DE BOSWACHTER
•
Pionieren in de polder van Natuurpark Lelystad
H
oe kan het dat ik hier nooit eerder ben geweest? Met verbazing draai ik mij om in een verrassend gevarieerd landschap. Het slingerende dijkje waarover ik naast boswachter Gerwin de Vries loop, is omzoomd met berken. Maar even verderop staan weer heel andere boomsoorten en daarachter ligt een open gebied waarin we edelherten zouden kunnen aantreffen. Ik waan mij in een Engels landschap met gevarieerde beplanting en ruigtes. In werkelijkheid sta ik middenin Flevoland.
GROTE LEEFGEBIEDEN In Natuurpark Lelystad leven de dieren in een natuurlijke omgeving waarin ze zoveel mogelijk natuurlijk gedrag vertonen. In het afwisselende en waterrijke landschap leven met uitsterven bedreigde diersoorten zoals wisenten, Przewalskipaarden, otters, bevers en Pater Davidsherten. Ook minder bedreigde diersoorten als wilde zwijnen, edelherten, elanden en ooievaars zwerven er rond. Ze leven in grote leefgebieden waardoor het een uitdaging blijft om ze te kunnen spotten. Maar ook de ‘echt wilde’ fauna ontbreekt er niet. Overal in het park zijn reeën, konijnen, vossen, wezels, hermelijnen en bunzingen waar te nemen, evenals veel vogelsoorten. In het Natuurpark wordt met succes meegewerkt aan diverse fok- en herintroductieprogramma’s van natuurbeschermingsorganisaties in binnen- en buitenland. Soms worden gefokte exemplaren, zoals van de otter en bever, losgelaten om de
HOLLANDS Glorie
soort een nieuwe kans te geven. Zo is de succesvolle introductie van de bever in De Biesbosch deels te danken aan Natuurpark Lelystad. Daarnaast heeft de bever, door te ontsnappen, zichzelf ook in Flevoland uitgezet. Dat we in feite op de bodem van de voormalige Zuiderzee lopen blijft een heel bijzonder gegeven. Een aansprekend voorbeeld van ‘Hollands glorie’. Vooral buitenlandse bezoekers snappen er helemaal niets van. “Eigenlijk had ik gedacht ergens bij de Oostvaardersplassen terecht te komen,” moet ik de boswachter bekennen, “maar we lopen hier helemaal aan de andere kant van Lelystad.” Hij moet lachen. Ja, die verwarring hoort hij wel vaker. “Veel mensen die over het Natuurpark horen denken meteen aan de grote grazers van Staatsbosbeheer. Maar dit is toch echt iets anders.” In de jaren zeventig ontstond het idee voor het park toen de directie van de toenmalige Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders in contact kwam met Artis, dat een plek zocht waar ze grote dieren meer ruimte konden geven. “Van dergelijke wildparken bestonden er in Duitsland al een aantal”, vertelt De Vries. “Het begon met edelherten, maar gaandeweg is het park uitgebreid. Door het zand dat werd uitgegraven voor de aanleg van de A6 ontstonden grote plassen waar nu de watervogels verblijven.”
JONG LANDSCHAP Inmiddels leven de edelherten op 35 hectare samen met moeflons. Maar je moet echt wel geluk hebben om ze te kunnen zien. De boswachter knikt: “Het is hier bepaald geen dierentuin waar je voor het hek gaat staan en gegarandeerd bent dat je ze ziet. Het verandert ook met de seizoenen. De elanden kunnen we in het voorjaar nog wel in de ochtenden aantreffen, maar in de loop van de zomer ga je ze steeds minder zien. Van begin af aan is het voor ons zoeken geweest naar combinaties van soorten die kunnen samenleven.” Echt pionieren dus, maar wat wil je anders in dit jonge landschap! “Het begon ooit met elanden en rendieren,” vervolgt De Vries, “maar al na een paar jaar werd duidelijk dat de polder geen goede biotoop is voor rendieren. Ze gingen dood omdat het hier te voedselrijk is. Normaal leven ze alleen van rendiermos waar amper voeding in
© Jasper Pluim
Waar is het mooi wandelen dit seizoen? Wim Huijser gaat op pad met een boswachter.