019 - maart 2020
www.klasse.be
maart 2020
MAGAZINE
Zorg voor leraren www.klasse.be
Zorg voor leraren
Advertentie
MAGAZINE
26.
44.
Schakelen van bso naar hoger onderwijs kan via het 'Naamloos jaar'. Zes leerlingen vertellen waarom ze daarvoor kiezen.
Henk Rijckaert pleit voor maakonderwijs zonder stappenplannen.
BEELDREPO:
INTERVIEW:
n Morge goe is ook Hoe ist? (ma écht)
05.
EDITO: De gekookte kikker
06.
Lezers, volgers, posters
08.
Wat leer je op klasdate?
10.
KLASTIPS: Stel scherpe vragen
12.
DOSSIER: Goed in je vel
18.
TOOL: Ontdek waar jouw energie naartoe gaat
24.
BRIEF: Leraar Mieke: “Lesgeven lukt je wel”
32.
BLOG: Ode aan de stagejuf
34.
REPORTAGE: Flexibele leerweg, flinke leerwinst
40.
REPORTAGE: VR in de klas
50.
ZELFTEST: Herken jij meisjesvenijn?
54.
58.
LERARENKAART: Nieuwe voordelen
64.
MOET JE WETEN: Interessant lesmateriaal
koffie?
Gij
kun t da !
7 20 15:5
21/02/20
rtjes.indd
lfzorgkaa
g_019_ze
KMA_ma
5
KMA_mag_019_zelfzorgkaartjes.indd 3 KMA_ma g_019_ze lfzorgkaa rtjes.indd KM 7 A_ma g_01 9_ze lfzorg kaart jes
21/02/2020 15:57
.indd
REPORTAGE: Kleuterjuf Fatima, superpendelaar naar Brussel
Taske
1
21/02/20
20 15:5 7
CADEAUTJE Van je school een energieplek maken? Deel warmte, moedig elkaar aan en durf te praten. Met deze zorgkaartjes toon je dat er voor je collega’s bent. 21/02
/2020
15:56
Advertentie
Klasse Magazine
Edito
De gekookte kikker
“Hij is net als een kikker”, vertelt een vriend tijdens de lunch. Zijn man geeft al een tijdje spartelend les. Elke dag hapt hij naar adem op school en ligt hij hele nachten te woelen. Het water staat hem aan de lippen. “Kikkers kunnen toch goed zwemmen”, opper ik. “Ja, maar een kikker springt niet uit een kom met water dat langzaam aan de kook wordt gebracht. Zijn lichaam past zich voortdurend aan. Tot het water kookt, en de kikker wel uit het water wil springen, maar niet meer kan omdat zijn lichaam alle energie heeft opgebruikt. En dan sterft hij. Als mijn man nu niet springt, eindigt hij gegarandeerd thuis met een burn-out.” Een herkenbare metafoor. Maar een hardnekkige mythe, want de kikker springt wél en redt zichzelf. Toch is zijn zorg helemaal terecht. Lerarenkamers stapelen stress en de burn-outcijfers zijn alarmerend hoog. In onderwijs en de zorgsector signaleren mensen meer werkstress klachten (46,3%) en acute mentale vermoeidheid (14,5%) dan in andere sectoren. Bovendien stelt expert Elke Van Hoof (VUB) dat slechts de helft van wie uitvalt, terugkeert naar onderwijs. De rest stapt eruit. Opgebrand. En dus antwoord ik met een ander dierenverhaal, dat van de schildpad in nood. Als die wordt belaagd door extern gevaar, bijvoorbeeld door een hongerige vos die in hem een lekkere snack ziet, trekt de schildpad zijn hoofd, staart en poten onder zijn schild. De vos kan grommen, de schildpad ondersteboven duwen of zijn tanden stukbijten, dat deert de schildpad niet. Hij zit veilig binnen, en behoedt zich voor aanvallen van buitenaf met zijn eigen natuurlijke bescherming: zijn schild. Wacht niet tot het te laat is, maar zorg vandaag nog voor jezelf. Trek je, net als de schildpad, af en toe terug. Neem tijd om te reflecteren over wat jou energie geeft en ontneemt. Maar die zelfzorg is een gedeelde verantwoordelijkheid. Als we van scholen energieplekken willen maken, moeten ook het beleid en de scholen aan de slag. Die hebben de plicht om een context te creëren waar elke leraar in zijn sterkte staat. Dat kan met structurele acties als jobcrafting, co- teaching, intervisies, maar ook met kleine shots of happiness: een drankje na vier uur met het team, een luchtje scheppen met een collega tijdens de middagpauze. En met onverwachte complimenten, vijfentwintig procent van de werknemers krijgt die nooit. Samen kunnen teams een warme, stabiele schoolsfeer creëren, die niet naar het kookpunt gaat. Zonder zorginitiatieven komen leraren en directeurs voor een dodelijk dilemma: opbranden of eruit springen.
Hans Vanderspikken Hoofdredacteur Klasse hans@klasse.be
5
Klasse Magazine
Lezers, volgers, posters
Lezers, volgers, posters Tekst Tinne Deboes
@LieselotU – Alleen al in de school van mijn dochters namen meer dan 20 leraren geheel vrijwillig meer dan 200 leerlingen mee op uitwisseling of buitenlandse reis. Mijn respect voor deze verantwoordelijkheid en om ze weer wat wijzer veilig thuis te brengen. Dat mag ook eens gezegd worden.
KLASSE.BE
“We probeerden leerlingen aan te passen aan onze school, maar dat werkte niet. Dus deden we het omgekeerde” Wim Hanssens, directeur in Don Bosco Groenveld
6
INSTAGRAM - KLASSE
Klasse op Instagram! Spotte jij ons Instagram-profiel al? Daar kijkt Klasse sinds kort elke week binnen bij een andere leraar. Met echte verhalen dus, en tips recht uit de klas. Volg ons via @klasse_be.
Klasse Magazine
YOUTUBE - KLASSE
De werkvormentester Leraar Li’s test werkvormen uit die voor haar nieuw zijn. “Ik vind inspiratie in blogs, boeken of podcasts, maar blijf vaak zitten met de vraag: hoe werkt dat dan in de klas?” Bekijk de eerste aflevering ‘de oefentest’ op youtube.be/tvklasse. En ontdek hoe ze haar leerlingen info uit hun langetermijngeheugen laat ophalen.
FACEBOOK - KLASSE
Anne-Katrien Van Nuffel: Amai, wauw! Van toewijding gesproken. Goed bezig meester Koen! Annabelle Vanneuville: Dat is het soort leraar dat de kinderen zich voor de rest van hun leven blijven herinneren. En dat met maar liefst 31 kinderen in de klas? Chapeau voor meester Koen! Mieke Mees: Zo zouden er meer leraren moeten rondlopen. Fenomenaal. Kijk eens naar de betrokkenheid van die kinderen. Super! Carine Van Nieuwenhove: Een leraar met het hart op de juiste plaats, met veel initiatief. Wat een verademing voor de kinderen en voor hem. De directie die gelooft in de leraren. Dikke pluim! Bartek Eeckhout: Chapeau ook voor de directie die deze leraar ruimte geeft om dit te doen. Het moestuinverhaal van Koen inspireerde massaal veel leraren op Facebook. Gemist? Bekijk of lees het op Klasse.be.
7
MEEST GELEZEN OP KLASSE.BE 1. OP JE VRIJE DAG NAAR SCHOOL VOOR OVERLEG?
2. POSITIVE EDUCATION IN DE KLAS: 10 OEFENINGEN
3. SCHOOL ZONDER STRAF: “WACHT NIET TOT IEMAND EEN STOEL DOOR DE KLAS KEILT” 4. ZO VERMINDER JE DE KANS OP GRIEPBESMETTING
5. HOE PRAAT JE MET LEERLINGEN OVER CORONA?
Klasse Magazine
Wat leer je op klasdate?
Wat leer je op klasdate? Klasse stuurde honderd lerarenduo’s op klasdate naar een onbekende school. Elkaar bespioneren kon vrijuit. Medina, Valérie en Mieke hapten zuurstof op vreemd terrein en ontdekten dat ‘anders’ heel inspirerend is. Tekst Cherline De Maeght Beeld Eva Vlonk
“NIEUWE SCHWUNG DANKZIJ EVA” “Een PAV-les van leraar Eva meevolgen en de open babbel achteraf verscherpten mijn blik op mijn klasroutine. We wisselden uit hoe we een oudergesprek aanpakken. Door de strenge kledingvoorschriften in Eva’s school, besefte ik dat ik kordaat mag optreden tegen een leerling in sportbroek. Eva bezocht ook mijn klas. Mijn leerlingen genoten echt van haar interesse en aandacht.” Medina Vlaeymans, leraar etaleren, decor en standenbouw, Instituut Sint-Maria, Antwerpen
8
Klasse Magazine
“SMULLEN MET DE OGEN” “In Els’ kleuterklas kon ik smullen met mijn ogen. De pictogrammen waarmee haar kleuters elkaar begroeten, neem ik zo over. En de sprookjes van Grimm? Die haal ik opnieuw van onder het stof, want bij Els zag ik hoe fijn de kleuters ze vinden. Bovendien kon ik de gemoedelijke sfeer van een kleine school opsnuiven. Geweldige ervaring, zo’n klasdate!” Mieke Sierens, kleuterleraar, Vrije basisschool O.L.V.O., Heist
“METEEN AAN HET CO-TEACHEN” “Jaarlijks bereid ik mijn zesdejaars voor op hun sprong naar het secundair. Dat lukt me pas echt wanneer ik ook zelf het secundair ken. Dus koppelde Klasse me aan Kaat, leraar in de eerste graad. Voor we het beseften, waren we aan het co-teachen. In het secundair moeten jongeren meteen heel zelfstandig zijn. Op die vaardigheid blijf ik extra inzetten.” Valérie Evrard, leraar zesde leerjaar, De Kleine Jacob, Antwerpen
9
Klasse Magazine
Klastips
Klastips
Bestaan er domme antwoorden? Geven je leerlingen al eens ‘domme’ antwoorden? Kan, maar misschien zijn ook je eigen vragen niet allemaal achttien karaat. Het boek ‘Vraagtechnieken in de klas’ maakt ze scherper. Hier alvast tien tips. Tekst Stijn Govaerts Bron ‘Vraagtechnieken in de klas’, Gordon Pope
#DURFTEVRAGEN Wat heb je aan goede vragen als je leerlingen niet durven antwoorden? Laat daarom foute antwoorden niet voor wat ze zijn. Verken ze, diep ze uit en vraag door. Wie de bal mis slaat, maakt niet als enige die denkfout. Elk fout antwoord is een leerkans.
FILEER OP VRIJDAG Begin de les met een vooruitblik: “Aan het einde van de les vraag ik jullie mening over privacy of boskap”. Schrijf een vraag op het bord die pas dieper in je les aan bod komt. Of introduceer op maandag de vraag van de week en fileer ze pas vrijdagmiddag.
EXTRA ZOU(T) Sommige vragen suggereren dat er maar één correct antwoord bestaat. Waarom is suiker lekker, hoe ontstaat een lawine? Formuleer ze anders: waarom vinden we suiker lekker, hoe zou een lawine ontstaan? Zo maak je duidelijk dat meerdere antwoorden kunnen.
GEBRUIK JE ACHTERZAK Met een neutrale reactie lok je meer antwoorden uit. Reageer je met een compliment of halve afwijzing “Dat is zo, Piet, maar …”, dan verklein je de kans dat andere leerlingen nog reageren. Hou dus zowel het complimentje als het gemaar even in je achterzak.
10
Klasse Magazine
CLIFFHANGER Sluit je les af met een prikkelende vraag en stuur je leerlingen naar huis in onwetendheid. Wedden dat sommigen voor je volgende les op zoek gaan naar het antwoord op jouw cliffhanger of ‘Grej of the day’?
DEEL SECONDEN UIT Geef leerlingen tijd na je vraag. Zeker als ze een mening of emotioneel antwoord moeten geven. Wacht ten minste drie tot vijf seconden voor je iemand aanduidt.
PINGPONG IN DE REFTER Natuurkundige Enrico Fermi daagde zijn studenten uit door ze bijna onmetelijke hoeveelheden te laten schatten. “Hoeveel pingpongballen heb je nodig om de refter te vullen?” Hoe leerlingen over zo’n probleem nadenken is belangrijker dan het antwoord.
STOP DE KLOK Gepassioneerd door je les? In je flow dreig je sneller te spreken of te reageren. Las bewust pauze in tussen een antwoord en jouw reactie daarop. Dan toon je dat je hun poging serieus neemt. En krijgen leerlingen de tijd om te vergelijken met hun eigen antwoord.
SPEEL BASKETBAL Even pingpongen met een leerling? Let dan op dat je niet in een tweegesprek verzandt. Alternatief: basketten met de hele groep. Stel de vraag. Geef wat tijd. Duid één leerling aan om te antwoorden. Vraag een andere leerling om commentaar. Herhaal.
KWEETNIE KAN NIET Spreek met je leerlingen af dat “Ik weet het niet” nooit volstaat. “Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat …”, kan wel. Hoor je dat gemakzuchtige antwoord toch? Reageer dan met minstens één vervolgvraag.
11
Dossier Zorg voor leraren
Dossier
Klasse Magazine
Weg met je kopzorgen Onderwijsmensen zijn zo bevlogen dat voor leerlingen zorgen wél lukt, voor zichzelf veel minder. De cijfers liegen niet: in geen andere sector vallen meer mensen met burnout of stress uit. Klasse zoekt met experten en leraren uit hoe we van scholen energieplekken maken. En de lekken stoppen.
Tekst Bart De Wilde, Seppe Goossens, Michel Van Laere Illustraties Sjoerd van Leeuwen Beeld Boumediene Belbachir, Kevin Faingnaert
13
Klasse Magazine
Dossier Zorg voor leraren
“Scholen zorgen beter voor leerlingen dan voor leraren”
Wat maakt leraren en directeurs zo vatbaar voor burn-out? Stress en werkdruk? Elke Van Hoof: “Eigenlijk is er niets mis met stress. Die haalt je uit je comfortzone. Helpt je bijvoorbeeld om te zoeken hoe je leerstof effectiever brengt. Het lichaam is zelfs gemaakt om lang onder stress te staan. Maar als je te weinig herstelmomenten inlast, onvoldoende energie- en zingevende activiteiten plant, wordt langdurige stress toxisch. Dan ervaar je fysieke of mentale ongemakken en val je snel zwaar ziek uit. Opvallend: vaak staat een heel team onder negatieve stress, ontstaat er een toxische werkomgeving. Een voedingsbodem voor conflicten, grensoverschrijdend gedrag en ziekteverzuim.”
Burn-out en stress vellen leraren en directeurs meer dan andere werknemers. Klinisch psycholoog Elke Van Hoof vraagt actie vóór de knappe koppen in onze lerarenkamers hun energie verliezen: “Samen met collega’s initiatief nemen, is de beste zelfzorg. Staren naar wat je niet kan veranderen, de slechtste.”
“De oorzaak voor een burn-out is altijd een mix van werk en privé. Mensen belanden in een loodzware periode, waarin de meeste wel nog herstellen door zichzelf opnieuw uit te vinden. Hoeveel stress en werkdruk je aankan, hangt ook af van je draagkracht. Hoe goed ben je getraind om te focussen of zware inspanningen te leveren? Hoe hard komen reacties binnen? Hoe sterk geloof je in wat je dagelijks doet?”
14
Klasse Magazine
“In een school waarin iedereen tot zijn volle recht komt en de neuzen in dezelfde richting staan, branden mensen minder snel op”
“Je energiebronnen moet je niet noodzakelijk binnen de job vinden. Een directeur die zestig uur per week draait, maar tussendoor losgaat in een band of een haarscherp carrièreplan volgt, kan die zware werkdruk perfect volhouden. Die voelt stress, maar hij wordt niet toxisch.” Zijn onderwijsmensen extra vatbaar voor burn-outs en toxische stress? Elke Van Hoof: “Onderwijsmensen zijn ontzettend betrokken, gloeien van ambitie. Maar voor de meeste geldt: je studeert voor leraar en staat op je vijfenzestigste nog altijd voor de klas. Dan moet je potverdorie een ijzersterke intrinsieke motivatie hebben. Bovendien botsen ze op een hoop nieuwe regels, planlast en structuren én merken ze dat de interactie met leerlingen veranderd is. Ik betrap mezelf steeds vaker op ‘In mijn tijd’-uitspraken als studenten in mijn les netflixen, spelletjes spelen of kussen.” “Dat vreet aan mijn zingeving. Aan mijn plezier in de job. Ik wil de best mogelijke psychologen maken. Maar als ze zuchten bij een oefening of facebooken, voel ik me beledigd. Idem als ze feedback vragen over mijn puntenberekening, maar met geen woord reppen over de inhoud van hun antwoorden.” “Geen waardeoordeel: maar dit is niet waarvoor ik professor werd. Leraren ervaren hetzelfde. Ze stappen in onderwijs om hun liefde voor chemie over te brengen of kinderen te leren schrijven. Maar zijn vandaag zowel psycholoog, psychiater, huisarts als boekhouder. Of krijgen niet alle kinderen mee en misnoegde ouders leggen dat op hun bord. Ze moeten zich voortdurend indekken met allerlei verslagen. Dan kijk je toch niet vreemd op dat leraren en directeurs de lijst ‘beroepen met burn-out’ toppen?” Even wat minder energie voelen voor je job, mag dat? Elke Van Hoof: “Een periode in je loopbaan waarin je de weken aftelt naar de vakantie, kom je bijna zeker tegen.
15
Zoek dan wat extra energie naast je job: ga wat vaker zwemmen of spreek af met vrienden. En las een reflectiemoment in. Is lesgeven nog altijd mijn missie? Hoe sleutel ik dan aan mijn aanpak om mijn energie terug te vinden? Onderwijs mist daarvoor helaas ademruimte. Er zijn geen extra budgetten om leraren tijd te geven lesmethodieken te ontwikkelen of te reflecteren.” Ik sprak een leraar informatica die plots merkte dat hij geen scherm tussen hem en de leerlingen wilde. En nu in PAV zijn plek vindt. Elke Van Hoof: “Waarom geven we zo’n ICT’er niet de kans om zich binnen de werkuren te herscholen, dat moet toch te organiseren zijn? Zeker met nieuwe technologieën. Een spoedcursus van een paar weken en dan on the job leren. Onze lerarenkamers zitten vol knappe koppen met sterke visies. Als die van een ander vak of andere school dromen, wil je ze toch niet kwijtspelen aan een burn-out of de privé?” “Misschien moeten we als maatschappij anders kijken naar leraren. Niet zomaar een tool om onze kinderen naar de unief of de werkvloer te krijgen, wel: mensen die begeestering opwekken. Leerlingen zo ver mogelijk brengen, moet sterker zijn dan jezelf. Wie om andere redenen in onderwijs stapt, kan nooit dezelfde impact hebben.” Is het niet makkelijk om de verantwoordelijkheid voor zelfzorg bij de leraar te leggen? Elke Van Hoof: “Elke organisatie heeft de plicht een context te creëren waar elke werknemer de beste versie van zichzelf kan neerzetten. En die werknemer moet dan als een goede huisvader zijn contract beheren. De verantwoordelijkheid voor zelfzorg in één van beide kampen duwen, is polariserend.” “Werk aan de winkel voor het beleid. Maar ook scholen, scholengroepen en koepels kunnen meer doen om die
Klasse Magazine
Dossier Zorg voor leraren
stimulerende context waar te maken. Door leraren kansen te geven om meer voor zichzelf te zorgen. Volgens het principe ‘goed voor leraren, goed voor kinderen’. Geef ze autonomie: voor de ene leraar werkt samen met de klas bewegen, voor de ander mediteren. Of gemeenschapswerk. Leer kinderen omgaan met andere generaties. Het aantal rusthuizen neemt toe, bejaarden vereenzamen. Daar liggen kansen.” “Spreek de ouders van leerlingen vaker aan. Vraag of ze mee de speelplaats opfrissen. Of organiseer projectweken. Terwijl de psycholoog mindfulness brengt, geeft een elektricien techniek. Een groep leraren krijgt tijd om te herbronnen. En ja, dan moeten ouders een halve dag verlof nemen. Maar komaan, het gaat om onze kinderen. We vragen veel van leraren, dan verdienen ze meer ondersteuning.” “Leraren maken de school, niet omgekeerd. Daarom moeten ze het lef hebben om initiatief te nemen. Wat werkt, schaal je op, de rest gooi je buiten. Meer actie is een vorm van zelfzorg. Want een team dat blijft focussen op de zware beperkingen, zakt weg in conflicten en achterklap. Denk niet dat de kinderen dat niet oppikken. Die spiegelen dat gedrag.” Je pleit in het bedrijfsleven voor Chief Happiness Officers die een welzijnsbeleid uittekenen. Doet de preventie adviseur dat in onderwijs? Elke Van Hoof: “Niet noodzakelijk. Een preventieadviseur garandeert veiligheid, controleert wettelijke bepalingen, remedieert mensen in het rood. De CHO doet proactief goesting behouden. Hij moet de mensen in het groen houden en niet wachten tot ze hun veerkracht verliezen. Hij exploreert talenten en zoekt uit hoe leraren die kunnen ontwikkelen en inzetten in het team. Die taak kan de preventieadviseur op zijn schouders nemen, maar evengoed een andere collega.” “Een onderwijs-CHO verleidt, werkt via subtiele initiatieven aan de structurele onderstroom. Doel: een school waarin iedereen tot zijn volle recht komt en de neuzen in dezelfde richting staan. In zo’n school branden mensen minder snel op.”
“Leraren zijn geen tool om onze kinderen naar de unief of de werkvloer te krijgen. Wel: mensen die begeestering opwekken” daar geld en beleidsmaatregelen voor nodig? Niet altijd. Wacht niet op de minister. Dat frustreert. Ik ontken de problemen niet, maar wil empoweren: verander wat wél in je macht ligt.” Zijn collega’s de grootste energiegevers? Elke Van Hoof: “Ja. Een team waar je kan hangen na een zware week en kan lachen, beschermt tegen burn-out. Mensen hunkeren naar goede relaties op het werk. Naar een lerarenkamer waar je geen ogen op je rug moet hebben en durft praten over werkdruk zonder dat het een klaagbarak wordt.” Klopt de indruk dat scholen een groot formeel zorgbeleid hebben voor leerlingen, maar niet(s) voor leraren? Elke Van Hoof: “Helemaal. Maar wat houdt je tegen om het met collega’s op poten te zetten? Als een school in de buurt ‘Leraren voor leraren’ wil starten, dan ondersteun ik dat. Deel ik mijn kennis en tools. Nu, het klopt wel: we zorgen veel beter voor leerlingen dan voor leraren of directeurs. Professoren voelen dat ook. Als wij ziek vallen, neemt niemand onze opdrachten over.”
Welke subtiele acties werken? Elke Van Hoof: “Kleine shots of happiness die mensen laten voelen dat ze aan hetzelfde zeel trekken: speeddates over talenten, complimentenbriefjes voor leraren. Of een teambuilding. Eentje om warmte te voelen, maar evengoed eentje rond waarden en normen. Om de common ground terug te vinden.”
Dat geldt ook voor directeurs. Hun energiewaarden zijn het meest dramatisch. Te groot takenpakket en eenzame job? Elke Van Hoof: “Ja, maar er is ook een mismatch tussen hun hoge verwachtingen en realiteit. Ze willen innoveren, maar moeten wc-papier bestellen en raken klem door regelruimte. Dan zitten de onderhandelingen over de verbouwing al vier jaar muurvast in de gemeenteraad. De leraren klagen: jij beslist dat toch? Waarom schiet de nieuwbouw niet op? Leraren zien niet altijd wat een directeur achter de schermen doet. Ze vormen een blok tegen die directeur. Dan wordt het een ontzettend eenzame job.”
“Maar ook: inter- en supervisie, mentoren en buddy’s. Of co-titularisschap: leerstof waar ik energie van krijg, breng ik bij mijn collega en omgekeerd. Niemand moet door zijn zuurste taak bijten en leerlingen begeleid je samen. Heb je
Voor het zorgbeleid kijken leraren naar hun directeur. Elke Van Hoof: “Natuurlijk! Je hebt twee types directeurs. Inspirerende leiders die richting geven, maar chaos creëren. En managers die op excel-sheets alles monitoren en
16
Klasse Magazine
controleren. Zij maken de wereld voorspelbaar en transparant. Eigenlijk heb je beide types nodig om alle leraren te laten floreren. Geen middelen voor twee directeurs? Ook als je een leider bent, kan je leraren tegemoetkomen die een manager nodig hebben. Of je zoekt een collega uit het team die je aanvult. En erkent zijn grote aandeel in jouw successen.” “Nog belangrijk: als zo’n collega je toefluistert: ‘Ik trek het niet meer’, leg dan alles opzij. Zelfs als die daarna minimaliseert: ‘Zo erg is het ook weer niet’. Stel niet uit tot na de vakantie. Directeurs durven niet altijd meegaan in de noodkreet van leraren. Ze willen geen onrealistische beloftes wekken. Maar het gevoel geven: ik zie je, ik hoor je, is voor leraren veel belangrijker dan altijd hun goesting krijgen.” Wat met leraren of zorgcoördinatoren die vaststellen: ‘Zorg dragen voor anderen lukt, voor mezelf niet’? Elke Van Hoof: “We kunnen ze leren om hun sympathie te bewaren voor thuis en empathie voor school. Zodat ze leerlingen empoweren zonder hun eigen energiebronnen op te branden. Leraren en zorgcoördinatoren moeten niet minder drive tonen, wel hun sympathie afgrenzen. Je lost het nooit op voor een ander. Nét dat willen veel zorgleraren wel doen. Mijn motto? Wees een OEN: open, empathisch en nieuwsgierig.” Wat met een starter die zijn sociaal leven parkeert en tot middernacht werkt? Elke Van Hoof: “Starters stapelen slaaptekort, iedereen weet dat. Spreek ze aan voor ze breken. Veel makkelijker voor jou dan voor hen. En gooi het in de groep. ‘Timo mist een aantal lessen, wie deelt wat? Want ik wil niet dat mijn mensen werken tot middernacht’. Het mooie is: van samen lesgeven of materiaal delen, word je allebei gelukkig.” “Tegen de starter zeg je: ‘Geen sprake van dat je je nachtrust hypothekeert. Kruip in bed of ga sporten en kom morgen met je gezond verstand lesgeven. Je bent goed opgeleid, ik geloof in je’. Bovendien: wordt een les nog beter rond middernacht?” “Maar soms zeggen ervaren collega’s: ‘Wij moesten het ook zelf doen’. En als een starter uitvalt: ‘Weer een jonge leraar tegen het asfalt’. Die hebben zo’n starter wel zelf omver geduwd. Bovendien weten we: slechts de helft van wie uitvalt, sijpelt terug naar het onderwijs. De andere stapt eruit.” Leraren die terugkeren uit ziekte vertellen dat de lerarenkamer binnenstappen moeilijk is. Elke Van Hoof: “Elke leraar die terugkomt moet een warm onthaal krijgen. Stop vooraf een handgeschreven kaartje in de brievenbus: ‘Wij verwachten je!’ Zet een collega aan de poort, die daarna een week meeloopt om alle veranderingen te duiden. Schandelijk dat een leraar zonder
17
ondersteuning de lerarenkamer binnen moet. Want daar valt een ongemakkelijke stilte. Het team twijfelt: wat mogen we zeggen, wat niet? En de terugkomer zoekt krampachtig een houding: hou ik het luchtig, moet ik sorry zeggen?” “Investeer als directeur in begeleiding. Dat betaalt zich altijd terug. Mensen komen sneller terug, vallen niet opnieuw uit. Zo maak je van school een fijne plek waar we terugkomers vleugels geven. Burn-out heeft écht niets te maken met zwakte, incompetentie of je job niet aankunnen. Integendeel: wie in burn-out wegglijdt, gaf te veel geweld op te korte tijd. Liep een sprint terwijl de job een marathon is.” Zijn ondernemingen niet flexibeler dan scholen? Geen lerarentekort, minder planlast, meer jobcrafting. Blijven scholen niet dweilen met de kraan open? Elke Van Hoof: “De vlakke onderwijsloopbaan maakt rotatie moeilijker. En de emotionele belasting ligt hoger, correct. Maar ook ondernemingen roeien met korte riemen. Voor elke honderd werknemers die uitvallen of met pensioen gaan, komen er tweeëntachtig binnen. Ook daar zijn de middelen schaars en woedt een felle strijd om talent.” “Voor bedrijven en scholen heb ik hetzelfde advies: wees pragmatisch en test ideeën. Maak inspanningen belangrijker dan resultaten. Dan vinden mensen elkaar en krijgen ze energie. En voor elke individuele leraar: als je goed voor jezelf zorgt en eerlijk bent over de realiteit, ontwikkel je meer veerkracht. Zoek daarom vandaag nog uit wat jou helpt om nog meer in je energie te staan. Zo zetten we alle schouders samen onder zelfzorg.”
Klasse Magazine
Dossier Zorg voor leraren
Aan de slag 01. Duid in het wiel aan waar je energie en aandacht naartoe gaan.
Waar gaat jouw energie naartoe? Elke dag op school sterk ‘presteren’ en toch genoeg voor jezelf zorgen? Hoe hou je die balans? “Onderwijs is topsport”, zegt pedagoog en therapeut Peter Beschuyt, “daarom moet je je energie goed verdelen.” Peter Beschuyt: “De school is een bijzonder fijne plek om te werken, waar je veel energie kan halen. De job vraagt ook een pak energie en leraren voelen vaak stevige energielekken: te veel administratie, hoge verwachtingen van ouders, moeilijke klassen, conflicten in de lerarenkamer, voortdurende stress … We zoeken meestal oplossingen in het cognitieve: hoe leer ik omgaan met die werkdruk? Maar er is meer nodig.” Daarom ontwikkelden Beschuyt en zijn collega’s het ‘Kopmanwiel’, een evidence based energietool die hoofd, ziel en lichaam verbindt en een integrale aanpak stimuleert.
02. Waar je 4 of 5 blokjes kleurt, zet je vandaag zwaar op in. Check bij jezelf: voelt dat als een energiegever of -vreter? De domeinen met 0 of 1 blokjes, zijn dan weer ondergewaardeerd. Zoek een actiepunt voor elk vlak zodat je energieverdeling meer in balans komt. 03. Wat wil je nog aanpassen, maar heb je zelf niet helemaal in de hand? Bespreek dat met een coach, collega of directeur.
VERWACHTINGEN - EISEN VERLANGENS We leven allemaal in een andere context. Iedereen heeft zijn familie, zijn werk, zijn vriendengroep. Die verwachten wat van je. Een gezin met jonge kinderen is anders dan een met pubers. Werken in een school stelt andere verwachtingen dan werken in een bank. Wat houdt jou nu bezig?
DRIE ADVIEZEN VAN PETER BESCHUYT: 01. Bekijk een stressperiode als een leerkans. Door goed met stress om te gaan, kan je bewust je competenties vergroten: één focus kiezen, accepteren dat je iets niet kan veranderen, niet té perfectionistisch zijn. Er zijn wel grenzen aan je ‘stretch’. Bewaak die. 02. Doe tegendraads. Als je veel stress voelt, heb je de neiging om fastfood te eten, je vrienden te verwaarlozen, laat te gaan slapen. Doe dan tegennatuurlijk en kies voor een gezonde maaltijd en op tijd naar bed. Stuur heel bewust energie naar die domeinen waar je energie te laag dreigt te worden. 03. Zet in op alle energiedomeinen. Een topsporter kan pas duurzaam presteren als hij naast zijn fysieke training ook mental skills ontwikkelt, relaties aangaat en zijn leven verder uitbouwt. Dat geldt ook voor een leraar. Lees het volledige interview over het wiel met Peter Beschuyt op klasse.be en bekijk hoe jij en je school actie kunnen ondernemen. Meer info op kopman.eu.
18
WERK - ZELF - LEVEN Als die veeleisende context goed aansluit bij je waarden, talenten en persoonlijkheid, krijg je veel energie. Dan kan je zonder veel moeite aan de verwachtingen voldoen. Sluiten je talenten aan bij je werk? Waar krijg jij energie van?
Klasse Magazine
RELATIONELE ENERGIE Fijne relaties geven veel energie: goeie collega’s met wie je samen een handboek maakt of een Parijsreis in elkaar steekt, vrienden met wie je op café gaat. Tegelijk weet je dat conflicten energie kunnen vreten: in het gezin, met de buren, in/ met de klas, in de lerarenkamer. Steek je veel energie in conflicten met leerlingen, collega’s, vrienden?
EXISTENTIËLE ENERGIE Je haalt ook energie uit de betekenis die het leven voor je heeft en geeft. Werken is voor veel mensen een belangrijke bron van zingeving: we willen iets betekenisvols doen, iets bijdragen aan de wereld. Een job die niet bij je past is een bron van stress en vergt veel energie. Hoeveel van je energie zit in het existentiële? Kleur 1-5 blokjes in het gele kwadrant.
E
LE
RG E N
RELA T IO
IE
Hoeveel van je energie stop je in het relationele? Kleur 1-5 blokjes in het rode kwadrant.
NE
• am
Ident
i
• Talen
IK
n • Waar te
it te
IE
EX I S
E RG
TE
EN
NT
LE
IË
• Zel f • Leven Werk
n • Licha de
IE RG
ME
E
EN
E
NE
N T AL ER
rw Ve
GIE
ac h
tinge
FY
SI E K
n • Eisen • Ver la n
gen
E
s
FYSIEKE ENERGIE Er is een stevig verband tussen je mentale en relationele energie én je fysieke energie. Wie geen voldoening vindt in zijn werk, riskeert lichamelijke problemen. Stress kan je slaap- en bioritme verstoren en je bloeddruk verhogen. Omgekeerd kunnen bv. chronische rugproblemen je mentale gezondheid beïnvloeden. Het effect van beweging, gezonde voeding en nachtrust op je mentale gezondheid valt nauwelijks te overschatten. Hoeveel van je energie spendeer je aan het fysieke? Kleur 1-5 blokjes in het groene kwadrant.
19
MENTALE ENERGIE Mentale energie gaat naar alle verwachtingen die je wil en moet beantwoorden: op school, thuis, bij vrienden. Weten waarmee je bezig bent, wat je wil bereiken én dat kunnen sturen, verhoogt je mentale energie. Net als jezelf doelen stellen, motiveren, focussen en je daarop organiseren. Hoeveel van je energie gaat naar het mentale? Kleur 1-5 blokjes in het blauwe kwadrant.
Klasse Magazine
Dossier Zorg voor leraren
Energieplek of energielek? Klasse peilt naar het energieniveau in onderwijs. Vijf vragen aan vijf mensen die zelf strategieën ontwikkelen of hulp krijgen van hun team zodat hun batterijen niet leeglopen.
MAIKEL SOMERS directeur VBS Sint-Ludgardis Antwerpen
Wat geeft je energie? “Die blik van verstandhouding met mijn collega-directeur. De herkenbare verhalen op een nascholing voor startende directeurs. Of de gezellige geur van koffie in de lerarenkamer en de hilariteit om de spitse mop van een collega: telkens weer een shot puur werkplezier!” Wat zijn je energievreters? “Administratieve rompslomp. Pas als directeur merk je hoe absurd hoog die papierberg is. En hoe weinig tijd je kan investeren in wat echt telt: je pedagogisch project, klasbezoeken, je team.” Wat doe jij om je energie op peil te houden? “Soms klap ik vrijdagavond mijn laptop dicht en raak ik hem het hele weekend niet aan. Mijn telefoon neem ik enkel op als de school in brand staat, zeg ik grappend. En de school? Die staat er maandag nog.” Wat doet de school al? “Als ik de kans krijg, eet ik mijn boterhammen in de lerarenkamer. En ik maak tijd voor speeddates met mijn leraren: hoe het met ze gaat, waarop ze trots zijn, zelfs waarom ze in het onderwijs stapten.” Wat mag nog meer? “Iemand die me alle administratie uit handen neemt, meer tijd voor ons pedagogische project. Maar wat meer steekt, is gebrek aan waardering. We doen wat we kunnen, én meer. De meeste ouders weten dat, en toch laat dat ene negatieve gesprek een wrang gevoel na.”
20
Klasse Magazine
SOFIE SCHROOS kleuterleraar VBS Sint-Michiel Keerbergen
Wat geeft je energie? “Elke dag is anders, met deze constante: mijn peuters zijn altijd blij om mij te zien. In een bureaubaan krijg je die oprechte knuffels niet. En de band met ouders: samen werken we met hun kostbaarste bezit.” Wat zijn je energievreters? “De planlast neemt toe. Maar goed zijn met papier garandeert niet dat je goed bent met kinderen. En wat ook vreet: het gebrek aan ict-ondersteuning en -middelen. Digiborden? We moeten zelf op sponsortocht.” Wat doe jij om je energie op peil te houden? “Met een collega en een ouderraadmama een blokje lopen. Rust inbouwen ’s avonds en zondag reserveren voor school. Relativeren, soms nee zeggen of teruggrijpen naar thema’s. Al is dat dik tegen mijn zin: ik wil niet de juf zijn die elk jaar hetzelfde geeft.” Wat doet de school al? “Een stukje jobcrafting: ik mag naar de vorming Scholen Slim Organiseren. De directeur vernieuwt, maar past het tempo aan. En we springen voor elkaar in. ‘Ga koffie halen, ik neem je klas wel even over’.” Wat mag nog meer? “Een kinderverzorger op elke kleuterschool. Ik wil best vijftien broeken verversen en plasmomenten educatief houden. Maar ik boet onvermijdelijk in op lestijd. En inspraak in het beleid. Geen kleuterleraar in het kabinet, hoe kan dat nu?”
EVI GEYSELS leraar economie Sint-Norbertusinstituut Antwerpen
Wat geeft je energie? “De leerling die een halve meter groeit met jouw pluim op zijn hoed. Die met een oprechte sorry weer voor je neus staat. Of die plots rond je nek vliegt en zegt hoe geweldig hij je vindt.” Wat zijn je energievreters? “De laatste vijf jaar zag ik de mentaliteit van mijn leerlingen veranderen. Roepen, schelden, zelfs fysieke agressie. Volwassenen stellen te weinig grenzen, jongeren zijn de dupe.” Wat doe jij om je energie op peil te houden? “Ik trok er een semester de stekker uit. Een bewuste break om te kijken wat ik wil. Luxe, want ik kon terugvallen op mijn job als radio-dj. Ik kwam terug maar nam minder uren. Minder frustraties, geen stapels onverbeterde taken en elke maandag met frisse goesting voor de klas.” Wat doet de school al? “Bij een conflict met ouders of een leerling staat onze directeur pal achter zijn leraren. In een school als de onze steun je elkaar op moeilijke momenten. Jammer genoeg blijven we te vaak in die overlevingsmodus om aan échte oplossingen te werken.” Wat mag nog meer? “Ik wens elke leraar de kans toe om net als ik even op de pauzeknop te drukken en zichzelf opnieuw uit te vinden. In een andere job, een andere omgeving. Zo buig je moedeloosheid om naar een nieuwe drive.”
21
Klasse Magazine
Dossier Zorg voor leraren
ANNA-LENA VAN DER MEYNSBRUGGE Leerlingenbegeleider arbeidsmarktgerichte opleidingen GO! Koninklijk Atheneum Hoboken
Wat geeft je energie? “Gesprekken met leerlingen en ouders. Maar ook: het vertrouwen van mijn directeur.” Wat zijn je energievreters? “Voor collega’s ben ik soms een bedreiging. Een lastige leerling gedraagt zich bij mij anders, omdat er geen klasgenoten meekijken. Dat we door de logge onderwijsstructuur niet altijd kunnen aanbieden wat een leerling prikkelt om tot de eindmeet te gaan. En de uitspraak: ‘Te slim voor bso’. Welk signaal geef je daarmee?” Wat doe jij om je energie op peil te houden? “Mijn lokaal delen met mijn collega ‘afwezigheden’ en na een zwaar gesprek een uurtje doorpraten met collega’s. Of naar huis trekken als ik rond 15 uur voel dat ik elektriciteit zit te verspillen.” Wat doet de school al? “Alle kansen geven om bijscholingen te volgen. Die zijn nooit te duur, vallen nooit op een slechte dag. En de directeur kan feilloos ieders sterke punten benoemen. Na een gesprek met haar kom je altijd beter buiten.” Wat mag nog meer? “Als ik minister was, vroeg ik elke leraar volledige dagen op school. Dan werkt iedereen automatisch meer samen. Weg ook de vooroordelen over onze werkweek, geen wrevel omdat een collega al vier jaar vrijdagmiddag vrij is en minder schooluitval.”
LORENZO D’HAESE leraar eerste leerjaar Kleine Icarus Gent
Wat geeft je energie? “De vrijheid die ik krijg om te blinken met een mooi project. Zoals het weerbericht dat mijn gasten maakten, met green screen. Maar even goed dat schouderklopje als alles toch eens in het honderd loopt.” Wat zijn je energievreters? “Gaten dichtrijden als collega’s ziek zijn. In een kleine school komt er meteen meer druk op je schouders. En administratie: als die berg leerlingendossiers op me afkomt, weet ik het even niet meer.” Wat doe jij om je energie op peil te houden? “Thuis probeer ik niet aan werk te denken. Liever een uurtje efficiënt doorwerken op school dan thuis een hele avond tobben.” Wat doet de school al? “We verdelen taken volgens de talenten in ons team. Mijn graadcollega helpt met mijn portfolio’s. In ruil trek ik schoolfeest, kinderfuif en quiz. Ook de intervisiegesprekken zijn energieshots. In groepjes van vier zoeken ervaren rotten en jonge honden samen constructief naar oplossingen.” Wat mag nog meer? “Niet al mijn jaargenoten kwamen in zo’n topteam terecht. Kliekjes in de lerarenkamer, te weinig vertrouwen om hulp of lesmateriaal te vragen. Of om je hart te luchten omdat het verdekke een zware job is. Kreeg elke beginnende leraar maar net zo’n start als ik.”
22
Advertentie
Klasse Magazine
Brief aan mijn jongere zelf
Brief aan mijn jongere zelf
Liefste Mieke, Was je maar nooit aan die lerarenopleiding begonnen. Of vroeger gestopt, in plaats van braaf het jaar af te maken. Dan hadden ze je geen stempel opgeplakt en gebuisd op de stages. Was je te verlegen? Te jong? Je hebt het nooit gevraagd.
Tweeëntwintig jaar geleden sloegen lerarenopleiders een deuk in haar zelfvertrouwen. Vandaag staat Mieke Van Neer tóch voor de klas. Niet in een lagere school, maar in het deeltijds beroepsonderwijs. Ze lijmt haar gebroken zelfbeeld in een brief aan haar jongere ik.
Hoe moeilijk het ook is, zie die afwijzing niet als een persoonlijk falen. Het ligt niet aan jou. Die opleiding was puur didactiek. Mens en maatschappij kregen er geen plaats, en net daar ligt jouw grote kracht. Een opleiding in sociaal werk zal je goed doen. De leraren stellen je op je gemak. Je krijgt er ruimte en zal veel leren over jezelf. Maar geef je onderwijsdroom niet op. Jij kan wél lesgeven. Op de wijkspeelpleinen was je geen doorsneebegeleider. Die kinderen kwamen naar jou. Kan je een brug slaan tussen onderwijs en jeugdwerk? Je beseft dat je eerst de weerstand voor school moet wegnemen. Jongeren kunnen enkel leren als ze daarvoor open staan. Als je ziet dat leerlingen uit het deeltijds onderwijs geen werk vinden en drie dagen per week op straat hangen, luid je de alarmbel. Plots durf je te bellen met politici en welzijnsorganisaties. Je zet projecten op, ervan overtuigd dat een school jongeren kansen moet bieden. En zo beland je toch voor de klas. Niet in het lager maar in het deeltijds beroepsonderwijs. Je pikt er jongeren op die anders afhaken. Laat hen zien dat de school geen boeman is. Het is bij jou dat ze hun diploma halen, of niet. Je haalt toch dat lerarendiploma, en daarbovenop een attest als coördinator. Je gaat zelfs in de lokale politiek. Jij kan dat allemaal, echt waar. Maar is het ook wat je wil? Je weet wat je wil, Mieke. Je wist het al vanaf het moment dat de juf van het eerste leerjaar lachte met de ongewassen haren van je klasgenoot. Jij wil leerlingen zien en waarderen voor wie ze zijn. Je moet niet in armoede zijn opgegroeid om te beseffen hoe moeilijk je uit dat systeem raakt. Inleven en niet oordelen, is genoeg. Vragen hoe het gaat, en oprecht luisteren naar het antwoord. Je bent goed bezig. Je bent slim, en je zal het goede doen.
Bewerking Kyra Fastenau Beeld Katoo Peeters
24
Klasse Magazine
Wie is Mieke Van Neer? • leraar PAV op Campus Redingenhof in Leuven (dbso) • bachelor Maatschappelijk-Assistent aan de Erasmushogeschool Brussel • getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid aan CVO De Oranjerie Diest
25
Klasse Magazine
Beeldrepo
Klas zonder naam Tekst Stijn Govaerts Beeld Jens Mollenvanger
Hun richting mag dan officieel ‘Naamloos jaar’ heten, de leerlingen hebben wel namen, gezichten en scherpe toekomstdromen. Klasse trok naar Sint Jozef in Geel waar bsoleerlingen via pittige theorielessen al dertig jaar schakelen naar hoger onderwijs.
26
Klasse Magazine
27
Klasse Magazine
Beeldrepo
“Soms twijfel ik aan mezelf” Yotta Krokos (19) “Met mijn dyscalculie leek de bso-richting Restaurant-Keuken de beste optie. Ik leer graag over voeding, sta nu op foodtruckfestivals en draai mee in een restaurant als jobstudent. Maar soms blijf ik op school op mijn honger zitten. En ook al twijfel ik soms aan mezelf, toch wil ik via dit schakeljaar de bachelor Orthopedagogie aanvangen. Ik help al mijn hele leven mijn slechtziende zus. Zorg dragen voor mensen zit echt in mij.”
“Kwantummechanica is mijn echte passie” Stef Kenes (19) “In het zesde leerjaar werd ik getest. Wat bleek: ik had autismespectrumstoornis en concentratieproblemen. B-stroom dus. Dierenzorg sprak me aan, maar mijn echte passies zijn kwantummechanica, astronomie en chemie. Tijdens PAV kon ik meer vertellen over teleportatie dan de cursus. Toen groeide het besef: ik ben best wel slim, kan alleen mijn aandacht moeilijk richten. Volgend jaar wil ik chemie studeren. Ik doe er alles aan om te slagen. Ik behaalde mijn rijbewijs om elke dag op school te geraken.”
28
Klasse Magazine
Siel Smets (20) “Ik ben blij dat ik in het derde jaar tegen de lamp liep door mijn gedrag op school. Ik studeerde Sport maar focuste vooral op mijn voetbalcarrière. In de les was ik veel te druk, toonde geen respect voor leraren. Het leverde me een terecht B-attest op, maar ook een ondoordachte switch naar Voeding-Verzorging. Die foute keuze wil ik nu rechtzetten, zodat ik toch voor leraar L.O. en biologie kan gaan.”
“Ik had geen respect voor leraren”
29
Klasse Magazine
Beeldrepo
“Niet gelukkig in een kapsalon” Kim Vansant (20) “Op mijn zestiende was ik schoolmoe. Ik wilde gaan werken. Maar mijn ouders en leraren pushten me. ‘Niet stoppen, Kim’. Duaal leren Haarzorg leek mijn redding. Drie dagen per week in een kapsalon, twee dagen op school. Ik kreeg complimenten over mijn kapsels, maar deed het werk écht niet graag. Mijn toekomst ligt in de sociale sector. Ik kies voor een opleiding met examens om de zeven weken. Dan blijft de grote brok theorie te behappen.”
30
Klasse Magazine
Joke Van der Vloedt (18) “Ik koos in het vierde voor Kantoor omdat mijn vriendin daar zat. Heel eerlijk: over studierichtingen wist ik niets. En Kantoor boeide me absoluut niet. Mijn aandacht in de les verslapte, ik speelde en voelde me dommer worden. Vandaag vind ik opnieuw uitdaging. We krijgen vijf uur wiskunde per week en het tempo ligt hoog. Ik weet weer wat studeren is. Mijn doel: volgend jaar proeven van een bachelor én het studentenleven.”
“Naar Kantoor voor een vriendin”
“Bewijzen dat ik wel hard kan werken” Jens Bellens (18) “Ik heb nog geen idee over wat ik volgend jaar ga doen. Misschien ergotherapie, misschien iets met computers of wie weet ga ik bij de politie. Ik heb vier jaar tso gedaan tot ik een onvoldoende had voor geschiedenis en bedrijfs economie en met een B-attest naar Office Logistics overstapte. In dit schakeljaar sleutel ik aan mijn basiskennis en studiehouding. Ik wil bewijzen dat ik wel hard kan werken.”
31
Klasse Magazine
Blog
Wie is Sam Rasschaert? • volgt het verkort traject leraar lager onderwijs aan UCLL campus Diest • fulltime vader van Joske (3) en Gust (1) • werkte tien jaar bij UiTinVlaanderen • blogt als thuisblijver op de mooiste reisblog van Vlaanderen somsookheimwee.be • levensmotto: Ik trek mij niet te veel aan, alleen ’s ochtends mijn broek.
32
Klasse Magazine
Sam blogt
“Ode aan juf Imke” Sam zegt zijn job op en kiest voor onderwijs. Als dertiger. Wat vrienden en vrouw al jaren in hem zien, durft hij nu pas aan: leraar worden. Dat hij zijn stage bij juf Imke mag lopen, is een valentijnscadeau. De hele tweede week van februari mocht ik opnieuw voor de klas staan. Hoe dat ging? Wel, de woordkeuze verklapt al veel. Dat ik mocht lesgeven bij mijn stageleraar Imke, raakte me in het diepste van mijn hart. Lesgeven van maandag tot vrijdag, met alles erop en eraan. Langer zwoegen aan lesvoorbereidingen dan dat de lesuren duren. Maar ook de agenda plannen, lesdoelen in Smartschool tikken en werkschriften verbeteren. Toezichten, toetsen en vergaderingen mocht ik skippen, en toch begon één ding me te dagen. Lesgeven is veel harder werken dan enkel voor de klas staan. Daarom snap ik dat leraren niet staan te springen om een stagiair te begeleiden (extra werk), hem het vertrouwen te geven om zijn ding te doen met jouw les (extra stress) en achteraf na te praten (extra tijd). Maar dat is exact wat Juf Imke deed. Eigenlijk is een stagiair het bijkomende zorgenkindje van wie je het niveau nog niet kent. Je moet hem begeleiden en vooruit helpen, zonder dat je andere tweeëntwintig pagadders eronder lijden. Je krijgt weinig in ruil (extra centen, vergeet het). Want wie kickt er nu op nog meer papierwerk en ziet de stappen vooruit van de stagiair als beloning? Maar dat is exact wat Juf Imke deed.
Dag 1 Juf Imke geeft me tips om klas te houden, zonder voorbarige conclusies te trekken. “Hier en daar een foute keuze, Sam.” Ik denk erover na. Dag 2 “Leuk om te zien dat je mijn tips ter harte neemt!” Ik bloos. Dag 3 “Je houdt al veel beter je klas.” Ik glimlach. Dag 4 “Je bent heel flexibel in je planning. Soms moet dat. Goed zo!” Ik glunder. Dag 5 “Het is heel rustig in de klas, je bent gegroeid in klasmanagement en reageerde opnieuw flexibel.” Ik blink uit mijn vel. Ik was een week lang ook een kind van juf Imke. Zat in de veilige klasomgeving die ze haar kinderen biedt. Met positieve feedback als haar krachtige wapen. Duidelijk bijsturen, zelf een voorbeeld geven en dan ruimte laten om te groeien. Dat is exact wat Juf Imke deed. Op vrijdag, de dag vóór Valentijn, vroeg ik de leerlingen of ze al iets hadden voor hun liefje. Ik stelde een gedicht van Lars van der Werf voor. Jij bent en dat is het fijne Dat ze regen hebben voorspeld Maar de zon is gaan schijnen. Ik draag de vier regels graag op aan Juf Imke en alle andere leraren, die elke dag in de weer zijn voor hun kinderen, die hun klassen en harten openstellen om stagiairs te helpen, die alles en iedereen beter maken. Parels van leraren. Want dat is exact wat juf Imke is.
Beeld Debby Termonia
33
Klasse Magazine
Reportage
De directeur
Flexibele leerweg, flinke leerwinst Tekst Bram Bartholomees Beeld Illias Teirlinck
Wat, hoe, wanneer, waar en met wie leerlingen leren? Dat pakken ze in basisschool Sint-Camillus flexibel aan. “We bereiken meer met onze leerlingen, verkleinen de kloof tussen hen. En de extra leerwinst neemt jaar na jaar toe”, vertelt directeur Ilse Martens. Ontdek hoe de school al jaren sleutelt aan haar aanpak en de leraren op eigen tempo mogen meestappen.
“Sint-Camillus is een kleine buurtschool aan de rand van Sint-Niklaas, met tachtig kleuters en honderddertig leerlingen in de lagere school. Iedereen kent elkaar. Het aantal SES-leerlingen ligt rond de tachtig procent. Bovendien kennen we een groot verloop tijdens het schooljaar, zowel bij de kleuters als in de lagere school. Onze families verhuizen regelmatig. Dat maakt het voor de leraren niet gemakkelijk.” “Onze school kreeg te maken met een kloof tussen kinderen met een taal-en leerachterstand en kinderen die gemiddeld tot zeer sterk presteren. Door het M-decreet kwamen daar leerlingen bij die georiënteerd waren naar het buitengewoon onderwijs. In totaal tellen we meer dan veertig nationaliteiten. Voor veel leerlingen is Nederlands niet de thuistaal. Een groot deel heeft het thuis financieel niet altijd gemakkelijk. En de laatste jaren – nadat in Sint-Niklaas een tweede asielcentrum opende – vangen we ook kinderen van oorlogsvluchtelingen op. Een zeer divers publiek.” INZETTEN OP LEERWINST “Hoe helpen we al die verschillende kinderen verder? Door voor iedereen maximale leerwinst te creëren. Dat is het basisprincipe van ons veranderingstraject. Enerzijds brengen we de beginsituatie grondig in kaart. Om een kind vooruit te krijgen, moet je eerst kijken hoe het start. Anderzijds volgen we leerlingen individueel op. Welke doelen en eindtermen moeten ze behalen op het einde van het zesde leerjaar? Voelen we bij de start dat de lat te hoog ligt, dan tekenen we een flexibel leertraject uit waarbij we de leerstof van een bepaald leerjaar op maat van de leerling plannen over een langere periode dan een schooljaar. Zo nemen we zes jaar de tijd om de leerling voor te bereiden op het
34
Klasse Magazine
Reportage
secundair, of het nu 1A of 1B wordt. En als leerlingen op een bepaald moment wel klaar zijn, geven we een versneld traject.” “Meer dan veertien jaar kauwden we op onze aanpak. We probeerden, evalueerden, stuurden bij. Hoe organiseren we onze klassen, groepen zodat iedereen maximaal vooruitkomt? Bij mijn start als directeur werkten we met graadsklassen. Geen bewuste keuze, eerder uit noodzaak. Jaar na jaar nam het leerlingenaantal toe en kreeg iedere leeftijdsgroep een aparte klas. Het team deed aan binnenklasdifferentiatie, maar de kloof tussen de leerlingen werd niet weggewerkt.” “We hadden toen ook een schakelklas tussen de derde kleuterklas en het eerste leerjaar. Dat leek de oplossing om onze leerlingen goed voorbereid te laten starten in de lagere school. Maar we boekten amper leerwinst, en stelden vast dat het ook geen goed idee was om tegelijkertijd zittenblijvers op te vangen in het eerste leerjaar. Dat hakt in op het welbevinden van zowel de leerling als de leraar.” “We zijn toen structureel overgegaan tot leeftijsoverschrijdende niveaugroepen. Zo kreeg de volledige lagere school op hetzelfde moment rekenen en taal. Met de zorguren splitsen we bepaalde groepen. In eerste instantie maakten we homogene groepen, bv. een groep sterke en een groep zwakke leerlingen voor rekenen binnen een leerjaar.” “Gaandeweg ondervonden de leraren dat die opdeling vooral de kloof tussen leerlingen groter maakte. De goede leerlingen scoorden beter, terwijl de zwakkere leerlingen nog minder goed presteerden. En zo evolueerden we naar heterogene en klasoverstijgende graadklassen vanaf de eerste kleuterklas. Onze toppers worden niet afgeremd, de andere kinderen schakelen een versnelling hoger. Nadeel was dat de klasleraren het totaalbeeld misten. We gooiden het roer opnieuw om en vormden kernteams per groep. En zo zetten we de eerste stappen richting zelfsturende teams.”
“In de eerste kleuterklas sloegen we een gat in de muur: meer ruimte, minder prikkels” 36
KLEINE STAPJES ZIJN OOK SUCCESERVARINGEN “Ons uitgangspunt blijft hetzelfde. We willen onze kinderen optimale kansen geven om zich te ontwikkelen. Iedereen evolueert toch op zijn manier en tempo, al van in de wieg. Niet elk kind loopt op de leeftijd van veertien maanden. Sommige leerlingen zijn een half jaar jonger dan hun klasgenoten. Maar wanneer een kind instapt in de kleuterklas, het eerste leerjaar of het secundair verwachten we dat het op dezelfde lijn staat als alle andere kinderen. Niet helemaal logisch. Door kinderen te laten evolueren op hun eigen manier en in hun eigen tempo creëren we succeservaringen. En al zijn het kleine successen, iedereen zet wel stappen vooruit.” “Op het niveau van de kinderen werken, is onze eerste belangrijke pijler. Een tweede is onze talentenwerking. We hielden te weinig rekening met andere sterktes van kinderen. Het zijn niet allemaal taalknobbels of rekenwonders. Wie graag acteert of musiceert, verdient ook een podium. En dat levert resultaten op. Uit metingen rond welbevinden blijkt dat onze leerlingen graag naar school komen. Bezoekers – stagiairs, hun docenten of zelfs onze vrijwilligers – bevestigen dat. Zij zien onze leerlingen echt stralen.” VAN KLASSEN NAAR EILANDEN “We werken nu met groepen van maximaal zesenveertig leerlingen, telkens begeleid door drie voltijdse leraren. In de kleuterschool werken we met twee groepen, in de lagere school hebben we drie eilanden. Elke groep of eiland beschikt over meerdere ruimtes. In de eerste kleuterklas sloegen we letterlijk een gat in de muur. Zo kregen we een dubbel lokaal waar we via hoekenwerk alle eilanden van de talentenarchipel aan bod laten komen. Voor de andere kleutergroep hebben we vier aparte ruimtes gecreëerd met een beperkt aantal hoeken die we grondiger uitwerken en sneller wisselen. Er is letterlijk meer ruimte zodat de kinderen niet te veel prikkels krijgen.” “Bovendien laten we deze hoeken aansluiten bij de talenten van de leraren. De ene knutselt graag en zet in op de hoek rond muzische vorming terwijl de andere de beweeghoek uitbouwt. De kleuters geven zelf aan wat ze willen leren en hangen hun sleutelhanger bij het hoekje dat ze kiezen. Zo zetten we volop in op de intrinsieke motivatie. Kinderen nemen zelf hun leerproces in handen.” “Door telkens drie leraren aan een groep of eiland te verbinden, blijft de veilige omgeving van een klas gegarandeerd. Onze zorgcoördinatoren zitten op de klasvloer. Als deskundige maken zij de leraren sterker. Daarnaast is er nog een extra zorgjuf in de ‘Wel-in-je-vel-gang’ bij wie leerlingen altijd terecht kunnen. Even het hoofd leegmaken als het thuis of in de klas wat moeilijker loopt, ruzies uitpraten of rustig
Klasse Magazine
een boekje lezen. Zij volgt ook het straf-en beloningsbeleid mee op. Zo delen we iedere week de Camillus-duimen uit en bellen we de ouders. Dan ben ik even de juf van de groene duimen.” “Het grote voordeel is de gedeelde verantwoordelijkheid. We kijken samen naar alle leerlingen. Leraren willen niet meer terug naar vroeger. De verantwoordelijkheid voor vierentwintig kinderen ligt niet meer bij één leraar. Het samenwerken binnen een eilandteam geeft meer mogelijkheden. Uiteraard is regelmatig overleg een noodzaak. Het vraagt veel van het team, maar het levert ook veel op.” OVERZICHT DANKZIJ DE EILANDRAAD “Zelf zocht ik een manier om het overzicht te bewaren. Zo kwamen we tot de eilandraad, een tweewekelijks overleg met een leraar van elk eiland, de directeur en de zorgcoördinatoren. Door te werken met een afgevaardigde per eiland verla-
gen we de vergaderdruk bij het team. Tijdens die eilandraden houden we de vinger aan de pols en sturen we bij waar nodig, zoals bij de kindgesprekkenmarkt waar leerlingen zelf kiezen met wie ze in gesprek gaan of de ‘meedenkmoeders’ die los van de ouderraad samenkomen. Ook zorgvragen komen aan bod of een aantal praktische zaken zoals de organisatie van het schoolfeest en de klasprojecten. Daarnaast hebben we ieder schooljaar drie grote personeelsvergaderingen. Geen droge theorie, wel werkvergaderingen, een expliciete vraag van het team om tijd te krijgen om samen dingen uit te werken.” “Onze werking heeft heel wat voordelen. Geen zittenblijvers en het welbevinden stijgt. Onze leerlingen ervaren minder druk en minder stress. Daardoor leren ze beter en zijn er minder gedragsproblemen op school. Ze zijn ook beter voorbereid op het secundair. De vaardigheden waar wij hard op inzetten, zoals executieve functies, zelfstandig werken, samenwerken, omgaan met keuzes en leren van
“Zittenblijven hakt in op het welbevinden van zowel de leerling als de leraar”
Wie is Ilse Martens? • afgestudeerd als leraar lager onderwijs, daarna vijftien jaar leraar in de eerste kleuterklas • ondertussen bijna vijftien jaar directeur in basisschool Sint-Camillus • eind februari uitgenodigd voor het ‘Zero Project’-congres in Wenen als voorbeeld van innovatieve onderwijspraktijken
37
Klasse Magazine
Reportage
“Aankoopvragen weiger ik zelden. Liever wat centen kwijt dan een hoop energie bij mijn leraren” elkaar, komen daar goed van pas. Ze zijn al gewoon om les te krijgen van meerdere leraren. Dat is een mooie bonus die de overstap vlotter laat verlopen.” WEDERZIJDS VERTROUWEN “Een collega-directeur vroeg mij ooit: ‘Ilse, hoe doe jij dat? Hoe krijg je jouw team zo ver?’ ‘Vertrouwen geven’, zeg ik dan. Ik wil niet altijd en overal controle houden. Laat ze maar doen. Zij werken hier omdat ze goede leraren zijn. En dat vertrouwen is wederzijds. Misschien staan de voeten nog niet altijd in dezelfde richting, maar de neuzen wel. Het team deelt de schoolvisie maar gaat er op eigen tempo mee aan de slag. En dat mag.” “Als je dingen wil veranderen, moet je als directeur een duidelijk kader creëren. Anders zaai je verwarring. Of frustraties als degelijk materiaal ontbreekt. Daar zet ik dan ook op in. Als collega’s vragen om iets aan te kopen voor school, dan weiger ik zelden. Liever wat centen kwijt dan een hoop energie bij mijn leraren.” “Ik geef mijn leraren graag denkwerk mee. En stimuleer ze om dat ook bij elkaar te doen. Zowel tijdens formele als de informele contacten. Zo durf ik tijdens de bosklassen wel eens een idee droppen. Ik weet dat daar niet meteen iets mee zal gebeuren. Maar het zaadje is geplant. En weken, soms zelfs maanden later, zie ik dat idee uitgroeien.“
38
“Zoals de heterogene groepen, ik ken al langer de voordelen. Maar wil ze niet opleggen. Laat ze dat maar zelf uittesten, ondervinden. En als het niet loopt, dan ga ik in gesprek. Dat is belangrijker dan alles mooi op papier. Mijn leraren mogen fouten maken. Meer nog, ze moeten fouten durven maken. Alleen zo ga je vooruit, niet alleen als leraar maar ook als mens.” DURVEN LOSLATEN “Het motto hier op school is niet voor niets ‘Altijd lerend, altijd groeiend’. Voor leerlingen én leraren. Want het moment waarop we luidop zeggen: ‘Dit is het perfecte model’, gaan we opnieuw achteruit. Iets wat tien jaar geleden werkte, werkt daarom nu niet meer. En over tien jaar moeten we onszelf opnieuw heruitvinden, onze aanpak aanpassen. Wellicht sneller.“ “Een school die voortdurend in beweging is, vraagt veel energie. Ik ben geen solospeler. Wel een twijfelaar die zich graag omringt met sterke collega’s. Ook als directeur moet je dingen durven loslaten, anders werkt het niet. Zo werken we samen de beste ideeën uit. Ik geef veel energie aan deze school en krijg er veel voor terug. Niet alleen door de leerlingen én het team zo te zien groeien, maar ook de grote belangstelling van andere scholen. Zo krijg ik telkens de kans met ons verhaal andere scholen te inspireren. Dat geeft mij extra vleugels en maakt dat ik mijn job nog altijd heel graag doe.”
Klasse Magazine
Gij kunt da!
KMA_mag_019_zelfzorgkaartjes.indd 1
21/02/2020 15:56
“Een team waar je kan hangen na een zware week en kan lachen, beschermt tegen burn-out”, zegt klinisch psycholoog Elke Van Hoof in het dossier (p.12). Met deze kaartjes laat je je collega’s zien dat je er voor hen bent. En maak je van de school een warme energieplek.
39
Klasse Magazine
Reportage
Virtual reality in de klas Tekst Sara Frederix Beeld Eva Vlonk
Robbe Wulgaert experimenteert met virtual reality in zijn klas. Als hij met zijn rugzak vol VR-brillen door de school loopt, zwermen zijn leerlingen rond hem. In de hoop dat ze er vandaag mee aan de slag kunnen. Duik je mee in hun VR-wereld?
“Ik wil dat mijn leerlingen mee zijn met de toekomst. Dan komen ze best zo vroeg mogelijk in aanraking met de technologie die ons omringt. App-ontwikkelaars zijn de architecten van onze wereld. Technologie bepaalt hoe we wonen, eten of daten. Maar jongeren weten te weinig hoe die dingen werken. Ze krijgen die kennis niet mee van thuis. Daarom vind ik het belangrijk dat leerlingen in mijn lessen virtual reality, augmented reality en 360°-camera’s ontdekken.”
40
STORYTELLING MET VR “Dit schooljaar startte ik met een groot, experimenteel VR-project. Tijdens de vakken ICT, P.O. en Nederlands werken we samen rond storytelling. Tot vorig jaar trokken de leerlingen van het tweede jaar daarvoor naar de bibliotheek om een boek voor te lezen aan kinderen van de lagere school. Nu combineren we dat met VR.” “In het vakoverstijgende project bedenken ze zelf een verhaal en maken ze elk een schets op papier. Met de klas kiezen we welk verhaal we uitwerken in virtual reality.
Klasse Magazine
Daarna maken ze in kleinere groepjes stukken van het verhaal in speciale computerprogramma’s zoals Google Tilt Brush en Quill. Ze spreken teksten in, monteren de muziek en voegen alles samen. Het resultaat? Met een VR-bril kunnen ze in hun eigen verhaal rondlopen.” “Tijdens het groepswerk kan iedereen zijn talent inzetten. De ene is goed in tekenen, de andere leerlingen spreekt alle stemmetjes in. Uiteindelijk bereiken ze alle leerdoelen, zoals spreekdurf of intonatie gebruiken.”
41
ESCAPEROOM IN VR “Vorig schooljaar deed ik een VR-project rond design thinking. De leerlingen ontwierpen een gsm-hoesje. In een 3D-winkel waarin ze met een VR-bril rondlopen, konden ze alle ontwerpen bewonderen. Zo zagen ze meteen als er iets mis was met de maten van hun hoesje. Een andere keer ontwikkelden ze een motorfiets in een virtualrealityomgeving. Zo konden ze met een speciale VR-bril op hun motor zitten, hem van alle kanten bekijken en zelfs hun handen zien alsof ze aan het rijden waren. Die onderdompeling is een enorme meerwaarde bij design.”
Klasse Magazine
Reportage
Wie is Robbe Wulgaert? • volgde de lerarenopleiding geschiedenis en informatica en haalde een aanvullend diploma onderwijskunde • leraar programmeren, design thinking en plastische opvoeding in de STEaM-richting • geeft vier jaar les in Sint-Lievenscollege in Gent
“Ik zoek mijn eigen weg met VR. Want de kansen zijn eindeloos. Een collega uit een andere school ontwerpt een virtuele escaperoom met leerlingen. Twee collega’s wiskunde maken met hun leerlingen en die van een buitenlandse school een game rond wiskunde en kunst. In een digitale wereld vliegen hun leerlingen door een kunstwerk van Piet Mondriaan waarin ze berekeningen maken.”
STOELEN AAN DE KANT “Ik wil mijn VR-experimenten graag uitbreiden. Maar het blijft heel erg zoeken hoe je vijfentwintig leerlingen aan het werk zet met enkele dure VR-brillen. Voorlopig los ik dat op door de sterkst geïnteresseerde leerlingen tijdens de middagpauze verder te laten werken aan hun project.” “De brillen zijn niet het enige struikelblok. Je hebt veel ruimte nodig om te kunnen rondwandelen. In een klassiek klaslokaal met veel banken
Leren leerlingen beter met VR?
Wat kan je al met VR in de klas? Wijnand IJsselsteijn: “Je kan er tijd en ruimte mee overstijgen. Zo kan je je leerlingen meenemen naar de dino’s, het Verona van Romeo en Julia, de Mount Everest, Machu Picchu of op schoolreis naar het Louvre.”
Wijnand IJsselsteijn, professor Cognition and Affect in Human-Technology Interaction (TU Eindhoven), buigt zich over de voor- en nadelen van virtual reality in onderwijs.
“Dé grote meerwaarde van VR is dat je belevingsgericht onderwijs kan maken. Je beleeft de realiteit vanuit de eerste persoon. Je kijkt in alle richtingen en zit er dus – nog meer dan bij een film – middenin. Zo kan je je inleven in een dag van een Syrisch meisje in een vluchtelingenkamp, het leven
42
Klasse Magazine
“Met een VR-bril kunnen leerlingen in hun eigen verhaal rondlopen”
botsen leerlingen op muren en tegen elkaar. Daarom verhuis ik voor mijn VR-lessen naar onze ontspanningsruimte of sportzaal.”
die hebben natuurlijk niet dezelfde mogelijkheden als de duurdere VR-brillen. Met mijn brillen kan je écht rondlopen in de VR-omgeving, en niet alleen rondkijken. Ze vragen wel een stevige investering van de school.”
“En lessen herwerken naar VR vraagt natuurlijk extra tijd. Er bestaan al veel VR-toepassingen, maar je moet er je weg in vinden. De meeste zijn Engelstalig en kanten-klare lessen pluk je vandaag nog niet van internet of uit digitale leerboeken.”
KARTONNEN BRILLEN “Ik zette mijn eerste VR-stapjes thuis. Daar testte ik verschillende materialen. Nu weet ik dat ik in een klas het liefst met een draadloze VR-bril werk. En ik kies klein, licht materiaal dat in een rugzak past zodat ik van klas kan wisselen zonder een speciale game computer of infraroodlichten te moeten installeren en opruimen. Anders blijft er weinig tijd over om er echt mee aan de slag te gaan.” “Je kan VR uitproberen met goedkope kartonnen brillen waarin je simpelweg een smartphone klemt, maar
van een blinde of een koe in het slachthuis. Je staat letterlijk in andere schoenen en kan je inleven in iemand van een ander geslacht, kleur of oorsprong.” Leren leerlingen beter met VR? Wijnand IJsselsteijn: “Er is nog weinig gevalideerd onderzoek naar de leereffecten van VR in onderwijs. Het is wel bewezen dat het werkt bij vaardigheidstrainingen. Je leert tegenwoordig eerst autorijden met een simulator. Zo kan je moeilijke situaties oefenen zoals een dode hoek van een vrachtwagen herkennen. In het echte verkeer moet je
43
ARCHITECT VAN MIJN LES “In alle lessen virtual reality integreren is overdreven. Het blijft tenslotte maar een van de vele werkvormen. Maar wel een heel leuke. Ik moet het enthousiasme van mijn leerlingen temperen. Als ik mijn rugzak met VR-materiaal bij heb, vliegen ze op me af in de gang: ‘In welke les ga je VR gebruiken? En mogen we tijdens de middag verder werken aan ons project?’ Daar heeft mijn collega die Frans geeft minder last van. (lacht)” “Voorlopig blijft dit een experiment waar mijn leerlingen en ik ons goed bij voelen. Ik merk wel al de meerwaarde: VR is een ideale uitlaatklep voor creativiteit, leerlingen moeten veel samenwerken, initiatief nemen en iedereen zet zijn talent in. Misschien zet onze school in de toekomst nog meer in op VR. Nu ben ik vooral blij dat ik als architect van mijn lessen mijn passie kan inzetten.”
lang wachten tot een situatie zich een keer voordoet. Een ander voordeel is dat je flexibel, aangepast aan het niveau van de leerling kan werken. Denk aan een VR-klas waarin je technieken voor klasmanagement test of kinderen weerbaar maakt tegen pestgedrag. Het is zelfs bewezen dat je de vaardigheden die je leert in de VR-omgeving ook in de realiteit kan toepassen.” Lees het volledige interview op klasse.be/virtual-reality-in-de-klas
Klasse Magazine
Interview
Wie is Henk Rijckaert? • Industrieel Ingenieur Landbouw met postgraduaat Milieusanering en lerarenopleiding • stand-upcomedian bekend van ‘Zonde van de Zendtijd’, comedy shows ‘Technostress’ en ‘Maker’ • vlogger op YouTube-kanaal De Koterij • organisator van Maker Faire Gent
44
Klasse Magazine
“Stop met stappenplannen, kies voor klooien” Tekst Klara Tesseur Beeld Thomas Sweertvaegher
“Het is maf hoe ver de fantasie van kinderen reikt als ze iets mogen bouwen of maken”, lacht comedian, ex-leraar en maker Henk Rijckaert. Zijn advies aan alle leraren: “Zet af en toe een speeldoos aan materialen in de klas, zonder stappenplan. Geen betere les dan die van vallen en opstaan.”
45
Zes jaar stond comedian Henk Rijckaert voor de klas. Daarna ruilde hij zijn boekentas in voor een werkkoffer, zijn schoolkrijt voor houtschaven, bankschroeven en materialen. Schetsen en gedachtesprongen sieren de muren van het toilet in zijn makerspace. Henk is een maker, van tv-programma’s, comedy en … dingen. Kon hij dat talent onvoldoende kwijt in onderwijs? “Het is niet de reden waarom ik uit onderwijs stapte. Ik gaf de eenuursvakken biologie en fysica aan de Stedelijke Kunsthumaniora in Gent, dus ik had gewoon de hele school! Dat was heel tof, allemaal creatieve gasten met wie het klikte. Maar de dagen telden te weinig uren om comedy en onderwijs te combineren zonder oververmoeid te raken. Dus kon ik mijn ambitie parkeren of de sprong wagen. Vier weken later wierp Canvas een voorstel voor ‘Zonde van de Zendtijd’ in mijn schoot.”
Klasse Magazine
Interview
“Zing je vals, doe dat met overtuiging en vraag aan de klas om je te helpen. Hetzelfde geldt voor techniek”
“Uit het onderwijs stappen, vond ik echt lastig. Het eerste jaar hunkerde ik naar het één-september-gevoel. Kinderen kijken met een dubbel gevoel naar die dag, net als leraren. Het is altijd spannend, dat gedoe aan de schoolpoort. Ik ging zelfs stiekem kijken, ‘toevallig’ moest ik met de auto passeren aan de school.” Wat voor leraar was je? “Volgens mijn leerlingen was ik een atypische wetenschaps leraar. Wetenschappen dragen vaak onterecht de stempel ‘saai’. Saaie leerstof, saaie mensen. Maar in mijn lessen werd veel gelachen, én hard gewerkt. Soms schakelde ik abrupt. Dan gaf ik één opmerking, volgde een tweede, maar bij de derde was ik Strenge Henk. Vooral de derdejaars, mijn jongste groepen, vonden dat lastig. Na een paar jaar wist ik: ik moet gewoon duidelijk zeggen waar het op staat. ‘Lachen in de les kan, maar ik laat het niet doorkabbelen. Gedaan is gedaan.’” Waarom koos je voor wetenschappen? “Eigenlijk wou ik naar de kunsthumaniora, want ik tekende graag. Dat was niet naar de zin van mijn ouders: eerst een diploma, dan de rest. Ik had interesse in wetenschappen, maar had die maar wat graag gecombineerd met een aantal uren plastische of creatieve technieken.” “Tijdens mijn ingenieursopleiding ontdekte ik pas echt de gigantische speeldoos die je met wetenschappen opent. De ongelooflijke creativiteit die je kan botvieren. Je combineert theorieën en opeens zie je de grenzen tussen vakken vervagen. Dat fysica, biologie en chemie een grote overlap hebben en je wetmatigheden uit het ene vak in het andere kan gebruiken.” “Experimenteren en samen met jongeren creatief omgaan met kennis, daarvoor ben ik in het onderwijs gestapt. Want hoe leg je wetenschappen uit aan gasten voor wie het gewoon deel uitmaakt van hun lessenpakket? Mijn ouders, allebei leraar, hoorde ik zeggen dat doceren niet altijd een geschikte werkvorm is. Dan is het best geestig als je al een tijdje voor de klas staat zonder pedagogisch diploma, op zaterdag in de lerarenopleiding een nieuwe didactische werkvorm leert, en
46
denkt: zal ik dat maandag toepassen in mijn les? In dat jaar ben ik geen betere leraar geworden, ik ben leraar geworden.” Krijgen creativiteit en experiment voldoende ruimte in onderwijs? Of zijn we met z’n allen onhandig geworden, zoals je stelt in je comedyshow ‘Maker’? “Je fantasie reikt verder dan je kunde. Kinderen hebben dat, volwassenen lijken wat in slaap gedommeld en zijn onzeker. Zet een doos materialen voor hun neus en ze vragen meteen wat ze moeten doen en hoe. Doe hetzelfde bij een kind en dat vliegt erin. Zoals bij een stok in het bos: het ene kind maakt er een zwaard van, het andere een toverstok.” “Niets leuker en leerrijker dan dingen maken. Als comedian bricoleer ik mijn decorstukken. Op mijn YouTube-kanaal De Koterij post ik daarvan video’s. Deels om zelf bij te leren en me te bekwamen in digital
Klasse Magazine
“Kinderen mogen geen schrik hebben om materialen vast te pakken”
schroeven omdat ik jou online zag klungelen’. Vanuit het idee: als Henk mag prutsen, mag ik dat ook. We zijn zo bang om te falen, terwijl in trial and error een ongelooflijk sterk leerproces zit.” Moet iedereen weer met hamer en beitel leren werken? “Je kan kinderen instrumenten in handen stoppen. Hamers, breinaalden … maar waar stopt het dan? Moeten ze ook kunnen lassen, solderen en micro controllers programmeren op hun twaalfde? Belangrijker is dat ze geen schrik hebben om materialen vast te pakken, te proberen en te kijken: ‘Hoe kan ik dat nu doen?’ Zodat je niet hulpeloos de handen omhoog steekt bij een probleem of de boel dropt in een vuilbak of containerpark, maar je eerste reflex is: uitzoeken of je het zelf kan herstellen. Die zelfredzaamheid zijn we een beetje kwijt.”
storytelling en muziek. En deels om mijn eigen leerproces in handen te nemen. Elke dinsdag post ik een video. Die deadline dwingt me om wekelijks iets te maken of af te werken. Ik merk ondertussen, drie jaar later, dat ik daarin veel beter geworden ben.” Maken is ook klungelen, fouten maken. Tonen je video’s het moeizame proces? “Ja. Als tegenbeweging tegen het wegmoffelen van fouten op het internet. Als je iets opzoekt op YouTube en je krijgt een verhaal, dan lijkt dat allemaal zo evident. Alsof alles met de vingers in de neus gelopen is. Maar zo gaat het meestal niet. Je hebt meer obstakels dan successen, maar niemand toont die. Terwijl iemand zien klungelen even leerrijk is als een MacGyver bekijken die iets vlot in elkaar steekt. Daarnaast ben ik come dian: het is grappig om iemand ‘op zijn bek te zien gaan’.” “Dat geklungel werkt heel drempelverlagend. Vaak krijg ik de reactie: ‘Ik begon met radio’s of broodroosters open te
47
“Op de Maker Faire, een beurs voor makers die we sinds vorig jaar organiseren, ontvangen we verrassend veel leraren op zoek naar nieuwe projecten of ideeën. Als we de ‘call for makers’ doen, vellen we geen waardeoordeel. Zowel de kleinste als meest ambitieuze projecten zijn welkom. Van vilten poppetjes tot een Formule 1-wagen. Er zijn heel veel mensen die dingen ineensteken op zolder, in schuurtjes en garages. Verborgen talenten die daar niet mee naar buiten stappen. Die makers brengen we samen om elkaar te inspireren. Hoe mooi zou het zijn als die leraren met hun passie aan de slag gaan in hun lessen? Kinderen stimuleren om af en toe zelf te creëren, zonder een waardeoordeel te vellen?” Missen we creativiteit en makersmentaliteit in het onderwijs? “Ja. We zitten op een kantelpunt. Het STEM-verhaal is nog braakliggend terrein. We focussen op Science, Technology en Mathematics, maar het luikje Engineering mis ik. Het vermogen zelfstandig te analyseren en een oplossing te formuleren. ‘Welk speelblokje, welke theorie, heb ik nodig om dit probleem op te lossen?’
Klasse Magazine
Interview
“Ik ben een groot voorstander van STEAM. Die Arts moeten erin, voor het creatieve, het design thinking en problem solving. Want voor mij werden wetenschappen pas immens interessant toen die muurtjes tussen vakken wegvielen. Toen groeide mijn motivatie om te studeren.” “Ik geloof in de kracht van projectwerk, omdat je moet leren samenwerken en in groep creatief omgaan met vragen. Maar de harde theorie die je nodig hebt in wetenschappen, dreigt daardoor soms te verdwijnen. Leert iemand beter wiskunde als je alle leerstof geïntegreerd aanbiedt? Niet bewezen. Het zit ergens tussen de twee. Niet zoals vroeger, toen werd er te veel op de nagel van de theorie geklopt. Maar meer combineren met toepassingen, af en toe de muren tussen vakken neerhalen.” Kan je verwachten dat alle leraren creatieve technieken en maakonderwijs aanbieden? Hoe moet bijvoorbeeld een kleuterjuf dat doen? “In elke basisschool zit een leraar met muzikaal talent, die dagelijks met veel plezier een halfuur liedjes zingt of gitaar speelt. Maar de meeste van zijn collega’s hebben hun gêne voor zang of blokfluit moeten overwinnen. En die zingen vandaag ook met leerlingen. Een sterke leraar geeft zijn zwaktes toe, durft fouten te maken en ze te benoemen. Zing je vals, doe dat dan met overtuiging en vraag aan de klas om je te helpen door mee te zingen.” “Hetzelfde geldt voor techniek. Sommige leraren werken graag met hun handen maar steeds meer mensen zijn bang geworden van hun eigen huishoudtoestellen. Wat als ik de lamp vervang en ze springt? Laatst maakte ik de vaatwas stuk. Ik zocht de fout, nam er een foto van en stuurde die naar de reparateur. Tien minuten werk, maar wel een afspraak uitgespaard omdat die technieker meteen het juiste stuk meehad. Plus een toffe namiddag met mijn dochter want wij hebben elk met een schroevendraaier aan die vaatwas zitten prutsen. ‘Papa, mag ik dat hier openvijzen?’ Het is je fantasie die je handen stuurt, wat kan er fout gaan? Dus ja, maaklessen geven kan voor elke kleuter juf. Zeker als je durft zeggen aan je leerlingen: ‘Hoe kunnen jullie me helpen dit probleem op te lossen?’” Zijn er kleine ingrepen die elke leraar kan introduceren om ook aan maakonderwijs te doen? “Ik ken niet alle leerplannen, maar we grijpen snel terug naar eeuwenoude stappenplannetjes. ‘We maken een stalamp: volg de vijf stappen.’ Leerlingen mogen alleen beslissen of ze glitters toevoegen of een kleur kiezen. Maar dan doe je niet aan engineering,
48
“We willen toch niet dat kinderen hulpeloos de handen omhoog steken bij elk probleem”
Klasse Magazine
ze maken gewoon een puzzel. Laat ze zelf een stalamp tekenen. Gooi die stappenplannen en zelfbouwpakketten overboord, en zet een doos ongedefinieerde materialen in je klas waarmee ze op tig manieren een stalamp kunnen maken. Als kinderen een soort auteursrecht krijgen over hun projecten, stimuleert dat hun goesting in leren en experimenteren.” “En ik weet, doe dat maar eens in een klas met vijfentwintig kleuters die een geschenk voor Moederdag moeten knutselen. Natuurlijk zeg je dan: ‘Kom op jongens! Volg de stapjes: knippen, plakken en klaar’. Maar het zit ‘m ook in de opdracht die je geeft. Je hebt de beweging van ‘thinkering’, uit het hoofd, in je handen: hier is een doos, maak iets. Of abstracter nog: ‘We maken een stad!’ Geef ze karton en voor je het weet, zijn je leerlingen een huis aan het bouwen. Stel daarna de vraag: ‘Hoe maken we je gebouw nog sterker?’ Dan ben je principes van sterkteleer en constructie aan het geven.” Wat dan met evaluatie? Bereikt maakonderwijs nog zijn doel als je een punt plakt op het eindproduct? “Mogen falen is belangrijk. En leren dat mislukken niet ‘mis-lukken’ is, maar gewoon ontdekken dat het op die manier niet kan. Het mag echter geen reden zijn om niet tot eindresultaten te komen.” “Moet dat eindresultaat per se afgebakend zijn? Wat als iemand in twee stappen het eindresultaat bereikt? Een acht op tien? En wat met zijn klasgenoot die een ongelooflijke weg aflegt, onderweg gigantisch veel bijleert en uitkomt bij een ander eindresultaat? Of bij een product dat nog niet helemaal af is. Mag je die grote sprong vooruit dan niet belonen? Die is toch ook ontzettend waardevol.” Zou je nu nog dezelfde leraar zijn als tien jaar geleden? “Na een paar jaar lesgeven, heb je je lesjes wel ‘klaar’. De eerste twee jaren is het ploeteren, en constant vechten tegen het gevoel dat je verdrinkt. Het derde jaar kom je boven water. ‘Oké, het begint te lukken. Ik zit niet weer tot ’s avonds laat voor te bereiden’. En daarna riskeer je wat te berusten, terug te grijpen naar wat werkt. Terwijl daar een mooie kans ligt: nu de basis er is, kan je de rozijnen erin duwen. Het onderwerp open trekken en vanuit een andere hoek benaderen.” “Die krenten, daar zou ik vandaag nog meer werk van maken. Met vallen en opstaan, maar wel met kennis van zaken. Als leraar ken je je lesonderwerp. Een les over de bloedsomloop zou ik starten door samen met de leerlingen zo lang mogelijk onze adem in te houden en te kijken wat dat met ons doet. Dat zit ook in engineering: constant alert zijn, dingen in twijfel trekken. Analyseren en terugkijken: we hebben een paar stappen gezet, maar met wat we nu weten, lukt het niet ... Dat maakt het spannend. Ik zou met plezier terug voor de klas staan. Mijn werk als comedian geeft mijn leerlingen dan wel een catalogus aan informatie die ze me in de nek kunnen duwen. Interessante bijnamen verzekerd!”
49
Meer makermindset op school? Vijf tips 01. Gebruik echte materialen. Geen plastic hamertje of speelgoed aardappelmes uit veiligheid. Dodelijk voor de goesting en fascinatie die kinderen vanzelf hebben voor techniek. 02. Maak de inspanning, het experiment belangrijker dan het resultaat. Zowel bij leerlingen als leraren. 03. Geef je leerlingen meteen wat belangrijke lessen mee over duurzaamheid. Check ‘The toaster project’ van Thomas Thwaites – ‘Hoe ik een broodrooster maakte van niets’. Respect voor het maakproces verzekerd! 04. Vind inspiratie bij echte makers. Zoals de Nederlandse Astrid Poot met haar boek ‘Maken in de Klas’. Via Lekkersamenklooien.nl vind je hapklaar les- en maakmateriaal zoals de Klooikoffers en haar poster ‘Makers maken – 50 tools die je moet kennen voor je 12e’. 05. Toch wat drempelvrees? Trek eropuit met je leerlingen, ontdek wat thinkering en tinkering is. Met je Lerarenkaart kan je aan de slag in de Tinker Studio van het Gentse Industriemuseum.
Zelftest
Klasse Magazine
Zelftest
Herken jij meisjesvenijn? Tekst Leen Leemans Illustraties Eugene and Louise
Is dat brave meisje in je klas echt een engeltje? Misschien roddelt ze, sluit ze meisjes uit of maakt ze kliekjes. Echt meisjesvenijn is subtiel. Met ‘onschuldige’ opmerkingen en rollende ogen blijven de pesterijen van meisjes vaak onder de radar van volwassenen. Test wat jij doet in deze situaties.
01.
Vijf populaire meisjes spotten op de speelplaats dat buitenbeentje Bianca beenwarmers draagt. Ze vragen haar één voor één: “Heb je het koud?” Eerst antwoordt ze vriendelijk: “Nee, bedankt”, de vijfde keer wordt ze boos. Het kliekje reageert verontwaardigd: “We zijn toch gewoon lief?”
a Toch een speciaal kind, die Bianca, ze zijn gewoon bezorgd. b Wat is daar weer aan de hand? Als dat groepje in de buurt is, moet ik opletten. c Ik vraag of ze er zeker van zijn dat hun bezorgdheid wel oprecht is. Die beenwarmers passen duidelijk niet bij hun kledingcode.
51
02.
De meisjes van je klas hebben een WhatsApp-groepje ‘Meisjes van het zesde’. Ideaal om af te spreken, maar de laatste tijd worden conflicten op school er na de schooluren verder uitgevochten. Ze roddelen, zeggen gemene dingen of zwieren iemand uit het groepje.
a Op school mogen ze geen smartphone hebben. Wat ze er thuis mee doen, is een probleem voor de ouders. b De spanning in de klas is te snijden door al die gemene berichtjes. Je vraagt ze daarmee op te houden. c Je belegt een oudercontact en laat elk meisje in het bijzijn van haar ouders haar gemene berichten voorlezen. En daarna stellen we in de klas regels op.
Klasse Magazine
03.
Zelftest
In de turnles kiezen twee kapiteins hun ploegleden. Houterige Anna blijft over. Kapitein Yrsa zucht: “Ik volleybal nog liever met een grassprietje!” De andere meisjes lachen.
a Je grinnikt even. Altijd grappig die Yrsa! b Je maant aan tot stilte. Kunnen we er nu eindelijk aan beginnen? c Je stuurt Yrsa naar de leerlingenbegeleider. Zo’n gedrag hoort niet thuis in mijn les.
04.
Voor een rekenopdracht moeten je leerlingen per vier samenwerken. De meeste meisjes reppen zich naar de coole Marit. Die kiest meteen: jij wel, jij niet …’.
a Tja, je had gezegd dat ze zelf groepjes moesten maken. b Je grijpt in. “Als het zo moet, zal ik zelf wel kiezen.” c Je waarschuwt. “Je moet met iedereen kunnen samenwerken, Marit.”
05. Tijdens het oudercontact beklagen de ouders van Nora er zich over dat Tess hun dochter pest en buitensluit. a Tess? Dat lieve, hulpvaardige kind? Waar halen ze het? Nora zou zich beter wat socialer gedragen. b Nog niets van gemerkt! Maar ze zijn natuurlijk slim genoeg om het niet in mijn zicht te doen. c Je voelde al dat daar iets speelde. Je vraagt concrete voorbeelden. “Waaat? Daar zal ik Tess morgen eens over aanspreken.”
06.
In het vijfde leerjaar zitten bijna alleen meisjes. Ze roddelen, sluiten elkaar uit, ruziën om hun plekje in de rij. Kortom, de hele dag drama.
a Zo zijn meisjes. Dat gaat vanzelf weer over als ze ouder zijn. b Je geeft wel eens een opmerking over hun venijnige gedrag, maar ze lijken het niet af te leren. c Niet normaal die klas! Er zijn ook lieve, stoere en fijne meisjes. Je stelt paal en perk aan dat gedrag en trekt duidelijke grenzen.
07.
Je duidt stille Elena aan om luidop te lezen. Carolina, de aanvoerder van de klas, slaakt een diepe zucht.
a We zijn al een uur bezig met de taalles, Carolina is het beu. b Je vraagt: “Wat een zucht, heb je het moeilijk?” c Na de les spreek je Carolina aan: “Ik merk dat je zucht of met je ogen rolt als ik Elena iets vraag. Ik wil dat je daarmee stopt.”
52
Klasse Magazine
Hoe reageer jij? KOOS JE VOORAL A? Jij begrijpt niets van meisjesvenijn of vindt dat meisjes zich nu eenmaal zo gedragen. Als leerlingen slaan en schoppen, grijp je wel in. Maar voor de subtiele machtsspelletjes bij meisjes sluit je je ogen. Zo geef je de aanvoerders de ruimte. Je laat je inpakken door de populaire, voorbeeldige kinderen en vindt dat de slachtoffers maar wat socialer moeten zijn. OPGELET: de rangorde bepalen gebeurt in elke groep, maar een groep verdient een leider die voor het algemeen belang gaat. Voor je het weet is de hele sfeer in je klas verziekt. Probeer inzicht te krijgen in wat er achter je rug gebeurt en grijp in.
KOOS JE VOORAL B? Jij herkent wel wat symptomen van meisjesvenijn, maar je krijgt er moeilijk greep op. Tja, meisjes zijn meesters in undercovertactieken. Je moet echt oren en ogen op je rug hebben. Door structuur aan te brengen in de klas, houd je hun gedrag binnen de perken. Bij vervelend gedrag reageer je meteen met “Wat is het probleem?” Je geeft de aanvoerders niet de kans om hun terrein uit te bouwen. OPGELET: het is niet omdat je in de klas dit vervelende gedrag in de kiem smoort, dat het niet volop woedt op de speelplaats en online. En ja, dat is ook jouw probleem. KOOS JE VOORAL C? Jij begrijpt hoe meisjes hun positie versterken. Misschien was je vroeger zelf een slachtoffer of een venijntje. Hoe dan ook, dat stiekeme, gemene gedoe hoort niet thuis in je klas, maar ook niet op de speelplaats en online. Je geeft meisjes inzicht in hun gedrag en je werkt aan een positief klasklimaat. Je perkt de aanvoerders in en je probeert de slachtoffers te versterken. OPGELET: raak zelf niet verstrikt in het meisjesvenijn. Als je de aanvoerder vaak corrigeert, zullen haar fans het voor haar opnemen. “Jij geeft haar altijd de schuld”. Niet opgeven, je weet wel beter!
Meer lezen? • Anke Visser, ‘Meidenvenijn in het basisonderwijs. Preventie en aanpak’, Uitgeverij Pica, 2018. • Frank Van Bezouw, ‘Meidenvenijn is niet fijn’, lesmethode en opleidingen, meidenvenijn.be.
53
Klasse Magazine
Reportage
Onderweg naar onderwijs Een Klasse-redacteur stapt op metro, bus of trein richting school. Wat vertelt het traject over ons onderwijs? Tekst Nele Beerens Beeld Kevin Faingnaert
54
Klasse Magazine
Aflevering 2: Limburggevoel meets pendelpijn Tweeënhalf uur sporen naar Brussel, en terug. Voor de Limburgse kleuter- en zorgjuf Fatima Bidani was het eerst van moeten, intussen vooral van willen. Ze is lang niet de enige superpendelaar. Hoe houden ze het vol? En waarom willen ze niks anders meer? DILSEN-STOKKEM — “IK WEET DE FLITSPALEN STAAN” Aan het eind van de doodlopende straat waar Fatima woont, brandt om 6.05 uur – afgezien van de fletse straatverlichting – maar één lamp. De felwitte tl van de garage waarlangs ze het huis uit sluipt om man en kinderen van vijf en één niet te wekken. Ze is om 5.30 uur opgestaan en heeft aan de lege keukentafel de boterhammen gesmeerd. Voor de lunch van de oudste, maar ook voor haar eigen trein-ontbijt straks. Geen tijd te verliezen. Om 6.41 uur vertrekt de trein naar Brussel en het is nog 35 kilometer bollen naar het station van Diepenbeek. “Ik sjees wel door, er staan maar twee flitspalen onderweg”, gniffelt een verrassend frisse Fatima. Fotograaf Kevin en ik nemen in een hopeloos gevecht tegen de wallen nog een slok van onze thermos koffie en sjezen achter haar aan. HALTE DIEPENBEEK — “GOED VOOR EEN JAAR OF DRIE” Nog veel plaats op de stationsparking om dit uur. Fatima warmt nog even op in de auto. Ze loopt pas het perron op bij het belsignaal. Pendelbuddy Sarah trapt haar peuk plat net voor de deur van ‘hun’ wagon dicht glijdt. Ook zij geeft les in Brussel. Halftijds, sinds ze ook een boerderij-op-wielen runt. “Niet elke dag die afstand moeten afleggen, is bevorderlijk voor mijn energiepeil”, ondervindt ze. Hetzelfde kan gezegd worden van de verwelkoming in de trein door Geert en Theo. Zelf werken ze bij de overheid en in de banksector, maar ze houden met plezier een coupeetje (of twee) vrij voor de onderwijsbende die halte na halte zal toenemen. Fatima ontvouwt zorgvuldig het boterhammenpapier op haar schoot en slurpt smakelijk van haar brikje chocomelk. Hoezo, ochtendrush? Hoe zit dat eigenlijk met dat befaamde Limburggevoel, het fenomeen dat Limburgers – wetenschappelijk bewezen – honkvaster zijn dan andere Belgen? “Werken in Brussel was eerst een noodgedwongen keuze”, vertelt Fatima.
55
Klasse Magazine
Reportage
“Na mijn opleiding kleuteronderwijs en een banaba buitengewoon onderwijs vond ik in mijn regio geen werk. Ik nam elke interimjob aan, tot in Nederland. De financiële gaten kluste ik dicht in de horeca. Een vriendin raadde me aan in Brussel te solliciteren. Meteen bingo: een interim van februari tot juni voor 20/24 in Imelda Molenbeek. Als leraar L.O. weliswaar. Op dat moment was ik single en woonde nog thuis, dus ik hapte toe. Een jaar of drie ervaring opdoen, dacht ik.” Een huwelijk, twee kinderen en een vaste benoeming later, zijn het er al twaalf. Ook Fatima’s man werkt in Brussel. Bij de politie, shifts van 11 tot 23 uur. Elkaar tijdens de week zien, is een uitdaging, al werkt Fatima nu even halftijds, met de baby. Toch is verhuizen naar een plek dichter bij Brussel nooit een optie geweest. De wetenschap liegt niet. HALTE HASSELT — “IEDEREEN HEEFT ALTIJD EEN SCHAAR BIJ” Karolien, Tamara, Lesley (alle drie leraren) en Peter (geen leraar) vervoegen het gezelschap. Pennenzakken en papier worden bovengehaald. Karolien moet nog verbeteren, Tamara – al twintig jaar pendelende leraar, zelfde verhaal – zet Peter aan het werk met schaar en gelamineerde vellen. “Samen in de trein zitten maakt zó veel goed”, zegt ze. “We ventileren als het moeilijk gaat op school of wisselen ervaring en tips uit, vooral over taal. En o ja, klagen over onze mannen of samen nieuwe meubels kiezen, dat doen we ook”, lacht ze. Duidelijk weinig last van pendelpijn. Hoewel ... Karolien is toch een poosje uit Brussel én uit het onderwijs weggeweest. Maar ook in de privésector dicht
56
bij huis liep het spaak op werkzekerheid, en dus spoort ze nu weer mee naar de hoofdstad, voltijds, mét een jong kind thuis. “Zonder partner of stevig vangnet lukt het niet”, erkent ze. “Het is ook een enge gedachte om zo ver weg te zijn van je kind, stel dat er iets gebeurt. Niet voor niets hebben wij hier allemaal een smartwatch”, lacht Tamara. “Na school nog even praten met een collega of ouder zit er ook niet in”, vult Fatima aan. “Het is strak getimed crossen naar de trein, anders is de opvang dicht. Vergaderingen lukken enkel als ik ze vooraf goed kan inplannen. Gelukkig heeft onze directeur daar veel begrip voor.” HALTE AARSCHOT — “IN BRUSSEL KAN IK MEER BETEKENEN” We zijn compleet: lerarenstel Jena en Seppe zijn de laatsten der pendelaars. “Normaal reist er nog een onderwijspaar mee, die ik overigens zélf gekoppeld heb”, glundert Fatima. Maar een veel belangrijker ‘brugfiguur’ is ze intussen op school. “85% van onze leerlingen is moslim. ik spreek de taal, kan me inleven in hun bezorgdheden. Op die manier slaag ik erin kinderen alsnog mee te krijgen op die meerdaagse uitstap of ouders toch naar dat infomoment te lokken. Die unieke meerwaarde zou ik in een Limburgse dorpsschool niet hebben.” HALTE BRUSSEL-CENTRAAL — “ELKE KNUFFEL IS EEN BEVESTIGING” De stationstrappen stuwen de pendelende lerarenbende alle richtingen uit. Wij hebben moeite om Fatima in de witte metrogang bij te benen. Met een feilloos gevoel voor timing
Klasse Magazine
komt de metro richting Weststation net aan gezoefd. Op automatische piloot stapt ze in voor de laatste etappe van haar ochtendlijke marathon. Of ze toch nooit overwogen heeft dichter bij huis te gaan werken, dring ik aan. “Ik wilde samen met een treingenoot een crèche beginnen. Opleiding gevolgd en alles. Maar het bleek uiteindelijk financieel niet haalbaar.” En of het toch niet een beetje gekkenwerk is, probeer ik nog eens. “Voor mij niet, maar voor veel andere mensen wel”, beseft ze. “Dat ondervond ik toen ik op de PXL Hogeschool getuigde voor de studenten lerarenopleiding: ‘veel te ver’ was de algemene teneur.” Toch denkt Fatima dat er meer meespeelt dan afstand als leraren niet willen lesgeven in Brussel. “De ‘onveilige’ hoofdstad schrikt af. De uitdagingen die de diversiteit met zich meebrengt ook. Je moet hier inderdaad véél energie hebben, een volhouder zijn. Maar elke knuffel die je krijgt van die kleuters is een bevestiging. Elk woordje Nederlands dat ze uitspreken een overwinning.” MOLENBEEK — “ZONDER SUPERTEAM HOU JE DIT NIET VOL” Nog 500 meter stappen en we zijn er. Het is intussen bijna 8.30 uur. “Hey Fati!” klinkt het enthousiast bij de collega’s zodra ze de poort van de Imelda-school openzwaait. Snel fluohesje aan, want ze heeft ochtend toezicht. Lelijke Heras-hekken barricaderen een deel van de speelplaats. “Werken aan een nieuw blok voor de kleuters, al vijftien jaar wachten we daarop”, verklaart Fatima. Ze laat het niet aan haar hart komen. De kinderen ook niet. Trots komen ze hun versierde hoofdjes showen: vandaag is het ‘gekkebrillendag’. Een omgekeerde zonnebril is ook al goed. “Wel jammer dat ik mijn theetje moest missen”, lacht Fatima terwijl ze samen met collega Anja de kleuters naar haar klasje loodst. “Niet zozeer voor dat theetje, wel voor de babbel die erbij hoort. Zonder steun van collega’s red je het niet in een school met zo veel problematieken.” Nu zie ik het pas: haar team is dé reden waarom Fatima de pendelpijn niet voelt en niet uit Brussel is weg te slaan. Dat geldt ook voor haar collega’s, ontdek ik in de lerarenkamer. Hier geen constant verloop van leraren die het na twee jaar voor bekeken houden. Bijna allemaal zitten ze al jaren met veel overgave in hetzelfde schuitje: een oud herenhuis langs de Ninoofsesteenweg, waar het mínstens even gezellig is als in Limburg.
57
Klasse Magazine
Lerarenkaart
Samenstelling Patrick De Busscher
Nieuwe voordelen In heel wat cultuurhuizen, musea, ICT-winkels, boekhandels … krijg je als leraar korting met je Lerarenkaart. Ontdek via Lerarenkaart.be meer dan duizend exclusieve voordelen. Met de zoektool vind je makkelijk voordelen op maat van jou en je klas.
Voordelen
Vul je zoekterm in
Vlaams Tram- en Autobusmuseum Berchem
2 euro korting: 3 euro i.p.v. 5 euro
Universiteitsbibliotheek Leuven
1 euro korting: 5 euro i.p.v .6 euro
Fort van Loncin Ans
gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 2 euro
GardeRobe Manneken Pis Brussel
gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 4 euro
GUM Universiteitsmuseum Gent
2 euro korting: 6 euro i.p.v. 8 euro
Dodengang Diksmuide
korting op losse tickets en combitickets
Huis van het Belgisch-Franse Verzet Sint-Joris-Winge
gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 10 euro
Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk Willebroek
1 euro korting: 10 euro i.p.v. 11 euro
EduCentrum Fyxxilab Gent
20 procent korting op workshops voor volwassenen
Interpretatiecentrum Plugstreet 14-18 Ploegsteert
1 euro korting; 4 euro i.p.v. 5 euro
Het Geluidshuis webshop
20 procent korting op je aankopen
Swap-Swap Taaluitwisselingen online forum
20 euro korting: 30 euro i.p.v. 50 euro
Abonnement op Newsweek
58 procent korting op de kioskprijs
Boekhandel ‘t Oneindige verhaal Sint-Niklaas
5 procent korting op je aankopen
Deejoux webshop
5 procent korting op je aankopen
Brilcenter Bonte Ieper
20 procent korting op monturen, zonnebrillen en glazen
Workshops Teach More
8 procent korting
Ergospel Ronse
6 procent korting op je aankopen
Tadaaz webshop
10 procent korting op je aankopen vanaf 50 euro
59
Klasse Magazine
Lerarenkaart
LERARENDAG
SCHOENEN UITTREKKEN EN GENIETEN Bezoekerscentrum Lieteberg, Zutendaal 2 mei 2020
Op blote voeten door water en modder, over een hangbrug, door een labyrint, over hout, stenen, boomsnippers, gras en leem. Ontdek met alle zintuigen het Blotevoetenpad in Zutendaal. In het Bezoekerscentrum maak je bovendien kennis met de wondere wereld van kruipende en fladderende beestjes in het insectenmuseum Entomopolis en in de Vlinderkoepel. Er zijn drie gegidste rondleidingen, zo georganiseerd dat je ze alle drie kan volgen ĂŠn vooraf, tussendoor of achteraf het blotevoetenpad kan uittesten. Volledig programma en inschrijvingen via klasse.be/ lerarendagen.
60
Klasse Magazine
Uitgelicht De Lerarenkaart houdt je via Lerarenkaart.be op de hoogte van expo’s, acties en voordelen. Bij elk voordeel check je er makkelijk of het educatieve luik geschikt is voor je klas. Schrijf je via klasse.be/nieuwsbrief-lerarenkaart in op de Lerarenkaart-nieuwsbrief en ontvang de meest interessante voordelen in je mailbox.
ERFGOED SPEKTAKEL
VAN MIDDELEEUWEN TOT WERELDOORLOGEN
LIGHTS ON VAN EYCK Sint-Niklaaskerk, Gent 28 maart tot 1 november 2020
Multimediale kunst, muziek en projectie. Een half uur lang sta je in de Gentse Sint-Niklaaskerk in pure verwondering voor een digitale en muzikale herinterpretatie van het Lam Gods. Mat Collishaw ontwikkelde een lichtspektakel met projecties op alle muren en gewelven, tot hoog in de nok van de kerk. Regelmatig zijn er ook live performances. 2 euro korting met je Lerarenkaart (9 euro i.p.v. 11 euro).
61
Domein Raversyde, Oostende
Een reis door de geschiedenis in één groot domein. Een archeologisch museum en vier gereconstrueerde vissershuizen tonen het leven in 1465. Meer dan zestig authentieke gangen, bunkers, geschutsstellingen en observatieposten uit WO II vormen een van de best bewaarde delen van de Duitse verdedigingslinie langs de Europese kusten. Nieuw te ontdekken is de gerestaureerde Batterij Aachen uit WO I. Gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 10 euro (combiticket).
Klasse Magazine
Lerarenkaart
MUSEUM
MUSEUM
CREATIE EN DIALOOG WIELS, Brussel
SCHILDER EN BOER FeliXart Museum, Drogenbos
WIELS toont momenteel nieuw foto- en videowerk van Wolfgang Tillmans en Thao Nguyen Phan. WIELS heeft geen vaste collectie, via tijdelijke expo’s van (inter)nationale kunstenaars is het centrum een plek voor creatie en dialoog rond kunst en architectuur. 3 euro korting met je Lerarenkaart (7 euro i.p.v. 10 euro).
62
De schilderende boer Felix De Boeck was een pionier van de Belgische abstracte kunst. Het naar hem genoemde FeliXart Museum werkt met tentoonstellingen en publicaties rond (hedendaagse) avant-garde, kunst uit het interbellum en abstracte kunst. 2 euro korting met je Lerarenkaart (5 euro i.p.v. 7 euro).
Klasse Magazine
EXPO
VELODROOM
MUSEUM
STAD MET 184 NATIONALITEITEN
Letterenhuis, Antwerpen 28 maart tot 30 augustus 2020
MigratieMuseumMigration, Brussel
In Brussel leven mensen uit 184 landen. Elke dag komen mensen aan en vertrekken er. Allemaal hebben ze een verhaal, een droom. Het MigratieMuseumMigration vertelt het relaas van de eerste generatie gastarbeiders, de vroegste bewoners van het Klein Kasteeltje, de expats, de oorlogsvluchtelingen ... Een verhaal dat nooit ‘af’ is. 2 euro korting met je Lerarenkaart (3 euro i.p.v. 5 euro).
63
Eind 19e eeuw was de fiets overal en beconcurreerden fietsmerken en organisatoren van wielerwedstrijden elkaar via affiches. Toulouse-Lautrec, Mucha en andere kunstenaars maakten prachtige ontwerpen. Meesterwerkjes die tegelijkertijd maatschappelijke veranderingen tonen: de emancipatie van de vrouw, de opkomst van de wielersport, de hang naar vrijheid en natuur. Gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 5 euro.
MOET JE WETEN
Klasse Magazine
Moet je weten
Samenstelling Anne Siccard
Interessant lesmateriaal
OZEWIEZEWOZE
VERKEER OP SCHOOL
Kleuteronderwijs
Basis- en secundair onderwijs
Van ‘Alle eendjes zwemmen in het water’ tot ‘Zwarte Piet, wiedewiedewiet’: in de liedjesbundel ‘Ozewiezewoze’ vind je honderd traditionele kinderliedjes. Ze zijn alfabetisch gerangschikt, voorzien van muzieknotatie én leuk geïllustreerd. eenhoorn.be
WIN! 5 x ‘Ozewiezewoze’. Waag je kans via klasse.be/win.
LEERLINGEN ASS VEILIG ONLINE MET STAR Derde graad basis- en eerste graad secundair onderwijs
Kinderen met ASS hebben nood aan aangepast didactisch materiaal om veilig te leren omgaan met internet en sociale media. Met de online pedagogische tool van Child Focus voor het buitengewoon en inclusief onderwijs kunnen ook jouw leerlingen veilig online.
Op de site van ‘Verkeer op school’ vind je de leerlijn verkeer voor het basisonderwijs, een overzicht van alle VSV-projecten waarmee je de leerlijn kan invullen, kanten-klare lesfiches met (ZILL-)doelen en eindtermen, gratis verkeersbrevetten en actiepakketten. Alles praktijkgericht en aangepast per doelgroep. verkeeropschool.be
ERFGOEDDAG OVER ‘DE NACHT’ 25-26 APRIL Algemeen
Erfgoeddag viert zijn twintigste verjaardag met het thema ‘De nacht’ en zo’n 900 gratis activiteiten. Wil je meer weten over slapen? Verlichting? Criminaliteit? Nachtdieren? Download de inspiratiebrochure en vind insteken voor activiteiten of lesmateriaal. In 2021 staat Erfgoeddag in het teken van onderwijs: ‘Erfgoeddag maakt school’. faro.be/erfgoeddag
childfocus-star.be/nl
ANTIPESTSLANG
INSPIRATIEGIDS TEACH FOR SDG’S
Algemeen
Basis- en secundair onderwijs
Hangt in jouw school de poster al op met de ‘antipestslang’? Die geeft de verschillende stappen weer om te werken aan welbevinden en preventie van pesten op school. Download hem en kies met je leerlingen het hele jaar kleur tegen pesten. vlor.be/antipestslang
Onder ‘wereldburgerschapseducatie’ vind je een digitale tool rond duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s). NGO’s en andere organisaties werkten eraan mee, elk vanuit hun eigen expertise. Ontdek online meer tips en lessuggesties. 11.be/wat-doet-11-11-11/educatie-en-sensibilisering
65
Advertentie
Klasse Magazine
Moet je weten
HET CENTENSPEL
STREETSMART PLAY
Secundair onderwijs
Basis- en secundair onderwijs
Met het digitale Centenspel van De Kracht van je Stem leren leerlingen (vanaf tweede graad) spelenderwijs de basisprincipes van de begroting en de Vlaamse politiek. Ze ontdekken dat het, net zoals bij hun eigen budget, in politiek draait om keuzes maken, prioriteiten stellen … maar dan in het belang van iedereen. centenspel.be
Het gratis online leerplatform, opgericht door Mobile School, bevat alle educatieve materialen en methodes van de mobiele scholen. Jeugd- en straathoekwerkers vinden er snel een gepast spel voor hun activiteit. Onbeperkt en wereldwijd delen kan dankzij de meertaligheid en de automatische vertaalfuncties. play.street-smart.be
INPAKKEN EN WEGWEZEN? Secundair onderwijs
GRONDSTOFFENJACHT Tweede en derde graad secundair onderwijs
In dit spel stellen je leerlingen (vanaf 16 jaar) hun ideale reis samen, rekening houdend met hun budget: bestemming, vervoermiddel en vakantieduur. Tijdens het tweede speldeel worden ze zich bewust van de ecologische en sociale impact van hun reiskeuze. shop.aanstokerij.be/download/556-inpakken-en-wegwezen.html
3 X KUNST IN DE KLAS Algemeen
Informeer je leerlingen over de noodzaak van recyclage van elektrische apparaten tijdens een gratis workshop (2 uur). Ze maken kennis met problemen rond productie en grondstoffenwinning, veranderende consumptiegewoonten, circulaire economie en het beheer van hulpbronnen. Schrijf je klas in. goodplanet.be/nl/grondstoffenjacht
EDUCATIEF STEAM-PROGRAMMA Tweede en derde graad secundair onderwijs
In ‘Een wereldreis door de kunst’ ontdek je in dertig steden en evenveel tijdperken hoe mensen leefden en welke kunst ze maakten. Leer al kijkend en tekenend beroemde schilderijen kennen met ‘Het Grote Kunstdoeboek’ en ‘Alles is kunst’. De drie boeken samen brengen kunst in je klas.
Voor Gluon ligt het samengaan van wetenschap (S), technologie (T), engineering (E), creativiteit (A) en wiskunde (M) aan de basis van innovatie. Vraag een workshop aan en laat je leerlingen kennis maken met de nieuwste technologische toepassingen. Je kiest uit verschillende thema’s (o.a. coderen en programmeren, VR/AR/IA, biologie of 3D-printing).
lemniscaat.nl gluon.be/nl/pop-up
WIN! 5 x een boekenpakket met de drie boeken. Waag je kans via klasse.be/win
67
Advertentie
Klasse Magazine
Moet je weten
Levenslang leren
VORMING
VORMING
HET UUR VAN DE WAARHEID?
INSPIRATIEDAG TIJD VOOR GELETTERDHEID
Nepnieuws en misleidende Facebook-campagnes trekken de geloofwaardigheid van wetenschap, klimaat, vaccinatieprogramma’s … in twijfel. Ontdek op de ‘dag van de filosofie’ (25 april) tijdens debatten en socratische gesprekken wat waarheid is.
Wat kan je als basisschool doen om laaggeletterde ouders te herkennen, te versterken en te ondersteunen? Hoe betrek je hen beter bij het schoolgebeuren? Op de inspiratiedag in Brussel (28 april) krijg je handige tips en tools. onderwijs.vlaanderen.be/nl/inspiratiedag-tijd-voorgeletterdheid-28-april-2020-brussel
dagvandefilosofie.be
INSPIRATIENAMIDDAGEN
VORMING
TAAL ALS MOTOR
AANBOD CNO ANTWERPEN
Al dertig jaar heeft het CTO één missie: taal inzetten als motor voor gelijke kansen voor iedereen, een leven lang. Op de inspiratiedag rond taalbeleid (3 juni) krijg je de resultaten van vier jaar onderzoek naar taalstimulerende maatregelen in Vlaamse scholen.
De vormingen van CNO zijn voor zowat alle betrokkenen bij de school interessant. Binnen het vakoverschrijdende aanbod bieden clusters als onderwijskunde, socio-emotionele begeleiding, leerzorg en ICT meer specifieke opleidingen binnen een onderwijsniveau.
cteno.be/nieuwsbrief
uacno.be/nl/nascholingsaanbod
BLOG
BOEK
OPGROEIEN
HET GEHEIM VAN SLIM WERKEN
Wil je meer weten over het reilen en zeilen in de wereld van onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen en adolescenten thuis en op school? Op de blog komen thema’s als executieve functies, leraar-kind relaties, gedragsproblemen en schools zelfbeeld aan bod.
In ‘Grip’ legt Rick Pastoor stap voor stap uit hoe je slimmer kan werken en dus rust en ruimte in je hoofd kan creëren. Het boek biedt tools en praktische tips om je werk (nog) beter te organiseren. gripboek.nl
opgroeienblog.wordpress.com
WIN! 3 x ‘Grip’. Waag je kans via klasse.be/win
69
Advertentie
Klasse Magazine
Moet je weten
Tips voor je leerlingen
I LOVE SCIENCE FESTIVAL Algemeen
PROGRAMMEREN MET CODERDOJO Basis- en secundair onderwijs
Van 24 tot 26 april halen je leerlingen hun hartje op in Brussel op het gratis wetenschaps- en technologiefestival met experimenten, laboratoria, animaties, workshops en tentoonstellingen. Op interactieve stands maken ze kennis met drones, AR, robots en veel meer. Je kan je klas inschrijven voor een bezoek op vrijdag 24 april. ilovescience.brussels/nl
Je leerlingen (7-18 jaar) leren bij CoderDojo alles over websites, games, apps en zelfs robots. Tijdens de gratis workshops laten ze hun creativiteit de vrije loop. Zij vinden online wanneer er een workshop in de buurt is. Iedereen is welkom. Zo is er op 1 april een CoderDojo voor jongeren met ASS (10-18 jaar). coderdojobelgium.be
ONDERWIJSKIEZER
MAART ‘JEUGDBOEKENMAAND’
Basis- en secundair onderwijs
Zoeken je leerlingen een studierichting die bij hen past? Dan kan je ze verwijzen naar de website Onderwijskiezer, een initiatief van de CLB-centra met de steun van het Departement Onderwijs. onderwijskiezer.be
Basis- en secundair onderwijs
Met de vernieuwde Boekenzoeker van Iedereen Leest zoeken, vinden, beoordelen en delen je leerlingen boeken met anderen. De thematische boekenlijstjes en de top tien van boeken in hun leeftijdscategorie zijn een extra hulp. boekenzoeker.be
ONDERNEMERSKAMPEN
ZOMERKAMPEN IN HOWEST Basisonderwijs
Secundair onderwijs
Tijdens de ondernemerskampen van Junior Argonauts vzw ontdekken en ontwikkelen jongeren hun talenten en vaardigheden en bouwen aan hun zelfvertrouwen. Dit jaar ligt de focus op ondernemen. Komen ook aan bod: fashion, gamen, robotica. Tijdens de paas- en zomervakantie. juniorargonauts.be/ondernemerskampen
71
Kinderen tussen 5 en 12 jaar kunnen in juli en augustus naar een boeiend, speels, sportief en leerrijk zomerkamp in Brugge en Kortrijk. Ze gaan samen op onderzoek, experimenteren met boeiende materialen en beleven gekke avonturen. www2.howest.be/zomerkamp
Advertentie
Klasse Magazine
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
2 3
Door loper Ons kruiswoordraadsel is een wit blad, wachtend op oplossingen. Een doorloper dus. Veel succes.
Een tip: de cijfers tussen de haakjes verklappen de lengte van de woorden.
Het woord in de gele vakjes is je eerste stap richting een reischeque van 500 euro. Daarmee kan je een citytrip kiezen uit het volledige aanbod van Holidayline. Surf vóór 27 april naar klasse.be/win en waag je kans.
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
HORIZONTAAL
VERTICAAL
1. Veertig dagen uitkijken naar Pasen (13) 2. Boven (2) / feeks (5) / tegenover (afkorting, 2) / gezichtsbeharing (4) 3. Familienaam van voetbalinternational Divock (5) / omgekrulde pagina (8) 4. Rand (Engels, 3) / Interessengemeinschaft (afkorting, 2) / zwoegen (6) / Egyptische god (2) 5. Bijnaam van Jennifer Lopez (3) / aangeschoten (8) / bijbeldeel (afkorting, 2) 6. Iemand die aan de bel trekt (9) / Zuid-Amerikaans land (4) 7. Beweeglijk (5) / droogoven (3) / symbool voor koolmonoxide (2) / computergeheugen (afkorting, 3) 8. Knaagdier (3) / deel van bijenkast (4) / Indonesisch eiland (6) 9. Uitvlucht (5) / katrol (3) / bovenste deel van een korenhalm (3) / de oudste (afkorting, 2) 10. Wie (Duits, 3) / netto (afkorting, 3) / Grieks eiland (3) / rood (Spaans, 4) 11. Eerste vrouw (3) / bordspel (4) / doorn (6) 12. Oude lengtemaat (2) / compagnie (afkorting, 3) / rivier (4) / meisjesnaam (4) 13. Deel van een mast (2) / oude Noorse koningsnaam (5) / oogvocht (6)
1. Atmosferische toestanden in het begin van het jaar (13) 2. Vierde maand (5) / hagedis (5) / soort pudding (3) 3. Leraar op latten (10) / uitroep (3) 4. Voorzetsel (2) / giechelen (8) / meisjesnaam (3) 5. Enkele (5) / rekbaar rubberen ringetje (8) 6. Achter elkaar (5) / niet vroeg (4) / Europese hoofdstad (4) 7. Losse elementen die het beeld compleet maken (13) 8. Zomer (Frans, 3) / ja (Turks, 4) / Belgisch-Portugese zangeres (3) / zitten (Engels, 3) 9. Achtbaan (13) 10. Bestaat (2) / zout (Frans, 3) / Vlaamse striptekenaar (3) / strijdperk (5) 11. Zonder ophouden (13) 12. Sliep honderd jaar (11) / lidwoord (Frans, 2) 13. Drukfout (7) / sieraden voor de inboorlingen (6)
73
Klasse Magazine
JE HOORT WAT IN EEN KLASLOKAAL
COLOFON
OVER JE ABONNEMENT
Klasse Magazine 019 – maart 2020 Magazine voor onderwijs in Vlaanderen, uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel
Met Klasse Magazine willen we jou als leraar of onderwijsprofessional informeren, inspireren en versterken. Bedankt dat jij een abonnement nam! Daar horen enkele voorwaarden bij.
Hoofdredacteur: Hans Vanderspikken Eindredacteur Klasse Magazine: Bart De Wilde Vormgeving: Tim Sels Cover: Sjoerd van Leeuwen Klasse is een team. Werken samen aan dit project: Michel Aerts, Bram Bartholomees, Nele Beerens, Alexander Callewaert, Ruben Cassiman, Sabrina Claus, Tinne Deboes, Patrick De Busscher, Heleen De Clercq, Cherline De Maeght, Robin De Vries, Hannah El Idrissi, Kyra Fastenau, Sara Frederix, Seppe Goossens, Stijn Govaerts, Mieke Keymis, Leen Leemans, Peter Mulders, Ann Nevens, Tim Paternoster, Mieke Santermans, Anne Siccard, Sander Teirlynck, Klara Tesseur, Bram Truyens, Marc Vanbelle, Toon Van de Putte, Sigrid Vandemaele, Femke Van de Pontseele, Sonja Van Droogenbroeck en Michel Van Laere. Klasse is een multimediaal communicatieproject dat onderwijsprofessionals, ouders en leerlingen versterkt en verbindt. Daarvoor gebruikt Klasse online kanalen, een magazine, acties en campagnes. Klasse.be facebook.com/klasse twitter.com/klasse_be instagram.com/klasse_be Reageren op een artikel of heb je nieuws voor de redactie? 02 553 96 86 of redactie@klasse.be. Een adreswijziging doorgeven? Of een vraag over je abonnement of Lerarenkaart? Mail secretariaat@klasse.be of bel 02 553 67 82.
Een individueel abonnement nemen op Klasse Magazine - Je kan je abonneren via klasse.be/ abonnementen. Een abonnement kost 10 euro (vrij van btw) en loopt gedurende 4 opeenvolgende nummers, ongeacht op welk moment in het jaar het abonnement is ingegaan. Bpost bezorgt elk nummer bij je thuis. Een abonnement is niet opzegbaar gedurende deze termijn en je kan ook geen gedeeltelijk abonnement nemen. Woon je in het buitenland? Dan kost een abonnement 20 euro. Een abonnement nemen als school of organisatie - Als school of organisatie kan je voor meer abonnees gelijktijdig een bestelling plaatsen en betalen. Dat kan via secretariaat@klasse.be. De verantwoordelijke van de school geeft daarbij alle nodige gegevens door in het sjabloon dat Klasse ter beschikking stelt. Je kan ervoor kiezen om de nummers te laten leveren op de respectieve thuisadressen van de abonnees óf op het adres van de school. Bij levering op school worden alle nummers afzonderlijk naar de school verzonden, dus niet in één pakket. De school is verantwoordelijk voor de persoonlijke bezorging bij de abonnee. Je abonnement verlengen - Je abonnement verlengen doe je telkens voor 4 opeenvolgende nummers. Als je niet kiest voor een abonnement dat automatisch hernieuwt, vind je bij het laatste nummer waar je recht op hebt een brief met alle nodige informatie om je abonnement te verlengen. Bij de overgang van een persoonlijk abonnement naar een abonnement dat wordt betaald door je school, neem je het best even contact op met secretariaat@klasse.be. Wanneer start je abonnement? - Een abonnement start pas zodra Klasse de betaling ontvangen heeft en geldt vanaf de verschijning van het eerstvolgende nummer. Abonnementen die betaald zijn nadat een nummer verschenen is, starten bij het daaropvolgende nummer en gelden voor 4 opeenvolgende nummers. Wat als een nummer verloren gaat?- Als abonnee ben je verantwoordelijk voor het bezorgen van je correcte adres wanneer je inschrijft op een abonnement. Bij een groepsabonnement met meerdere adressen is de organisatie die de bestelling plaatst verantwoordelijk. Wanneer er ondanks een correcte adressering toch een nummer verloren gaat tijdens de verzending, zal de redactie in de mate van het mogelijke dat nummer nazenden. Zijn er geen exemplaren van het betreffende nummer meer voorradig, dan verlengt Klasse je abonnement met 1 nummer. Adreswijzigingen zijn op verantwoordelijkheid van de abonnee. Je kan ze bezorgen aan secretariaat@klasse.be of via je profiel op Klasse.be. Acties en wedstrijden - Wanneer Klasse een speciale actie of een exclusief aanbod voor abonnees doet, geldt dit per abonneenummer. Wanneer 1 abonnee verschillende exemplaren van Klasse ontvangt, geldt het aanbod slechts voor 1 abonnement. Je Lerarenkaart - Abonnees die recht hebben op een Lerarenkaart én hun abonnement betaalden voor 1 november krijgen samen met het decembernummer van Klasse Magazine de Lerarenkaart voor het volgende kalenderjaar thuisbezorgd. Wanneer meerdere Lerarenkaart-houders op 1 adres wonen en slechts 1 van hen is abonnee, kan de abonnee bij het bestellen 1 extra Lerarenkaart koppelen aan het abonnement, voor andere inwonenden op hetzelfde adres. Zij krijgen dan ook de Lerarenkaart thuis bij het decembernummer. Het laten toesturen van meerdere Lerarenkaarten naar 1 abonneeadres is een gunst voor abonnees en geldt niet voor groepsabonnementen. Misbruik hiervan, vastgesteld op basis van onderzoek van de redactie of van klachten van benadeelde Lerarenkaart-houders, zorgt ervoor dat de abonnee geen Lerarenkaart meer krijgt toegestuurd.
Wil je adverteren in Klasse Magazine, op onze website of nieuwsbrieven? 02 553 96 94 of publiciteit@klasse.be.
Lerarenkaart-houders die geen abonnee zijn, kunnen hun Lerarenkaart ophalen in hun lokale bibliotheek tot en met 8 juli. Welke dat is, kunnen ze nagaan op klasse.be/waarismijnlerarenkaart.
Overname van artikels uit de publicaties van Klasse is geen probleem, als je de bron expliciet vermeldt. Foto’s en illustraties worden door het auteursrecht beschermd.
Je Lerarenkaart blijft geldig tot 31 december van het kalenderjaar dat op de kaart vermeld staat. Startende leraren die nieuw in dienst treden in het onderwijs, krijgen een proefnummer van Klasse Magazine én hun Lerarenkaart in de brievenbus. Afhankelijk van wanneer je in dienst treedt, krijg je dit proefnummer 2 à 4 maanden na je start.
Verantwoordelijke uitgever: Ann Verhaegen, Departement Onderwijs en Vorming.
is onderwijs en vorming
Contactgegevens - Klasse beheert de gegevens van abonnees met de grootste zorg en houdt deze enkel bij voor eigen gebruik. Klasse kan de contactgegevens van abonnees gebruiken om hen te contacteren met informatie over hun abonnement of andere diensten van Klasse. Privacy - Klasse hecht veel waarde aan de bescherming van persoonsgegevens en respecteert de privacy van abonnees. We gebruiken je gegevens voor beheer en betaling van je abonnement, communicatie over magazines en andere diensten van Klasse. Wanneer je een abonnement neemt, maken we ook een profiel voor je aan op Klasse.be, zodat je je abonnement ook zelf kan beheren. Dit betekent dat je als abonnee ook akkoord gaat met de gebruiksvoorwaarden van Klasse.be. Meer info kan je vinden in onze privacyverklaring. Abonnementsvoorwaarden - Het intekenen op een abonnement houdt in dat je deze abonnementsvoorwaarden aanvaardt. Klasse kan indien nodig de abonnementsvoorwaarden wijzigen. Deze abonnementsvoorwaarden vernietigen en vervangen dan alle voorgaande abonnementsvoorwaarden.
Advertentie
Klasse Magazine – driemaandelijks tijdschrift maart/april/mei 2020 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Redactie Klasse – Koning Albert II-laan 15 – 1210 Brussel Afgiftekantoor Brussel X – P-004699
De Leraar van het Jaar is een echte vakmens. Wie nomineer jij? Of het nu over carrosserie, elektriciteit of haarzorg gaat: leraren die zot zijn van hun vak geven de kneepjes, passie en beroepstrots door aan hun leerlingen. Ken jij zo’n stielman of -vrouw in jouw school? Nomineer die topper voor Leraar van het Jaar 2020! Doe het voor 12 april op Leraarvanhetjaar.be.
PB- PP B- 02164 BELGIE(N) - BELGIQUE