2021 3 juni Waardvogel

Page 1

Waardvogel 60e JAARGANG | NUMMER 3 | JUNI 2021 WWW.NVWK.NL

Inventarisaties in het IHC-bos

14

Natuurwetgeving

28

Zwarte sterns

32

Vogels, planten, bomen en nachtvlinders fot

o

va

n

de

Bij sloop, (ver)bouw en renovatie ma a n d

Coördinatorschap voor hele Krimpenerwaard


Namen, telefoonnummers en e-mailadressen Bestuur

Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen adjunct Coördinator plantenwerkgroep Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR

Jaap Graveland, jaap.graveland@nvwk.nl XX XXXXXXXX XX XXXXXXXX Frans van der Storm, info@nvwk.nl XX XXXXXXXX Boschpolderstraat 14, 2807 LJ Gouda Marco Steenwinkel, penningmeester@nvwk.nl XX XXXXXXXX bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Benjamin Hallie, b.hallie@hetnet.nl XX XXXXXXXX Vacant Vacant Joke Colijn, j.j.colijn@gmail.com XX XXXXXXXX XX XXXXXXXX

Werkgroepen

Redactie Waardvogel voor kopij Maria Kuijf en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com XX XXXXXXXX XX XXXXXXXX Foto’s t.b.v. de website Redactie, nvwkredactie@gmail.com Werkgroep Ruimtelijke Ordening Leen Verschoor, werkgroepro@nvwk.nl XX XXXXXXXX Mariëlla van Gemeren, werkgroepro@nvwk.nl XX XXXXXXXX Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXXX XX XXXXXXXX Assistent weidevogelbescherming Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl Coördinator zwarte stern Max Ossevoort, maxossevoort@gmail.com XX XXXXXXXX Coördinator plantenwerkgroep Jaap Oosterom, planten@nvwk.nl XX XXXXXXXX Coördinator werkgroep landschaps- onderhoud Vacant, landschapswerkgroep.nvwk@gmail.com Coördinator vlinders- en libellen- werkgroep Vacant Coördinator wintervogeltellingen Peter Berger, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXXX Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXXX Coördinator uilenwerkgroep Stefan van der Heijden, uilenwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXXX Coördinator erfvogelwerkgroep Jaap Graveland, erfvogels@nvwk.nl XX XXXXXXXX XX XXXXXXXX Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXXX Coördinator jeugdwerkgroep Monique Wooning, jeugd@nvwk.nl XX XXXXXXXX Coördinator Knotgroep Krimpen Jos de Nood, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXXX Coördinator roofvogelwerkgroep Henk Visser, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXXX Jaap Jan Leeuwenburgh, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXXX Coördinator waterwerkgroep Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXXX XX XXXXXXXX Coördinator materialen Floor Andeweg, materialen-nvwk@kpnmail.nl

Andere belangrijke instanties

Dierenambulance Gouda e.o. Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel Vogelklas Karel Schot Meldpunt klachten onderhoud sloten, Hoogheemraadschap van Schieland en de bermen of dijken Krimpenerwaard, info@hhsk.nl Milieutelefoon Bij verstoringen van de natuur Illegale (roof)vogelvervolging Melden via www.natuurverstoring.nl of bij de politie Onderzoek doodsoorzaak dieren Dutch Wildlife Health Centre www.dwhc.nl/meldingsformulier Meldpunt invasieve plantensoorten In bermen N-wegen ter bestrijding en monitoring: zuidholland@pzh.nl Drie of meer dode watervogels Landelijk Meldpunt voor dierziekten

0182 529059 0180 510984 0900 8844 140182 010 4733333 010 4857847 010 4537356 0888 333555 0900 8844 045 5463188

Lid worden?

Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: 06 55812250. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.

2

WAARDVOGEL | JUNI 2021


Colofon

Van de voorzitter

De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 60 verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december

Jaap Graveland

Meestal kijk ik voor dit voorwoord even terug in m’n agenda: wat is er de afgelopen tijd voorgevallen? Onze nieuwe coördinator jeugd/jongeren Kopij aanleveren Monique Wooning heeft veel goede ideeën. We bespraken die in het Vóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, 15 bestuur. Benjamin Hallie, die zelf ervaring heeft met het werken met augustus en 15 november jongeren, zal haar hierin vanuit het bestuur ondersteunen. In Even Noteren Oplage vinden jullie al de eerste activiteiten. Ook gaan we kijken of we samen met 950 exemplaren scholen de maatschappelijke stage kunnen gebruiken om jongeren in staat te stellen een bijdrage te leveren aan het werk van de NVWK én hun latere E-mail redactie Joke Colijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Immers, wie heeft laten zien maatschappelijk actief te zijn, heeft een Maria Kuijf streepje voor. Zo zijn we afgelopen jaren al aardig wat coördinatoren ‘kwijtgeraakt’ aan natuurorganisaties nvwkredactie@gmail.com zoals Sovon, FLORON, de Vlinderstichting, Vogelbescherming. De NVWK blijkt een goede kweekvijver voor ‘natuurtalenten’! Website www.nvwk.nl We willen weer een actieve jeugdwerkgroep vormen en Monique kan hulp goed gebruiken. Gaan jeugd/ www.facebook.com/denvwk/ jongeren en natuur je aan het hart, wil je je daarvoor inzetten, neem dan eens contact op met Monique. https://twitter.com/denvwk Een van de activiteiten is een waterdierenjacht. Ca. een derde van de Krimpenerwaard bestaat uit water, maar nvwk.nl we weten er relatief weinig van. Terwijl het niet goed gaat met ons water. Voor het vierde jaar op rij is er een Secretariaat & ledenadministratie blauwalgenplaag rond Berkenwoude. Blauwalgen scheiden vaak giftige stoffen af en het afsterven in de loop Frans van der Storm van de zomer veroorzaakt een vieze stank. HHSK adviseert bewoners niet meer in dat water te zwemmen, de Boschpolderstraat 14 tuin met leidingwater in plaats van slootwater te besproeien, en boeren maken zich zorgen om hun vee. De 2807 LJ Gouda explosieve toename van rivierkreeften heeft een rampzalige invloed op waterplanten, visbroed en amfibieën. info@nvwk.nl Op en rond ons erf wemelde het tot zes jaar terug van kikkers, padden en kleine watersalamanders. Die zijn Contributie per kalenderjaar allemaal weg, allemaal. Waterplanten zijn door de combinatie van kreeftenvraat en matige waterkwaliteit € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, in een vrije val geraakt, zo zelfs dat we nog nauwelijks geschikte sloten kunnen vinden om de zwarte één kind t/m 16 jaar sternvlotjes in waterplanten te leggen. In de volgende Waardvogel meer hierover. Ondanks dat Sovon meldt € 17,- voor een basislidmaatschap € 22,- voor een gezinslidmaatschap a.d.h.v. NVWK-tellingen dat de zwarte stern het niet zo slecht doet in de Krimpenerwaard, zijn de cijfers niet geheel compleet. Voormalig voorzitter Max Ossevoort bood aan om het coördinatorschap voor de Bankrekeningnummer Krimpenerwaard op zich te nemen, inclusief de gegevens van ZHL en ACK. Dat biedt straks een reëler zicht NL82 RABO 0127 2948 80 op het broedresultaat. Lid worden Het HHSK bezint zich op maatregelen. We zijn met de Waterwerkgroep aan het kijken of we als NVWK U kunt lid worden via www.nvwk.nl hier aan kunnen bijdragen, bijvoorbeeld door het inventariseren van waterdieren. Als je zelf een brede sloot of door een e-mail met uw gegevens hebt, kun je bijdragen door waterplanten die er nog zijn zoveel mogelijk te laten staan, zolang je maar drie te sturen naar info@nvwk.nl meter open water overhoudt. Dit nieuwe beleid van HHSK bestaat al jaren, onder de Op de voorpagina noemers ecokleurenkoers, maar is bij de meeste bewoners nog onbekend: https://www. Echinacea purpurea schielandendekrimpenerwaard.nl/media/documenten/2015/beleidsnota-ecologischfoto: Tony Hardenberg maaien-en-schouwen-de.pdf/view. Juist, nauwelijks te vinden op hun website, daarom hier Foto van de maand: een QR-code: Zevenstippelig lieveheersbeestje foto: Joep Vermaat Door het vaccineren neemt het aantal infecties van Covid nu snel af, en worden de maatregelen versoepeld. Hopelijk kunnen we elkaar later in het jaar weer ontmoeten. Het zorgt in ieder Overname van artikelen geval voor wat ruimere vakantiemogelijkheden. Fijne vakantie! D Overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding

Disclaimer Artikelen of uitingen van ­derden in de Waardvogel geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie of van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard weer, maar zijn voor rekening van de auteurs, de geciteerden of de bron Drukkerij Efficiënta Krimpen aan den IJssel Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,-

In dit nummer

Belangrijke gegevens 2 Van de voorzitter 3 Even Noteren 4 Fotowedstrijd 60-jarig bestaan NVWK 4 Even voorstellen: nieuwe penningmeester 5 Zevenstippelig lieveheersbeestje, foto van de maand 5 Natuurinclusief tuinieren op de voorpagina 6 Klussenbank: wie helpt mee? 8 Natuurbehoud in Krimpen 9 Alternatieve BBD gestaakt 10 Een goed jaar? Voor muizen(staartjes) 12 Excursie VRS Nebularia 13 Inventarisaties in het IHC-bos 14 Een dag uit het leven van een weidewachter 16 Jaap gekozen in Ledenraad VBN 17

Hoe belangrijk is calcium? 18 Jeugdpagina 22 Open vogelerven, Herman de Man-maand 25 Rosse metselbij 26 Natuurwetgeving 28 Vrije val steenuilen 2021 31 Zwarte sterns coördinatorschap 32 Grutto WfR-BWm uit Extremadura 34 Grutto’s terug in de Krimpenerwaard 35 HelemaalGroen pakt zwerfvuil aan 36 Ecologisch bermonderhoud door HHSK 37 Eendenleed 39 Hoera, we mogen weer! 41 Boomgaard Boveneindselaan 44 Het eksternest 45 Stikstofzaak: Nederlandse Staat terecht ter verantwoording geroepen 46 WAARDVOGEL | JUNI 2021

3


Even noteren De coronamaatregelen worden nu snel versoepeld. We houden ons aan de regels, afhankelijk van de stappen van versoepeling. Alle buitenactiviteiten zijn weer mogelijk, de mondkap mag af. De 1,5 m afstand blijft nog van kracht.

R

euzenspringbalsemien trekken in het Loetbos Vrijdag 2 en zaterdag 3 juli 2021. In samenwerking met Staatsbosbeheer organiseren we twee dagen om een aantal percelen vrij te maken van deze exoot, zodat inheemse planten en insecten weer hun plaats kunnen innemen in het Loetbos. Het is niet moeilijk of zwaar, ook jeugd kan prima een paar uurtjes meedoen. Nadere info op de site, Nieuwsbrief, social media en Kontakt. Zie ook pag. 41.

O

pen vogelerven in het kader van de Herman de Man-maand 10 juli, 10.00-16.00 uur bij Ab en Adri Bongers, Bovenberg 118, Bergambacht. De open tuinen en erven zijn opgenomen in vijf fietsroutes die de stichting Het Platteland uitzet door het zogeheten Land van Herman de Man: de vierhoek Woerden-IJsselsteinSchoonhoven-Gouda. Voor verdere info zie blz. 25.

O

pen vogelerven in het kader van de Herman de Man-maand 11 juli, 10.00-16.00 uur bij Jaap Graveland, Westeinde 37, Berkenwoude. Voor verdere info zie blz. 25.

I

nventarisatieavond planten Donderdag 15 juli, 18.30 uur. Jaap Oosterom inventariseert elke twee weken een gebied. We brengen per kilometerhok zo veel mogelijk plantensoorten op naam. We kiezen steeds een kilometerhok uit waar nog weinig plantensoorten geïnventariseerd zijn en waar dus nog veel te ontdekken valt. Hierdoor krijgen we steeds meer een beeld van de verspreiding van wilde planten. Voor de inventarisaties graag van tevoren opgeven. Bij opgave hoor je waar de inventarisatie plaatsvindt. Info: Jaap Oosterom, planten@nvwk.nl, tel. XX XXXXXXXX.

O

pen vogelerven in het kader van de Herman de Man-maand Op 17 en 18 juli van 10.00 tot 16.00 uur bij Herman Groothuis, Oost-Vlisterdijk 42 Vlist. Er zijn op beide data theatervoorstellingen op de deel. Voor verdere info zie blz. 25.

vertelvoorstellingen Stoombootje in de mist. Tijden komen t.z.t. op onze site. Voor verdere info zie blz. 25.

I

nventarisatieavond planten, zie 15 juli Donderdag 5 augustus, 18.30 uur. Graag van tevoren opgeven. Bij opgave hoor je waar de inventarisatie plaatsvindt. Contact: Jaap Oosterom, planten@nvwk.nl, tel. XX XXXXXXXX.

E

conomische waarde IHC-bos meten Vrijdag 13 en zaterdag 14 augustus 2021. Ook prima geschikt voor jeugdige natuurbeschermers! Zie verder pag. 14 en 22.

I

nventarisatieavond planten, zie 15 juli Donderdag 19 augustus, 18.30 u. Graag van tevoren opgeven. Bij opgave hoor je waar de inventarisatie plaatsvindt. Contact: Jaap Oosterom, planten@nvwk.nl, tel. XX XXXXXXXX.

I

nventarisatieavond planten Donderdag 2 september, 18.30 uur. Graag van tevoren opgeven. Bij opgave hoor je waar de inventarisatie plaatsvindt. Contact: Jaap Oosterom, planten@nvwk.nl, tel. XX XXXXXXXX.

N

ationale Nachtvlindernacht Dit evenement is in het eerste weekend van september. Wij plannen een activiteit in het IHC-bos op 3 of 4 september. Volg de berichten op de site en de Nieuwsbrieven.

I

nventarisatieavond planten Donderdag 16 september, 18.30 uur. Graag van tevoren opgeven. Bij opgave hoor je waar de inventarisatie plaatsvindt. Contact: Jaap Oosterom, planten@nvwk.nl, tel. XX XXXXXXXX.

E

xcursie ringstation Westenschouwen, Zeeland Op 9 en 10 oktober zijn er excursies naar het Vogelringstation (VRS) Nebularia. Verleden jaar gingen de excursies niet door i.v.m. de coronaregels. Mensen die zich verleden jaar aangemeld hebben krijgen voorrang. Heeft u interesse? Meld u aan via een mailtje naar Cor Oskam: cga.oskam@gmail.com. De excursie is van 09.00 tot 12.00 uur. Maximaal acht mensen per ochtend. Zie verder pagina 13.

O

pen vogelerven in het kader van de Herman de Man-maand 24 juli en 25 juli, 10.00-16.00 uur Greethje van Royen en Jaap van der Laan, Zuidbroek 138, Bergambacht. Voor verdere info zie blz. 25.

I

nventarisatieavond planten, zie 15 juli Donderdag 29 juli, 18.30 uur. Graag van tevoren opgeven. Bij opgave hoor je waar de inventarisatie plaatsvindt. Contact: Jaap Oosterom, planten@nvwk.nl, tel. XX XXXXXXXX.

O

pen vogelerven in het kader van de Herman de Man-maand 31 juli van 10.00 tot 16.00 uur bij Elize Rehorst-Anker van de Lekbongerd, Lekdijk West 85, Schoonhoven. Er zijn ‘s middags

4

WAARDVOGEL | JUNI 2021

F

otowedstrijd 60-jarig bestaan NVWK Omdat we ons jubileumjaar 2021 niet konden vieren vanwege corona, schuiven we de festiviteiten door naar 2022. Fotograferen en buitenactiviteiten kunnen wel: daarom bedachten we dit jaar een fotowedstrijd met als onderwerp: de invloed van corona op de natuur. Denk aan herwaarderen van natuur dichtbij, drukte in recreatiegebieden, schone luchten, steeds meer vogelaars, afstand houden. Kortom: onderwerpen genoeg! Stuur je foto’s naar de redactie, zoveel als je wilt. Expositie en prijsuitreiking volgen in 2022!


Even voorstellen Nieuwe penningmeester Marco Steenwinkel Mijn naam is Marco Steenwinkel en ik woon samen met mijn partner in het centrum van Gouda. Regelmatig lopen we de polder in voor een wandeling door het Veerstalblok en via ‘t Beijerse en de provincialeweg terug naar Gouda, of we lopen langs het Middelblok en via Gouderak terug. Onderweg speurend naar de vele vogels die we hier tegenkomen en soms een praatje makend met de schapen en de koeien; in ieder geval altijd genietend van het mooie polderlandschap zo vlakbij huis. De natuur is een grote passie van mij en reizen worden dan ook vaak afgestemd op interessante (natuur)bestemmingen. D

T

oen we in december de Waardvogel zagen liggen bij een vriend en ook hoorden dat de NVWK een zeer actieve vereniging is met

nieuwe penningmeester te worden op de ledenvergadering.

I

n het dagelijks leven ben ik zelfstandig accountant en veel bezig met administraties in het midden- en kleinbedrijf. Ook heb ik meer dan tien jaar les gegeven in het vak boekhouden aan de Haagse Hogeschool. Op basis van die ervaringen heb ik verschillende boeken over boekhouden geschreven, waaronder Boekhouden voor Dummies. Met die achtergrond zal mijn bijdrage aan het bestuur vooral administratieve ondersteuning zijn, omdat ik nog geen beleidsmatige ervaring heb bij natuurbescherming.

D

een grote inzet voor natuurbescherming werden we gelijk lid. In diezelfde Waardvogel stond bovendien de oproep voor de functie van penningmeester, waarvoor ik eens heb gebeld met de voorzitter. Dat leidde tot een leuke kennismaking met secretaris Frans en penningmeester Jan en al bij de volgende zoombestuursvergadering ben ik aangesloten en heeft het bestuur me voorgedragen om de

e Krimpenerwaard beperkte zich voor mij vooral tot bovengenoemde gebieden, maar na de ledenvergaderingen ben ik gelijk al wat meer gaan rondkijken in het gebied, aangestoken door het enthousiasme van de NVWK. Een wandeling van het Stormpoldervloedbos naar de Zaag, heen en weer van de IJssel naar de Lek via het paddenpad en een toertje langs de Lek. Een prachtig en divers gebied en dan heb ik het meeste waarschijnlijk nog niet gezien. Kortom, ik ben erg enthousiast over mijn rol binnen de NVWK en in de komende jaren hoop ik een zinvolle bijdrage aan de vereniging te kunnen bieden en vooral ook veel ervaring op te doen bij het beschermen van de natuur. Zonder verenigingen als de NVWK en inzet van de leden dreigt immers veel te veel natuur verloren te gaan. D

Zevenstippelig lieveheersbeestje foto van de maand

Iedereen is altijd wat vertederd wanneer hij een lieveheersbeestje ziet. Misschien daarom wordt hij gezien als brenger van geluk en is hij een symbool tegen zinloos geweld. Als volwassen kever, maar ook als larve maakt hij jacht op voornamelijk bladluizen en is hierdoor geliefd bij tuinders. De kever wordt inmiddels wereldwijd als biologisch bestrijdingsmiddel ingezet in kassen en boomgaarden om bladluizen te bestrijden.

L

ieveheersbeestjes houden een winterslaap als kever. Hij trekt zich terug in kieren en spleten en kunnen in de winter massaal in huizen worden aangetroffen. Wat betreft leefomgeving is het zevenstippelig lieveheersbeestje niet veeleisend. Overal waar bladluizen te vinden zijn, kun je het zevenstippelig lieveheersbeestje aantreffen. Er zijn overigens ook gele lieveheersbeestjes met zwarte stippen en zwarte met rode stippen. Het zevenstippelig lieveheersbeestje komt voor in grote delen van Europa en in delen van Azië. Het zevenstippelig lieveheersbeestje is groter dan de meeste andere soorten lieveheersbeestjes. Joep Vermaat fotografeerde dit lieflijke kevertje dat direct te herkennen is aan de helderrode dekschilden met altijd zeven zwarte stippen. Het aantal stippen heeft bij lieveheersbeestjes dus niets met de leeftijd te maken. Bron: wikipedia.nl. D WAARDVOGEL | JUNI 2021

5


Natuurinclusief tuinieren (3) op de voorpagina Maria Kuijf Op mijn telefoon verschijnen steeds berichten over milieuvriendelijk tuinieren. Verschijnen er werkelijk zoveel artikelen over of komt het door het algoritme waar Lubach het over had? In een van die berichten las ik de zin: “We moeten af van het netheidssyndroom”. Dat spreekt me aan, maar er ontstaan ook vragen. Hoe ‘wilder’ een tuin, hoe beter het is voor de biodiversiteit, maar over het algemeen wil men niet dat de tuin in een verwilderde toestand is. Wat vind je dan nog acceptabel? Dat is voor iedereen verschillend. In dit artikel lees je een paar ideeën om toch dat netheidsideaal enigszins los te durven laten. D Grasveld versus gazon Vandaag zag ik het weer; een leuke berm vol met madeliefjes en kruipende boterbloem, dat driftig gemaaid werd door de bewoner aan de andere kant van de sloot. Het vrolijk bespikkelde gras maakte plaats voor een effen groen veldje. Waarom vinden mensen dat mooi? Of is het nog omdat men denkt dat het anders niet ‘netjes’ is?

Gedeeltelijk gemaaide boomgaard langs de Vlist. Dit kan ook toegepast worden op een kleiner grasveld :-). Foto: Maria Kuijf

Er gaan steeds meer stemmen op om je gazon minder te maaien. De Bijenstichting riep op om in mei het gazon niet te maaien,zodat de bloemen voor insecten langer beschikbaar blijven. Het is ook een idee om je gazon voor een gedeelte minder te maaien. Je kunt een strook of een ring laten groeien en het gras erom heen kort houden. In de Tuinjungle beschrijft Dave Goulson hoe je het beste een gazon kunt omvormen tot een grasveld vol bloemen. Hommels, vlinders, kevers en zweefvliegen zullen je dankbaar zijn.

zijn een goed voorbeeld hiervan. Een orchidee groeit alleen maar daar waar bepaalde schimmels in de grond aanwezig zijn. Er leven duizenden soorten schimmels, bacteriën en kleine beestjes die de bodem gezond houden. In goede bodem is er een evenwicht tussen de planten, bacteriën, schimmels en tal van andere organismen. Bacteriën en schimmels bemesten de bodem door plantenresten om te vormen tot humus. Er zijn insecten die hun eieren in de grond leggen, zoals de mooie meikever. Poppen van vlinders kunnen zich in de bodem bevinden. Daarom is het belangrijk om de grond zoveel mogelijk met rust te laten. Al het gewroet in de grond verstoort het evenwicht tussen organismen. Wanneer je in de grond spit, kun je nesten of eitjes van insecten stuk maken. Uiteraard mag je wel eens wat poten of verpoten, maar het is niet goed om de grond om te spitten of schoffelen. Wanneer je de grond bedekt houdt met planten of plantenresten, is schoffelen niet nodig. ‘Ongedierte?’ Heb je last van ongedierte? Worden je planten opgegeten door rupsen, slakken, luizen of een ander onbekend insect? Verschijnen er tussen je tegels allemaal hoopjes zand, veroorzaakt door mieren of zandbijen? Bedenk dan dat al deze dieren voedsel zijn voor andere dieren. Het is een teken van een biodiverse tuin! Bladluizen worden gegeten door lieveheersbeestjes. Mieren hebben een ingewikkelde relatie met bladluizen en mieren worden zelf weer gegeten door vogels. Bestrijd je slakken dan bestrijd je ook egels en lijsters. En is het nu zo erg dat een plant wordt opgegeten? Een biodiverse tuin wemelt van het leven. Die gonzende insecten en fladderende vlinders zijn een paar slap hangende planten wel waard.

“Wist je dat je door niets in je tuin te doen een grote bijdrage kunt leveren aan onze natuur? Alle gazons van de tuinen in Nederland zijn gelijk aan de oppervlakte van 11.000 voetbalvelden. Doe mee aan Maai Mei Niet en maai de hele maand mei (een deel van) je gazon niet of minder. Zo leg je een rijkelijk buffet aan voor belangrijke beestjes zoals bijen, kevers, vlinders en hommels. Door je gras maar om de vier weken te maaien, kun je tot tien keer meer bijen aantrekken.” Bron: de Bijenstichting

Laat de bodem zoveel mogelijk met rust De grond is de basis van al het leven. Zaad valt in de grond, ontkiemt en neemt voedsel op uit de bodem en de plant ontwikkelt zich verder. Vaak is er een samenwerking tussen de wortels en schimmels of bacteriën om de benodigde voedingsstoffen op te nemen. Orchideeën 6

WAARDVOGEL | JUNI 2021

Een huisjesslak lijkt een goede landingsplaats voor een lieveheersbeestje. Foto: Dinand Melenboer (8 jaar)


I

nsectenhotels Er zijn steeds minder plekken waar bijen en andere insecten kunnen overwinteren, schuilen of eitjes leggen. Het is leuk en nuttig om een insectenhotel te exploiteren. Er zijn insectenhotels in allerlei soorten en maten te koop. Hang het insectenhotel op een zonnige plaats, maar in de schaduw kan ook. Als het kan in de luwte tegen regen en wind. De hoogte maakt niet veel uit. Voor kinderen is het handig als het hotel niet te hoog hangt. Binnen de kortste keren wemelt het van de metselbijen en andere soorten insecten. Je kunt ook goed zelf een insectenhotel bouwen. Leuk om met kinderen te doen. Kijk op natuurmonumenten.nl/kinderen/zo-maak-je-eeninsectenhotel.

S

tenen uit de tuin Verwijder zo veel mogelijk tegels uit de tuin. Alle kleine beetjes helpen. Als eerste heb je dan geen last meer van onkruid en mieren tussen de tegels :-). Maar wat doe je dan met de tegels? Wanneer je niet naar het afvalstation wil rijden, kun je ze hergebruiken in de tuin. Wij hadden een donkere, natte hoek achter in de tuin. Daar hebben we de verwijderde tegels opgestapeld met daarboven weer aarde en een muurtje eromheen van de tegels uit de tuin. Het resultaat is verbluffend. Doordat de planten nu hoger staan, lijkt de schutting lager en valt er veel meer licht in de hoek. Door de verhoging krijg je een soort terraswerking. Een plantenpot in de verste hoek, vervolgens beplanting in de bak en daarvoor kunnen weer potten staan.

N

og een paar tips voor een natuurinclusieve tuin -Plant veel verschillende soorten bloemen en planten door elkaar. -Ruim niet te netjes op, laat wat takken en bladeren in een hoekje liggen. -Doe het licht uit in je tuin of op je balkon of gebruik lampen die aanspringen bij beweging. ‘s Nachts je tuin verlichten verstoort namelijk het ritme van dieren zoals vogels, vleermuizen en nachtvlinders. -Maak van al je tuinafval een composthoop: de compost kun je gebruiken om je tuin te bemesten en de hoop zelf is een mooi thuis voor bijvoorbeeld egels en hommels. Tips op www.milieucentraal.nl. Echinacea purpurea Echinacea purpurea, de rode zonnehoed, is een mooie tuinplant. Vroeger werd Echinacea purpurea ingedeeld bij de Rudbeckia’s. De donkerroze bloemen van Echinacea purpurea met het donkere oranjebruine centrum verschijnen in de periode juliaugustus en de bloei kan aanhouden tot in september en oktober. Echinacea purpurea staat het liefst op een zonnige standplaats, al kan de plant in lichte schaduw ook groeien. Droogte wordt door Echinacea purpurea goed verdragen. Echinacea purpurea is goed te combineren met allerlei andere vaste planten zoals Geranium (ooievaarsbek), Lythrum (kattenstaart), Nepeta (kattenkruid), Salvia nemerosa (salie), Sedum telephium (herfstsleutel). Hoewel de rode zonnehoed afkomstig is uit Noord-Amerika, dus in feite een exoot is, is het een goede insectenplant. Aan een aantal Echinacea-soorten worden medicinale eigenschappen toegeschreven. Fytotherapeutische bereidingen van de bovengrondse delen van deze plant worden in verband gebracht met immuunversterking (bijvoorbeeld bij griep) en infecties van de bovenste luchtwegen, zoals verkoudheid. Onderzoek uit 2011 toont geen significant verschil tussen Echinacea en een placebo. De conclusie van het onderzoek is dat Echinacea geen wezenlijke invloed heeft op het verloop van verkoudheid. Maar een eerdere meta-analyse uit 2007 concludeerde dat Echinacea de duur van een verkoudheid met gemiddeld 1,4 dagen vermindert. Het middel Echinaforce is het bekendste voorbeeld van een uit Echinacea purpurea bereid middel, wat weerstandverhogend zou zijn. Bronnen: https://appeltern.nl/; Wikipedia

De nieuw ingerichte hoek in onze tuin. Doordat de planten hoger staan, vangen ze meer licht. Foto: Maria Kuijf

In een grotere tuin, die afloopt, kun je van de stenen een muur maken. Of breek de tegels, gooi ze op een hoop en vorm er een rotstuin van.

Muurtje van stenen en daarop gebroken stenen om een rotstuin te creëren. Foto: Jaap Graveland

Echinacea purpurea, gecombineerd met verbena bonariensis (stijf ijzerhard) en grassen. Foto: Jaap Graveland

WAARDVOGEL | JUNI 2021

7


Klussenbank: wie helpt mee?

De NVWK krijgt het steeds drukker. Dat is prachtig, want in de praktijk betekent het dat we als vrijwilligersvereniging meepraten bij de grote projecten die worden uitgevoerd in de Krimpenerwaard en daar het natuurbelang kunnen inbrengen, maar ook dat we uit eigen initiatief met projecten kunnen aankloppen bij de beide gemeenten, waterschap en provincie. Helaas schieten daardoor bepaalde klussen erbij in en hebben we voor de projecten extra handen nodig. Daarom hebben we een klussenbank opgericht; er staan ook klussen op de site onder Actueel. Vaak gaat het om kortlopende taken, soms komt een klus op herhaling. Wie helpt mee? D

Versterking voor de jeugdwerkgroep

Met Monique Wooning hebben we een super-enthousiaste coördinator gevonden die met frissen ideeën onze jeugdwerkgroep nieuw leven wil inblazen. Ze onderhoudt contact met de diverse werkgroepen en is creatief in het bedenken van activiteiten. Goed geregeld zul je denken. Toch zou ze blij zijn met versterking, en dat met name voor het uitvoerende

deel. Ze heeft een drukke baan, en omdat bijna alle jeugdactiveiten in het weekend vallen, komt ze in de knoop met haar andere verplichtingen die ook in haar vrije tijd geperst moeten worden. Ze zou heel graag samenwerken met iemand (of meer) die de jeugd bij een reeds afgesproken activiteit wil begeleiden. Dit is vooral belangrijk als ze er zelf niet bij kan zijn. Vind je werken met kinderen leuk? En kun je af en toe in je weekend een paar uur vrijmaken? Dan ben jij haar nieuwe maatje! Bel of mail met Monique, zie pagina 2.

Ben je weg van vlinders en libellen?

Dat komt goed uit, want de coördinator van de werkgroep vlinders en libellen stopt en gaat haar energie in andere zaken steken. Het is geen zware taak, je bepaalt zelf hoeveel tijd je ervoor reserveert. Er zijn jaarlijkse tellingen zoals in de Idylle, en voor de argusvlinder, en voor de groene glazenmaker. Die tel je natuurlijk niet allemaal zelf, maar je benadert de vaste tellers. Als je leuke ideeën hebt voor excursies of lezingen krijg je alle ruimte. Het Graslandvlinderplan zorgt voor nieuwe habitats en sommige verdwenen soorten zien we langzaam terugkeren, andere kunnen steun goed gebruiken. Kortom: het is echt een motiverende mooi-weer functie waarin je iets voor deze soortgroepen kunt betekenen! Interesse? Bel of mail Jaap Graveland, zie pag. 2.

Tel je eigen dorpsvogels

Deed je mee met de Nationale Tuinvogeltelling? Dan is dit ook iets voor jou. Door driemaal in het voorjaar vogels op een bepaalde plek in je eigen bebouwde kom te tellen, wordt duidelijk of onze beide gemeenten slagen in hun voornemen om de goede maatregelen te nemen die de kernen beter leefbaar maken voor vogels. De NVWK maakt er een speerpunt van om ook in onze bebouwde kommen natuurinclusief te (laten) bouwen en renoveren en het groenbeleid daarop af te stemmen op. Want steeds meer vogels verdwijnen uit de bebouwde kom en het wordt zo een dooie boel. Daarom tellen overal in het land mensen al stadsvogels voor het Meetnet Urbane Soorten, MUS - doe ook mee! Kleine moeite, die belangrijke informatie over je eigen leefomgeving oplevert om waar nodig bij te kunnen sturen. Lees ook het artikel hiernaast! Bel of mail Jaap Graveland of Mariella van Gemeren, zie pag. 2. 8

WAARDVOGEL | JUNI 2021

Bomen tellen en opmeten

Er gaat eindelijk een nieuwe wind waaien: natuur krijgt een economische waarde! Zo besloten onlangs de V ­erenigde Naties. Dat gedachtengoed gaan wij ­omzetten in daden. We gaan eenmalig de bomen in het IHCbos i­ nventariseren en opmeten en invoeren in het programma i-Tree, zie pagina 16 van het aprilnummer. Zo krijgt het bos naast de geïnventariseerde natuurwaarden, ook een waarde in euro’s voor CO2 reductie, reguleren van water, energiebesparing, afvang fijnstoffen, als giga-insectenhotel, speelparadijs enz. De data worden 13 en 14 augustus as. Op vrijdag gaan we plots uitzetten, op zaterdag meten. Het opmeten is ook heel geschikt voor jeugd! Wil je meedoen? Stuur een e-mail, we zoeken nog mensen! Joke Colijn, gegevens pag. 2.

Bouw mee aan ons feestje!

We bestaan dit jaar 60 jaar en wilden dat groots vieren. Corona gooide ook bij ons roet in het eten maar er gloort licht aan het einde van de tunnel! We schuiven het feest een jaartje door, we gaan ervan uit dat het in 2022 wel mogelijk is en zoeken hulp! Wij denken met veel plezier terug aan de feestelijkheden rond ons 50-jarig bestaan, maar misschien heb je veel betere ideeën! Kom maar op, verras ons en ­samen maken we er een ­onvergetelijk jaar van. Er is een budget, er is al ­iemand die dit ook een leuke klus lijkt en alles ligt nog open. Wil je ­sparren? Krijg je ook zo’n zin om weer eens iets leuks te doen met andere mensen? Bel Frans of Benjamin voor informatie, zie pag. 2.

Coördinator voor Prachtlint

Prachtlint is een initiatief dat is komen overvaren uit de Alblasserwaard. Prachtlint is een samenwerkingsverband van overheden, maatschappelijke organisaties en burgers die de inrichting en het beheer in hun areaal aan bermen, taluds en ander groen in hun werkgebieden willen vergroenen. Er zijn ook in de Krimpenerwaard al diverse organisaties die zich hieraan comfirmeren, de gemeente Krimpenerwaard als eerste. Lees ook pagina 34. Er is al een projectteam en de organisatie is al opgetuigd. Je zet samen stappen, en jij kunt daarin de voeten-aan-de-grond in de Krimpenerwaard zijn. En het tij is gunstig: alle organisaties moeten groene stappen zetten, er is niemand meer die niet weet hoe belangrijk biodiversiteit is. Alleen een beetje duwen en porren hier en daar is nog nodig. Ben jij die inspirator die mensen in beweging krijgt? Informatie over deze superleuke klus bij Jaap Graveland, zie pagina 2.


Natuurbehoud in Krimpen Wat kunnen we zelf doen in onze woonwijk? Mariella van Gemeren, werkgroep Ruimtelijke Ordening We lezen zeer regelmatig dat het niet goed gaat met de natuur in Nederland en in de wereld. Klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, massale bomenkap, stikstofdekens, droogte etc. etc. Het kan je soms overvallen. Het maakt ook moedeloos, want wat kan je er als individu aan doen? Ik heb een periode gehad dat ik mij enorm druk en boos maakte over deze onderwerpen en het werkte verlammend. Tot ik besefte dat de natuur ook in mijn eigen straat is, mijn woonwijk weerspiegelt de wereld in het klein. Je kan als mens niet de hele wereld veranderen, maar wel een kleine bijdrage leveren in je eigen leefomgeving. En als lid van een natuurvereniging zoals de NVWK doen we in groepsverband nog meer. D

I

k woon zelf in Krimpen aan den IJssel. Krimpen is grotendeels op veen gebouwd. Dit betekent dat de bodem verzakt. En dus wordt er eens in de 15 à 20 jaar flink opgehoogd. Daarbij gaat dan de hele groenstructuur in je wijk op de schop. Een enorm verlies aan bomen, bloemrijke grasvelden, heesters en andere groene structuren. De tuinen hogen mee op, dus ook je eigen tuin neem je onderhanden om niet in een put te belanden. En het gaat al zo slecht met de natuur…. Een diepe zucht. Weer dat gevoel, wat kan ik doen? Nou, in ieder geval naar de voorlichtingsavond: wat zijn de plannen van de gemeente? Moeten al die bomen echt weg? Het gesprek aangaan. Vragen om alternatieven. Moet die leiding echt op die plek van die boom komen? Al met al een moeizaam proces. Want de ingenieurs kijken vooral naar het leidingwerk en de bestrating. Het groen, daar hebben ze niet voor doorgeleerd. Maar door uit te leggen waarom de bomen net zo belangrijk zijn als een goed leidingwerk, en niet op te geven bij het eerste gesprek, kun je ambtenaren en ingenieurs ervan doordringen, dat we met elkaar ons best moeten doen voor groenbehoud. In deze gesprekken, die ik voerde met de ambtenaren voelde ik ook weerstand bij deze ambtenaren. Ook hier voelde ik mij moedeloos worden. Waarom snappen die ambtenaren niet dat het belangrijk is? En dan helpt het enorm om aansluiting te zoeken bij clubs die het ook belangrijk vinden dat we zuinig op ons groen moeten zijn. Want het roer moet om in Nederland en dat moet bij heel veel mensen nog landen. Ze vinden het wel belangrijk, maar zien niet in dat zij zelf een schakel vormen en dus ook moeten veranderen. Om goed beslagen ten ijs te komen, en niet alleen boos met een ambtenaar te praten, hebben we hoopgevende initiatieven nodig. Maak de natuur leuk en aansprekend, kom met goede voorbeelden, maak het concreet.

E

n zo kwam ik bij MUS terecht. Meetnet Urbane Soorten. Je telt drie keer per jaar vogels op vaste telpunten gewoon in de bebouwde kom. Het kost je misschien zes uur per jaar. Het kan heel handig met een app. Alles wordt georganiseerd en gecoördineerd door Sovon, de organisatie die zich in Nederland met vogeltellingen en vogelonderzoek bezighoudt. En ze organiseren ook gratis online vogelcursussen. Heel leuk om zo je vogelkennis uit te breiden. Met deze tellingen in je eigen wijk, kan je ook aantonen welke gebieden soortenrijk of soortenarm zijn, en of het in de loop der tijd beter of slechter gaat. Wil je een echte live cursus? Dan kan je bij de NVWK terecht. Hoewel het met corona het afgelopen jaar helaas niet live kon doorgaan, maar er gloort hoop.

aan het vergroenen van de eigen leefomgeving. Inmiddels is dit initiatief ook uitgebreid naar de Krimpenerwaard. Ingezaaide bermen (met inheemse zadenmengsels waar insecten van en in kunnen leven) zorgen voor verbinding van het ene gebied met het andere. Waar het goed gaat met insecten, hebben vogels meer voedsel (zie ook oude nieuwsberichten op www.nvwk.nl en www.prachtlint.nl).

N

og een mooi initiatief: Groene Cirkels. Bedrijven die zich samen verenigen om duurzaam te ondernemen. Eén van de activiteiten is het ‘bijenlandschap’ dat onder deze club is opgericht: https:// www.groenecirkels.nl/bijenlandschap. Hierin komen bedrijven, kennisinstituten en natuurbeschermers samen om kennis te delen en activiteiten te ontplooien om de insectenstand te verbeteren. Op de website kun je veel informatie vinden over wilde bijen, hommels en zweefvliegen. Tevens kun je leren welke planten belangrijk zijn voor deze soorten. Dit kan je toepassen in je eigen tuin of balkon maar ook in gesprekken met een ambtenaar helpt deze kennis.

N

u weer terug naar mijn wijk, waar de ophoging en bomenkap inmiddels in volle gang zijn. Wat voor impact heeft dit op de vogels in de wijk? Denk bijvoorbeeld aan de huismus. Die leeft in de dakgoten en heeft groenblijvende planten zoals klimop, hulst of laurierkers nodig. Wat gebeurt er met de populatie als al dat groen ineens weg is? Om dit te kunnen onderzoeken, hebben we observaties nodig. En dat is precies wat we gaan doen: monitoren van stadsvogels. Meten is weten. Tellen hoe het met de natuur is in de wijk, vóór, tijdens en ná de ophoging. Ik kan dat natuurlijk niet in mijn eentje. En daarom wil ik je bij deze vragen: wil je met me meedoen? Laten we samen zorgen voor onze natuur in onze leefomgeving en de ambtenaren ervan overtuigen dat het beter kan en moet! Ben je geïnteresseerd? Mail me of stuur een WhatsAppbericht. Mijn contactgegevens: zie pag. 2. D

D

aarnaast zijn er verschillende initiatieven in Nederland die zich inzetten voor verbetering van de insectenstand. Zo maakt de NVWK zich hard voor het initiatief Prachtlint. Dit is een initiatief uit de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden waarin mensen kunnen bijdragen WAARDVOGEL | JUNI 2021

9


Alternatieve BBD gestaakt vanwege een Amerikaanse dwaalgast Tekst en foto’s: Coen van Nieuwamerongen In verband met corona ging de officiële Big Birding Day niet door, dus besloten Herman, Jaap, Quinten en ondergetekende zelf een Big Day te houden in de Krimpenerwaard. Officieel of niet, we hadden een prachtige voorjaarsdag voor de boeg. D

W

anneer we het hebben over een Big Birding Day hebben we het natuurlijk over vroeg op gaan. Zo ging de wekker op Koningsdag ook weer veel te vroeg en verzamelden zich om 04.45 uur vier fanatiekelingen op de parkeerplaats bij het Loetbos. De allereerste soort was gelijk een mooie bonus. Vanaf de parkeerplaats klonk de heldere en harde zang van een nachtegaal, direct gevolgd door een zingende bosuil. Het was begonnen! Doordat we een kwartier eerder dan normaal van start waren gegaan, gaven we onszelf net iets meer tijd om andere uilensoorten op de lijst te krijgen. We zetten koers richting de Achterbroek waar ik pas een zingende ransuil had waargenomen. Ook deze was volop aan het zingen bij aankomst. Naast een zingende ransuil noteerden we ook een blauwborst. Daarvan volgden er in de loop van de dag nog vier. Het zou snel licht worden, dus lang blijven stilstaan zat er niet in. We reden door naar een locatie van de kerkuil. De afgelopen tijd gaf deze niet thuis, maar met een klein vonkje hoop gingen we toch kijken. En geloof het of niet, hij liet zich prachtig zien in het licht van de zaklamp. Dat was nog eens mazzel. We waren pas een kwartier onderweg en we hadden al drie soorten uilen gezien.

W

e zetten koers in de richting van de Kwakels waar we onder andere soorten als roerdomp, waterral en snor konden schrijven. We liepen door het tunneltje onder de provincialeweg en zo kwamen we bij de Okkerse Kade. Daar zong zachtjes, maar overduidelijk een sprinkhaanzanger en hoorden we later op de dag onze tweede nachtegaal. Omdat het toch zo op rolletjes liep, hadden we even tijd voor een korte pauze, voordat we onze weg vervolgden naar de Berkenwoudse Driehoek. We waren niet de enigen. Overal om ons heen zongen en vlogen vogels. Wat genoten we! We scoorden soorten als grasmus, tuinfluiter en rietzanger. Met de telescoop keken we uit over de plasdrasgebiedjes die deze polder te bieden heeft. Steltlopers als bosruiter, kemphaan, regenwulp en groenpootruiter ontkwamen niet aan onze scherpe blik. Andere soorten die we konden waarnemen waren ooievaar,

Compilatie van foto’s van mannetje grauwe kiekendief; wat een prachtige verrassing 10

WAARDVOGEL | JUNI 2021

groene specht, slechtvalk, kolgans, watersnip en Cetti’s zanger. Lang in het gebied blijven was geen optie vandaag, want we hadden een vol programma.

P

older De Nesse bood ons drie soorten zwaluwen, een vroege braamsluiper, kramsvogels en ringmussen. Bij de oude molen in deze polder verbleef al een week een kleine zwaan. Normaal gesproken zit deze soort eind april al in het broedgebied, maar deze zocht zijn heil tussen de knobbelzwanen. Aan het kleed te zien ging het om een onvolwassen vogel van twee jaar oud. Het plasje was ook goed voor twee pijlstaarten. Eerdere jaren lukte het ons nooit om deze soort in mei te zien op een Big Birding Day. Het was eb, dus maakten we de keuze om langs de IJssel de slikrandjes te checken op eventuele steltlopers. Het leverde ons alleen een oeverloper en twee kluten op. Maar niet getreurd, want langs de dijk zaten ook soorten als huismus en Turkse tortel. Elk soort telde op een dag als deze! Even voorbij Gouderak vingen we een glimp op van een zwarte roodstaart. We zetten koers naar het Doove Gat.

I

n het Doove Gat aangekomen, bleek het bijzonder rustig qua soorten. De enige drie soorten die aan de lijst konden worden toegevoegd waren gele kwikstaart, wulp en kleine plevier. Inmiddels was het negen uur geweest en werd het tijd om richting de Lek te rijden. Het plan was om via de Vlisterdijk te rijden in de hoop op een vroege grauwe vliegenvanger, maar dit viel al snel in duigen doordat er een overvliegende reuzenstern werd gemeld. Met een beetje geluk konden we deze fantastische soort oppakken tussen Stolwijk en Bergambacht. Helaas nam de stern een andere route en kon deze niet worden genoteerd. De route via Stolwijk leverde ons wel een mannetje beflijster op. e besloten om door te rijden naar het Helofytenfilter in polder Den Hoek. Daar aangekomen kwamen er precies 5 steltkluten aangevlogen en landden voor ons in een van de vele bakken. Dat was een mooie goedmaker. Er ontstond steeds

W

Een ijsvogeltje scheerde voorbij op de Hoekse Sluis


Boompieper zat aan de grond maar werd gesnapt in een boom

De grijze junco was de reden om de BBD niet helemaal af te maken

meer thermiek in de lucht en de wind was gunstig voor eventuele roofvogeltrek. Konden we dan niet beter even op de Bakkerswaal in Krimpen aan de Lek gaan staan? Dat bleek ons gouden half uurtje te worden. Onder het genot van een kopje koffie en een lekkere koek kwam een prachtig mannetje grauwe kiekendief overgevlogen. Totaal onverwachts en wat een bonussoort! Al snel daarna volgden een rode en zwarte wouw. Dat was nog eens mazzel! Op de plas in de Bakkerswaal deed een dodaars ijverig een poging tot het vangen van een visje, terwijl er boven in de lucht twee zwartkopmeeuwen onze aandacht vroegen. In het riet zongen drie kleine karekieten. Eerder vandaag konden we deze soort niet vinden. Het was pas 10 uur en nu al stond de teller op 100 soorten! Dat hadden we niet zien aankomen.

zijn eigen naam te roepen. De koekoek was goed voor een evenaring van het eerdere gehaalde Big Birding Day-record van 114 soorten gehaald door het team van Harm, Erik, Johannes en Cor in 2019. Soorten als grote mantelmeeuw, Pontische meeuw en paapje ontbraken nog aan onze lijst. De Stormpolder bracht geen nieuwe soorten op de lijst. Daarom besloten we richting de Hem in Schoonhoven te rijden om de hierboven genoemde meeuwensoorten op de lijst te krijgen. En dat lukte ons! Nog even naar het Doove Gat in de hoop op paapje, zomertaling, zwarte ruiter en zwarte stern te zien. Alleen de laatste soort zagen we. Het was inmiddels 15.30 uur.

W

e besloten verder de dijk af te rijden in de richting van Bergambacht. Op telpost de Hoekse Sluis flitste een ijsvogeltje voorbij. Ook zagen we daar onze tweede smelleken van die dag. Voor de tweede keer deze dag stopten we bij de Kwakels. Groenling en boompieper konden worden genoteerd. Boompiepers zien we in de Krimpenerwaard zelden aan de grond, maar deze twee scharrelden rustig op enkele meters voor ons tussen de bladeren. We begonnen ons inmiddels wel zorgen te maken. Het liep tegen 13.00 uur en we hadden nog steeds geen koekoek, boomkruiper en zomertaling. Dus reden we weer naar het Loetbos. Het duurde niet lang of boomkruiper werd aan de lijst toegevoegd. Het rondje Loetbos om 13.00 uur zorgde er voor dat we onze enige havik die dag tegenkwamen. Waar het al niet goed voor is. Afijn, nog steeds geen koekoek. Er zat niets anders op dan doorrijden naar het Krimpenerhout. Daar verraadde deze soort zich door gewoonweg

J

e zult misschien denken, waarom nu deze titel boven het verslag. Vanaf elf uur werd in Friesland in het plaatsje Koudum een grijze junco gezien. Dit was pas de vierde keer dat deze soort in Nederland werd waargenomen. De soort komt voor in Amerika en was dus flink verdwaald. Maar ja, een Big Day onderbreken was ook zo wat. Toen om 15.30 uur de teller op 117 soorten stond, besloten we het toch naar Friesland te rijden. En ik moet eerlijk zeggen dat de soort het waard was! Hij liet zich prachtig zien en af en toe zelfs horen! En zo eindigde deze Koningsdag Big Day 2021 in Lelystad bij het restaurant met de gouden bogen, beter bekend als McDonald’s. Maar de vraag rijst of dit een echte Big Birding Day genoemd mag worden nu we - zonder mededingers - slechts een kleine elf uur in de Krimpenerwaard gevogeld hebben…? D

Grijze junco De grijze junco is een zangvogel uit Noord-Amerika die hoort tot de familie van de gorzen. De vogel heeft een grijze bovenkant, witte buik en donkergrijze vleugels. Hij wordt ook wel ‘snowbird’ genoemd, omdat hij zich goed redt onder winterse omstandigheden. Maar het is bekend dat wanneer het extreem slecht winterweer is, de grijze junco’s lange afstanden afleggen richting het zuiden van het NoordAmerikaanse continent. Een mannetje werd op 27 april 2021 in Koudum gezien. Op 1 mei 2021 werd een mannetje grijze junco op de Maasvlakte gesignaleerd. Dit waren pas de vierde resp. vijfde officiële waarnemingen van deze soort in Nederland. Het eerste Nederlandse geval betrof een uitgeputte vogel die in februari 1962 tijdens een sneeuwstorm werd gevangen in Rotterdam en vervolgens tot zijn dood in een volière verbleef. Verder is de vogel in Nederland gesignaleerd in februari-april 2015 en in mei 2017. Er zijn wel discussies over de herkomst van de vogels: zijn het geen ontsnapte volièrevogels? Vogelaars hanteren voor een wilde herkomst onder andere de volgende criteria: hij moet ongeringd zijn (in elk geval niet gekleurringd), geen vreemde beschadigde veren hebben en de soort moet normaliter wel over lange afstanden trekken. In de rest van Europa worden er af toe ook grijze junco’s aangetroffen. Veel exemplaren worden in Europa in achtertuinen ontdekt. Misschien niet zo vreemd want hij staat in de VS bovenaan in de top-10 van voedertafelsoorten. Bron: www.dutchbirding.nl

WAARDVOGEL | JUNI 2021 11


Een goed jaar? voor muizen(staartjes) Foto’s en tekst: Stef van Walsum

Wordt 2021 een goed muizenjaar? Geen idee, ik ben geen zoogdierenkenner. Wat ik wel weet is dat het muizenstaartje een bijzonder mooi en opmerkelijk plantje is. In 2016 vond ik per toeval een paar planten en dat bleken de eerste te zijn in de Krimpenerwaard. Een reden om verder op zoek te gaan en meer te weten te komen over deze bijzondere wilde plant! D

R

anonkelfamilie Het muizenstaartje is een aparte verschijning. De plant behoort tot de ranonkelfamilie (Ranunculaceae) en is dus verwant aan de boterbloemen en dotterbloemen. Karakteristiek is de langgerekte bloembodem die een beetje doet denken aan een ‘muizenstaart’. Per bloem telt de plant ongeveer 10 meeldraden en maar liefst 100 vruchtbeginsels! De vrouwen zijn in dit geval dus flink in de meerderheid. Ondanks de eigenaardige bloeiwijze is het een plant die je gemakkelijk over het hoofd kan zien. Veel hoger dan 5 cm wordt het muizenstaartje namelijk niet. Het muizenstaartje is in trek bij kleine insecten zoals vliegen, sluipwespen, kevertjes en muggen die de plant kunnen bestuiven. Insecten laten de plant ook wel eens links liggen, dus heeft het muizenstaartje een alternatief moeten bedenken om zich toch voort te kunnen planten. Dit doet de plant door de bloembodem met vruchtbeginsels gedurende het voorjaar steeds langer te laten groeien. Naarmate de bloembodem langer wordt, komen de

12

WAARDVOGEL | JUNI 2021

Bloeiwijze van het muizenstaartje. Karakteristiek is de langgerekte bloembodem, die een beetje doet denken aan een ‘muizenstaart’.

vruchtbeginsels steeds langs de helmhokjes waardoor zelfbestuiving plaatsvindt. Handig!

E

cologie Muizenstaartjes groeien in weidepercelen. Het liefst op plekken waar de toplaag bestaat uit klei en waar koeien de bodem flink hebben vertrapt. De kale bodem die ontstaat is ideaal voor het muizenstaartje, want die krijgt daardoor de kans om te ontkiemen. De plant kiemt in het najaar en brengt de winter door als rozet. Al vroeg in het voorjaar kan het plantje beginnen met bloeien. Slim, want er is op dat moment nog weinig concurrentie van licht en voedingsstoffen van andere planten. In de zomer droogt de bodem uit en sterft de plant af. De vele tientallen zaden zijn inmiddels door de wind verspreid en liggen alweer te wachten op de natte herfst.


Kale grond bij de ingang van een weideperceel. De ideale plek voor het muizenstaartje

V

erspreiding In Nederland wordt het muizenstaartje vooral veel gezien in de kleipolders van Friesland en Groningen. Daarbuiten kan je het muizenstaartje vinden in Zeeland, de IJsselmeerpolders, het rivierengebied en zelf bij onze buren: in de Alblasserwaard. In 2016 ontdekte ik het eerste muizenstaartje in de Krimpenerwaard, namelijk in de Berkenwoudse Hoge Boezem. In de jaren daarna volgden meer groeiplekken, onder andere in de Lage Berkenwoudse Hoge Boezem. In de jaren daarna volgden

Muizenstaartje in de zomer. De bodem droogt uit en de planten sterven af. De zaden liggen inmiddels klaar om met de eerste herfstregen te ontkiemen.

meer groeiplekken, onder andere in de Lage Berkenwoudse Boezem en Polder Den Hoek. Vaak is het zo bij planten, dat als je weet hoe je moet zoeken, dat je ze ook gaat vinden. Dat geldt ook voor het muizenstaartje. Het is een typisch ‘tredplantje’ van kale, platgetrapte plekken in weilanden. Al ‘mijn’ muizenstaartjes vond ik in de buurt van toegangshekken van weilanden. Vaak samen met andere typische tredplanten zoals klein bronkruid, schijfkamille, straatgras, kleine varkenskers en grote weegbree. D

Excursie VRS Nebularia Op 9 en 10 oktober 2021 Cor Oskam Verleden jaar stond er in oktober een excursie gepland naar het ringstation van VRS Nebularia in Westenschouwen. Dat kon geen doorgaan vinden vanwege de COVID-19 maatregelen. Er is nu een herkansing specifiek voor leden van de NVWK. D

V

ogelringstation (VRS) Nebularia, ook actief in de Krimpenerwaard en samenwerkend met de NVWK, stelt het ringstation in de ochtenduren open voor een beperkt aantal mensen. Leden krijgen op zaterdag 9 of op zondag 10 oktober uitleg over en een beeld van vogelonderzoek op een van de zeven ringstations aan de Nederlandse kust. Deze data liggen in de piek van de najaarstrek. Mensen die zich verleden jaar hebben aangemeld, krijgen voorrang, maar laat dan wel even weten of u in het najaar van dit aanbod gebruik wilt maken. Heeft u interesse? Meld u aan via een mailtje naar Cor Oskam : cga.oskam@gmail.com. De excursie is van 9.00 tot 12.00 uur. Er kunnen maximaal acht mensen per ochtend ontvangen worden. Hopelijk tot in oktober! D Een keep is gevangen en zal worden voorzien van een ring

WAARDVOGEL | JUNI 2021 13


Inventarisaties in het IHC-bos Vogels tellen Tekst: Ellen Breider “Hoor jij ook een zwartkop? En zie je hem, daar, dáár hoog in die boom? Ja, oh gelukkig, als we hem samen zien en horen, dan is het absoluut een waarneming van een zwartkop!” Zomaar een gesprek op een vroege zaterdagochtend tussen twee startende vogelaars in het bosje Balkengat bij Krimpen aan de Lek. Wat een mooie kans was de oproep van Jaap Graveland dan ook om als onderdeel van de vogelcursus die eind 2019 was gestart, daar vogels te gaan tellen. Een overzichtelijk stukje oerbos, gelukkig, zodat het een prima oefenbosje bleek te zijn waar wij, Paulette, Bianca, Hannie en Ellen, onze prille kennis goed konden toetsen. [Met IHC-bos en Balkengatbos wordt hetzelfde bos bedoeld, red.] D

D

e eerste ochtend telden we 15 soorten, een resultaat waar we eigenlijk best van opkeken. Dat hadden we na onze excursie in het Loetbos, toen dat nog mocht, niet verwacht. Ik was overweldigd door de vogelkennis van Jaap, die na amper een voet in het Loetbos te hebben gezet al heel veel vogels kon waarnemen op geluid. Hoe krijg je dat onder de knie? Dat vroeg ik me in ieder geval af. Uiteindelijk begint het bij graag willen weten wat je hoort en ziet, en de voldoening die het geeft als je een soort herkent door horen en zien. Hongerig naar kennis over vogels, niet alleen maar genieten van die heerlijke geluiden in het voorjaar en zomer, maar ook willen weten! En dan oefenen en er op uit. Als je er samen op uit gaat zoals wij bij de tellingen in het bosje Balkengat, leer je twee keer zo snel. We werden ingewijd in de wereld van SOVON en de Avimap-app, waar we alle soorten konden invoeren conform de planning van BMP-A (Broedvogel Monitoring Project – Alle soorten). Er wordt geteld in april, mei en juni, bij zonsopgang, zonsondergang en in juni staat nog een nachttelling op de agenda.

Staartmees, illustratie: Ellen Breider

D

e tweede zaterdagochtend telden we al 18 soorten, o.a. de fitis, die zich heel goed liet zien en horen, staartmeesjes, groene specht, die we alleen hoorden. Het werd zelfs al een feestje van herkenning; de tjiftjaf begroette ons al op de dijk, het winterkoninkje en pimpelmees waren er altijd en zo gaf het Balkengatbosje langzaam haar geheime vogelparadijsje aan ons prijs.

V.l.n.r.: Bianca, Ellen en Hannie, foto: een voorbijganger

niet was tegengekomen zoals de slobeend, en nam haar kinderen mee naar het bosje. Ellen ontdekte een groepje regenwulpen in de polder bij Bergambacht. Hannie deelde haar waarneming van de mooie zang van de nachtegaal in de Biesbosch en Jaap gaf ons ook de nodige enthousiaste ondersteuning en zijn waarnemingen door. We werden er allemaal nog enthousiaster van en het was een goed alternatief voor de afgelaste excursies van de vogelcursus. Overigens betekende een avondsessie BMP-A na een periode met flinke regenval nog een fysieke uitdaging. Sowieso laarzen aan en ook enige acrobatiek bleek nodig om glibberige, gladde modderhellinkjes op en af te gaan, om onder en over boomstronken heen te klauteren, en dat door inmiddels hoog opgeschoten vegetatie aan de grond zowel als weelderig groen aan de bomen. Het maakte visuele herkenning lastiger. Herkennen op gehoor blijkt nog een hele kunst, maar wel een must. Geweldig als je dan een vogel ziet opvliegen en dan weer als een parachuutje ziet landen op een boomtak, dat moet dan toch wel een boompieper zijn!

O

ok met kinderen is het bosje goed te bezoeken. Op de jeugdpagina staat daar een verslagje van. D

D

e installatie van een groepsapp ‘Vogelgroep Balkengat’ bleek een goede greep, nuttig voor de afspraken (vroeg op!), om elkaar te bemoedigen en goede tips en waarnemingen elders uit te wisselen. Bianca spotte de kluten en steltkluten bij het helofytenfilter. Het is sowieso fijn dat Bianca een zicht van 150% heeft, heel handig om vogels goed te kunnen ontdekken. Paulette, de meest ervaren vogelaar onder ons, zag er soorten die ze op haar normale polderrondje nog

14

WAARDVOGEL | JUNI 2021

Foto: Paulette Prins


Bomen determineren, opmeten en invoeren Joke Colijn In het vorige nummer van de Waardvogel las u op pag. 16 waarom dit zo’n belangrijk en revolutionair onderzoek is. We gaan o.a. de hoogte, de diameter van de stam en de kruin opmeten. En we moeten uiteraard weten om welke soort boom het gaat, daarvoor hebben we boomkenners nodig. Wie voelt zich uitgedaagd? Inmiddels is de datum geprikt; we denken dat het ook een leuke activiteit is voor jeugd. Je had vast niet bedacht dat je wiskunde in praktijk kunt brengen in het bos! Pythagoras helpt ons daarbij. Daarom dachten we aan een datum in de schoolvakantie: vrijdag 13 en zaterdag 14 augustus, waarbij we het uitzetten van de plots vrijdag doen en zaterdag gaan meten. Graag krijgen we nog wat aanmeldingen binnen - dit is weer eens een heel andere klus, leuk voor iedereen die kan meten. Ook gaan we nog vleermuizen tellen en determineren met de batdetector, hiervoor prikken we binnenkort een datum.

Nachtvlinders op naam brengen

De Nationale Nachtvlindernacht is op 3 en 4 september. Op een van deze avonden gaan we hiervoor het bos in! Info volgt.

Planten inventariseren

De coördinator van de plantenwerkgroep Jaap Oosterom heeft een paar inventarisatieronden gemaakt in het bos om de soortenrijkdom aan planten vast te stellen. Dat is hem aardig gelukt, getuige de onderstaande lijst. Een paar planten die voorkomen in het bos hebben op de Nederlandse Rode Lijst van planten de status van (vrij) zeldzaam: de spindotters (zeldzaam), bittere veldkers (waardplant voor klein geaderd witje, vrij zeldzaam), hangende zegge (vrij zeldzaam), maar de status van niet alle planten is gecheckt. De biotoop is divers, of beter kan ik zeggen: er zijn diverse biotoopjes in het bos, waardoor ook soorten die in Nederland op zeer uiteenlopende gronden te vinden zijn, op deze paar ha allemaal kunnen voorkomen. Zo is de bittere veldkers typisch een plant van rivieroevers en houdt van vochtige voeten, terwijl brede wespenorchis voornamelijk op schaduwrijke plekken op zandgronden voorkomt. Brede wespenorchis is altijd een leuke soort die aardig hoog kan worden. Uiteraard valt er veel meer te vertellen over de planten die er voorkomen, maar de ruimte ontbreekt hier en de specialist kan daarover liever zelf een keer zijn zegje doen! Foto’s van Jaap Oosterom van links naar rechts: ijle zegge, hangende zegge, scherpe boterbloem (foto: Paulette Prins), wolfspoot

Grote kattenstaart Liesgras Gestreepte witbol Rode klaver Witte klaver Veenwortel Japanse bamboe Spindotterbloem Rietgras Gelderse roos Groot hoefblad Bijvoet Watermunt Valse voszegge IJle dravik Canadese fijnstraal Katwilg Look-zonder-look IJle zegge Poelruit Holpijp

Meelbes Gewone smeerwortel Ruige zegge Fioringras Grote weegbree Perzikkruid Heermoes Akkerdistel Kweek Gewone es Geel nagelkruid Dauwbraam Zomereik Harig wilgenroosje Eenstijlige meidoorn Moeraszegge IJle zegge Scherpe boterbloem Gewone klit Moerasspirea Riet

Bloedzuring Hondsdraf Kruipende boterbloem Hangende zegge Fluitenkruid Dijkviltbraam Akkervergeet-mij-nietje Haagwinde Engels raaigras Gewoon speenkruid Vogelkers Klimop Gewone berenklauw Gewone esdoorn Gewone vlier Kropaar Kleefkruid Frans raaigras Ruw beemdgras Gewone paardenbloem Kleine maagdenpalm

Hazelaar Schijnaardbei Robertskruid Mannetjesvaren Tuinakelei Gewone salomonszegel Bonte gele dovenetel Robertskruid Straatgras Akkerkool Schietwilg Grote vossenstaart Grote brandnetel Moeraskruiskruid Bittere veldkers Rode kornoelje Gewone engelwortel Kleefkruid Bijvoet Moeraswalstro Waterkruiskruid

Veenwortel Uitstaande vetmuur Gele lis Gewone veldsla Veldlathyrus Kruldistel Grote wederik Wolfspoot Gele waterkers Veldlathyrus Krulzuring Grote engelwortel Zwart tandzaad Slanke waterkers + Witte Waterkers Kluwenzuring Frans raaigras Zomprus Pinksterbloem D

WAARDVOGEL | JUNI 2021 15


Een dag uit het leven van een Tekst: Klaas de Mik en Gert van de Velde; foto’s: Klaas de Mik

weidewachter

Als weidewachter maak je iedere dag bijzondere dingen mee. Maar soms is er een dag dat je meer beleeft dan anders. Het is de tweede week van april en we hebben een koude periode achter de rug. Het gras is nog erg kort, maar het zal bij warmer weer heel snel groeien. Het bemesten is gedaan en voorlopig wordt er nog niet gemaaid. De boeren gaan binnenkort wel rollen en slepen, dus het is noodzakelijk om de nesten op te sporen. D

D

e dag werd met militaire precisie voorbereid: we plannen om bij twee boeren te gaan zoeken. De eerste boer die we bezoeken doet dit jaar voor het eerst mee. De week ervoor hebben we al een verkenning gedaan en baltsende grutto’s gezien. Met Google maps wordt de situatie bekeken en de looproute vastgesteld. Het is een bekend gegeven dat grutto’s niet binnen 300 meter broeden van bomen of huizen. Er blijft een gebied over van drie percelen waar we gaan zoeken. Daarna willen we naar een andere boer voor een bliksembezoek. Door eerdere observatie weten we waar de weidevogels gaan broeden. De locatie is goed met de auto te bereiken, dat geeft minder verstoring. Van dichtbij kunnen we het weiland in lopen en vanwege het korte gras snel de nesten vinden.

O

m 8.00 uur ‘s morgens rijden we met de auto naar de eerste boer en parkeren de auto op een plaats waar we goed overzicht hebben. Omdat er buien over trekken, wachten we tot het weer beter wordt en intussen observeren we de situatie onder het genot van een bakkie koffie. We wachten net zo lang tot er een kraai overvliegt. Precies op de plaats waar we de nesten verwachten wordt de kraai door weidevogels aangevallen. We tellen acht grutto’s en enkele kieviten. Na de geslaagde verdediging landen de weidevogels in hun territorium. We weten genoeg en gaan gewapend met stokken naar het weiland. Onverwacht zien we een scholekster weglopen door een greppel. Deze heeft ons flink misleid! We zoeken kort naar het nest, maar vinden niets. We lopen door naar het kansrijke perceel en zoeken

dat snel af. Het gras is kort waardoor de nesten, voor een geoefend oog, nog goed zichtbaar zijn. We vinden hier twee gruttonesten met twee en drie eieren. Ze zijn dus nog maar net een paar dagen aan het leggen. Waarschijnlijk komen hier later nog meer nesten bij gezien het aantal vogels dat hier aanwezig is. Intussen zien we meer dan alleen de nesten. In het gras ligt een jong haasje doodstil. Zelfs als je er naast staat loopt het niet weg, volledig vertrouwend op haar schutkleur. Het is geen toeval dat juist hier een jong haasje ligt. Het wordt onbedoeld beschermd door de grutto’s die alle roofdieren wegjagen. Een stukje verderop loopt er plots een vrouwtje kuifeend voor ons weg. Ze is mank en vleugellam. Wij weten echter wel beter; ze simuleert de mankheid om ons achter haar aan te lokken. Maar wat verbergt zij dan? We zoeken even, maar vinden niets. We willen nu terug gaan om de boel niet langer te verstoren.

E

enmaal terug in de auto drinken we koffie en observeren de situatie met de verrekijker. We willen toch nog het scholeksternest vinden, want we weten niet wanneer de boer gaat rollen. Tijdens het koffiedrinken ontstaat er een gevecht tussen de scholekster en een kraai. Nu komen er nog twee kraaien op het rumoer af en daarna loopt het volledig uit de hand. Er komen nu ook nog tien kauwen en een aantal eksters op af en de scholekster probeert de kraaien te verjagen. Nu krijgen de rovers het met elkaar aan de stok en de kraaien weten een ekster te grijpen. Ze pikken op de ekster in en de rest vliegt er met veel rumoer om heen. Langzaam keert de rust weer terug en de ekster wordt half dood achter gelaten. We besluiten om niet naar het nest te gaan zoeken en een andere keer terug te komen.

W

Die dag hebben we geen foto gemaakt van het haasje omdat we snel weg wilden zijn. Deze foto van drie jonge haasjes, verstopt in het gras, is eerder gemaakt. 16

WAARDVOGEL | JUNI 2021

e gaan naar de boerderij waar we hartelijk worden ontvangen door de boerin. Hoewel het erg druk is, krijgen we een bakkie koffie en is er tijd voor een praatje over de vogels. Dan is het voor ons tijd om naar de volgende boer te gaan, enkele kilometers verderop. Het is bekend terrein en we rijden meteen met de auto over het pad naar achteren. Er zitten hier veel zwanen en ganzen die voor ons wegvliegen. Helaas voor ons landt een aantal zwanen op het weiland waar we willen zoeken. Dit geeft onrust en verstoort het gedrag van de weidevogels. We gaan eerst weer observeren met een bakkie koffie er bij. Twee grutto’s vertonen bijzonder gedrag tegenover een zwaan; ze gaan zelfs over tot de aanval. De zwaan vertrekt en de grutto’s zijn tevreden. We komen tot de conclusie dat de zwaan bovenop het gruttonest was gaan zitten. We lopen er heen en jawel hoor, precies op die plek ligt een gruttonest. Nog geen twintig meter verderop vinden we nog een gruttonest. Iets verderop loopt een kievit weg. Dat is een makkie en het nest is snel gevonden. Alles wordt met de mobiele telefoon in het systeem gezet en we gaan weer weg. Onderweg over het pad zien we een paartje scholeksters. Omdat er tijd genoeg is gaan we daar kijken. Geen nest maar er rent wel een haas voor onze voeten


weg die vervolgens een brede sloot zwemmend oversteekt. Het dier kiest aan de overkant een rietkraag om aan land te klimmen, precies bij een ganzenest. Met luid gesnater vliegt de gans weg en er is weer een hoop consternatie. Er wordt hier waarschijnlijk veel gejaagd, want ganzen en hazen reageren erg paniekerig terwijl de weidevogels redelijk onverschillig blijven onder onze aanwezigheid.

H

et is tijd om te stoppen, maar dan slaat het noodlot toe. Tijdens het keren raakt de auto vast. Het is niet bepaald een terreinwagen en het profiel van de banden is alleen geschikt voor asfalt. Daar sta je dan, midden in de polder met een verzakte auto. Met een uiterste krachtsinspanning weten we de auto vlot te duwen. De één met de schouders eronder en de ander vol gas. De kluiten vliegen in het rond maar de auto staat weer op het pad. Daarna kom ik er achter dat mijn verrekijker weg is. Deze heeft me ooit 400 euro gekost, dus we gaan op zoek naar de verrekijker. Nadat we het zoeken opgegeven hebben ontdek ik dat de verrekijker in het midden console van de auto ligt. Nu wordt het echt tijd om naar huis te gaan. We hebben inmiddels ook ruim voldoende koffie gedronken.

H

et was een mooie en vruchtbare ochtend. De nesten zijn gemarkeerd en de kans is groot dat de eieren ook uitkomen. We hopen dat daarna de kuikens voldoende insecten kunnen vinden en alle gevaren overleven. D

Typisch gruttonest met van alle zijden er overheen getrokken grassprieten. Weidewachters zijn zich er heel goed van bewust dat zij verstoringen kunnen veroorzaken en waar mogelijk zullen zij dat vermijden; hun doel is immers vogels redden. Soms moeten zij toch nesten zoeken om die te beschermen bij bewerkingen; dan wordt het bijgeval een snelle foto gemaakt als het nest gevonden is.

Jaap gekozen in Ledenraad Vogelbescherming Nederland Jaap Graveland De Ledenraad is het hoogste orgaan van Vogelbescherming Nederland (VBN) en vormt dus feitelijk het bestuur, zij het op afstand en op hoofdlijnen. Het andere bestuursorgaan is de Raad van Toezicht, met specialisten op het gebied van bijvoorbeeld financiën, werving en organisatie. Zij zitten dichter op de werkorganisatie van Vogelbescherming, het kantoor en de medewerkers. D

D

e Ledenraad, Raad van Toezicht en natuurlijk de medewerkers zelf van Vogelbescherming vormen een mooi netwerk van kennis en relaties die nuttig zijn voor de NVWK. Omgekeerd zijn werkgroepen als de NVWK een onmisbare basis voor het beschermingswerk van VBN. Wij vormen als het ware de ogen en oren van VBN en hebben ook praktische ideeën die VBN kan gebruiken. De NVWK werkt al samen met VBN, rond weidevogelbescherming, natuurinclusief renoveren, vergroening van de tuinen en erven en de regionale energietransitie, maar die samenwerking kan nog beter. Ook vragen we soms juridisch advies. Door het lidmaatschap van de Ledenraad wil Jaap de contacten verder verbeteren, de kennis van VBN rond het werven en vasthouden van met name jeugd en jongeren, en van samenwerking met overheden en maatschappelijke organisaties versterken. VBN zocht juist mensen voor de Ledenraad uit organisaties die bezig zijn met het werven van jeugd en die VBN kunnen helpen de

samenwerking met lokale natuurwerkgroepen te verbeteren. Dus het is een mooie match.

O

p 3 juni is Jaap geïnstalleerd. Daarmee kwam het aantal NVWK-leden in de Ledenraad op twee! Want drie jaar geleden werd Katrien Prak al in de Ledenraad gekozen. Katrien is actief in de ontwikkeling van de markt voor streekproducten en is als eigenaresse van Bessentuin de Rode Mus ook zelf een producent ervan. De verkoop van streekproducten kan bijdragen aan een verduurzaming van de landbouw en is dus ook voor bescherming van boerenlandvogels van belang. Jaap is erg blij dat hij in de Ledenraad is gekozen. Hij heeft er veel zin in en dankt de leden en anderen die op hem hebben gestemd. Informatie over de Ledenraad vind je hier: D

WAARDVOGEL | JUNI 2021 17


Hoe komen zangvogels aan voldoende calcium voor hun eieren? Foto’s (tenzij anders vermeld), illustraties en tekst: Jaap Graveland In 1989 signaleerde Piet Drent van het Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek (NIOO) dat koolmezen in een van de onderzoeksbossen, De Buunderkamp op de zuidelijke Veluwe, steeds vaker eieren legden die snel uitdroogden (foto 1 en 2). Ook bleven legsel kleiner, legden de mezen soms windeieren (dus zonder schaal met alleen een vlies) en verlieten ze de legsels. De veronderstelling was dat dit werd veroorzaakt door een afnemend gehalte aan calcium in rupsen, hun hoofdvoedsel, veroorzaakt door daling van het calciumgehalte in bladeren (figuur 1), door uitloging van bodemcalcium door bodemverzuring (‘zure regen’). Ik moest uitzoeken of dit klopte. Het begin van een fascinerende ontdekkingsreis rond de vraag: hoe komen vogels eigenlijk aan de calcium voor hun eischalen? D

Foto 1: de eieren droogden te snel uit

Foto 2: de legsels zijn kleiner

I

nformatie vooraf Eischalen bestaan uit kalk, ofwel calciumcarbonaat, net als bijvoorbeeld slakkenhuizen. Vogels halen in hun darm de calcium uit hun voedsel en transporteren het via het bloed naar het skelet, een ontwikkelend ei of naar andere plaatsen waar het nodig is. Dit artikel laat resultaten zien van onderzoek dat ik deed naar de calciumopname van zangvogels in relatie tot de eileg of beter gezegd de eischaalvorming. Het onderzoek dateert van begin jaren negentig, tegen de grimmige achtergrond van bodemverzuring door stikstof.

K

apstok Om te beginnen een grafiek die kan dienen als kapstok voor de rest (figuur 2). De figuur laat zien hoeveel procent van de tijd

Figuur1: het calciumgehalte in bladeren 18

WAARDVOGEL | JUNI 2021

Koolmees in de vlucht, foto: Peter Stam

koolmeesvrouwtjes tijdens de eilegperiode gedurende de dag bezig zijn met het verorberen van calciumrijk materiaal. Die ‘shells’ die genoemd staan langs de Y-as zijn fragmenten van slakkenhuizen. Daarover later. De grafiek is gebaseerd op gedragswaarnemingen van koolmezen die we in kooien hielden. Koolmezen leggen gemiddeld acht tot negen eieren, één ei per dag. Ze leggen die eieren in de vroege ochtend. Dat geldt voor verreweg de meeste zangvogels. Als je er over nadenkt is dat ook niet zo gek. De eischaal kan pas op het laatst om het ei worden gelegd, eerst moeten immers dooier en eiwit worden aangelegd. De schaal is dun in het begin, en daarmee kwetsbaar. Het is dus een verstandig om de eischaal te vormen tijdens de rustperiode in de nacht, als je op

Figuur 2: percentage tijd gedurende een dag dat nodig is om calciumrijk materiaal te eten, zowel op een legdag als op een niet-legdag


De kooien waarin we koolmezen hielden

Koolmees eet aangeboden slakkenhuizen

het nest zit. Het leidt natuurlijk gelijk tot vragen. Halen die mezen die calcium (Ca) dan niet gewoon uit rupsen, hun voornaamste voedsel? Halen ze de calcium niet uit het skelet? Kunnen andere zangvogels wél voldoende calcium uit hun normale voedsel halen? En moeten ze per se ’s avonds die calcium opeten, kan het niet eerder op de dag? Het antwoord is vier keer: nee.

eenvoudig uit te rekenen dat rupsen en andere insecten in het menu van de mezen onder alle omstandigheden, dus ook op calciumrijke grond, veel te weinig calcium bevatten voor de eischaalvorming. Het stapelvoedsel, rupsen, levert hoogstens 5-10%. (figuur 3).

H

upsen bevatten niet genoeg calcium Eerst die rupsen. Daarvoor wat achtergrond van het onderzoek. Bij het NIOO loopt sinds de jaren vijftig zuiver wetenschappelijk onderzoek naar ‘het waarom’ van keuzes in de voortplanting van vogels. Waarom legt een vrouwtje niet meer of minder eieren dan ze doet, waardoor is er variatie in legselgrootte tussen individuele vogels, waarom leven vogels niet langer, wat bepaalt het begin van de eileg, enzovoort. De koolmees is sinds jaar en dag de ‘modelsoort’ voor het NIOO: hij broedt in nestkasten, is talrijk, is hier het hele jaar, en broedt in heel verschillende omstandigheden. Kortom: onderzoek is eenvoudig uit te voeren en er is variatie die helpt bij het verklaren van keuzes. Terug naar de rupsen. We begonnen het onderzoek met het doen van veel analyses: we bepaalden het Ca-gehalte in rupsen en andere insecten, zaden, bladeren, bodem en in eieren. Lang verhaal kort: de Ca-gehalten in rupsen en bladeren op arme zandgronden waar die eiproblemen optraden (we zagen het ook op de Hoge Veluwe, in de Imbosch, enz.) waren inderdaad veel lager dan op bijvoorbeeld rijke kleigronden. Maar dat deed er helemaal niet toe. Uit allerlei ander onderzoek wisten we hoeveel gram voedsel een mees per dag eet. Met dit getal en de Ca-gehalten was

et skelet ook niet Dan het skelet. De gedachte was dat ze vóór de eileg calcium opslaan in het skelet en dit aanspreken tijdens de eilegperiode. Het was al langer bekend, uit onderzoek aan met name kippen, dat het skelet een rol speelt bij de eischaalvorming: vogels vormen vóór de leg in sommige botten speciaal botweefsel dat sterk is doorbloed en dus snel kan worden afgebroken. Dit heet medullair bot. Het wordt leeggehaald in de uren dat de eischaal wordt gevormd, en in de loop van de dag weer opgebouwd. Maar ook die vlieger ging niet op: uit onderzoek bij de huismus en de koevogel (een Noord-Amerikaanse vogelsoort) bleek dat de hoeveelheid calcium in het skelet vóór de eileg maar met ca 15% toeneemt, dat is maar 2/3 van de hoeveelheid calcium in één ei. En die vogels leggen makkelijk vijf of meer eieren. Ik offerde zelf zes mezen op (met vergunning uiteraard) om te zien of dit ook voor onze mezen gold, en vond precies hetzelfde (figuur 4). Het skelet levert wel wat calcium, maar veel te weinig voor de eischaalvorming. Kortom, zangvogels moeten speciaal calciumrijk materiaal verzamelen om eieren te kunnen leggen. Het normale voedsel en het skelet leveren veel te weinig. Sterker: ze moeten calcium verzamelen tijdens de eileg want we hebben gezien dat ze nauwelijks calcium kunnen opslaan. Van kippen was wel bekend dat ze calciumrijk materiaal nodig hebben

Figuur 3: dagelijkse calciumopname en -behoefte van vrouwtje koolmees

Figuur 4: het skelet levert te weinig calcium voor de eischaalvorming

R

WAARDVOGEL | JUNI 2021 19


Foto 3: braakballetjes van jongen in het nest met stukjes calciumrijk materiaal

Foto 4: overzicht van calciumbronnen gevonden in de nesten

voor de eileg: daarom krijgen ze kippengrit. Maar kippen leggen continu, 100-250 eieren, niet vergelijkbaar met wilde vogels. Dat vogels in het wild ook calciumrijk moeten verzamelen was min of meer een eye-opener. Er waren alleen wat verspreide publicaties, vaak met vooral anekdotische waarnemingen: sneeuwgorzen die lemmingbotjes naar binnen werkten, kruisbekken die cementmortel uit muren peuterden.

eischaal. Foto 4 toont een overzicht van calciumbronnen die we in de nesten vonden en die de vogels dus kennelijk verzamelden. Een andere keer meer over de relatie tussen verzuring, huisjesslakken en calciumgebrek bij mezen. Want dat bleek inderdaad het probleem: een tekort aan calcium.

V

ogels eten selectief calciumrijk materiaal voor de eischaalvorming We deden ook een berekening voor nestjongen. Ook daarvoor bleek: ze moeten calciumrijk materiaal van hun ouders krijgen voor de skeletgroei, anders ontstaan problemen. Dat gebeurt dan ook. Een gelukje voor ons onderzoekers was dat ouders bij het voeren van hun jongen kennelijk wel eens morsen. We vonden namelijk af en toe stukjes kalkrijk materiaal in het nestmateriaal: meestal stukken slakkenhuis, of complete huizen van kleine slakkensoorten, verder muizenbotjes en opvallend, kippeneischalen. Ook vonden we braakballetjes van de jongen in het nest (foto 3), bestaand uit slecht te verteren en hard materiaal. In die braakballetjes bleken ook stukjes calciumrijk materiaal te zitten. We besloten het nestmateriaal en de braakballen van zoveel mogelijk nesten na het uitvliegen te doorzoeken. Zo kregen we een goed beeld: welke calciumbronnen gebruiken mezen in welk deel van het bos? Wat bleek: fragmenten van slakkenhuizen bleken verreweg de belangrijkste calciumbron. In bossen waar slakkenhuizen weinig voorhanden waren, zoals in de Buunderkamp, vonden we in de mezennesten in de buurt van picknickplaatsen vaak stukken kippen-

Figuur 5: het verband tussen inname van calciumrijk voedsel en de eieren 20

WAARDVOGEL | JUNI 2021

D

e timing van de calciumopname vereist precisiewerk Terug naar het eten van calciumrijk materiaal in de avonduren. De verklaring hiervoor vond ik, waar anders, in de literatuur over kippen. We zagen al dat medullair bot bijdraagt aan de eischaalvorming. Maar de bijdrage is niet genoeg. De kippen bleken daarnaast ook calcium in hun darmen te moeten hebben, om de schaal goed te kunnen vormen. Dus er is een toevoer nodig vanuit twee bronnen. Dat werd aangetoond met metingen van de uitwisseling van calcium tussen darm en medullair bot, en de eischaalklier. En met een experiment. Calciumrijk materiaal gaat in een uur of twaalf door het maagdarmkanaal en wat dan niet wordt opgenomen, wordt weer uitgescheiden. In experimenten kregen kippen de hele tijd ongelimiteerd calcium, maar werd de calcium op een bepaald moment weggehaald, zodanig dat de kippen geen calcium in hun darmen hadden (maar wel medullair bot hadden aangelegd) in de uren dat de eischaal werd gevormd. Resultaat: de kippen legden eieren met een te dunne schaal of windeieren. Kortom: de mezen eten ’s avonds calcium omdat ze calcium in hun darm moeten hebben als ’s nachts de eischaal wordt gevormd. Het luistert nauw!

J

e kunt het buiten zien, maar je moet wel goed kijken Kun je hier iets van zien in het wild? Ja. Vrij eenvoudig zelfs. We

Foto 5: calciumconsumptie van twee vrouwtjes


Foto 6: lege slakkenhuisje gevonden op lijstersmidses

Zanglijster, een grote hulp in dit onderzoek, foto: Peter Stam

deden een klein onderzoekje in de Buunderkamp. We boden calciumrijk materiaal aan op een voederplank en gingen kijken. Je moet wat geduld hebben, maar in enige uren waarnemingstijd zagen we mezen, vinken en boomklevers op de calcium afkomen. Het is heel eenvoudig om hier een leuk citizen science project van te maken: welke soorten komen er op af, in welk deel van de dag, maken vogels op calciumarme zandgronden meer van de voertafels gebruik dan op calciumrijke grond? Met wildcamera’s kun je eventueel een groot deel ervan automatiseren. Vogels gebruiken de witte kleur van veel calciumrijk materiaal daarbij als ‘cue’. In een experiment waarin we kooivogels tijdelijk geen calcium aanboden, zaten de vrouwtjes uren te zoeken naar calcium en pikten ze vaak naar witte stukjes verf en plastic.

een windei. Maar dat ze ochtend volgend op de dag dat we weer slakkenhuis aanboden alweer een goed ei wist te leggen. Zo snel gaat dat. Overigens heeft het vrouwtje op de dag dat ze geen ei leek te leggen, dit vrijwel zeker wel gedaan. De vorming van een ei neemt vier dagen in beslag bij de koolmees, en ze kunnen niet opeens een bijna ontwikkeld ei, waar alleen nog wat eiwit en de schaal omheen moet, terug resorberen. Dat ei moet er uit, schaal of niet. Dat kan dodelijk zijn, want een ei komt door peristaltische bewegingen naar buiten. Een harde schaal is daarbij heel belangrijk, anders kan het ei blijven steken, met dodelijk gevolg. Jullie zien, er is veel over te vertellen.

C

alciumopname valt precies samen met eilegperiode De laatste grafiek is ook weer gemaakt aan de hand van metingen aan de koolmezen in gevangenschap (figuur 5). We gaven deze mezen een standaardmenu (de samenstelling doet er nu even niet toe) met een zelfde calciumgehalte als insecten. In aanvulling kregen ze stukjes slakkenhuis die we nauwkeurig wogen. En we wogen hoeveel ze opnamen. Dat klinkt eenvoudiger dan het is, want het betekende dat we moesten wegen wat er achterbleef in de bakjes maar ook wat er in de kooien was gemorst. Dus waren we in elke kooi (een stuk of 7) elke dag een half uur aan het zoeken naar dit soort restjes, om een goede berekening van de calciumopname te kunnen maken. Maar het was de moeite waard: de grafiek laat zien hoe nauwkeurig het eten van de calciumrijk materiaal aansluit bij de periode dat de eieren worden gelegd.

C

alciumconsumptie van twee vrouwtjes Tot slot wijs ik nog op foto 5. Daarin heb ik de calciumconsumptie van twee vrouwtjes weergegeven, niet gemiddeld maar precies zoals we die vaststelden, in de vorm van de hoeveelheid slakkenhuizen die ze per dag consumeerden. Je ziet daarin ook de dagelijkse variatie. Het bovenste vrouwtje kreeg ongelimiteerd slakkenhuizen. Bij het onderste vrouwtje haalden we dat weg tegen de tijd dat ze eieren ging leggen. Dat ze toch nog wat goede eieren wist te produceren is toe te schrijven aan resten calciumrijk materiaal die altijd wel in de kooien te vinden waren, ondanks onze poging een ‘schone’ proef uit te voeren. Bedenk: de vrouwtjes waarbij we die calcium weghaalden, zaten uren ‘s avonds op de bodem van de kooi te zoeken. Relevant voor de veldsituatie! Maar daarover een volgende keer. Je ziet dat het onderste vrouwtje op het eind een ei met een slechte schaal produceerde, daarna een dag niets, daarna (het wittige rulletje)

B

elangrijke hulp van een vogel Zoals altijd bij onderzoek, bedank je de mensen die je hebben geholpen. In dit geval kreeg ik ook belangrijke hulp van een vogel. Ik had heel veel lege slakkenhuisjes nodig voor de mezen in de kooien en voor de calciumbijvoerexperimenten in het bos. Die haalde ik op bij de talrijke lijstersmidses tussen de ruïnes van een steenfabriek in de uiterwaarden van Wageningen waar ik toen woonde (foto 6). Hun voorwerk heeft mij heel wat werk bespaard!

I

n de Krimpenerwaard is calciumgebrek geen probleem We hebben calciumgebrek alleen geconstateerd in de uitgestrekte bossen op de arme zandgronden. Het was daar eeuwenlang de gewoonte het vee te laten grazen in de bossen en op de heide, de mest te verzamelen in de stal en die te gebruiken voor de akkers rond de dorpen. Daardoor verarmde de bodem geleidelijk. Het leidde tot een grote soortenrijkdom, maar het maakte de bodem ook heel kwetsbaar voor verzuring. Door die verzuring spoelde de calcium, die al spaarzaam was, heel snel uit, en ontstonden de problemen voor de vogels. In de rest van het land zijn calciumgehalten overal hoog genoeg voor een goede populatie van huisjesslakken. Ook in onze Krimpenerwaard. Daar weten onze tuiniers alles van.

I

n een volgende artikel zal ik verslag doen van de andere onderdelen van het onderzoek: de bijvoerproeven die we deden om aan te tonen dat de mezen echt aan calciumgebrek leden, het vóórkomen van huisjesslakken in relatie tot bodemverzuring, en de gevolgen van calciumgebrek voor de opgroeiende jongen. D

WAARDVOGEL | JUNI 2021 21


Jeugdpagina Broedvogels tellen met de kinderen Paulette Prins De jongens (7 en 10 jaar) gaan graag mee op pad, dus waarom niet gezellig met z’n drieën naar het buitendijkse bosje bij het Balkengat voor een broedvogeltelling? De kinderen zijn direct enthousiast over de mogelijkheid een spannend bosje te bezoeken, dus… Laarzen aan en gaan! D

W

e beginnen serieus met de waarnemingen: ja, daar zit er één, een vogel! En kijk, daar vliegt iets kleins. Of hadden we die al? Maar al snel laten de jongens het tellen aan de volwassene en gaan ze zelf op ontdekkingstocht via de verschillende paadjes langs, over, onder en door de klimbomen. Naast kleine, leuke, gezellige en spannende paadjes is er een eng paadje, een doodlopend paadje, een echt laarzen paadje en een paadje dat misschien geen paadje is. Zelfs zonder klimtoestellen is het een prachtig speelbos. En een met leuke vogelsoorten, favoriet zijn de lachende groene spechten, de halsbandparkieten (jawel, want goed zichtbaar zonder verrekijker), een kraaiennest met roepende vogels (of mogen we in dit geval schreeuwende en krijsende zeggen?) en de absolute nummer één: het nest van de grote bonte specht van waaruit de jongen duidelijk te horen zijn en waar de oudervogels af en aan vliegen. Willen ze een paar weken later weer vroeg op om nog eens mee te gaan met de bmp-telling? Ja natuurlijk, want het is echt leuk daar. D Groene specht, illustratie: Ellen Breider

Het helofytenfilter Rohan van der Pol (10 jaar) Ik ben een poosje geleden naar het helofytenfilter geweest. Met mijn moeder (Paulette prins). Op de fiets was het nog een heel eind, maar het was wel heel leuk. D

I

k zag meteen een kievit en daarna nog een hele boel kieviten. De volgende vogels die ik zag waren een hele boel meeuwen, grote, kleine, lichte en donkere. Toen kwam er een grutto aanvliegen, die was best groot, hij ging zitten aan het water. Daarna legde mijn moeder uit waar een paar kluten zaten en hoe ze er uit zagen, ik bekeek ze een tijdje. En zag daarna zelf een zeldzame

vogel: een steltkluut. Ik bekeek hem of haar een poosje, waarna ik op zoek ging naar een vogel die ik zelf graag wou zien: de wulp. Die zag ik niet, jammer, misschien de volgende keer. Toen we weg wilden gaan zag ik twee baltsende kieviten. Dat was best wel mooi om te zien. We waren al bijna thuis toe het heel hard begon te hagelen en te regenen. D

Hier loopt Rohan met zijn broertje Sibren (7 jaar). De foto is genomen aan de andere kant van de N210, onder het fietstunnetje door; foto: Paulette Prins 22

WAARDVOGEL | JUNI 2021


Op zoek naar waterdiertjes Monique Wooning 29 mei was de jeugd van 8 tot 12 jaar, onder leiding van de waterwerkgroep, op zoek naar waterdiertjes in de slootjes rond de speelpolder in het Krimpenerhout. D

I

In de slootjes, waar je voor het beste visplekje ook hangend aan een touw overheen kon klimmen, hebben we met grote netten verschillende waterdieren gevangen. In de speciale cuvetten konden we de dieren goed bekijken en onderzoeken. Het was nog niet altijd zo gemakkelijk om de juiste naam te vinden. Er zijn wel dertien verschillende waterdieren gevangen. Leuk feitje: het stekelbaarsje is stoerder dan je denkt. Het is misschien wel het kleinste visje van ons land en het kan wel meer dan 100 km afleggen om via meren en rivieren in de slootjes van de speelpolder uit te komen. Daar maakt het dan een nestje om eitjes in te leggen. Kijk maar eens naar dit filmpjevan het WWF met de QR-code.

D

eze waterdiertjes hebben we gezien: Vetje: 1 Snoek: 1 Driedoornig stekelbaarsje: 10 Kleine modderkruiper: 4 Middelste groene kikker (bastaardkikker): 1 Kikkervisjes: 5 Rode Amerikaanse rivierkreeft: 4 Libelle larf: 4 Waterjuffer larf: 5 Bootsmannetje: 30+ Vlokreeft Poelslak Onbekende waterkever D

Reuzenspringbalsemien trekken in Loetbos Reuzenspringbalsemienen groeien zo hard, dat ze alle andere planten verstikken. Daarom gaan we de balsemienen uit de grond trekken. Het is geen zwaar werk, de wortels trek je makkelijk los en daarna mag je de plant gewoon laten liggen zodat hij verdort. Doe je mee? Aanmelden: via het aanmeldformulier op www.nvwk.nl. Daar staat nog meer belangrijke informatie. Leeftijd: ± 10 t/m 17 jaar. Je mag ook gezellig samen met je ouders komen. Datum: zaterdag 3 juli 2021. We verzamelen om 9.30 uur bij de Hendrikshoeve in het Loetbos. We beginnen met wat drinken terwijl je uitleg krijgt over de reuzenspringbalsemien. Daarna gaan we lekker aan de slag onder leiding van de boswachter. D

Wil je een bijdrage leveren aan natuurbescherming? In Krimpen aan de Lek is een natuurbos waar de gemeente misschien huizen wil bouwen. We willen dat niet, want het is een mooi bos om in te spelen en er is ook veel natuur. Daarom gaan we meten hoeveel geld het levende bos waard is. Jij kunt daarbij helpen! Je gaat o.a. meten hoe hoog en dik de bomen zijn samen met een volwassene. We maken het bosje gelijk netjes door rondslingerend afval op te ruimen. Zo hopen we dat jij nog heel lang lekker van dit bosje kunt genieten! Kortom: een stoere natuurbeschermingsklus voor in de vakantie. Leeftijd: ± 13 t/m 17 jaar. Datum: zaterdag 14 augustus 2021. Kijk op de website onder Jeugdpagina voor meer informatie, daar staat ook het aanmeldformulier. D WAARDVOGEL | JUNI 2021 23


Kinderopvangboerderij 'Achter 't Potdeksel'        

opvang van 07.00 tot 19.00 uur verticale groep van 0 tot 4 jaar (max. 16) optimale zorg en aandacht ervaren en gediplomeerde leiding in landelijke en agrarische omgeving unieke accommodatie in voormalige koeienstal buitenspeelruimte in openlucht en overdekt natuur-educatieve visie en uitgangspunten

www.kinderopvangboerderij.nl potdeksel.kinderopvangboerderij@kpnmail.nl Aad van der Meijden & Netty Brussee Benedenberg 66 - 2861 LH Bergambacht

 0182-353183

Landschap Cultuurhistorie––Ecologie Ecologie Landschap –– Cultuurhistorie Advies – Realisatie – Educatie

Advies – Realisatie – Educatie

“Wij willen doorpakken, zeggen wat wij doen en doen wat wij zeggen”.

Wij kunnen u helpen door middel van:

Wij kunnen u helpen door middel van:

• Advies, ontwerp en directievoering bij inrichting van

• Advies, inrichting en beheer (boeren) erf, natuurterreinen, groen, landgoederen en landgoederen enopenbaar natuurterreinen. (boeren)erf.maken van bestekken en directievoering • Adviseren, bij (her)inrichting van grote en • Opstellen van beheerplannen enkleine gebiedsvisies. (natuur)terreinen. Ecologische landschappelijke inventarisaties. •• Aanplant enen onderhoud (hoogstam)fruitbomen. •• Monitoren van natuurwaarden. Lezingen, excursies en cursussen m.b.t. Natuur en • Leveren van streekeigen plantmateriaal en oude Landschap. rassen fruitbomen. • Lezingen, excursies en cursussen m.b.t. Natuur en Landschap.info@bureau-schildwacht.nl

www.bureau-schildwacht.nl info@bureau-schildwacht.nl Beukendaal 3, 2831 VA Gouderak www.bureau-schildwacht.nl Beukendaal 3, 2831 VA Gouderak 06-22978424 06-22978424

Uw duurzame drukker in de Krimpenerwaard FSC® gecertificeerd en premium partner


Open vogelerven in het kader van de Herman de Man-maand Bron: info@hermandeman.nl De NVWK organiseerde de cursus ‘NVWK geeft erven vleugels’ en gaf 70 erfeigenaren advies hoe je vogels kunt lokken naar het erf of de tuin. Enkele oud-deelnemers aan de cursus stellen hun tuinen/erven een dag open in het kader van de Herman de Man-maand. Ze vertellen u graag over de beplanting (bomen, struiken, kruiden) die ze voor vogels en insecten hebben aangebracht en welke nest- en schuilgelegenheid hun erf biedt aan vogels. Op twee locaties worden er vertelvoorstellingen gegeven, gebaseerd op het werk van Herman de Man. D De open tuinen/erven worden opgenomen in vijf fietsroutes die de stichting Het Platteland uitzet door het zogeheten Land van Herman de Man: de vierhoek Woerden-IJsselstein-Schoonhoven-Gouda. Onderweg kan men afstappen voor leuke en informatieve activiteiten die in meer of mindere mate in het teken staan van Herman de Man, één van de bekendste Nederlandse schrijvers van literaire streekromans. Met deze Herman de Man-maand wordt ook aangehaakt bij het toeristisch themajaar van 2021 ‘Ode aan het Landschap’, het landschap dat Herman de Man beschreef. De QR-code is een link naar een promotiefilmpje. Informatie is verder te vinden op: www. hermandeman.nl en facebook.com/HermandeManschrijver.

O

p de volgende data kunt u de tuinen van de vogelerfeigenaren bezoeken: Zaterdag 10 juli 10.00-16.00 uur: Ab en Adri Bongers, Bovenberg 118, Bergambacht Zondag 11 juli 10.00-16.00 uur: Jaap Graveland, Westeinde 37, Berkenwoude In het weekend van 17 juli (10.00-16.00 uur) en 18 juli (12.0016.00 uur): Herman Groothuis, Oost-Vlisterdijk 42, Vlist Op deze locatie is op zaterdag een scene van ‘Maria en haar Timmerman’ te zien en op zondag de vertelvoorstelling ‘Het Wassende Water’. Hiervoor is reserveren wel noodzakelijk. In het weekend van 24 juli en 25 juli, 10.00 -16.00 uur: Greethje van Royen en Jaap van der Laan, Zuidbroek 138, Bergambacht Zaterdag 31 juli, 10.00-16.00 uur: Elize RehorstAnker van de Lekbongerd, Lekdijk West 85, Schoonhoven Op deze locatie is ’s middags enkele keren de vertelvoorstelling ‘Stoombootje in de Mist’ te beluisteren.

godvruchtige boerenbevolking. Zijn eigen leven daarentegen reikte verder dan het polderlandschap. Als zoontje van een armelijke joodse koopman ontwikkelde hij zich tot een onstuimige jongeman, die rooms-katholiek werd en met zijn joodse vrouw een groot gezin stichtte. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij voor Radio Oranje in Londen en werd hij omroepleider van de Curaçaose Radioomroep. Na de bevrijding moest hij accepteren dat zijn vrouw en vijf van hun kinderen in Auschwitz zijn omgebracht. In 1946 overleed hij bij een vliegtuigongeluk. Hij is begraven in Oudewater. D

W

at gebeurt er zoal in de Herman de Man-maand? In diverse plaatsen komen er wandelingen, variërend van een ommetje tot literaire wandeling en uitgebreide HdMstadswandeling. Ook zijn er torenbeklimmingen en vaartochten, koetsenrit met authentiek gerij, oldtimer trekkerrit, vertelvoorstellingen, eenacters, een boelhuis. Diverse historische verenigingen, bibliotheken, musea en boerenbedrijven werken mee. Enkele stadsdichters en ook de Polderdichter Krimpenerwaard schrijven een gelegenheidsgedicht. De activiteiten zijn zoveel mogelijk op zaterdag en zondag (overdag); meestal tussen 10.00 -16.00 uur. In Oudewater, de ‘stad van Herman de Man’, is op 8 juli de officiële opening van de maand gepland. Vanuit IJsselstein vindt op 28 juni het dictee van Herman de Man plaats. Kijk voor meer info op www.hermandeman.nl. D

W

ie is Herman de Man? Herman de Man (1898-1946), geboren in Woerden, is een bijzondere persoonlijkheid. Hij beschrijft in zijn boeken het plattelandsleven rond 1900. Een chroniqueur van een ‘typisch Hollandsche’ streek. Hij gebruikte authentieke boerderijen, huizen, slootjes, kwakels, herbergen en figuren als stof voor zijn werk. Hij is vooral bekend door zijn roman Het Wassende Water, die als televisieserie enkele malen met groot succes is herhaald. In zijn boeken gaf De Man een indringend beeld van genoemde gebieden, de polders en hun

door het geliefde land van HERMAN DE MAN: de LOPIKER- en KRIMPENERWAARD WAARDVOGEL | JUNI 2021 25


Rosse metselbij Succesverhaal insectenhotel in de Idylle Loetbos Joke Colijn, foto’s: Max Ossevoort In het najaar van 2012 heeft de NVWK in samenwerking met de Vlinderstichting de eerste Idylle aangelegd in het Loetbos, op terrein van de Groenalliantie Midden-Holland, dat nu beheerd wordt door Staatsbosbeheer (SBB). De beheerder (toen nog Groenservice Zuid-Holland, GZH) stelde hiervoor achter de Hendrikshoeve een paar percelen ter beschikking, die toen al minstens twintig jaar waren verschraald door consequent maaien en afvoeren. Dat moest toch een prachtig resultaat opleveren! Het inzaaien met kruidenrijk mengsel gebeurde op initiatief en o.l.v. onze toenmalige coördinator van de planten- en de landschapswerkgroep, Patrick Heuvelman. Een Idylle zoals de Vlinderstichting promoot, is bedoeld voor vlinders, bijen én mensen. D

D

e eerste jaren viel de gehoopte bloemenweelde over het algeheel tegen. Onze verwachtingen waren te hoog gespannen geweest. Dit geeft maar weer eens aan hoe moeilijk het is om op een ooit rijk bemeste veenbodem kruidenrijkdom te realiseren; ook de Vlinderstichting had hier nog geen ervaring mee. Inmiddels zien we nu in de Idylle in het Loetbos zachtjes aan de ontwikkeling naar meer kruiden doorzetten. In 2016 heeft de NVWK een groot insectenhotel in L-vorm gebouwd op een van de percelen van de Idylle. Het verblijf is zo geplaatst dat je maar even van het pad af hoeft om de bewoners te bewonderen. Het idee was de insecten naast nectar en stuifmeel, ook gelegenheid te bieden om te overwinteren en zich voort te planten. Wilde bijensoorten staan erg onder druk, en hebben allemaal verschillende behoeften voor zowel hun voedselplanten als voor nestgelegenheid. We hadden ons goed ingelezen en er is een grote variëteit aan huisvestingsmaterialen gebruikt voor de inrichting van het hotel. De eerste jaren zagen we er op zonnige dagen wel wat bijtjes, sluipwespen en zweefvliegen bij, maar geen noemenswaardige aantallen. Inmiddels is het hotel ‘ontdekt’ en nu zien we een omslag naar goede bezetting: op een mooie dag zoemt het dat het een lieve lust is; hieraan kunnen we ook merken dat het voedselaanbod is gestegen.

V

orig jaar noteerde Max 36 rosse metselbijen in april, tegenover 120 dit jaar. Op 13 mei jl. vlogen er ongeveer 350 rosse metselbijen! Uiteraard zien we meer soorten bij dit hotel, maar dit zijn indrukwekkende aantallen van deze solitaire bijensoort. Sommige mensen worden door het gezoem van de vele bijen afgeschrikt, maar deze bij is absoluut niet agressief of gevaarlijk voor mensen. Je kunt dus met een gerust hart dichtbij komen om hun gedrag bekijken.

D

e rosse metselbij is de bekendste bij uit de familie behangersbijen. Door de vrij dikke rossige beharing kreeg dit stevige bijtje het eerste deel van haar naam. Omdat deze bijen eitjes afzetten in holten van bomen, muren of kunstmatig aangeboden nestmateriaal en die vervolgens dichtmetselen, heten ze verder ‘metselbij’. Linnaeus kende dezelfde verwarring als wij: op de foto’s lijkt het alsof er meerdere soorten bijen door elkaar vliegen. Dat heeft bij hem geleid tot verschillende officiële Latijnse benamingen voor mannetjes en vrouwtjes; toen veel later bleek dat het om dezelfde soort ging, werd dit gecorrigeerd. Bij nadere beschouwing door Johan van ’t Bosch van Kenniscentrum EIS bleken de bijen op

26

WAARDVOGEL | JUNI 2021

onze foto’s ook mannetjes en vrouwtjes, en afgevlogen bijen naast vers uitgekomen bijen. Mannetjes zijn ongeveer 8 mm groot, vrouwtjes wel 12 mm. Ze lijken wel wat op honingbijen met hun gestreepte lijfjes, maar honingbijen zijn nog iets groter dan de vrouwtjes en hebben niet zoveel beharing. Een ander verschil met honingbijen is dat honingbijen stuifmeel in klompjes aan de achterpoten verzamelen, en metselbijen in een zogenaamde buikschuier: lange haren aan de onderkant van het achterlichaam. Bijen met stuifmeel aan de poten of aan de buikschuier ongeacht welke soort, zijn altijd vrouwtjes. Mannen verzamelen niet. Dan kunnen er ook nog gehoornde metselbijen (Osmia cornuta) en rosse metselbijen door elkaar vliegen. Dat gaat in goede harmonie maar maakt het nog verwarrender voor de leek. Gehoornde metselbijen zijn feller oranje gekleurd dan rosse metselbijen en beide geslachten zijn ongeveer 2 mm groter, 10-15 mm. Door de sterke beharing lijken vooral de vrouwtjes een beetje op hommeltjes. Het meest opvallende verschil is dat rosse metselbijen een zwart puntje aan het achterlijf hebben, terwijl dat bij de gehoornde geheel oranjeachtig is. Mannetjes van beide soorten (van bijna alle soorten) hebben langere voelsprieten (antennen) dan de vrouwtjes om snel een vrouwtje te kunnen detecteren. De vrouwtjes van beide soorten hebben - behalve antennen – laag tussen de ogen twee naar voren gerichte hoorntjes aan de voorzijde

Bijenmannen hebben een (hoewel kort) ‘luizenleven’, wachtend op hun kans om een vrouwtje te bevruchten. De witte gezichtsharen die de mannetjes kenmerken zijn goed te zien. De onderste bij zit op het achterste deel van het borststuk vol met mijten, wat hem waarschijnlijk verzwakt.


Rosse metselbijen gefotografeerd bij het insectenhotel in het Loetbos. V.l.n.r.: vrouwtje (rossige beharing lijfje, hoorntjes met wat moeite te zien; paring (mannetje duidelijk kleiner, hoorntjes vrouwtje net zichtbaar; nogmaals paring (wit gezichtshaar man goed zichtbaar) sonnend vrouwtje (beharing van buikschuier goed te zien); nogmaals rustend vrouwtje (donker gezichtshaar, korte voelsprieten); mannetje (smaller, lange antennen, wittige beharing)

van de kop, de naam ‘gehoornde metselbij’ zou dus net zo goed aan rosse metselbijen gegeven kunnen zijn. Mannetjes van beide soorten hebben witte haren op het zwarte ‘gezicht’, vrouwtjes zwarte. Maar bij oudere bijen worden de haren lichter…

D

eze wilde bijensoorten zijn goed te houden in bamboestengels of verhoute stengels van bijvoorbeeld kaardenbol of andere plantensoorten met een holle stengel, zoals riet. Zaag of knip stengels door in het midden van twee knooppunten, zodat er een open en een dichte kant is. Zorg dat de zaagkanten niet splinterig zijn (of schuur ze glad), want bijen zijn zuinig op hun vleugeltjes. De diameter van de openingen kan variëren van 2 tot 9 mm. Hoewel rosse metselbijen niet erg kieskeurig zijn voor wat betreft de diameter, zijn de kleinste openingen niet geschikt; daar maken nog veel kleinere bijtjes of zeer beweeglijke, slanke zwarte graafwespen gebruik van. Wij zien ook prachtig gekleurde tandgoudwespjes (Chrysis ignita), een koekoekswesp van 6-10 mm. Ze hangen rond bij de ingang van de nestgang en zodra de metselbij even weg is, leggen ze razendsnel een eitje bij het eitje van de bij. De larve van de wesp komt eerder uit en eet de bijenlarve op. De metselbij begint achterin het buisje met leggen: eerst verzamelt zij tegen de achterwand stuifmeel. Daarna gaat ze achterstevoren de nestgang in en dan legt ze een eitje op het voedsel en vervolgens

D

e vliegperiode is van april tot en met juni. Mannetjes lopen iets eerder uit – ze zitten ook handig vooraan - als het weer meezit al in maart. Hun enige levensdoel is met hun langere antennen vrouwtjes vinden en bevruchten. Metselbijen hebben een voorkeur voor stuifmeel van fruitbomen, maar ze bestuiven ook bloemen en sommige groenten, en worden om die reden net als aardhommels, steeds meer commercieel gehouden, zelfs in kassen. Als je een aantrekkelijke tuin voor bijen en hommels hebt én je biedt nestgelegenheid, dan kun je bijna altijd na verloop van tijd rosse metselbijen verwachten. De gehoornde metselbij komt meer voor in het zuiden van ons land maar wordt steeds noordelijker waargenomen, waardoor de verwarring bij determinatie nog groter wordt. Uiteraard is het een uitdaging om te proberen de bijen die je ziet te determineren, maar het allerleukst blijft toch om hun gedrag te bekijken rond je eigen bijenhotel – of in het Loetbos! Daarmee zul je dan moeten wachten tot volgend jaar, want in juni stopt de actieve periode en pas volgend voorjaar vliegen de nieuwe bijtjes uit. Ongetwijfeld zullen de aantallen daar weer groot zijn, aangezien we heel veel dichtgemetselde stengels zagen. D

Zoekplaatje. Tenminste vier vrouwtjes zijn bezig met eileg in de stengels van rietmatten op dit kleine gedeelte van het insectenhotel.

metselt ze de cel dicht tot een wandje, met een soort specie uit een klier en met aarde. Daartegenaan komt het volgende bergje stuifmeel met een eitje erop, en zo verder. Achterin legt ze bevruchte eitjes, voorin onbevruchte. Uit de onbevruchte eitjes komen mannetjes, en achterin zitten de vrouwtjes. De eitjes komen na enkele dagen uit en de larfjes eten het stuifmeel op. Zodra het voedsel op is verandert de larve in een pop die in dat (lange) stadium overwintert. In het voorjaar ontpoppen de dan volwassen insecten, die zich een weg naar buiten knagen door de wandjes.

Het in 2016 gloednieuwe insectenhotel. Een groot aantal vrijwilligers bouwde enthousiast het insectenhotel.

WAARDVOGEL | JUNI 2021 27


Natuurwetgeving bij sloop, (ver)bouw en renovatie Marielle van Gemeren, werkgroep Ruimtelijke Ordening, i.s.m. Stefan van der Heijden, coördinator uilenwerkgroep Het is geen nieuws meer als we horen dat het met veel vogel-, dieren- en plantensoorten niet goed gaat in de wereld. Dit komt grotendeels door de menselijke invloed op de natuur. Om deze soorten en de leefgebieden te beschermen zijn er Europese en nationale wetgevingen gemaakt. In Nederland zijn deze Europese regels en de nationale regels m.b.t. natuur vastgelegd in de Wet natuurbescherming. In dit artikel licht ik een stukje uit de Wet natuurbescherming toe, die van toepassing is op sloop, bouw, verbouw en renovatie. D

W

anneer u een nieuwe schuur laat bouwen is meestal een omgevingsvergunning benodigd van de gemeente. De gemeente zal bij de aanvraag altijd om een natuurtoets vragen. Wanneer u echter een oude schuur wilt slopen, een dak wilt laten vernieuwen of de spouwmuren gaat isoleren, is daar niet altijd een vergunning van de gemeente voor nodig. Toch is dan ook de Wet natuurbescherming van toepassing. Onderzoek naar gebouwbewonende soorten kan uitsluitsel geven of er sprake is van deze soorten en hoe daar rekening mee kan worden gehouden. Dit is niet altijd bij iedereen bekend en daardoor kunnen dieren die afhankelijk zijn van het gebouw soms in het gedrang komen.

E

r zijn drie belangrijke artikelen in de wet natuurbescherming die bij sloop of renovatie een rol spelen: Artikel 3.1 Het is verboden vogels van de Vogelrichtlijn: * opzettelijk te doden of vangen (lid 1) * opzettelijk vernielen of verstoren nestplaatsen, rustplaatsen en eieren of nestplaatsen wegnemen (lid 2) * eieren rapen en onder zich hebben (lid 3) * opzettelijk verstoren vogels (lid 4) indien wezenlijke invloed op staat van instandhouding (lid 5) Artikel 3.5: Het is verboden Europees beschermde soorten * opzettelijk te doden of te vangen (lid 1) * opzettelijk te verstoren (lid 2) * eieren opzettelijk te vernielen of te rapen (lid 3) * voortplantingsplaatsen of rustplaatsen te beschadigen of te vernielen (lid 4) * planten opzettelijk te plukken, te verzamelen, af te snijden, ontwortelen of te vernielen (lid 5) Artikel 3.10, lid 1: Andere soorten (Alleen nationaal beschermd, alle inheemse soorten) * opzettelijk te doden of te vangen (a) *vaste voortplantings- of rustplaatsen opzettelijk te beschadigen of te vernielen (b) * planten opzettelijk te plukken, te verzamelen, af te snijden, ontwortelen of te vernielen (c)

H

uismussen, uilensoorten (en dan met name bos-, kerk- en steenuil), vleermuizen, gierzwaluwen, huis- en boerenzwaluw en zelfs de steenmarter, kunnen hun verblijfplaats in een gebouw hebben. Deze vogels en dieren zijn beschermd onder de verschillende hierboven genoemde artikelen. De ene soort is wat zwaarder beschermd dan de andere. Wanneer een onderhoudsbedrijf of aannemer de verbouwing, sloop of renovatie uitvoert, dan is het bedrijf verplicht rekening te houden met beschermde soorten en mag pas met de

28

WAARDVOGEL | JUNI 2021

werkzaamheden worden gestart als aantoonbaar onderzoek is uitgevoerd. Om vast te stellen of er in het gebouw daadwerkelijk dieren voorkomen kan een ecoloog een zogenaamde natuurtoets of een quickscan uitvoeren waarbij hij aan de hand van sporenonderzoek en gebouwkenmerken in kaart brengt welke soorten kunnen voorkomen in het gebouw. De ecoloog maakt voor zijn onderzoek ook gebruik van bronnen om te kijken welke beschermde soorten er in de omgeving voorkomen. De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) is de belangrijkste bron voor de ecoloog. Hierin worden alle tellingen van waarneming.nl, Sovon, Floron, Eis en andere natuurorganisaties ontsloten in een grote databank. De hoofdleverancier voor de NDFF is waarneming.nl en dan alleen de gevalideerde (goedgekeurde) waarnemingen. Het is dus van belang om waarnemingen goed (volledig, bij voorkeur met foto/ geluid etc) in te voeren. Ook die misschien wel heel erg algemene, voor u overbekende huismus of gierzwaluw in uw straat. Een huismus is vaak goed zichtbaar, maar of en hoeveel broedplaatsen er daadwerkelijk zijn, wordt in een nader soortenonderzoek verder in kaart gebracht. Bij vleermuizen is het lastiger te zien. Een onderzoek naar vleermuizen neemt veel tijd in beslag. Een vleermuis gebruikt namelijk verschillende verblijfplaatsen op verschillende manieren. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van zomer- of voorplantingsverblijfplaatsen. Zo kan het dus zijn, dat vleermuizen maar een aantal weken per jaar in een gebouw aanwezig zijn. Om het precieze gebruik van het gebouw vast te kunnen stellen moet een ecoloog dus door het jaar heen op verschillende tijdstippen komen onderzoeken of er in het gebouw functies voor deze soorten aanwezig zijn. Dit kan leiden tot vertraging van een plan. Het is daarom van belang om op tijd te beginnen met onderzoek.

D

e Wet natuurbescherming schrijft voor dat wie wil gaan renoveren of slopen, een ontheffing nodig heeft als er beschermde soorten in het gedrang komen. Door op tijd onderzoek te (laten) verrichten komen eventuele risico’s op tijd in beeld. Wanneer blijkt dat er daadwerkelijk verblijfplaatsen in het gebouw zijn en deze worden als gevolg van de sloop of renovatie verstoord of vernietigd, is dit zonder maatregelen een overtreding van de wet. Om dit te voorkomen moet een ontheffingsprocedure worden doorlopen. De provincie is het bevoegd gezag voor de Wet natuurbescherming. De omgevingsdiensten zijn belast met de uitvoering van de beoordeling van ontheffingsaanvragen. Ook dit is weer een langdurig proces. De procedure duurt gemiddeld 20 weken plus nog 6 weken ter inzagelegging. In een ontheffingsaanvraag, die men bij de omgevingsdienst moet


indienen zal om een activiteitenplan gevraagd worden. Hierin worden de maatregelen beschreven die ervoor zorgen dat de soorten niet geschaad worden. De eisen uit de wet zijn bijna altijd in te passen in een sloop-, bouw- of onderhoudsproject. Soms vraagt dat wel een aanpassing in de planning of het maken van voorzieningen zoals het plaatsen van vleermuiskasten of nestkasten voor huismus of steenuil op een plek in de buurt van de oorspronkelijke verblijfplaats. Een ecoloog kan dit proces begeleiden. Wanneer u gaat slopen moet u dit zelf regelen, maar wanneer u een bedrijf inhuurt, zijn zij samen met u verantwoordelijk hiervoor. Er is een makkelijke checklist om te beoordelen of zo’n onderzoek benodigd is, zie onder aan deze pagina.

H

oe gaat het in dan in praktijk binnen onze werkgroepen? Als voorbeeld de uilenwerkgroep. De uilenwerkgroep plaatst en controleert diverse uilenkasten die voor kerk- en steenuil bedoeld zijn. In totaal circa 160 stuks. Bij broedgevallen worden de jongen, en eventueel aanwezige ouders, geringd. De bosuil is vrij algemeen en een soort die het goed doet. Hiervoor worden niet actief kasten geplaatst en gecontroleerd. Wel wordt geprobeerd de bosuil zo veel mogelijk in kaart te brengen, zonder daarvoor standaardtellingen te houden. Jaarlijks worden er op diverse locaties (zowel in natuurlijke broedplaatsen of in bosuilkasten die mensen of organisaties zelf hebben opgehangen) diverse bosuilen geringd. Voor ransuilen geldt min of meer hetzelfde als voor bosuil. Bij ransuilen ligt de focus ’s winters op inventariseren (zoeken) van de roestplekkenen en in het

late voorjaar of zomer op het opsporen van locaties waar gebroed is door roepende jongen te zoeken. Het ringen van jongen is bij ransuilen een zeldzaamheid. Meldingen die binnenkomen en waarnemingen die we zelf doen van bos- en ransuilen worden zo veel als mogelijk ingevoerd op waarneming.nl, al dan niet vervaagd/onder embargo.

V

an alle broedgevallen waarbij geringd wordt, houden we nestkaarten bij die we naar Sovon insturen. We dachten daarmee de NDFF ook te vullen. Recent ontdekten we dat dit niet zo is. Sovon heeft met de landelijke uilenwerkgroepen STONE (Steenuil Overleg Nederland) en KWN (stichting Kerkuilen Werkgroep Nederland) afgesproken om de gegevens van de nestkaarten niet in de NDFF over te nemen. Dit is vooral ter bescherming van locatiegegevens. Overigens is hierover vanuit STONE of KWN geen ruggespraak hierover met (uilenwerkgroep van) NVWK geweest. Niet direct en ook niet indirect: via de uilencoordiantor van Zuid-Holland waar de uilenwerkgroep goede contacten mee heeft. Hier hebben we dus een manco: de uilenwerkgroep weet veel, registreert keurig de gegevens en levert die aan aan Sovon, maar deze data worden door Sovon vervolgens niet beschikbaar gesteld aan de NDFF en zijn dus ook niet inzichtelijk voor een ecoloog die een natuurtoets moet doen voor een bouwproject. elukkig is de NDFF niet de enige bron die een ecoloog (of de initiatiefnemers) in zijn/hun bronnenonderzoek kan/kunnen raadplegen. Steeds vaker weten ecologische adviesbureaus, maar bijvoorbeeld ook de provincie Zuid-Holland zelf, de uilenwerkgroep te

G

WAARDVOGEL | JUNI 2021 29


Voor al uw boekhoudzaken, belastingadviezen, belastingaangiften en loonadministraties Ook over uw privé-aangiften geven wij u graag advies.

Meidoornstraat 3-F 2861 VH BERGAMBACHT

Telefoon : 0182 - 351240 E-mail

: info@verwaaladministratie.nl

Benedenkerkse weg 41a 2821LA Stolwijk www.groenehart-tuinenparktechniek.nl

Uw Stiga dealer voor de krimpenerwaard


vinden bij ruimtelijke ontwikkelingen (sloop, renovatie, nieuwbouw etc.). Er wordt dan gevraagd wat wij weten over de eventuele aanwezigheid (verblijf- of broedplaatsen) van uilen, op bepaalde locaties óf in de omgeving ervan. Als broed- of verblijflocaties verloren gaan, en er dus verplicht gecompenseerd of gemitigeerd moet worden, is het heel erg belangrijk wat er aan vervangend aanbod voor broed- en verblijfplaatsen is rondom de locatie die verloren gaat. In principe werken wij aan deze onderzoeken mee, met een duidelijke voorwaarde: de informatie is vertrouwelijk en mag niet openbaar gemaakt worden, bijvoorbeeld in rapportages. Afhankelijk van de locatie, de verstoringsgevoeligheid van betreffende uilen en rekening houdend met de privacy van de kasthouders nemen we contact op met betreffende kasthouders, om toestemming te vragen om de informatie door te zetten in

het belang van de uilen.

B

ovenstaande illustreert dus hoe we indirect (broed- en verblijflocaties van) uilen beschermen. Alleen is dit passief: we reageren op vragen die aan ons gesteld worden. Soms gebeurt ook het omgekeerde: wij krijgen via-via te horen van voorgenomen werkzaamheden op locaties waarvan we weten dat er uilen voorkomen. In dat geval brengen we dit actief onder de aandacht van de initiatiefnemer van de betreffende werkzaamheden, om daarmee de uilen zo optimaal mogelijk te beschermen. Hiervoor werken we steeds meer samen met de werkgroep Ruimtelijke Ordening. Deze samenwerking is pas recent en kan verder geoptimaliseerd worden. D

Vrije val steenuilen 2021 Triest en historisch dieptepunt Stefan van der Heijden, coördinator uilenwerkgroep Het is in het staartje van mei als ik dit schrijf. De controles zijn afgerond van alle steenuilkasten die bij de uilenwerkgroep bekend zijn. Dit leverde een toch wel onthutsende uitslag op: 1 broedgeval en op 2 locaties activiteit zonder dat er gebroed wordt in de kasten. Totaal 3 territoria. Dit is een uniek, historisch dieptepunt. De afgelopen jaren schommelde het aantal bij ons bekende territoria tussen 8 en 10; met hierbij 6 – 9 broedgevallen. In 2020 kenden we 7 broedgevallen/territoria, nu dus 1 broedgeval. Een afname van 6…. D

H

et seizoen is nog niet voorbij. Het broedseizoen voor de steenuil is wel op zijn hoogtepunt. Steenuilen kennen een vrij vaste broedperiode en hebben in de regel altijd één legsel. De kans dat er nog een nieuw broedgeval in 2021 zal komen is praktisch nul. Dat het seizoen nog niet voorbij is betekent alleen dat er soms later in een seizoen nog informatie binnen druppelt over broedgevallen of een bezet territorium. Gezien de historie van afgelopen jaren is de verwachting dat dat hooguit een enkel geval kan zijn. Het is dus een illusie dat dit jaar nog in de buurt van het gemiddelde van afgelopen jaren zal komen. In het verleden, en ook nu naar aanleiding van deze teleurstellende resultaten, rees regelmatig de vraag of de steenuil ooit uit de Krimpenerwaard zal verdwijnen. We kunnen uiteraard niet in de toekomst kijken, maar deze zorg leeft echt binnen de uilenwerkgroep

en ook daarbuiten. Wanneer je de trend over een veel langere periode bekijkt en dit seizoen in ogenschouw neemt is de kans reëler dan ooit.

W

e gaan binnen de uilenwerkgroep dit jaar (opnieuw) bekijken of er nog mogelijkheden zijn om het tij te keren. We moeten daarbij de oorzaak van de teruggang door de jaren heen en de oorzaak van de spectaculaire vrije val 2020 – 2021 weten om daar iets mee te kunnen. Deels zijn er al oorzaken bekend of verondersteld: •Het verdwijnen van de ‘traditionele’ (rommelige) boerenerven. •De toename (hoewel dit een aanname is - hier moeten we ons eens goed in verdiepen) van de bosuilen. De combinatie van bosuil – steenuil is over het algemeen in de Krimpenerwaard een slechte. •Afname van biodiversiteit in het algemeen. •De relatief strenge winter begin 2021. En dan met name het langdurige sneeuwdek dat er in die periode lag. •Het koude, natte voorjaar en daarmee de invloed op het voedselaanbod.

E

r is dus huiswerk voor de uilenwerkgroep te doen. We gaan over de zorgelijke stand in gesprek met uilenwerkgroepen in ZuidHolland en gaan ook bij STONE (de landelijke ‘club’ voor steenuilen) aankloppen. We maken ons hard om te voorkomen dat er op een gegeven moment geen steenuilen meer in de Krimpenerwaard te vinden zijn. D

Een jonge steenuil tijdens het ringen in Lekkerkerk in 2018. Gaan dit ringen en dit beeld in de toekomst verdwijnen?

WAARDVOGEL | JUNI 2021 31


Zwarte sterns Coördinatorschap voor hele Krimpenerwaard Teks en foto’s pag. 32: Max Ossevoort Toen ik 20 jaar geleden in de Krimpenerwaard kwam wonen werd ik al heel snel door Wim Sloof en Joke Colijn betrokken bij het monitoren van de zwarte stern-vlotjes die zij al jaren uitlegden. Ik kende de zwarte stern al uit de zeventiger jaren, toen ik in Steenwijk woonde waar ik per kano bij Giethoorn jaarlijks op zoek ging naar die kleine sterns die daar (in de voor toeristen afgesloten en dus verboden gebieden!) broedden. De vogel fascineerde mij, maar bleef destijds door gebrek aan informatie voor mij ook een beetje mysterieus. Onnodig te zeggen dat er niet veel voor nodig was om mijn interesse voor deze bijzondere vogel na al die jaren weer te wekken en ik kan zeggen dat ik, dankzij Wim en Joke maar zeker ook door Jan van der Winden, het internet en inmiddels mijn ervaringen, de behoeften van deze vogel beter ben gaan kennen en begrijpen. D

D

e zwarte stern is een van de vele vogelsoorten die in Nederland onder druk staat. Deze ‘stikstarten’ of ‘koppenpikkers’, zoals ze hier in de volksmond wel genoemd werden, broedden vroeger op matten van krabbenscheer in moerassige gebieden. Door grootschalige veranderingen in Nederland in de manier waarop wij met onze omgeving omgaan, zijn deze matten verdwenen en broeden ze nu grotendeels op door mensen uitgelegde vlotjes, voornamelijk in het Groene Hart. Dat maakt het werk allemaal veel arbeidsintensiever. Aan de andere kant kun je nu wel gemakkelijker de soort monitoren, want je weet waar ze zitten.

jaar legt het ACK zelfs op veel grotere schaal vlotjes uit. Ik ben van mening dat we onszelf als Krimpenerwaard tekort doen door het niet aanleveren van het totaal aantal paren dat op de vlotjes van de drie partijen in ons werkgebied broedt, naast het feit dat mede daardoor een ondertelling van de landelijke cijfers plaats vindt.

D V

olgens het Sovon Rapport ‘Broedvogels in Nederland 2019’, blz. 89, broedden in 2019 In Nederland naar schatting 1400-1450 broedparen (daadwerkelijk geteld 1270 paar). Tussen de geschatte cijfers en de daadwerkelijk getelde broedparen zit globaal zo’n 150 broedparen verschil. De Krimpenerwaard heeft een relatief grote populatie zwarte sterns, maar navraag leert dan dat bijvoorbeeld alleen de cijfers van de NVWK jaarlijks verwerkt worden in het rapport. En daar wringt voor mij nou net de schoen. Zowel het Zuid-Hollands Landschap (ZHL), al jarenlang, als het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK), sinds vorig jaar, leggen vlotjes uit die óók bezet worden door broedparen zwarte sterns. Vanaf dit De zwarte stern overwintert langs de kust van Afrika ter hoogte van Namibië en keert in het vroege voorjaar terug om te broeden in een gebied dat zich uit strekt van Nederland tot Siberië. Het zwarte stern seizoen in Nederland begint met het uitleggen van de vlotjes eind april en in mei hebben de zwarte sterns (een deel van) de vlotjes bezet. De jonge zwarte sterns zijn medio juli vliegvlug en verdwijnen dan met hun ouders uit onze Krimpenerwaard om zich met sterns van elders te verzamelen en op te vetten, alvorens weer naar hun overwinteringsgebieden te vertrekken.

32

WAARDVOGEL | JUNI 2021

at is de belangrijkste reden waarom ik heb voorgesteld aan het NVWK-bestuur om als coördinator voor de zwarte sterns in de Krimpenerwaard aan de slag te gaan en de cijfers van broedparen in ons gezamenlijke werkgebied samen te voegen en die jaarlijks door te geven aan Sovon. Ook is coördinatie nodig om af te stemmen wie en waar vlotjes uitlegt. En als laatste staat ook informatie- en kennisuitwisseling in de actiepuntenlijst. Inmiddels hebben ook het ACK en het ZHL ingestemd met het voorstel voor samenwerking en zijn we aan de slag gegaan. Vermeldenswaard is dat zowel bij het ACK als het ZHL al meerdere jaren vrijwilligers van de NVWK voor onder andere het monitoren van zwarte sterns, hun werk ondersteunen. De zwarte stern wordt gerekend tot de weidevogels. Vandaar dat jaarlijks de broedresultaten van deze vogel ook vermeld worden in het NVWK-weidevogelverslag. In het verlengde daarvan is het logisch dat de functie van coördinator zwarte stern Krimpenerwaard valt onder de coördinator weidevogelbescherming

I

n 2017 heeft de stichting StreekFonds Krimpenerwaard het Kansenboek Zwarte Stern laten opstellen door Rudi Terlouw, Jan de Jong en Jan van der Winden. Destijds was de NVWK aanwezig bij de officiële uitreiking en mocht ik een van de eerste exemplaren ontvangen. Het Kansenboek*) heeft als streven om van de gemiddeld 150 broedparen in 2017 te komen tot 250 broedparen in 2027 en geeft daarvoor een planning met ideeën en organisatorische handvatten om die doelstelling te


kunnen halen. Dat boekwerk zal ik als leidraad gebruiken voor het invullen van mijn functie.

I

nmiddels heeft er door de drie partijen in het kader van de landelijke broedparentelling Zwarte sterns in de periode van 4 tot 10 juni een telling plaats gevonden en terwijl ik dit schrijf zijn de meeste resultaten al binnen. Een goed begin van de samenwerking! Een totaaloverzicht zal binnenkort op de NVWK website geplaatst worden. De ontvangen cijfers zien er positief uit dus we hopen op een goed seizoen voor deze kleine, fascinerende vogel. D *) Het Kansenboek Zwarte Stern, met daarin ook veel informatie over de zwarte stern zelf, is na te lezen via de QR-code. Een link wordt ook op de NVWK website geplaatst. Het voeren van jonge zwarte sterns door hun ouders is altijd een spectaculair tafereel. Deze fantastische foto’s zijn gemaakt bij de kolonie Oude Wetering in Berkenwoude. Fotograaf: Ton Tettero

WAARDVOGEL | JUNI 2021 33


Grutto WfR-BWm uit Extremadura Foto’s en tekst: Dirk-Jan Saaltink

In de vroege ochtend van 18 april liep ik een rondje Doove Gat nabij Haastrecht. Het was vroeg en nog erg mistig. Er was weinig te zien, maar gelukkig wel veel te horen. De snor, rietzanger en blauwborst probeerden boven het gekrijs en geschreeuw van kokmeeuwen en grauwe ganzen uit te komen. Toen ik halverwege de ronde was, op het stukje fietspad tussen de Vlist en het Doove Gat kwam ik een grutto met kleurringen tegen. Twee dagen eerder had ik de vogel ook al gezien. Omdat de vogel op het fietspad bleef staan roepen, kon ik van een afstand foto’s maken via de telescoop. Ik meende aan de rechter poot een gele vlag en een rode ring te zien en aan de rechter poot een groene, gele en een metalen ring. D

E

enmaal thuis gekomen ging ik op internet zoeken wat die kleurcode precies kon betekenen. Ik kwam er niet helemaal uit en mailde toen het gruttokleurringproject van de Rijksuniversiteit Groningen met de vraag of zij wisten om welke vogel dit ging. Zij mailden snel terug. Dit kon geen vogel van Groningen zijn, maar een in Spanje geringe grutto. Meteen werd ik doorgeschakeld naar Spanje. Al snel kreeg ik antwoord van de Conservation Biology Research Group verbonden aan de University of Extremadura. Dit was inderdaad een van ‘hun’ vogels. Ze stuurden ook een ‘Life history report’ mee, waarin de gegevens van de vogel stonden vermeld. De vogel was op 2 februari 2013 geringd in de Rice fields of Hernán Cortés, Don Benito, Extremadura, Spanje. Dit mannetje was al volwassen toen hij geringd werd, dus minstens 8 jaar oud. Je kon ook aan de ringen goed zien dat de vogel al even rond vloog, want ik had me behoorlijk vergist in de kleuren. Het bleek niet te gaan om een gele vlag, maar om een witte vlag. Aan de andere poot had de vogel een blauwe en een witte ring (ipv groen en geel).

34

WAARDVOGEL | JUNI 2021

D

at aflezen en terugmelden nuttig is, bleek ook uit de lijst die ik kreeg toegestuurd. De grutto was al binnen 20 dagen na het ringen gezien in het Noord-Hollandse Ouderkerk aan de Amstel. In 2016 was de vogel blijkbaar snel klaar met broeden in Nederland, want hij was op 17 juni al weer gezien in Senegal. In februari 2017 was de vogel bij Gouda waargenomen en in dezelfde periode drie jaar later (2020) weer in Ouderkerk aan de Amstel. Dit jaar (2021) was de vogel op 18 februari nog in Extremadura waargenomen en twee maanden later zag ik de vogel bij Haastrecht. Hij leek samen met een vrouwtje een territorium te verdedigen.

O

f hij er nog zit weet ik niet. Mocht u ‘Whiteflag-Red_Bleu-Whitemetal’ (WfR-BWm) spotten, laat het de Spanjaarden even weten. D


Grutto’s terug in de Krimpenerwaard Camilla Dreef, bronnen: https://www.facebook.com/GruttosKrimpenerwaard/ en https://www.globalflywaynetwork.org/

Op bovenstaande Facebookpagina zijn de belevenissen te volgen van in 2020 met een satellietzender uitgeruste Krimpenerwaardse grutto’s Annemieke, Sietse en Johan, drie van de vijf gezenderde grutto’s die zijn teruggekeerd van hun winterverblijf. Het zenderonderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de provincie Zuid-Holland door Lowland Ecology Network van Jan van der Winden, en door Camilla Dreef. Dit gebeurt in samenwerking met de Stichting Het Zuid-Hollands Landschap (ZHL), Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK) en de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard (NVWK). Camilla plaatste het volgende op Facebook en we citeren met toestemming [red]. D 21 april 2021 ohan heeft een nest Terwijl gruttoman Annemieke met partner nog druk met foerageren zijn, ligt Johan op de eieren. Zijn nest ligt op hetzelfde perceel als vorig jaar. Sietse was met drie andere mannen aan het strijden om een vrouw. Het is in ieder geval genieten op het moment in polder De Nesse.

J

10 mei 2021

G

rutto 8 in polder Bergambacht Deze grutto werd vorig jaar gevolgd met een radiozender die hij na het ruien weer is verloren, maar hij is nog wel herkenbaar door zijn kleurringen. Grutto 8 zat 22 februari in rijstvelden in Portugal en 27 februari in de Munnikenpolder, Leiderdorp. Nu is hij weer in polder Bergambacht om te broeden.

21 mei 2021 rutto’s volgen in de Krimpenerwaard in 2021 Sinds 2020 worden er enkele grutto’s gevolgd met zenders in natuur- en agrarisch gebied in de Krimpenerwaard in opdracht van Provincie Zuid-Holland. In beide studiegebieden is het leefgebied voor grutto’s verbeterd. In polder De Nesse (Stichting Het Zuid-Hollands Landschap) is het waterpeil verhoogd en zijn oevers afgevlakt en in polder Bergambacht en Vlist (Agrarisch Collectief Krimpenerwaard/ Weidehof Krimpenerwaard) liggen plasdras- en kruidenrijke percelen in het kader van agrarisch natuurbeheer. De vraag is hoe de grutto’s met hun kuikens deze gebieden gebruiken en of het ze lukt om succesvol jongen groot te brengen. We volgen de gezenderde grutto’s achter de computer, maar kijken ook in het veld wat ze doen. In 2020 volgden we vijf paar grutto’s, maar zij slaagden er allemaal niet in om hun kuikens groot te brengen. Dat was in lijn met het landelijk beeld dat in 2020 vrijwel nergens jongen groot werden. Twee van de zendergrutto’s (Mariëlle en Jaco) zijn tijdens de zomer overleden. Vermoedelijk werd Mariëlle gepredeerd op het nest en Jaco gepakt door een slechtvalk in de Biesbosch. De zendergrutto’s in De Nesse (Annemieke, Sietse en Johan) verbleven daar tot het moment van vertrek naar het zuiden. Ze maakten dus geen gebruik van andere voedsel- en rustgebieden voor de trek. Annemieke en Johan overwinterden in West-Afrika en Sietse in Spanje. Eind maart waren ze alle drie weer terug in polder De Nesse. In mei 2021 werden vijf nieuwe grutto’s uitgerust met een zender. De grutto’s dragen de naam van betrokkenen uit de omgeving. Een zesde grutto moet nog een zender krijgen. De Nesse:

G

- Ninouk, vernoemd naar Ninouk Vermeer het voormalige regiohoofd Veenweiden van het Zuid-Hollands Landschap. - Nuria, vernoemd naar de overleden dochter van Rense Kragten, de regiobeheerder van het Zuid-Hollands Landschap. - Diny, vernoemd naar Diny Buisman die onderzoek doet naar grutto’s in de omgeving. Polder Vlist: - Arjan, vernoemd naar Arjan Mulder, de bedrijfsopvolger waar deze grutto is gezenderd. - Limosa, naam gegeven door familie de Jong waar deze gruttoman is gezenderd. 26 mei 2021 rutto Johan liet zich mooi zien vanaf het pad in polder De Nesse.

G

8 juni 2021 rutto Ninouk is de zesde grutto die in de Krimpenerwaard een zender kreeg, nadat vijf andere grutto’s haar in 2020 voorgingen. Ze was de eerste vogel van 2021.

G

8 juni 2021 Grutto Ninouk, foto Sijmen Hendriks rutto Ninouk met haar drie kuikens Vier dagen nadat grutto Ninouk haar zender heeft gekregen liep ze met partner en hun drie kuikens op het perceel van hun nest. Vlak na het maken van een filmpje verdwenen de kuikens uit zicht om beschutting te zoeken in de afgevlakte oever met pitrus. Gefilmd door een telescoop.

G

10 juni 2021 rutto Limosa vliegt sinds 7 mei met een zender rond in polder Vlist.

G

Het loslaten van gruttoman Limosa

WAARDVOGEL | JUNI 2021 35


HelemaalGroen pakt zwerfvuil aan Geeke de Boer Zwerfafval vormt een groot probleem voor mens, dier en milieu. Vogels, vissen en andere dieren zien het afval vaak aan voor voedsel, met alle nare gevolgen van dien. Vaak is het zoveel dat je er een beetje moedeloos van wordt. Maar doe je niks, dan verandert er ook niks. HelemaalGroen stimuleert individuele deelnemers om zwerfafval op te ruimen en dit zichtbaar te maken op de kaart van Nederland. En met succes! Ruim 92.000 opgeschoonde kilometers heeft de app van HelemaalGroen in 2021 al geregistreerd. Dat dit burgerinitiatief gedragen wordt door Nederland is wel duidelijk. D

H

oe het begon Dat alle kleine beetjes helpen bewijst de Stichting HelemaalGroen; een initiatief van gepensioneerd dierenarts Jaap de Boer. Na een val met zijn racefiets adviseerde de fysiotherapeut om tijdelijk te stoppen met fietsen. Wandelen was beter voor zijn herstel. Al wandelend ergerde hij zich aan de hoeveelheid zwerfafval en begon hij het op te ruimen. “Op deze manier wist ik de ergernis om te zetten in iets positiefs met een schonere leefomgeving als beloning”, aldus Jaap de Boer. Goed voorbeeld doet goed volgen, waardoor buurtgenoten al snel ook met een grijper op pad gingen. Zo ontstond het idee voor HelemaalGroen.

D

e HelemaalGroen App HelemaalGroen streeft ernaar om heel Nederland te bevrijden van zwerfafval en maakt daarvoor gebruik van een handige app. Als deelnemer kun je de gratis app downloaden en activeren wanneer je gaat wandelen of fietsen in je buurt, terwijl je onderweg zwerfafval opruimt. De afgelegde route kun je naderhand uploaden waardoor hij als een groen lijntje zichtbaar wordt op de kaart van Nederland. En dan ontstaat er iets indrukwekkends. Door de huidige ruim 6.200 deelnemers begint de kaart van Nederland al aardig groen te kleuren! (zie app.helemaalgroen.nl voor het actuele overzicht). Op het moment dat het groene lijntje op de kaart verkleurd is, weet je dat het meer dan een maand geleden is dat hier zwerfafval opgeruimd is. Je zou de route dan opnieuw kunnen opschonen.

O

pwaartse spiraal Is het een rotzooi, dan wordt de rotzooi alleen maar groter, dat kan iedereen bevestigen. Maar andersom werkt het ook: is het eenmaal opgeschoond dan blijft het ook opvallend langer schoon. Dit is al bewezen in de gemeente Berkelland, waar Jaap woont, maar

Foto: Jaap de Boer 36

WAARDVOGEL | JUNI 2021

dit werkt in de rest van Nederland niet anders. Op het dashboard van de app is goed te zien dat het aantal deelnemers zich gestaag als een olievlek over Nederland verspreidt. Het leuke aan het initiatief is dat iedereen mee kan doen; jong, oud, lopend of in een scootmobiel. Het enige wat je nodig hebt is een handschoen of grijper en een afvalzak. Je verricht een goede daad terwijl je lekker buiten in beweging bent.

D

oe mee! Doe je niks, dan verandert er ook niks. Maar doe je wel iets, dan Bert van Trigt verandert er veel. Daarvan is HelemaalGroen het bewijs. Het begon met één man en is inmiddels een collectief van ruim 6.200 individuen die dagelijks gemiddeld meer dan 600 kilometer opschonen. Doe je ook mee? Meedoen is makkelijk! Vraag bij de gemeente om een grijper en download de HelemaalGroen app in de App Store of Playstore! Activeer de app wanneer je al wandelend of fietsend je omgeving gaat opschonen en naderhand kun je met één druk op de knop je route uploaden. Wordt deelnemer en draag ook jouw steentje bij aan een schone en groene Krimpenerwaard! En mocht je geen deelnemer willen worden maar het initiatief wel financieel willen steunen; inmiddels is HelemaalGroen een ANBI Stichting, wat betekent dat het een stichting is die zich inzet voor het algemeen belang, zonder winstoogmerk. Het voortbestaan van HelemaalGroen is volledig afhankelijk van donaties. Zie voor het doen van een donatie de website: www. helemaalgroen.nl. Met dank aan Bert van Trigt. D


Ecologisch bermonderhoud door HHSK Julia van der Leer, Ondersteuner biodiversiteit bij het Hoogheemraadschap voor Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) Het hoogheemraadschap wilt een nieuwe stap zetten in het ecologisch bermonderhoud en daarbij kansrijke plekken voor biodiversiteit (variatie en rijkdom in dieren en plantensoorten) in kaart brengen. Met aangepast beheer kunnen bermen een waardevolle bijdragen leveren aan biodiversiteit. Bloeiende bermen trekken heel wat insectensoorten aan, die zoeken naar geschikt voedsel en een beschutte leefplaats. Insecten trekken dan weer andere dieren aan zoals spinnen, vogels, zoogdieren en amfibieën. Door samen te werken met verschillende partijen in de Krimpenerwaard werken we aan duurzaam beheer van onze wegbermen. Hiervoor is de hulp van de NVWK en Bui-Tegewoon ingeschakeld, waar veel kennis is over de huidige soortenrijkdom van de bermen en de beste aanpak voor ecologisch beheer. D

I

ntroductie Mijn naam is Julia van der Leer, 21 jaar en sinds 1 maart werk ik als ondersteuner biodiversiteit bij het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Na het behalen van mijn Hbo-diploma watermanagement in juli 2020, heb ik het afgelopen half jaar de premaster ‘Sustainability: Global Challenges and Interdisciplinary Solutions’ aan de Vrije Universiteit in Amsterdam gevolgd. Dit als voorbereiding op de master Environment and Resource Management. De master begint pas in september, wat mij de kans geeft een aantal maanden ervaring op te doen in het werkveld. Met veel plezier houd ik me de komende maanden binnen het hoogheemraadschap bezig met het thema biodiversiteit.

B

iodiversiteit binnen HHSK Het hoogheemraadschap wil een nieuwe stap zetten naar een meer biodivers gebied. En dat is hard nodig: de laatste jaren is de biodiversiteit drastisch afgenomen. Meer dan de helft van de oorspronkelijk in Nederland voorkomende bestuivers wordt bedreigd of is inmiddels verdwenen. Om de huidige biodiversiteitsinzet en het beleid inzichtelijk te maken is er vorig jaar binnen het Programma Duurzaam een rapport over de huidige situatie van biodiversiteit in het gebied opgesteld. Binnen deze inventarisatie is gesignaleerd waar de kansen liggen voor het hoogheemraadschap. Een van de kansen is het uitbreiden van het ecologisch maaibeheer van wegbermen. Komende maanden ga ik daarmee aan de slag. Veel van onze wegbermen in de Krimpenerwaard kennen traditioneel onderhoud. We maaien ze twee keer per jaar. De eerste keer, medio juni, blijft een strook, vaak langs het water, staan voor de biodiversiteit. Tijdens de tweede maaironde in september maaien we alle begroeiing. Een klepelmaaier hakt de vegetatie fijn wat daarna blijft liggen in de berm. De plantenresten composteren en vormen een ideale voedingsbodem voor grassen, brandnetel en soorten als fluitenkruid. Naast traditioneel klepelbeheer is er ongeveer 15 km aan ecologische bermen. De ecologisch bermen maaien we twee keer per jaar gefaseerd, medio juni en medio september waarbij we het maaisel verwijderen. Deze bermen laten dan ook een positief beeld

zien voor de biodiversiteit. De echte sleutel van succesvol ecologisch bermbeheer ligt in vele jaren toewerken naar een hogere kwaliteit door middel van beheer. Bermen hebben vele functies, daarom zijn niet alleen de ecologische afwegingen van belang, maar kijken we met een breed perspectief naar onze bermen. Veiligheid staat voorop. Het uitgangspunt is dat de verkeersveiligheid en de functionaliteit van de wegen niet in het geding komen als gevolg van ecologisch bermbeheer. In de Krimpenerwaard bestaan bermen uit een strook gras- en kruidenvegetatie, waar veel opgaande beplanting aanwezig is of er komen rijen knotwilgen voor. De wegbermen in dit gebied grenzen vrijwel altijd aan water. Dit maakt dat het onderhoud van de wegbermen samenvalt met het onderhoud van de oevers. Dit zorgt voor een aaneengesloten netwerk van water en groen tussen agrarisch landschap, groenelementen en de bebouwde omgeving.

S

amenwerken voor biodiversiteit Voor het versterken van biodiversiteit is samenwerking nodig. Binnen HHSK valt het thema biodiversiteit onder het Programma Duurzaam. Dat neemt niet weg dat het thema relevant is voor diverse afdelingen binnen HHSK, zoals bijvoorbeeld waterkeringen en wegen, watersystemen en afvalwaterketen. Het is van toepassing op meerdere projecten en programma’s en is een overkoepelend thema binnen de afdelingen. Er wordt dan ook samengewerkt met deze afdelingen. Bermbeheer gebeurt immers buiten en er is een belangrijke rol weggelegd voor de beheerders: hun vaktechnische kennis gecombineerd met de juiste achtergrondkennis zal ervoor zorgen dat we de stap naar een biodivers gebied ook waar kunnen maken. Voor onze wegbeheerders is het van belang dat het beheer praktisch uitvoerbaar is, maar ook dat het duidelijk is hoe, wanneer en waar het beheer uitgevoerd moet worden. In overleg met de NVWK en BuiTegewoon werken we aan een duurzaam beheer van onze wegbermen en oevers, met oog voor de natuur en biodiversiteit. Samen zorgen we voor meer biodiversiteit in de Krimpenerwaard. D WAARDVOGEL | JUNI 2021 37


Verblijf in een ‘heidehuisje’ met een eigen vogelkijkhut grenzend aan een natuur- en stiltegebied. Nico de Haan ging u voor: ‘Als je niet aangestaard wordt door de Schotse Hooglanders dan word je wel begluurd vanaf de kale topjes van het struikgewas door de roodborsttapuiten’. Nieuw is een laadpaal voor elektrische auto’s. Kijk op: www.heidehuisje.nl of bel 06-81525089

WELKOM IN HET REESTDAL

De kracht van voeding  

Persoonlijke begeleiding Projecten duurzame & gezonde voeding Educatie, workshops & lezingen Arike Mijnlieff Voedingsdeskundige & therapeut

Tuinontwerp en hoveniersbedrijf

'Projecten in het groen' ontwerp beplantingen onderhoud

06 - 25 524 787 Van der Giessenweg 49 - 1ste etage 2921 LP Krimpen a/d IJssel info@praktijkdegroenling.nl

www.praktijkdegroenling.nl

www.projecteninhetgroen.nl

0 6 . 5 4 2 1 3 9 8 8


Eendenleed Het wee van een aantal wilde eendenfamilies Stefan van der Heijden Inmiddels woon ik ruim 15 jaar in Krimpen aan den IJssel langs de IJsseldijk, op de overgang tussen bebouwde kom en de polder. Ik woon met ons gezin in een klein rijtjeshuis. Voor een rijtjeswoning hebben we hier een relatief grote tuin; circa 800 m2. In de tuin wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met vooral wilde dieren en in mindere mate ook met wilde planten. Mijn doel is een aantrekkelijke en ecologisch waardevolle tuin te hebben. En dat lukt redelijk goed. Toen we een aantal jaren geleden (nog) meer voor dit doel wilden doen, nodigden we een tuinvogelconsulent uit van Vogelbescherming. Vogelbescherming was hier net mee gestart en wij zagen hierin een goede kans om tips en trucs te krijgen. Helaas werd dit een beetje een fiasco; de consulent zag eigenlijk geen kansen: “Jullie hébben alles; het ís al een vogelparadijs!” zei ze. Tja, dat is een mooi compliment! D

D

e jaarlijks broedende vogels (zo’n tien soorten) in de tuin zie ik als een ander compliment. Een teken dat het met de bekende benodigde ‘V’s’ (voedsel, veiligheid en voortplantingsmogelijkheden) wel goed zit. Een van de soorten die nu een aantal jaren bij ons komt broeden is de wilde eend. Niet in de geplaatste broedkorven. Na vele jaren waarin de korven niet gebruikt werden, zijn we daar maar mee gestopt. Het was kansloos; de korven werden volledig genegeerd. Broeden doen ze in de takkenril, in ruigte (gras/brandnetel/guldenroede) langs slootkant of in een klimopbegroeiing. De afgelopen jaren hadden we jaarlijks één of soms twee broedgevallen, vaak met kuikens als resultaat. Erg blij waren we dan ook dit jaar dat we voor het eerst drie broedgevallen van de wilde eend hadden. Eén in onze voortuin, waarvan ik gekscherend wel eens zeg dat die ‘een postzegel’ groot is. Hier werd onder een hulststruik gebroed. Laten we eens kijken hoe het afgelopen is met deze drie broedgevallen; in chronologische

Onze ‘postzegel’ met in rood omcirkeld de locatie van een van de drie broedgevallen onder een hulst. Overigens is het dichtstbijzijnde water circa 40 m verderop.

volgorde beschreven:

B

roedgeval 1 Deze eend zat in de klimop. Ik kwam er eigenlijk pas achter toen het mis was gegaan. Ik had in de strenge winterperiode in februari de klimop vanaf het ijs gesnoeid. Ik kon er na vele jaren eindelijk eens goed en makkelijk bij. Ma eend zat daardoor niet op haar ‘vaste’ stek, die was kennelijk na de snoei te onbeschut geworden. Ik vond het nest verderop doordat ik kapot gepikte eieren zag liggen. De dader(s) is/zijn onbekend gebleven. Het vermoeden was een ekster of een kauw o.i.d. Nou ja, we hadden nog twee andere broedgevallen. Predatie is bekend probleem, hopelijk verging het de andere twee nesten beter.

B

roedgeval 2 Dit broedgeval zat in de slootkant; goed verstopt tussen oude resten van brandnetel, gras en guldenroede. Met enige regelmaat ging ik even kijken toen ma van nest af was. Ma had uiteindelijk tien eieren gelegd en was lekker aan het broeden. Het was een zondagavond. Ik kreeg appjes en werd gebeld door de overburen. Een groot deel van onze tuin kunnen wij vanuit huis niet overzien, ook de locatie van dit nest niet. De overburen - aan de andere kant van de sloot - konden het nest wel zien. Er zwom een hond (luid blaffend) in de sloot en op de nabij gelegen waal. Deze hond had ma wilde eend van haar nest gejaagd en probeerde de eend op te pakken. De hond is een bekende zwemmer op deze locatie en veroorzaakt daarbij veel overlast. Degene die hem uitlaat (= niet de eigenaar) heeft het beest niet onder controle. Hij was zichtbaar niet gelukkig met de situatie, maar roepen had geen enkele zin. Ik heb een filmpje gemaakt (bewijs verzamelen) en toen als de brandweer de kano in het water gelegd. Ondertussen werd de afstand tussen de hond en de eenden (pa werd inmiddels ook achtervolgd) steeds kleiner en kleiner. De eenden oogden duidelijk vermoeid; het was een kwestie van tijd eer een van de eenden in bek van de hond zat. Het lukte om met de kano de hond van de eenden te scheiden. De eenden vluchtten en de hond was niet gelukkig met deze interventie. Met zachte dwang, toch handig zo’n lange peddel, dirigeerde ik de hond naar de kant waar hij werd aangelijnd. Op de locatie is het overigens volgens APV verboden je hond los te laten, maar ja… Ik heb de man verzocht de hond niet meer (los) te laten zwemmen. Neem dan een lang stuk touw mee en doe hem daar aan. Of liever WAARDVOGEL | JUNI 2021 39


nog: zwem helemaal niet meer met je hond. En zeker niet in het broedseizoen. Later die avond was ma eend niet meer op het nest teruggekeerd. Wellicht was ze te uitgeput of te bang, wie zal het zeggen. Het vervolg laat zich raden: de volgende morgen was ma nog steeds niet terug. Toen ik na het werk terugkwam, was het nest gepredeerd. Lege eischalen of aangepikte eieren lagen in en rondom het nest en verderop in de tuin. Volgens de buren hadden eksters het nest geplunderd. Hier was ik goed ziek van. Predatie kan, en hoort er bij: maar als gevolg van verstoring door een hond…?! Maar ja, we hebben nog een nest… Er was nog hoop ;) Overigens heb ik dit voorval bij de (dieren)politie gemeld. Die kon er niets mee; handhaving loslopende honden is taak van BOA’s. Met een melding bij gemeente kwam ik weinig verder. Nergens kon ik

De kat in actie. Tussen beide beelden zit 20 min tijd. Op zijn gemak heeft hij ’s nachts het nest leeg geroofd, na vermoedelijk eerst alle kuikens te hebben dood gebeten. Duidelijk is het kleurverschil in de ogen te zien wat enorm hielp om de eigenaar te achterhalen. Het gepredeerde nest en een kapot ei, dat verderop lag

info vinden om dit bij BOA’s te melden. Blijft toch lastig om het juiste loket te vinden. Om het over de tijd die dit kost maar niet te hebben. roedgeval 3 Dit nest was in de voortuin. We konden het goed en van dichtbij volgen. Eind maart - begin april waren pa en ma aanwezig in de voortuin, met duidelijk als doel om een nestplek te vinden. In de periode tot half april werden totaal elf eieren gelegd, waarna ma ging broeden. Op 18 mei was ik in de tuin rond het nest onkruid aan het plukken. Ma was hier wel aan gewend. Auto’s rijden bijna in haar nest langs, kinderen voetbalden rond het nest. En een tuinier rond het nest was ook geen bezwaar. Sterker nog; het geeft bescherming tegen eksters e.d. die inmiddels ook wel door hadden dat ma eend daar aan het broeden was. Ik hoorde gepiep; de eerste kuikens waren te horen!! Zou het na twee mislukte nesten het dan toch gaan lukken? Gezien de andere mislukte nesten wist ik meteen wat te doen. In de gaten houden en de cameraval plaatsen. Ik wilde het moment niet missen dat de kuikens op stap zouden gaan. Maar voor het geval je toch even weg bent, kun je met de cameraval in ieder geval nog zeggen ‘gelukkig hebben we de foto’s nog..’. Helaas, liep het anders dan gehoopt. De volgende dag was ik voor m’n werk vroeg op. Om 5.15 u zat ma eend luidkeels te kwaken; duidelijk gestrest. Hysterisch bijna. Ze zat op het dak van buren. Nergens kuikens te bekennen. Wat was er gebeurd? Een (te) vlugge inspectie van het nest leverde niets op. In de buurt gezocht, nergens een kuiken te vinden. Wat was er gebeurd? Geen idee – maar gelukkig hadden we de beelden nog… Snel las ik de cameraval uit. Tussen 00.15 – en 04.15 uur had een witte kat met kleurverschil in beide ogen de kuikens opgehaald. Hij was in de genoemde periode diverse keren langs gelopen met enkele keren duidelijk eendenkuikens in z’n

B

40

WAARDVOGEL | JUNI 2021

bek. Ik was om diverse redenen al geen fan van loslopende katten en nu helemaal niet meer… Doordat de kat zeer herkenbaar was met de twee kleuren ogen, was de eigenaar relatief makkelijk op te sporen. Lange leve de buurtapp! Dat kat bleek meer op zijn kerfstok te hebben. De kippen kuikens van een van de buren waren vorig jaar door dit beest gedood en geroofd. Leuk, zo’n loslopende kat in de buurt. Ik ben in gesprek gegaan met de eigenaar. Althans, geprobeerd: tot een echt gesprek is het helaas nooit gekomen. Met een lullige verwijzing naar dit artikel (https://www.ad.nl/politiek/ministeriekat-mag-gewoon-naar-buiten~a9e7c886/) gaf de eigenaar aan in haar recht te staan; de kat mag buiten lopen. “Ben je het er niet mee eens, dan moet je bij de minister zijn”. Daar kwamen we dus niet echt verder mee. Wel kwam ik een volgend saillant detail te weten. Het kleurverschil in de ogen van de kat is het vanwege blindheid aan een oog. De kat is blind geslagen door iemand bij wie de kat postduiven te grazen had genomen… Een ware rover dus, dit ‘huis’dier. Gezien de vorige ervaring heb ik hierbij niet de moeite genomen om dit te melden bij gemeente of politie. Terwijl er toch voldoende munitie en bewijslast is om iets mee te doen zou ik zeggen.

W

aarom dit stuk? Wellicht vraagt u zich af waarom ik dit stuk schrijf. Deels is dat omdat ik graag iets wil delen over hoe succesvol het kan zijn als je rekening houdt met (wilde) flora en fauna in je tuin. Een groene tuin met water (vijver), bloeiende nectarrijke beplanting, besdragende soorten, een composthoop etc. kunnen écht het verschil maken. Aan de andere kant wil ik aandacht vragen voor de wilde eend. Als broedvogel gaat het ronduit slecht. Sinds 1990 is het aantal broedparen met 30% achteruit gegaan. De trend in onderstaande grafiek spreekt boekdelen. In 2020 heeft Vogelbescherming het


kalenderjaar uitgeroepen tot ‘Jaar van de Wilde Eend’ om zo deze watervogel een jaar lang onder de aandacht te brengen. Er wordt uitgebreid onderzoek gedaan naar de overleving van wilde eenden kuikens. Erik Kleyheeg, drijvende kracht achter dit onderzoek,

Trend broedgeval wilde eend, bron: Sovon

schreef in eerdere Waardvogels hier al eens over. Hoewel deze drie voorbeelden natuurlijk niet representatief zijn voor alle broedgevallen wilde eend, geeft het wel aan wat een van de problemen is waar de wilde eend mee te kampen heeft: predatie en verstoring.

B

ovenal zou ik een oproep willen doen. Houd uw/jouw huisdieren bij je. Lijn honden aan waar ze aangelijnd moeten zijn, zorg dat je ze onder controle hebt. Houd katten op eigen terrein en dan bij voorkeur binnen. Als dat te veel gevraagd is dan tenminste tijdens het broedseizoen. Dit sluit aan bij de campagne ‘kuikens in het land, poes in de mand’ (https://www.poesindemand.nl/) die steeds meer bekend wordt en bijval krijgt. Overigens weet ik dat er ook zeker mensen zijn voor wie bovenstaande oproep niet geldt. Mensen die hun huisdieren wel onder controle en/of binnen hebben en houden. Dat is fijn, dank daarvoor dat u wel het goede voorbeeld geeft. Helaas zijn dit wel

uitzonderingen die een regel bevestigen. ot slot nog de tip “…dan moet je bij de minister zijn” van de eigenaar van de ‘terror’kat. Ik heb er weinig hoop op dat we het van de huidige of toekomstige minister LNV moeten hebben.

T

Een geweldige Cartoon van Tom: uitspraak rechter in zaak Shell, bron: tomjanssen.nl

Loslopende huisdieren, zwerf- en verwilderde katten zijn een gevoelig onderwerp. De bestuurders van ons land zijn kampioen in het ontwijken van dergelijke hete hangijzers. Meer hoop heb ik op initiatieven die gaande zijn om bijvoorbeeld het vrije leven van katten, goed voorbereid, onder de rechter te brengen. Met als doel dat katten weer ‘(t)huis’dier gaan worden. Rechters draaien hun hand niet om voor (zeer) gevoelige onderwerpen en eventueel onwelgevallige uitspraken. Het Urgendavonnis, de tik in de PASstikstofkwestie en zeer recent de rechter die Shell hard op de vingers tikt geven wat dat betreft veel meer vertrouwen dan onze overheid…. D

Hoera, we mogen weer! Reuzenspringbalsemienen uittrekken in het Loetbos W

aarom? Ze zijn toch prachtig? Jazeker, en hommels en bijen vinden er nectar en stuifmeel. Toch is deze exoot schadelijk voor de biodiversiteit in het bos. Hij groeit veel sneller dan onze inheemse planten en verdringt daardoor de vegetatie waar onze inheemse bijen en insecten van leven. De afgelopen jaren hebben we met vrijwilligers al een aantal percelen vrijgemaakt en de oorspronkelijke planten komen terug. Vorig jaar namen de boswachters deze taak over om te voorkomen dat er opnieuw zaad uit een achtergebleven plant zou ‘springen’. Doe je mee? Er zijn twee data: vrijdag 2 en zaterdag 3 juli. We beginnen om 09.30 uur met koffie en uitleg bij de Hendrikshoeve. Het is leuk, geen zwaar werk, je trekt de planten makkelijk los en laat ze ter plekke verdorren. Denk aan stevig schoeisel, handschoenen, lunch als je langer blijft en iets tegen muggen. De SBB-boswachter zorgt voor thee/koffie/fris in de pauzes. D Reuzenspringbalsemien, foto: Huig Bouter WAARDVOGEL | JUNI 2021 41


Broedkastenproject Koolmezen ingezet tegen overlast eikenprocessierups Ons koolmezenproject liep lekker - tot er eind april opeens allerlei rare dingen gebeurden. Allereerst verdween raadselachtig een deksel van een kast in Zwaanshals, die toch echt niet laag hangt. De kast was leeggehaald, elf eitjes verloren gegaan. Maar het kon nog gekker: een broedende koolmees in 12 en wat ligt ernaast: een dode pimpel! Die werd er uit gehaald, maar... wat is er in dat kastje gebeurd? En de negen eitjes waarop de koolmees zat, zijn die dan van de kool- of de pimpelmees? D

Was de pimpelmees misschien vermoord door de koolmees? En is er verband tussen de twee incidenten, doordat de vogel uit kast 8 misschien kast 12 inclusief legsel van de pimpel heeft gekraakt... Er ontspon zich op de app een hele discussie over koolmezen die niet zo ‘lief’ zijn als ze eruit zien en mezen die jonkies van andere mezensoorten voeren. Ook een artikel van de RUG werd aangehaald over mezen die meer moorden door klimaatverandering. Leerzaam!

Er volgt nog meer rampspoed: ditmaal in De Kwakels. Henk vindt op 1 mei het nestmateriaal van nestkast 8 op de grond. Ernaast een foto die hij twee weken eerder nam met eitjes. Alleen de houten ophanglat hangt nog aan de boom, de rest is spoorloos. Als hij doorloopt naar kast 9 ziet hij tot zijn verbijstering dat die ook verdwenen is. De restanten van die kast liggen op de grond. Er lagen twee weken eerder al acht eitjes in en een week later trof Arjen een broedende pimpelmees op het nest. Welke idioten doen toch zulke dingen? Die kasten zijn echt met grof geweld van de boom geslagen en vervolgens vernield. Ewoud meldt in De Kwakels een voetballend gezin gezien te hebben. En hoe hard moet je dan schoppen tegen een bal? Hoewel hij in ál ‘zijn’ andere kasten activiteit constateerde, varierend van nestbouw tot eieren tot broeden, ging Henk niet blij naar huis.

We hebben de SBB-BOA gevraagd om met enige regelmaat te gaan kijken. Dit zijn strafbare feiten! Henk en Arjen hebben later twee nieuwe kasten opgehangen. We prefereren toch het vandalisme van de specht - maar die hield zich nu opvallend rustig! 2 mei: kast 12 in Zwaanshals (met koolmees naast dode pimpelmees), was nu verlaten, de eitjes als stille getuigen achterlatend.. Wel in twee kasten goed nieuws: Petra meldde dat daarin pimpelmeesjes waren geboren. Henk fotografeerde de opvallend weinig gespikkelde eitjes links, en de met veel fijne spikkels bedekte midden. Rechts zwaar bespikkelde boerenzwaluweitjes op de boerderij bij zijn broer ter vergelijking. 42

WAARDVOGEL | JUNI 2021


Ewoud zag vorig jaar juli in ongebruikt kastje 14 een wesp. Dat bleek in november bij schoonmaken een hoornaar geweest te zijn. Bij controle op 1 mei zat er een échte wesp in, mét een hoornaar. Als deze kast aantrekkelijk is voor wespen dan komen er geen mezen in. Misschien verhangen? Alhoewel je door de witte poepjes zou denken dat er toch mezen in hebben geslapen. Op 8 mei zaten er nog hoornaars in. Ewoud maakte korte metten met eventuele plannen voor nestbouw door deze grote wespen.

Links: lekker onder een eendendonzen dekbedje in Zuidbroek. En op 12 mei zit in Zwaanshals ook de koolmees lekker knus te broeden, boos dat ze gestoord wordt. De jonge pimpelmezen houden elkaar warm. Op alle locaties worden nu jonge mezen geboren.

Mooi die gele bekkies. Piepjong en bloot met zelfs nog twee eitjes erbij en al heftig bedelend. Je kúnt ze niet missen als je er eten in moet stoppen. Onder: die zwarte koolmezenkoppies in een kringetje zijn zó schattig, en dan die pimpelmezen alsof ze in cadeauverpakking zijn neergelegd met de staartjes in een strik! Maar de kroon spant toch wel de broedende koolmees in oranje-stemming! D

WAARDVOGEL | JUNI 2021 43


Boomgaard Boveneindselaan

Onderhoud ‘Boomgaard De Vries’ voor vijf jaar verzekerd Tekst: Frits Hemerik, foto’s: Frans van der Storm Vijf jaar geleden kregen we van de familie Verweij, wonende aan de Boveneindselaan in Krimpen aan den IJssel, de tip dat de aan hun tuin grenzende boomgaard dringend onderhoud nodig had. Wie wist eigenlijk dat er midden in het dorp nog een stuk agrarisch erfgoed aanwezig was? De werkgroep Landschapsonderhoud had er oren naar dit project toe te voegen aan hun jaarlijkse activiteiten. Het paste prima in de doelstelling van de werkgroep: het in standhouden van beeldbepalende landschapselementen in de Krimpenerwaard. D

E

r werd contact opgenomen met de afdeling Groen van de gemeente en dit leidde er toe dat er een overeenkomst met de gemeente werd afgesloten om gedurende vijf jaar deze ca. 70 jaar oude boomgaard weer in oude luister terug te brengen en aansluitend het onderhoud te verzorgen. De gemeente zou financieel bijdragen en zorgen voor de aanschaf van nieuwe aanplant. Maurice Kruk maakte in opdracht van de Gemeente een beheerplan. In een optimale samenwerking tussen de werkgroep en de afdeling Groen heeft de uitwerking van dit beheerplan tot een succes geleid. Inmiddels heeft er zeer veel snoeiwerk plaatsgevonden, zijn oude afstervende bomen vervangen, waarbij meer variatie werd aangebracht door de aanplant van pruimen- en notenbomen, werden er bessenstruiken en hazelaars geplant en een bijenkorf zorgt jaarlijks voor de goede bestuiving van de fruitbomen in de boomgaard. Er zijn 14 verschillende vogels gespot en Patrick Heuvelman ontdekte vorig jaar zelfs een zandoogje, een vlinder die blijkbaar niet overal te vinden is.

D

e samenwerking was zodanig vruchtbaar dat na het aflopen van de overeenkomst, de NVWK de toezegging kreeg dat de gemeente de overeenkomst wilde verlengen. Daartoe werd op 24 april een nieuwe overeenkomst getekend in de gepaste omgeving van de boomgaard. Wethouder Coen Derickx en voorzitter Jaap Graveland zetten hun handtekening en vol goede moed gaan we uitdagingen aan die geuit werden tijdens deze plezierige samenkomst: nog meer variatie door de aanplant van kersenbomen, het planten van kruisbesstruiken, het plaatsen van een informatiebord en meer bekendheid binnen de gemeente waaruit, wie weet, weer nieuwe initiatieven kunnen voortkomen. D

Ondertekening door v.l.n.r.: Floris Versteegh, Coen Derickx, Johan Dirven, Jan Soede, Jaap Graveland, Frits Hemerik, Gonda Verweij 44

WAARDVOGEL | JUNI 2021

Boomgaard de Vries is het restant van een veel grotere boomgaard welke zich uitstrekte ter weerszijden van de huidige Boveneindselaan tot aan de onderdijkse bebouwing. Voorheen was ze een onderdeel van buurtschap Boveneind. Na de oorlog is de boomgaard opnieuw aangeplant, nadat de vorige voor de brandstofvoorziening tijdens de oorlog verloren was gegaan. De boomgaard telt 56 bomen met een grote verscheidenheid aan peren- en appelrassen alsmede een aantal pruimen- en notenbomen. Ze is eigendom van de gemeente Krimpen aan den IJssel en heeft als doel: optimale natuur voor en door de buurt! Samen met de gemeente en de buurt realiseert de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard een mooie plek voor fruitbomen, vogels, insecten, diverse planten en bloemen én mensen. De coördinaten zijn 51.9261291 en 4.6185266,68, de plaatselijke benamingen: Boveneindselaan, ter hoogte van de Tenge. D

Boven: bloesem van de perenboom; onder: de prachtig onderhouden boomgaard


Het eksternest M. Bersma

Zonder oorzaak ben ik gevallen. Hoe, waardoor? Opeens lag ik op m’n rug. “Zwaar geblesseerd”, concludeerde de dokter. Nu zit ik in m’n stoel te herstellen met vele doosjes pijnstillers om me heen. Ik lees en kijk teevee en schuifel een beetje door de kamer. Ongeïnteresseerd kijk ik door het raam naar de hoge bomen tegenover me, nog niet in blad, maar met witte bloesems die op uitkomen staan. Daar vliegt een ekster naar de top van één der bomen. Een andere ekster volgt hem, ook met een tak. Zouden ze een nest gaan bouwen? Na een poosje vliegen ze weer weg. De rest van de dag zie ik ze niet meer terug. De volgende dag zijn ze er weer. Ze bezoeken de nestplek opnieuw met takken in hun snavel. Ze vliegen nu vaker heen en weer. Je kunt duidelijk zien hoe het nest begint te groeien, lange takken worden door het bouwwerk heen gevlochten. Een groepje kraaien maakt het hen lastig, maar ze laten zich niet verdrijven en bouwen onvermoeid door. Tenslotte wordt het nest in gebruik genomen. Ik vermoed dat nu één van hen aan het broeden is. Zo nu en dan zie ik een paar staartveren boven het nest uitkomen, maar eigenlijk kun je dat nest al bijna niet meer zien, want de bloesemknoppen zijn open gegaan. Als grote sneeuwvlokken verbergen ze het nest in de boom. Ik herinner me een liedje wat we vroeger op school zongen uit het oude zangboek van ‘Kun je nog zingen, zing dan mee.’ Het luidt: “Er schommelt een wiegje in ‘t bloeiende hout, een wiegje met bloemengordijntjes, dat hebben twee vogeltjes samen gebouwd en zie eens hoe keurig en fijntjes”. Het gaat eigenlijk wel een beetje mank, want de vogeltjes zijn twee volwassen eksters en het kleine nestje is een gevlochten takkenbos, maar het ‘hout’ bloeit en soms deint het nest, hoog in de boom, een beetje mee. Ik verveel me niet als ik dit allemaal zie. D

Twee jonge eksters, foto: Peter Stam

WAARDVOGEL | JUNI 2021 45


Stikstofzaak: Nederlandse Staat terecht ter verantwoording geroepen Kees Bastmijer, Professor of Nature Conservation and Water Law – Universiteit van Tilburg, Wereld Natuurfonds, 25 mei 2021

PERSBERICHT

Bijna twee jaar nadat onze hoogste bestuursrechter concludeerde dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet aan het Europese recht voldeed, sommeren Greenpeace en andere organisaties de Nederlandse Staat om het stikstofprobleem echt te gaan oplossen. Anders volgt een rechtszaak. Wat zou een nieuw kabinet moeten doen? Discussies over stikstof zijn decennialang gedomineerd geweest door politiek op basis van wat redelijk werd bevonden, werd een politiek compromis verankerd in nationale wetgeving. Die wetgeving werd dan door de rechter als strijdig beoordeeld met het EU-natuurbeschermingsrecht. Ook bij het PAS speelde politiek compromis weer een te grote rol. Daardoor bleek uiteindelijk ook deze wetgeving in strijd met het EU-recht. Politieke compromissen hebben tientallen jaren geleid tot uitstel van natuurbescherming én uitstel van zekerheid voor boeren en andere bedrijven. Tegen deze achtergrond mocht verwacht worden dat na de PAS-uitspraken één ding helder zou zijn: een volgende poging om het probleem op te lossen moet uitgaan van de eisen van het EU-recht en niet van een politiek compromis. Dit uitgangspunt leek kort na de uitspraken aanvaard te worden, maar werd ook weer snel verlaten. Allereerst stelde minister Schouten de adviescommissie Remkes in. Deze commissie gaf blijk de ernst van de problematiek goed te begrijpen en kwam met strikte aanbevelingen. Deze aanbevelingen sloten echter niet aan bij wat Haagse politici acceptabel vonden. Wederom bepaalde ‘handjeklap’ het ambitieniveau van de doelen en de snelheid waarmee ze behaald moeten zijn in de nieuwe Wet stikstofreductie en natuurverbetering. En dat ambitieniveau blijkt alweer te laag, zowel vanuit ecologisch als vanuit juridisch oogpunt. Meerdere recente onderzoeksrapporten maken duidelijk dat de Nederlandse Staat terecht ter verantwoording wordt geroepen: de veel te hoge stikstofdepositie leidt tot verslechtering van Natura 2000-gebieden en dat is in strijd met de EU-Habitatrichtlijn. Greenpeace staat dus sterk. Die positie wordt nog verder ondersteund door rechtspraak van het Europees Hof van Justitie die duidelijk maakt dat het verslechteringsverbod gericht moet zijn op voorzorg en preventie: Greenpeace hoeft dus eigenlijk niet te bewijzen dat verslechtering gaande is. Juist omdat dat bewijs wel wordt geleverd, is duidelijk dat Nederland het verslechteringsverbod al lange tijd overtreedt en de urgentie om de Kritische Depositie Waarden te gaan realiseren hoog is. De beperkte inzet van de overheid maakt het begrijpelijk dat de betrokken natuurorganisaties ongeduldig worden. Politieke besluiten of maatschappelijke akkoorden zijn in dit geval niet geschikt als ze de uitkomst van compromis zijn en daarbij het recht niet respecteren. Dit raakt de hele samenleving. De natuur verslechtert, belangrijke ecosysteemdiensten voor de mens gaan verloren en de maatschappij gaat steeds vaker ‘op slot’ omdat strikt EU-recht wordt geschonden. Zo halen we bepaalde verplichte doelen in 2027 voor schoon water ook al niet, terwijl Nederland deze doelen al twaalf jaar (de maximale periode) heeft doorgeschoven. Veel van de milieuproblemen versterken elkaar en worden verder vergroot door klimaatverandering. Denk bijvoorbeeld aan teruglopende grondwaterreserves door een onbalans tussen gebruik en aanvulling. Een nieuw kabinet moet dus inzien dat de Greenpeacezaak een symptoom is van een decennialang tekortschietende overheid. Voorkom deze rechtszaak door met de eisen in te stemmen en trek de inzet direct breder om te gaan voldoen aan het Europese milieurecht.

46

WAARDVOGEL | JUNI 2021


Tel. 06-51809068 / www.hagendijkbouw.nl

Zuidbroek 149a 2861 LL Bergambacht Zuidbroek 149a 06-10301196. 2861 LL Bergambacht info@bui-tegewoon.nl 06-10301196. www.bui-tegewoon.nl info@bui-tegewoon.nl www.bui-tegewoon.nl

BREED INZETBAAR OPOP UWUW NATUURPROJECTEN. BREED INZETBAAR NATUURPROJECTEN. Onderzoek, advies & inventarisatie in in Onderzoek, advies & inventarisatie natuur landschap, natuur enen landschap, WERKVELDEN: WERKVELDEN: agrarische inpassingsplannen - erfinrichtingen - natuur in de stad agrarische inpassingsplannen - erfinrichtingen - natuurinpassingen in de stad - groenspaarplannen - landschappelijke groenspaarplannen - landschappelijke inpassingen inventarisatie & onderzoek - Wet Natuurbescherming - inventarisatie ecologische & onderzoek - werkbegeleiding Wet Natuurbescherming kleinschalige water maatregelen ecologische werkbegeleiding beheer & inrichtingsplannen gebiedsontwikkeling kleinschalige water maatregelen agrarisch & particulier natuurbeheer

beheer & inrichtingsplannen - gebiedsontwikkeling -

SPECIALISATIES: agrarisch & particulier natuurbeheer inrichting en beheer van weidevogelgebieden, SPECIALISATIES: moeras- en waternatuur, rivierengebied, en organisatie, inrichtingbeheerplanning en beheer van weidevogelgebieden, agrarische inpassing en verbreding moerasen waternatuur, rivierengebied,

beheerplanning en organisatie, agrarische inpassing en verbreding


Reisgids 2016

jde bestemmingen Vogel- en natuurreizen naar wereldwi

reisprogramma ww Vraag de gratis reisgids aan! E inf

www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 779 20 30 • E info@

woude ligt in het hart van de feervolle zalen zijn zeer geschikt e of feestelijke bijeenkomst. etverbinding zijn aanwezig. t complete maaltijden of buffetten. eid in eigen keuken. Bel ons voor:

De Wielewaal

Natuurmuseum & klompenwinkel v.o.f. “Bewonder de natuur van Het Groene Hart in een schilderachtige omgeving tussen Lek en IJssel”

Fam. Rijneveld | Tiendweg 26 | 3411 NB Willige Langerak (Lopik) | 0182-384454 Al vanaf 1998 actief in natuureducatie Voor actuele openingstijden en overige informatie zie

www.museumdewielewaal.nl

“De Zwaan” biedt ook een p afhaalmaaltijden en een sna Keuken geopend van 17.00 t woensdag, vrijdag en zaterd


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

Stikstofzaak: Nederlandse Staat terecht ter verantwoording geroepen

3min
pages 46-48

Het eksternest

1min
page 45

Eendenleed

8min
pages 39-40

Boomgaard Boveneindselaan

2min
page 44

HelemaalGroen pakt zwerfvuil aan

3min
page 36

Hoera, we mogen weer

6min
pages 41-43

Ecologisch bermonderhoud door HHSK

3min
pages 37-38

Grutto WfR-BWm uit Extremadura

2min
page 34

Zwarte sterns coördinatorschap

4min
pages 32-33

Vrije val steenuilen 2021

3min
page 31

Natuurwetgeving

6min
pages 28-30

Rosse metselbij

7min
pages 26-27

Open vogelerven, Herman de Man-maand

3min
page 25

Jaap gekozen in Ledenraad VBN

3min
page 17

Hoe belangrijk is calcium?

12min
pages 18-21

Inventarisaties in het IHC-bos

6min
pages 14-15

Een dag uit het leven van een weidewachter

4min
page 16

Jeugdpagina

4min
pages 22-24

Natuurinclusief tuinieren op de voorpagina

6min
pages 6-7

Alternatieve BBD gestaakt

7min
pages 10-11

Belangrijke gegevens

2min
page 2

Klussenbank: wie helpt mee?

4min
page 8

Van de voorzitter

4min
page 3

Excursie VRS Nebularia

1min
page 13

Een goed jaar? Voor muizen(staartjes

1min
page 12

Natuurbehoud in Krimpen

4min
page 9
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.