel een verlenging van vijf jaar. Haar agenda wordt momenteel overspoeld. “Ik werk heel veel nu, dat hoort een beetje bij deze periode. Ik kan me goed opladen door tijd met mijn gezin door te brengen en lekker te sporten. Voor de zomer heb ik stiekem wel verlof gepland”, glimlacht ze, “om aan mijn fantasyroman te schrijven.”
Over het PTC ZN Op het Psychotraumacentrum Zuid Nederland (PTC ZN) worden mensen met een posttraumatische stressstoornis behandeld in de tweede en derde lijn van de specialistische geestelijke gezondheidszorg. De kwaliteit van de behandelingen is aangemerkt met het TopGGz-keurmerk. Om deze kwaliteit te behouden staan onderzoek, ontwikkeling en innovatie van zorg hoog in het vaandel. Dat Elisa nu de positie van bijzonder hoogleraar bekleedt, ziet zij als een erkenning voor de ontwikkeling die het gehele team van het PTC de afgelopen jaren heeft doorgemaakt. “We hebben samen echt een kwaliteitsslag gemaakt.” Zie reiniervanarkel.nl/ptczn REINIER ZOMER 2021
51
NETWERK PSYCHIATRIE
Tekst Mireille Borg en Marjo Roes Foto Jolanda Ruijs- van Rossum
het regioteam
"Mijn grootste wens is me weer veilig voelen in mijn eigen huis" Het regioteam Den Bosch Binnenstad is sinds december 2020 als pilot in bedrijf. De aanpak van dit team richt zich op het transdiagnostisch werken. Dat wil zeggen dat het team, dat uit verschillende disciplines bestaat, aan de slag gaat met cliënten die klachten hebben die niet bij een specifieke stoornis horen. Met de herstelondersteunende intake kijkt het team naar wat cliënten zelf vinden dat ze nodig hebben, wat voor hen belangrijk is om te herstellen. Belangrijk daarbij is de betrokkenheid van familie of andere dierbare naasten. Vandaaruit maken ze een plan. Hoe zijn de ervaringen tot nu toe? Reinier ging in gesprek met Anja, cliënte, en Caglar Arisoy, GZ-psycholoog.
Anja heeft een pittige periode achter de rug met een opeenstapeling van problemen. Zij wordt al een tijdje behandeld voor een eetstoornis in een andere ggz-instelling. Het duurde lang voordat zij hiervoor een passende behandeling had gevonden. Na een eerdere doorverwijzing naar een kliniek, bleek na vijf maanden dat ze niet de juiste diagnose had voor behandeling. Anja: “Dat was een klap in mijn gezicht. Gelukkig kon ik niet lang daarna bij een andere instelling geholpen worden.” Maar hulp voor haar andere psychische proble-
52
REINIER ZOMER 2021
men konden zij haar niet bieden. En zo kon Anja weer zelf op zoek. “Ik dacht wanhopig ‘ik heb nu hulp nodig, ik red het niet meer’.” In januari van dit jaar ging het niet goed. Anja kwam in het ziekenhuis terecht na het innemen van te veel medicatie. Bij thuiskomst kreeg ze via de praktijkondersteuner van de huisarts een verwijzing naar het regioteam van Reinier van Arkel. Binnen een week na doorverwijzing werd Anja gebeld door Palske Zandstra, sociaal psychiatrisch verpleegkundige, voor een uitgebreide telefonische screening.
Warm welkom Caglar: “Binnen een week na aanmelding nemen we contact op met een cliënt voor een eerste telefonische screening. In die screening kijken we of iemand specialistische ggz nodig heeft. Soms kan een basis-ggz-traject of ondersteuning vanuit WMO passender zijn op het moment van aanmelding. Ook kijken we bij deze screening of de hulpvraag al duidelijk gericht is op een specifieke specialistische behandeling, zoals bijvoorbeeld behandeling binnen het Psychotraumacentrum of de verslavingszorg. In die gevallen verwijzen we cliënten door zowel intern als extern.” Anja: “Ik had een fijn gesprek met Palske. Ze heeft een warme stem, maar ze was vooral betrokken. Ik voelde me gehoord en welkom. Ze vroeg hoe het met mij ging. Ik kon mijn verhaal, maar ook mijn vragen aan haar kwijt. Het was verhelderend. Binnen twee weken zou de intake plaatsvinden. Ik had iets om naar uit te kijken, het vooruitzicht geholpen te worden.”
Voor het intakegesprek werd ook de zus van Anja uitgenodigd. Caglar: “Iemand die klachten heeft, heeft die klachten vaak niet alleen. Er is een omgeving bij betrokken die ook wordt geraakt. Daarom nemen we de mensen in de omgeving van de cliënt ook mee in ons traject. Bij Anja konden we zien dat ze een goed netwerk heeft. Haar zus is super betrokken.” Met die steun en betrokkenheid is Anja heel blij. Anja: “Wat ik fijn vind is dat ik snel een gezicht kreeg bij de namen van de behandelaars. Het contact is persoonlijk en betrokken. Ook vond ik het fijn dat ik vooruitzicht had op een behandeling. Het was een enorme opluchting. Mijn zus en ik hadden echt tranen van geluk.” Aan de slag Uit de intake bleek dat Anja vooral behoefte had aan traumabehandeling. Daarnaast kon zij direct aan de slag met een training. En daarmee viel er een enorme last van haar schouders. Anja: “Het is bizar dat ik hier zo snel terechtkon. Ik heb nu EMDR
bij Caglar en op dinsdag en vrijdag volg ik de groepstraining ‘inBalans’.” De basis van deze training is positieve gezondheid. Het accent ligt niet op de ziekte, maar op de mensen zelf en hun veerkracht. Het is een wekelijks programma waarin aandacht is voor onder andere creatieve therapie, yoga en psycho-educatie, in afwisseling met wandelen of andere ontspannende activiteiten. Dit gebeurt onder leiding van trainers van Reinier van Arkel. Een van de trainers is Angelique Kleinloog, zij is naast verpleegkundige ook ervaringsdeskundige. Anja: “Angelique zei: ‘We staan niet boven jullie, we doen dit samen.’ Het geeft een fijn gevoel als er iemand bij is die vanuit eigen ervaring praat en meedoet. Het contact met haar voelt gelijkwaardig. Ook ga ik binnenkort de zelfbeeldgroepstraining volgen. In het begin stond ik sceptisch tegenover een groepsbehandeling, maar het voelt persoonlijk in de groep. En de groepen zijn klein.”
Caglar: “Zelfbeeldproblematiek speelt een rol bij verschillende vormen van psychopathologie en is een transdiagnostische factor. Je kunt vanuit een depressie problemen hebben met je zelfbeeld. Maar ook vanuit persoonlijkheidsproblematiek. Dat soort diagnose-overstijgende problemen kunnen we het beste aanpakken in het regioteam.” Samenwerking De samenwerking met andere instellingen is van groot belang. Op dit moment is er samenwerking met onder andere Ypse, Novadic-Kentron, andere verslavingsklinieken en de Viersprong. Het gebeurt vaak dat instellingen eruit stappen als ergens anders een behandeling start. De kliniek waar Anja wordt behandeld voor haar eetstoornis stelde voor haar behandeling te stoppen nu zij bij Renier van Arkel in behandeling is. Caglar: “Wij hebben Anja geadviseerd de zorg daar nog niet af te ronden. Zij hebben een andere expertise en soms moet die er vooral in blijven. In
REINIER ZOMER 2021
53
>> Het regioteam
dit soort situaties nemen we snel contact op met overige betrokken behandelaren om samen tot een behandelplan te komen. In Anja's geval werd duidelijk dat de behandeling voor haar eetstoornis al ten einde liep. In overleg is besloten dat deze behandeling afgebouwd en beëindigd zal worden. Anja kon al wel starten met haar behandeling binnen het regioteam.
54
REINIER ZOMER 2021
Positieve gezondheid Als Anja met deze klachten op de reguliere manier zou zijn binnengekomen, zou zij waarschijnlijk bij het psychotraumacentrum (PTC) zijn aangemeld. Maar voor een PTSSdiagnose voldoet ze net niet aan de criteria. Omdat de stemmingsklachten op de voorgrond lijken te staan zou ze naar het team stemming- en angststoornissen zijn doorverwezen. Maar als haar stemmings-
klachten voortkomen uit zelfbeeldproblematiek is een doorverwijzing naar team persoonlijkheidsstoornissen een optie. Het regioteam behandelt dit soort diagnose-overstijgende klachten. We hebben een multidisciplinair team en kunnen verschillende behandelvormen bieden. Anja kon hierdoor direct in behandeling bij het regioteam, zowel voor haar traumaklachten als haar zelfbeeldproblematiek.
Evaluatie regioteam Den Bosch Binnenstad
Caglar: “Laten we eerlijk zijn, wachttijden zijn er nu niet. Het team is net nieuw en begint met een lege caseload. Maar als het straks drukker wordt, willen we mensen snel helpen. Daarom is het belangrijk dat we diagnose-overstijgend blijven werken. Mensen die een duidelijke diagnose hebben en hun hulpvraag is daar op gericht, horen bij een specialistische poli. Die mensen verwijzen we door. Daar
Op 1 december 2020 opende het regioteam Den Bosch Binnenstad haar deuren. In juni is de pilot geëvalueerd. In een uitgebreide presentatie werden de ervaringen van cliënten, familie en samenwerkingspartners met de zorgverlening van het regioteam weergegeven. De reacties zijn overwegend positief. Mensen zijn erg blij met de snelheid waarmee de cliënt bij het regioteam terechtkan. Cliënten voelen zich echt gehoord, staan centraal en ervaren gelijkwaardigheid in het contact. De korte lijnen maken de samenwerking gemakkelijker. Allemaal zaken die als positief worden ervaren. Ook de samenwerking met herstelacademie de Stijl wordt als grote toegevoegde waarde genoemd. Door middel van Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) zijn resultaten zichtbaar gemaakt op het gebied van financiën, logistiek, zorginhoud en waardering. De tevredenheid met de dienstverlening is gemeten bij huisartsen en cliënten. Een huisarts geeft aan dat er ”gemakkelijker en doelmatiger contact is” en “het vertrouwen om iemand aan te melden groter wordt”.
naast kijken we of mensen echt een specialistische ggz-behandeling nodig hebben. Door de domeinen van de positieve gezondheid, kunnen we duidelijk in kaart brengen waar de grootste last ligt. Als iemand somber is, omdat hij bijvoorbeeld geen baan heeft, dan moeten we iets aan de werkproblematiek doen. Aandacht hebben voor wat goed gaat We nemen cliënten aan de hand en dragen ze warm over aan het juiste team, zowel intern bij Reinier van Arkel als bij externe partners. Als het goed is, kan het regioteam dan weer uit het traject stappen. Zo kunnen cliënten een kort traject hebben bij het regioteam. Daarnaast hoeven we iemand dan niet op de wachtlijst te plaatsen voor behandeling waar iemand na een lange wachttijd te horen krijgt: we kunnen je niet helpen,
je moet aan de slag met je werkproblematiek. Op die manier doen we ook iets aan het verkleinen van die wachtlijsten.” Aandacht hebben voor wat goed gaat, maakt de problemen kleiner en de afhankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg minder. De kracht in het leven van Anja is haar omgeving, haar sociale contacten. Anja besluit: “Ik heb veel steun in mijn omgeving. Mijn zus, maar ook vriendinnen. Normaal ga ik graag naar festivals en geniet ik van het leven in de binnenstad. In deze coronatijd wandel en klets ik met vriendinnen en speel ik vaak bordspellen met mijn familie. Mijn grootste wens is dat ik me weer veilig kan voelen in mijn eigen huis. Als ik niet zo veel last van spanningen en oplopende emoties heb, gaat het met mijn eetstoornis ook beter.”
De pioniers van het regioteam Den Bosch Binnenstad
REINIER ZOMER 2021
55
ACHTER GROND
Consultatieteam
56
REINIER ZOMER 2021
Tekst Marjo Roes Foto Nuray Sahin
complexe persoonlijkheidsproblematiek
Behandelaar en team staan centraal Wat een paar jaar geleden bij Reinier van Arkel als expertiseteam voor complexe persoonlijkheidsproblematiek in het leven is geroepen, heeft een nieuwe identiteit aangenomen: het Consultatieteam Complexe Persoonlijkheidsproblematiek (CCPP). Het sleutelbegrip in dit consultatieteam is mentaliseren; de gereedschapskist om vastgelopen behandelingen weer vlot te trekken. Collega’s van Reinier van Arkel kunnen een beroep doen op dit team wanneer zij niet verder komen met de behandeling van een cliënt met persoonlijkheidsproblematiek. De hulpverlener en zijn team staan centraal. “We zijn geen experts en komen niet met oplossingen. We denken en voelen mee zodat collega’s meer ruimte krijgen om na te denken, te mentaliseren, over de situatie en welke interventies er nodig zijn.” Reinier ging hierover in gesprek met Rémon Geuze, psychiater FACT regio Zuid en Cees van Soelen, verpleegkundige Deeltijdbehandeling.
“We zijn ongeveer anderhalf jaar geleden overgegaan op deze manier van werken. We kwamen erachter dat de methode van het expertiseteam niet prettig werkte. Mensen ervoeren een hoge drempel om naar ons toe te komen. Op basis van de Ambit-training* zijn we ons toen gaan toeleggen op het mentaliseren: over jezelf en anderen kunnen nadenken als iemand die zijn eigen gedachten, gevoelens en motieven heeft. Dit is heel belangrijk in het intermenselijk contact, om goed op elkaar afgestemd te zijn”, vertelt Rémon. “In het dagelijks verkeer kan dit vrij goed gaan, maar als bijvoorbeeld de spanning te groot wordt of je voelt je onzeker, dan kun je het mentaliseren verliezen. Dit kan zich
REINIER ZOMER 2021
57
>> Consultatieteam complexe persoonlijkheidsproblematiek
op twee manieren uiten. Of je krijgt daardoor een bepaalde sterke overtuiging in jezelf en denkt dat de ander dat ook van jou vindt (equivalentenmodus) of je sluit je in het contact helemaal af voor je eigen gevoelens en gaat praten over ditjes en datjes (pretendmodus).” Mensen met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis schieten vaak in de equivalenten- of de pretendmodus. Cees ziet dat in de deeltijdgroepen terug. “Als een cliënt geen contact heeft met zijn gevoel, dan is de kans groot dat de focus op de inhoud komt te liggen. Het is dan de kunst iemand weer te laten focussen op zijn gevoel, en je niet te laten verleiden mee te gaan in wat er verteld wordt. We vragen dan bijvoorbeeld ‘Wat voel je erbij?’ Dat kan behoorlijk ingewikkeld zijn en het lukt ook niet altijd. “Als de spanning te hoog of te laag is, dan zet je daar een interventie op in. Maar het kan zijn dat iemand zich door jouw interventie totaal niet begrepen of gehoord voelt. Om de kans te vergroten dat die persoon zich wel gesteund gaat voelen, gaat een collega het steunen overnemen. We zijn in de deeltijd altijd met twee collega’s. Je moet dan zelf als de ‘gebeten hond’ de weerstand van de cliënt gaan verdragen.” En als dit allemaal goed gaat, kan het proces van mentaliseren weer worden opgepakt. Vertrouwen in elkaar Wanneer een casus is ingebracht bij het consultatieteam, is het belangrijk dat snel duidelijk wordt wat hun ‘taak’ is. Want hoe helderder de taak, hoe sneller je gericht aan de slag kunt gaan. Rémon: “Een taak gaat over ‘waar heb je steun in nodig?’ of 'waarover wil jij dat we met je nadenken?” We voelen zeer mee met de collega’s die met een behandelprobleem worstelen. Wij willen hen goed begrijpen, mentaliseren over de collega’s die met allerlei emoties en gedachten zitten over zichzelf of over hun cliënt. Soms zijn het organisatorische zaken die
58
REINIER ZOMER 2021
het mentaliseren bemoeilijken en dan is het ook belangrijk dat dat benoemd wordt.” Onmisbaar in deze processen is het vertrouwen dat je het altijd goed met elkaar voor hebt, wat er ook gebeurt. “Als het vertrouwen in elkaar er is, als je met elkaar de verbinding voelt bij een probleem, dan kun je heel goed samenwerken.” De consultaanvrager moet zelf kwetsbaar durven zijn. Cees vult aan: “Je wordt geconfronteerd met je eigen machteloosheid. Je deelt met je collega’s dat je niet onfeilbaar bent.” Werkwijze Als er na de consultatiesessie blijkt dat er nog andere interventies nodig zijn, dan kijket het consultatieteam wat ze daarin kun-
nen betekenen. Op verschillende manieren kunnen ze het mentaliseren ondersteunen. Soms maakt een team gebruik van een systeemopstelling. De consultaanvrager geeft iedereen een plaats in de ruimte zoals hij dat ervaart. Hoe voelt iedereen zich daarbij? Klopt het zo of moet er wat veranderen om de situatie te verbeteren? En wat is er dan voor nodig? Rémon: “Dit is een prachtige methode waarbij de mensen die een rol spelen zich heel erg gaan invoelen in de situatie en in de verschillende personen in het systeem. Een manier om het voelen meer ‘aan’ te krijgen.” Ook werken ze met de desintegratiematrix. “Met deze methode kijk je wie bij de casus betrokken zijn, wat het probleem is volgens betrokkenen per individu en wie het probleem moet oplossen. Zo krijg je inzicht in
Eens per twee weken komt het consultatieteam bij elkaar, waarbij behandelaren zelf aansluiten om hun casus te bespreken. De regiebehandelaar dient de consultaanvraag in. De meeste aanvragen komen van IHT, FACT, HIC en kliniek JBZ. Het team bestaat uit klinisch en gz-psychologen, (sociaalpsychiatrisch) verpleegkundigen en een psychiater, allen behandelaren bij Reinier van Arkel. De voorzitter rouleert; deze bewaakt het proces en houdt in de gaten dat het mentaliseren blijft aanstaan. Als je het consultatieteam wilt inschakelen, dan kan de regiebehandelaar een mail sturen naar consultatieteamcpp@reiniervanarkel.nl
wat er speelt. Ieder gaat nadenken over de rol en de functie van iedereen en hoe ieder tegen het probleem aankijkt. Je gaat hiermee dieper op het proces in”, vertelt Cees. “Ik blijf benadrukken dat het epistemisch vertrouwen* heel belangrijk is”, zegt Rémon. “Dan kun je samen gaan bouwen. Als een collega zich niet gehoord en begrepen voelt, dan komt geen enkel advies bij hem binnen. Alles wat je zegt slaat nergens op omdat er bij hem geen epistemisch vertrouwen is. Dit ontstaat pas als je volledig hebt begrepen wat er bij de collega leeft. Je gaat steunen, steunen en nog eens steunen; en onderzoeken waar de pijn zit. En als je de kern van het probleem te pakken hebt, dan herstelt het mentaliseren bij diegene en heeft hij of zij zelf weer overzicht om te zien wat op dat
moment nodig is.” De consultatietrajecten verlopen verschillend. Sommige collega’s hebben genoeg aan een eenmalig consult. Rémon: “We vinden het dan heel fijn om na een aantal weken terug te horen hoe het is gegaan, hoe de behandelaar het verder heeft weten op te pakken.” Maar soms lopen de consulten door of komt het team na een paar maanden weer terug. “Het gaat dan om heel complexe cliënten. En dat gaat me dan wel aan het hart, als je hoort dat het met een cliënt, bij wie we betrokken zijn geweest, toch weer minder goed gaat. Het gebeurt helaas.” En vervolgt dan: ”Gelukkig krijgen we regelmatig te horen ‘fijn dat jullie met mij meedenken en meekijken naar wat er met mij gebeurt als ik in interactie ben met de cliënt en zijn omgeving’.”
AMBIT-werkwijze AMBIT betekent Adaptive Mentalization Based Integrative Treatment. Het is een werkvorm die op mentaliseren is gebaseerd. Een mentaliserende houding is een open, nieuwsgierige en onwetende houding naar het begrijpen van gedrag van jezelf en anderen als gevolg van mentale toestanden zoals gevoelens, wensen, bedoelingen, etc. Het is een bereidheid om te proberen te begrijpen hoe het is om jou te zijn op dit moment. AMBIT is gebaseerd op de hechtingstheorie en legt een sterke nadruk op het bouwen van relaties.
* Epistemisch vertrouwen gaat over het vertrouwen dat de ander jouw motieven, emoties en gedachten goed begrijpt.
REINIER ZOMER 2021
59
ACHTER GROND
Tekst Michelle Hendriks Foto Jolanda Ruijs - van Rossum
Eerste prijs voor artikel aios Nathalie Frankowski in Tijdschrift voor Psychiatrie Nathalie Frankowski deed tijdens haar opleiding tot psychiater, onderzoek naar de visie van oudere cliënten met langdurige psychiatrische klachten op hun medicatie en de besluitvorming hierover. Met haar artikel won ze de eerste prijs bij de jaarlijkse verkiezing van beste artikel door een assistent in opleiding tot specialist (aios) in het Tijdschrift voor Psychiatrie!
In een tijd waarin de cliënt centraal staat in de zorg en gedeelde besluitvorming de norm is, vroeg Nathalie zich samen met opleider en senior onderzoeker Koen Grootens af hoe dit gesteld is bij de relatief onderbelichte groep oudere cliënten met ernstige, chronisch psychiatrische aandoeningen. In hun studie stelden ze de volgende vragen: Welke wensen hebben psychiatrische cliënten die langdurig in een instelling verblijven en hun behandelaars als het gaat om het verminderen van medicatie? In hoeverre komen deze wensen overeen? En hoeveel kennis hebben cliënten over hun gebruikte medicatie? Gebrekkige kennis Cliënten die verblijven op een afdeling ouderenpsychiatrie hebben weinig kennis over hun medicatiegebruik. Het blijkt dat cliënten zelden in staat zijn alle gebruikte geneesmiddelen bij naam te noemen. Gemiddeld
60
REINIER ZOMER 2021
genomen wisten cliënten ongeveer een derde van hun medicijnen te noemen. Aios Nathalie voegt hieraan toe: “Tijdens de interviews vonden cliënten het prettig hun medicatielijst samen door te nemen. Na jaren gebruik weten ze vaak niet meer waarom ze alle medicatie gebruiken. Sommigen vroegen zelfs om een kopie van de medicatielijst. Het is dan ook zinvol deze cliënten uitleg te geven over de huidige medicatie. Dit kan een opening zijn om medicatie te verminderen. Ruim de helft van de deelnemers vond dat zij veel medicatie gebruikten. En ruim een derde had het idee meer medicatie te gebruiken dan nodig was. De meeste cliënten willen hun medicatie verminderen, maar vinden het vaak moeilijk te besluiten welke medicatie ze niet nodig hebben. Van de 47 deelnemers konden 40 cliën-
ten aangeven welke medicatie ze wilden continueren. Slechts 17 cliënten konden aangeven welke medicatie ze wilden staken. Ruim 51 procent van de cliënten staat wel open voor het minderen van medicatie. Dit neemt toe tot ruim 76 procent wanneer een arts zegt dat minderen mogelijk is. Verschil in voorkeuren Voorkeuren van cliënt en behandelaar komen vaak niet overeen. De meeste cliënten willen doorgaan met sedativa (rustgevende medicijnen) en pijnstillers; huisarts en apotheker willen deze juist minderen of stoppen. Bij gebruik van meerdere antipsychotica willen cliënten graag stoppen met het antipsychoticum dat minder effect of bijwerkingen heeft. Terwijl de psychiater, huisarts en apotheker dit gebruik vaak willen continueren. De psychiater wil antipsychotica ook regelmatig staken wanneer een cliënt er meerdere tegelijk gebruikt. Gesprek met cliënt Het gebruik van vijf of meer verschillende medicijnen (polyfarmacie) en irrationele combinaties van medicijnen komen veelvuldig voor bij cliënten in de langdurige psychiatrie en lijken onvermijdelijk bij complexe
Nathalie Franskowski, aios en Koen Grootens, opleider en senior-onderzoeker
zorg. Dit is een groep cliënten die zich minder hard uitspreekt over hun voorkeuren en geneigd is het doktersadvies af te wachten. Polyfarmacie is echt een groot probleem bij deze groep cliënten. Nathalie heeft veel en nauwkeurig gegevens verzameld en die eerste prijs is volkomen terecht.” Onderzoeksmethode Voor het onderzoek werden 47 cliënten geïnterviewd die tussen 1 april 2016 en 1 juli 2016 verbleven op de verblijfsafdeling Ouderenpsychiatrie van Reinier van Arkel in Vught. Bij alle deelnemers was sprake van polyfarmacie, dat wil zeggen dat ze vijf of meer verschillende medicijnen gebruiken (exclusief dermatologische preparaten).
problematiek. De studie van Nathalie benadrukt het belang van het standaard bespreken van de mogelijkheid tot het minderen van medicatie. Cliënten staan hier meer voor open wanneer een arts dit initiatief neemt en dit onder supervisie van een arts gebeurt. Hier ligt voor artsen een uitgelezen kans. Een gesprek met cliënten over de behoefte aan educatie en behandelvoorkeuren zou deel moeten uitmaken van de periodieke medicatiereviews. Dit met het doel medicatie te minderen, meer bewustzijn van medicatiegebruik te creëren en zorg te leveren waarin de cliënt centraal staat. Door actief de mening van de cliënt uit te vragen, komen arts en cliënt waarschijnlijk vaker op gedeeltelijke overeenstemming.
Juryrapport De jury van het Tijdschrift voor Psychiatrie prees unaniem het belang van de originele, goed opgezette studie, in een weinig onderzochte cliëntengroep: langdurig opgenomen cliënten met complexe psychiatrische problemen. Het artikel heeft didactische waarde voor het belang van betrekken van cliënten bij behandeling en keuzes, ook bij subgroepen met ernstige aandoeningen. Ze vonden het artikel bovendien prettig leesbaar. Koen Grootens sluit zich hierbij aan: “Het bijzondere van deze studie is dat Nathalie juist de cliëntengroep is gaan opzoeken waar andere onderzoekers vaak geen oog voor hebben: ouderen in de langdurige
Onderzoekslijn Gedeelde besluitvorming en klinische farmacologie Het onderzoek past in de onderzoekslijn ‘Gedeelde besluitvorming en klinische farmacologie’. Meer aiossen zijn bezig te onderzoeken wat de wensen en voorkeuren van verschillende groepen cliënten zijn als het gaat om medicatie, hoe we als behandelaren hierover met hen in gesprek gaan en hoe we de zorg het beste kunnen laten aansluiten op deze voorkeuren. Koen Grootens, senior onderzoeker van de onderzoekslijn, zegt hierover: “Farmacotherapie is echt maatwerk en we hebben nog een hoop wetenschappelijke kennis nodig hoe we sneller en beter tot maatwerk kunnen komen.” Referentie Frankowski, N.E.D.M., Grootens, K.P., Van der Stelt, C.A., Noort, A., & Van Marum, R.J. (2019). ‘Zegt u het maar, u bent de dokter’; patiënten op langdurige psychiatrische verblijfsafdelingen over hun medicatie. Tijdschrift voor Psychiatrie, 61, 527-535. https://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/ en/issues/542/articles/12002
REINIER ZOMER 2021
61
UITZICHT
The Sheeptown Project – theaterfestival Boulevard Alexandra Broeder maakt theater met kinderen op het toneel, vaak kwetsbaar, altijd eerlijk. In The Sheeptown Project zijn kinderen onze persoonlijke gidsen naar een andere wereld waar je letterlijk binnenstapt. Onderwerp: onze omgang met psychische kwetsbaarheid. Voor Theaterfestival Boulevard werkt zij samen met Herlaarhof en met kinderen die hier in behandeling zijn. Broeder
neemt met haar artistieke team en de inbreng van deze kinderen een verlaten ruimte aan de rand van de stad over om hier gedurende het festival te bouwen aan een geheel eigen universum op het snijvlak van kunst en psychiatrie. Van 13 t/m 21 augustus kunnen we ons met open blik en open hart laten gidsen door jonge mensen met boven alles een vracht-
Mantelzorgmakelaar Het verlenen van mantelzorg is vaak niet iets waar je voor kiest, het overkomt je. Iemand in je naaste omgeving heeft hulp of zorg nodig. Dit kan intensief en zwaar zijn, waardoor je eigen leven uit balans raakt. Naast de zorg krijg je ook te maken met een ingewikkeld stelsel aan regelingen en voorzieningen. De mantelzorgmakelaar kan helpen in het brengen van overzicht, rust en dus een betere balans. Samen zoek je naar oplossingen. Het doel van deze dienstverlening is ervoor zorgen dat de balans in zorgen weer terugkeert. mantelzorg@balansinzorgen.nl www.balansinzorgen.nl
Cliënten exposeren in het Jeroen Bosch Ziekenhuis Cliënten Reinier exposeren in het Jeroen Bosch Ziekenhuis In de maanden oktober tot en met december 2021 exposeren cliënten van Reinier van Arkel in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ). Deze expositie stond eerst gepland in 2020 maar is toen vanwege de coronamaatregelen verzet naar dit jaar. De kunstcommissie van Reinier van Arkel heeft de inzendingen met als thema ‘kunst als medicijn’ beoordeeld en stelt de expositie samen. De organisatie is mede mogelijk gemaakt door een mooie bijdrage van de stichting ‘Vrienden van Reinier’. Alle bezoekers van het ziekenhuis kunnen deze werken zien in de expositieruimte van de Boulevard in het JBZ. Houd de website van Reinier van Arkel in de gaten voor meer nieuws over deze expositie.
62
REINIER ZOMER 2021
lading durf. Nu wij nog: wat durven wij ervan op te steken? Meer informatie vind je op www.festivalboulevard.nl/nl/programma/id-7018/the-sheeptown-project/
Nieuwe app met keuzehulpen voor toepassen zorgstandaarden (Akwa GGZ) Wat is goede zorg? Welke behandel- en ondersteuningsopties zijn passend? Wat is de volgende stap bij een bepaalde zorgvraag? De antwoorden op deze vragen kon je al vinden op de website van GGZ Standaarden, maar om dit nu nog gemakkelijker te maken heeft Akwa GGZ een app ontwikkeld! De app heeft keuzehulpen voor de zorgstandaarden ADHD, Angst, Bipolair, Persoonlijkheidsstoornissen, Psychose en Psychotrauma. De keuzehulpen voor Autisme en Verslaving gaan binnenkort in ontwikkeling en andere standaarden volgen later. De keuzehulp leidt langs vragen die gaan over bijvoorbeeld het stadium van de stoornis, de primaire zorgvraag, medicatie, of risico op suïcide of zelfbeschadiging. Op basis van de ingevulde antwoorden volgt een advies dat professionals kunnen gebruiken in het gesprek met de cliënt, zijn of haar naasten en/of het team. Afgestemd op de individuele situatie en samen met de cliënt kan een keuze worden gemaakt voor behandeling. De app is gratis te downloaden!
Minder zelfdoding in NoordBrabant na start nieuwe ketensamenwerking (SUPREMOCOL) Sinds de invoering van de regionale suïcidepreventie-aanpak in 2018, zijn de regionale suïcidecijfers met 17% gedaald. Deze daling is veel groter dan het landelijk gemiddelde. Omdat in Noord-Brabant de suïcidecijfers boven het landelijk gemiddelde lagen en meer dan de helft van de suïcidale mensen niet in behandeling bleek binnen de geestelijke gezondheidszorg, was deze aanpak hard nodig. In dit systeem werkt de gehele zorgketen – van huisarts tot welzijnswerken en eerstehulpdiensten – en de gemeenschap, zoals scholen en spoorwegdiensten, samen. Mensen bij wie sprake is van suïcidaliteit kunnen – na hun toestemming – door een professional aangemeld worden.
Ggz-instellingen, politie, ambulancediensten en OM sluiten convenant 'Samenwerking in Brabant'
Na aanmelding zijn deze mensen beter in beeld en worden zij een jaar lang gevolgd. Dat lijkt dus effectief. De Noord-Brabantse aanpak – Suïcide Preventie door Monitoring en Collaborative Care (SUPREMOCOL) genoemd – gaat uit van het principe ‘It takes a village to raise a child’. Professionals, zowel hulpverleners als niethulpverleners, worden betrokken in de keten rondom mensen bij wie sprake is van suïcidaliteit om te voorkomen dat zij tussen wal en schip terechtkomen. Bron: Medical Facts .
Telefonische advieslijn eetstoornissenzorg K-EETi voor zorgprofessionals K-EETi is de landelijke, telefonische advieslijn voor zorg- en jeugdhulpprofessionals met vragen over eetstoornissenzorg. Onder andere het Hoogspecialistisch Centrum voor Eetstoornissen van GGZ Oost Brabant levert hier een bijdrage aan. Kinderen en jongeren met een eetstoornis moeten eerder worden herkend, beter worden begrepen en eerder en beter worden behandeld. Om dit mogelijk te maken is het belangrijk dat zorg- en jeugdhulpprofessionals toegang hebben tot relevante kennis en expertise. Daarom start K-EET, landelijke ketenaanpak eetstoornissen, met de collegiale, telefonische advieslijn voor zorg- en jeugdhulpprofessionals K-EETi. Vanaf nu iedere werkdag bereikbaar tussen 12.00 en 13.00 uur via 085-760 3375.
De politie, GGz Eindhoven, GGZ Oost Brabant, Reinier van Arkel, RAV Brabant Midden-West-Noord, Ambulancezorg Gelderland-Zuid, RAV BrabantZuidoost én het Openbaar Ministerie hebben begin juli gezamenlijk het ‘Convenant samenwerking in Brabant’ gesloten. De partijen werken vanaf nu nog nauwer samen op thema’s als orde en veiligheid, aangiftebeleid, vervoer en informatie-uitwisseling. In het convenant zijn o.a. aanvullende afspraken gemaakt over crisisbeoordeling, samenwerkingen op de ggzterreinen en in de wijk. Waarom OostBrabant breed? Afgelopen jaren zijn er successen opgedaan, die regionaal benut kunnen worden. Door gezamenlijk één convenant op te stellen wordt geïnvesteerd in een gemeenschappelijke taal en eenduidige beeldvorming. Het doel is om de samenwerking te verbeteren om de samenleving, onze cliënten en onze medewerkers beter te kunnen dienen op een aantal gebieden. Tom van Mierlo, bestuurder Reinier van Arkel, over het sluiten van dit convenant: “Ik ben blij dat we deze overeenkomst in Brabant hebben kunnen sluiten, het convenant gaat bijdragen aan een betere afstemming rondom veiligheid en zorg voor onze kwetsbare cliënten én onze medewerkers van GGZ en politie.”
VPRO-programmamakers bij GGzE: 100 dagen in je hoofd Hoe is het om ziek in je hoofd te zijn? Wie zijn dat eigenlijk, de mensen die we in de volksmond ‘gek’ noemen? En hoe groot is het verschil nou helemaal tussen mensen die in een psychiatrische kliniek belanden en anderen in de samenleving? In de zesdelige documentaireserie '100 dagen in je hoofd' dompelen Tim den Besten en Nicolaas Veul zich onder in de wereld van de psychiatrie. Ze gaan aan de slag als bijzonder stagiair op twee afdelingen van GGzE. Hier verkennen ze wat er omgaat in mensen die kampen met ernstige geestelijke problemen. '100 dagen in je hoofd' is vanaf donderdag 21 oktober wekelijks te zien bij de VPRO op NPO 3.
REINIER ZOMER 2021
63
Met onderzoek betere zorg! Wetenschappelijk onderzoek is een middel om de zorg te verbeteren, om dat te doen wat het beste is voor cliënten en hun naasten. Onderzoek binnen Reinier van Arkel is praktijkgericht. De nieuwe inzichten passen we toe in onze zorg met nadruk op het bevorderen van het herstel van cliënten. Iedereen binnen Reinier van Arkel kan hieraan bijdragen. Bijvoorbeeld door deelnemers te werven voor een onderzoek, vragenlijsten af te nemen of te helpen bij de vertaling van resultaten naar de praktijk. Ook is het mogelijk zelf een onderzoek op te zetten. De senior onderzoekers binnen Reinier van Arkel denken dan graag met je mee.
COMMISSIE WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK (CWO)
WETENSCHAPPELIJKE KERNRAAD (WKR)
Beoordeelt onderzoeksprotocollen op wetenschappelijke kwaliteit en haalbaarheid. Waarborgt kwaliteit door toetsing.
Bevordert het academisch denken. Stimuleert, professionaliseert en toont wetenschappelijk onderzoek binnen Reinier van Arkel.
Onderzoekslijnen bij Reinier van Arkel
Gedeelde besluitvorming en Klinische Farmacologie
Persoonlijkheidsproblematiek
Senior onderzoeker: Dr. Koen Grootens
Senior onderzoeker: Dr. Paul van der Heijden
RESULTAATVOORBEELD
Richtlijnen voor het voorschrijven van lithium als er sprake is van bijwerkingen. Nieuw behandelprogramma voor patiënten met therapieresistentie schizofrenie (STAP).
RESULTAATVOORBEELD
Kennis over het ontstaan van psychische stoornissen bij jongeren. Ontwikkeling van gerichte behandelingen om te voorkomen dat het erger wordt.
Herstelondersteunende Netwerkzorg Coördinatie: Virginie van Boven, MANP. Onderzoeker: Drs. Koen Westen, BN SPV MSW RESULTAATVOORBEELD
Inzicht in effectiviteit van herstelondersteunende zorg en bijbehorende zorgmodellen. Versterken van samenwerking tussen netwerkpartners ten behoeve van sociale inclusie.
Trauma en Herstel Senior onderzoeker: Prof. dr. Elisa van Ee
RESULTAATVOORBEELD
Ontwikkeling van trapsgewijze gezinszorg binnen PTC. Evidence based clinical practice is verankerd geraakt op de werkvloer.