Vlnr: Dyanne Schrauwen, Elies Lemkes en Pipie Smits van Oyen, die namens de Brabantse bio boeren het visiedocument overhandigt.
PROVINCIE BRABANT ZET IN OP SCHAALVERGROTING ÉN VERDUURZAMING De transitie naar duurzame landbouw stelt bestuurders voor grote uitdagingen, zeker in regio’s waar de stikstofuitstoot hoog en de natuur kwetsbaar is. Gedeputeerde Elies Lemkes (CDA) heeft in de Provinciale Staten van Noord-Brabant de portefeuille Landbouw, Voedsel, Bodem en Brede welvaart. De Biobeurs is aanleiding voor een interview met de gedeputeerde. Welke rol ziet zij voor biologische landbouw? TEKST | BERNARD FABER
Vijftien procent bio-areaal in 2030
D
e Brabantse landbouw- en voedselsector blinkt uit door productiviteit. Tegelijk is een betere balans met natuur en landschap inmiddels een noodzaak geworden. Welk beleid voor de landbouw voert Brabant de komende tien jaar om in de voedselketen de transitie naar duurzaam en circulair te maken? Elies Lemkes: “We willen naar een landbouw- en voedselsysteem 3.0. Waarom 3.0? In Brabant zijn we ooit begonnen met het ontginnen van de woeste gronden. Dat was de eerste fase van de landbouw. De tweede fase is de zeer efficiënte productiewijze, deels intensief, die we nu hebben. De derde fase moet een systeem worden met vier kenmerken: slim, dus optimaal gebruikmakend van technologie; waardevol, dus waarde toevoegend aan producten; circulair, dus gebaseerd op kringlopen en als vierde hoekpunt dat het verbonden is. Daarmee bedoelen we de verbinding van boer met burger, maar ook de verbinding tussen de schakels in de keten. Het zijn letterlijk en figuurlijk toch vaak silo’s, die los van elkaar lijken te functioneren, waardoor we een productiesysteem hebben gecreëerd dat nauwelijks echt verbonden is met de vraag. We willen de meest duurzame regio in Europa zijn, zowel qua proces als producten. Tegelijk willen we ook economisch toonaangevend blijven. De landbouw- en voedselketen is naast hightech een belangrijke pijler van de Brabantse economie. Natuur- en landschapsinclusief boeren is een belangrijke doelstelling.
16
We willen vijfhonderd natuurinclusieve boeren en vijftien procent van het landbouwareaal biologisch. Maar ook wat we noemen ‘gemeenschapsinclusief’. De boer als voedselproducent en als aanbieder van zorg, recreatie en ecosysteemdiensten. De Brabantse natuur heeft sterk te lijden onder stikstof. Daarom hebben we een Brabantse Aanpak Stikstof. Onderdeel daarvan is strenge regelgeving voor veehouderij. In de varkenshouderij moet een uitstootvermindering van 85 procent worden bereikt. Op één januari 2024 moeten alle veehouders aan de in de aanpak gestelde eisen voldoen.” U heeft het over waarden en targets zoals circulair en verbonden met de maatschappij en natuurinclusief. Dat klinkt alsof u naar een model gaat met regionale voedselproductie en afzet. Dat staat wel erg af van de huidige werkelijkheid. “We hebben gekeken naar hoe de sector er over tien twintig jaar uitziet. En dan zie ik een tweedeling tussen grotere en kleinere bedrijven. Er zijn nu twaalf procent grotere bedrijven, over tien jaar zal dat denk ik zo’n dertig procent zijn. De trend van schaalvergroting gaat door. Dat zijn internationaal georiënteerde boeren, die wel moeten voldoen aan alle eisen op het gebied van duurzaamheid. Het gaat om bedrijven in alle sectoren, zowel dierlijke als plantaardige productie. Het voordeel van grote bedrijven is dat ze ook veel kunnen investeren in duurzaamheid. Zo’n vijfenveertig procent zal midden- en kleinbedrijf zij.” januari – 2022 | EKOLAND