Carrera Motors Magazine fall-winter 2007

Page 46

Jaargang 1 – Nummer 2 Herfst 2007

Carrera Motors Magazine verschijnt zesmaandelijks (maart/september) op 5.000 exemplaren. Het wordt gratis en per post toegestuurd aan de klanten van Carrera Motors Porsche Centre, alsook naar een aantal geselecteerde adressen in de regio.

Verantwoordelijke Uitgever

Philippe De Groulaer

Marolleweg 4 – 9770 Kruishoutem

℡ 0475/290 911 – 09/270 00 64 dgp@online.be

Concept & Realisatie

DGP Productions

Drukwerk Drukkerij Schaubroeck

Steenweg Deinze 154 – 9810 Nazareth www.schaubroeck.be

Opdrachtgever

Carrera Motors Porsche Centre NV

Kortrijksesteenweg 11 – 9830 Sint-Martens-Latem

℡ 09/282 24 22 – 09/282 24 74 www.carreramotors.be – porsche@carreramotors.be

Redacteurs

Arne Rombouts – Ruud Vos – Nova

Philippe De Groulaer – Jaap Croese

Gert Crum – Thomas Weyts

Reinout Strever – Bob Minnekeer

Abonnementen

Een abonnement op Carrera Motors Magazine is verkrijgbaar voor 12 Euro/jaar + portkosten.

DGP Productions @ ING 390-0344647-61

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de samenstelling van deze uitgave is uiterste zorg besteed, desondanks kan niet worden ingestaan voor de feitelijke juistheid of volledigheid van de opgenomen gegevens. In geen geval kan er een juridische basis worden aan ontleend. De redactie en uitgever aanvaarden geen aansprakelijkheid voor de volstrekte juistheid en volledigheid van gegevens van de in deze uitgave opgenomen teksten. ©2007 Carrera Motors Magazine.

INHOUD

2. De Wally Esense is een essentieel en sensueel jacht van 143 voet, volledig vervaardigd uit koolstofvezel en veruit de grootste Wally ooit. Maar wat deze boot zo uniek maakt, is het innovatieve dekdesign dat je eerder zou verwachten bij een raceboot dan bij een zeecruiser.

12. Porsche 911 Turbo Cabriolet. Twintig jaar geleden zag de eerste 911 Turbo met de klassiek ogende ‘softtop’ voor het eerst het levenslicht. De traditie wordt voortgezet met een nieuwe cabrio versie van het topmodel van de 911-serie.

14. Victory Motorcycles. Portret van een eigenzinnig Amerikaans merk en hun opvallende V-twins met potentie.

24. Grob’s gevleugelde SUV. Tijdens de 46ste editie van de Paris Airshow Le Bourget rolt het Duitse Grob Aerospace tot aller verrassing een tweemotorige business jet uit de hangar. Het toestel oogde niet alleen vliegwaardig, het was het ook.

28. Whisky heeft zonder meer de wereld veroverd. Dit artikel speelt in op de tegenwoordige toegankelijkheid van het complete whiskygamma, dat gedurende de laatste tien jaar een ongelofelijke schatkamer aan diversen blootlegde. Alle aspecten over whisky komen aan bod.

38. Catalonië, het paradijs voor échte golfspelers. In Catalonië vindt men een aantal van de meest prestigieuze golfcourses in Zuid-Europa. Excellente faciliteiten en exclusieve banen met de voordelen van het aangename klimaat.

46. Toeren, cruisen en ... scheuren: Harley-Davidson 2008

48. Architect Paul Robbrecht: Architectuur is een monnikenbezigheid.

54. De zeven momenten van Jean-Pierre Gabriel. JeanPierre Gabriel werkt reeds 25 jaar als fotograaf op het hoogste niveau. Wie in het kokerellen geïnteresseerd is of een boek over tuinen koopt, zal hem zeker kennen.

64. Champagne, een wijn voor de groten der aarde. Er is maar één appellation Champagne. Alle volgens de méthode champenoise geproduceerde mousserende wijn uit het afgebakende gebied van Champagne is champagne.

72. Mentale gebruiksvoorwerpen, Boy & Erik Stappaerts: De geniale stroomlijning van de kunstwereld.

78. IWC is gespecialiseerd in gecompliceerde uurwerken met eeuwigdurende kalenders, enkele én dubbele maanfasen tot 577 jaar en waterdichtheden tot 2000 meter.

82. Cayman S “Porsche Design Edition 1”: Porsche brengt in november 2007 de Cayman S “Porsche Design Edition 1” in een speciale beperkte serie op de markt.

86. Opwindende gadgets.

92. Kent de fiscus weldra uw vermogen?

36. De krachtigste in serie gebouwde 911. Porsche stelt met de nieuwe 911 GT2 op de IAA in Frankfurt de totnogtoe krachtigste in serie gebouwde 911 voor. Het opmerkelijke design met de grote luchtinlaten vooraan alsook de karakteristieke achterspoiler maken reeds in stilstand het potentieel van het snelste 911model kenbaar.

18. Oman, een tocht door het onbekende. Het boek “Oman, A Pictorial Tour”, een werk van Jaap Croese, neemt ons mee op een fotografische toer door alle verschillende regio’s, met elk hun eigen unieke bevolking, cultuur en natuur.

60. De nieuwe elegantie van Kris Van Assche. Na ruim tien jaar alleen aan eigen collecties te hebben gewerkt, is de Vlaamse modeontwerper Kris Van Assche terug bij Dior Homme als creative director.

Carrera Motors Magazine 09/2007 1
70. Ballonvaren, driedimensionaal genieten. De Carrera Motors ballon is met zijn 12.000 m³ veruit de grootste van België en behoort qua volume wereldwijd tot de top 3.
2 Carrera Motors Magazine 09/2007
Hoewel de Esense een heel modern jacht is, heeft ze toch nog klassieke proporties. Een beetje zoals de grote boten uit de jaren 20: ze lijkt kleiner dan ze eigenlijk is.

Alle tradities overboord

Wally bevaart nieuwe zeeën met de 143-voet Esense

Wally's laten geen enkele zeilbooteigenaar onberoerd. Er zijn de traditionalisten die de wenkbrauwen fronsen bij het zien van de strak gestileerde vormgeving en de opzichtige kleuren en dan zijn er de enthousiastelingen voor wie Luca Bassani een soort halfgod is die op de aarde is neergedaald om de “witte boot” desig-

ners eens goed wakker te schudden. Zoals altijd ligt de waarheid ergens in het midden, maar ik wed dat iedereen ondersteboven zal zijn van de prachtige lijnen van de nieuwe 143 voet (43 meter) lange Wally, Esense. Haar naam zegt het al, dit jacht is essentieel en sensueel. Volledig in koolstofvezel en veruit de grootste Wally ooit, is duidelijk een volgende stap in de filosofie van het bedrijf, maar wat deze boot zo uniek maakt, is het innovatieve dekdesign dat je eerder zou verwachten bij een raceboot dan bij een zeekruiser.

Carrera Motors Magazine 09/2007 3 door DGP foto’s Gilles Martin-Raget & Toni Meneguzzo
Essense
Wally
© Gilles Martin-Raget

Het versmolten en vacuüm gesealde teakhouten dek vormt in feite een enorme stuurhut die wordt omgeven door relingen van bijna een meter hoog, enkel onderbroken door een glazen luik en een centrale zitruimte met eettafel. Alle zeilen zijn bijgezet om de hoge relingen, ook al een typisch kenmerk bij vorige Wally-jachten, volledig in de rompstructuur te integreren, wat resulteert in een meterslang vlak bakdek; stevig langsverband voor het uitgestrekte bakdek bij gebrek aan spanten. De relingen zorgen voor veel opbergruimte en hier bevinden zich ook de kikkers, de vulgaten van de brandstoftank, de airco-units en veel van het staand en lopend want. Op het dek is dus, behalve de zeilvallen en toppenants, geen touw te bekennen. Deze relingen, even breed als hoog, geven een heel nieuwe betekenis aan op de reling zitten, hoewel de zwarte koolstofvezel wel eens heel heet zou kunnen worden in de zon.

Op een dek van ruim 185 vierkante meter vindt iedereen wel een plaatsje, niet alleen de acht voorziene slaapgasten, en dat is nu pre-

“De grootste stap voor Wally was afstappen van de hele 24-volt geruisloze zeilfilosofie”, legt hij uit. “We hebben meteen moeten aanvaarden dat er altijd een generator zou draaien, dus hebben we gekozen voor volledige gensets en zo meteen ook batterijgewicht uitgespaard.”

Naast de twee Westerbeke-generatoren van 45 kW (bijna 200 kilo lichter dan de versies van Northern Lights) die de boot volledig van stroom kunnen voorzien, staan op de technische fiche ook een krachtige Caterpillar-motor van 550 pk, een zoetwatertank van goed 7000 liter met twee HEM-watermakers die via osmose zo’n 5000 liter water per dag kunnen produceren en een ruime brandstoftank van 14000 liter waar je op de Atlantische Oceaan zo’n 3000 mijlen mee doet aan een snelheid van 13 knopen. En het kan nog lichter en compacter: de standaard versnellingsbak met voor- en achteruitversnellingen heeft plaatsgemaakt voor het Servogear-stuursysteem met verstelbare aandrijving dat enkel rekent op de hydraulische pompeenheid. Het jacht is ook uitgerust met een unieke stuurbekrachtiging. Wally heeft gesleuteld aan een snel en eenvoudig ophaalkielsysteem

cies de raison d’être van dit jacht. Ja, dit ontwerp van bootdesigner Bill Tripp doorklieft de golven als boter en ja, met haar gestripte look is dit de bootversie van de Wild Oats of de Alfa Romeo, maar de Esense is toch vooral het eerste zeiljacht van de jonge Italiaanse eigenaars en voorlopig zijn ze niet van plan ermee te racen.

“De familie heeft zich eerder laten verleiden door de styling en look van Wally-jachten dan door de prestaties”, geeft scheepsexpert en ingenieur Graham Pickering toe, die de familie bij de aankoop heeft vertegenwoordigd. “Ze wilden veel ruimte om te feesten en te ontspannen, gecombineerd met transatlantische capaciteit en een grote designstrik van Wally er rond.”

Wally-jachten staan niet meteen bekend als robuuste offshorekruisers, maar de Esense is een sterk tegenargument voor de eeuwige kritiek dat Wally-jachten “mediterrane dagzeilers” zijn. Dit is de eerste serieuze poging van het bedrijf om een echte wereldcruiser te bouwen, niet alleen qua afmetingen, maar ook door de boordsystemen op te voeren. Pickering heeft zijn zeg gehad in de keuze van de uitrusting van A tot Z.

Wally’s Esense, krijgt het laatste woord als het over stijl in krachtige zeiljachten gaat.

aan boord van de Esense om de diepgang te variëren van zes tot vier meter, met ophaalgerei voor de 50 ton wegende loden bulb en stalen vin. Het probleem bij ophaalbare kielen is om ze veilig op hun plaats houden, zodat de verticale druk van de hoofdram en een wigprofiel bovenaan de vin het systeem vergrendeld en waterdicht houden. Bovendeks doet de kielkast meteen ook dienst als voet van de eettafel –heel handig. Wally heeft heel wat tests laten uitvoeren bij Milan Polytechnic om de romp intact te houden, mocht de kiel ooit vastlopen. Op de Esense is de hoofdram zo ingesteld dat die een specifieke tolerantie kan verdragen en ingetrokken wordt bij impact. Maar in de toekomst wil Wally zijn boten aan de voorzijde van de bulb uitrusten met “kreukelzones”, die volgens studies de stootbelasting op de romp met niet minder dan 40 procent doen dalen. Het bedrijf heeft een dergelijke situatie aan den lijve kunnen ondervinden – zij het met tegenzin – aan boord van de Open Season, die vorige zomer in Porto Cervo tegen

4 Carrera Motors Magazine 09/2007
Wally Essense
© Gilles Martin-Raget

Het uitzicht achter het roer van een Wally is even eenvoudig en duidelijk als de visie van de bedrijfsoprichter.

De Esense, volledig in koolstofvezel en veruit de grootste Wally ooit, is duidelijk een volgende stap in de filosofie van het bedrijf. Maar wat deze boot zo uniek maakt, is het innovatieve dekdesign dat je eerder zou verwachten bij een raceboot dan bij een zeekruiser.

Carrera Motors Magazine 09/2007 5
© Gilles Martin-Raget © Gilles Martin-Raget © Gilles Martin-Raget
6 Carrera Motors Magazine 09/2007
© Gilles Martin-Raget © Gilles Martin-Raget © Gilles Martin-Raget

een snelheid van negen knopen vastgelopen is zonder schade. Neergelaten vormen de 18 voet diepgang en de 21 voet lange bulb een tegenwicht voor de 900 vierkante meter 3DL-zeilen van North Sails om de Esense een fantastische versnelling te geven. Bij zwakke wind bouwt het jacht heel snel een eigen schijnbare windsnelheid op.

Alle jachten van Wally zijn gebruiksvriendelijk, maar Bassani stond probleemloos alleen aan het roer van de Esense bij het gijpen en loeven door de joysticks te bedienen die verbonden zijn met de Cariboni Magic Trim. Dit systeem is een handige innovatie op een grote boot met een beperkte bemanning als schoten snel geruimd of aangehaald moeten worden. Door de rolreefvoorzeilen en dito grootzeil (het rolreefsysteem in de mast kan het grootzeil in enkele minuten tijd uitrollen) heb je geen gedoe met zeilen door leuvers halen, de boot kan meteen uitvaren. In echte Wally-stijl is de zichtbare uitrusting aan dek beperkt tot vier lieren en twee bolders, op een kluitje rond de 57 meter hoge mast van geïmpregneerde koolstof, getekend Hall Spars. De par-

doen en de intrekbare boegschroeven van Max Power worden bediend met drukknoppen op de stuurhutconsole. Dus als u foto’s ziet van de Esense met alleen kapitein Sergio Lottini aan het roer, wees gerust, dat is niet gewoon een publiciteitsstunt.

Topprestaties bij zwakke wind en een vingervlugge bediening, dat heeft Tripp voor ogen gehouden bij het ontwerpen van de romp en onderwateruitrusting. “Dit is een grote boot, maar in het water lijkt ze eerder een jol dan een superjacht”, zegt de designer.

De Esense veroorzaakt zo goed als geen boeggolf. Hoe? Door de achterplecht af te platten, de boeg uit het water te tillen en de dekbalk zo lang mogelijk te maken. Dit gaat lijnrecht in tegen zowat alles wat Tripp als scheepsbouwer geleerd heeft, maar de dynamische vaarkracht van de boot verhindert dat ze duikt.

“We hebben bereikt wat we wilden bereiken, en dat geeft enorm veel voldoening”, geeft Tripp toe. “Wat ik vooral zo fantastisch vond aan dit project, was werken met zulke afmetingen en de boot toch in evenwicht houden. Dus hoewel de Esense een heel modern jacht is, heeft ze toch nog klassieke proporties. Een beetje zoals de grote boten uit de jaren 20: ze lijkt kleiner dan ze eigenlijk is.”

De Franse interieurontwerpster Odile Decq, een gepassioneerd zeilster uit Bretagne, heeft voor haar eerste bootproject gekozen voor een loftachtige lay-out die alle tradities overboord gooit. “Ik hou niet van smalle gangen en heb vaste scheidingen zo veel mogelijk vermeden”, legt Decq uit. Resultaat: een heel modulair interieur dat zowat

Carrera Motors Magazine 09/2007 7
Essense
Wally
© Toni Meneguzzo © Toni Meneguzzo

De Franse interieurontwerpster Odile Decq, een gepassioneerd zeilster uit Bretagne, heeft voor haar eerste bootproject gekozen voor een loftachtige lay-out die alle tradities overboord gooit.

aan alle wensen en omstandigheden kan worden aangepast. Vanuit het grote salon kijk je door een muur van glas uit over de achtersteven met het kielwater op ooghoogte. Dit is een multifunctionele ruimte waar je makkelijk zo’n 40 gasten kunt uitnodigen voor een feestje of de ruimte kan omgetoverd worden tot twee hutten met twee bedden en een eigen badkamer door enkele muurpanelen op te vouwen of in te schuiven. Een buitengewone en ingenieuze transformatie, vooral omdat ook aan opbergruimte is gedacht. Open een – zo lijkt het –doodgewoon paneel van koolstoflaminaat en voilà: een minibar of een audiovisueel systeem van VideoWorks. Genoeg opbergruimte vinden kan een probleem zijn, zelfs op een zeilboot van 143 voet, maar op de Esense, met een interieur dat zo lijkt weggelopen uit een handboek architecturale origami, lukt dat wonderwel. Origamistijl, dat geldt ook voor het midscheepse atrium dat bereikbaar is via het luik in het bovendek. Je lijkt binnen te stappen in een hotellobby met een rode gelamineerde bar waar gasten verwelkomd worden met een lekkere cocktail. Aan stuurboord loopt de bar over in de kombuis, maar via een uitschuifbaar scherm van melkglas kan de ruimte opgedeeld worden om de kombuis en eethoek volledig af te sluiten. Een bewijs van de langeafstandscapaciteit van het jacht: de twee op maat gemaakte koelkast-vriezers, met daarbovenop nog ‘s 800 liter vriesruimte onder de vloer van de kombuis. Aan bakboord kan een sofa in een handomdraai afgeschermd worden om een derde gastenhut te vormen met twee Pullman-slaapplaatsen. Aan bakboord zijn tegen de binnenboordse wand van een gang rode en zwarte koolstof planken bevestigd met een chromen sierlijst. “Het enige dat ik niet kon verplaatsen was de machinekamer”, zegt Decq, “dus van die gang heb ik een bibliotheek gemaakt.”

Deze gang leidt langs een toilet, radiokamer, elektronicakamer en machinekamer naar de suite van de eigenaar. Deze suite is de enige vaste cabine aan boord van het jacht en is voorzien van een kantoorruimte met een flatscreencomputer, weggewerkt achter een paneel van koolstofvezel, en een trainingstoestel opgeborgen onder de zitbank. Maar hét pronkstuk van deze suite is wel de badkamer, met een enorme douche en een bad van koolstofvezel onder een hydraulisch aangedreven rooster van teak en titanium. Twee boilers van drie kW zouden eigenlijk genoeg geweest zijn voor de warmwaterbehoeften van het jacht, maar omwille van het bad moest een derde unit van vijf kW geïnstalleerd worden. Zelfs de glazen wanden van de badkamer worden verwarmd om condensatievorming te voorkomen.

Zo’n gedurfd interieurdesign zou ondenkbaar geweest zijn voor de komst van lichtgewicht composietmaterialen en Decq vindt het heerlijk werken met koolstofvezel. “Koolstofvezel is zo licht, je kunt er alle kanten mee uit, en ik ben dol op de glanzende, zijdezachte afwerking”, zegt ze.

Haar geometrische vlakken sluiten naadloos aan bij de strakke lijnen van romp en bakdek. De Esense is nog maar de eerste in een hele reeks megazeilers van meer dan 100 voet uit de Wally-stal. Drukke tij-

den in Fano, waar Luca Bassani de lat heel wat hoger legt op het vlak van afmetingen en naar eigen zeggen een half dozijn geïnteresseerden heeft voor soortgelijke projecten. <<>>

Info: www.wally.com

8 Carrera Motors Magazine 09/2007 Wally Essense
© Toni Meneguzzo © Toni Meneguzzo © Gilles Martin-Raget
Flat Six P’6340 Automatic Chronograph Infos & folders : Tel.: 02 772 25 50www.porschedesign-gaye.eu Dampoortstraat 1-2-3 - 9000 Gent Tel. : 09 225 50 45 - www.vanhoutteghem.com

De Porsche 911 Turbo Cabriolet

Openlucht-sensatie

Twintig jaar geleden zag de eerste 911 Turbo met de klassiek ogende ‘softtop’ voor het eerst het levenslicht. De traditie wordt voortgezet met een nieuwe cabrio versie van het topmodel van de 911-serie. De open 2+2 zitter biedt de rijeigenschappen van een high-performance sportwagen zonder daarbij afbreuk te doen aan het comfortabele rijplezier van een convertible. Het brandstofverbruik van de 911 Turbo Cabriolet is, ten opzichte van dat van zijn concurrenten, spaarzaam dankzij het doeltreffende design, de voortreffelijke aerodynamica en de vooruitstrevende motortechnologie.

Net als de 911 Turbo Coupé is de Cabriolet voorzien van een 3.6 liter zescilinder boxermotor. Deze is uitgerust met twee turbo’s en Porsches ‘Variable Turbine Geometry’ (VTG). De krachtbron heeft een vermogen van 353 kW/480 pk en een koppel van 620 Nm bij 1.950 toeren per minuut. Ook is voor de 911 Turbo Cabriolet het nieuwe, optionele ‘Sport Chrono Turbo Package’ verkrijgbaar. Door de overboostfunctie maakt het pakket tijdelijk een koppel van 680 Nm mogelijk.

De handgeschakelde versie accelereert in slechts vier seconden van 0 naar 100 km/h. Met de Tiptronic S wordt de standaardsprint nog eens 0,2 seconde sneller afgelegd. Beide versies staan garant voor een topsnelheid van 310 km/h. De 911 Turbo Cabriolet verbruikt op elke 100 kilometer 12,9 liter brandstof. Voorbeeldige cijfers ten opzichte van de concurrentie.

De open versie van de 911 Turbo weegt slechts 70 kilogram meer dan de Coupé-versie, ondanks de voor een cabriolet vereiste verstevigingen aan de carrosserie en de aanwezigheid van een uitklapbaar beschermingssysteem voor de inzittenden in geval de auto zou omslaan. Deze automatisch uitschuivende rollbars bevinden zich achter de achterstoelen. Het lichtgewicht, in drielagen uitgevoerde stoffen dak, dat in zo’n twintig seconden kan worden geopend of gesloten, zorgt voor een gunstig laag zwaartepunt.

Het onderstel is afgestemd op de specifieke vereisten die voor een cabrio gelden en is standaard voorzien van de actieve wielophanging ‘Porsche Active Suspension Management’ (PASM). Hiermee biedt de nieuwe 911 Turbo Cabriolet de sportieve rijeigenschappen die zo typerend zijn voor een Porsche 911. De nieuwe 911 Turbo Cabriolet combineert een hoge mate van veiligheid met aantrekkelijke rijkwaliteiten. Zijn buitengewone prestaties dankt de 911 Turbo Cabriolet ook aan zaken als het ‘Porsche Stability Management’ (PSM) en het ‘Porsche Traction Management’ (PTM). Deze systemen zorgen voor een uitstekende grip onder alle omstandigheden. PTM bestaat uit een elektronisch gestuurde, meervoudige platenkoppeling. Deze verdeelt het motorvermogen over de voor- en achterwielen. Intervallen tussen de verdeling van vermogen over de voor- en achteras nemen niet meer dan 100 milliseconden in beslag.

Met een luchtweerstandscoëfficiënt van Cw 0,31 begeeft de 911 Turbo Cabriolet zich op het niveau van de coupé modellen. De achterspoiler zorgt ervoor dat de 911 Turbo Cabriolet de enige cabriolet is die af-fabriek neerwaartse druk genereert op de achteras. Bij een snelheid van 120 km/h komt de achterspoiler automatisch uit de achtersteven omhoog. De spoiler reikt drie centimeter hoger dan die van de 911 Coupé. De 911 Turbo Cabriolet is standaard uitgerust met passieve veiligheidsvoorzieningen als zes airbags en het al eerder genoemde ‘rollover’-protectiesysteem. Behalve de rollbars achter de achterste zitrij zorgt ook een met stalen buizen verstevigd voorruitframe voor bescherming van de inzittenden. Hiermee voldoet de 911 Turbo Cabriolet aan alle wettelijke veiligheidseisen. Verder is de nieuwe 911 Turbo Cabriolet uitgerust met een remsysteem dat is opgewassen tegen het uitzonderlijke prestatieniveau van de auto. De voorste remschijven zijn elk voorzien van zes zuigers, afkomstig van de Porsche Carrera GT. Optioneel is het lichte Porsche Ceramic Composite Brake (PCCB) – dat zich in de racerij ruimschoots heeft bewezen – verkrijgbaar. De 911 Turbo Cabriolet wordt dan rondom uitgerust met keramische remschijven. <<>>

Met een luchtweerstandscoëfficiënt van Cw 0,31 begeeft de 911 Turbo Cabriolet zich op het niveau van de coupé modellen. De achterspoiler zorgt ervoor dat de 911 Turbo Cabriolet de enige cabriolet is die af-fabriek neerwaartse druk genereert op de achteras.

12 Carrera Motors Magazine 09/2007
Porsche 911 Turbo Cabriolet foto’s Porsche AG
Carrera Motors Magazine 09/2007 13

Het Amerikaanse Victory Motorcycles heeft in de achterliggende tien jaar bewezen de concurrentie aan te kunnen met het ‘andere beroemde merk’ uit Milwaukee. Sterker: voor modeljaar 2008 zegt het management van Victory doodgemoedereerd dat ze de Amerikaanse motorgeschiedenis niet gaat herschrijven, maar dat ze geschiedenis gaan schrijven met de nieuwe Victory Vision. Portret van een eigenzinnig merk en hun opvallende V-twins met potentie.

Victory Motorcycles is onderdeel van het Amerikaanse Polaris Industries. Polaris legde de concernbasis in 1954 met sneeuwscooters. In 1985 durft de onderneming de stap naar all-terrain vehicles (ATV’s) aan. En met succes want tien jaar later zijn al meer dan twee miljoen ATV’s verkocht. In 1997 volgt een variant met zes wielen, de Polaris Ranger, door de fabriek omschreven als het ultieme antwoord in de offroad-utility categorie. In 1992 wordt het water opgezocht en de eerste jetski geproduceerd.

In 1998 lanceert Polaris onverwacht Victory Motorcycles. Dat het menens is, blijkt uit de komst van een serieuze V-twin, de V92C. Het is op dat moment bijna 60 jaar geleden dat een Amerikaanse onderneming een totaal nieuw Amerikaans motormerk op de markt bracht. Rond het vijftigjarig jubileum van Polaris in 2004 wordt de marketing voor Victory goed op poten gezet. Deze inspanningen sorteren effect. Werden in 1998 duizend V92C’s verkocht, kalenderjaar 2006 toonde zegge 8.357 geproduceerde en verkochte eenheden. Uitgedrukt in geld: in 1998 was de V92C goed voor 1% van de concernomzet. In 2006 lag de motorbijdrage al rond vier procent (op een jaarrecette van 1,7 miljard dollar).

Concurrentie

In het zware ‘cruisersegment’ is de concurrentie moordend. Iedere fabrikant ziet ‘oudere jongeren’ die goed bij kas zitten, graag rondtoeren op hun product. Lange tijd was Harley-Davidson hier alleenheerser. Maar de komst van hele vloten Japanse customvarianten ondermijnde die heerschappij en brak het monopolie op enig moment.

De introductie van een nieuw merk als Victory Motorcycles was daardoor niet geheel zonder risico. Zoals het al even Amerikaanse Indian Motorcycles aan den lijve ondervond. De herintroductie van dit legendarische merk leidde niet tot fraaie verkoopcijfers. Indian was na vier jaar ploeteren zelfs gedwongen in 2003 de productie te staken. Victory lijkt dit lot niet beschoren. De in respectievelijk 2003 en 2004 geïntroduceerde Victory Vegas en Kingpin vielen gelijk in de prijzen bij toonaangevende Amerikaanse motorbladen.

In de bijna tien jaar dat het merk nu op de markt is, heeft het in Amerika en omstreken een reputatie opgebouwd die klinkt als een klok. Zo bleek althans uit onafhankelijk onderzoek. Polaris liet J.D. Power and Associates in 2006 een ‘Motorcycle Competitive Information Study’

V-twin

uitvoeren. Victory Motorcycles werd daarin op vijf punten vergeleken met concurrenten als Harley-Davidson, Buell, BMW en de andere gevestigde Japanse en Europese motormerken. De uitkomsten waren koren op de molen voor de marketingafdeling van Victory. Met name Harley-Davidson scoorde op de onderdelen ‘kwaliteit’ en ‘kosten van eigendom’ in Amerika lager terwijl hun modelpalet als ‘gemiddeld’ werd beoordeeld.

Vormgeving

Op Discovery Chanel is de serie ‘American Chopper’ met in de hoofdrol de familie Teutul uit het Amerikaanse Orange County razend populair. In Teutuls workshop worden onder aanvoering van de immer grommende Paul Teutul sr. hele volksstammen bizarre choppercreaties gerealiseerd. Zoons Paul en Mikey vermaken zich opperbest en leven zich al even enthousiast uit op de meest vreemde vormen. Opmerkelijk is echter dat de Teutuls bij al hun rumoerige choppergeploeter altijd terugvallen op de V-twins van Harley-Davidson uit Milwaukee.

‘Signature Series’

Polaris pakte de vormgevingszaken rond het in eigen beheer ontworpen motorblok subtieler en beduidend minder luidruchtig aan. De fabriek heeft vanaf het allereerste begin innig contact onderhouden met het in motorland al even fameuze chopperbouw- en ontwerpduo Arlen en Corey Ness. De invloed van beiden kan niet alleen worden teruggevonden in het hele Victory modelpalet, maar ook in de ‘Signature Series’ die vader en zoon ieder jaar bij Victory Motorcycles uitbrengen. Deze tweewielers hebben een houdbaarheidsduur van precies één motorseizoen. Daarna wordt een nieuwe ‘Signature Series’ bedacht. Wie zich er een aanschaft, weet zich verzekerd van een gedateerd collectors item. Kenmerkend voor de Ness-invloed zijn vloeiende lijnen, druppelvormige brandstoftanks en opvallend gevormde koplampen.

Internet

Vicory heeft bewust voor eenvoudige modelnamen gekozen: Hammer, Vegas of Kingpin. En zelfs met die simpele namen, kun je zelf heel erg fraaie motoren samenstellen.

Victory nam tussen 2002 en oktober 2006 de proef op de som met het Customer Order Programma (COP). Gegadigden konden al klikkend op de webstek van Victory accessoires aan een bepaald model toevoegen. Iedere stap werd daarbij begeleid door een kort videofilmpje waarin de voordelen van het betreffende accessoire werden aangeprezen door Arlen en Corey Ness.

Iedere muisklik leidde tot een anders ogende motor. Het programma hield evenzeer bij hoeveel de aldus gecomponeerde ‘dreambike’ zou gaan kosten. Om ervan verzekerd te zijn dat de keuze in de geheugens van potentiële kopers gegrift zou worden, kon het virtueel opgetuigde model in een al even virtueel landschap geplaatst worden. Waarna het als screensaver op het bureaublad van de computer kon

Victory Motorcycles door Ruud Vos foto’s Victory Motorcycles
De eigenzinnige vormen van een
14 Carrera Motors Magazine 09/2007
“We're not rewriting American history, we're writing its future”

Victory Hammer (foto boven): Wat de Hammer kan, kan iedere Victory: met enkele machtige zuigerslagen elke roadtrain het nakijken geven. Terugschakelen vanuit de overdrive is niet nodig.

Victory Ness Jackpot (foto onder): Deze twee door het Ness-duo ontworpen specials hadden een houdbaarheid van slechts één enkel motorseizoen. In het daarop volgende seizoen werden nieuwe specials uitgedacht.

Carrera Motors Magazine 09/2007 15
De motorstylisten Arlen (links) en Corey Ness zijn bepalend voor de vormen van de modellen van Victory Motorcycles. Bij de Vegas Jackpot is goed te zien dat op de breedte van de achterband niet bespaard is. Met 250 mm is dit een écht ‘vette slof’!

worden gebruikt. Hoewel niet meer operationeel, is het COP tegenwoordig nog steeds aanklikbaar op de webstek.

Vet

Victory staat niet alleen voor een merk maar ook voor hele vette Vtwins. Al bij de introductie van de V92C was die intentie zichtbaar. De V92C heeft een cilinderinhoud van 92 cubic inch (1.507 cc) dankzij een cilinderboring van 97 mm en een zuigerslag van 102 mm. Daarbij blijft Victory tot op heden de enkele bovenliggende nokkenas trouw.

Dankzij de inspanningen van de fabriek in Osceola, Wisconsin kan de olie- en luchtgekoelde cilinderinhoud uitgroeien tot het ‘Freedom 100/6’ blok van 100 cubic inch (1.634 cc). De cilinderboring is hier toegenomen naar 101 mm bij gelijkblijvende zuigerslag. Het corresponderende topvermogen ligt rond de 80 pk aan 4.500 krukasomwentelingen/min. De maximale trekkracht van ruim 100 Nm wordt echter al veel vroeger bereikt aan 2.500 omwentelingen/min. En daar gaat het per

Opmerkelijk detail: hoewel onmiskenbaar Amerikaans, de snelheid wordt in kilometers per uur weergegeven.

Een tandriem drijft hier vanaf de krukas beide nokkenassen aan die in contact staan met vier kleppen per cilinder. Brandstof wordt elektronisch gestuurd geïnjecteerd waarna het vrijkomende verbrandingvermogen via een vijf- of zesbak (met echte overdrive) en een koolstofvezel versterkte riem aan het achterwiel wordt doorgegeven.

Eigentijds

Opvallend modern zijn de zwevend gemonteerde remschijven met een diameter van 300 mm. Ze worden aan de voorzijde bediend door remklauwen met vier remzuigers, voor de achterste schijf is een remklauw met twee remzuigers beschikbaar. Het zijn garanties voor goed doseerbare remmanoeuvres van de ongeveer 300 kg zware tweewieler. Uiteraard zijn vering en (enkele) demping afgestemd op ontspannen toergebruik. Een deel van het comfort wordt daarbij ontleend aan de wel zere brede achterband. Met enig geluk kan een Victory dankzij het brede loopvlak van 25 centimeter gewoon rechtop geparkeerd worden zonder de hulp van een zij- of hoofdstandaard.

Non plus ultra

Met de nieuwe Vision betreedt Victory de arena om het de rest van de gevestigde motororde moeilijk te maken. Met name de Vision Tour Premium lijkt zich daarbij als toonaangevende toercruiser te gaan positioneren. Met opnieuw de onmiskenbare stijlkenmerken van Arlen en Corey Ness.

Het motorische hart van de Vision groeide in volume door van 100 naar 106 cubic inch (1.731 cc). Het resultaat van een langere zuigerslag (108 mm) bij een cilinderboring van nog steeds 101 mm. Meer cilinderinhoud resulteert opnieuw niet in extreme topvermogens. Dat blijft bij de Vision rond de negentig pk steken.

Bij cruisers gaat het immers om de beschikbare trekkracht. En die is bij de Vision ruimschoots voorhanden. Er wordt een maximaal motorkoppel van 148 Nm aan 3.250 krukasomwentelingen/min opgegeven. Negentig precent hiervan is al aan 2.000 omwentelingen/min beschikbaar. Waardoor zelfs met ingeschakelde overdrive inhaalmanoeuvres bij lage snelheid zonder terugschakelen mogelijk worden.

De Vision komt eind 2007 beschikbaar in Touruitvoering (drie varianten vanaf 19.999 dollar) en als Street versie (twee varianten vanaf 18.999 dollar). De Tour Premium wordt daarbij non plus ultra: cruisecontrol, verstelbaar windscherm, verwarmde handgrepen, pakruimte alom, een infotainmentcenter met vier speakers. En niet te vergeten heel erg veel poetsbaar chroom. Het oog wil per slot van rekening ook wat. Of beter: het oog wil nog meer!

Het wachten is nu op de Europese uitrol van het merk. Voor onze regio staat Polaris Benelux (www.polarisbenelux.com) in de startblokken. <<>>

16 Carrera Motors Magazine 09/2007
Victory Motorcycles
Volop ruimte voor twee. Met deze Vision Tour rijd je de eindeloze einder ontspannen en comfortabel tegemoet.

Oman, een tocht door het onbekende

De Omaanse civilisatie gaat op zijn minst 7000 jaar terug in de tijd. Het zijn de resten uit het oude verleden samen met de natuurlijke schoonheid van Oman die jaarlijks steeds meer toeristen aantrekken.

Het boek “Oman, A Pictorial Tour”, een werk van Jaap Croese, neemt de lezer mee op een fotografische toer door alle verschillende regio’s, met elk hun eigen unieke bevolking, cultuur en natuur. Van een foto-database bestaande uit duizenden foto’s zijn enkel de 150 beste uitgekozen.

Jaap Croese: “Hoe langer ik leef in het Sulltanaat van Oman, des te meer de cultuur, het landschap, de flora en fauna zich in hun schoonheid en rijkdom laten ontsluieren. Het boek “Oman, A Pictorial Tour” is het resultaat van vele jaren fotografie, dikwijls met de hulp van de lokale bevolking van Oman. Als ze me eenmaal kenden wilden ze graag de mooie en interessante schatten in hun omgeving met mij delen. Hun gastvrijheid is niet uit te drukken in een foto, maar was onmisbaar voor het tot stand komen van het boek!

Reizen door Oman is zoals een tocht naar het onbekende. Op geen enkele trip was het mogelijk om te voorzien wat er ging gebeuren en wat het resultaat zou zijn. Laat het een dadeloogst zijn, de forten met hun rijke geschiedenis die ze uitstralen, de kustlijn met z’n schitterende uitzichten en rijke maritieme leven, de dhow-boten met hun speciale constructietechnieken, de zandduinen met hun fantastische kleuren, druipsteengrotten, de tombes, de kleurrijke kleding van de Omaanse vrouwen, kamelen- en paardenraces of de kokospalmen in het zuiden waar ieder jaar de indiase moesson terugkeert. Allen hebben hun eigen unieke bijzonderheden.”

Jaap Croese: “Musandam, in het noorden, opent deze pictorial tour. Een traditionele dhow drijvend op de diepblauwe wateren in één van de vele Fjorden die het land rijk is. Via een aantal vissersdorpen in het noorden gaat de toer verder via de batinah met het uitdagende Nakhal Fort, de vele groene oases en kale bergketens en de lokale kamelenraces naar Muscat, de hoofdstad van Oman. Met een aantal luchtfoto’s van de kust van Bandar Kharan, enkele culturele festiviteiten en ‘The Sultan Qaboos Grand Mosque’, reizen we door naar de Dakhiliyah regio met jebel akhdar, de groene bergen tot een hoogte van 3000 meter, met de unieke terrassen voor lokale landbouw en de bergwevers.

Meer naar het zuiden komen we aan in de Sharqiyah regio met de ‘Dhow’-boot makers, vissers en de woestijnbedoeïenen met hun kamelen.

Via de regio’s in het binnenland, al wusta vinden we o.a. de Arabische oryxen en woestijngazelles en verder naar de kust vinden we kilometer lange verlaten witte stranden met duizenden overwinterende flamingo’s.

Ten slotte brengt de reis ons in Salalah, de dhofar regio, met z’n vele archeologische plaatsen en waar van juni tot september de jaarlijkse Indiase moesson terugkeert.” <<>>

Oman, een tocht door het onbekende tekst & foto’s Jaap Croese
18 Carrera Motors Magazine 09/2007

PROFIEL VAN DE FOTOGRAAF

Jaap Croese heeft het fotograferen van ‘deze’ en ‘gene’. Zijn moeder was altijd al bezig met fotografie en ook zijn vader was eindeloos in de weer met diaseries. Zo rond zijn elfde levensjaar werd ook Jaap een vervente fotograaf. Gewapend met de van zijn moeder geerfde Minolta spiegelreflex camera klikte hij heel wat kiekjes bij elkaar. Niet alleen van Apeldoorn waar hij in de zestiger jaren opgroeide, maar ook van alle wandelvakanties in Oostenrijk en Italië met zijn familie. Hij maakte toen al veel momentopnames van de natuur.

Zo’n 18 jaar geleden, in 1989, kwam Jaap Croese voor zijn werk als geo-physicus een half jaar naar Oman. In het licht van Oman pakte hij zijn liefde voor het fotograferen weer op. Het halve jaartje is inmiddels uitgelopen tot achttien jaar en het fotograferen is ‘een uit de hand gelopen’ hobby. Tegenwoordig maakt Croese alleen nog maar gebruik van een digitale speigelreflexcamera. Voordeel daarvan is natuurlijk dat je thuis gekomen meteen met je computer je opnames van de dag kunt bekijken en selecteren. Hij maakt hierbij gebruik van o.a. groothoeklenzen en telelenzen.

Zowel de 17 tot 55 mm lens als de 70 tot 200 mm lens zijn daarbij zijn favorieten. De eerste lens is geweldig qua kwaliteit, de tweede is een supersnelle lichtgevoelige lens, ideaal voor actiefoto’s en mooie scherpte/diepte effecten.

Croese houdt van naturel fotograferen. Wat hij in een momentopname met eigen getrainde ogen en fingerspitzengefühl vastlegt, toont hij. Zo maakt hij vrijwel nooit geposeerde portretten. Editten blijft beperkt tot het ‘knippen’ (croppen). Het gaat altijd om toevalstreffers. Verscheidenheid en herkenbaarheid van plekken vullen naar zijn zeggen een goed fotoboek over welk land dan ook. Het portretteren van mensen en hun bezigheden is voor Jaap op dit moment de grootste uitdaging.

Info: www.jaapcroese.nl

Carrera Motors Magazine 09/2007 19
20 Carrera Motors Magazine 09/2007
Carrera Motors Magazine 09/2007 21
22 Carrera Motors Magazine 09/2007
Carrera Motors Magazine 09/2007 23

Grob’s gevleugelde SUV tot de macht n

Tijdens de 46ste editie van de Paris Airshow Le Bourget in 2005 rolt het Duitse Grob Aerospace tot aller verrassing een tweemotorige business jet uit de hangar. Het toestel oogde niet alleen vliegwaardig, het was het ook. Want binnen een maand na de airshow steeg de SPn op 20 juli 2005 voor het eerst op van Allgäu Airport in de omgeving van het Zuid-Duitse Memmingen voor een geslaagde vlucht van 66 minuten. Grob’s eerste gevleugelde Sports Utility Vehicle (SUV) was daarmee een feit.

De Grob SPn wordt gecertificeerd voor vluchten op FL 410 (12.500 m). Daardoor vliegt het toestel hoger dan menig lijnvliegtuig. Bij volledige bezetting en maximaal startgewicht kan de Grob SPn 2.371 km non-stop afleggen.

gaan kruisen aan 500 km/u en 3.300 kilometer ver kunnen komen met zes personen aan boord. Het opvallend lelijke toestel vloog in 2004 voor het eerst. Sindsdien is het stil rond beide modellen.

Geheim

De stilte kan achteraf worden verklaard uit het feit dat Grob sinds 2004 in het diepste geheim achter de schermen werkte aan een nieuw model. Ditmaal zou het geen zwever worden of turboprop, maar een

Grob Aerospace is niet de eerste de beste als het aankomt op composietbouw. De firma uit het Duitse Tussenhausen-Mattsies heeft sinds 1970 meer dan 3.500 kunststoffen vliegtuigen afgeleverd. Bij elkaar goed voor zeven miljoen opgetekende vlieguren op vijf continenten. Tot het industriële erfgoed behoren onder meer zweefvliegtuigen, motorzwevers en ‘special mission’-vliegtuigen als de Strato 2C die op een hoogte van vierentwintig kilometer bijna achtenveertig uur non-stop kan patrouilleren.

Ook op trainingsgebied is Grob een sterk merk. Kunststoffen tweepersoonstrainers als de G115 met vast onderstel en de G120 met inklapbaar landinggestel vinden aftrek over gans de wereld bij privaatclubs en overheidsopleiders vanwege hun degelijkheid en de mogelijkheid om er luchtacrobatie mee uit te voeren.

Turboprops

Naast zuigermotor aangedreven vliegtuigen, zoals de G115 en G120, worden er bij Grob ook turboprops gemaakt. De G140TP zou zich hier als reisvliegtuig een plek op de privaatmarkt moeten veroveren. Het toestel is dankzij een Rolls-Royce motor van 450 pk een echte turbogezellin met dito prestaties die aan ruim 400 km/h vier inzittenden over 1.800 km kan vervoeren. Maar het gedroomde succes bleef uit. Iets wat ook geldt voor de al even composieten G160 Ranger. Deze turboprop met een 850 pk sterke Pratt&Whitney motor zou moeten

echte business jet die niet alleen de degens moest gaan kruisen met éénmotorige turboprops als de Pilatus PC12 of de Socata TBM700 maar ook met de populaire tweemotorige Beech Kingair B200. Kortweg: jetprestaties voor de prijs van een turboprop. Maar dan met meer binnenruimte, hogere reissnelheden en een beduidend groter bereik.

24 Carrera Motors Magazine 09/2007
gevleugelde SUV
Aerospace
Grob’s
door Reinout Strever foto’s Grob
De SPn heeft twee kleine lichtgewicht Williams J44-3A FADEC turbofans die elk 12,5 kN stuwdruk leveren. Goed voor een kruissnelheid aan 750 km/u.

Piloten krijgen een state of the art ‘digitaal kantoor’ met een geïntegreerde APEX® cockpit van Honeywell.

TESTVLUCHTEN EN RISICO’S

Testvluchten met nieuwe vliegtuigen kennen risico’s. Dat bleek bijvoorbeeld toen in 2006 kort na elkaar drie prototypes van nieuwe zakenjets verongelukten.

Op 22 juni verongelukt de éénmotorige Excel-Jet Sport-Jet in de start nadat een vleugeltip door een windvlaag de grond raakt. Het kunststoffen toestel slaat enkele malen over de kop waarbij beide testpiloten gewond raken. De Sport-Jet vloog op 13 mei 2006 voor het eerst en moet uiteindelijk plaats bieden aan vijf personen.

Op 25 juli verongelukt de eveneens kunststoffen tweemotorige Spectrum 33 in de start nadat het toestel op 9 januari 2006 voor het eerst vloog. Beide testpiloten komen hierbij om het leven. Het ongeval werd veroorzaakt door fouten bij het opnieuw monteren van de aansturing van de rolroeren. Ondanks beide ongevallen zetten zowel Excel-Jet als Spectrum Aeronautics het testprogramma door. De Spectrum 33 gaat plaats bieden aan negen personen.

Op 29 november 2006 slaat voor Grob het noodlot toe. Aan het begin van een demonstratievlucht verongelukt prototype P2 (het laagst vliegende toestel op de foto) als beide hoogteroeren en het linker horizontale stabilo afbreken. De zeer ervaren testpiloot komt om het leven. Met P2 was op dat moment sinds eind

september 2006 tijdens veertig vluchten ruim 28 uur gevlogen. Het toestel bereikte

daarbij onder meer de geprojecteerde kruishoogte van FL 410 (12.500 m) met kruissnelheden aan 835 km/u. Door het ongeval liep het certificatieproces een jaar vertraging op. Grob breidt in het vroege najaar van 2007 de testvloot echter uit met een nieuw prototype en een derde toestel dat vrijwel identiek zal zijn aan productievliegtuig.

Sterk

Niet onbelangrijk was opnieuw het gebruik van kunststof als uitgangspunt. Kunststoffen vliegtuigen corroderen niet. Bovendien zijn ze in de regel lichter dan traditionele vliegtuigen. En sterker. De nieuwe Grob bestaat grotendeels uit carbon fiber/koolstofvezel. Kwestie van vezels in lagen in een mal draperen, vacuüm zuigen en ‘afbakken’ in een oven. Het procédé resulteert in een ijzersterk product. Zo is het toestel ontworpen om zwaartekrachtversnellingen tussen +3.1 g en -1.24 g te doorstaan bij alledaags gebruik. Tijdens statische tests bleek het materiaal pas bij een overschrijding van 1.725 maal (!) deze toegestane belasting te gaan scheuren. De door de Duitsers toegepaste materialen zijn daarmee superieur aan traditioneel vliegtuigaluminium.

SUV

GROB noemt hun tweemotorige SPn een vliegende Sports Utility Vehicle (SUV). Maar je kunt de SPn ook gerust als Sprinkhaan betitelen door het forse titanium landinggestel waarmee het toestel van een grasveld of gravel kan vertrekken of op landen. Of als SPortkist tot de macht n. Ook Single Pilot behoort tot de mogelijke omschrijvingen.

Potent is de kunststoffen SUV in ieder geval wel. De SPn heeft twee Williams J44-3A FADEC turbofans die elk 12,5 kN stuwdruk leveren. Goed voor een kruissnelheid aan 750 km/u. Het toestel krijgt een maximaal bereik van 3.334 kilometer. Bij een bezetting van zeven inzittenden (zes passagiers en piloot) bedraagt het bereik 3.039 km op flight level 410 (12.500 meter) Bij volledige bezetting en maximaal startgewicht kan 2.371 km non-stop gevlogen worden. Volgens GROB neemt de SPn daarbij genoegen met een startbaan van 914 meter. Door de constructie van het titanium versterkte landinggestel kan het toestel echter ook vertrekken van gras of gravel.

Piloten gaan werken in een state of the art ‘kantoor’ ofte Honeywell’s geïntegreerde APEX® cockpit met twee multifunctionele LCD-schermen, voor piloot en copiloot. Door integratie van de verschillende functies verschaffen de schermen meer dan alleen informatie over hoogte, snelheid en vliegrichting. Ze informeren de piloot ook over vliegend omgevingsverkeer, de positie ten opzichte van het onderliggende terrein, de brandstofvoorraad en het wel en wee van alle boordsystemen.

Porsche Design Group

De SPn heeft een ‘mid-size’-cabine met een inhoud van ruim elf kubieke meter dankzij een lengte van 5,10 meter, een stahoogte van bijna 1,64 meter en een breedte van 1,52 meter. Bagage wordt weggeborgen in een compartiment met een inhoud van 1,62 m³. Als sanitaire voorziening is er een afsluitbaar toilet voorin het toestel geprojecteerd. Om zich blijvend van anderen te onderscheiden, heeft Grob de Oostenrijkse Porsche Design Studio uit Zell-am-See onder de arm genomen.

Carrera Motors Magazine 09/2007 25

De door Porsche Design ontwikkelde “Executive”-uitvoering biedt plaats aan zes passagiers en, achterin het toestel, een refreshment center.

Porsche Design staat bekend om hun gedistingeerde, tijdloze en bovenal herkenbare strakke ontwerpen.En Grob wil het interieur daarmee sieren. Ook andere vliegtuigfabrikanten hebben reeds samengewerkt met deze gerenommeerde industriële ontwerper die al regelmatig in de prijzen viel tijdens bijvoorbeeld het IF Forum Hanover, de Red Dot Award of de EISA Award.

Porsche ontwerpt voor Grob twee, kenmerkende, strakke interieurs in ‘business’- of ‘executive’-versie. De business-variant biedt plaats aan acht personen, de executive aan zes. In de executive uitvoering is achterin het toestel immers ruimte voor een kaptafel met spiegel en een fonteintje. Beide varianten krijgen in de zijwanden wegklapbare tafeltjes.

Certificatie

De certificatie (voor gebruik door een enkele piloot) moet in april 2008 plaatsvinden waarna de eerste leveringen in de loop van het tweede kwartaal starten. De Zwitserse ExecuJet Aviation Group zal de SPn Utility Jet niet alleen wereldwijd marketeren, maar ook zorg dragen voor het onderhoud ervan. ExecuJet lijkt hier de aangewezen partner. De Zwitsers baten een vloot uit van tientallen business jets waarvoor eigen, wereldwijd verspreide, servicestations werden opgericht. De Zwitsers voorzien een markt van 400 Grob SUV’s die 5,8 miljoen euro gaat kosten. Inmiddels zijn meer dan 60 SUV’s bij Grob besteld.

Variaties

Grob zou Grob niet zijn als uit het model geen andere varianten zouden worden ontwikkeld. Dankzij de groter dan gemiddelde toegangsdeur is de SPn zo om te toveren tot airambulance, vrachtvliegtuig of combi plane. Maar het meest indrukwekend wordt wel de G600 HALE wat staat voor High Altitude Long Endurance. Grob monteert hier aan de romp van de SPn zeer grote vleugels. Hierdoor kunnen zes personen (twee piloten en vier observators) langdurige verkenningsmissies uitvoeren op zeer grote hoogte. <<>>

Info: www.grob-aerospace.net

Need for (more) speed?

De Javelin Mk-10 van het Amerikaanse Aviation Technologies Group (ATG) kan dankzij twee Williams FJ33 turbofans van 8 kN elk op 12,5 km hoogte Mach .92 (950 km/h) van boardmeeting naar boardmeeting snellen. De cockpit wordt een waar pilotenparadijs waarin het Amerikaanse ‘Op Technologies’ hun intuïtieve Integrated Display System gaat monteren. Omdat het oog ook wat wil, heeft ook ATG de Porsche Design Group ingehuurd om de cockpit in te richten. Ondanks een prijskaartje van 2,975 miljoen dollar hebben tot op heden ruim honderd liefhebbers een Mk-10 besteld. Het toestel

26 Carrera Motors Magazine 09/2007
Grob’s gevleugelde SUV
Performance Absolute Precision www.breitling.com
Pure
Navitimer World De Breitling “cult” chronograaf, GMT tweede tijdzone uitvoering. Officieel chronometer-gecertificeerd door de COSC.

Whisky heeft zonder meer de wereld veroverd

De populariteit van deze sterke drank kent zijn gelijke niet

Honderden boeken over whisky werden gedurende de laatste 20 jaar in alle landen en talen uitgegeven. Een overvloed aan verhalen en geschiedkundige “feiten” worden verbloemd en geromantiseerd. Uitvinders die de technologische kant vooruit stuwden en creators van nieuwe stijlen worden geroemd en geëerd. Allemaal werken die zeker de moeite lonen om gelezen te worden. In dit artikel zullen voornamelijk, het persoonlijk beleven en beoefenen van een hobby – wat uiteindelijk tot kennis leidt – aan bod komen. Het speelt in op de tegenwoordige toegankelijkheid van het complete whiskygamma, dat gedurende de laatste tien jaar een ongelofelijke schatkamer aan diversen blootlegde. Alle aspecten over “whisky algemeen” komen aan bod.

Naast het feit dat men whisky wereldwijd in de dagelijkse consumptie terugvindt, mag men stellen dat whisky ook overal ter wereld gemaakt wordt. Het is kortzichtig om nu nog te geloven dat het commerciële belang bij sommige producenten niet primeert. Uiteraard zijn er betere en minder goede, dure en goedkopere versies van whisky op de markt. De wereldindustrie en de mondialisering hebben duidelijk gezorgd voor een weidse verspreiding. Landen die nu nog een groeiende economie kennen, laten ook dit luik van geldgewin niet aan zich voorbij gaan.

Eenvoudig wordt gesteld dat alle graandistillaten, gerijpt in eikenhout en volgens de tijdsduur wettelijk bepaald door het land in kwestie, de benaming ‘whisky’ mogen dragen. Graandistillaten en maltdistillaten zijn de 2 soorten whisky welke wij onthouden uit deze wereldproductie van om en bij de 2.500.000.000 liter/jaar afgewerkt product. Deze wereldproductie wordt in schijven van herkomst verdeeld. Ongeveer 350 miljoen flessen worden geproduceerd in Canada, 450 miljoen flessen in de USA, 250 miljoen in Ierland en 1.200.000.000 liter in Schotland, dat duidelijk het leeuwendeel voor zich neemt.

Het natuurlijk waterreservoir dat Schotland rijk is stond, en staat nog steeds, borg voor de nodige kracht- en energiebronnen. Ettelijke watermolens werden gebouwd nabij watervallen, rivieren en meren. Energie en kracht om te malen en te brouwen te over.

In tegenstelling tot de graandistillaten wordt maltwhisky regionaal onderverdeeld. Highland, Speyside, Lowland, Midland, Coastal en Island zijn de regio’s die veel besproken worden. Maar veel meer dan de geografische ligging bepalen van de distillery betekent dit regionale niet. Persoonlijk hecht ik zelfs geen belang aan regio’s. Veel eerder is het type van whisky van belang. Verschillende types van maltwhisky die eigenlijk een onderverdeling in verschillende smaakpaletten kennen komende van hun productie en rijping. Gezien whisky voornamelijk zijn smaken haalt uit het rijpingproces, dus uit de gekozen types van vaten, is de herkomst van minder belang. Blindproeverijen hebben al meermaals uitgewezen dat alle regio’s ook alle stijlen en types van rijping leveren. Wat wil zeggen; van licht of niet geturfrookt tot zwaar geturf-

28 Carrera Motors Magazine 09/2007
Whisky heeft zonder meer de wereld veroverd tekst & foto’s Bob Minnekeer
In tegenstelling tot de graandistillaten wordt maltwhisky regionaal onderverdeeld. Highland, Speyside, Lowland, Midland, Coastal en Island zijn de regio’s die veel besproken worden.

rookt. Daarbij komt het gebruik van allerlei types van vaten. Een diversiteit van vaten die dankzij hun eerder gebruik voor andere dranken, (sherry, bourbon, porto, madeira, wijnen en zelfs andere sterke dranken) maltwhisky enorm beïnvloeden tijdens de rijping. In de onderverdeling op smaken praat men veel over: fruitig, kruidig, snoeperig, moutig (graanachtig), rokerig, enz…

De geschiedenis en het ontstaan van whisky.

In de Oosterse cultuur kende men een vorm van distilleren om reukwater te produceren. Dit product was absoluut ondrinkbaar. Arabieren hebben de kennis van deze productie naar andere continenten verspreid. Pas nadat alchimisten (± 1000 n. Ch.) ondervonden hebben dat een deel uit dit distillaat drinkbaar was, was “Aqua Vitae” (levenswater) geboren. Het maken van alcohol verspreide zich heel vlug over de gehele wereld. Fruit en groenten werden hiervoor veelal gebruikt. In de loop van de 12de eeuw is men in Ierland voor het eerst beginnen stoken uit graangewassen waardoor Ierland aangewezen wordt als het land waaruit whisky afkomstig is. Al heel snel hebben Jacobijnse monniken deze kennis Schotland binnengebracht. De groei van dit luik – die heden ten dage één van de belangrijkste takken van de Schotse industrie behelst – kende geen weerga. De emigranten die vanaf Schotse

GRONDSTOFFEN EN SMAAKMAKERS

Water. Water heeft sinds de oertijd de ontwikkeling van volkeren en beschavingen steeds zwaar beïnvloed. Het is een energiebron, doch is ook onmisbaar voor bijna alle gekende levensvormen. In de whiskyproductie wordt water gecontroleerd op bacterievorming, zuurtegraad en hardheid. De locaties van distilleerderijen bevinden zich, overal ter wereld, daar waar veel natuurlijk zuiver en zacht water te vinden is.

Granen (cereals) (gerst, tarwe, rogge, maïs). De kwaliteit van granen wordt met een kiemproef en het gewicht per m³ aangeduid (volheid van de graankorrels).

Gisten (yeast). Nodig voor de omzetting van suiker naar alcohol.

Turf (peat). Turf wordt doorgaans de grote smaakmaker van whisky genoemd. Nochtans geldt deze bewering enkel maar voor een klein gedeelte uit de whiskyproductie. Een gedeelte van de Schotse malt wordt van licht tot zwaar gerookt met turf tijdens het droogproces, te vergelijken met het roken van vis of ham. Het gamma malt die hieruit voortvloeit, zal dan ook een licht tot zeer zwaar rokerig smaakpalet hebben. De meest uitgesproken krijgen de bijnaam peatmonsters, doch worden zeker niet door iedereen geapprecieerd. Het ontstaan van turf is eigenlijk gewoon een verzuring van plantaardige stoffen.

Hout (wood). Sinds de oudheid weet men dat er een groot verschil zit in houtsoorten. Eet- en drinkbekers worden sinds mensenheugenis uit hout vervaardigd. Nochtans zijn niet alle houtsoorten daarvoor geschikt, zo ook bij het rijpen van drank in het algemeen. Dit is zeker het geval bij spirits die als eigenschap hebben zeer agressief op het hout in te werken door het alcoholpercentage.

Hout heeft als eigenschap de smaken van spirits af te ronden en de spirit tot rust te laten komen. Looistoffen die in hout en in bijna alle planten te vinden zijn, geven veelal een bittere, droge en houterige smaak . Nieuwe vaten worden zelden gebruikt in de maltwhisky. Daartegenover staat dat men in de Verenigde Staten en Canada bijna altijd nieuwe vaten zal gebruiken, zoals de wet dit voorschrijft. Om tegen te gaan dat er te veel harssmaken –komende van het hout – in de spirit zouden versmelten, worden de vaten doorgaans van binnen geschroeid met vuur.

Ierland en Schotland gebruiken voor de lagering van whisky voornamelijk reeds gebruikte Amerikaanse whiskyvaten en Spaanse sherryvaten.

en Ierse bodem naar Canada en de Verenigde staten trokken, hebben deze kennis ook daar ingeburgerd. Het is waar dat men in Canada veel meer rogge verwerkt en in de USA meer met maïs whisky produceert. In beide gevallen richt men zich voornamelijk naar graandistillaten in tegenstelling tot het deel maltproductie dat Ierland en Schotland kenmerken. Japan en andere exotische landen proberen daartegenover met graan en maltproductie een deel van de koek te bekomen. Deze wereld is nog jong en smal aan aanbod, maar zal zeker in de toekomst behoorlijke producten leveren.

Productie van graandistillaten. De eerste industriële whiskyproductie heeft een grote verandering in smaak en afwerking van het product teweeggebracht. In tegenstelling met de grote brouwerijen is de afwerking van de mash en wash niet zozeer op de helderheid en zuiverheid van dit product gericht, doch wordt het hoogst mogelijke resultaat in omzetting naar alcohol betracht. Het distilleren in een kolomdistilleerapparaat bracht enerzijds soms neutrale, zuivere distillaten mee maar anderzijds dan ook weer smaakloze of zelfs producten met een niet te pruimen smaak of geur, dit naargelang de gebruikte installatie. De aanwezigheid van foezelolie en congeners (onzuivere esters of acides) in te grote hoeveelheid in deze producten maken het verbeteren en verijken van dit product tot een noodzaak. Te veel olieachtige substanties en onoplosbare deeltjes die zich na productie nog in deze producten bevinden, vragen een speciale nabehandeling. Zo is het houtskoolfilteren in de Verenigde Staten en Canada voor meerdere producten de oplossing om de spirit eleganter en zachter te maken (mellowing). Soorten productie worden door wettelijke bepalingen onderscheiden.

Rye moet minstens met 51% rogge gemaakt worden en Bourbon vervaardigt men wettelijk met minstens 51% maïs. “Straight whisky” is niet vermengd met neutrale distillaten en gerijpt volgens de voorschriften van zijn soort. Hier worden voor de rijping soms geschroeide vaten gebruikt. Wereldwijd worden in deze continueproducties veel samenstellingen gebotteld. Uitgesproken en neutrale distillaten moeten evenwicht en volheid in de smaak brengen.

Het toevoegen van smaakmakers en kleurstoffen is niet uitgesloten in de whiskywereld. De term “Souer Mash” slaat op het gebruik van een “setback”, een residu uit de distilleerketel dat men kan bijvoegen in de brouwersketel, de gistkuip of in de giststarter en bij sommige producenten zelf bij alle drie. Dit heeft als voordeel een betere continuïteit te brengen in de smaak en het gistproces te bevorderen.

De productie van malt whisky.

In tegenstelling tot de productie van graandistillaten is de maltwhiskyproductie een artisanale bedoening. Minutieus gaat men de volgende stappen in dit proces steeds opnieuw op dezelfde wijze uitvoeren en

Carrera Motors Magazine 09/2007 29

gebruik maken van steeds dezelfde grondstoffen om zo weinig mogelijk smaakverschillen te bekomen. Het kiezen van kwaliteitsgerst is een broodnodige start. Gerst kan wereldwijd aangekocht worden en hoeft zeker niet uit het land van de desbetreffende productie te komen. Deze gerstkorrels moeten na de droog- en rustperiode weer geactiveerd worden. Dit gebeurt door het weken in grote weekbakken. Eens het vochtgehalte op peil komt, gebeurt er een spontane reactie. Zoals in de natuurlijke omstandigheden gaat de korrel zich willen voortplanten en laat een kiem groeien die wortel schiet om een nieuwe gerstplant te vormen.

Bij de whiskyproductie spreiden we de natgemaakte korrels open op een moutvloer zonder aarde, want eens de juiste fase bereikt, worden de gerstkorrels gedroogd om de groei van dit plantje verder te beletten. Dit procédé noemt men vloermalting, wat bijna niet meer toegepast wordt. Rendabeler zijn industriële mouterijen die wij ook kennen uit de brouwerswereld. Dit procédé van weken, kiemen en drogen noemt men “mouten”.

Het natuurlijk proces van wachten om spontaan het kiemen te onderbreken en zelf sturen, is de boodschap. Drogen na de oogst tot het

moment van actie en gedurende de opslagperiode met argusogen opvolgen om het stikken van de granen te vermijden is hier aan de orde. Te veel koolzuurgas en te weinig zuurstof kan tot verbranding leiden. Enzymen zorgen in alle levensvormen voor de nodige biochemische reacties. De belangrijkste van die reacties is de aanmaak van verteerbare stoffen voor het kiemplantje. Het is de bedoeling dat het kiemproces zo kort mogelijk gehouden wordt om het verteerbaar zetmeel voorlopig zo weinig mogelijk om te zetten. Men moet wachten tot de aanmaak van de mash om deze enzymen weer actief te maken.

Drogen en wel of niet roken. Om het kiemproces op het juiste ogenblik te stoppen, is het noodzakelijk dat de overgrote meerderheid van het water uit de korrels verwijderd wordt. Dit noemt men drogen of eesten. De “Kiln” (zoals de eestvloerruimte genoemd wordt) is wel of niet uitgerust met een turfoven. Om alle misverstanden te vermijden, herhalen wij dat men heden ten dage in de meeste gevallen stookolie of gas gebruikt als energiebron en dat de turf enkel gebruikt wordt om de drogende groene mout te roken. Het aantal uren en de intensiviteit dat men turfrook doorheen de laag drogende mout stuurt, is een bepalende factor van de rooken de turfsmaak die wij in het eindproduct terugvinden. Bij het drogen moet men nauwlettend de temperatuur gadeslaan, want te warm drogen zou bepaalde stoffen te snel verharden met een minder resultaat als gevolg.

Malen. Hoewel men over molens mag spreken in de continueproductie van whisky moet men eerder over krakers of pletwalsen praten in de malt-distilleerderijen. De vracht mout of graan ontdoen van de gedroogde worteltjes of plantkiemen is een noodzaak.

Mashen en diastase-activiteit. Door warm water toe te voegen aan het grove meel (grist) activeert men opnieuw de enzymen die het resterende zetmeel omzetten naar verwerkbare suikers en zo bekomt men verder door het smelten van die suikers een zoete brij. Dit gebeurt normaal met drie waterspoelingen op drie verschillende temperaturen om het hoogst mogelijke rendement te behalen. Het kaf van het graan gaat dienst doen als filter en de zoete vloeistof wordt weggepompt om verder te worden verwerkt tot een soort alcoholhoudend bier. Het graankaf noemt men “draf” en wordt gebruikt als veevoeder.

Wash (fermentation). Op deze zoete vloeistof worden de nodige controles en testen uitgevoerd. De optimale zuurtegraad is nodig en kan desnoods bijgestuurd worden. Bacterievorming is het gevaar en meer en meer kan men merken dat het gebruik van roestvrij staal de plaats van hout en koper inneemt. Roestvrij staal is gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.

30 Carrera Motors Magazine 09/2007
Whisky heeft zonder meer de wereld veroverd Bij de whiskyproductie spreiden we de natgemaakte korrels open op een moutvloer zonder aarde, want eens de juiste fase bereikt, worden de gerstkorrels gedroogd om de groei van dit plantje verder te beletten.

Aan de zoete vloeistof voegt men nu de gisten toe in vaste of vloeibare vorm naargelang de uitrusting. Deze gistcellen gaan onmiddellijk de suikers aanvallen en deze omzetten naar alcohol en koolzuurgas. Nauwlettend werkt men hier met de juiste temperatuur om het ideaal werkingsklimaat voor die gistcellen te behouden. De gistcellen vermenigvuldigen zich zolang ze in de juiste omstandigheden gevoed worden door de suiker. Naargelang de grootte van de washback, de hoeveelheid suiker en de hoeveelheid toegevoegde gist zal deze activiteit tussen de 36 à 48 uren duren. Alcohol is lichter dan water en zodoende zakt hier het soortelijk gewicht waardoor opnieuw metingen kunnen bepalen wat het resultaat is. Eens alle omzetbare suikers verwerkt zijn, kan het bekomen “bier” gedistilleerd worden.

Distilleren. Van rond 1000 n.C. is men al alcohol aan het stoken. Het belangrijkste is nog steeds niet veranderd. De juiste alcohol bekomen

en de onzuivere, niet tot consumptie geschikte alcohol uit een distillaat halen, bepaalt nog steeds de ambacht. Ethylalcohol of ethanol is het goede luik in spirit. Vermeden moet worden dat er methylalcohol of methanol in de spirit terecht komt. De aanwezige alcohol gaat makkelijk aan de oppervlakte komen, koken en verdampen. Gebruikelijk in de Schotse maltwhiskyproductie is het dubbeldistillaat. Ierland past daarentegen het tripel distallatieproces toe.

Rijping of maturation. De lagering van spirits heeft als hoofdbedoeling het product naar een rijkere, meer evenwichtige en vollere smaak te brengen. Graandistilleerderijen gaan iets minder aandacht besteden aan de kwaliteit van de vaten, hoewel premium brands hun gezicht niet kunnen verliezen. Dit zullen we dan ook terugvinden in de kwaliteit. Wettelijk is ook bepaald wie wel en wie geen geschroeide vaten mag gebruiken. Zo zal Amerikaanse “Straight corn” altijd in niet geschroeide vaten rijpen en “Straight Rye“ in geschroeide. Eveneens mogen de meeste van die vaten in de VS en Canada maar eenmalig gebruikt worden.

Daartegenover staat dat maltdistilleerderijen een keuze maken uit de diverse vaten. Reeds gebruikte Amerikaanse, Canadese of sherryvaten zijn voorradig op de markt. In de meeste gevallen maken al deze distilleerderijen deel uit van een wereldholding. Deze holdings zijn dan

ook in staat om een vast stramien te handhaven. Doordat zij binnen hun eigen groep, zowel Spaanse sherry, Amerikaanse whiskey, Canadese whisky, Schots en Ierse productie eenheden hebben, is het uitwisselen van vaten minder moeilijk. Men houdt tegenwoordig wel rekening met een nakend gebrek aan sherryvaten.

De rijping van een maltwhisky gebeurt steeds in een zelfde selectie vaten omdat de samenstelling het uiteindelijke smaakpalet enorm beïnvloedt.

Het aanbod aan diverse types van sherry laat de master blender heel veel mogelijkheden. Maar eens een vaste stijl moet men dan ook die richting blijven volgen. Manzanilla, Fino, Amontillado, Palo Cortado, Oloroso en Pedro Ximénez zijn verschillende sherrytypes die stuk voor stuk andere smaken in de whisky brengen. Een combinatie van verschillende sherrytypes aangevuld met dan nog Amerikaanse Bourbonvaten is geen uitzondering.

Volgens de grootte van het vat is er een verschil naar de houtoppervlakte en de inhoud van het vat. Dit wil zeggen dat dezelfde gerijpte whisky, in hetzelfde type vaten maar van een andere grootte, een verschillend product oplevert.

De grote verscheidenheid aan “Finishes” is tegenwoordig in. Allerlei vaten worden gebruikt om een whisky een extra afronding te geven. Allerlei wijnvaten, dessertwijnvaten en vaten die dienden om andere sterke dranken in te lageren, gaan voor een periode gevuld worden met reeds gerijpte producten. Hierdoor krijgen deze producten een extra smaakje of kleurtje mee.

32 Carrera Motors Magazine 09/2007
Whisky heeft zonder meer de wereld veroverd

You & Us

Uw vermogen beheren begint met een dialoog. En blijft ook een dialoog.

Bij UBS staat Wealth Management niet zomaar voor een relatie met uw geld; wij streven ernaar een diepgaande relatie op te bouwen met u: een partnerschap waarin we een portefeuille samenstellen die net zo uniek is als uw behoeften en even belangrijk als uw idealen. Om die idealen vorm te geven, hebben we de voor u meest geavanceerde producten en diensten in de financiële wereld voor u klaarliggen. Wealth Management is een continue controle, zodat oplossingen samen met u kunnen evolueren. Het is een relatie met één van de grootste financiële dienstverleners ter wereld. En die relatie begint met een conversatie die steeds verder gaat. Een gesprek waarnaar we verwijzen met “You & Us”.

Welkom bij UBS in België

Generaal Lemanstraat 55, 2018 Antwerpen Financial Intermediaries

Tom Moeremans, tel. 03 260 82 70 Carl Van den Bergh, tel. 02 543 74 37 www.ubs.com/belgie

UBS is een eersteklas aanbieder van mondiale financiële diensten, die zich toespitst op vermogensbeheer, activabeheer en investment banking voor ondernemingen, individuele en institutionele beleggers. © UBS 2007. Alle rechten voorbehouden.

Filteren en bottelen. Chill-filtering of koud filteren (klaren) wordt alom toegepast. Men deed dit altijd om alle, niet-oplosbare deeltjes uit de gerijpte of niet-gerijpte producten te halen voor de botteling. De helderheid van sterke drank is steeds een sterke parameter geweest voor de consument inzake de kwaliteit van een product. Bijkleuren met karamel om het product mooi te laten ogen, brengt in de meeste gevallen weinig smaakveranderingen mee.

De tendens om steeds minder te filteren en meer de eigenheid in producten te behouden, is gedurende de laatste jaren enorm toegenomen. Het bottelen op 46% Vol is dagelijkse kost geworden.

Cask strengthbottelingen (en dan voornamelijk bij onafhankelijke whisky-marchands) worden veelal enkel via papieren filters in de flessen gevuld. Het is niet uitzonderlijk dat sommige van die producten zeer troebel worden bij toevoeging van water (minder voorkomend bij distillery bottelingen op vatsterkte). Bij sterk gefilterde producten zal de kans tot troebel worden niet of bijna niet bestaan. Het streven naar diversiteit en eigenheid speelt hier een grote rol. Nochtans kan men er niet naast kijken dat niet of minder doorgedreven filteren ook het kostenplaatje in de productie laat zakken.

In tegenstelling tot de wijnstreken – die een type fles voorgeschreven kregen om regionaal herkenbaar te zijn aan deze fles – mag whisky in alle vormen en kleuren gebotteld worden. Inhoudsmaten zijn een verplichting van vroeger waar men nu geen rekening meer mee moet houden. Lager dan op 40% Vol alcohol mag men een botteling geen whisky noemen.

Het label kan heel wat informatie over het product verschaffen maar mag niet als vaste referenties worden bekeken. De regel van “wat niet verboden is, is toegelaten” laat heel wat onduidelijke beschrijvingen op whiskylabels verschijnen: whisky, blended, luxe blend, pure, pure malt, malt, single malt, single cask, vintage, cask strength, single single malt, limited edition, datums en nummers, finishes en landen van herkomst zijn goede en juiste verwijzingen. Vermeldingen zoals “rare, verry old, special reserve, enz...” slaan nergens op. <<>>

Met dank aan: Bob Minnekeer.

President of Whiskyclub Glengarry, Cask Owners Glengarry, Tasting panel Glengarry. Member of The Jury Whisky and Alcohols, Quality Labels Monde Sélection. Honorary chairman and connaisseur: Scotch Single Malt Whisky Society. Organisator of Whisky initiation courses, Whisky tastings, Whisky menus and Whiskytrails. Whisky Author.

DE DRAMATURGIE VAN HET GENOT

Wat ooit het belangrijkste orgaan van ons lichaam was, wordt nu amper nog gebruikt. De neus bepaalde ons dagelijks gedrag. Stank wekte onze nieuwsgierigheid en vers voedsel werd gevonden. Net zoals bij roofdieren gebruikte men de neus in de oertijd voor jacht en andere driften. Zelfs een niet-geoefende neus kan geuren waarnemen onklopbaar door de moderne technologie. Moeilijker is steeds het waargenomen aroma te omschrijven.

Net zoals de ogen is de neus uitgerust met een soort gele vlek wat men het reukepitheel noemt. De zeer gevoelige reukcellen gaan bij het waarnemen van geuren dit doorsturen naar de hersenen. Het analyseren of benoemen van de waargenomen geuren en wel of niet herkennen, ligt dan voornamelijk aan de ervaring van de persoon in kwestie. De bewering dat de smaakpapillen na een derde whisky te proeven volledig verdoofd zijn en niets meer kunnen proeven, is complete waanzin. De verklaring hiervoor is te zoeken in de te grote hoeveelheden spirit die men ineens naar binnen werkt. Eerder mag men stellen dat de smaakpapillen juist in vorm komen na een derde spirit geproefd te hebben. Wil de connaisseur in kwestie niet gestoord worden door de sterkte van de spirit kan hij er veel water aan toevoegen, wat trouwens gebruikelijk is om whisky te beschrijven. Dit mag en kan ook naar believen toegepast worden in de consumptie. Aan te raden is om niet meer dan 6 spirits in één sessie te proeven.

Whisky aanlengen in onze lage landen tot op de sterkte van wijn of bier is zinloos, hoogstens half om half. Het aanbod andere dranken is zo groot dat men dan betere keuzes heeft. Een aangename test om onze persoonlijke voorkeur te zoeken is zeer eenvoudig. Eénzelfde karaktervolle malt serveren we in vijf gelijke glazen. We voegen bij vier glazen een verschillende hoeveelheid water toe: evenveel, de helft, een vierde en een theelepel. Resteert dan nog de pure whisky. Start bij het glas met het meeste water en onderzoek welke hoeveelheid uw voorkeur krijgt.

Niemand kent een geschreven tekst over wat of hoe nu eigenlijk de juiste werkwijze is bij het proeven van spirits. Op het niveau van toekennen van medailles en prijzen in wedstrijden is men volledig aangewezen op de reputatie en de ervaring van de juryleden. Persoonlijke ervaring laat inzien dat bepaalde whiskyproducten eerst zo volledig mogelijk moeten afgesnuffeld worden alvorens men tot proeven overgaat en dat weer andere het nodig hebben om via de smaakpapillen de neus te ondersteunen. Ruiken doet men ten andere ook voor een kleiner – maar zeker niet onbelangrijk – deel in de verbinding tussen de keel- en neusholte. Dit noemen we het onrechtstreeks ruiken. Hetzelfde geldt voor de smaken, die voornamelijk op de tong ervaren worden, maar die ook gecompleteerd worden door de andere oppervlakten van ons reuk- en proeforgaan.

Het te gebruiken glas is een veel omstreden onderwerp. Allerlei vormen en maten zijn nu op de markt, al dan niet voorzien van een dekseltje. Grote ballonglazen met de vorm van het gekende cognacglas geven veruit de beste resultaten. Natuurlijk geldt hier ook de regel van het persoonlijk aanvoelen. Puur technisch gaat de ervaren proever wel zijn eigen keuze maken. Degusteren wordt het bewust ervaren van geuren en smaken. Iedereen zal zijn persoonlijke proeftechniek ontwikkelen naargelang zijn eigen vermogen en ervaring.

Bij het proeven kan men van oppervlakkig tot zeer diepgaand geuren en smaken proberen terug te vinden. Gebruikelijk start men met het terug vinden van een bepaald smaakpatroon (primaire smaken, komende van de grondstoffen) om dit dan verder te ontraffelen (secondaire smaken, komende van de productie). Bijvoorbeeld merkt men primair vruchtensmaak, secondair definiëert men dit als zijnde perzik en tertiair (komende van de rijping) kan het zijn dat we dit onder gedroogd of gekonfijt fruit kunnen plaatsen.

34 Carrera Motors Magazine 09/2007
Whisky heeft zonder meer de wereld veroverd

■ Eigen plaatsingsdienst

■ Ruime keuze kasseien en kleiklinkers (zowel nieuw als recuperatie)

■ Vernieuwd toonpark: ruim 4000m2

■ Exclusieve tuinhuizen en poolhouses Maatwerk mogelijk!

■ Volledig assortiment afsluitingen (Bekaert, Collstrop, Gardival)

Tegels en klinkers in arduin, graniet, basalt, zandsteen en leisteen.

Tuinhout van:

25 Garantie Collstrop

Maatwerk mogelijk. Koninginnelaan 25 | 9031 Drongen | Tel. 09 236 11 01 | Fax 09 236 18 06 E-mail: info@terrastone.be | www.terrastone.be TALLIEU & TALLIEU www.tnt.be OPENINGSUREN: maandagvoormiddag gesloten | namiddag 13u.30 - 18u. dinsdag - vrijdag: 8u30. - 12u. & 13u30. - 18u.| zaterdag: 9u. - 12u.
terrassen, tuin & opritten

De krachtigste in serie gebouwde 911

Een hoogperformante sportwagen met gering verbruik

Porsche stelt met de nieuwe 911 GT2 op de IAA in Frankfurt de totnogtoe krachtigste in serie gebouwde 911 voor. Het opmerkelijke design met de grote luchtinlaten vooraan alsook de karakteristieke achterspoiler maken reeds in stilstand het potentieel van het snelste 911-model kenbaar.

De uitsluitend met achterwielaandrijving en manuele zesversnellingsbak leverbare supersportieveling spurt in 3,7 seconden vanuit stilstand tot 100 km/u en haalt een topsnelheid van 329 km/u. Dat alles met een gemiddeld brandstofverbruik van 12,5 l/100 km volgens nieuwe Europese rijcyclus” – een waarde die tot voor enkele jaren in deze vermogensklasse als onhaalbaar gold.

ren. Dat principe gebruikt tijdens de koelere expansiefase de wervelende lucht in het inlaatspruitstuk voor de mengselbereiding, waardoor de temperatuur van het brandstof-luchtmengsel in de verbrandingsruimte verlaagd wordt. Dat levert een duidelijk toegenomen efficiëntie op: bij maximaal vermogen wordt een vermindering van het brandstofverbruik tot 15% bereikt.

Ook aan uitlaatzijde biedt de 911 GT2 nieuwe ontwikkelingen. Voor het eerst wordt in een Porsche die gehomologeerd is voor weggebruik standaard gebruik gemaakt van een uitlaatknaldemper en uitlaatpijpen in titanium. Die dure grondstof verlaagt het gewicht ten opzichte van een vergelijkbare component uit roestvrij staal met ongeveer 50% tot amper 9 kilogram.

linder boxermotor van de 911 Turbo, die door twee uitlaatgascompressoren met variabele turbinegeometrie (VTG) van lucht voorzien wordt. Zijn nominaal vermogen van 530 pk (390 kW) bereikt de 3,6 liter boxer bij 6.500 toeren per minuut. Het maximale koppel ligt op 680 Newtonmeter en is beschikbaar in een bereik van 2.200 tot 4.500 toeren per minuut. Met een leeggewicht van 1.440 kilo bedraagt de gewichts/vermogenverhouding 2,72 kg/pk.

Voor het met 50 pk toegenomen vermogen ten opzichte van de “basismotor” zorgen in de nieuwe 911 GT2 twee turbocompressoren met een groter compressorwiel en een turbinehuis met geoptimaliseerde doorstroming, die een nog hogere maximale laaddruk opwekken. Voor het eerst combineren de Porsche-technici in de GT2 de turbomotor met een “expansie-inlaatsysteem” – een revolutie bij opgeladen moto-

De nieuwe 911 GT2 beschikt standaard over het PCCB¬remsysteem met keramische composietremschijven, dat bij zeer hoge belasting van de remmen een enorme fadingstabiliteit garandeert. Tegenover vergelijkbare remmen uit gietijzer vermindert PCCB het gewicht van de ongeveerde massa’s met ongeveer 20 kilogram.

Voorts behoort ook het elektronisch geregelde dempingsysteem Porsche Active Suspension Management (PASM) tot de standaarduitrusting. De GT2 is geschoeid op lichtmetalen 19-duimsvelgen met sportbanden, vooraan in de afmeting 235/35 ZR 19 en achteraan in maat 325/30 ZR 19. <<>>

36 Carrera Motors Magazine 09/2007 Porsche 911 GT2 foto’s Porsche AG

Het opmerkelijke design met de grote luchtinlaten vooraan alsook de karakteristieke achterspoiler maken reeds in stilstand het potentieel van het snelste 911-model kenbaar. De uitsluitend met achterwielaandrijving en manuele zesversnellingsbak leverbare supersportieveling spurt in 3,7 seconden vanuit stilstand tot 100 km/u en haalt een topsnelheid van 329 km/u. Dat alles met een gemiddeld brandstofverbruik van 12,5 l/100 km volgens nieuwe Europese rijcyclus.

Carrera Motors Magazine 09/2007 37

Catalonië, het paradijs voor échte golfspelers

Spectaculair, uitdagend en onvergetelijk

Catalonië (Catalaans: Catalunya) is één van de 17 autonome regio’s in het noordoosten van Spanje met als hoofdstad Barcelona. De naam van de hoofdplaats is gelijk aan de naam van de respectievelijke provincie. Catalonië wordt in het zuiden begrensd door Valencia, in het westen door Aragon en in het oosten door de Middellandse Zee. In het noorden grenst Catalonië aan Frankrijk en Andorra. De totale oppervlakte omvat 32 .114 km² en het aantal inwoners bedraagt ca 6,5 miljoen. Deze meest welvarende regio van het land bestaat uit vier provincies. Barcelona, Gerona (Catalaans: Girona), Lerida (Catalaans: Lleida) en Tarragona.

Catalonië is een heel afwisselende regio waar men bergen (Pyreneeën), uitgestrekte velden en rivierdelta’s, en natuurlijk de toeristische kuststrook aan de Middellandse Zee vindt. Er zijn grote klimatologische verschillen in Catalonië. De kust heeft overwegend een mediterraan klimaat, met warme en droge zomers en koele winters. In de winter valt de meeste neerslag. Meer naar het binnenland is er een overgang naar een steppeklimaat met hete zomers en koude winters.

In de hoge Pyreneeën valt sneeuw in de winter. In de zomer waait soms de Tramontana die koude lucht uit de bergen naar de kust blaast. De oorspronkelijke vegetatie van het lage gedeelte van Catalonië bestond uit steeneikenbossen. Door houtkap en ander ingrijpen van de mens is dit natuurlijke bos grotendeels verdwenen. Hier voor in de plaats is er de maquis, een bijna ondoordringbare vegetatie met struiken en lage bomen en wilde kruiden zoals lavendel, tijm en rozemarijn. In de Pyreneeën groeien eiken, sparren en dennen.

In Catalonië komen otters, konijnen, hazen, eekhoorns, muizen, vleermuizen en een aantal kleine roofdieren zoals vossen, marters en wezels voor. Bruine beren en wolven daarentegen zijn bijna uitgestorven. In de bergen huizen roofvogels zoals de vale gier. Veel vogelsoorten, waaronder de flamingo, leven in de Ebrodelta, waar je verder nog lammergieren en adelaars vind.

Catalonië biedt volop mogelijkheden voor een ontdekkingstocht over gebaande en mindergebaande paden. Langs de kust getuigen Iberische, Romeinse en Griekse opgravingen van een lang en bewogen verleden. In de afgelegen dalen van de woeste Catalaanse Pyreneeën bouwden monniken hun eerste kerken en kloosters in de opmerkelijke romaanse architectuur, een bouwstijl die zich later over heel Catalonië verspreidde. Na eeuwen van stilstand werden in de 19de eeuw in steden en dorpen bouwwerken neergezet in de zelfbewuste stijl van de wederopstanding van Catalonië: het modernisme. Natuur, cultuur en een fikse dosis nationalisme vormen hiervoor de hoofdingrediënten. Catalonië is in Spanje leider op het vlak van economie, industrie en handel. Hoewel Catalonië slechts 6% van het landsgedeelte inneemt, draagt het voor 20% bij aan het BNP van Spanje en voor 30% aan de internationale handel.

Girona

De provincie Girona ligt in het uiterste noordoosten van Spanje, grenst aan Frankrijk in het Pyreneeën-gedeelte en grenst in het oosten, bij de Costa Brava aan de Middellandse Zee. Het heeft een grote variëteit aan klimaten en landschappen met de stranden langs de Middellandse

38 Carrera Motors Magazine 09/2007
Catalonië, het paradijs voor échte golfspelers
PGA Golf de Catalunya, een Europese top-10 baan, in 1999 ontworpen door Neil Coles en Angel Gallardo, is gelegen in een glooiend landschap, bij Caldes de Malavella, met pijnbomen, meertjes en meerdere island greens. © PGA Golf de Catalunya
NIEUW BR 02 INSTRUMENT CHRONOGRAPH WATERDICHTHEID 500 M 44 MM www.bellross.com Langemunt 29000 - Gent Tel +32.(0)9/264.29.29 - www.heursel.be

Zee, de Pyreneeën met bergen tot boven de 2.000 m en skigebieden in La Molina, Nuria, Masella en Vallter evenals mooie natuurparken, zoals de Vulkanische Zone van de Garrotxa en het vogelreservaat van Aiguamolls. U vindt in de provincie vele mooie en karakteristieke steden, zoals Girona, Ripoll, Besalú, Cadaqués, Port de la Selva. Dalí heeft er gewoond en gewerkt. In Cadaqués en Figueres zijn er musea met zijn werk. De kustgebieden doen de naam ‘woeste’ kust alle eer aan met kleine baaien omgeven door rotsen en diepe afgronden.

THE MELIÁ GOLF VICHY CATALAN HOTEL****S

Dit modern ingerichte 4-sterren hotel heeft in april 2006 zijn deuren geopend en is gesitueerd in het hart van het PGA Golf de Catalunya resort aan de rand van Caldes de Malavella, een spa-resort aan de Costa Brava in Noord-Oost Spanje. Het hotel integreert op sublieme wijze met de natuurlijke omgeving en vormt een mooie combinatie met de twee golfbanen van het resort. Alhoewel het hotel modern is in haar uitstraling, heeft het een warme en kleurrijke inrichting.

De 136 kamers zijn onderverdeeld in Standaard, Superior en Duplex kamers. Daarnaast heeft het hotel nog 4 Junior Suites. Alle kamertypen beschikken over satTV, telefoon, minibar, internetaansluiting, kluisje, roomservice, badkamer met bad en douche, haardroger en toilet. De Superior kamers en de Junior Suites hebben tevens een balkon. Het hotel biedt verder o.a. twee restaurants, een piano bar, een pub, voldoende gratis overdekte parkeergelegenheid, een buitenzwembad, sauna’s, fitnessruimte en jacuzzi. Het is verder een prima uitvalsbasis om de bezienswaardigheden in de regio te ontdekken: het ligt op ca. 20 km van Girona, geroemd om de gerestaureerde Gotische wijk en kathedraal, en Figueras met het bekende Salvador Dalí museum. De bruisende wereldstad Barcelona ligt op ca. een uurtje rijden. Het dorpje Caldes de Malavella biedt vele bezienswaardigheden welke stammen uit de Middeleeuwse en zelfs Romaanse periode. De prachtige Romaanse thermale baden, pittoreske straatjes, kerkjes en kasteeltjes zijn zeker een bezoekje waard.

Info: www.solmelia.com – reservas.mgvc@solmelia.com

Tel: 0034 972 181020 – Fax: 0034 972 181022

PGA Golf de Catalunya, een Europese top-10 baan...

De PGA Golf de Catalunya in Caldes de Malavella ligt op 15 min. rijden van Girona en is een absolute aanrader. Als gastheer van menig internationaal tornooi is deze samen met de Golf Club d’Aro de lastigste baan van de regio. Het terrein, in 1999 ontworpen door Neil Coles en Angel Gallardo, is gelegen in een glooiend landschap met pijnbomen, meertjes en meerdere island greens.

De Championship Course (Spanish Open) oftewel de Green Course, prachtig gelegen tussen bomen, vereist precisie door de smalle fairways en de uiterst snelle greens. Het geaccidenteerde terrein vergt, zeker in combinatie met de Spaanse warmte, een beetje conditie, maar biedt door de hoogteverschillen wel mooie uitzichten. Volgens de diverse golfmagazines behoort deze baan tot de topbanen van Europa. In 2006 werd een tweede 18 holes-baan geopend, de Red Course. Deze ligt naast de PGA Championship Course, maar is makkelijker te bespelen door de bredere fairways en grotere greens. Het is eveneens een zeer uitdagende baan in een bosrijke omgeving met de Pyreneeën als bijzondere achtergrond. [www.pgacatalunya.com]

Club de Golf d’Aro

Dit is één van de moeilijkste banen (handicaprestrictie) in de regio. Alleen de route er naartoe is al indrukwekkend door alle haarspeldbochten; omzoomd door luxe villa’s. Eenmaal op de plaats van bestemming geniet u van de overweldigend mooie ligging van de baan met prachtige vergezichten op o.a. het Les Gavarres gebergte. Meer dan 1000 olijfbomen omringen de baan die mede door de meertjes en vele bun-

40 Carrera Motors Magazine 09/2007
©
© Club de Golf d’Aro (Mas Nou)
Catalonië, het paradijs voor échte golfspelers
PGA Golf de Catalunya
OPTIEK VAN DEN BRANDEn WETTEREN Florimond Leirenstraat 42 • 9230 Wetteren T +32 9 369 41 19 • info@brilcenterwetteren.be openingsuren: maandag: 13.30 - 19 u dinsdag-vrijdag: 9 - 12u en 13.30 - 19u zaterdag: 9 - 12u en 13.30 - 18u zondag en maandag voormiddag gesloten juli en augustus dinsdag - zaterdag: 10 - 12u en 13.30 - 18u zon-en maandag gesloten SURF EN WIN DEZE READING TOOL VAN www.brilcenterwetteren.beCODE911

kers een grote uitdaging vormen voor de speler. Golf d’Aro is een van de spectaculairste banen om te spelen en behoort dan ook tot de top 3 van Europa! De baan is letterlijk aangelegd door het afvlakken van de top van een berg. Zorg dat u voldoende golfballen bij u heeft want een slice of een hook zullen uw ronde er niet eenvoudiger op maken. Sommige holes hebben aan weerszijden ravijnen, dus er is geen ruimte voor fouten op deze baan. U gaat een grote uitdaging aan door op deze baan te spelen en u zult versteld staan van de schitterende panorama-uitzichten, vele pijn- en olijfbomen en 2 prachtige meren! [www.golfdaro.com]

Perelada Golf

In het hart van Alt Emporda ligt de golfclub Perelada op een 140 hectare groot grondgebied, op 10 minuten van de middelandse zee en van de Franse grens en op een uur rijden van Barcelona. Deze 18holes golf is 6 km lang met daarnaast een driving range, putting greens en een extra 9-holes pitch-and-putt. Dit terrein voldoet aan de hoogste normen van de Spaanse golffederatie, zowel voor beginners als gevorderden. Hier kan je met de juiste precisie en het nodige tactisch inzicht best je handicap spelen. Het is een niet al te moeilijke baan, maar door de aanwezigheid van de strategische bunkers, een riviertje en een aantal vriendelijke doglegs is concentratie vereist!

De kavel is gelegen vlakbij het mooie dorp Perelada met historisch centrum waar het prachtige kasteel en casino te bewonderen zijn. Te-

De Costa Brava heeft de golfer veel te bieden met haar negen zeer gewaardeerde golfbanen.

vens kunt u heerlijk relaxen tijdens de geweldige behandelingen van de ‘Wine Spa’ van het Golf Hotel Perelada. [www.golfperalada.com]

Golf Costa Brava

Brede vlakke fairways en snelle greens karakteriseren hole 10-18, terwijl de eerste 9 holes juist een behoorlijke mate van techniek vragen en voorzien zijn van meer glooiing. Leuke baan voor elk niveau golfer!

Empordà Golf

Bestaat uit 4 x 9 holes en vormt een combinatie van enerzijds een links course met fraaie duinen, bunkers en meren en anderzijds een parklandbaan met een Mediterraan karakter, veel pijnbomen en opvallend ruime greens.

Torremirona Golf Club

Aantrekkelijke afwisselende championship baan, niet al te moeilijk en net als vele andere banen in de Costa Brava zeer fraai gelegen. Veel brede fairways!

Girona Golf

Hoog in de bergen gelegen, ver van de dagelijkse drukte in de grote stad. Volledig geïntegreerd in het landschap. Een leuke uitdagende baan voor alle golfers.

Platja de Pals

De thuisbaan van het La Costa Resort en de oudste golfbaan in deze regio. Het is een zeer vlakke baan, maar desondanks niet erg makkelijk. Vele pijnbomen omringen de baan en vormen lastige natuurlijke hindernissen.

Serres de Pals

Nog iets moeilijker dan zusje Platja de Pals met meer glooiingen, pijnboombossen en redelijk wat meertjes. Leuk clubhuis! <<>>

42 Carrera Motors Magazine 09/2007
Catalonië, het paradijs voor échte golfspelers © Club de Golf d’Aro (Mas Nou) © PGA Golf de Catalunya

Een uniek parallel hybrideconcept

Cayenne Hybride: 25 % minder verbruik en 38 kW extra vermogen

De beperking van de CO²-uitstoot bij verbrandingsmotoren evenals het thema van hybride aandrijvingen zijn meer dan ooit actueel. Samen met partners VW en Audi besteedt ook Porsche veel aandacht aan het reduceren van het brandstofverbruik. Meer nog, het merk uit Stuttgart heeft hierin een traditie die ver teruggaat in de tijd.

De eerste hybride wagen ontwikkeld door Ferdinand Porsche dateert immers reeds uit 1899. Deze ‘Lohner-Porsche’ had naast een verbrandingsmotor ook een elektromotor en kon eveneens energie opslaan in een batterij. Ook in die tijd hield Porsche reeds rekening met het gewicht, want de loden batterij woog ‘slechts’ 125 kg. Het totaalgewicht van de Lohner-Porsche bedroeg 1.075 kg. Aan boord zat een 15 pk sterke viercilinder die direct gekoppeld was aan een 80V-dynamo. Deze generator leverde de elektrische stroom voor de binnenhuizige elektromotoren in de voorwielen.

De laatste 10 jaar alleen al spendeerde Porsche meer dan 100 miljoen euro aan het optimaliseren en de verdere ontwikkeling van de aandrijftechnologie. De resultaten zijn dan ook verbluffend: de CO²-uitstoot werd de laatste 15 jaar gemiddeld met 1,5 % per jaar teruggedrongen. Cijfers die behoren tot de top in de automobielindustrie. Ook voor de tweede generatie van de Cayenne werd binnen een tijdsbestek van amper 4 jaar een geheel nieuwe generatie motoren met directe benzine-injectie ontwikkeld, waarbij een brandstofbesparing en een vermindering van de CO2-uitstoot van maar liefst 15 % bereikt werd.

In de toekomst zullen steeds meer Porsche-klanten gevoelig zijn voor het milieuvriendelijke karakter van hun wagen en hun aankoopgewoonten hieraan aanpassen. Porsche zal tegen het einde van dit decennium aan deze vraag beantwoorden met een hybrideversie van de Cayenne evenals van de vierzitter Panamera Gran Turismo. De voordelen van hybridetechnologie worden vooral duidelijk in een stedelijke omgeving waarin er veel gestopt en geaccelereerd dient te worden, met brandstofbesparingen tot 25 % in reële omstandigheden.

Voor de hybride combinatie van verbrandingsmotor/elektromotor heeft Porsche geopteerd voor een unieke benadering, namelijk de parallelle hybride aandrijving. Dit in tegenstelling tot andere systemen waarbij het vermogen via meerdere kanalen en in meerdere richtingen opgewekt wordt. De keuze van Porsche garandeert ten eerste een hoge mate van compatibiliteit van de hybride componenten met het bestaande platform van de Cayenne, dus zonder toegevingen te moeten doen op het vlak van vierwielaandrijving of kofferruimte. Ten tweede is de brandstofbesparing hoger dan bij andere hybride systemen, ook tijdens ritten buiten de stad en op autosnelwegen. Tot een snelheid van 120 km/u is het immers mogelijk om de wagen te laten ‘rollen’, dus zonder gebruik te maken van de verbrandingsmotor. Ten derde

beantwoordt het parallelle concept veel beter aan de filosofie van het huis. In vergelijking met de conventionele Cayenne is er immers een bijkomende verbetering van zowel de acceleratie als de motorsouplesse. Het hybridesysteem zorgt voor een meergewicht van slechts 150 kg.

Het hart van de hybride-aandrijving is de zogenoemde ‘Hybrid Manager’. Die zorgt voor de verwerking van de gegevens en de aansturing van de 3 belangrijkste componenten: de verbrandingsmotor, de elektromotor en de batterij. Daar waar een conventioneel motormanagement genoegen neemt met ‘slechts’ 6.000 gegevensparameters, moeten er voor de Hybrid Manager ongeveer 20.000 parameters ingesteld worden.

De batterij werd bij de Cayenne Hybride ondergebracht in de ruimte die anders bestemd is voor het reservewiel. De batterij is van het NiMHtype, weegt slechts 69 kg en levert een vermogen van 38 kW. Opslag van de energie tijdens het rijden is mogelijk dankzij een verschuiving van het zwaartepunt dat nu gunstiger gelegen is en een intelligente recuperatie van de energie die vrijkomt tijdens het remmen. De energie die op deze manier verkregen wordt, kan gebruikt worden om enkel op elektrische kracht te rijden of om de verbrandingsmotor bij te staan voor meer vermogen en betere prestaties op de weg. De batterij heeft een levensduur van 10 jaar en is 100 % recycleerbaar.

De oliepomp in de automatische transmissie is vervangen door een elektrisch aangedreven exemplaar. Op die manier kan de Cayenne ook op elektrische kracht accelereren met een maximum aan efficiëntie.

Tot op heden zet de Cayenne Hybride een gemiddeld verbruik van 9,8 liter/100 km neer in de nieuwe Europese Cyclus. Met nog enkele troeven achter de hand zal Porsche erin slagen het doel van 8,9 liter/100 km te bereiken. Cijfers die zo goed als onmogelijk zijn met conventionele technologieën in een sportieve SUV van dit formaat. <<>>

44 Carrera Motors Magazine 09/2007
Porsche Cayenne Hybride foto’s Porsche AG

Toeren, cruisen en ... scheuren

Met de presentatie van drie gloednieuwe modellen, een aansprekend prototype en de introductie van een supersportieve huisvriend markeert Harley-Davidson het 105-jarig bestaan van de fabriek en een kwarteeuw vriendschap met Eric Buell. En omdat H-D jarig is, worden voor 2008 nog eens acht speciale, beperkt leverbare 105th Anniversary-modellen uitgebracht.

H-D is gewoontegetrouw vroeg met het vrijgeven van modelnieuws. Nieuw is in ieder geval het XR 1200 Prototype. Dit in dirt-track racekleuren gespoten model

(een ode aan de legendarische XR 750 racer) heeft een gepoedercoat high-performance motorblok, lichtgewicht wielen en een upside down voorvork. Speciaal ontworpen banden en raceremmen onderstrepen het ultrasportieve imago van de V-Twin.

Opvallend dit jaar is de opwaardering van beide vloeistofgekoelde VRSC-modellen. Die krijgen een power boost dankzij een cilinderinhoud van 1.250 cc (was 1.130 cc) van het vloeistofgekoelde, in samenwerking met Porsche ontwikkelde Revolution® V-Twin-motorblok. De opwaardering leidt tot 123 pk motorvermogen en 115 Nm koppel. Het motorblok is gekoppeld aan een nieuwe slipkoppeling met lichtere bediening van de hendel.

Toeren

De FL-serie van H-D is de toerreeks bij uitstek. Daarbij is de 2008 FLHTCU Ultra Classic Electra Glide te beschouwen als de meest comfortabele en volledige uitgevoerde toerfiets. Nieuw op het model zijn het Anti-Lock Braking System (ABS) en de grotere brandstoftank (van 18,9 liter tot 22,7 liter). Dankzij de Electronic Throttle Control (ETC) wordt een optimale communicatie bereikt met de af fabriek geïnstalleerde cruise control. Een hele reeks detailverbeteringen waaronder nieuwe zadels moet het leven op deze motor nog aangenamer maken dan het al was. ABS en ETC zijn op de andere modellen in de FL-reeks standaard of als fabrieksoptie aanwezig.

Cruisen

Zie de Europese lancering van de Sportster XL1200N Nightster, die in januari al in de VS beschikbaar was, vooral als een opvallende combinatie die koppelprestaties combineert met een urban underground-stijl.

De bijna chroomloze motor is te typeren als minimalistisch en toch neo-retro chic.

De Europese versie is aangepast waarbij de achtervering meer speling biedt voor een betere hellingshoek in de bochten en speciaal is afgestemd op de Europese wegen. Een nieuw geïntegreerd rem/knipper/

achterlicht onderstreept de minimalistische stijl.

Daar waar men zich solo verplaatst op de Nightster, zijn de 2008 FXCW Rocker en FXCWC Rocker C (chroom) dan weer geschikt voor duo transport. Beide opvallende variaties hebben een luchtgekoelde VTwin met de bekende inhoud van 1.584 cc. Ze borduren voort op het lange, lage custom-thema en zijn voorzien van een Rockertail waarbij een aansluitend spatbord direct op de swingarm is gemonteerd. Net als bij de andere Softail-modellen, zijn de schokdempers verborgen onder de transmissie. De achterband is liefst 24 cm breed, de beladen zithoogte daarentegen slechts 62,2 cm.

Scheuren

Bill Davidson, directeur Motorcycle Product Development en achterkleinzoon van één van de oprichters, gaf huisvriend Eric Buell wederom de vrije hand. Het leidde tot een breuk in de traditie met de luchtgekoelde V-Twin waarvan de Buell Motorcycle Company zich tot dan bediende. De nieuwe Buell 1125R is dan ook een compleet nieuwe vloeistofgekoelde sportmotor. Door de boring (103 mm) en slag (67,5 mm) kan een hoger toerental bereikt worden dan met de traditionele V-Twin. Het door Buell tot ‘Helicon’ gedoopte motorblok is exclusief voor Buell geproduceerd in samenwerking met de Oostenrijkse motorfabrikant BRP-Rotax. Aan de basis van het design van de Buell 1125R liggen volgens Buell de drie pijlers van de ‘Trilogy of Technology’: gecentraliseerde massa, een laag onafgeveerd gewicht en framestijfheid. Op die manier creëer je volgens de ontwerper intuïtieve handling en een voorspelbare, nauwkeurige respons zodat de motor zich gedraagt als een anatomisch verlengstuk van de rijder. <<>>

46 Carrera Motors Magazine 09/2007
Harley-Davidson 2008 door Ruud Vos foto’s Harley-Davidson

De FXCW Rocker en FXCW Rocker C hebben een luchtgekoelde V-Twin met de bekende inhoud van 1.584 cc. Ze borduren voort op het lange, lage custom-thema en zijn voorzien van een Rockertail waarbij een aansluitend spatbord direct op de swingarm is gemonteerd. Net als bij de andere Softail-modellen, zijn de schokdempers verborgen onder de transmissie. De achterband is liefst 24 cm breed.

Carrera Motors Magazine 09/2007 47

Architectuur is een monnikenbezigheid

Architect Henry Van de Velde moet tevreden van hierboven toekijken. Zijn “Boekentoren” die over een groot stuk van Gent uitkijkt, wordt gerestaureerd. En dan nog door een hedendaagse meester. Inderdaad, Paul Robbrecht, gelauwerd architect van het huis Robbrecht en Daem Architecten, is het project van de gekende universiteitsbibliotheek toegewezen. Een opdracht waar hij, als Gentenaar, bijzonder mee opgetogen moet mee zijn en waarin hij artistiek zeker zal uitblinken. Wanneer je de website van Robbrecht en Daem even doorneemt, zie je meteen dat Paul Robbrecht zeer polyvalent actief is. Uiteraard kent iedereen hem als de man die het Concertgebouw in Brugge bouwde. En weten velen ook dat hij het Rubensplein in Knokke bedacht. Maar hij is lesgever, kunstenaar, schrijft en samen met Hilde Daem behoort hij al enkele decennia tot het kruim van de internationale architectuur. In een sobere vergaderzaal bij hem op het bureau wacht ik hem op. Op een hoek van de tafel liggen enkele kalkpapieren met tekeningen erop en de muur aan het eind van de kamer bulkt van de kunst- en architectuurboeken. De perfecte sfeer voor een diepere kennismaking met de man die op dat moment de ruimte binnenstapt. Verrassend misschien voor iemand die zo druk bezet is, voel je dat de man rustig zijn tijd wil nemen voor onze babbel. Koffie’s worden aangebracht…

CMm: Na uw studies architectuur in Gent, hebt u een paar beurzen gekregen in het buitenland, meer bepaald in Italië. Uit die periode dateren ook heel wat prijzen. Ik neem er graag de “Prix de Rome” bij. Wat betekenden deze prijzen voor u?

P. Robbrecht: “Het is via de “Prix de Rome” dat ik in Italië ben terechtgekomen. De “Prix de Rome” was een Federale Prijs die toen nog in België werd uitgeschreven. Ze had haar roots in Frankrijk. Het is een beurs die aan kunststudenten uit diverse disciplines de mogelijkheid biedt om in Italië te gaan verblijven. Ik behoorde tot de laatste lichting finalisten die deze eer te beurt viel en het jaar daarop werd de “Prix de Rome” bij ons afgeschaft. Vandaag, denk ik, bestaat de prijs wel nog in Nederland. Ik ben dus zo in Rome, maar vooral in Venetië geweest. Ik had het daar erg naar mijn zin. Het jaar daarna, we spreken 1979, won ik de “Godecharle”, een bekroning die mij financieel toeliet om wat langer in Italië te kunnen verblijven en verder te studeren. In die zin kun je dus wel stellen dat die prijzen mij nieuwe kansen hebben geboden, ja...”

CMm: Italië lijkt me ook wel een fantastische plaats om als jonge architect een tijdje door te brengen. Kunt u zeggen dat die studieperiodes u als architect hebben gevormd?

P. Robbrecht: “Ongetwijfeld. Ik denk dat elke jongeling die zijn grenzen kan verleggen daar alleen maar rijker door zal worden. Als je dan nog als jonge architect tijdelijk naar een land als Italië, toch een beetje de bakermat van de architectuur en de kunst in Europa, kunt verhuizen,

dan denk ik dat je hier enkel kunt door geprikkeld worden. Italië was een land waar jonge hedendaagse architecten zoals wij, want ik wil hier toch ook graag Hilde Daem bij betrekken, altijd gepassioneerd door waren. Niet alleen door de klassieke architectuur en de kunsten, maar overal word je omgeven door kunst. Het is alsof de steden, de gebouwen, de pleinen kunst uitademen. Ik denk dat ik mettertijd een redelijk goed Italie-kenner ben geworden, vooral dan van het gebied tot Rome. Het zuidelijke gedeelte, behalve Sicilië misschien, ken ik niet zo goed. Het is dan ook vrij logisch dat ik door Italië ben beïnvloed. Maar wat voor ons ook belangrijk was, is dat Italië eind jaren 70, begin jaren 80 een topland was op het vlak van hedendaagse architectuur. En ook op het niveau van de plastische kunsten, het literaire gebied, de film – ik denk hierbij aan Antonioni – alles was top. Er was een hele grote en sterke artistieke beweging. En gewoon al het feit dat je daar van op de zijlijn van mee kon proeven, was magisch. Het is jammer genoeg heel flauw afgelopen met Italië. Ik denk dat het tijdperk Berlusconi, een periode van intellectuele en politieke vervlakking, het land duidelijk geen goed heeft gedaan. Onvoorstelbaar hoe zoiets zo snel kan afgebroken worden. Italië is een dood land geworden...”

CMm: Wat vooral opvalt in uw architectuur, is dat u ervan houdt om vooral grote gebouwen en projecten uit te werken. Is dat een bewuste keuze?

P. Robbrecht: “Ik heb inderdaad een paar grote gebouwen gerealiseerd en in de nabije toekomst zullen er nog een paar bijkomen. Of ik daarom nu resoluut voor grote gebouwen kies, zou ik niet meteen zeggen. Grote projecten maken veelal ook deel uit van wedstrijden die uitgeschreven worden. Wedstrijden die je zelf kiest en waarvan je weet dat je er maar sommige van kunt winnen. Ik herinner me competities die we niet hebben gewonnen, zoals de Publieke Bibliotheek in Amsterdam of het Casino in Knokke. Dat zijn prestigeprojecten, elk met hun apart verhaal. In Amsterdam waren we bij de laatste drie en hebben we het net niet gehaald. In Knokke hebben wij het pad geëffend voor anderen. Bizar genoeg behoorden we zelfs niet tot de eindselectie voor de wedstrijd. Het is natuurlijk niet leuk als je enorm veel inspanningen hebt gedaan om zo’n wedstrijd te winnen en het dan niet haalt. De oefeningen om creatief rond zo’n gebouw te kunnen werken, de creatieve input, alles lijkt verloren. Want alleen het eindresultaat telt. Later kijk je daar misschien met een ander gevoel op terug. Voor mij zijn er wel een aantal criteria waar ik specifiek aandacht voor heb. Ik heb een voorliefde voor het ontwerpen publieke gebouwen, pleinen en plaatsen te maken. Het Concertgebouw in Brugge (19992003) is daar een mooi voorbeeld van. Ik denk ook aan het Boijmans Van Beuningen in Rotterdam (1997-2003). Maar ik ben ook gefascineerd door pleinen. Opdrachten zoals het Albertplein in Knokke (20002004, i.s.m. de kunstenaar Franz West) en de Leopold De Waelplaats in Antwerpen (1997, i.s.m. Arch. Van Hee) zijn projecten waar ik met enorm veel liefde aan werk. In dit ontwerp ontwierp de Spaanse kunstenares Cristina Iglesias de “Diepe Fontein”.

Ook nu ons bureau onlangs de opdracht kreeg om de wedstrijd uit te

48 Carrera Motors Magazine 09/2007
Architect Paul Robbrecht door Nova

voeren waarin het Emile Braunplein in Gent hertekend werd, stemt dit me bijzonder gelukkig. Wij hebben die wedstrijd (i.s.m. Arch. Van Hee) reeds een aantal jaren geleden gewonnen.”

CMm: En wat interesseert u dan het meest aan die publieke gebouwen?

P. Robbrecht: “Precies dat ze … publiek zijn. Dat ze ons de gelegenheid geven om aan te voelen hoe de mensen, die dagelijks deze openbare gebouwen betreden, over die pleinen wandelen, reageren op de door ons gecreëerde ruimtes. Als architect neem ik dan afstand van mijn creatie en geef ze door aan het publiek. Dat geeft een ongelooflijk gevoel. Toch vind ik het belangrijk te weten hoe mensen over een gebouw, een ruimte denken. Een bezoeker van het Concertgebouw in Brugge of zelfs een performer is voor mij een interessante criticus. Ik neem graag het Concertgebouw als voorbeeld omdat wij dit gebouw als Belgen uiteraard beter kennen. Er is veel commotie rond dit gebouw geweest. Van nature hebben mensen angst voor het vernieuwende, het onbekende. Het gebouw was nieuw en daarom rees de vraag of het wel integreerbaar zou zijn in het stadszicht. Nu het er

P. Robbrecht: “Er is veel commotie rond het Concertgebouw van Brugge geweest. Van nature hebben mensen angst voor het vernieuwende, het onbekende. Het gebouw was nieuw en daarom rees de vraag of het wel integreerbaar zou zijn in het stadszicht. Nu het er staat, ziet men dat het allemaal niet zo ingrijpend is geweest en koestert men het gebouw.”

Carrera Motors Magazine 09/2007 49
© globalview.be © Kristien Daem

“Voor mij is het belangrijkste in het leven dat ik het geluk heb gehad in een wereld te mogen leven zoals ik hem gedroomd heb. Een wereld met vooral kunstenaars om me heen met wie ik kon samenwerken en delen.”

staat, ziet men dat het allemaal niet zo ingrijpend is geweest en koestert men het gebouw.”

CMm: Doet u dan nooit aan woningbouw?

P. Robbrecht: “Niet vaak. Kijk, met alle respect, maar woningbouw boeit mij minder. Ook al realiseer je een prachtig architecturaal wonder met een villa, ergens in het groene landschap, het blijft een werk waar maar enkele mensen van genieten. Ik zie woningbouw meer als een voorstudie, als een inspiratiebron. Zoals de Woodland Cabine die

brug naar de verbeelding, de fantasie. Ik denk er veel aan terug en dat op zich zegt voor mij al genoeg.

Wat Le Corbusier in Chandigarh heeft gedaan, kende ik vanuit de literatuur. Daarom wilde ik het ook erg graag zien. Heel snel leerde ik echter dat dit in een land als India niet altijd evident is. De hedendaagse architectuur wordt er op een andere manier beleefd als bij ons. Ze voelen wel aan dat de bouwstijl van Le Corbusier bijzonder moet zijn, maar ze maken het de geïnteresseerde bezoeker niet altijd makkelijk om de gebouwen daadwerkelijk te zien. Ik heb er dus voor veel gesloten deuren gestaan en heb maar één huis echt kunnen bezoeken.”

CMm: We hadden het daarnet over wedstrijden. Heeft het resultaat wel altijd met architecturale waarden te maken? Is de verleiding niet groot om te denken dat in zo’n omgeving er veel lobbywerk en politiek aan te pas komt?

P. Robbrecht: “Ik moet zeggen dat ons bureau nooit echt goed geweest is in wat ik het extreem promotionele noem. Wij hebben altijd ons accent op het architecturale en het culturele gelegd. Uiteraard moeten we altijd een zo sterk mogelijk dossier kunnen voorleggen. Wat die politieke inmenging betreft, denk ik dat er sinds de jaren ‘90 toch een grote vooruitgang is geboekt. Partijarchitecten zoals men die vroeger soms had, behoren grotendeels tot de verleden tijd.”

CMm: U bent ook een lesgever. Wat brengt iemand met uw ervaring jonge architecten vooral bij?

ik bouwde in 2001. Voor mij is het bouwen van een woning enkel nuttig wanneer het een gevolg is van een interesse in een andere kunst. Het kan een ontmoeting teweegbrengen met andere kunstenaars die ik dan graag weer betrek bij mijn werk.”

CMm: Voelt een architect zich een beetje als een kunstenaar die zijn doek trots achterlaat voor de volgende generaties?

P. Robbrecht: “Ja, natuurlijk wel. Als men een mooi gebouw realiseert, is men daar uiteraard wel trots op. En is het evident dat het de bedoeling is dat dit voor de volgende generaties bewaard blijft. Ik zou liegen als ik zou ontkennen dat ook ik mij als kunstenaar niet zou willen manifesteren. Sinds ik jong was heb ik me altijd beschouwd als iemand die zweefde tussen kunstenaar en architect. Mijn helden waren mensen als Picasso en Le Corbusier.”

CMm: Le Corbusier? Dan kent u ongetwijfeld ook de Indische stad Chandigarh?

P. Robbrecht: “Uiteraard! Ik ben daar een jaar of 3 geleden geweest. India is voor mij trouwens een ware verademing. Ik weet niet hoe ik dit moet uitleggen maar ik heb het gevoel in India thuis te komen. Het is een combinatie van ritme, klimaat, kleur, spiritualiteit, gevoel voor kunst. De mooie mix van tempels, paleizen en gebouwen die zweven in adembenemende landschappen en omgekeerd ook de magische landschappen die opgenomen worden door de gebouwen zelf. Het is een onbeschrijflijk gevoel dat voor mij herkenbaar is. Het slaat een

P. Robbrecht: “Ik denk dat de jonge architecten het geluk hebben om te leven in een periode waarin de architectuur weer veel kansen krijgt. Na de platte jaren ‘60-‘70-‘80 waar het maken van mooie gebouwen ver weg was, is er nu duidelijk weer een periode aangebroken waarin het weer beter gaat. Ik denk dat ik vooral 27 jaar ervaring met hen te delen heb. Maar ik moet toch ook stellen dat ik soms ietwat ontgoocheld naar mijn leerlingen kijk. Weet je, ik kom uit een onvoorwaardelijke generatie. Ik ben indertijd van de school gegooid omdat ik openlijk niet akkoord ging met mijn lesgevers. Ik zie dat niet bij de jongeren van vandaag. Zij hebben zo niet de mentaliteit van “wat heb jij me te vertellen”. Wij waren echte brutaaltjes, op het randje van het respectloze af. En ook al waren we 6 op de 10 keren mis, we revolteerden graag omdat we op onze honger zaten. Vandaag zie ik bij de meeste van mijn leerlingen een kritiekloos accepteren. Ik wil mijn studenten dat bijbrengen, maar vind weinig gehoor, jammer genoeg. Daarom denk ik dat ik geen goede leraar ben, omdat ik enkel een goede leraar ben voor de goede, volgzame leerling.”

CMm: Aan welke criteria moeten mensen voldoen om voor u te werken? Wat verwacht u van hen?

P. Robbrecht: “Ik heb mijn carrière opgebouwd samen met Hilde Daem. Gedurende de jaren dat we samenwerkten, hebben we artistieke meningen gedeeld, maar uiteraard ook de nodige meningsverschillen gehad. Toch kan je wel stellen dat wij een duidelijke visie hebben opgebouwd. Van onze mensen verwachten wij hetzelfde. Het moeten medewerkers zijn die een eigen visie hebben, die meedenken. Ze moeten bereid te zijn zich “à fond” in een project te gooien. Ze maken deel uit van een team en ze moeten beseffen dat de job van architect, ook in het tijdperk van de computer, nog altijd een monnikenbezigheid is. Ze moeten verantwoordelijkheid kunnen dragen en bovenal kunnen samenwerken met anderen. Architecten zijn activisten. Voor mij is het belangrijkste in het leven dat ik het geluk heb gehad

50 Carrera Motors Magazine 09/2007
Architect Paul Robbrecht © Kristien Daem
*de quoi êtes-vous fait ? Dampoortstraat 1 - B9000 Gent - Tel. : 09 225 50 45

De Kamermuziekzaal in de Lantaarntoren is voorzien om kleine ensembles te ontvangen. Het publiek zit grotendeels rond de uitvoerders zoals een Italiaanse patio met daarrond wandelgalerijen zonder trappen. Per niveau is er plaats voor 70 toeschouwers.

in een wereld te mogen leven zoals ik hem gedroomd heb. Een wereld met vooral kunstenaars om me heen met wie ik kon samenwerken en delen. Dit is volgens mij de echte kracht van architectuur. De kracht van communicatie met andere kunstvormen. Samenwerken met kunstenaars die uitzonderlijke ideeën hebben en zo ook een meerwaarde aan je eigen werk kunnen geven. Ik heb in veel projecten kunstenaars betrokken. Ook voor de Boekentoren in Gent, heb ik iets in gedachten.”

CMm: De Boekentoren, een nieuw belangrijk project dat u werd toevertrouwd. U bent wel heel blij dat u dit werk mag aanvatten. Wat maakt het zo bijzonder voor u?

P. Robbrecht: “Van de Velde was een activist “pure sang”. Vele mensen weten dit niet, maar nog voor de Bauhaus in Duitsland ontstond, had hij er de fundamenten van bij ons al gelegd. Hij schreef, schilderde ook en bovenal had hij een zeer bijzondere relatie met de kunstenaars van zijn tijd. Hij heeft een bijzonder gebouw gerealiseerd die de samenwerking met andere kunstenaars goed in beeld brengt, het Kröller-Müller Museum. Ook al durf ik me absoluut niet te gaan vergelijken met Henry Van de Velde, voor mij heeft hij wel een enorme aantrekkingskracht. In die zin kun je stellen dat ik het project van de Boekentoren wel als een emotionele opdracht ervaar. Toen de wedstrijd werd uitgeschreven, hadden wij dus al heel wat gestudeerd en hadden wij het project al voor een groot stuk in de vingers.

Het Gentse architectenbureau

Robbrecht en Daem krijgt de leiding over de restauratie van de Boekentoren, de Universiteitsbibibliotheek van de Universiteit Gent. Ten vroegste in 2010 zullen de werken worden aanbesteed voor de restauratie van het imposante gebouw, dat in 1934 door Henry van de Velde werd ontworpen en nog steeds geldt als één van de beste Belgische voorbeelden van modernistische architectuur.

Ik heb mijn hele leven in Gent gewerkt en dus rond die toren gedraaid. De toren en vooral de fantastische leeszaal. Voor mij is dit ook een heel ander uitgangspunt dan bv. het Concertgebouw. Ik beschouw dit project meer als een “dienstbaar zijn”. Ook als een opnieuw in kaart brengen. De nieuwe bibliotheek van de toekomst zal zich in het gebouw moeten in nestelen. Ik weet nu al dat dit niet makkelijk zal zijn. Maar ik heb enorm veel zin in de herlezing van het gebouw.”

CMm: Consulteert u Van de Velde dan?

P. Robbrecht: “Zeer zeker. Ik lees alles wat ik in handen krijg van hem, al zijn geschriften. Ik consulteer ook veel documenten die we terugvonden bij de constructeur en waarvan niemand van het bestaan afwist. Als je dit werk correct wilt doen, moet je op zijn minst het maximum gedaan hebben om Van de Velde zo goed mogelijk proberen te begrijpen. Anders is er weinig kans op slagen.”

CMm: En wat gaat u juist doen?

P. Robbrecht: “Eerst moeten we de toren bouwfysisch in orde brengen. Het is een beetje technisch om dit alles uit te leggen, maar het komt erop neer dat we een tweede toren in de eerste zullen bouwen. Wat de horizontale bouw betreft, ligt er voor mij vooral een taak weggelegd om het gebouw meer te hechten in de universiteitswijk. Door heel punctuele zaken te doen. De twee toegangen, die perfect goed zijn, gaan we secuur restaureren. Wel gaan we een derde toegang toevoegen die in de werking van het gebouw een belangrijke rol zal spelen. Het gebouw kan dit perfect aan. En dan is er natuurlijk het belangrijkste, de bibliotheek.”

CMm: En wanneer moet het klaar zijn?

P. Robbrecht: “We beginnen pas te bouwen in 2010. Normaal moet het klaar zijn tegen 2020. Architecten moeten geduldig zijn...” <<>>

Info: www.robbrechtendaem.com

52 Carrera Motors Magazine 09/2007
©
Kristien Daem Architect Paul Robbrecht

charmewoningen

luxe villa’s lofts

appartementen

VASTGOEDMAKELAARS

verkoop en verhuur

beheer

projectbegeleiding

www.CdF.be | Korenlei 5a - 9000 Gent - T. 09/233 28 28
TALLIEU & TALLIEUWWW.TNT.BE

De zeven momenten van Jean-Pierre Gabriel

Jean-Pierre Gabriel werkt reeds 25 jaar als fotograaf op het hoogste niveau. Wie in cuisine geïnteresseerd is of een boek over tuinen koopt, zal hem zeker kennen. Voor wie kunst en architectuur tot de geliefde passies behoren, hij of zij zal zeker al verschillende foto’s van Jean-Pierre Gabriel voor ogen hebben gekregen. Vanuit Brussel werkt hij al die jaren mee aan diverse boeken, reist hij de wereld rond of verzorgt hij reportages voor een handvol magazines. De man die ik in zijn werkkamer voor mij krijg, is een flamboyant personage. Iemand van wie ik meteen al weet dat hij me moeiteloos uren zal kunnen boeien met verhalen allerhande. Hij is een vlotte verteller die veel gezien heeft en in zijn kamer omringd is door een rijkdom aan foto’s. Moeilijk om er als buitenstaander zo maar een paar foto’s uit te kiezen. Dus vragen we het aan Jean-Pierre zelf. Het resultaat is een paar uur foto’s kijken met een sympathieke gastheer die er “zijn” 7 momenten uitkiest…

J.P. Gabriel: “Tuinen zijn altijd een passie voor mij geweest. En dan vooral de tuinen uit Japan. Weet je, wat mij in Europa altijd een beetje gestoord heeft is dat men tuinen enkel een esthetische rol toeschrijft. Een tuin moet mooi zijn en daar stopt het verhaal. Dat in de aanleg van een tuin rekening kan gehouden worden met filosofische gedachten, levensvisies, religie, meditatie en andere criteria, daar hebben wij nooit echt bij stil gestaan. Wij hebben een historiek van grote tuinen. Onderling verschillen die wel qua stijl, maar allemaal ademen ze een machtsvertoon uit. Een gevoel van grootsheid die meer de persoon voor wie de tuin is aangelegd in beeld moet brengen, dan de tuin zelf. De tuin is een statussymbool, iets waar men mee wil uitpakken en vooral wil aantonen hoe kapitaalkrachtig men is. Men heeft dit overal in Europa gezien. Een wel heel extreem voorbeeld is Louis XIV, maar er zijn er zeker nog anderen voor en na hem geweest. Ik denk bv. aan de Medici in Firenze, de grote kasteeltuinen in Duitsland, de meer in het landschap gekaderde, fantasierijke Engelse tuinen uit de 18de eeuw. Allemaal voorbeelden van tuinen die wel indruk maken en tot de verbeelding kunnen spreken. Maar waarvan ik vind dat ze niet echt het resultaat zijn van een goede denkoefening.

Toen ik voor het eerst in Japan was, stond ik versteld van de manier waarop tuinen hier geconcipieerd werden. Het kleinste tuintje in Japan is de vrucht van een intensief denkproces en een achterliggende filosofie. Er zijn precieze regels die moeten gevolgd worden. Tuinen moeten ook op specifieke manier onderhouden worden. Goed, dit is

misschien ook wel een beetje extreem. Een afbreuk volgens sommigen aan de creativiteit van de ontwerper. Maar tuinen ademen hier rust uit en geven de bezoeker zin tot reflectie en meditatie. Wat voor mij toch het doel van een tuin moet zijn.”

CMm: Hoe is die passie voor de Japanse tuin er dan gekomen?

J.P. Gabriel: “De Japanse tuin heb ik beter leren kennen in ‘89, ten tijde van Europalia Japan. Ik werkte ook toen al voor Knack en Le Vif Express. Omdat ik voorheen al foto’s gemaakt had voor Europalia Oostenrijk, werd mij gevraagd of ik interesse had om naar Japan te gaan. Een uitnodiging waar ik uiteraard graag op inging. Ik bezocht zo enkele belangrijke gebouwen en tuinen in Tokio. Ook de belangrijkste tuinen in Kyoto lagen op mijn reisroute. Ik herinner mij nog goed dat het de periode was, in april, dat de kerselaars in bloei stonden. Een ongelooflijke schoonheid. Tijdens die reis is een nieuwe wereld voor mij opengegaan. Ik denk bv. terug aan mijn bezoek aan Sapporo en aan een plaatsje 150 kilometer ten oosten ervan, Tomamu. Dit stadje, vandaag

vooral een gekend skidomein, was toen nog niet commercieel uitgespeeld en verbluffend mooi. Ik bezocht er de “Chapel on the water” van Tadao Ando, en kwam in een volledig winters decor terecht. De kapel, verzonken in een wit meer van ijs. Wat een contrast met de kleurrijke kersenbloesems die ik enkele dagen ervoor had aanschouwd.

Ook in de herfst had ik het geluk om in Japan getuige te zijn van een natuurlijk schouwspel dat bij het grote publiek misschien iets minder gekend is. De Japanners kennen het onder de naam momiji, wat het “vallen van het blad van de esdoorn” betekent. Het is, zoals de bloesems van de kerselaar in het voorjaar, een oogverblindend schouwspel van kleuren. Ik hou enorm van wat ze in Japan “the golden week” noemen. De korte periode waar het kleurenpallet van de bladeren continu verandert. Ik heb er foto’s van genomen in een tuin, Sishendo, die ik voor de gelegenheid regelmatig bezocht.

Wat mij vooral ook opviel, is de serene manier waarop de Japanners

54 Carrera Motors Magazine 09/2007
De
zeven
momenten van Jean-Pierre Gabriel door Nova foto’s Jean-Pierre Gabriel
Carrera Motors Magazine 09/2007 55

deze uitzonderlijke natuurmomenten beleven. In de lente vullen de publieke parken en tuinen zich al van in de vroege ochtend met kleine groepjes mensen. Tot ’s avonds laat spreiden de bezoekers er hun tatami’s neer en eten ze hun sushi, drinken ze thee en genieten ze van het spektakel. Het heeft iets mystieks, iets ritueels.”

CMm: Dat brengt ons bij het tweede grote onderwerp: de cuisine. Met een reeks schitterende foto’s van gerechten en ook een portret. Waarom koos u specifiek die beelden?

J.P. Gabriel: “Het is een portret van Ferran Adria, de eigenaar van El Bulli in Barcelona. Ik heb het genoegen al diverse jaren met hem te kunnen samenwerken. Hij is een vriend geworden voor wie ik een enorme affectie en bewondering heb. El Bulli is voor mij de absolute top van wat er in de cuisine wereldwijd bestaat. Het is het genre restaurant waar men niet gaat eten, maar beleven. Alles is een evenement, en de mensen gaan erheen alsof ze naar de opera of het theater gaan. Natuurlijk wordt er gegeten, maar het is vooral het evenement in zijn totaliteit dat centraal staat. Alles wat men er voorgeschoteld krijgt moet men zien als een kunstwerk, dat zowel qua smakenpallet als presentatie uit het brein komt van een waar genie. In die zin moet men Ferran Adria, volgens mij, even hoog inschatten als bv. een Picasso of een Dali. Het leuke aan El Bulli is dat het helemaal ook niet

De tweede reden waarom ik voor deze foto koos, is omdat ze voor mij de perfecte aanloop is om over die andere passie van mij te spreken, de cuisine. Ook rond dit thema fotografeer ik al jaren. En het is precies in Spanje dat ik voor het eerst erkenning kreeg voor mijn werk als culinair fotograaf en journalist. De grote Spaanse chefs, die nu sinds een jaar of 8 aan de wereldtop staan, vonden dat ik niet alleen mooie beelden maakte, maar dat ik vooral hun culinaire ideeën begreep. En wederom is dit een “conditio sine qua non” om tot goede fotografie te komen. Je moet bijna evenveel van de kookkunst houden als de chef zelf, aanvoelen wat hij bedoelt. En fotografisch leren anticiperen. Het is jouw verantwoordelijkheid als fotograaf om het gerecht dan in optimale omstandigheden in beeld te brengen. Ik hou echt van dit werk omdat het de vertaling is van twee grote liefdes. En hoe meer ik van de chefs leer, hoe meer tijd ik in keukens doorbreng, over eten praat ook, hoe sterker mijn fotografie wordt.”

CMm: Je koos voor een foto met allemaal mosselen erop. Het is een niet mis te verstaan beeld, maar toch ook een speciale foto voor jou?

J.P. Gabriel: “Alle foto’s hebben een eigen verhaal. Deze foto maakt deel uit van een reeks van 15 die ik maakte voor een artikel rond Peter Goossens, de Belgische keuken en haar specialiteiten. We hadden he-

de bedoeling is dat je van alle voorgeschotelde gerechten moet houden. Kijk, je gaat er eten en krijgt een menu van 35-40 gangen aangeboden. Verder doe je niets anders dan je laten onderdompelen in een wereld van culinaire magie. Soms verrassend, soms prikkelend, soms plagerig...

Ik neem er dus graag deze foto bij, niet alleen omwille van de persoonlijke band die ik met Ferran heb, maar ook om iets te vertellen over het maken van portretten. Portretten zijn voor mij vooral ontmoetingen tussen mensen. Om een goed portret te kunnen maken is een fysisch contact essentieel. De persoon moet weten dat ik een foto neem en moet daar mee instemmen. Daarom vind ik het niet kunnen dat er portretten met de zoomlens worden gemaakt. Het doet afbreuk aan de hele menselijke atmosfeer die er gecreëerd wordt tussen fotograaf en geportretteerde.

lemaal geen zin om rond recepten te werken. Dus kwam het idee om de typisch Belgische basisproducten in beeld te brengen. Met de driekleur in alle beelden als uitgangspunt. Dus 5 producten op een rode achtergrond, 5 op een gele en 5 op een zwarte. Ik wilde iets rond mosselen doen. Toen ik in de keuken kwam om de schelpen op te halen, reikt iemand me plots een pot toe: “De mosselen zijn klaar!”. Klaar? Wat moet ik met gekookte mosselen doen? Goed, ik ben er een paar beginnen opendoen, uit de pot halen en ze tegen de rode achtergrond gaan leggen. En wat bleek als ik door de lens keek. Het waren precies allemaal kleine vissersbootjes die tegen valavond naar de kust terugvaren. Dit beeld is meer als een schil derij waar ik kan in wegdromen.”

De zeven momenten van
56 Carrera Motors Magazine 09/2007
Jean-Pierre Gabriel

CMm: We trekken richting Afrika, naar Zaïre om precies te zijn. Waar gaat deze foto precies over?

J.P. Gabriel: “Ik was in Kinshasa om er een reportage te maken. Er is veel armoede in Kinshasa. De eenden, door de Chinezen in Zaïre geïntroduceerd, zijn voor vele families de enige bron van inkomen. Ze kweken de eenden omdat het dieren zijn die vrij makkelijk aarden, niet al te veel zorg vragen en bovendien nog resistent zijn ook. Bovendien zijn er in en rond de hoofdstad vrij veel plassen. Voor deze arme mensen zijn de eenden veelal hun enige rijkdom. Als ze ziek zijn en de dokter moeten opzoeken, wordt dit meestal door de verkoop van eenden betaald. Een paar jaar terug organiseerden enkele lokale organisaties in samenwerking met een handvol ngo’s een seminarie rond het gezond en risicoloos kweken van eenden in Groot-Kinshasa. Gezien het economische belang wilden ze de bevolking sensibiliseren om de kweek te optimaliseren. Ik was gevraagd om mee te werken aan een boek met onder andere typische eendenrecepten die uiteraard moesten gefotografeerd worden. Het was een bijzondere reis. Meer iets wat je als een reisreportage kunt zien. We gingen bij de mensen thuis en maakten foto’s van gerechten zoals die bij de lokale families gemaakt werden. Geen mooi versierde borden dus zoals op restaurant, neen, gewoon behelpen met wat er was. Schotels gepresenteerd in een ijzeren pot, een metalen gamel.

CMm: Je bent gefascineerd door olijfbomen. Vanwaar die fascinatie?

J.P.Gabriel: “Toen ik begin jaren ‘90 in Italië tijdens een wandeling totaal onverwacht gevraagd werd om op een domein olijfolie te gaan proeven, was ik enorm onder de indruk toen de man mij vertelde dat de wereld van de olijfolie een volledige metamorfose had ondergaan. Dat er ook, zoals bij de wijnen, nu moest gesproken worden over diverse cru’s, over domeinen en chateaus . Ik ben mij in het gebeuren gaan interesseren, kwaliteiten gaan vergelijken tussen verschillende landen en gebieden. Het werd een passie, een obsessie zelf, want overal waar olijfbomen te vinden waren, ging ik er op af. De kalender die je in je hand hebt, bevat foto’s van een beetje overal: Italië, Frankrijk, Griekenland, Tunesië, noem maar op. Olijfbomen zijn echte karakterbomen. Ze geven nooit op, hun grillige vormen overleven de grootste droogtes, de meest extreme beproevingen. Een olijfboomgaard heeft iets hemels, maar is ook heel dicht bij de mens blijven staan. De eigenaars hebben de bomen van hun grootouders, overgrootouders geërfd. En zo hebben ze de tentakels van hun verleden weten vast te houden. Ik voel me één met hen wanneer ik tijdens de oogst de geur van geplukte olijven opsnuif, of uit de handen van een oude vrouw een bruscetta aangeboden krijg. Olijfbomen fotograferen is voor een stuk ook een excuus geworden om deze prachtige men-

De mensen die ons vriendelijk ontvingen in hun huiselijke kring, wisten initieel niet juist wat de bedoeling was. Ze waren een beetje argwanend ten opzichte van die blanken die met hun gesofisticeerde materiaal kwamen aanrukken. Toen ik besloot om op een heel eenvoudige manier te werken, werd dit enorm geapprecieerd. Er werd veel gelachen, mensen bloeiden open. We bereiden alles samen voor, ik ging mee naar de markt, de eenden werden geslacht waar ik bij was. Niets was geënsceneerd, alles gebeurde spontaan. We voelden dat we de-

sen te ontmoeten. De mooie landschappen vol olijfbomen doen me terugdenken aan wat iemand me ooit zei. Hij refereerde naar het fotograferen van mooie tuinen en landschappen. “Zo’n momenten”, zei hij, “zijn niets meer dan paying a tribute to the beauty”. Ik heb een band met de landen waar olijfbomen groeien.”

CMm: Ik heb een zwart-wit foto voor me liggen die je in Rusland genomen hebt. Wat is het verhaal?

Carrera Motors Magazine 09/2007 57
De zeven momenten van Jean-Pierre Gabriel

ervan om ook wat tuinen in de stad te gaan bezoeken. In en rond St. Petersburg zijn er heel wat meren en waterplassen. Wat mij direct opviel is dat de mensen een heel nauwe band hadden met water. Want overal zag je mensen zwemmen, pootje baden, ravotten. Ik besloot voor de kalender gewoon mensen op straat aan te spreken. Jongens en meisjes die ik zonder al te veel poespas natuurlijk in beeld kon brengen. Ik wandelde veel rond en op een dag zag ik plots, aan de rand van een meertje dit wat amateuristisch in elkaar gestoken staketsel van waarop jongeren uren in het water doken. Ik hou van deze foto, in het bijzonder omdat ze tijdloos is. Wanneer je naar de figuren kijkt, de omgeving, hun zwemkostuum, zou deze foto evengoed in de jaren ’20-’40-‘60 genomen kunnen zijn als vandaag. En dat gevoel omschrijft perfect hoe het er daar vandaag soms nog aan toe gaat.”

CMm: Een portret van een groep mensen die als het ware lijken te poseren voor een schilderij van Vermeer. Waarom wilde je dit beeld er graag bij?

J.P. Gabriel: “Dit is een foto van op de Biënnale van Venetië dit jaar. Ik ben er 7 dagen geweest. Echt hectisch. Op een bepaald moment zag

ik hoe mooi het licht was in deze kamer. De ruimte, de lichtinval, ja inderdaad, dit was een foto à la Vermeer. Ik stelde het voor aan het gezelschap. En zo kwam dit vrij unieke groepsportret tot stand. Mensen als Mattijs Visser, Jean- Hubert Martin, Daniella Ferretti, Axel Vervoordt, Giandomenico Romanelli zie je niet regelmatig samen op één foto. Ik wilde dit beeld absoluut in deze reeks omdat er een grappige anekdote aan verbonden is. Toen ik de groep uitlegde wat ik wilde doen, was er zo een gevoel van: Is dit wel speciaal?” Maar wanneer ze de foto voor ogen kregen, kwamen ze allen individueel op mij toe. En voor iedereen heb ik een solo of duo portret moeten bijmaken...”

CMm: Ik heb hier al de hele tijd een mooie foto van een tuin voor mij liggen. Met een koe die het beeld compleet maakt…

J.P. Gabriel: “Het is een foto die ik in Oostkerke nam. Maar veel valt daar eerlijk gezegd niet over te zeggen, behalve dan...”

CMm: ...dat het mooi is. Heel erg bedankt voor deze visuele wandeling, Jean-Pierre.

J.P. Gabriel: “Graag gedaan.” <<>>

Van rechts naar links: Mattijs Visser, (head of exhibitions, Museum Kunst Palast, Düsseldorf), Jean-Hubert Martin (internationaal curator en voormalig directeur van het Centre Georges Pompidou), Daniela Ferretti (exhibition designer, Musei Civici Veneziani), Axel Vervoordt, Giandomenico Romanellinelli.

58 Carrera Motors Magazine 09/2007
De zeven momenten van Jean-Pierre Gabriel
reizen met een bijzonder karakter Advies, brochure en reservering via Reisbureau De Permentier, Thonissenlaan 18 bus 2, 3500 Hasselt - tel. 011/22 96 32 - fax 011/22 85 58 - reisburo@depermentier.be - www.depermentier.be - www.caractere.be citytrips-beleefreizen residenties-wellness en actieve vakanties in Zuid-Europa lic. A5267

De nieuwe elegantie van Kris Van Assche en Dior Homme

Bescheiden aan de top

Enkele jaren geleden was de naam Kris Van Assche vooral bekend bij modejournalisten en fashionista’s. De 31-jarige ontwerper viel vooral in de smaak door zijn moderne benadering van het herenpak. De ene keer vertrok hij vanuit een historische of etnische invalshoek, de andere keer ging hij zijn inspiratie zoeken in de filmwereld en gaf hij zijn versie van American Gigolo of Johnny Depp. Met zijn nieuwe elegantie veroverde hij geleidelijk een plaats in het Parijse modecircuit. Hij timmerde langzaam maar zeker aan een vruchtbare carrière met wereldwijd maar liefst 180 verkooppunten. Toen eind maart het Franse modehuis Dior hem tot artistiek directeur van Dior Homme benoemde, stond hij plots op alle voorpagina’s. Al snel werd de bescheiden Londerzelenaar overstelpt met gelukwensen en aanvragen voor interviews. Om zich te concentreren op zijn nieuwe baan, sloot hij zich af van alle aandacht en trok hij zich terug in zijn eigen atelier en in de legendarische studio’s van Dior. Hij kreeg drie maanden de tijd om zijn eerste Dior-collectie uit de grond te stampen zonder zijn eigen lijn te verwaarlozen. Begin juli presenteerde hij het resultaat aan de wereldpers. De jonge Belg werd letterlijk voor de leeuwen geworpen, maar hij overleefde het, zonder één schrammetje en vooral zonder grootheidswaanzin.

CMm: Heb je je talent met de paplepel meegekregen?

Kris Van Assche: “Het gevoel voor esthetiek heb ik van mijn grootmoeder geërfd. Ik zag haar vaak haar eigen kleding maken. Van elk moment probeert zij letterlijk het mooiste te maken. Volgens haar kan je bijvoorbeeld eten of dineren aan een mooie tafel. Door dat beetje extra moeite maak je het verschil en die attitude heb ik wel degelijk van haar. Toen ik op 12-jarige leeftijd begon te beseffen dat mode ontwerpen een beroep was en dat kleding een verhaal vertelt, ontdekte ik Parijs en haar extravagante ontwerpers zoals Jean-Paul Gaultier en Thierry Mugler. Ik wist onmiddellijk dat ik dat ook wilde doen. Het was gewoon afwachten tot ik aan de Academie van Antwerpen kon beginnen.”

CMm: Hoe ben je bij Dior terechtgekomen?

KVA: “Toen ik afstudeerde in 1998, liep ik stage bij Yves Saint Laurent. Daar werkte ik twee jaar als eerste assistent van Hedi Slimane, die toen de mannenlijn Rive Gauche Homme ontwierp. In 2000 werd hij gevraagd door Dior om de mannencollectie te tekenen. Ik volgde hem bij zijn overstap naar het legendarische Parijse atelier. Na het alternatieve Antwerpen kwam ik terecht in de wereld van haute couture, met hoedenmakers en borduursters, waar alles tot in de perfectie wordt afgewerkt. Ik werkte er vier jaar samen met Slimane en stond er letterlijk in de coulissen bij het opstarten van een nieuw merk. Het was de meest perfecte leerschool, maar ik wilde mijn vrijheid terug om mijn eigen lijn op te starten. In januari 2005 toonde ik mijn eerste mannencollectie. Toen ik in maart dit jaar mijn contract met Dior tekende, had

ik al 5 collecties achter de rug. Ik had mijn eigen stempel ontwikkeld en me blootgesteld aan kritiek, maar ik was nog steeds vertrouwd met het Franse modehuis. Als ik al die tijd daar was gebleven als assistent van Slimane, had ik waarschijnlijk nooit een dergelijke aanbieding gekregen. Door weg te gaan, ben ik uiteindelijk ook mogen terugkomen.”

Hoe verliep de terugkeer naar Dior?

KVA: “De eerste gesprekken met Dior verliepen moeizaam, vooral omdat ik mijn eigen merk wilde houden. Voor hen was dat niet evident, maar ze wilden graag dat het in orde kwam. Op het eerste gezicht leek het inderdaad niet simpel om zowel mijn eigen collectie af te werken en tegelijk een eerste Dior-collectie te creëren, maar dat is dan uiteindelijk toch vrij vlot gegaan. Het team zat hier natuurlijk al klaar in de startblokken. Voor hen hadden die geruchten rond mijn contract ook veel te lang geduurd. Vanaf het moment dat de knoop was doorgehakt, wilden ze onmiddellijk beginnen. Ik was bovendien vergeten hoe snel ze hier werken. Wanneer ik voor mijn eigen collectie een broek teken en ik krijg het resultaat 14 dagen later te zien, dan vind ik dat snel. Hier ligt die broek er al na twee dagen. De dingen kunnen hier enorm vlug gaan. Voor mijn eigen lijn was het gewoon een kwestie van chronologisch te werken en de zaken goed te organiseren.”

CMm: Hoe zou je je handelsmerk omschrijven?

KVA: “Ik heb voor mijn eigen label altijd de nadruk gelegd op kostuums. Het is mijn rol om een man chique aan te kleden. Uiteraard leven we in een sportswear-generatie. Die sportieve trend probeer ik op een elegante manier te vertalen. Ik vind het boeiend om sportieve codes uit de context te halen en ze vervolgens te mengen met elementen uit de traditionele herengarderobe. Door bijvoorbeeld een witte bies op een skipak te combineren met een satijnen band op een smokingbroek, weet je niet meer of het nu een smoking is of een sportoutfit. Die verwarring vind ik fantastisch. Niemand wil trouwens een kostuum dragen waarin hij eruitziet als zijn vader. Ik maak kleren voor mezelf en voor mijn vrienden. Mannen mogen vooral niet ‘verkleed’ lijken, ik wil vooral de karaktertrekken onderstrepen. Voor mijn zesde en meest recente ‘Kris Van Assche’-collectie heb ik me bijvoorbeeld geïnspireerd op August Sander. Deze Duitse fotograaf bracht in de jaren twintig zowel aristocraten als boeren in beeld. Ik vind het ontroerend hoe de mensen op zijn foto’s zich op hun paasbest willen tonen. Dat spel tussen lange boerenhemden en zilvergrijze pakken vind ik fascinerend.”

CMm: Verwerk je je Belgische roots in je collecties?

KVA: “In mijn eigen collecties zeker wel. Mijn eigen stijl bevat dat Antwerps gevoel en de Parijse choc toen ik hier toekwam. Er is een Antwerpse, Belgische nuchterheid om een collectie te maken en die heb ik vermengd met wat mij het meest heeft getroffen toen ik hier toekwam in Parijs: de hoedenmaker, de borduurster enzovoort.”

60 Carrera Motors Magazine 09/2007
Bescheiden aan de top door Arne Rombouts

label

ge-

is mijn rol om een man chique aan te kleden. Uiteraard leven we in een sportswear-generatie. Die sportieve trend probeer ik op een elegante manier te vertalen. Ik vind het boeiend om sportieve codes uit de context te halen en ze vervolgens te mengen met elementen uit de traditionele herengarderobe.”

Carrera Motors Magazine 09/2007 61 Portret Kris Van Asche © Jeff Burton
Kris Van Assche: “Ik heb voor mijn eigen altijd de nadruk legd op kostuums. Het

CMm: Waarin verschilt Dior met je eigen lijn?

KVA: “Bij Dior primeert uiteraard het Franse gevoel. Daar is het luxeconcept een beetje anders, meer gericht op Parijs, mooie materialen, mooie afwerkingen, mooie coupes en mooie details. Toen ik hier begon, wilde ik mezelf niet verliezen in ingewikkelde inspiratiebronnen en concepten. Het belangrijkste was om gewoon mooie kleren te maken. Ik heb mezelf de vraag gesteld wat Dior op modegebied betekent in Parijs. Na Slimane wilde ik opnieuw het respect voor Christian Dior benadrukken. Het eerste wat ik daarom gedaan heb, is 10 grote portretten van mijnheer Dior laten drukken en laten ophangen in de ateliers. Op die manier wilde ik de mensen eraan herinneren waar de oorsprong van het bedrijf lag. Met één voet daarin en met een voet in de hedendaagse mode ben ik vervolgens aan de collectie begonnen en aan een nieuw hoofdstuk voor Dior.”

CMm: Je volgt een modegenie op. De lat ligt enorm hoog. Is het niet vervelend om met Hedi Slimane vergeleken te worden?

KVA: “Dat probleem stelde zich al toen ik mijn eigen merk wilde lanceren. Als je 6 jaar assistent bent geweest, word je automatisch vergeleken. Dat eigen merk heb ik al drie jaar, ik toonde al 6 seizoenen mijn eigen collecties. Vergelijken doen ze nu al lang niet meer. De mensen hebben nu wel begrepen dat ik mijn eigen identiteit heb en dat mijn eigen merk er anders uitziet. Bij Dior werd dat dus ook wel verwacht.”

CMm: Je voorganger Hedi Slimane was een mediafiguur. Hij kleedde Brad Pitt en Sting en zijn kleren vielen zelfs in de smaak bij Madonna en Cathérine Deneuve. Karl Lagerfeld verloor 42 kilogram om zijn strakke pakken te kunnen dragen.

Ben je nu ook een ster onder de sterren?

KVA: “Ik ben daar niet mee bezig. Het is wel zo dat ik nu veel meer vrienden heb en veel meer mensen moet begroeten. Iedereen vraagt constant of mijn leven niet verandert, maar het zijn vooral de mensen rond u die zich anders gaan gedragen. Ik heb nog altijd hetzelfde appartement, ik heb nog altijd dezelfde vrienden, ik rijd nog altijd op mijn scooter door Parijs. Ik eet nog altijd hetzelfde en ik doe nog altijd dezelfde dingen. Ik zie niet in waarom mijn leven anders zou zijn. Ik werk gewoon dubbel zo hard, dat wel. Toen ik even buitenkwam, een maand voor de presentatie van Dior, vroegen de mensen of ik niet moest werken. Het is pas als de mensen je aanspreken dat je merkt dat er iets verandert. Ze hebben me hier een auto met een chauffeur aangeboden. Na een week was ik die auto en die files hier in Parijs beu en heb ik de auto geweigerd. Natuurlijk vinden ze het hier bij Dior niet zo fijn dat ik liever met mijn scooter rijd, maar daar trek ik me niets van aan.”

CMm: Hoe lang wil je het volhouden bij Dior?

KVA: “Ik heb geen idee hoe lang ik hier wil blijven. Ik nam de beslissing om het contract te tekenen omdat ik hier in het atelier kan werken. Hier staat 300 jaar ervaring tot mijn beschikking. Wereldwijd zijn er slechts tien huizen met een eigen atelier. Ik voel me dus enorm geprivilegieerd. Ik leer hier elke dag iets bij en ik word hier een ander mens. Een gouden kooi is het zeker niet. Ik bepaal zelf mijn ritme en mijn leven. Ik haat het bovendien om ’s nachts te werken of in ’t weekend. Dat heb ik veel gedaan toen ik hier assistent was en ik wil daar absoluut niet naar terug. Zolang ik mijn leven en werk goed kan organiseren en me hier vrij voel, zal ik hier blijven. Gelukkig heb ik nog altijd mijn eigen bedrijf om op terug te vallen. Dat is mijn vrijheid.” <<>>

62 Carrera Motors Magazine 09/2007
©
Bescheiden aan de top
Gaetan Bernard
Carrera Motors Magazine 09/2007 63
© Etienne Tordoir © Etienne Tordoir © Etienne Tordoir © Etienne Tordoir

Champagne, een wijn voor de groten der aarde

Een auto is een auto, maar je hebt goede auto’s en super auto’s – en zelfs slechte. Zo is het ook met champagne. Er is maar één appellation Champagne. Alle volgens de méthode champenoise geproduceerde mousserende wijn uit het afgebakende gebied van Champagne is champagne. Maar je hebt goede champagnes en super champagnes. En, spijtig genoeg, ook matige en zelfs slechte – want er zijn nu eenmaal ook in deze branche beunhazen. Vraag dus niet zo maar champagne, maar ga voor de goede champagnes!

Champagne is de meest noordelijke wijnbouwstreek van Frankrijk. Met de auto bent u, als u zich een beetje kwaad maakt, in een paar uur in Reims of Epernay, een heerlijke bestemming voor een korte vakantie of een weekendje weg. Het landschap is aantrekkelijk, de dorpen hebben karakter, Reims is een bezienswaardige stad en Epernay staat bol van de champagnehuizen. U kunt er leuk toeren – er zijn meerdere champagneroutes uitgezet – er zijn veel herbergen en hotels en overal treft u restaurants met een goede keuken. Bovendien is er natuurlijk champagne te over. Niet alleen in de restaurants, maar vooral ook op de vele proefadressen. Bij de kleinere boeren aan huis en bij de grote, bekende champagnemerken.

Ideale natuurlijke omstandigheden.

Champagne is het meest noordelijke wijnbouwgebied van Frankrijk. Het ligt niet alleen noordelijk, maar ook niet ver van Het Kanaal en dus van de zee. De consequentie is dat het klimaat er amper voldoet voor grootschalige, serieuze wijnbouw. De gemiddelde jaartemperatuur is maar net voldoende om de wijnstok te laten gedijen en bovendien is het er relatief vochtig. Gelukkig kan de neerslag in winter en voorjaar goed worden verwerkt door de bodem. Althans daar, waar de wijnstokken staan. Want die staan op een “eiland” van ongeveer 33.000 hectaren, omringd door een zee van suikerbieten, koolzaad en graan. De 33.000 hectaren wijngaard staan alleen daar, waar de bodem bestaat uit krijt. Dat krijt is zacht en functioneert als een spons. Bij veel neerslag zuigt het krijt zich vol en in de zomer geeft de krijtbodem even gemakkelijk het water af aan het wortelsysteem van de wijnstokken. Geniaal en honderd keer beter dan de beste irrigatieprogramma’s, zoals toegepast in wijnbouwgebieden in de nieuwe wereld. Niettemin is en blijft het er aan de koele kant. De druiven rijpen maar moeizaam, te meer ook omdat de watervasthoudende bodem zelf ook maar moeizaam opwarmt.

Vóór 1700 kwamen er uit Champagne alleen stille wijnen. In Parijs en Versailles waren ze uitermate populair. Echter niet omdat ze uitgeba-

64 Carrera Motors Magazine 09/2007
Champagne, een wijn voor de groten der aarde door Gert Crum
Villedommange, gelegen op de Montagne van Reims, is gereputeerd voor de kwaliteit van haar productie en ook voor haar prachtige ligging, één van de mooiste uit de Champagnestreek.

Good Morning.

Bepaalde dingen in het leven worden beschouwd als waardevol, zoals het vredig ontwaken in de stilte, met een overweldigend gevoel van rust… dat is goud waard!

Fred Olsen S.A heeft La Gomera gekozen als perfecte locatie, waarvan meer dan 60% beschermd natuurgebied is bij de ontwikkeling van een nieuwbouwproject met exclusieve luxevilla’s en appartementen.

Voor informatie bezoek onze website: www.pueblodonthomas.com

Of bel (0034).922.62.83.83

Pueblo Don Thomas, La Gomera, Canarische Eilanden, Spanje

lanceerd en smaakrijk waren, maar omdat de Champagne zo dichtbij was en de wijnen via de Marne en Seine zo gemakkelijk op de plaats van bestemming konden komen. De stille wijnen van vóór 1700 uit Champagne waren, door het koele, vochtige klimaat en de koele bodem, juist uitermate schraal, dun en zuur. Van dit minpunt is aan het begin van de achttiende eeuw door menselijke inventiviteit en creativiteit een geweldig pluspunt gemaakt. Sindsdien produceert men van de magere stille wijnen, door een op zich simpele toevoeging en handeling, de ideale, speelse, lichtvoetige, sprankelende en stimulerende champagne. Een feestelijker wijn bestaat niet.

Levendig, lichtvoetig en luchtig. Ook nu nog – zelfs met de klimaatveranderingen – rijpen de druiven in Champagne moeizaam. Waar druiven elders zoveel suikers bezitten dat de wijnen zonder moeite 14% alcohol of meer hebben, bezitten de druiven in Champagne meestal suiker voor niet eens 10% alcohol. Wijnbouwers springen een gat in de lucht als in sommige jaren de druiven een suikergehalte bezitten voor een potentieel natuurlijk alcoholgehalte van boven de 10% – dan wordt er zeker en vast een Millésimé, een champagne met oogstjaar, geproduceerd.

De in de regel lage alcoholpercentages van de basiswijnen vormen een optimaal uitgangspunt voor het produceren van mousserende wijn. Want om een tweede gisting – bij champagne vanzelfsprekend op fles – te bewerkstelligen, heb je naast gisten weer suiker nodig. Bij die tweede gisting op fles ontstaat niet alleen koolzuur, de essentie van een mousserende wijn, maar ook weer een paar procent alcohol. Aan het eind van de rit blijken champagnes meestal zo rond de 12% alcohol te bezitten. Mousserende wijnen uit warmere wijnbouwlanden enstreken missen juist vaak de elegantie en het raffinement, doordat het alcoholgehalte fiks hoger is.

Met dit basisgegeven, de wijngaarden van Champagne liggen op de grens waar wijnbouw nog mogelijk is, ligt dus een gewichtige kwaliteitsfactor verankerd. Hetzelfde geldt voor de kalk- en krijtbodems van Champagne. Zij dragen bij aan frisse, levendige, speelse wijnen met de structuur van filigraan. Dat zijn stuk voor stuk eigenschappen die goede mousserende wijn nodig heeft. Een derde element van eminent belang zijn de nobele druivenvariëteiten die al eeuwen in Champagne worden verbouwd. Hoewel in theorie nog een paar andere variëteiten in de streek zijn toegestaan, is 99,9 % van de 33.000 hectaren van

Champagne beplant met pinot noir, pinot meunier en chardonnay. De eerste twee zijn blauw, maar door ze meteen na de oogst te persen, geven ze, net als de chardonnay, blank sap. Hoewel het wettelijk is toegestaan om een champagne te produceren van één van deze drie druivenvariëteiten – en we in de praktijk ook wel degelijk de nodige Blanc de Noirs (dus een blanke champagne van misschien pinot meunier, maar waarschijnlijker van pinot noir) en vooral Blanc de Blancs (blanke champagne van chardonnay) tegenkomen – is verreweg het grootste deel van de champagnes samengesteld uit twee of drie variëteiten.

Zoveel producenten, zoveel stijlen.

Elke producent, klein of groot, heeft zijn eigen assemblageformule. Zo’n formule kent niet alleen bepaalde percentages van elk van de drie variëteiten, ook de gemeente waarvan elk van deze variëteiten afkomstig zijn, speelt een rol. Er zijn iets meer dan 320 verschillende druivengemeenten in Champagne en elk levert een eigen kwaliteit en identiteit. Het karakter van bv. de pinot noir uit Verzy is niet hetzelfde dan die uit Vertus, zoals dat eveneens geldt voor de identiteit van pinot meunier uit Leuvrigny en Ville-Dommange.

Natuurlijk kan er in meer of mindere mate worden afgeweken van de basisformule, maar in de praktijk werkt elke producent jaar in, jaar uit volgens een eigen huisrecept. Elk champagnemerk heeft een eigen stijl, noem het de huisstijl. De Moët & Chandon Brut Impérial van vorig jaar moet (bijna) hetzelfde smaken als Moët & Chandon Brut Impérial van volgend jaar. Of deze gekocht is in Brussel, Parijs of Timboektoe. Elke producent en zeker de grote huizen assembleren hun uiteindelijke champagne dus uit een veelal groot aantal verschillende basiswijnen. Met dit brede palet weet men een constante kwaliteit en een al even herkenbare huisidentiteit te creëren. Champagne produceren is een ambacht en een kunst tegelijk.

Van gracieus en teer tot vineus en krachtig. De beste champagne bestaat niet. Er zijn, gelukkig maar, zeer veel goede tot zeer goede champagnes. Natuurlijk kunt u een persoonlijke favoriet hebben, doordat de smaak, de stijl, u aanspreekt óf doordat u aan het betreffende etiket goede herinneringen bewaart. Maar dan

66 Carrera Motors Magazine 09/2007
Champagne, een wijn voor de groten der aarde

nog zijn er soms momenten die om een andere dan uw favoriet vragen. De champagne die u drinkt op een zonnig terras is een andere dan die u graag geserveerd krijgt op een receptie. En de champagne die u zo gelukzalig maakt omdat hij verrukkelijk combineert met uw kreeft is zo goed als zeker niet de ideale keuze in combinatie met een soep van aardbeien.

Niettemin is er door de jaren heen een aantal topproducenten komen bovendrijven. Zij produceren steeds weer champagnes zoals champagnes horen te zijn. Hun namen zijn meer of minder gereputeerd. En natuurlijk is er ook altijd een aantal nieuwe vondsten te doen. Er is zoveel dynamiek in Champagne dat er steeds

Categorie 1 onderscheidt zich als levendig en elegant, noem het licht. Categorie 2 is gracieus en teer en neemt een middenpositie in. Categorie 3 is vineus en krachtig en kan als vol worden aangemerkt. Tot categorie 1, die der levendige en elegante champagnes, horen onder andere de merken Pommery Brut Royal, Laurent-Perrier Brut, Pol Roger Brut, Bruno Paillard Réserve Privée, Piper-Heidsieck, Deutz Brut en Billecart-Salmon Brut. Tot groep 2, gracieus en teer, worden onder meer gerekend Moët & Chandon Brut Impérial, Taittinger Brut Réserve, Mumm Cordon Rouge, Charles Heidsieck Brut Réserve, Henriot, Ruinart en Perrier-Jouët. Vineus en krachtig, full bodied, zijn Gosset, Gratien, Philipponnat, Veuve Clicquot Brut Carte Jaune, Louis Roederer Brut Premier, Krug Grande Cuvée en Bollinger Spécial Cuvée. Zij behoren, met nog enkele andere, dus tot categorie 3.

Bekende namen

In groep 1 zijn Laurent-Perrier en Billecart-Salmon de meest opvallende namen. Laurent-Perrier was na de Tweede Wereldoorlog in feite een “lege” naam, maar is sindsdien tot een geweldig succesvol merk uitgebouwd door M. Bernard de Nanoncourt. De Brut L.P. is een evenwichtige, elegante standaard cuvée, duidelijk gebaseerd op chardonnay. Het huis boekt er veel succes mee. Echter het meest opvallend zijn de zeer droge Ultra Brut en de Rosé Brut – de laatste behoort tot de interessantste rosé champagnes. Laurent-Perrier Prestige Cuvée is de Grand Siècle. Een rijke, complexe wijn, waarvan de naam is bedacht door ... Charles de Gaulle.

Billecart-Salmon heeft nog niet lang geleden zijn onafhankelijkheid verloren. Maar de broers François en Antoine Roland-Billecart en hun neef Denis Roland-Billecart leiden het bedrijf nog immer en de kwaliteit is eveneens nog altijd om door een ringetje te halen. De champagnes van Billecart-Salmon blijken uit door een uitermate frisse, verfijnde en

elegante stijl. Het gehele gamma blinkt uit door grote klasse. In groep 2 behoren Henriot, Ruinart en vooral Charles Heidsieck tot de beste. Maar de bekendste is Moët & Chandon. De Moët & Chandon Brut Impérial is de meest geproduceerde en wereldwijd de meest verkochte champagne. Het gaat tegenwoordig om ongeveer dertig miljoen flessen per jaar en dat is 10% van de totale productie! Knap gemaakt met een altijd luchtige, bijna romige, zachte smaak – niet te brut dus – en in de afdronk iets van toast is het een allemansvriend –en dat begrip wordt hier met respect gebruikt. Een champagne die bijna iedereen en bij bijna elke gelegenheid past. De millésimé, de Moët & Chandon Brut Impérial Grand Vintage, is een stap omhoog. Meer kracht, meer persoonlijkheid, meer wijn. Echt de moeite waard. Dom Pérignon werd in het verleden gepresenteerd als de prestige cuvée van Moët & Chandon, vandaag de dag echter zijn de merken, althans in de markt, losgekoppeld. Ook van Dom Pérignon, altijd met een oogstjaar, worden jaarlijks enkele miljoenen flessen verhandeld. Des te verbazingwekkender hoe goed Dom Pérignon is. Want het lijkt dan wel de champagne van de snobs, maar het is wel degelijk ook een champagne van echte liefhebbers. Wat een raffinement, wat een spanning, wat een lichtvoetigheid en wat een uitgebalanceerde lengte. Dom Pérignon is een assemblage van ongeveer 50% chardonnay en 50% pinot noir uit voornamelijk “grand cru”-gemeenten. In groep 3 treffen we enkele van de hoogst gekwalificeerde namen aan. Roederer, Krug en Bollinger worden door vriend en vijand gerekend tot de grootste namen als het om champagne gaat. Paar pas op: het betekent niet automatisch dat u ze ook de beste vindt. Wellicht ligt uw voorkeur bij teer en gracieus en dan kan Roederer, Krug of Bollinger ervaren worden als een klap in het gezicht. Het zijn ook geen champagnes die u eventjes wegschenkt op een feestje of receptie. Dit type eist namelijk alle aandacht op. Je moet ervoor gaan zitten en soms is het zelfs aan te bevelen om erbij te eten. Dit zijn gastronomische champagnes.

Roederer heeft vooral naam gemaakt met de Cristal, maar vergeet de “gewone” Brut Premier niet en ook de Blanc de Blancs met oogstjaar is formidabel goed. Krug heeft onlangs in korte tijd twee legendarische millésimés op de markt geïntroduceerd. Vorig jaar de 1995 en de afgelopen zomer de 1996. Er zal nog veel over worden gesproken. En van worden gedroomd, want ze zijn slechts voor een select publiek weggelegd. Deze champagnes mogen en kunnen drinken en proeven is een sensatie, een levenservaring die niet snel zal worden vergeten. De “instap-Krug” is de Krug Grande Cuvée. Een zeer goede multi millésimés, dus zonder oogstjaarvermelding. Het lijkt erop dat de laatste tien jaar de stijl van deze Krug Grande Cuvée voorzichtig is veranderd. Hij is een tikkeltje minder vineus, een tikkeltje minder complex, zeg een tikkeltje commerciëler geworden. Bollinger is wellicht op het ogenblik de ongekroonde koning onder de champagnes. Of het nu de Bollinger Spécial Cuvée betreft, of de Bollinger Grande Année of de Bollinger Grande Année Rosé. Het is allemaal even onberispelijk, allemaal even voortreffelijk. Terwijl de Bollinger RD, nu juist is de 1996 uitgekomen, een belevenis is. Een mooiere champagne bestaat niet. Is er dan toch een beste?! <<>>

68 Carrera Motors Magazine 09/2007
Champagne, een wijn voor de groten der aarde

Carrera Motors brengt je in hogere sferen

Ballonvaren, driedimensionaal genieten

Luchtballonnen kleuren onze hemel al meer dan 30 jaar. Mensen genieten in een rieten mand van eindeloze velden, schitterende bossen en rustieke dorpjes. Het is altijd een onvergetelijke ervaring om met de snelheid van de wind op de lucht te drijven naar een onbekende bestemming. Carrera Motors besloot in het voorjaar van 2004 haar logo te laten prijken op een reuzengrote luchtballon. Om het project gestalte te geven ging men in zee met Atlantic Ballooning uit Destelbergen, waarvan de zaakvoerders Koen Audenaert en Marc Steyaert reeds meer dan 18 jaar actief zijn in de ballonvaart.

Een doorsnee luchtballon heeft een volume van 2.200 tot 4.600 m³. De Carrera Motors ballon zou met zijn 12.000 m³ veruit de grootste van België worden en qua volume wereldwijd tot de top 3 behoren. De bouw werd toevertrouwd aan Cameron Balloons Ltd. uit Bristol, die als wereldleider inzake de bouw van luchtballonnen als geen ander over de expertise beschikken om dergelijk gigantisch luchtvaartuig te bouwen. Ook de ballonnen die als eerste rond de wereld vlogen met Bertrand Piccard en Brian Jones (duo in 1999) en Steve Fossett (solo in 2002) werden door Cameron Balloons Ltd. vervaardigd.

Op 16 juli 2004 was het zover: de splinternieuwe Carrera Motors luchtballon werd klaargemaakt voor zijn “maiden flight”. Twee grote ventilatoren bliezen duizenden kubieke meters koude lucht in het omhulsel. Daarna warmden de krachtige branders de lucht op en richtte de immense luchtballon van 38 meter hoog zich langzaam voor de eerste keer op. Na de laatste checks konden de 19 passagiers instappen, verdeeld over de vijf compartimenten van de mand. Even later maakte de ballon zich los van de grond en nam een westenwind hem mee in oostelijke richting. Na een vaart van bijna anderhalf uur landden de ballon en de passagiers veilig te Dendermonde.

Ruim drie jaar later hebben reeds vele duizenden passagiers een onvergetelijke luchtreis gemaakt met de Carrera Motors luchtballon, die met zijn 19 comfortabele passagiersplaatsen is uiterst geschikt om samen met vrienden, familie of zakenrelaties een onvergetelijk luchtavontuur te beleven. Iedereen die een normale lichamelijke conditie heeft, kan meevaren. Kinderen kunnen de lucht in van zodra ze 1,25 meter groot zijn. Zwangere vrouwen kunnen om veiligheidsredenen niet meevaren.

In principe kan je het hele jaar door ballonvaren, maar de beste weersomstandigheden doen zich voor van april tot oktober. Het ballonarrangement van AB Ballonvaarten duurt ongeveer 4 uur. Daarom wordt er ruim 2 uur voor zonsondergang – ballonnen kunnen niet overdag varen omwille van de aanwezigheid van thermiek – afgesproken op het opstijgterrein. Na de verwelkoming krijgt u tijdens de briefing een woordje uitleg over het weer, de route en de veiligheid en wordt, samen met de crew, de ballon vliegklaar gemaakt.

De vaart zelf duurt één tot anderhalf uur. Na de landing is er champagne voorzien, waarbij de piloot het verhaal vertelt over de geschiedenis van de ballonvaart. De avond wordt afgesloten met het uitreiken van het gepersonaliseerd diploma en een geschenkje als aandenken aan de vaart. Nadien wordt iedereen teruggebracht naar de vertrekplaats.

Velen denken dat het tijdens de vaart koud is. Niets is minder waar, zelfs niet in de winter! Daar de luchtballon even snel vaart als de wind, kan je niet afkoelen. Daarbij komt nog dat je kan profiteren van de uitstralingswarmte van de ballon. De kledij die u zou aandoen om die dag een wandeling in de natuur te maken voldoet. Plat en waterbestendig schoeisel wordt sterk aanbevolen.

Hoogtevrees? Geen probleem! Het is wetenschappelijk bewezen dat het onmogelijk is om hoogtevrees te hebben indien er geen verbinding bestaat tussen u en de grond. Hoogtevrees is een oerinstinct dat u waarschuwt voor gevaarlijke hoogten. Uw onderbewustzijn ‘meet’ de afstand tussen uw ogen en de grond via een referentie (touw, ladder, gevel, …). Neem dit contact weg en ons ‘meetsysteem’ werkt niet meer. Dus hoogtevrees is echt totaal onbestaand in een luchtballon. <<>>

BOEKINGEN

Hoe boek je een fantastische vaart met de Carrera luchtballon? Je neemt contact op met AB Ballonvaarten. Je kan kiezen om de ballon volledig af te huren voor 19 personen waarbij de opstijglocatie dan in overleg kan bepaald worden. Ben je met minder personen, dan kan je met andere deelnemers meevaren vanop het opstijgterrein van AB ballonvaarten te Destelbergen.

Info: www.ballonvaren.be of telefonisch op 09/356 64 84

70 Carrera Motors Magazine 09/2007
Ballonvaren, driedimensionaal genieten door DGP
© AB Ballonvaarten

Ballonvaren kan je het hele jaar door, maar de beste weersomstandigheden doen zich voor van april tot oktober. De wind voert u mee over de Gentse binnenstad, de haven, het Waasland, de Leie- of Scheldevallei. In tegenstelling tot veel andere gebieden in ons land, kan je vanuit het Gentse in alle windrichtingen minstens één tot anderhalf uur varen zonder rekening te moeten houden met luchthavens, megapolissen of immense bossen.

Carrera Motors Magazine 09/2007 71
© AB Ballonvaarten

Mentale gebruiksvoorwerpen, Boy & Erik Stappaerts

De geniale stroomlijning van de kunstwereld

Boy & Erik Stappaerts (°8/8/1969) zijn geen tweelingbroers, het is wel degelijk één persoon, een kunstenaar die werkt en woont in Antwerpen. Met zijn tweeledige naam doopte hij zijn eigen onderneming: B & E.S. Institute and Associations. Onder deze noemer produceert hij zowel tweedimensionale als driedimensionale kunstwerken. Het instituut bevat om te beginnen een uitgebreide digitale databank met geometrische patronen, kleuren en achtergronden. Daarnaast zijn er de gladgepolijste sculpturen die ondertussen al in verscheidene Europese musea en galerieën te zien waren. Maar Stappaerts gaat nog een stapje verder dan de klassieke kunstvormen. Naast tastbare objecten creëerde hij ook een virtuele online gemeenschap. Daarin kan de bezoeker met een speciaal door B. & E.S. Institute ontworpen grafisch computerprogramma een eigen parallelle wereld scheppen. Het resultaat is spectaculair en een regelrechte parodie op het huidige dictatoriale systeem van tentoonstellingen en musea. Paradoxaal genoeg exposeerde de talentvolle Belg onlangs nog in Zwitserland, Duitsland, Spanje en Oost-Europa. Het zal waarschijnlijk niet lang meer duren vooraleer hij de Tate Modern vult.

CMm: Van waar komt de naam en het fenomeen Boy & Erik Stappaerts ?

B.&E.S.: “Als kind wilde ik al kunstenaar worden. Het was een ‘boys dream’. Ik ben naar het Sint-Lucas in Brussel gegaan met de bedoeling me in te schrijven voor architectuur. Ter plaatse besliste ik om toch maar te kiezen voor schilderkunst. Ik was immers al bezig met schilderen en tekenen. De financiële belemmeringen van het kunstenaarsschap legde ik naast me neer. Hoewel ik lang dacht dat het niet mogelijk was om te overleven en dat ik het niet zou volhouden, is het toch gelukt. Tijdens mijn academiejaren schakelde ik over van klassieke schilderijen naar een taalgebruik dat concreter werd, met veel tegenstellingen en een duidelijke voor- en achtergrond. Op aanraden van een leraar ben ik vervolgens die gestyleerde tweedimensionale beelden gaan omzetten in sculpturen.”

CMm: Hoe verliep het begin van je carrière?

B.&E.S.: “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik aan een nieuw hoofdstuk moest beginnen. Alles verliep druppelsgewijs. In het Sint-Lucas was er geen budget, maar met de weinige middelen had ik daar al wel enkele werken kunnen maken in hout. Na mijn studies werd ik uitgenodigd door Johan Pas om in de abdij van Hemiksem aan een groepstentoonstelling deel te nemen. Daarna ben ik naar de Rijksacademie van Amsterdam gegaan om een Master’s Degree te behalen. Ik ontmoette daar veel andere kunstenaars. Daardoor leerde ik niet alleen mezelf beter kennen, maar ook het internationale kunstbegrip.”

CMm: Hoe zie je jouw rol als kunstenaar?

B.&E.S.: “Ik denk niet dat er een absoluut doel te omschrijven valt. Ik

werk veel met tegenstellingen, een goede manier voor mij om dingen te leren kennen. Mijn bedoeling is eerder analytisch. Hoe kan ik mijn leven op een begrijpbare manier voor mezelf rangschikken? Hoe geraak ik meer te weten over de kracht van het beeld? Ik geloof dat een kunstwerk maken nog altijd een soort van ervaring is. Door die ervaring mee te maken, kom je meer te weten waarom je een beeld hanteert en welke gevolgen dat met zich kan meebrengen. In mijn werk bijvoorbeeld gebruik ik verschillende hoofdstukken. De ene dag ben je acteur in een liefdesverhaal, de andere dag in een dramatische situa-

72 Carrera Motors Magazine 09/2007
Mentale gebruiksvoorwerpen, Boy & Erik Stappaerts door Arne Rombouts
Dancefloor © B.& E.S. Institute
© Franky Claeys
Surf dan naar
bel naar 0800
optima.be of
97 536.

tie. Vanuit dat perspectief maken mijn beelden het mogelijk om mezelf in contact te brengen met die hoofdstukken. Dat is een wisselwerking. Door in een bepaald verhaal te komen, ben ik ook aan die beelden beginnen te denken.”

CMm: Kan je dat met een voorbeeld illustreren?

B.&E.S.: “Er is bijvoorbeeld mijn werk Panic Zone, dat ik uitgevoerd heb in opdracht van de stad Antwerpen. Ik heb dat gemaakt na een dramatisch voorval in de familie, namelijk de dood van mijn moeder. In die situatie begin je gewoon te draaien in een klomp klei. De psychologische opvoeding die we kennen, die vooral gebaseerd is op psychoanalyse en Freud, is vooral gericht op ’vertering’. We blijven steeds nadenken over hetzelfde dramatische voorval. Na een bepaalde tijd zal je dan zogezegd verlichting krijgen, omdat je er enorm veel energie in gestoken hebt. Op die manier zal het probleem dan ook verdwijnen. Ik ben daar absoluut geen voorstander van. Ik wil dat zeker niet laten verdwijnen, ik wil het met respect behandelen. Ik wil de dood van mijn moeder niet vergeten. Natuurlijk wil ik door dat voorval niet voortdurend het noorden kwijt zijn of er mijn leven door laten beïnvloeden. Daarom heb ik twee spiralen verbonden met een buis. In het midden

B.&E.S.: “Er is bijvoorbeeld mijn werk Panic Zone, dat ik uitgevoerd heb in opdracht van de stad Antwerpen. Ik heb dat gemaakt na een dramatisch voorval in de familie, namelijk de dood van mijn moeder.

Naast bestaande kunstvoorwerpen werkt Boy & Erik Stappaerts ook aan een virtuele kunstwereld: www.boy-erik.org. In een soort futuristisch instituut, gelegen in een romantisch en bergachtig landschap, kan je je online onderdompelen in de wereld van de kunstenaar.

heb je een soort moederholte. Je passeert door een draaikolk en komt in een zwart gat. Je wordt weggezogen en je komt in een parallel universum. Op die manier kan je een gebeurtenis, in dit geval de dood van mijn moeder, niet vergeten maar vervangen. Je kunt het nog altijd respecteren in haar grootsheid en tegelijk aan andere dingen denken.”

CMm: Is je kunstwerk Dancefloor ook een vertaling van een dramatische gebeurtenis?

B.&E.S.: “Dat heb ik gemaakt in de aanloop van de grote Irak-crisis. Je krijgt veel mensen die zo maar ten oorlog gaan. Je ziet altijd hetzelfde verhaal op tv. Die dansvloer was een relativeringsintrument. Die dansvloer kan je onder de arm nemen en fijne mensen opzoeken. In die zin zijn mijn werken eerder mentale gebruiksvoorwerpen, die je zoals meubilair kan toepassen op je eigen situatie.”

CMm: Waarom zijn je objecten allemaal zo strak en glanzend?

B.&E.S.: “Het is niet zo dat ik bewust een liefhebber ben van dit of dat materiaal. Het is functioneel. Moest ik iets maken in hout en het vervolgens schilderen dan zit dat na 3 jaar vol barsten en wordt dat een charmeverhaal. Hier in België kennen we genoeg steden zoals Brugge waar de craquelé er afdruipt en de vallende bakstenen nog net niet aan de straatstenen blijven plakken. Ik wilde niet in dat charme-verhaal terechtkomen. Ik wilde de blik op de beelden en de pure vormen zelf richten en op het idee dat erachter zit. In veel gevallen gebruik ik kunststoffen die stabiel blijven onder allerlei omstandigheden en niet echt verouderen. Ik wil niet dat kleine barstjes het gespreksonderwerp worden.”

Creëer je eigen museum

Naast bestaande kunstvoorwerpen werkt Boy & Erik Stappaerts ook aan een virtuele kunstwereld: www.boy-erik.org. In een soort futuristisch instituut, gelegen in een romantisch en bergachtig landschap, kan je je online onderdompelen in de wereld van de kunstenaar. Zijn community heet United Pentagronium, een soort van virtuele bunker overdekt met gras, bestaande uit vijf zalen. In het midden heb je een hal waar mensen virtueel kunnen samenkomen. Dankzij 3 D-gametechnologie kom je in een ruimte waar je met de instrumenten van B. & E.S. Institute je eigen tentoonstelling kan maken. Door te klikken op vormen, kleuren en patronen ontdek je een nieuwe wereld, die door niemand opgelegd wordt. In verschillende ‘levels’ kan je vormen bestuderen, kunstwerken zelf maken en ze vervolgens kopen. Je kunt zelfs

74 Carrera Motors Magazine 09/2007
Mentale gebruiksvoorwerpen, Boy & Erik Stappaerts
© B.& E.S. Institute © B.& E.S. Institute © B.& E.S. Institute

met andere bezoekers, vrienden en artiesten ervaringen uitwisselen.

CMm: Waarom creëer je online de mogelijkheid om als consument zelf kunstenaar te worden?

B.&E.S.: “Ik wil het niet 100% democratiseren. Toch zal het er hoe dan ook van komen dat je met dergelijke tekenprogramma’s allerlei dingen kan ontlenen en zelf je wereld kan creëren. Ik wil daar pioneer in zijn. Het is een evolutie en ik ben er al 7 jaar mee bezig. Als het even verslavend wordt als de rest is het een geslaagde onderneming.”

CMm: Wie zijn je klanten? Begrijpen ze je werk of investeren ze in kunst?

B.&E.S.: “Dat zijn mensen die het graag willen begrijpen en die er door

geraakt worden. Het zijn mensen die dit beter willen leren kennen. Mijn klanten zijn zeker niet groot in aantal, maar komen wel vaak terug.”

CMm: Je maakt ook niet veel werken. Waarom niet?

B.&E.S.: “Ik vind de kwetsbaarheid van een streep belangrijk. Ik wil niet aan verspilling doen. Met dat tekenprogramma is dat natuurlijk anders omdat ik me dwing om zoveel mogelijk materiaal te zoeken en aan te bieden dat boeiend is.”

CMm: De prijzen voor je werken liggen tussen 15.000 en 20.000 euro. De Panic Zone verkocht je aan de stad Antwerpen voor 75.000 euro. Wat betekent dat geld voor je?

B.&E.S.: “Als je je job tegen je zin doet en gewoon aan het geld denkt, wordt geld een zekere obsessie. Als je één ding graag doet, genereert dat veel andere ideeën.”

CMm: Zie je jezelf in de Tate Modern exposeren?

B.&E.S.: “Ik heb nog geen exposities in de Tate gedaan. Dat is natuurlijk een normale ambitie. Dat is het forum, het is de plek waar iedereen samenkomt. Het is een soort centrum. Voor de wetenschapper is dat de universiteit, voor de kunstenaar het museum.”

CMm: Dus we moeten snel zijn om nog een werk van je te kunnen kopen?

B.&E.S.: “Dat is een mogelijkheid. Misschien wel ja.” <<>>

Info: www.boy-erik.org & www.youtube.com (search for pentagronium)

76 Carrera Motors Magazine 09/2007
Mentale
gebruiksvoorwerpen, Boy & Erik Stappaerts

IWC, Probus Scafusia

Zwitsers understatement

Tot ver in de negentiende eeuw steunde de Zwitserse horlogeindustrie vrijwel uitsluitend op de kunde van de vele handwerkslieden. Ondertussen produceerden in de Verenigde Staten bedrijven als Waltham, Elgin en Howard al meer dan honderduizend zakhorloges per jaar. Die cijfers werden bereikt door standaardisatie en industriële productie van de onderdelen. Het in elkaar zetten van een horloge bleef vanzelfsprekend handwerk. Het was haast onvermijdelijk dat sommige Amerikaanse ondernemers onderzochten of horloges goedkoper konden worden door de moderne productiemethodes te gebruiken in Zwitserland. Niet alleen was daar veel horlogekennis aanwezig maar het was toen ook nog een lage-lonenland. Het enige blijvende resultaat hiervan is IWC, de International Watch Company.

Florentine Ariosto Jones

Een Amerikaanse ondernemer die het in Zwitserland ging proberen was Florentine Ariosto Jones, een ingenieur en horlogemaker uit Boston, Massachusetts. In de verwachting dat een Amerikaanse importbelasting spoedig zou worden opgeheven zou hij in de zestiger jaren van de negentiende eeuw horloges laten assembleren voor de Amerikaanse markt. Toen de afschaffing van de importbelasting echter niet door ging en de Zwitserse horloge-industrie weinig met zijn nieuwerwetse ideeën had, moest Jones op zoek naar andere alternatieven om zijn avontuur voort te zetten. Het toeval hielp vervolgens een stevige hand toen Jones kennis maakte met Johann Heinrich Moser, een telg uit een klokkenmakers-familie, industrialist, horlogemaker en ondernemer.

In Schaffhausen waar de Rijn een waterval van 150 m breed en 20 m hoog heeft installeerde Moser moderne turbines om de waterkracht aldaar te benutten. Met deze nieuwe energievoorziening hoopte hij industrie aan te trekken. De ontmoeting met Jones leek haast voorbestemd. Jones huurde een gebouw van Moser, installeerde daar zijn Amerikaanse hydrolische machines en richtte in 1868 IWC op. De geplande productie zou rond de 10.000 zakhorloges per jaar moeten

liggen en in 1874 telde de fabriek 196 personeelsleden, waarvan 103 mannen en 93 vrouwen. Het zag er allemaal goed uit voor Jones die toen 34 jaar oud was en fraaie zakhorloges ontwierp met een eigen ‘Jones’- kaliber. Dit kaliber zou jarenlang een hoeksteen vormen voor vele innovatieve technische ontwikkelingen van de diverse uurwerken die uit de fabriek zouden rollen.

Toen in 1873 er een wereldwijde economische crisis uitbrak en Amerika zijn invoerbelasting aanscherpte (toen IWC’s belangrijkste markt) verliet Jones Zwitserland en viel IWC in 1880 in Zwitserse handen. De volgende 100 jaar zou het familiebezit blijven van de familie Rauschenbach

IWC, Probus Scafusia
78 Carrera Motors Magazine 09/2007 IWC Da Vinci Perpetual Calendar Edition Kurt Klaus

Probus Scafusia

In de laatste 139 jaar heeft IWC zich altijd gehouden aan de productfilosofie “Probus Scafusia”: sterk vakmanschap uit Schaffhausen. Tot aan de dag van vandaag is Schaffhausen synoniem voor IWC en andersom. Het horlogemakersvak is een ambacht dat van vader op zoon (en tegenwoordig ook op dochter) wordt overgedragen en ervoor zorgt dat alle uurwerken nog steeds met dezelfde passie en verve worden geassembleerd en gemaakt.

De drijfveer achter IWC horlogemakers en ingenieurs stamt voort uit de passie voor techniek en esthetische perfectie. Het erfgoed van IWC heeft in de afgelopen 139 jaar een groot aantal klassiekers opgeleverd, waaronder de Grande Complication-collectie bestaande uit 659 onderdelen, de Da Vinci met zijn elegante uiterlijk en de Portuguese familie.

Dit laatste uurwerk is speciaal gemaakt in de jaren ‘30 om even accuraat te zijn als de toen geldende, hoogstaande zeevaartinstrumentaria. Een andere mijlpaal in de geschiedenis van IWC die synoniem staan voor technische hoogstandjes is bijvoorbeeld de Portuguese Tourbillon. Deze recordhouder voor precisiemechanica omvat 81 componenten en weegt

wikkeld voor de marine, de spoorwegen en professionele scuba-duikers om maar enkele innovatieve voorbeelden te noemen. Kortom ieder IWC uurwerk is een technisch verfijnd

Classic

uurwerk met Pellaton opwinding, Brequet spiraal, dagaanduiding, gangreserve display en schroefkroon.

In 1936 kwam de Mark IX uit, het eerste voor piloten ontworpen polshorloge, oversized en met een draaibare lunette. Het was bovendien anti-magnetisch, een eigenschap die steeds belangrijker werd omdat er met de elektrificatie van de beschaafde wereld overal steeds meer storende magneetvelden ontstonden. In 1940 kreeg de Mark IX gezelschap van het eerste militaire vliegershorloge. Dit horloge, op basis van een aangepast 52 S.C. (S.C. staat voor ‘seconde au centre’) had een kast van 55 mm en een gewicht van 183 gram ! Naast de eerdere aanpassingen had het horloge een extra binnenkast tegen stof en een extra lange armband zodat het over de kleding gedragen kon worden. De moderne versie is de ‘Big Pilot’s Watch’, met 46,2 mm en 150 gram iets kleiner en lichter, maar zeker niet minder imposant. De Big Pilot’s Watch is leverbaar in staal of wit goud. <<>>

Info: www.iwc.com

IWC,
80 Carrera Motors Magazine 09/2007
Probus Scafusia IWC Portuguese Tourbillon Mystère IWC Grande Complication IWC Classic Big Pilot’s Watch IWC Portuguese Automatic Big Pilot Watch: Mechanisch

Cayman S “Porsche Design Edition 1”

Speciale editie, volledig in het zwart

82 Carrera Motors Magazine 09/2007
Cayman S “Porsche Design Edition 1” door Porsche AG
Porsche breidt de modelreeks van zijn coupé met centraal geplaatste motor uit en brengt in november 2007 de Cayman S “Porsche Design Edition 1” in een speciale beperkte serie op de markt. In die erg bijzondere middenmotor-coupé combineert Porsche verschillende design-disciplines: de zwarte buitenkleur benadrukt de puristische vormtaal van de 295 pk sterke sportwagen en slaat een brug naar Porsche Design en de beroemde “Chronograph 1”, die precies 35 jaar geleden door Ferdinand Alexander Porsche ontworpen werd.
Carrera Motors Magazine 09/2007 83

Deze door Porsche verfijnde esthetiek verleent de Cayman S extra luxueuze klasse: de zwarte leder- en alcantara-uitrusting harmonieert met geraffineerde details zoals de wijzerplaten van de instrumenten, waarvan de lay-out geïnspireerd is op die van de Porsche Designchronograaf. Ook de middenconsole, het instrumentenbord en de deurbekleding glanzen in zwart, terwijl het driespakige sportstuur, de schakelpook alsook de handremgreep en de dakhemel met duurzaam zwart alcantara overtrokken zijn. In de hoofdsteunen is het Porschelogo (wapenschild) gedrukt.

Even hoogwaardig is ook de technische uitrusting van de wagen: onder het met 10 millimeter verlaagde koetswerk regelt het standaard Porsche Active Suspension Management (PASM) actief de hardheid van de dempers en biedt het met een druk op de knop een bijzonder dynamisch afgestelde sportmodus. Vijfmillimeter-afstandsschijven in combinatie met de 19-duims “Turbo”-velgen verlenen de Cayman S “Porsche Design Edition 1” een krachtig voorkomen, dat door de 235/35 ZR 19-banden vooraan en de 265/35 ZR 19-banden achteraan nog versterkt wordt.

De Porsche Design Studio werd 35 jaar geleden door Ferdinand Alexander Porsche opgericht en groeide spoedig uit tot een wereldwijd toonaangevend adres voor industriedesign, luxegoederen en consumptiegoederen. In de nieuwe collectie “Porsche Design Edition 1” stralen functionaliteit en esthetiek op het hoogste niveau – natuurlijk in zwart of matzwart.

De standaarduitrusting van de Cayman S “Porsche Design Edition 1” omvat daarom een elegante aktentas met daarin de “Flat Six”-chronograaf, een zakmes, een zonnebril, een vulpotlood en een sleutelhanger – alles in zwart, zelfs de lemmeten van het mes, passend bij de stijl van de wagen. Even exclusief als dit standaard luxepakket is ook het aantal exemplaren dat van de Cayman S “Porsche Design Edition 1” gebouwd wordt: slechts 777 stuks, ieder exemplaar wordt door een plaatje in de klep van het handschoenkastje gekenmerkt. <<>>

84 Carrera Motors Magazine 09/2007
Cayman S “Porsche Design Edition 1”.

STEINWAY LYNGDORF MODEL-D

Wanneer twee bedrijven die elk toonaangevend zijn in hun marktsegment elkaar ontmoeten en tot een samenwerkingsverband komen, dan kan je er van op aan dat er topproducten onderweg zijn. Zo hebben Steinway & Sons, bekend van hun topklasse piano's, en Peter Lyngdorf, eminent ontwikkelaar en producent van hoge kwaliteit digitale geluidssystemen, beslist om samen ’s werelds meest geavanceerde audiovisuele systemen te gaan ontwikkelen en distribueren. Het Steinway Lyngdorf het “Model-D Music System” is genoemd naar Steinway & Sons’ meest prestigieuze vleugelpiano: model D.

Model-D Music System bestaat uit een centrale console en twee actieve luidsprekerzuilen van 2 meter 20 centimeter hoog. De console omvat een CD-speler en een gemodificeerde Lyngdorf Millennium versterker met RoomPerfect technologie. De 2 dipool luidsprekerzuilen bevatten elk niet minder dan vier 12” woofers, twee 5” midrange drivers en een ribbon tweeter. Aansturing geschiedt door twee ingebouwde 400 Watt digitale versterkers via digitale cross-over filters. Evenals de piano’s van Steinway & Sons, wordt elk Model-D Music System volledig met de hand gemaakt door speciaal opgeleide technici.

Als het 150.000 dollar kostende systeem wordt geïnstalleerd, komt er een getrainde service specialist van Steinway Lyngdorf mee die met behulp van RoomPerfect het systeem op de ruimte afstemt om een optimale geluidskwaliteit te garanderen.

Info: www.steinwaylyngdorf.com

BOYNQ TOASTIT CARDREADER

De Toastit™ is de eerste 7-in-1 memory cardreader met een focus op design en gecombineerd met de beste onderdelen, waardoor je de hoogst mogelijke kwaliteit behoudt tijdens het up- en downloaden van je waardevolle digitale documenten. De Toastit™ levert high speed data transfer en compatibility met bijna alle memorycards. Het retro ontwerp Toastit™ is de beste en meest unieke cardreader op de markt. Prijs: ± 25 Euro. Info: www.boynq.com

SAGEM PORSCHE P9521

In opdracht van Porsche heeft Sagem een prachtig toestel ontworpen. Om van de P9521 een duurzame maar lichte telefoon te maken, is gekozen voor een behuizing van aluminium. Het toestel weegt 140 gram en is voorzien van een vingerafdruk sensor, welke afzonderlijke vingers kan herkennen. De P9521 beschikt over een 3,2 megapixel camera met flits. Om foto's en video's te maken kan het beeldscherm niet alleen open en dicht geklapt worden, maar kan ook 180° gedraaid worden. Het toestel is voorzien van een OLED beeldscherm met een QVGA resolutie en kan ruim 262.000 kleuren weergeven. Liefhebbers van het toestel kunnen alvast gaan sparen, het toestel zal namelijk ongeveer 1200 euro gaan kosten en is verkrijgbaar vanaf de herfst 2007.

Info: www.porsche-design.com

DUOMÈTRE À CHRONOGRAPH, JAEGER-LECOULTRE

De "Duomètre à Chronograph" is de eerste creatie in een nieuwe lijn van Jaeger-LeCoultre. Een totaal nieuw mechanisme dat "Dual Wing" is genoemd werd hiervoor ontwikkeld. Dit systeem bestaat uit twee volledig autonome mechanismen. Het eerste staat in voor de tijdsindicatie, terwijl de tweede een bijkomende functie voor zijn rekening neemt – in dit geval een chronograaf – dat gesynchroniseerd wordt door één enkel regelelement. Elk afzonderlijk mechanisme wordt gevoed door zijn eigen systeem, waardoor zowel de tijdsindicatie als de chronograaf een gangreserve hebben van 50 uur. Het opwindsysteem wordt verzekerd dankzij een unieke kroon: het tijdsmechanisme wordt opgewonden door met de klok mee te draaien, terwijl de chronograaf wordt opgewonden door in tegenwijzerzin te draaien. Eén enkele drukknop, die gesitueerd is op twee uur zorgt voor het sturen van de chronograaf. De Duomètre à Chronograph is te verkrijgen in rozegoud of in platina. Tevens zal er een gelimiteerde oplage zijn van 300 stuks voor een 18-karaats geelgouden exemplaar. Beschikbaar vanaf januari 2008.

Prijs: vanaf 28.500 Euro. Info: www.jaeger-lecoultre.com

Opwindende gadgets 86 Carrera Motors Magazine 09/2007
BOOM BOOM ST.-MARTENS LATEM BOOM BOOM KORTRIJKSESTEENWEG 119 BAAN GENT-DEINZE 9830 SINT-MARTENS-LATEMTEL. 09 282 00 64OPEN OP ZONDAG
Just Cavalli Tricot Chic M&F Girbaud Pinko Atos Lombardini Dolce & Gabbana Liu-Jo Liu-Jean’s Juicy C outure Filippa K April 77 Polo Ralph Lauren Jeans Mer du Nord Essentiel 7...For All Mankind Denim By Victoria Beckham Bibi Accessoires Friss Company Accessoires Dolce & Gabbana Accessoires Emporio Armani Accessoires Paris Hilton Accessoires ... Victoria Beckham

PORSCHE PITCH FORK

Ergonomisch gevormde pitch fork met uitneembare ballmarker. Drie reserve ballmarkers. In decoratieve displaydoos. Roestvrij staal.

PORSCHE GOLFTAS

Deze lichtgewicht golfbag met automatische standaard heeft een groot vak voor kleding, meerdere zakken voor accessoires en een geïsoleerd vak voor dranken. Handige dubbele draagriem. Past tweemaal in de achterste kofferruimte van de Porsche Boxster, Cayman S en achterin de 911. Solide nylon. Antracietgrijs/ zwart/zilverkleurig. Buitenmaten: 28 (l) x 33,5 (b) x 83,5 (h) cm. Met de Porsche set hulpstukken kan de Porsche golfbag simpel en stevig op de golf trolley worden bevestigd.

PORSCHE GOLF HANDDOEK

Golf handdoek met groot Porsche logo. Passend bij de Porsche Golf collectie. Voorzijde velours, achterzijde badstof. Met musketonhaak voor bevestiging aan de golfbag. Musketonhaak met Porsche logo. 100% katoen. Afmetingen ca. 80 x 40 cm.

SCOREKAARTHOUDER

Scorekaarthouder van titaan met dek-

PORSCHE GOLF CAP

Fraaie honkbalcap, passend bij de Porsche Golf collectie. Metalen gesp met Porsche logo. 100% katoen. In zwart/donkergrijs. Eenheidsmaat.

PORSCHE GOLFBALLEN (3)

Met Porsche Logo. Titleist NXT met highspeed-kern en extreem duurzaam oppervlak voor optimale lengte en zacht slaggevoel.

90 Carrera Motors Magazine 09/2007
Porsche Design Golf Accessoires

PORSCHE PITCH FORK

Ergonomisch gevormde pitch fork met uitneembare ballmarker. Drie reserve ballmarkers. In decoratieve displaydoos. Roestvrij staal.

PORSCHE GOLFTAS

Deze lichtgewicht golfbag met automatische standaard heeft een groot vak voor kleding, meerdere zakken voor accessoires en een geïsoleerd vak voor dranken. Handige dubbele draagriem. Past tweemaal in de achterste kofferruimte van de Porsche Boxster, Cayman S en achterin de 911. Solide nylon. Antracietgrijs/ zwart/zilverkleurig. Buitenmaten: 28 (l) x 33,5 (b) x 83,5 (h) cm. Met de Porsche set hulpstukken kan de Porsche golfbag simpel en stevig op de golf trolley worden bevestigd.

PORSCHE GOLF HANDDOEK

Golf handdoek met groot Porsche logo. Passend bij de Porsche Golf collectie. Voorzijde velours, achterzijde badstof. Met musketonhaak voor bevestiging aan de golfbag. Musketonhaak met Porsche logo. 100% katoen. Afmetingen ca. 80 x 40 cm.

SCOREKAARTHOUDER

Scorekaarthouder van titaan met dek-

PORSCHE GOLF CAP

Fraaie honkbalcap, passend bij de Porsche Golf collectie. Metalen gesp met Porsche logo. 100% katoen. In zwart/donkergrijs. Eenheidsmaat.

PORSCHE GOLFBALLEN (3)

Met Porsche Logo. Titleist NXT met highspeed-kern en extreem duurzaam oppervlak voor optimale lengte en zacht slaggevoel.

90 Carrera Motors Magazine 09/2007
Porsche Design Golf Accessoires

Kent de fiscus weldra uw vermogen?

Het is zeer waarschijnlijk dat de belastingdruk op arbeid de komende jaren zal afnemen. Onder invloed van de tarieven in onze buurlanden zal wellicht ook het nominaal tarief van de vennootschapsbelasting worden verlaagd. Dergelijke maatregelen zullen budgettair moeten worden gecompenseerd, bijvoorbeeld door vermogens, of de meerwaarden of de inkomsten van vermogens, zwaarder te taxeren.

De voorbije jaren zijn diverse maatregelen genomen die tot doel hebben uw vermogen in kaart te brengen of te belasten. Zo moet u bijvoorbeeld sinds aanslagjaar 1997 aangeven of u titularis bent van een rekening in het buitenland. Een ander voorbeeld is de zgn. Europese spaarrichtlijn die sinds 1 juli 2005 van kracht is en die het mogelijk maakt dat rentebetalingen die gebeuren in het buitenland aan natuurlijke personen effectief worden belast in de woonstaat van de gerechtigde.

De afschaffing van effecten aan toonder

Het is intussen ook algemeen bekend dat effecten aan toonder worden afgeschaft, als gevolg van een wet van 14 december 2005. Deze verloopt in drie fasen: vanaf 1 januari 2008 wordt de uitgifte van nieuwe effecten aan toonder verboden, alsook de materiële levering van bestaande effecten aan toonder die op een effectenrekening werden geboekt. Zij moeten vanaf dan dus op de rekening blijven staan, tenzij ze zouden worden omgezet in aandelen op naam. Beursgenoteerde effecten aan toonder die op een effectenrekening staan, zullen op 1 januari 2008 van rechtswege worden omgezet in gedematerialiseerde effecten. Ook de effecten van de instellingen voor collectieve belegging (beleggingsvennootschappen en beleggingsfondsen) en de effecten van de overheidsschuld worden op 1 januari 2008 automatisch omgezet in gedematerialiseerde effecten.

In een tweede fase dienen de bestaande effecten aan toonder te worden omgezet in effecten op naam of gedematerialiseerde effecten. De uiterste omzettingsdatum is 31 december 2013. In een derde fase tenslotte wordt overgegaan tot de verkoop van effecten aan toonder die niet tijdig vrijwillig zijn omgezet.

Eigenaars van niet beursgenoteerde aandelen aan toonder (zoals de aandelen van de meeste NV’s), hebben dus de tijd tot 31 december 2013 om de omzetting te vragen in effecten op naam of in gedematerialiseerde effecten. Aandelen op naam zijn aandelen waarvan de eigendom wordt bewezen door inschrijving in het aandelenregister. Van die inschrijving worden certificaten afgegeven aan de aandeelhouders

(art. 465 w. Venn.). Deze certificaten op zich leveren geen eigendomsrecht op de aandelen. Gedematerialiseerde effecten zijn aandelen die vertegenwoordigd worden door een boeking op rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bij een erkende rekeninghouder (d.i. in principe een kredietinstelling of beleggingsonderneming). Ook gedematerialiseerde effecten worden ingeschreven in het register van de aandelen op naam, in principe op naam van de erkende rekeninghouder. Zij worden dus niet ingeschreven op naam van de aandeelhouder. Anonimiteit? Gedematerialiseerde aandelen bieden het voordeel dat zij kunnen worden overgedragen via een overschrijving van rekening op rekening. Men stelt ook dat gedematerialiseerde aandelen anoniem zijn omdat de identiteit van de titularis van de effectenrekening alleen gekend is door de kredietinstelling of de beleggingsonderneming die optreedt als rekeninghouder. We benadrukken evenwel dat het bankgeheim in België zwaar werd uitgehold.

Het bankgeheim onthuld

Het fiscale bankgeheim in België is al geruime tijd onderhevig aan erosie. Hierover ondervraagd in 2001 stelde de Minister van Financiën in het parlement dat er “... in belgië geen bankgeheim bestaat ... hoogstens is het de fiscus verboden – om systematisch onderzoek te vermijden dat afbreuk zou doen aan de eerbied voor het privéleven van de belastingplichtigen – de fiscale controle van banken te gebruiken als een middel om het belastbaar inkomen van hun cliënten vast te stellen...”.(1) Het bankgeheim is intussen verder uitgehold.

Op het vlak van de successierechten bestaat er geen bankgeheim. Bij een overlijden moeten de nabestaanden de financiële instelling(en) waar de overledene rekeningen of tegoeden had op de hoogte brengen van het overlijden. De betrokken banken gaan de rekeningen en tegoeden van haar overleden cliënt dan blokkeren, alsook die van de langstlevende echtgeno(o)t(e). Zij moeten ook de fiscale administratie spontaan informeren over de stand van de bank- en effectenrekeningen op datum van overlijden en moeten ook inlichtingen verstrekken in verband met uitkeringen die zij ingevolge het overlijden moeten doen aan de begunstigden van levensverzekeringscontracten.(2)

Naast een meldingsplicht, hebben de financiële instellingen ook de verplichting om op vraag van de fiscale administratie alle inlichtingen te verschaffen omtrent de financiële toestand van de overledene of zijn echtgenote.(3) Deze inlichtingen mogen slaan op alle verrichtingen die een invloed hebben op de heffing van de successierechten. Voor verrichtingen die meer dan drie jaar vóór het overlijden zijn gebeurd, is een bijzondere machtiging vereist van een hogere ambtenaar, die de te onderzoeken feiten nauwkeurig moet bepalen.

Om een controle op de samenstelling van een nalatenschap mogelijk te maken, heeft de wetgever ook verplichtingen opgelegd aan de verhuurders van brandkasten.(4) Deze verhuurders zijn bijvoorbeeld verplicht om, bij het overlijden van de huurder of zijn echtgenote, de brandkast te verzegelen en de fiscale administratie mee te delen wanneer de brandkast zal worden geopend.

92 Carrera Motors Magazine 09/2007
Kent de fiscus weldra uw vermogen? door Thomas Weyts
Thomas Weyts, Manager Audit Center, Optima Financial Planners.

Reeds

in

know-how
betonconstructies. Willy Naessens
Pools
synoniem voor kwaliteit, service, garantie
correcte afspraken. www.creatief.be , omdat kwaliteit bovendrijft WILLY NAESSENS SWIMMING POOLS Kortrijkstraat 66 - 9790 Wortegem-Petegem Tel. +32 55 390 390 - Fax +32 55 390 399 www.swimmingpools.be FILTERCO Hoeilaartsesteenweg 252 - 3090 Overijse Tel. +32 2 657 39 16 - Fax +32 2 657 30 12 www.filterco.be WILLY NAESSENS SWIMMING POOLS Industrieweg 116 - Tessenderlo 3980 VANAF JANUARI 2008
40 jaar
Swimming
is
en

Om tot een juiste belastingheffing in de personenbelasting te komen, heeft de fiscale administratie diverse onderzoeks- en controlerechten. Zo heeft de administratie het recht om bij de belastingplichtige zelf de boekhouding te onderzoeken en inzage te nemen van de stukken die noodzakelijk zijn om het bedrag van de belastbare inkomsten vast te stellen.(5) Dit zijn bijvoorbeeld het aandelenregister, de presentielijsten van de algemene vergaderingen en de uittreksels van een (minstens gedeeltelijk) voor het beroep gebruikte bankrekening. Wanneer een bankrekening alleen privé wordt gebruikt, heeft de fiscale administratie in principe niet het recht om de voorlegging te eisen van de bankuittreksels. Het is dan ook aan te raden om privé- en beroepsrekeningen duidelijk van elkaar te scheiden.

De fiscale administratie heeft ook het recht om bij derden inlichtingen te vragen over een met naam genoemde belastingplichtige, ook wanneer deze inlichtingen tot de private sfeer behoren. Het recht om inlichtingen te vragen wordt in principe beperkt door het bankgeheim, voorzien in art. 318 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992. Dat artikel stelt immers dat de fiscale administratie niet gemachtigd is om in de rekeningen, boeken en documenten van financiële instellingen inlichtingen in te zamelen met het oog op het belasten van hun cliënten.

Het bankgeheim geldt evenwel niet altijd. Zo kan de fiscale administratie, in het kader van een bezwaarschrift, van de kredietinstellingen alle inlichtingen vorderen die nuttig zijn voor het onderzoek van het bezwaarschrift.(6) Als gevolg van een wet van 20 juli 2006 kan de fiscale administratie ook rekeningen, boeken en documenten van financiële instellingen consulteren indien een fiscaal onderzoek concrete elementen aan het licht brengt die het bestaan of de voorbereiding van een mechanisme van belastingontduiking kunnen doen vermoeden.(7) Concrete gegevens zijn bijvoorbeeld het openen van een bankrekening, een geldtransfer, een betaling in het buitenland of een borgstelling. Met de wet van 27 december 2006 werd het bankgeheim nog verder uitgehold. De wetgever heeft nu immers uitdrukkelijk bepaald dat de banken en andere financiële instellingen zich niet kunnen beroepen op het bankgeheim, wanneer invorderingsambtenaren aan deze instellingen inlichtingen vragen over hun cliënten die dienstig kunnen zijn om de vermogenssituatie van deze personen te kunnen bepalen.(8) Op grond van de huidige wetgeving mogen de ingewonnen inlichtingen evenwel niet worden gebruikt met het oog op het vestigen van personenbelasting.

Wat nog rest van het bankgeheim is wellicht geen lang leven meer beschoren. In belgië wordt immers volop werk gemaakt van een vermogenskadaster, wat de invoering van een vermogensbelasting in belgië mogelijk zou maken. Ook de afschaffing van de effecten aan toonder kadert daarin. <<>>

Met dank aan: Thomas Weyts, Manager Audit Center, Optima Financial Planners.

94 Carrera Motors Magazine 09/2007
1 Parl. Vr., nr. 664, 20 april 2001, Larcier. 2 Artikel 97 W.Succ. 3 Artikel 100 W.Succ. 4 Artikel 101 e.v. W.Succ. 5 Artikel 315 W.I.B. 92 6 Artikel 374 W.I.B. 92 7 Artikel 318, tweede lid, W.I.B. 92 8 Artikel 319bis W.I.B. 92
Kent de fiscus weldra uw vermogen?

Kalender Evenementen 2007

Porsche Club of Belgium 2007 www.porsche-club-belgium.be

Zaterdag 24 maart

Lenterally

Zaterdag 14 april

Lenterally

Zaterdag 5 tot maandag 7 mei

Porsche Days Francorchamps

Donderdag 17 mei tot zondag 20 mei

Jaarlijkse reis (NL)

Zaterdag 23 en zondag 24 juni

Reis in de Savoye met de Club 911 Savoye (F)

Zaterdag 15 september

Herfstrally

Zondag 30 september

Herfstrally

Vrijdag 12 tot maandag 15 oktober

Porsche Parade in Saint-Tropez (F)

Donderdag 8 november tot zaterdag 10 november

Fabrieksbezoek Stuttgart (D)

Informatie

Telefoon: +32 9 282 24 22

E-mail: porsche@carreramotors.be

Porsche Club Francorchamps 2007 www.porscheclubfrancorchamps.be

Vrijdag 23 maart

Track Driving / Performance te Zolder

Vrijdag 25, zaterdag 26 en zondag 27 mei

Porsche Francorchamps Days

Woensdag 27 juni

Track Driving / Performance

Vrijdag 20 juli

Track Driving / Expert

Zaterdag 21 en zondag 22 juli

Porsche Sport Cup

Woensdag 29 augustus

Track Driving / Performance

Donderdag 27 september

Track Driving / Performance

Porsche Driving Experience

Woensdag 14 tot zondag 18 maart

Centre de Maîtrise du volant 2007 (Visé)

96 Carrera Motors Magazine 09/2007

We really don’t know how long an IWC lasts. We’ve only been around for 139 years.

Around for119 years.

Portuguese Chrono-Automatic. Ref. 3714: An IWC is made to be passed on. The robust case is water-resistant to a depth of 30 metres. And as each of our Portuguese watches will no doubt see us out, each individual watch is recorded in a comprehensive database. So that following generations will be able to find out where the watch came from. Unfortunately, this does not rule out the usual inheritance disputes. IWC. Engineered for men.

Mechanical chronograph movement | Self-winding | Small seconds with stop function (figure) | Antireflective sapphire glass | Water-resistant to 30 m | 40.9 mm case diameter | 18 ct. rose gold

Langemunt 2, 9000 Gent, Belgium, Tel. +32 9 264 29 29, info@heursel.be

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.