5
#
nr. 05 / 2021
Vakblad Asset Management
RISICOMANAGEMENT
Is meer dan veilig werken Leren van Incidenten De reis naar 2030 Calamiteitenonderhoud
DENIOS CONNECT - VEILIG VERBONDEN MET CONDITION MONITORING
35 jaar geleden zorgde DENIOS voor een revolutie in de opslag van gevaarlijke stoffen met de opvangbak. DENIOS zet nu de volgende stap en brengt de opslag van gevaarlijke stoffen naar het digitale tijdperk. Dankzij condition monitoring houdt u 24/7 uw gevaarlijke stoffen in de gaten. Als er een storing is, wordt er automatisch in realtime een alarm verzonden; als e-mail of sms - waar u ook bent. U kunt dus direct reageren. DENIOS connect is een effectieve, gebruiksvriendelijke, cloudgebaseerde webapplicatie. Wij hebben DENIOS connect ontwikkeld voor permanente conditiebewaking van opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen. Vooral voor opvangbakken is SpillGuard® connect de ideale oplossing.
Speciaal ontwikkeld voor 24/7 monitoring via Narrowband IoT. SpillGuard® connect verstuurt lekkagemeldingen per SMS en/of e-mail naar smartphone, tablet of PC, ook aan meerdere ontvangers. W Gemakkelijk beheer via de DENIOS connect app van de lekkagemelder; weergave van omgevingstemperatuur en accu-status. W Rapportage in pdf-formaat voor verantwoording, bijv. voor audits. W Spillguard® connect vrijwel universeel inzetbaar dankzij mobiel NB IoT in iedere unit. W Onbegrensde reikwijdte door geheel decentrale autonome apparaten. W Geen gateway, lokaal internet of stroomvoorziening nodig. W Gebruikstemperatuur 0 tot 40 °C, alarm bij +70 °C. W Gecertificeerd voor ATEX zone 1.
Ga voor meer informatie naar: www.denios.nl of bel ons: : +31 172 50 64 66 | : +32 3 312 00 87
5
#
nr. 05 / 2021
Colofon VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Concept en realisatie Elma Media B.V. Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl Art Director Kim Speleman Martijn van der Wielen Hoofdredacteur Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G Postbus 138, 3990 DC Houten 030 634 60 40 www.nvdo.nl info@nvdo.nl VAM is een samenwerking met www.worldclassmaintenance.com https://itanks.eu Auteurs Pieter Pulleman (ADAPT Installaties en SDN Incidentanalyse) Evi Husson (Safety Culture Ladder Heijmans) Mark Oosterveer, iTanks (Inspire; Vertrouwen en Leiderschap Koole) Iris Kruisweg (Ontmoet) WCM (Beheersen risico’s van verouderende assets) Fiona van Kessel (Calamiteitenonderhoud en Rioolinspectie onderwaterdrone) Laura van der Linde, Mainnovation (Sturen we wel voldoende op ratio?) Ellen den Broeder-Ooijevaar Redactie; John van Rooij (Ideo), World Class Maintenance (WCM), iTanks Druk Elma Media B.V. Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl
VOORWOORD <
Leren van incidenten; intern, extern, crosssectoraal Werken brengt risico’s voor de gezondheid met zich mee. Het is uiteraard zaak de kans zo klein mogelijk te maken dat werknemers door hun werk een ongeval krijgen of arbeidsongeschikt worden. Dat doe je door veilig en gezond werken. Dat doe je nooit alleen, dat doe je samen als werkgever en werknemer. Dat weten we natuurlijk al, maar hoe kunnen we leren van ervaringen? Over het begrip veiligheid bestaan verschillende definities: Veiligheid is de effectieve bescherming van mensen tegen persoonlijk leed; tegen de aantasting van hun lichamelijke en geestelijke integriteit. Veiligheid wordt ook wel gedefinieerd als het bewust nemen van aanvaarde risico’s. Deze laatste omschrijving maakt duidelijk dat er pas sprake kan zijn van veiligheid als men zich bewust is van de risico’s die er spelen. In deze editie van VAM worden beide definities belicht binnen het thema Risicomanagement. Als we veiligheid in het perspectief van Risicomanagement brengen, denk ik aan mijn recente ervaring tijdens een vakantiebezoek aan Sluis Eefde. Het Twentekanaal, waar je overigens prachtig langs kunt fietsen, is een belangrijke verkeersader voor het achterland van Twente en tevens een belangrijke verbinding met (Oost-) Europa. Het sluiscomplex in Eefde is daarmee een cruciaal object voor deze toegang. Met de bouw van de nieuwe sluis werd vooral rekening gehouden met het zo genoemde ‘toprisico’ waar, bij een eventuele calamiteit met de sluisdeuren, een open verbinding zou kunnen ontstaan tussen het kanaal en de IJssel, waarbij het kanaal kan leegstromen, het achterland in. Tijdens onze Twentevakantie kwam ik op een dag in gesprek met een inwoner van Tubbergen die vertelde over iemand die een tijdje geleden bij een bedrijfsongeval in zijn woonplaats gewond was geraakt en met spoed naar het ziekenhuis werd gebracht. Vervolgens stelde de Arbeidsinspectie een onderzoek in. De werknemer zou vermoedelijk bekneld zijn geraakt tijdens onderhoudswerkzaamheden. Hoe dit heeft kunnen gebeuren, is niet bekend. De inwoner kende de oorzaak van het ongeval en de situatie van het slachtoffer niet. En dat is precies wat ik zo jammer vind. We kunnen juist leren van incidenten. Met lessons learned kunnen we ons Risicomanagement beter inrichten. Met (vaak zelfs verplichte) toolboxen alleen komen we d’r niet. In de Safety Deal ‘Leren van incidenten’ werken veertien partijen samen aan de versterking van de omgevingsveiligheid. Dit doen ze door kennis en ervaringen over incidenten met gevaarlijke stoffen te delen binnen de (petro)chemische industrie. Het doel is het delen van informatie over incidenten bij bedrijven uit de (petro)chemische industrie. Door meer van elkaar te leren, kan de veiligheid van deze industrie en haar ketenpartners worden versterkt. Dit is vanzelfsprekend alleen mogelijk als een bedrijf eerst leert van de eigen ongevallen. Ook is het belangrijk, dat bedrijven hun ervaringen met incidenten willen delen met andere bedrijven. Een belangrijke bijvangst van het onderling leren van incidenten is de vergroting van het vertrouwen in BRZO-bedrijven door de overheid en de omgeving. Laten we als Onderhoudssector deze Safety Deal vooral omarmen. Niet alleen als (petro) chemische industrie, maar sectorbreed. Je leert namelijk niet alleen van incidenten in je eigen organisatie, maar juist ook van die van collegabedrijven en andere sectoren. Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO 3
VAN DE VOORZITTER <
Risicomanagement; iets voor ons? Risicomanagement is net als VGM en Personeelszaken een discipline die qua uitvoering en verantwoordelijkheid in de lijn thuishoort. Veel risicomanagers stellen dat zij een meer faciliterende rol hebben en dat de business de inhoud moet doen. Dit silo-denken is niet heel erg productief, want juist risicomanagement is een vakgebied waar inhoud en proces niet te scheiden zijn. Een klein voorbeeld. Neem het risico van inbraak. Als je iemand de opdracht geeft om het inbraakrisico te managen, dan zal de een kiezen voor een verzekering, een ander legt een alarmsysteem aan en de derde neemt een waakhond. Eigenlijk is het wel vreemd, dat voor hetzelfde probleem 3 verschillende oplossingen gekozen worden. De enige verklaring is dan ook dat het oplossingen voor verschillende problemen zijn. Indien de financiële schade van een inbraak als probleem wordt gezien, dan is een verzekering een goede oplossing. Bij het gedoe en de rotzooi van een inbraak is voorkomen met een alarminstallatie beter. En, als het gevoel van onveiligheid belangrijk is, dan is een hond zo’n gekke keuze nog niet. Met andere woorden, je kan risico’s pas managen als je weet wat het probleem echt is, dus welke waarden gevaar lopen. Bij het inbraakrisico voor een huis heeft de eigenaar alle vrijheid om die afweging zelf te maken, maar in een bedrijf zal toch centraal aangegeven moeten worden wat belangrijk is (bijvoorbeeld via de bekende trits missie, visie en strategie). Pas dan kan de business gaan aangeven hoe de waarden en doelstellingen gevaar kunnen lopen. Voor gedegen risicomanagement is het noodzakelijk om te weten wat de doelstellingen zijn. Zonder doelstelling loop je im-
mers geen risico. Bijna iedereen kent de risicomatrix waarbij de kansen en effecten in een beperkt aantal gradaties worden weergegeven. Niet zelden wordt een risicomatrix gekopieerd van een ander bedrijf. Let wel, het gaat om het opstellen van de matrix, niet om het hebben van de matrix. Inzicht in wat belangrijk is ontstaat namelijk in de discussie die je voert over welke waarden belangrijk zijn voor het bedrijf, wanneer een impact op een waarde ernstig of catastrofaal wordt en bij hoe vaak van welke impact een risico onacceptabel wordt. In het opstellen van een risicomatrix kan overigens nog steeds van alles fout gaan. De eerste valkuil is dat effecten met hetzelfde label toch niet even erg zijn. Normaal gesproken zou je indifferent moeten zijn tussen twee kwaden van gelijk gewicht. Als je toch een voorkeur hebt was het gewicht blijkbaar niet gelijk. De tweede valkuil heeft te maken met nauwkeurigheid. Als je effecten en kansen op 5 niveaus kan kwalificeren, dan zou je verwachten dat er ook maar 5 risiconiveaus zijn. De volgende valkuil is het te gemakkelijk toekennen van de term ontoelaatbaar risico. Als iets echt ontoelaatbaar is, moet je bereid zijn alle toelaatbare dingen te doen om dat risico te beperken, maar vaak is dat toch niet zo. Een ontoelaatbaar risico dat uiteindelijk geaccepteerd wordt is de facto niet ontoelaatbaar.
’
Bovenstaande is slechts een kleine greep van misverstanden en valkuilen op het gebied van risicomanagement. Risicomanagement is een vak, maar ook een verantwoordelijkheid van elke lijnmanager. Vaardigheden en kennis hierover behoren breder verspreid te zijn dan alleen bij de risicomanagers. Mooi dat de NVDO dit heeft onderkend en het in haar opleidingenportfolio heeft opgenomen. Bas Kimpel Voorzitter
‘Risicomanagement is een vak, maar ook een verantwoordelijkheid’ 4 november 2021
Inhoud
03 Voorwoord
04 Van de voorzitter 08 De kleinere fouten eruit halen om grotere te voorkomen
12 Veilig werken willen we allemaal > Ons leven wordt nog dagelijks beheerst door het COVID19-virus.
18 Het riool inspecteren met onderwaterdrones
22 Belang van omgaan met disruptie
29 Kort
34 Batterijveiligheid: Twente Safety Campus en DNV starten testfaciliteit
40 Vertrouwen en leiderschap als risicobeperking
44 Inspectie SZW: betere preventie van arbeidsongevallen is noodzakelijk
60
50 Elk moment inzicht in de conditie met onderhoudsdashboard 54 Hoe beheers je de risico’s van verouderende assets?
Sturen we wel voldoende op ratio?
64 Cursuskalender
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68
06 Risicovrij’ of ‘100% veilig’ bestaat niet > Hugo Geurdes, Manager Health Safety and Environment bij VTTI is 34 jaar, woont in Amsterdam en wordt binnenkort vader.
Risicomanagement zit in het DNA van een transportbuisleidingeigenaar 11 Gevallen voorwerpen bij werkzaamheden op hoogte aan een mast 14
Kort
20
Het calamiteitenonderhoud van BLM Wegenbouw: Pro-actie in plaats van re-actie 26 Onderzoek naar het nut van LMRA’s
30
2030 als stip op de Horizon tijdens NVDO-iTanks Jaarbijeenkomst 37
De Staat van Veiligheid
42
Rijkswaterstaat werkt veiliger aan de weg met Go-Barry 48 Risicomanagement: eigenlijk niets nieuws 53 Safety Culture Ladder trede 4 geen reden om te berusten 56
Hoofdlijnennota Arbovisie 2040
Casus
66
62
5
ww
6 november 2021
Hugo Geurdes Foto: VTTI
Wie
ONTMOET Hugo Geurdes <
Hugo Geurdes
Wat
Manager Health Safety and Environment
Hugo Geurdes, Manager Health Safety and Environment bij VTTI is 34 jaar, woont in Amsterdam en wordt binnenkort vader. In zijn vrije tijd houdt hij zich bezig met kunst, cultuur en muziek. Hij speelt contrabas in jazzbands en gaat, met name tijdens vakanties, graag de natuur in. Geurdes studeerde International Relations aan de Universiteit Utrecht. “Na mijn studie ben ik mijn carrière begonnen als managementtrainee bij luchthaven Schiphol. Schiphol is net een kleine stad, waarin je je heel breed kunt oriënteren. Alle werkvelden zijn hier onder één dak te vinden: van techniek tot commercie en van vastgoed tot operatie. De luchthaven was voor mij een geweldige speeltuin. Ik begon mijn carrière in public affairs maar heb snel mijn pak verruild voor een veiligheidsjas”. Na 7 jaar luchtvaart maakte Geurdes de overstap naar de energieopslag toen hij ging werken bij VTTI. “VTTI is als een internationaal bedrijf met een familiecultuur. De lijntjes zijn kort en de omgang is informeel - van CEO tot operator”. Op dagelijkse basis houdt hij zich bezig met risicomanagement. “Risicomanagement staat centraal in alles wat wij doen. ‘Risicovrij’ of ‘100% veilig’ bestaat niet: dat zou betekenen dat je ’s ochtends je bed niet uit zou komen of nooit meer de straat kunt oversteken. Maar dat ontslaat je niet van de plicht om te blijven streven naar een optimum. Je bent altijd bezig met het maken van een afweging tussen snelheid, capaciteit en veiligheid. Het is aan mij om zeker te stellen dat dit risicomanagement – het maken van die juiste afweging – continu plaatsvindt en dat dit volgens bepaalde methodieken gebeurt. Ik moet gereedschap bieden aan de organisatie om de juiste keuzes te maken, maar wel in de wetenschap dat het altijd mensenwerk is. Cijfers en modellen helpen om een beredeneerde afweging te maken en de discussie te voeren maar uiteindelijk blijft de interpretatie van het risicomodel subjectief van karakter”.
“Het interessante van Risicomanagement is dat ongewenste gebeurtenissen zich doorgaans niet voordoen tijdens ‘special operations’ en zeldzame, complexe werkzaamheden. Dit zijn vaak handelingen waar van tevoren lang en goed over na is gedacht waardoor iedereen tijdens de uitvoering scherp is. Ze gebeuren eerder, net zoals thuis, tijdens de dagelijkse routine”. Gevraagd naar een voorbeeld uit de praktijk vertelt Geurdes het volgende; “Bij VTTI is voor de uitvoering van risicovolle onderhoudswerkzaamheden altijd een werkvergunning nodig die de terminal uitgeeft. De onderhoudsprocessen zijn aan risicostudies en strikte veiligheidseisen onderworpen en de uitkomsten zijn vertaald in beheersmaatregelen die onder andere zijn uitgewerkt in het vergunningproces. Een werkvergunning wordt door meerdere personen van verschillende invalshoeken gecontroleerd. Afgelopen jaar was een vergunning afgegeven voor onderhoudswerk aan een leiding. Het proces was goed doorlopen, maar op de dag van uitvoering vergiste de aannemer zich in de werklocatie. Toen hij toestemming vroeg om te starten met zijn werkzaamheden, wist onze operationele afdeling hem op zijn vergissing te wijzen. Risicomanagement gaat over het inbouwen van barrières. Soms ben je afhankelijk van een van deze laatste ‘hekjes’ om een ongewenste gebeurtenis voor te zijn. Ter voorkoming van herhaling, hebben we een visuele markering geïntroduceerd van te onderhouden leidingen. Een extra hekje. Zolang je leert van dergelijke menselijke (bijna) vergissingen ben je aan het verbeteren”. <
‘Risicovrij’ of ‘100% veilig’ bestaat niet’ 7
INTERVIEW <
Foto: NVDO
De kleinere fouten eruit halen
om grotere te voorkomen Bedrijven kunnen, nee moéten meer van elkaar leren op het gebied van het voorkomen van incidenten, zegt Arjan van Dijk van Safety Delta Nederland. “Maar transparantie moet niet bestraft worden”. Programmadirecteur Van Dijk haalt een incident aan dat plaatsvond rond 2004 toen hij in Denemarken werkte. In de haven van Frederica liep een paar duizend liter met olie vervuild water uit een vuilwatertank het riool in.
> Simpel probleem “Schepen losten licht met olie vervuild (spoel)water in die tank. Na verloop van tijd dreef de olie op de waterlaag in de tank en vervolgens werd olie-vrij water afgevoerd via het riool. Een sensor mat het niveau van de olie-water scheidingslaag zodat alleen water zou worden afgevoerd. Die sensor was lang defect geweest en gerepareerd en het systeem was na jaren op handbediening weer op ‘automatisch’ ingesteld. Het ging echter mis: er was meer olie dan verwacht en de sensor zag de olie niet, waardoor er op het riool werd geloosd. Onderzoek toonde aan dat verschillende factoren een rol speelden: een onderhoudscomponent,
8 november 2021
een ontwerpcomponent, een gedragscomponent ‘het gaat al dertig jaar goed’ en een trainingscomponent. En er waren signalen die niet opgepikt waren: een sensor die een aantal malen defect is geweest en gerepareerd, nieuwe medewerkers, een eerdere kleine olie uitstroom. Dat soort signalen van ongewone voorvallen herkennen en oppakken, dat is het leren van bijna-incidenten waar Safety Delta Nederland (SDN) op inzet”.
> Kennis beschikbaar maken Er zijn zo’n vierhonderd bedrijven in Nederland, van hele grote raffinaderijen tot mkb-bedrijven, die vallen onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen. Deze zogenoemde Brzo-bedrijven moeten beschikken over een veiligheidsbeheerssysteem dat is toegesneden op de aanwezige risico’s. Safety Delta Nederland is een samenwerkingsverband tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap en richt zich op het verbeteren van de
‘
‘Goed Asset Management neemt een belangrijke positie in bij het verminderen van risico’s’ procesveiligheid in de (petro)chemische industrie. SDN wil hiertoe de beschikbare kennis over het onderwerp veiligheid beter toegankelijk maken om sneller van elkaar te leren. Dat gebeurt onder meer met een SDN Kenniscentrum met een kennisbank en een academie en door middel van innovatieprojecten.
> Anders dan verwacht Van Dijk haalt er nog een voorbeeld bij: de grote brand bij Chemiepack in Moerdijk in 2011. “Een opeenvolging van kleinere afwijkingen van standaarden of het niet volgen van ‘industry best practices’ leidde daar tot het grote incident”. En daar zit de crux voor Van Dijk: die kleinere fouten eruit halen om grotere te voorkomen. “Wat je moet doen, is kijken naar het – vaak ingewikkelde – systeem en wat er dan anders is, of ging, dan verwacht: je verwacht een bepaalde uitkomst, maar je krijgt iets anders. Waarom? Waarom werkt iets nu niet en eerder wel? Als je telkens dat soort stappen zet en oorzaken achterhaalt, dan verbeter je”.
’
> Belangrijke positie Goed Asset Management neemt een belangrijke positie in bij het verminderen van risico’s, vindt Van Dijk. “Juist in die hoek kun je leren van kleine incidenten. Vind je meer corrosie in een leiding dan verwacht? Onderzoek dan het waarom. Maar pas op: het gaat niet alleen om het staal, maar ook om hoe mensen hun werk uitvoeren”. Ook de rolverdeling asset owner service provider speelt een rol. “De asset owner heeft de algemene kennis, de serviceprovider is de specialist die ook nog eens de kennis heeft van vergelijkbare installaties op andere locaties. Die twee werelden beter op elkaar aan laten sluiten - en dus beter van elkaar leren -, biedt verdere kansen. Er gaat namelijk altijd wel iets mis in onze complexe wereld. Een bijna-incident is als het ware een gift, want het is een leermoment. Maar je moet in je analyses wel selectief zijn: welke incidenten onderzoek je samen en welke niet? Zorg voor wederzijds professioneel respect en vertrouwen”. >
> Transparantie niet bestraffen De grotere asset owners worden doorgaans met hun veiligheidszaken ondersteund door hun corporate centers; het is vooral voor de mkb-bedrijven die zulke steun vaak niet hebben een lastig(er) onderwerp. Het is daarom belangrijk om (meer) van elkaar te leren, betoogt Van Dijk. Het gaat in essentie om drie dingen, zegt hij: “Je moet allereerst als bedrijf altijd zelf alert zijn. Door van elkaars bijna incidenten te leren, kunnen we gezamenlijk naar een hoger niveau: hiervoor moeten bedrijven onderling kennis willen en durven delen. Dat is het tweede aspect. En het derde punt is dat er een modus moet zijn om dat te doen zonder dat je bestraft wordt voor je transparantie, in termen van acties door een toezichthouder of reputatieschade bijvoorbeeld”. Op dat laatste punt loopt er een SDN-project dat met de inzet van blockchain-technologie probeert om data van incidenten anoniem te verzamelen en ervan te leren. Daarnaast mogen toezichthouder en industrie best wat meer de samenwerking zoeken, vindt Van Dijk. “Natuurlijk, als een bedrijf de rode lijn overschrijdt dan moet er gehandhaafd worden. Maar als iets maar een klein beetje misgaat, kun je het ook aangrijpen om ervan te leren. Bovendien: soms zie je een verschil in competenties; de ene keer weet het bedrijf meer van de materie, de andere keer de toezichthouder. Welke standaard is dan de juiste? Fair en gebalanceerd samenwerken van industrie en toezichthouder moet kunnen, waarbij we elkaars rol erkennen”.
Arjan van Dijk Foto: privé collectie
9
Foto: NVDO
>
> Moeilijkste onderdeel Na een (bijna) incident is het zaak om eerst alle relevante data te verzamelen: wat is er precies gebeurd, wie waren er betrokken, welke signalen waren er, hoe verliep het incident in de tijd? “Je moet zo breed mogelijk kijken en niet alleen naar ‘het gat in de pijp’. De baas weet het ook niet altijd, betrek daarom altijd de werkvloer. Vaak zijn daar al signalen opgevangen. Betrek alle disciplines, onderhoud, operatie en HSE en zet de dingen samen op een rijtje. Kijk niet alleen naar de uren vlak voor het incident, maar ook naar de dagen, maanden ervoor zelfs. Wat gebeurde er wanneer? Wie deed wat? Waarom deden de mensen wat ze deden? Dat achterhalen kost tijd; je moet mensen interviewen bijvoorbeeld. ‘Ik dacht dat het zo werkte, maar het werkt zus’. Dat doe je niet om met de vinger te wijzen, maar om ervan te leren”.
cultuur; het maakt het voorkomen van incidenten niet eenvoudiger. Het verzamelen en analyseren van big data kan een deel van de oplossing vormen, denkt Van Dijk. “Heel selectief data verzamelen en daar voorspellende modellen aan hangen, zodat je automatisch monitort of het systeem doet wat je verwacht. Op Chemelot loopt overigens een pilot met ‘sentiment analyse’ waarin duizenden wachtverslagen automatisch worden gescand en geanalyseerd op bepaalde woorden die kunnen duiden op een naderend incident. Die methode heeft al één incident correct voorspeld. Maar dit soort oplossingen blijft altijd ter ondersteuning van de mens. In de basis gaat het erom dat je jouw installatie goed kent, goed beschrijft en in de gaten houdt. Net als vroeger, maar toen ging alles met de hand en op papier. Tegenwoordig kun je veel meer zien”.
> Actie ondernemen “Daarna kijk je welke veiligheidsrisico’s je had gedefinieerd in je risicobeheerssysteem en vergelijk je de oorzaken van het incident met de verwachte beheersmaatregelen. Zit daar een verschil tussen? Dan moet je daarop actie ondernemen. Dit is tegelijk een van de moeilijkste onderdelen als het gaat om het leren van incidenten: de werkelijke oorzaak opsporen, de juiste acties vaststellen en die ook uitvoeren. Daarbij komt dat typisch de helft van de acties die na een incident worden bedacht, weer leiden tot nieuwe incidenten. Je moet dus heel goed kijken wat je doet”.
“Vraag jezelf af hoe je het als organisatie doet: als er iets misgaat, plak je dan een pleister? Dát is niet genoeg. Zoek de dieperliggende oorzaak op. En kijk verder dan alleen de techniek. En breder: leer van je buurman, van Veiligheid Voorop en via SDN. Dat geldt niet alleen voor de Brzo-bedrijven zelf, maar ook voor hun serviceproviders en toeleveranciers. Je moet daarbij altijd alert zijn op ongewone voorvallen en die gebruiken om je beheerssysteem dat incidenten moet voorkomen, te verbeteren. Het ingewikkelde van de (petro) chemie is echter dat er zoveel ongewone voorvallen kunnen zijn. Een goede maintenance manager, met voldoende ervaring en kennis, kan daar welhaast intuïtief de juiste voorvallen uitvissen om van te leren”. <
‘
> Big data Het tekort aan technici, technologie die steeds complexer wordt, buitenlandse contractors met hun eigen (veiligheids)
‘De helft van de acties die na een incident wordt bedacht, leidt weer tot nieuwe incidenten’
10 november 2021
Risicomanagement zit in het DNA van een transportbuisleidingeigenaar
KIJK OP <
Dit is vanzelfsprekend zonder dat je er over hoeft na te denken. Want het hoort bij onze dagelijkse werkzaamheden. Je bent voorbereid op het onverwachte. Er zijn verschillende controlemechanismen in werking en er zijn vele safety-barrières in onze procedures en systemen aanwezig om te voorkomen dat er zich een ongewenste situatie voordoet. Je wilt als buisleidingeigenaar in control zijn over je assets. En dat kan op vele manieren. Denk hierbij aan duidelijke normen en regelgeving of goed opgeleid en gekwalificeerd personeel. Er zijn natuurlijk nog veel meer zaken te benoemen. Uiteindelijk begin je bij de bron en dat betekent dat er respect en vertrouwen is in de hele keten. Van top-down tot bottom-up. Vanuit deze basis kun je verder bouwen en je risicomanagement goed vormgeven. Belangrijk is dat er een goede gefundeerde basis is. Of anders gezegd: op een goede fundatie moet rusten. Vergelijk hierbij het bouwen van een huis, zonder goede fundatie zakt een huis als een kaartenhuis in elkaar. Je begint altijd weer met de Deming cirkel, Plan-Do-Check-Act. Een bekend instrument dat uit het kwaliteitsmanagement aan het eind van de vorige eeuw is ontwikkeld. Je start met een omschrijving van het systeem met daarin alle integrale risico’s aangegeven (Plan fase). Voor een transportbuisleidingeigenaar is dat het beschrijven van het transportsysteem waarmee je een medium transporteert van A naar B via een buisleiding. Uitgangspunten hierbij zijn: a. Waarvoor wordt de buisleiding gebruikt en b. Welk medium zal door de transportleiding worden getransporteerd. Verder is het van belang te weten of het een continu transport is (een transportleiding) of een transport van een bron met een gedefinieerde maximale capaciteit of maximaal volume naar een afnemer (een zogenaamde productieleiding). In dat laatste geval is er een theoretische levensduur die als basis dient voor de ontwerplevensduur. In feite wordt er dus een ontwerplevensduur bepaald bij het ontwerp. En na de ontwerpfase wordt er niet meer gesproken over de ontwerplevensduur, maar spreken we van restlevensduur in de gehele operationele fase. En hier zie je al dat het belangrijk is om de juiste betekenis van deze termen te kennen en in de juiste context te gebruiken. In de eerdergenoemde omschrijving geef je ook aan hoe je tijdens de operationele fase controleert of de uitgangspunten, gedefinieerd tijdens de ontwerpfase, nog steeds van kracht zijn of dat er wijzigingen zijn opgetreden (Do fase). Want de buisleiding verdwijnt onder de grond en je ziet de buisleiding niet meer. In deze Do-fase gebruiken we Pipeline Integrity Management Systems (PIMS) om de transportbuisleiding in de operationele fase te monitoren en waar nodig in te grijpen of te corrigeren (volgens NEN3655). Essentieel hierbij is
Klaas Winters Foto: VELIN
Klaas Winters Directeur VELIN of een transportleiding piggable is en er dus InLine-Inspection (ILI) kan plaats vinden of dat er andere inspectie tools op delen van de transportleiding moeten plaatsvinden om aan te tonen dat de transportbuisleiding of productieleiding nog steeds “fit for purpose” is. In de operationele fase van een productieleiding wordt dus aangetoond via het PIMS of bijvoorbeeld een corrosietoeslag als mitigerende maatregel functioneert en de restlevensduur nog correct is. M.a.w. welke doelvoorschriften moeten in het PIMS zijn opgenomen om dit aan te tonen? Dit is dus de Check-fase uit de Deming Cirkel. En dan volgt nog de laatste fase van die Deming Cirkel, de Act-fase. Als je dan afwijkingen hebt gevonden hoe ga je deze afwijkingen (of nonconformities) dan corrigeren om weer te voldoen aan de eisen / normen en wie controleert dat of kan dat controleren? <
‘
‘Betekenis van termen kennen en in de juiste context gebruiken’ 11
IMPROVE <
Waarborgen van Veiligheid Foto: Ideo
Veilig werken
willen we allemaal Ons leven wordt nog dagelijks beheerst door het COVID19-virus. Om verspreiding van het virus in te dammen, en om de gezondheid en veiligheid van mensen te beschermen, volgt het kabinet de route om de niet-gevaccineerden gescheiden te houden van de gevaccineerden. Om aan te kunnen tonen of je wel of niet gevaccineerd bent, wordt gewerkt met een digitaal bewijs. Dit bewijs toont aan of de houder voldoet aan specifieke vereisten. Voldoet de houder, dan krijgt deze toegang tot de locatie. Zo houdt men grip op de veiligheid.
12 november 2021
om schade aan milieu en installaties te voorkomen. En zo ook het aantal incidenten te verminderen of zelfs helemaal uit te bannen. In deze werkvergunningen worden afspraken en voorwaarden vastgelegd voor het veilig uitvoeren van specifieke werkzaamheden. Zo is het voor iedereen duidelijk wat de werkzaamheden inhouden en welke maatregelen getroffen zijn om deze werkzaamheden te mogen uitvoeren. De uitvoerende partij laat een goedgekeurde werkvergunning zien aan de controlerende partij en verkrijgt op deze manier toegang tot de (werk)locatie. Dit lijkt wel een beetje op de CoronaCheck-app; als je kunt aantonen dat je aan specifieke voorwaarden voldoet, dan mag je naar binnen.
> Duidelijkheid maakt het verschil. Werkvergunningen werden ooit op papier vastgelegd, maar tegenwoordig zie je vaker dat men werkt met elektronische werkvergunningen. Dit komt de kwaliteit en de snelheid van het administratieve proces ten goede. Maar zeker zo belangrijk zijn de helderheid en eenduidigheid van de vergunningen, die door het digitaal vastleggen ervan worden gewaarborgd. Bij digitale werkvergunningen is het overigens ook mogelijk om de aanvrager van de vergunning van directe feedback te voorzien. Eventuele fouten kunnen zo worden verbeterd en belangrijke zaken direct worden aangevuld. Een vergunning wordt dus nooit afgegeven als er niet aan de gestelde voorwaarden en afspraken is voldaan.
> Digitale werkwerkvergunningen. We zien dus dat als je niet kunt aantonen dat je veilig bent, je geen toegang krijgt tot een locatie. Gezondheid en veiligheid voor alles! “Hier is een interessante parallel te trekken met ons vakgebied Asset Management,” aldus Bas Horvers, SAP EAM consultant bij Ideo BV. “Want hoe zit het met de veiligheid van onze mensen op de werkvloer en wordt ‘controle’ wel eenduidig toegepast?” Binnen Asset Management staat het onderwerp veiligheid al jaren hoog op de agenda. Veel bedrijven werken met werkvergunningen
‘
Het grote verschil tussen digitale werkvergunningen en de QR-code in de CoronaCheck-app is, dat werkvergunningen eenvoudig gekopieerd kunnen (en mogen) worden als werkzaamheden bijvoorbeeld een repeterend karakter hebben. Het is belangrijk dat hier afspraken over vastliggen. Recentelijk hebben we in Nederland heel duidelijk kunnen zien wat er gebeurt als er van deze afspraken afgeweken wordt. Door fraude met coronabewijzen, kwam de gezondheid en veiligheid direct in gevaar. Gelukkig ondersteunen IT-systemen, waarmee het beheer van digitale werkvergunningen ondersteund wordt, hierin erg goed. De geldende regels en procedures zijn hierin geïmplementeerd en zo’n systeem integreert naadloos met bijvoorbeeld een digitaal werkorder systeem. Op deze manier behoudt de organisatie grip op de veiligheid. <
‘Intelligente programmatuur en robots voeren eenvoudige en repeterende taken uit, waarmee ze de monteur of inspecteur ontlasten’ 13
VEILIG WERKEN <
Doorn die naar beneden is gevallen tijdens werkzaamheden aan de mast Foto: TenneT
Gevallen voorwerpen bij werkzaamheden op hoogte aan een mast In het kader van de lijnbouwprojecten bij de TenneT unit Large Projects Germany is er een toenemend aantal incidenten geweest met vallende voorwerpen tijdens werkzaamheden op hoogte.
14 november 2021
Wat is er bij verschillende lijnbouwprojecten gebeurd tijdens werkzaamheden op hoogte aan de mast? Het montagepersoneel had materialen en/of gereedschappen gebruikt voor werkzaamheden op verschillende hoogten aan de mast. Tijdens de werkzaamheden zijn herhaaldelijk voorwerpen op onbeveiligde plaatsen rond de mast naar beneden gevallen.
> Gevaar nooit onderschatten. Eén van de zes Life-Saving Rules van TenneT luidt als volgt “Voorkom het vallen van gereedschap en apparatuur”. Indien een Life-Saving Rule wordt overtreden, is het van essentieel belang dat de onderliggende oorzaken duidelijk worden, om van hieruit verbeteringsmaatregelen op te stellen, zodat incidenten die een zeer groot risico inhouden ten koste van alles worden vermeden. TenneT; “Werkzaamheden onder andere werkplekken mogen alleen worden uitgevoerd als er geen gevaar bestaat door vallende delen. Gevarenzones onder hoger gelegen werkplekken moeten worden afgezet of gemarkeerd”. Bij verschillende inspecties op het terrein is gebleken dat veel werknemers het gevaar van vallende voorwerpen onderschatten. Vaak waren de gevarenzones niet gemarkeerd of afgezet, ondanks de regels en voorschriften. Hoe hebben de gebeurtenissen zich voorgedaan tijdens werkzaamheden op hoogte aan de mast? “Er was een gebrek aan beveiliging van materiaal en/of gereedschap op de werkplekken op hoogte”, aldus TenneT. “Zelfs wanneer materiaal en gereedschap zijn vastgezet, blijft het risico bestaan dat voorwerpen naar beneden vallen. Aangezien dit risico niet volledig kan worden uitgesloten, is het absoluut noodzakelijk dat de gevarenzone wordt afgezet of gemarkeerd”. Gelukkig zijn er geen gewonden gevallen. Er is echter een grote kans op ernstig letsel bij personeel op de grond.
> Het STOP-beginsel volgen. Vaststelling of markering van de gevarenzone (drop zone) volgens het STOP-beginsel; “Aangezien het bij werkzaamheden op hoogte niet altijd mogelijk is alle gereedschappen en materialen vast te zetten, is het van essentieel belang een gevarenzone (drop zone) onder het werkgebied in te richten, te markeren of af te zetten”. Om veiligheidsredenen mogen zich tijdens werkzaamheden op hoogte geen personen in deze gevarenzone bevinden. Een rood gemarkeerde zone moet worden gemarkeerd als gevarenzone onder het werkgebied, aangezien daarboven in een blauw gemarkeerde werkzone werkzaamheden worden uitgevoerd en de mogelijkheid bestaat dat voorwerpen vallen. Alvorens met de werkzaamheden te beginnen, moet worden gecontroleerd of het gereedschap en het materiaal goed zijn vastgezet. Indien mogelijk moeten gereedschappen en werkmateriaal worden geborgd. Voorwerpen zoals gereedschap voor het werken op hoogte moeten aan de monteur of aan de constructie worden bevestigd.
> Conclusie. Samenvattend heeft TenneT vastgesteld dat haar werknemers en de werknemers van haar aannemers zich er vaak niet van bewust zijn dat er een gevarenzone is aan de voet van de mast wanneer er werkzaamheden boven aan de mast worden uitgevoerd. In sommige gevallen waren er personen aanwezig in de gevarenzone (drop zone). “Er zijn ook voldoende voorschriften die bepalen dat deze zone moet worden gemarkeerd of afgezet. Om ervoor te zorgen dat dit in de toekomst op alle bouwplaatsen wordt toegepast, waardoor een potentieel risico op ongevallen wordt vermeden, zullen wij in de toekomst de uitvoering van de hier vermelde maatregelen op bouwplaatsen steeds vaker controleren”. <
‘
‘Het is van essentieel belang een gevarenzone (drop zone) onder het werkgebied in te richten’
15
BRANDED CONTENT <
‘Risicomanagement is doeldenken, geen doemdenken’ Met persoonlijke credo’s als ‘zaken zijn complex, maar mensen maken het ingewikkeld’ en ‘complexiteit vereenvoudigen zonder te versimpelen’ maakt Ivan Reijnen zich samen met zijn collega’s hard voor bedrijfszekerheid, veiligheid en toekomstvastheid van assets van overheden en industrie. Dit doet hij als algemeen directeur van Delta Pi, dat dit jaar twintig jaar bestaat. In die tijd veranderde er een hoop binnen risico- en asset management. Hier deelt hij zeven persoonlijke inzichten. ‘Het is belangrijk dat organisaties inzien dat het niet alleen over risico’s gaat, maar ook over kansen.’ 1. Buig doemdenken om naar doeldenken
3. Ook HILP-risico’s verdienen aandacht
Vaak wordt risicomanagement alleen ingezet als een middel om onzekere, ongewenste gebeurtenissen te beheersen. Onterecht, meent Reijnen: ‘Risicomanagement gaat ook over kansen benutten en onzekerheden managen. Bij goed risicomanagement heb je aandacht voor drie dingen: voor onzekere ongewenste gebeurtenissen (bedreigingen), voor onzekere gewenste gebeurtenissen (kansen) en voor zekere gebeurtenissen met onzekere omvang van de effecten (onzekerheden). Al die gebeurtenissen kunnen leiden tot het al dan niet behalen van je doelstellingen. Maak ze dus onderdeel van je risicomanagementaanpak.’
Aandacht voor de geijkte risico’s is er wel. Het risico van HILP (High Impact Low Probability) gebeurtenissen wordt echter nogal eens gebagatelliseerd. Ten onrechte, meent Reijnen. ‘Gebeurtenissen die jouw bedrijfsvoering compleet en langdurig kunnen stilleggen, verdienen zeker aandacht. De basisregel is dat je daarvoor expliciet maatregelen overweegt die de kans dat het gebeurt verkleinen of in elk geval de gevolgen beperken. Soms vergt het nét een andere blik, waardoor je met wat kleine aanpassingen echt al een verschil maakt.’
2. Voer een goed gesprek over risicoverdeling De ‘beste’ aanpak voor risicoverdeling tussen marktpartijen en opdrachtgevers is volop in ontwikkeling, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de twee-fasen aanpak van aanbestedingen van Rijkswaterstaat. Partijen trekken al steeds vaker met elkaar op, maar door uiteenlopende belangen kan dat spannend zijn. Toch pleit Reijnen voor openheid. ‘Juist door kaarten voor je borst te houden, worden projecten duurder. Door écht het gesprek aan te gaan, voorkom je dat. Wat zijn de risico’s? Bij wie liggen ze? Wie beheerst ze? Voer de dialoog over wie risico-eigenaar is en wie eigenaar van maatregelen. Dat is vaak niet dezelfde partij. Zo maak je inzichtelijk hoe partijen elkaar kunnen helpen risico’s te beheersen.’
16 november 2021
4. Noem niet alles klakkeloos een risico Soms weet je zeker dat bepaalde zaken je doelstellingen onhaalbaar maken. Bijvoorbeeld omdat je door een personeelstekort te weinig capaciteit hebt. ‘Weet je dit soort dingen op voorhand’ stelt Reijnen ‘dan moet je dat niet oplossen met risicomanagement. Dan moet je het gesprek aangaan met de opdrachtgever of je er überhaupt aan moet beginnen.’
5. Small data zijn minstens zo belangrijk als big data Proactief risicomanagement vraagt om het tijdige(r) signaleren van (mogelijke) onzekere gebeurtenissen. Predictive maintenance en big data analyse helpen daarbij. Toch benadrukt Reijnen dat dit niet de heilige graal is. ‘Het is vooral belangrijk om eerst de faaloorzaken en -mechanismen in kaart te brengen. Vakkennis is daar-
van software neemt toe, waardoor de oorzaak van een probleem vaak letterlijk onzichtbaar is. Dat maakt het lastig. De angst voor de gevolgen van nieuwe software-installatie maakt ook dat organisaties zich soms vastklampen aan oude systemen, waarvoor ze geen support meer krijgen. Met alle risico’s van dien. We moeten echt meer nadenken over de ‘softweerbaarheid’. Hoe voorkomen we software-falen en beperken we de eventuele effecten daarvan?’
7. Zet stappen richting prestatiemanagement Er is een beweging gaande van risico-gestuurd naar prestatie-gestuurd werken. Volledig prestatiegericht werken, met een optimale balans tussen kosten, risico’s én prestaties, gebeurt volgens Reijnen nog weinig. ‘Je gaat daarbij gericht na waar een euro het beste bijdraagt aan jouw doelstellingen. Wat het bijbehorende risicoprofiel en risicoafwegingskader is en hoe dat aansluit op de prestatiedoelstellingen.’
Tot slot ‘Bedreigingen beheersen en kansen benutten wordt steeds urgenter binnen asset management’, sluit Reijnen zijn verhaal af. ‘Zorg dus dat je risicomanagement goed aanpakt en dat het niet verwordt tot risicobeheer of -administratie. Dat vraagt om goede mensen. Om voldoende senioriteit. Delta Pi helpt je graag om die mensen op te leiden of te leveren.’
bij essentieel. Dat klinkt als een open deur, maar toch schort het daar vaak aan. Pas als je die ‘small data’ op orde hebt, kun je storingsvoorspellende grootheden benoemen en gericht monitoren.’
6. Besteed aandacht aan ‘softweerbaarheid’ Resilience gaat over de veerkracht van een organisatie om na een incident terug te veren. Idealiter leer je van zo’n situatie en veer je terug naar een hoger niveau, maar dat is niet altijd het geval. Reijnen: ‘De wereld wordt steeds complexer en digitaler. Het belang
‘
‘Bij een open gesprek over de omgang met risico’s zijn er alleen maar winnaars’ 17
TECHNIEK <
Het riool inspecteren met onderwaterdrones Inspecties met drones zijn bijna niet meer weg te denken uit de huidige onderhoudswereld. De onbemande op afstand bestuurbare voertuigen zijn vaak in staat plaatsen te bereiken die anders moeilijk, gevaarlijk of zelfs onmogelijk te bereiken zijn. Waar de meesten bij het woord drone denken aan een vliegend object, zijn er tegenwoordig ook drones die juist dieper onder de grond worden ingezet, zoals in het riool. Al decennialang worden rioolinspecties uitgevoerd door het riool droog te zetten, met waterdruk te reinigen en te inspecteren met een rioolinspectiecamera. De camera wordt op afstand op een karretje door de buis gereden, terwijl de inspecteur op afstand de beelden bekijkt. Een methode die in veel gevallen goed werkt, tenzij de buis gedeeltelijk of volledig onderwater staat. Of het riool vanwege de ligging lastig of onmogelijk te bereiken is. Om ook die moeilijk toegankelijke ruimten te kunnen inspecteren, verkent Van der Velden Rioleringsbeheer sinds enige tijd de inzet van (onderwater)drones. Onder meer door sonartechnologie, kan ook onderwater de toestand van het riool zo goed mogelijk in kaart worden gebracht.
> Inspecteren geen kostenpost. Ongeveer twee jaar geleden begon het rioleringsbeheerbedrijf met het inzetten van drones bij inspecties. Dit begon met de vliegende ELIOS-drone die vooral wordt ingezet voor het maken van een zogeheten QuickScan. De drone wordt in het riool gelaten en vliegt daar uitgerust met een HD-camera, vijf ledlampen en een warmtecamera rond om de situatie voor de inspecteur in kaart te brengen. De drone moet tegen een stootje kunnen en is daarom uitgerust met een beschermingskooi die de wieken beschermd en bij stoten stabiliseert. “Wanneer wij in opdracht van gemeentes riolering inspecteren, brengen wij eerst alle goed bereikbare riolering in kaart. Soms wordt door een opdracht-
De Revolution onderwaterdrone Foto: Van der Velden Rioleringsbeheer
18 november 2021
gever een afweging gemaakt om bijvoorbeeld de moeilijk bereikbare delen vanuit kostenoverweging niet te inspecteren. Met de inzet van drones wordt dit veel eenvoudiger en kunnen we meer in kaart brengen”, aldus Ruud Wtenweerde, vestigingsmanager in Arnhem.
> Onder water. Alleen vliegen in een buis die gedeeltelijk of volledig onderwater staat kan de vliegende drone niet. Om ook die te inspecteren, is Van der Velden een samenwerking aangegaan met H2O drones. Sinds begin dit jaar worden inspecties uitgevoerd met twee verschillende type onderwaterdrones. “De drones zijn vergelijkbaar met op afstand bestuurbare duikbootjes voorzien van een camera. De camera’s filmen HD net als bij die van de vliegende drone of het rioolinspectiekarretje. Wanneer het water te troebel is, maakt een sonar het beeld van de onderwateromgeving. Oneffenheden, vervuiling en de staat van de voegen zijn hiermee waar te nemen”. De beelden worden live op afstand bekeken in de controlepost en kunnen ook naar extern beeld worden doorverbonden. Zo kunnen meerdere partijen tegelijkertijd meekijken. Het maximale bereik tussen de drone en de controlepost hangt af van de kabellengte.
‘
‘De kleine onderwaterdrone is al in te zetten in buizen vanaf 350 mm’
’
> Type onderwaterdrones. Het eerste type onderwaterdrone dat wordt ingezet is de DTG3 ROV. De relatief kleine drone is al in te zitten in buizen vanaf 350 mm. In tegenstelling tot de vliegende drone zitten de onderwaterdrones, net als de rioolinspectiecamera, vast aan een kabel. De standaard kabellengte voor de DTG3 ROV is 150 meter, maar is te verlengen tot 750 meter. Doordat er (nog) geen GPS in het riool mogelijk is, kan middels de meterteller de afstand van de drone in het riool worden bepaald. De kleinste drone beschikt niet over sonar, maar kan met de camera die 260 graden kan draaien wel de wanden van de buizen inspecteren.
> Risico’s. Bij maninspecties bij grotere riolen moeten de medewerkers rekening houden met gevaarlijke bijzondere omstandigheden zoals aanwezigheid van gevaarlijke stoffen of gassen, een te laag zuurstofpercentage of explosiegevaar. Het kan ook dat de ruimte te klein is om in te gaan. “Hoewel de werknemers die de inspecties uitvoeren hiervoor zijn opgeleid, getraind en alle benodigde meet-en reddingapparatuur bij zich hebben, blijft het mensenwerk dat risico’s met zich meebrengt. Wat dat betreft kan je beter een drone inzetten dan een mens. Mocht iets misgaan en je raakt een drone kwijt dan is dat jammer, maar met een mensenleven wil je dat niet”.
De tweede grotere drone is het type Revolution. Deze kan worden ingezet in een buis vanaf 600 mm en heeft een standaardkabel van 300 meter die te verlengen is tot 750 meter. Door middel van een laser, kan de drone metingen maken en bijvoorbeeld de voegwijdte meten. Naast een camera beschikt deze wel over een sonar die gebruik maakt van de geluidsgolven onderwater om de omgeving te beeldvormen. Zo kunnen bijvoorbeeld vuil op de bodem, afwijkingen in de voegen, serieuze scheuren worden gedetecteerd. Alles is op de sonar zichtbaar en duidelijk, wat zorgt voor een scherp assessment bij elke onderwaterinspectie.
> Toekomst. Binnen H20 Drones worden de onderwaterdrones
Inspecteur bekijkt camerabeelden Foto: Van der Velden Rioleringsbeheer
steeds verder doorontwikkeld, waarbij vooral de uitdaging ligt bij het steeds compacter maken met toch alle benodigde technologieën, zoals de sonar, aan boord. Daarnaast wordt gekeken of de drones ook taken kunnen uitvoeren zoals herstelwerkzaamheden. Mochten defecten worden opgespoord, kunnen die meteen worden aangepakt. Hoe nabij dat in de toekomst als mogelijk, kan het bedrijf nog niet te zeggen. Naast het riool worden de onderwaterdrones al bij verschillende industrieën ingezet. Zo is onlangs een inspectie uitgevoerd in de olieleidingen van Shell om de staat van de leidingen in kaart te brengen en te zien waar en wanneer onderhoud nodig is. En werden met behulp van de drones drinkwatertanks geïnspecteerd op scheuren en corrosie. Bij havenbedrijven zijn de drones inzetbaar om bijvoorbeeld schepen of steigerpalen te inspecteren. Van der Velden hoopt voor de toekomst hun opdrachtgevers steeds meer bekend te maken met de mogelijkheden van de drones. Daarnaast hoopt het bedrijf dat de drones zich verder blijven ontwikkelen tot nog kleinere drones die in elke buis inzetbaar zijn. Wtenweerde; “Kijk goed om je heen, welke industrieën en ontwikkelingen er zijn en wat dit kan betekenen voor jouw vakgebied. De ontwikkelingen gaan soms ontzettend snel en daarin kan je maar beter vooroplopen of in mee gaan”. <
19
Kort Nieuw voor vakmensen in de techniek: ArboTechniek Veiligheidsapp Werk jij in de installatie- of isolatiebranche en wil je altijd kunnen beschikken over de laatste informatie over veilig en gezond werken? Of ben je leidinggevende en wil je dat jouw medewerkers zich altijd kunnen inlezen over veilig werken? Dan is er nu de nieuwe gratis ArboTechniek VeiligheidsApp! Gebruiksvriendelijke app De afgelopen maanden is hard gewerkt aan een gebruiksvriendelijke app die vakmensen in de techniek helpt veilig en gezond te werken. Over allerlei thema’s vind je stappenplannen voorzien van handige afbeeldingen. Zo kun jij altijd, ook op het laatste moment, checken hoe het ook alweer zat. Je kunt hier meer lezen over hoe
de app – mede met bijdragen van vakmensen uit de branche – tot stand is gekomen. Gratis download De app – die voortdurend zal worden bijgewerkt op basis van ontwikkelingen in de branche en feedback van eindgrebruikers – is geheel gratis te gebruiken. Het is een webbased app. Dat wat wil zeggen dat het een website is die op het scherm van je smartphone is te downloaden. De app vind je, als je met je telefoon naar https://www.arbotechniekveiligheidsapp.nl gaat. Dan verschijnt automatisch een popup die je vertelt hoe je de app op je homescreen van je telefoon kunt installeren. <
Onderzoek rijgedrag treinen ProRail, TU Delft en Deltares doen de komende vijf jaar onderzoek naar het gedrag van rijdende treinen op onze spoordijken en hebben daarvoor de overeenkomst voor het Research Program RESET getekend. Dit onderzoek richt zich op de gevolgen van meer, zwaarder treinverkeer met daarbij klimaatverandering voor onze spoordijken en hoe daar op kan worden ingespeeld. Er is binnen Europa weinig fundamentele systeem kennis op dit gebied. Dit onderzoek is daarom toonaangevend en kan ook andere landen helpen met gelijksoortige problemen. De mobiliteitsgroei van de komende jaren heeft grote impact op ons spoor. Sporen liggen grotendeels op spoordijken, zogenaamde baanlichamen: de verhoogde ondergrond onder het spoor. Tachtig procent van deze spoordijken is gebouwd voor 1920 met de kennis, eisen en kunde van toen. Met de komst van zwaardere, snellere treinen en de toename van het treinverkeer worden deze spoordijken steeds intensiever belast. Dit leidt tot hoge onderhoudskosten, operationele beperkingen en soms tot incidenten. Een gevolg daarvan kan zijn dat het nodig is om snelheidsbeperkingen voor treinen in te stellen, vanwege de slechte kwaliteit van de ondergrond. Vanuit de TU Delft gaan acht promovendi aan de slag.
20 november 2021
Deltares levert veel kennis vanuit eerder onderzoek dat is gedaan naar de betrouwbaarheid en stabiliteit van de Nederlandse waterkeringen. Ook de klimaatverandering zal de komende jaren de stabiliteit van onze spoordijken beïnvloeden. Het noodweer met extreme wateroverlast zoals de recente overstromingen in Limburg zijn actuele voorbeelden daarvan. De uitdaging voor ProRail is om meer kennis te krijgen over de invloed en het effect van deze factoren. TU Delft heeft veel kennis in huis over de impact van raillassen en ballast op het spoor en de directe ondergrond, waardoor het volledige systeem van spoorbelasting en ondergrond kan worden geanalyseerd. Deltares is gespecialiseerd in toegepast onderzoek op het gebied van water en grond. Het instituut helpt de uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek en de modellen van de TU Delft te vertalen naar praktische toepassingen en zet daarvoor haar expertise op het gebied van dijkveiligheid en haar experimentele en digitale faciliteiten in. Zo wordt kennis opgebouwd over het effect van water in de spoordijken, het effect van droge perioden en de manier waarop een rijdende trein de spoordijk belast. <
Netwerken Beheer en Onderhoud Asset Management Techniek Branchevereniging
Conditiebewaking Prestatiemanagement Maintenance Academy Kennisontwikkeling
Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring
Maak onderdeel uit van Europa’s grootste netwerk De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren.
>> Word lid!
De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.
Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!
Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot
•
•
• • • •
Grootste netwerk van Europa (fysiek en digitaal) Regionale activiteiten Vakinhoudelijke kennis en netwerk Compleet portfolio Maintenance Academy Collectieve abonnementen op vakbladen
• • • •
Kengetallen, Trends, Visie (NVDO Onderhoudskompas) Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) Publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy Jongerenboard
Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-efficiency zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten 030 - 634 60 40 | info @ nvdo.nl | www.nvdo.nl
21
VISIE <
Foto: NVDO
Belang van omgaan met disruptie Hoewel disruptie vaak een negatieve lading heeft, kan een effectieve voorbereiding op disruptie of snelle aanpassing na disruptie kansen bieden voor Beheer en Onderhoud. Dit gaat niet alleen om efficiëntie, kostenbesparing of het genereren van een competitief voordeel. Zeker in Beheer en Onderhoud kan disruptie ook gericht zijn op veiligheid en betrouwbaarheid. Kort samengevat zijn de voordelen: • Verbetering van inzicht in de organisatie • Een meer flexibele manier van werken • Een veiligere werkomgeving • Van correctief naar voorspellend Onderhoud
> Verbetering van inzicht in de organisatie. Niet alleen door ontwikkelingen in data-analyses en Internet-of-Things krijgen organisaties betere inzichten. Een effectieve voorbereiding op disruptie zorgt ervoor dat bedrijven genoodzaakt zijn om kritisch te kijken naar de waarde van verschillende assets voor het bedrijf. Zo zal een bedrijf onderscheid moeten maken tussen kritieke en
22 november 2021
minder belangrijke assets. Daarnaast zal er in kaart moeten worden gebracht wat voor een schade een disruptie kan aanrichten op welke assets. Een verbetering van dit inzicht in de belangrijkste assets en de assets die het meeste risico lopen kan de organisatie helpen bij het verlagen van kosten, het preventief plannen van een disruptie en de mogelijkheid tot het voorspellen van de impact door middel van een meer gedifferentieerde aanpak per asset. Denk hierbij aan het voorrang geven aan kritieke assets, het sneller detecteren van storingen of factoren die storingen kunnen veroorzaken en beter inzicht in de performance van assets wat preventief handelen mogelijk maakt.
‘
‘Voor innovaties maken we onderscheid tussen fysieke innovaties, digitale innovaties en nieuwe businessmodellen’
> Een flexibele manier van werken. Omgaan met disruptie betekent dat bedrijven zich sneller moeten kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Zo beschouwden de meeste bedrijven thuiswerken in eerste instantie als onmogelijk, terwijl het veel bedrijven in korte tijd toch is gelukt om volledig op afstand te opereren. Onderhoud kan verder geflexibiliseerd worden door de komst van 3D printers die additief Onderhoud (het maken van reserveonderdelen op locatie) mogelijk maakt. Door het printen van unieke onderdelen kunnen assets makkelijker aan de omgeving worden aangepast.
’
> Achtergrond. Corona toont aan wat de nieuwe werkelijkheid is, dat we geconfronteerd kunnen worden met een disruptie die we kort ervoor nog niet konden voorzien. 2020 was een jaar van ongekende disruptie als gevolg van de COVID-19 pandemie. Het consumentengedrag was in de hoogste versnelling veranderd, kwetsbaarheden in de wereldwijde supply chain werden blootgelegd en hebben de toepassing van technologie versneld. Ketens met lange aanvoerlijnen zijn kwetsbaar gebleken tijdens de coronacrisis zijn bedrijven veel nadrukkelijker gaan kijken naar hun essentiële processen.
> Een veiligere werkomgeving. Ontwikkelingen door robotisering zorgen ervoor dat medewerkers makkelijker op moeilijkere plekken kunnen komen door van tevoren digitale inspecties te doen. Virtual Reality/Augmenten Reality maakt het mogelijk dat medewerkers makkelijker van afstand kunnen meekijken, waardoor de werkveiligheid verbetert. Verder is er ook een toenemende sociale druk waardoor wet- en regelgeving wordt aangescherpt. Denk hierbij aan het voorkomen van het vrijkomen van schadelijke stoffen en andere veiligheidsprotocollen. Het voorkomen van disruptieve effecten, veroorzaakt door bijvoorbeeld wet- en regelgeving, kan ervoor zorgen dat bedrijven een nog centralere positie geven aan een veilige werkomgeving.
De pandemie was aanleiding voor de NVDO om, in samenwerking met de zorgvuldig samengestelde Klankbordgroep en onder begeleiding van Accenture, dit Visiedocument “Hoe kan Beheer en Onderhoud – Asset Management – voorbereiden op Disruptie” samen te stellen. Wij menen hiermee een handreiking te doen en de lezer voor te bereiden op nieuwe disrupties. Het uitgangspunt in het totale document is K A N S E N. Dit document verschijnt begint december. <
> Van correctief naar voorspellend Onderhoud. Een effectieve voorbereiding op disruptie kan ertoe leiden dat bedrijven goed zijn voorbereid op onverwachte omstandigheden zoals het uitvallen van een asset. Zo zijn er al veel bedrijven die zich richten op preventief Onderhoud in plaats van correctief Onderhoud. Dit is niet alleen mogelijk door geavanceerde technologie, maar vraagt ook een verandering van visie. Door naar de toekomst te kijken en garanties te bieden op uptime, is er een verandering in waardering van asset downtime. Nieuwe vormen van technologie als kunstmatige intelligentie en Digital Twins zullen het mogelijk gaan maken om voorspellend Onderhoud uit te voeren en bedrijven beter voor te bereiden op eindeloze ‘wat als’ scenario’s.
Disruptie definitie Disruptie is een verstorend effect dat leidt tot een tijdelijke pauze of een totale onderbreking van een normale situatie; dus een verstoring in de continuïteit van een proces of activiteit. De verstoring kan zijn geïnitieerd door een persoon, een organisatie of een natuurlijk proces. De gevolgen van zo’n verstoring, positief dan wel negatief, zijn voelbaar voor de gehele sector en de impact is groot.
23
BRANDED CONTENT <
PANOLIN en Van Meeuwen Lubrication PANOLIN en Van Meeuwen Lubrication starten de samenwerking voor een bredere inzet van biologisch afbreekbare smeermiddelen. De markt van biologische afbreekbare oliën en vetten is volop in beweging en speelt een bijzondere rol bij de nationale en Europese doelstellingen om het milieu minder te belasten. Een hoofdrolspeler in deze innovatieve markt is het familiebedrijf Van Meeuwen Lubrication, dat in tal van industrieën, waaronder de offshore en de maritieme sector, belangrijke waarde toevoegt met high-performance smeermiddelen. Onlangs heeft Van Meeuwen haar aanbod verder verbreed door de samenwerking aan te gaan met het Zwitserse familiebedrijf PANOLIN als distributeur van kwalitatief hoogwaardige biologisch afbreekbare oliën en vetten voor Nederland en Vlaanderen.
Taco Mets is Technical Director bij Van Meeuwen en vertelt bevlogen over deze markt. “Er is in deze tak bijzonder veel geïnnoveerd om te komen tot deze biologisch afbreekbare topproducten. Daarmee kun je niet alleen de conventionele smeermiddelen vervangen, maar ga je als bedrijf ook een stap verder in economisch en milieutechnisch opzicht voor de langere termijn.”
Branded Patrick Kostelijk, Sales Engineer Marine & Offshore, vult aan: “Er is meer aandacht voor onze smeermiddelen. We merken dat ook bij Content internationale aanbestedingen; zeker bij grote windenergiebedrij-
Het is inmiddels breed bewezen dat gecertificeerde bio-smeermiddelen (ECL’s/EAL’s) goed presteren mits hierin de juiste keuze wordt gemaakt. Er zijn voorbeelden van hydraulische oliën die 80.000 uur zonder vervanging aaneengesloten hun werk doen in zwaar belaste equipment.
‘
ven, die vragen om een werkschip met een groen paspoort. Ook dichter bij huis, zoals voor bruggen, sluizen, grondverzet, veegmachines en huisvuilwagens komt er steeds meer vraag. Risico’s door contaminatie van een olie of vet en vervuiling van bodem en oppervlaktewater worden hiermee voorkomen.”
‘Je hoeft tegenwoordig met biosmeermiddelen geen genoegen te nemen met een mindere performance om daarmee het milieu te beschermen’
24 november 2021
‘
‘De meest uiteenlopende toepassingen kunnen met high performance biosmeermiddelen worden onderhouden’
’
Branded Content
Taco Mets: “Onze boodschap is dat bedrijven zich bewust zijn van de mogelijkheden van high performance en biologisch afbreekbare oliën en vetten. De smeermiddelen zijn beschikbaar, we kunnen er kwaliteitsverbetering mee doorvoeren bij onze klanten en men is er op termijn voordeliger mee uit. We moeten af van producten van minerale oorsprong. We zijn al te lang bezig om de aarde volledig uit te putten. Ik vind het belangrijk dat we daarvoor oog hebben en met z’n allen nu gaan voor duurzaamheid.’’
Wil je meer weten over de samenwerking tussen PANOLIN en Van Meeuwen Lubrication of ben je op zoek naar biologisch afbreekbare, milieuvriendelijke smeermiddelen van topkwaliteit? Scan dan deze QR-code en laat het weten.
25
ONDERHOUD <
Roger Feller Foto: BLM
Het calamiteitenonderhoud van
BLM Wegenbouw:
Pro-actie in plaats van re-actie Onderhoud begint in de praktijk nadat een object of een systeem is opgeleverd en in werking is gesteld. Vanaf dat moment wordt cyclisch, planmatig onderhoud gedaan en wordt er onderhoud op basis van inspecties uitgevoerd: preventief, respectievelijk correctief onderhoud. Daar lijkt niks mis mee en toch bestaat er een andere onderhoudsvariant: Calamiteitenonderhoud. Roger Feller, commercieel directeur BLM Wegenbouw, legt uit wat de kracht ervan is en hoe in Sittard-Geleen het totale calamiteitenonderhoud aan het hoofdriool werd uitbesteed aan één partij.
26 november 2021
Calamiteitenonderhoud is als woord natuurlijk al een opmerkelijke samenvoeging. Een samenvoeging van een opgetreden, niet-verwachte gebeurtenis met een manier van werken, al dan niet gepland, om functionaliteiten en prestaties van componenten en systemen te waarborgen. Wat is dan de relatie tussen de niet-verwachte gebeurtenis en het waarborgen van functionaliteiten en prestaties?
> Risico Diagnose Methodiek. Vanuit de diversiteit aan projecten in zowel het publieke domein als op bedrijventerreinen en (petrochemische) sites, heeft BLM Wegenbouw haar visie en aanpak ten aanzien van calamiteitenonderhoud gevormd en steeds verder verfijnd. De basis vormde daarbij de aanpak van de Risico Diagnose Methodiek (RDM). Deze methodiek is oorspronkelijk bedoeld voor met name innovatieve productontwikkeling, maar in deze methodiek wordt ook een manier van denken en werken toegepast die waardevol is gebleken in de projectenaanpak van BLM. Met name de projecten in een complexere fysieke en/of organisatorische oncontroleerbare VUCA-context (Volatile, Uncertain, Complex en Ambiguous) moeten worden uitgevoerd. Maatgevend daarbij is de systematische wijze waarop de functionaliteiten en de componenten, processen en het bovenliggende systeem inzichtelijk worden gemaakt. Met als doel te voorkomen dat belangrijke onderdelen over het hoofd worden gezien. Deze wijze van decompositie en analyse komt overeen met de aanpak uit System Engineering. Overeenkomstig de aanpak van deze geïntegreerde contracten en ook de Best Value Procurement-aanpak, gaat RDM ervan uit dat de diagnose wordt uitgevoerd door de individuele experts in het projectteam.
> Net even anders. Dat maakt dat er een realistischere waardering van Kans en Gevolg ontstaat dan in een reguliere risicoanalyse. Bovendien is het met de Risico Diagnose Methodiek mogelijk de mate van beïnvloeding mee te wegen. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen een klein risico met grote schadelijke gevolgen en een groot risico met minimale gevolgen en schade. In tegenstelling tot de meeste risicoanalyse-methodieken.
Tips om te beginnen met Calamiteitenonderhoud 1. Niet bang zijn, wel zorgen maken en eerlijk delen. Ontzorgen kan niet, verzorgen wel! 2. Scenario- en systeemdenken. Neem af en toe afstand en overzie het geheel! 3. Vertrouw de expert(s) en durf hun kennis en ervaring te gebruiken! 4. Samen werken aan de samenwerking moet de insteek zijn! 5. Leer wat een volgende keer beter kan, dat is en blijft noodzakelijk!
> Calamiteitenonderhoud in Sittard-Geleen. De vraag vanuit gemeente Sittard-Geleen sluit aan bij deze aanpak. Het totale calamiteitenonderhoud aan het hoofdriool is in Sittard-Geleen uitbesteed aan BLM. Ter voorbereiding van de aanbieding aan de gemeente is gestart met het mogelijk maken van sturing. Daartoe is onderscheid gemaakt in de prio-gebieden, het mogelijke gevolg (direct en indirect) en de mate van beïnvloeding van met name de beheersing van een calamiteit. Er zijn scenario’s voor rampen in alle mogelijke gradaties. Van loszittende tegels tot een sink hole in een doorgaande weg waarbij de aanpak in een directe opschaling vereist. Zo nodig worden hulpdiensten geïnformeerd en busbedrijf Arriva en zorgt ervoor dat eventuele omleidingen goed worden aangegeven. Via een Whatsapp-groep houden ambtenaren, projectleiders, uitvoerders en hun vervangers elkaar van elke wisseling in de status op de hoogte. Er worden foto’s getuurd om de situatie tot in detail te omschrijven; het gat in de stoep, de aanduidingsbordjes, de lekkende aansluiting op het hoofdriool. Vanuit hun eigen werkplek blijft iedereen betrokken en volledig op de hoogte van de status. Feller; “Deze waardering bepaalt niet alleen onze reactie c.q. onze aanpak van een calamiteit, maar ook het belang van het leren uit de informatie die we vergaren, onze pro-actie”.
> Onderhoud is onnoemelijk complex geworden. “Calamiteitenonderhoud, zowel in de openbare ruimte, in de bebouwde omgeving (bijvoorbeeld stadscentra), als industrieservices op bedrijventerreinen of (petrochemische)sites, zoals Chemelot en Ineos, is onnoemelijk complex geworden. Niet alleen technisch, ruimtelijk of juridisch met alle vergunningen en beperkingen, maar ook sociaal-maatschappelijk. Die veelvoud aan invalshoeken maakt ook de projectorganisatie en het informatiemanagement van een project uitermate complex. Logischerwijs moeten we met alle wet- en regelgeving rondom deze invalshoeken aantoonbaar en controleerbaar rekening houden”, aldus Feller. Dat vraagt om extra competenties en inspanningen van het projectteam. Zo maken raakvlakkenmanagers, clash-detectionsystemen en documentbeheersystemen steeds vaker deel uit van het projectteam en de projectaanpak. Onderhoud en dus ook calamiteitenonderhoud is allang geen ‘simpel’ werk meer voor een aannemer, maar vraagt meerwaarde in de vorm van kennis en kunde van een aanbieder.
Deze unieke aanpak vormt de leidraad voor het ‘Rebase’-principe. “Met Rebase zetten we een onderhoudsservice in de markt, die niet werkt op basis van theoretische onderhoudscycli, en daarmee rea- >
6000m3/h ompompvoorziening voor het rioolonderhoud op Chemelot Foto: BLM
27
Onderhouds- en calamiteitenwerkzaamheden op het Chemelot-terrein Foto: BLM
>
geert op veronderstelde calamiteiten, maar die werkt op basis van actuele risicosturing en van daaruit pro-actief onderhoud verzorgt. Daarmee wordt de kans op calamiteiten gevolgd en beheerst”.
> Wens tot langere samenwerkingsverbanden. Voor BLM is de grootste stoorzender nog vaak de termijn waarmee zij met een opdrachtgever mogen samenwerken. Met name hun publieke opdrachtgevers mogen, in hun beleving, samenwerkingsverbanden voor maximaal vier jaar aangaan. Dat betekent dat er na die termijn weer een nieuwe partij het stokje overneemt en alles weer van voor af aan begint. “De kracht van herhaling, het lerend vermogen, wordt daarmee telkens weer ondermijnd. Onze voorkeur gaat dan ook uit naar samenwerkingsverbanden zonder een einddatum, zodat de wil en tijd om te verbeteren niet op voorhand beperkt wordt. Een langere samenwerking geeft ook meer tijd om technolo-
‘
gische innovaties door te voeren, zoals bijvoorbeeld de introductie van Artificial Intelligence (AI) in de aanpak”.
> Ontwikkeling. “Op dit moment is er nog geen echte sprake van AI-ontwikkelingen op dit vlak, echter de mogelijkheden daartoe groeien elke dag. Digital Twins, sensoring en daarmee Big Data worden ook voor ons ‘common sense’, zoals bijvoorbeeld in ons Klimaatplein in Horst aan de Maas. Door deze data met experts te analyseren, wordt de data echt informatie en krijgt deze ook een waarde. Op de langere termijn maakt deze informatie dat wij systemen en componenten beter gaan begrijpen en signalen op waarde kunnen schatten. Het systeem gaat ons echt iets vertellen. Door de trends in deze signalen correct te interpreteren kunnen we op termijn echt gaan voorspellen wat het systeem nodig gaat hebben en is er echt sprake van pro-actief onderhoud” <
‘Niet gestuurd worden door de ‘angst voor’, maar vanuit de beoogde prestaties en doelstellingen’
28 november 2021
Kort Risicomanagement instrumenteel voor verhogen weerbaarheid Zowel de belangen van organisaties als die van aanvallers zijn onderhevig aan verandering. Dat maakt dat een duidelijk beeld van het verschuivende dreigingslandschap en doorlopende aandacht voor risico’s essentieel is. Weerbaarheid is immers het vermogen om relevante digitale risico’s tot een aanvaardbaar niveau te reduceren. Een brede blik op risico’s is van belang om te kunnen zeggen dat organisaties, ketens en staten een voldoende niveau van weerbaarheid hebben. Deze brede blik kan worden bereikt middels Risicomanagement. Traditioneel gezien wordt het management van technologiegerelateerde risico’s belegd binnen de ICT-afdeling. Dat maakt de kloof tussen technisch experts en de business groter. In plaats daarvan kan Risicomanagement gezien worden als een teamaangelegenheid. Management van digitale risico’s dient te gebeuren in samenspraak met de business, waarbij partijen aan horen te sluiten zoals business continuity managers, risicomanagers, proceseigenaren en domeinexperts. Voorbeelden van waar dit niet is gebeurd, laten zien dat basale problemen anders tussen wal en schip kunnen vallen. Verder is, naast het belang van een goede samenwerking tussen disciplines, een samenwerking tussen de verschillende lagen van een organisatie essentieel. De verkenning en aanpak van
strategische, tactische en operationele risico’s dient namelijk goed op elkaar afgestemd te zijn. Investeren in mensen vormt het fundament Risicomanagement is een specialisme. Daarom kan van bestuurders (en van mensen die de dagelijkse verantwoordelijkheid dragen voor digitale processen en de bijbehorende risico’s) niet worden verwacht dat ze expert zijn op dit gebied. In plaats daarvan dienen ze ervoor te zorgen dat ze de goede mensen op de goede plaats hebben gezet door te investeren in nieuwe aanwas en in de training van huidig personeel. Daarvoor is een gestructureerd personeelsbeleid nodig, evenals een trainingsprogramma dat is verankerd in de organisatie. Naast de experts op het gebied van cybersecurity risicomanagement moet ook de rest van de organisatie een minimale kennisbasis hebben om goed met elkaar in gesprek te kunnen gaan over belangrijke risico’s voor de organisatie en hoe hiermee om te gaan. Daarbij gaat het voornamelijk over het hoe en waarom van de principes achter Risicomanagement (bijvoorbeeld middels een workshop gebouwd rond organisatie-specifieke scenario’s). Bij het aanstellen en trainen van mensen dient een balans gevonden te worden tussen de verschillende facetten van Risicomanagement. <
29
ONDERZOEK <
Onderzoek naar het nut van LMRA’s Een LMRA is een korte risicoanalyse die medewerkers vlak voor de start van specifieke werkzaamheden uitvoeren. De veiligheidsmaatregel is populair. Veel bedrijven die met relatief hoge risico’s te maken hebben, hebben deze werkwijze ingevoerd. De LMRA is een aanvulling op andere methoden voor risicoanalyse en -beheer zoals de RI&E Risico-inventaristie en evaluatie (Risico Inventarisatie en Evaluatie), TRA (Taak Risico Analyse) of een werkvergunning.
Bij een LMRA is het de bedoeling dat medewerkers bij de start van hun werkzaamheden een moment stilstaan en nadenken over eventuele gevaren. En vervolgens actie ondernemen om deze gevaren weg te nemen. De inhoud van de LMRA verschilt per bedrijf, maar veel bedrijven maken gebruik van algemene vragen in hun LMRA. Typische vragen in een LMRA zijn:
bruikte interventie hiervoor is de LMRA. Een kenmerk van de LMRA is dat de vragen en aandachtspunten in de praktijk vaak algemeen zijn. Hierdoor kan het lastig zijn om een goede inschatting van de gevaren te maken. Het RIVM heeft daarom onderzoek gedaan naar het verhogen van de effectiviteit van een LMRA door deze op zo’n manier aan te passen dat medewerkers gevaren beter kunnen herkennen.
• Weet ik welke werkzaamheden ik moet uitvoeren? • Vind ik de afgesproken werkmethode veilig? • Is de werkplek veilig genoeg om het werk uit te voeren? • Beschik ik over de juiste middelen om veilig te kunnen werken?
> Kunnen safety checks helpen? Door de LMRA specifieker
> Doel van de LMRA onderzocht. Veilig werken. Dat willen we allemaal. Echter blijkt in de praktijk dat het inschatten van gevaren voor veel medewerkers niet altijd even eenvoudig is. Daarom implementeren bedrijven diverse interventies om het inschatten van gevaren voor medewerkers zo makkelijk mogelijk te maken. Een veelge-
En hoe nu verder? Uit de resultaten blijkt dat bedrijven de safety checks graag willen gebruiken, omdat dit het herkennen van gevaren vergroot. Echter is het toevoegen van safety checks aan de LMRA in de praktijk lastiger te realiseren. De safety checks zijn wel goed in te zetten bij toolbox-meetings of als ondersteuning bij de werkvoorbereiding. Om organisaties hierin te faciliteren heeft het programmateam Veilig Werken de safety checks opgenomen in een reeks animaties en infographics. Deze reeks wordt ontwikkeld voor diverse type ongevallen en is te vinden op onze webpagina.
30 november 2021
te maken en aan te passen aan het werk, wordt het voor de medewerker wellicht eenvoudiger om gevaren te herkennen. Recent onderzoek van Steijn en collega’s heeft dit met behulp een eye-tracking experiment voor de LMRA onderzocht. Deze studie laat zien dat het toevoegen van safety checks aan een LMRA toegevoegde waarde heeft. Bij het gebruik van safety checks herkennen vooral de meer ervaren collega’s de gevaren van specifieke situaties. Minder ervaren collega’s lijken juist baat te hebben bij algemene checks voor het beter herkennen van gevaren.
> Ontwikkeling van safety checks. Voor de ontwikkeling van de safety checks is voor het RIVM-onderzoek gebruik gemaakt van informatie uit de Storybuilder database. In deze database zijn meer dan 30.000 arbeidsongevallen opgenomen welke verdeeld zijn in 36 herkenbare ongevalstypes. Per ongevalstype is uitgebreide informatie beschikbaar over de (in)directe oorzaken van deze ongevallen. Zo is bijvoorbeeld te zien dat een onjuiste plaatsing van een ladder vaak een rol speelt bij ladderongevallen en dat een gebrek aan ventilatie vaak een rol speelt bij een ongeval in besloten ruimtes. De directe oorzaken per ongevalstype waren het uitgangspunt bij de ontwikkeling van de specifieke LMRA. Deze uitgangspunten zijn in safety checks geformuleerd voor medewerkers op operationeel niveau. Deze safety checks zijn vervolgens opgenomen als toevoeging aan de LMRA.
‘
Foto: NVDO
‘De LMRA: Helpen safety checks bij het beter (h)erkennen van gevaren’?’
> De resultaten. Over het algemeen waren de deelnemende bedrijven positief over de safety checks. Meer dan de helft van de medewerkers en veiligheidskundigen in het RIVM-onderzoek gaf aan dat de gebruikte safety checks een positieve invloed hadden op het veiligheidsgedrag bij medewerkers. Zo menen medewerkers beter de gevaren te herkennen door de safety checks en weten ze beter welke gevaren relevant zijn voor hun werk. Daarnaast zijn medewerkers beter in staat maatregelen te plannen en kunnen ze sneller handelen wanneer ze een gevaar hebben waargenomen. Kortom, in alle stappen van het safe behaviour model werd een verbetering waargenomen. Minder overeenstemming was er over de manier waarop deze checks het beste kunnen worden ingezet.
’
Zo gaven veel medewerkers aan dat safety checks te veel tekst bevatten. Ook nemen ze liever niet nog een checklist mee naar de werkplek. Dit werd onder andere zichtbaar, doordat de deelnemende bedrijven de checks niet altijd hebben ingezet bij de uitvoering van de LMRA. In plaats daarvan kozen de bedrijven ervoor om de checks bij de voorbereiding te gebruiken, bijvoorbeeld tijdens een start-werkoverleg of een zogeheten toolbox-meeting. Maar ook als medewerkers de safety checks een paar uur voor de start van de werkzaamheden hadden gezien, gaven ze aan bewuster te zijn van de gevaren op de werkvloer. Het lijkt er dus op dat het aanbieden van safety checks aan medewerkers zeer waardevol is en dat dit vooral in de voorbereiding nuttig is. <
31
BRANDED CONTENT <
Totaaloplossingen voor zware elektromechanische aandrijfgroepen Asset owners de beste technische en commerciële oplossingen bieden voor zware elektromechanische aandrijfsystemen, dat is waar het Belgische MGH al bijna twintig jaar voor staat. Merkonafhankelijk en met uitgebreide technische kennis in eigen huis. “We werken steeds meer volgens de principes van industrie 4.0.” MGH houdt de industrie draaiende, is het motto van het bedrijf. Dat doet MGH (Maintenance & Gears Heyvaert) met merkonafhankelijke totaaloplossingen voor zware elektromechanische aandrijfsystemen in alle industriële sectoren. Directeur-eigenaar Johan Duysters, met een brede lach: “Hoe zwaarder de aandrijving, hoe groter en hoe complexer, hoe liever. Dat hebben de jongens in de werkplaats ook graag en het houdt het werk uitdagend.” Ruim de helft van de bedrijfsactiviteiten betreft het reviseren van tandwielkasten, zo’n du izend per jaar.
Internationalisering De oorsprong van het familiebedrijf MGH ligt in Vlaanderen (Vlaams-Brabant) . De hoofdvestiging bevindt zich tegenwoordig in Machelen en er is een nevenvestiging in de haven van Antwerpen, wat de uitvalsbasis is voor de Nederlandse markt. Afgelopen jaar nam Duysters het bedrijf over. Hij zet – met zijn team – in op verdere internationalisering: het verstevigen van de positie in Nederland en Frankrijk. Pascal Marcelissen, de commercieel verantwoordelijke in Nederland: “We zien dat de naamsbekendheid toeneemt. We worden steeds vaker actief benaderd.”
antwoord. Dat kunnen we omdat we merkonafhankelijk kunnen adviseren, kunnen bogen op jarenlange kennisopbouw in eigen huis en omdat we een eigen engineeringafdeling hebben. Daarnaast leiden wij onze mensen én de betrokken technici van onze klant op met vakinhoudelijke opleidingen in onze eigen MGH Academy.”
Eigen engineeringafdeling Duysters vervolgt: “We zijn een familiebedrijf van 36 man, informeel georganiseerd met korte lijnen. Het is de technische kennis die ons onderscheidt; wij proberen altijd verder te gaan dan het standaard
De beste oplossing Die merkonafhankelijkheid betekent dat MGH altijd de best mogelijke technische en commerciële oplossing kan voorstellen voor
‘Wij proberen altijd verder te gaan dan het standaard antwoord’ 32 november 2021
alle aandrijfgroepen en voor de bijbehorende koppelingen. “Die onafhankelijkheid laat zich ook zien in het feit dat verzekeraars ons vragen om bij schadegevallen de expertiserapporten op te stellen”, zegt Harald Heyvaert, business development manager. Behalve tandwielkasten en alle toebehoren biedt MGH overigens ook materiaal voor rolbruggen en kranen zoals loopwielen, reminstallaties en kabelschijven.
wel smart maintenance genoemd. Dus dat betekent online monitoring van de aandrijfsystemen en op basis van de data predictieve modellen maken waardoor je onderhoud kunt plannen. Wat moet er wanneer gebeuren en door wie. Die aanpak staat centraal in onze strategie. Waarbij ik wil aantekenen dat predictieve modellen ontwikkelen voor tandwielkasten een heel andere expertise is dan voor bijvoorbeeld pompen. Bij tandwielkasten moet je rekening houden met tientallen factoren die je moet kunnen analyseren.”
Geld besparen In de afgelopen negentien jaar bouwde het bedrijf veel kennis op van alle merken. Marcelissen: “Die ervaring brengt ons nu stap voor stap verder. Hierdoor kunnen we klanten helpen hun installed base te behouden en te upgraden en daarmee hun productie-output te garanderen. Dat is wel onze USP: focussen op het bestaande. Als je iets nieuws aanschaft heeft dat namelijk altijd gevolgen voor de omgeving. Met de juiste revisie bespaart de klant veel geld, zo simpel is dat.” Twee jaar terug vroeg een klant MGH om zestig aandrijfsystemen te reviseren. Duysters: “We hebben daar een standaardisatie doorgevoerd waardoor de onderdelenvoorraad naar beneden kon, wat resulteerde in een lagere total cost of ownership. Die insteek had de klant niet voorzien en het zijn dat soort oplossingen waarmee je verder gaat dan het standaard antwoord. Dat is wat ons betreft hoe je een klant aan je bindt.”
“Bij het uitvoeren van een revisie trachten we telkens proactieve acties te ondernemen zodat we de standtijd van de tandwielkasten kunnen verlengen wat uiteraard ook een heel positieve impact heeft op de TCO”, aldus Heyvaert. Voor een bekende staalfabrikant re-engineerde MGH onlangs nieuwe tandwielkasten die cruciaal zijn voor het lossen van de schepen die ijzererts aanvoeren. Duysters: “Het oude systeem dateerde nog uit de jaren 60 en was aan vervanging toe. Dit soort opdrachten, waarbij we opnieuw engineeren en nieuwe functionaliteiten toevoegen, dat is onze sterke kant. En we zijn er trots op dat wij als relatief kleine speler een dergelijke opdracht mogen doen en dat opdrachtgevers vertrouwen op onze expertise en toewijding.”
Online monitoring MGH heeft standaard een grote voorraad aan kritische onderdelen. Heyvaert: “Als er ergens een productie stilligt, kunnen wij altijd snel reageren.” MGH heeft een eigen 24/7 servicedienst. Voor Noord-Nederland werkt het samen met enkele gespecialiseerde partners. “Maar het is beter om die spoedsituaties voor te blijven en daarom zetten we in op een onderhoudsprogramma waarbij we steeds meer werken volgens de principes van industrie 4.0, ook
Harald Heyvaert
Johan Duysters
Pascal Marcelissen
33
BATTERIJVEILIGHEID <
Batterijveiligheid: Twente
Safety Campus en DNV starten testfaciliteit
De Twente Safety Campus en onafhankelijke energie expert Det Norske Veritas gaan samenwerken op het gebied van batterijveiligheid. De samenwerking krijgt vorm door de vestiging van een Battery Safety Lab. Daar worden batterijen en complete energieopslagsystemen getest op (brand)veiligheid. Het speciale lab wordt gebouwd op het terrein van de Twente Safety Campus en samen operationeel gemanaged met DNV. In 2022 zal het lab operationeel zijn.
34 november 2021
De opslag van energie zal de komende jaren steeds meer een rol gaan spelen in de transitie naar schonere en groenere energiesystemen. Daarom is het van belang dat batterijen en andere energieopslagsystemen veilig werken. Wereldwijd neemt het aantal incidenten bij deze opslagsystemen toe, ook in Nederland, zoals bijvoorbeeld de brand met fietsaccu’s, bij Stella. Omdat veilige energieopslagsystemen essentieel zijn, hebben de Twente Safety Campus (TSC) en Det Norske Veritas (DNV) de handen ineengeslagen. De samenwerking krijgt vorm door de vestiging van een Battery Safety Lab. Daar worden batterijen en batterijopslagsystemen getest op (brand)veiligheid. De activiteiten moeten leiden tot het verbeteren van veiligheid in energieopslagsystemen waarmee we de energietransitie bevorderen.
Samenwerking met project Accumulate en MEET De Twente Safety Campus werkt samen binnen een EFRO subsidie traject met partners zoals de Universiteit Twente en marktpartijen. In het project Accumulate slaan verschillende partners de handen ineen om de veilige toepassing van batterijtechnologie te bevorderen. Ook in het MEET instituut wordt een enorme impuls gegeven aan batterijveiligheid. Ook hier ligt een direct relatie met onze partner Universiteit Twente. De ontwikkeling van het Battery Safety Lab sluit naadloos op deze ontwikkelingen aan.
> Combinatie kennis en expertise. “Deze samenwerking combineert onze kennis over (brand)veiligheid met de kennis en wereldwijde ervaring van DNV op het gebied van veiligheid en het certificeren en testen van batterijtechnologie”, reageert David Bornebroek, directeur van de Twente Safety Campus. “We zien dat batterijen steeds meer toegepast worden en dat moet veilig gebeuren. En onze hulpverleners moeten veilig kunnen handelen bij incidenten waar batterijen bij betrokken zijn. Omdat er nog onvoldoende standaarden zijn en algemene kennis over brandveiligheid van batterijen nog beperkt is, is een testfaciliteit essentieel om onderzoek te doen. Doordat we dit nu samen met DNV gaan doen, leveren we een concrete bijdrage aan het oplossen van veiligheidsvraagstukken rondom batterijen. Hiermee dragen we bij aan de veiligheid van
onze inwoners en onze hulpverleners. Niet alleen in Twente, maar ver daarbuiten. Ook past de samenwerking prima bij de ambitie van Twente als innovatieve regio”. “Veilige batterijsystemen zijn essentieel voor een succesvolle overgang naar een schonere, koolstofarme energievoorziening en voor het halen van wereldwijde emissiedoelstellingen. Uit gesprekken met onze klanten is gebleken dat er veel onzekerheid is in de branche. Het nieuwe Battery Safety Lab combineert onze technologische kennis en ons trackrecord op het gebied van testen en certificeren met de uit de eerste hand expertise op het gebied van brandveiligheid van de Twente Safety Campus. In deze unieke samenwerking ver- >
Battery Safety Lab Foto: DNV
35
Battery Safety Lab Foto: DNV
>
zamelen we de benodigde data en informatie voor het valideren van mogelijke commerciële oplossingen. Samen met onze bestaande faciliteiten voor het testen van energieopslagcomponenten, zal het Battery Safety Lab een sleutelrol spelen bij het minimaliseren van risico’s en het mogelijk maken van een veilige markttoegang voor energieopslagsystemen”, aldus Prajeev Rasiah, Executive Vice President & Regional Manager Northern Europe van DNV’s business area Energy Systems.
> Type testen. Het Battery Safety Lab wordt een speciale testfaciliteit waar de veiligheid van batterijen en energieopslagsystemen en hun toepassing in de maritieme, netgekoppelde en automotive sector worden getest. Naast validatie en certificering van batterijsystemen die op de markt komen, worden ook brandpropagatie testen uitgevoerd. Daarbij wordt informatie verzameld hoe en waarom batterijsystemen falen en ontbranden. Rasiah; “Je moet dan denken aan testen waarbij de batterijen bijvoorbeeld moedwillig in brand worden gezet of van grote hoogte vallen. Het gaat om uitgebreide testen voor geïntegreerde batterijsystemen in dagelijks praktijkgebruik. De testervaringen- en resultaten gaan bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe normen om de veiligheid van batterijopslagsystemen te verbeteren. Tegelijkertijd zal het de hulpdiensten helpen om nieuwe, verbeterde protocollen te ontwikkelen voor het omgaan met branden en andere incidenten als gevolg van defecten aan batterijsystemen”. Naar verwachting is het lab in de loop van 2022 operationeel.
> Het nut voor de Industrie en Onderhoud. Het Battery Safety Lab biedt de mogelijkheid om veiligheidstesten uit te voeren en te controleren of veiligheidsmaatregelen effectief en doeltreffend zijn. Hiermee krijgt de industrie inzicht in hoe om te gaan met batterijen, verbeterde onderhoudsprotocollen en veiliger werken met persoonlijke beschermingsmiddelen. Bornebroek; “Voor de discipline onderhoud is het belangrijk om goed te snappen waar de
36 november 2021
‘
‘Bij onderhoud van deze batterij systemen is het van groot belang om je te realiseren dat de batterijen nog steeds energie bevatten’
’
veiligheidsrisico’s zitten en hoe het onderhoud van batterijsystemen veilig kan worden uitgevoerd. Batterijsystemen zijn relatief nieuw in de markt, er is daarom nog maar beperkte ervaring. Bij onderhoud van deze batterijsystemen is het van groot belang om je te realiseren dat de batterijen nog steeds energie bevatten. Dus ook wanneer een systeem is afgeschakeld/ontkoppelt, is het van groot belang veilig te werken en alle veiligheidsprotocollen te volgen” <
JAARBIJEENKOMST <
2030 als stip op de Horizon tijdens NVDO-iTanks Jaarbijeenkomst Sustainability is geen bijzaak meer. In deze wereld waarin duurzaamheid een alsmaar stijgende prioriteit wordt binnen bedrijven, zie je dat de maatschappelijke impact steeds vaker aan aandacht wint. Wegens stakeholders en verwachtingen extern, maar ook vanwege de intrinsieke motivatie om de verantwoordelijkheid op te pakken. Deze trend zet zich voort en zeker met het Klimaatakkoord en het Energieakkoord, is het streven naar een klimaat neutrale samenleving de toekomst. Ondanks dat Beheer en Onderhoudsorganisaties al bekwaam zijn in het samenwerken, is er alsnog een waardevolle slag te slaan als het gaat om samenwerkingsverbanden en kennisdeling. Dit zijn namelijk factoren die de kans bieden voor ondernemingen om het proces van verduurzamen te versnellen. In plaats van het wiel zelf opnieuw uit
te hoeven vinden, kan middels constructieve samenwerkingen en de daarbij gedeelde kennis sustainability in een sneltrein vaart worden toegepast in de praktijk. Door deze slimme samenwerkingsverbanden wordt het maken van onnodige kosten voor ondernemingen voorkomen. Denk hieraan het uitreiken naar partners in de keten of >
37
> toeleveranciers van, en met hen rond de tafel te zitten om dit soort duurzaamheid thema’s te bespreken en hoe deze aan te pakken binnen de keten.
> Technologische ontwikkelingen. Vooralsnog wordt Beheer en Onderhoud nog voornamelijk fysiek uitgevoerd. Technologieën zoals Internet of Things (IoT) bieden de mogelijkheid om op afstand en in real-time toezicht te houden op assets. Dit maakt het gemakkelijker om assets te monitoren, waardoor er beter inzicht komt in energie- en grondstofgebruik. Dit soort technologische ontwikkeling maken het mogelijk om de duurzame impact van de organisatie te vergroten. > NVDO-iTanks Jaarbijeenkomst blikt vooruit. “2030” is onze stip aan de horizon tijdens de NVDO-iTanks Jaarbijeenkomst die op 19 november plaatsvindt. We zijn te gast in de bijzondere ambiance van Batavialand in Lelystad. Wij garanderen je een veilig, coronaproof bezoek. De NVDO Jaarvergadering is toegankelijk voor NVDO-leden. Zakenrelaties, je collega’s en andere introducees zijn van harte welkom bij het bijzondere middagprogramma, de breakoutsessies, het Innovatiepaviljoen en/of het jaarlijkse diner. Ook daarvoor geldt dat we de actuele corona richtlijnen van het RIVM zullen volgen. We beschouwen de Jaarbijeenkomst traditioneel als het grootste netwerkevent van het jaar. Wij zijn er trots op dat we TOPsprekers aan ons hebben weten te verbinden en kijken uit naar de inspirerende verhalen van Maarten van der Weijden, Rens van der Vorst en Berto Piersma. Dat alles onder dagvoorzitterschap van Mark Oosterveer. Speciale dank aan de participanten, die deze Jaarbijeenkomst mogelijk maken. Je ontmoet deze interessante organisaties gedurende de hele dag. Voor de organisatie is het van groot belang tijdig van je te vernemen of wij je deze dag mogen verwelkomen. Vriendelijk verzoeken we daarom tijdig je deelname kenbaar te maken, digitaal via de website. Meteen na de sluitingstermijn, krijg je van ons een bevestiging en de routebeschrijving. Heel graag verwelkomen wij je op 19 november a.s. en wensen je een inspirerende dag toe!(*) Met vriendelijke groet, NVDO Bas Kimpel, Voorzitter
Met vriendelijke groet, iTanks Cor van de Linde, Managing Director
Nota bene: Deelnemers kunnen aantonen dat ze Coronavrij zijn (via test, niet ouder dan 48 uur, of via de Corona Checkapp) (*) Aanmelden kan in de kalender op www.nvdo.nl
38 november 2021
<
Batavialand informeert en inspireert Batavialand draagt de Nederlandse pragmatische mentaliteit uit, gevormd door de uitdaging van het leven op de grens van land en water. Het museum etaleert de kennis en kunde over die verbinding van land en water: over polders, watermanagement, scheepsbouw en handel; in het verleden, het heden en in de toekomst. Batavialand is de plek waar je meegenomen wordt in de wereld van handelsgeest en technologie. Waar Michiel de Ruyter en Cornelis Lely elkaar logisch ontmoeten als symbolen van en fundering voor de Nederlandse maatschappij en onze cultuur. Batavialand, de NVDO en iTanks garanderen een coronaproof bezoek! De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisoverdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren. De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent asset management. iTanks is een kennis- en innovatieplatform voor de havengerelateerde industrie. Een industrie met enorm veel innovatiepotentieel! Zij verbindt bedrijven, kennisinstituten en industrieexperts met elkaar en introduceren deze partijen met nieuwe technologie en de laatste innovaties van binnen en buiten de sector. Daarnaast ligt iTanks’ kracht in het vernieuwen van de havengerelateerde industrie. Er is enorm veel kennis en expertise beschikbaar waarvan de toepassingsgebieden voor de industrie nog niet (optimaal) worden benut. Dat zijn de kansen waar iTanks op inspringt.
TOPsprekers onder dagvoorzitterschap van Mark Oosterveer Met Maarten van der Weijden zonder poespas richting 2030 Ook tijdens onzekere tijden, geldt voor Maarten dat geluk samenhangt met het stellen van doelen en deze bereiken. Maarten wil met zijn verhaal graag anderen inspireren om ook het beste uit zichzelf te halen, zowel op persoonlijk als professioneel vlak. Dat dit niet altijd zonder slag of stoot gaat, hoort voor Maarten bij het leven. Net als het accepteren van pech. Maartens verhaal is persoonlijk en oprecht, zonder al te veel poespas. Raak geïnspireerd door zijn motivatie richting 2030.
Rens van der Vorst, Technofilosoof Auteur van het boek ‘Waarom je altijd wilt winnen van je navigatiesysteem’ waarin hij de 100 belangrijkste technologische vragen van deze tijd behandelt. Rens leert ons op geheel eigen wijze beter na te denken over onze relatie met digitale technologie. Hij bespreekt de leukste, diepzinnigste en meest confronterende vragen uit dit boek, gerelateerd aan ons technologie-vraagstuk. Een leerzaam uurtje voor iedereen!
Barto Piersma, Directeur Nationale Programma’s bij rvo Verbinder van organisatie en omgeving die handig anticipeert op politiek bestuurlijke ontwikkelingen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (rvo) helpt ondernemende Nederlanders en beleidsmedewerkers vooruit op het gebied van duurzaamheid, zakendoen over de grenzen, agrarisch ondernemen en innovatie. Samen met partners maakt zij Nederland economisch sterker en duurzamer. Berto neemt het eerste exemplaar van het Visiedocument “Hoe Onderhoud bij kan dragen aan een sustainable 2030” en deelt zijn visie tijdens het avondprogramma.
39
INSPIRE <
Foto: ©Kloet
Vertrouwen en leiderschap
als risicobeperking
In een omgeving waar het onderhoud aan de hardware net zo belangrijk is als aan de brainware, wordt bij Koole Terminals volop geïnvesteerd in kennis en de leercurve van de werknemers op de terminal. Een hernieuwde mix van vertrouwen, leiderschap en ‘leren in de flow van werk’ zorgt voor minder incidenten én een optimaal werkklimaat. De complexiteit op terminals wordt alleen maar groter en de ruimte voor fouten kleiner. Koole accepteert simpelweg vandaag minder dan vroeger. Daarnaast is er een trend van strengere regelgeving en is er meer behoefte aan hogere efficiëntie. Geeske Steeneken en Arie van der Oost werken bij Koole Terminals aan een programma waarin het continu leren van de medewerkers een kernactiviteit is.
40 november 2021
Ze kijken hoe de mensen in het veld het werk ‘nu’ goed kunnen doen én klaar zijn voor het werk van de toekomst. En dat gaat verder dan af en toe een cursus geven.
> Waarom. Van der Oost; “Als mensen comfortabel zijn en met zelfvertrouwen werken, dan zie je dat terug in de bedrijfsresulta-
‘ ’
‘Managers duwen, Leiders worden gevolgd’ > Win or learn. Bij het leiderschap waar Van der Oost zich voor
inzet, hoort ook leren van fouten. “Als zich een situatie heeft voorgedaan, dan pakken we dat serieus op. Niet om te straffen, want de groep baalt al, maar om het niet meer te laten gebeuren. En dat doen we met een NCL: een Non Conformity Learning. Met één one-pager deelt de betrokken collega organisatie breed wat er is gebeurd, wat we ervan leren en welke acties zijn ondernomen om herhaling te voorkomen. Het leerpunt wordt geborgd door interactieve stand-up sessies van onze coaches (leiders) aan hun teams en eventueel in trainingen. En als het nodig is passen we het proces of de procedure aan. Either we win or we learn!”
> Echt doen. Geeske Steeneken is als Learning and Develop-
ten, het werk en in minder incidenten”. Van der Oost, Operations Manager bij Koole terminals heeft daarvoor een duidelijke kijk op leiderschap, cultuur en investeren in kennis. “Bij veel bedrijven is het populair om veel verantwoordelijkheid op de juiste plek in de organisatie te leggen. Je moet zorgen dat mensen de juiste kennis, ruimte en ondersteuning hebben om hun werk te doen en hierin te groeien”. Als leidinggevende moet je volgens Van der Oost dan ook niet de ‘ouderwets’ baas spelen, maar de rol van coach en supporter aannemen. Even plat gezegd: ‘Want managers duwen, leiders worden gevolgd’. In plaats van directief sturen is situationeel leiderschap belangrijk. Daarbij leg je uit wat je wilt én waarom dat nodig is of het nu over gedrag of kennis gaat. Dan geef je de mensen de juiste tools om hun werk te doen, te werken aan feedback en te leren van de verschillen. Zo blijft de communicatie tussen collega’s, zowel binnen als buiten, op gang. De werkzaamheden die ‘buiten’ op de tank terminal worden uitgevoerd, zijn ten slotte het gevolg van de plannen die ‘binnen’ zijn gemaakt. Van der Oost; “Om dat te optimaliseren, moet je de ervaring en kennis van de buitenuniversiteit verbinden met de binnen-universiteit bijvoorbeeld met job rotation: een korte stage bij een andere discipline; beleven is begrijpen; begrijpen is beter samenwerken. Zo werk je op alle plekken in de organisatie aan de leercurve en groei van mensen”.
ment Adviseur bij Koole Terminals aan de slag met een continu leerprogramma voor de werknemers. De trainingen die worden ontwikkeld, passen bij de behoefte uit het veld en zorgen op hun beurt ook voor stimulans in leercurve van de werknemers. Steeneken; “Dat zijn verschillende vormen van e-learning in de Koole Academie en leren van elkaar tot training on the job en praktijk leren. Het is een mix van trainingen die we blended learning noemen”. Over het aanbod vertelt ze; “Natuurlijk zijn er algemene onderwerpen in de trainingen. Maar we pakken ook door op incidenten of vaker voorkomende afwijkingen. En dat gaat zoals gezegd verder dan het aandragen van de training. Dan moet je ook in het veld lopen en toetsen of de mensen het zelf ook echt zo doen en het als beter ervaren. Zo trainen we in de flow van het werk. Ook dat geeft de mensen zelfvertrouwen en het comfort om hun werk goed te doen”. Om dit traject goed voor elkaar te krijgen, zijn de juiste componenten aanwezig. “De visie voor de toekomst van onze werknemers is er, de steun van de directie is er en de aanpak om de cultuur van de organisatie te transformeren naar een lerende organisatie is er ook”. En het mooie is, de eerste effecten van de aanpak zijn ook duidelijk zichtbaar. Steeneken; “We zijn nog druk bezig met het verder ontwikkelen en vooral geven van trainingen. Is er een incident geweest? Dan gaan we trainen! Blijkt dat mensen bepaalde kennis nog nodig hebben? Dan gaan we trainen! En alles in een omgeving waar je mag leren”. Van der Oost; “En met de steun die we binnen de organisatie krijgen, zien we een cultuur ontstaan waar dit echt werkt. Sterker nog, we laten zien dat dit geen geld kost, maar vooral oplevert. We zorgen voor goed getrainde en betrokken collega’s, dan volgt de optimale performance vanzelf op verschillende vlakken. En daar hebben onze klanten én Koole voordeel bij. Met zelfvertrouwen en kennis gaat alles efficiënter!” <
41
DE STAAT VAN VEILIGHEID <
De Staat van Veiligheid De Staat van de Veiligheid geeft een beeld van de inspanningen en bevindingen van zowel de toezichthouders via de monitoring BRZO+, als van majeure risicobedrijven via het jaarverslag van Veiligheid Voorop.
Sinds januari 2011 wordt deze Staat van de Veiligheid jaarlijks aan de Tweede Kamer aangeboden. De belangrijkste bevindingen:
> Veiligheidsprestaties Brzo bedrijven. • Het aantal zware ongevallen, meldingen van ongewone voorvallen en door de industrie gerapporteerde proces safety events voor Brzo bedrijven fluctueert enigszins en laat geen grote verbeteringen of verslechteringen zien ten opzichte van voorgaande jaren
42 november 2021
• In 2020 hebben geen zware ongevallen plaatsgevonden die aan de Europese Commissie zijn gemeld (MARS-meldingen), in tegenstelling tot 2019 met 3 meldingen • Rapportage van Veiligheid Voorop toont een daling van het aantal procesveiligheidsincidenten (process safety events) ten opzichte van 2019. De indicator voor incidenten met persoonlijke letsel en verzuim als gevolg toont ook een verlaging • In 2020 zijn in totaal 1836 ongewone voorvallen geregistreerd door de Inspectie Leefomgeving en Transport. Het grootste deel
‘
‘De meeste incidenten vonden plaats tijdens onderhoud/inspectie, opstart of het uit bedrijf nemen van de installatie’
Foto: NVDO
van de ongewone voorvallen betreft lekkages of emissies naar lucht, bodem of oppervlaktewater (56%), fakkelen (13%), (on) geplande installatiestops / onderhoud (10%) en brand (7%). In 2020 heeft 45% van de Brzo bedrijven een ongewoon voorval gemeld ten opzichte van 51% in 2019. Het aantal bedrijven dat geen melding deed is volgens het bevoegd gezag nog steeds te laag en ook is de kwaliteit van de meldingen onvoldoende
> Status Veiligheidsbeheersystemen Brzo bedrijven. • In totaal zijn 384 van de 407 Brzo bedrijven geïnspecteerd (94%) door het bevoegd gezag. Het percentage Brzo bedrijven dat in 2020 een overtreding heeft begaan (62%) ligt 5% lager dan in 2019 (67%) • Het aantal overtredingen is met ruim 6% gedaald van 813 in 2019 naar 761 in 2020. De afname is te zien in de categorieën van middelzware (van 217 naar 178) en zware overtredingen (van acht naar drie). Van alle geconstateerde overtredingen betrof 76% een lichte overtreding • Bij 77% van de geïnspecteerde bedrijven zijn geen (146) of alleen lichte (152) overtredingen geconstateerd
’
• Bij 22% van de geïnspecteerde bedrijven (83) zijn overtredingen van categorie 2 geconstateerd • Bij 1% van de bedrijven (3) zijn tenminste overtredingen in categorie 1 (zwaar) geconstateerd. Deze drie zware overtredingen zijn geconstateerd op het gebied van Maatregelen, Explosieveiligheid en Wabo/Milieu. Bij deze overtredingen is direct ingegrepen waarmee het onmiddellijke gevaar werd weggenomen • In relatie tot het aantal beoordelingen zijn de meeste overtredingen geconstateerd op de onderwerpen Explosieveiligheid en Maatregelen (om zware ongevallen te voorkomen). • Van de 62 inspecties die zijn uitgevoerd naar beheersmaatregelen tegen het overvullen van opslagtanks (PGS 29), bleek dat in vijftien bedrijven nog tekortkomingen werden geconstateerd. Na handhaving zijn bij 10 bedrijven de nodige verbetermaatregelen getroffen • Rapportage van Veiligheid Voorop laat stijgingen in positieve zin zien ten opzichte van 2019: de aansluitingsgraad bij Veiligheid Voorop, het aantal Brzo locaties dat heeft meegedaan aan de rapportage, betrokken leiderschap, het aantal uitgevoerde zelfbeoordelingen (Self Assessment Questionnaires), het aantal locaties dat het eigen Veiligheidsbeheer Systeem checkt en het aantal bedrijven dat gebruik maakt van een Leveranciers Beoordelingssysteem De Staat van de Veiligheid noemt een aantal beleidsvoornemens op basis van de gerapporteerde resultaten, waaronder een aanpassing van de Arbowet met betrekking tot overvulbescherming en initiatieven om het melden van ongewone voorvallen te verbeteren. <
43
VEILIG WERKEN <
Inspectie SZW: betere preventie van arbeidsongevallen is noodzakelijk Bedrijven kunnen nog steeds veel verbeteren waar het gaat om het voorkomen van arbeidsongevallen. Dat concludeert de Inspectie SZW in de Monitor arbeidsongevallen 2020 die afgelopen zomer is gepubliceerd.
44 november 2021
Vorig jaar zijn er 3655 arbeidsongevallen bij de Inspectie SZW gemeld. Er overleden 54 mensen als gevolg van een ongeval tijdens het werk. Door de verschillende lockdowns en het thuiswerken is het aantal ongevallen lager dan voorgaande jaren. Er vinden relatief veel ongevallen plaats in kleine bedrijven en in de sectoren afvalverwerking, bouw, industrie en landbouw, bosbouw en visserij. Dit zijn ook sectoren waar veel risicovol werk voorkomt. Jongeren tussen 15 en 24 jaar zijn betrekkelijk vaak slachtoffer van ongelukken tijdens het werk, evenals werknemers van 55 jaar en ouder. Daarnaast zijn uitzendkrachten relatief vaak slachtoffer. Ook in 2020 vonden veel ongevallen plaats waarbij slachtoffers vielen van hoogte of werkten met machines.
> Ernstige gevolgen. Bij de ongevallen met een machine was meestal sprake van contact met bewegende delen van een machine. Dit heeft vaak ernstige gevolgen. Bij een aanzienlijk deel van de slachtoffers is sprake van blijvend letsel, zoals amputatie van vingers of handen. Slachtoffers van machineongevallen waren in ongeveer de helft van de gevallen de machine aan het bedienen, de andere helft was bezig met schoonmaak of onderhoud. In dat laatste geval stond de machine vaak nog aan of standby, terwijl het slachtoffer dacht dat de machine uit stond. Veel voorkomende oorzaken van deze ongevallen zijn het betreden van de gevarenzone van de machine of mankementen aan de fysieke afscherming. In bijna de helft van de ongevallen was sprake van een combinatie van beide. Vallen van hoogte heeft meestal betrekking op vallen van een ladder, trapje of opstapje. > Gevaar van ladders. Belangrijke oorzaken van het vallen van een ladder zijn het verliezen van de balans of het ontbreken van voldoende maatregelen. Zo was de ladder in veel gevallen niet goed beveiligd tegen wegschuiven of inklappen of was de ladder niet goed neergezet. Net als bij machine-ongevallen wordt aan een combinatie van voorwaarden niet voldaan. Niet alleen werd er relatief vaak gewerkt op een ladder terwijl dit niet de bedoeling was, ook werd de ladder vaak niet veilig gebruikt. Slachtoffers die vallen van een dak, vloer of platform, lopen vaak ernstig letsel op. Vaak verloor het slachtoffer de balans bij het uitvoeren van een activiteit, gleed uit of struikelde. Ook ontbrak regelmatig de randbeveiliging. Vaak vallen zij van 2,5 meter of hoger. In een kwart van de bijna 100 ongevallen heeft dit geleid tot blijvend letsel bij het slachtoffer.
> Voorzorgsmaatregelen. Uit een analyse van de arbeidsongevallen in 2020 blijkt dat bedrijven diverse maatregelen hadden kunnen nemen die het risico op een ongeval kunnen beperken. Dat begint bij een goede inventarisatie van de gevaren op de werkvloer en een plan van aanpak om die te beperken of te vermijden: de zogenoemde Risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). Als het niet mogelijk is om maatregelen aan de bron te nemen, moeten bedrijven hun risico’s zoveel mogelijk beperken. Dit kan door een veilige inrichting van de arbeidsplaats en het gebruik van collectieve of persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals vangnetten of veiligheidsgordels. De analyses van ongevallen laten zien dat ook hier zaken fout gaan. Zo ontbreekt regelmatig goede dakrandbeveiliging of fysieke afscherming bij machines. <
45
Niet-Destructief Inspectie en
Services & Oplossingen + Niet destructief Onderzoek + Inspectie + Certificatie + Engineering & Consultancy + Pijpleiding Inspectie (nieuwbouw/ In-service) + Opslagtank Inspectie + Remote Visual Inspection + Stralingsbescherming + Ontwikkeling Ultrasone Tasters
Neem contact op: +31 (0)10 716 60 00
|
Zie meer info: applus.nl
Onderzoek, Certificatie oplossingen.
INNOVATIE <
Rijkswaterstaat werkt veiliger aan de weg met Go-Barry ‘Iedereen elke dag veilig thuis’ is een credo dat Rijkswaterstaat serieus meent. Met de GoBarry, een nieuwe, mobiele barrier, wordt de weg tijdens werkzaamheden nog veiliger voor weggebruikers én wegwerkers. Michèle Blom (directeur-generaal Rijkswaterstaat) nam, samen met initiatiefnemer Boskalis, dit innovatieve veiligheidsinstrument in gebruik.
Go-Barry Foto: O. de Koning
48 november 2021
“Ik ben trots op deze innovatie”, vertelt Michèle Blom, directeurgeneraal bij Rijkswaterstaat. “Zo zie je dat innovatie ook kan helpen om de veiligheid te bevorderen. Als Rijkswaterstaat willen we graag een vitale marktsector. Vitaliteit gaat alleen door te innoveren. Dus ik juich enorm toe dat bedrijven hierin investeren. En dat jonge mensen ook weten te enthousiasmeren om met ideeën te komen en die ook verder te ontwikkelen”.
> Smart Moving Traffic Barrier. De Go-Barry is een slimme mobiele barrier die zichzelf kan verplaatsen en daardoor flexibel en snel kan worden ingezet. De Go-Barry kan op een veilige locatie buiten het verkeer opgebouwd worden en door een operator op afstand worden bediend. Tijdens het verplaatsen behoudt de Go-Barry zijn volledige voertuigkerende functie. Daardoor kan de barrier in bijna alle gevallen de pionnen of geleidebakens vervangen, die nu nog regelmatig worden gebruikt bij kortere werkzaamheden.
> Innovatie in het werk. Het idee voor een mobiele barrier ontstond op de Houtribdijk, waar Boskalis in opdracht van Rijkswaterstaat de dijk versterkt. Het was daar vanwege hoge verkeersintensiteit en ecologische restricties niet mogelijk om traditionele barriers te plaatsen. Thijs Hagedoorn van Boskalis is toen gaan nadenken over mogelijke oplossingen. Rijkswaterstaat was vanaf het allereerste moment betrokken bij de ontwikkeling van de Go-Barry en dacht mee over de praktische toepasbaarheid ervan in het werk van Rijkswaterstaat.
‘
> Veiligheid voorop. De Go-Barry zorgt voor een fysieke barrière tussen weggebruikers en wegwerkers waarmee het gevaar van een aanrijding kan worden afgewend. De barrier kan een eventuele aanrijding detecteren, waarbij er automatisch een melding kan worden gedaan richting de hulpdiensten. Ook kan de Go-Barry bij een ongeval of calamiteit direct verplaatsen en daarmee ruimte bieden voor hulpdiensten. Dat is een groot voordeel ten opzichte van traditionele barriers, die nog steeds worden gebruikt bij langdurige wegwerkzaamheden. Deze zijn niet gemakkelijk verplaatsbaar en hinderen de doorstroming.
> Flexibel, snel en duurzaam. Met de Go-Barry kan voortaan een barrier worden ingezet die de doorstroming niet belemmert. De Go-Barry kan een rijstrook binnen 2 minuten dynamisch afzetten of vrijgeven. Zo kan er meteen ruimte aan de weggebruiker worden teruggegeven als er even niet gewerkt wordt. Ook kunnen werkzaamheden met de barrier gemakkelijker overdag worden uitgevoerd, wat zorgt voor tijdwinst. De flexibiliteit van de Go-Barry zorgt voor betere doorstroming en daarmee minder files en omrijdbewegingen. Hij is daarmee duurzamer dan traditionele barriers, ook omdat hij circulair wordt geproduceerd. De Go-Barry is als innovatie ondergebracht bij de start-up Travincy. Dit geeft alle aannemers de kans om gebruik te gaan maken van deze technologie. <
‘Praktijkproeven moeten aantonen of de Go-Barry aan de technische en veiligheidseisen voldoet’
’
49
OPGELEVERD <
Onderhoudsdashboard ADAPT Installaties Foto: BAM
Elk moment inzicht in de conditie
met onderhoudsdashboard Het onderhoudsdashboard ADAPT Installaties combineert data, technologie en domeinkennis en geeft real time de status van infra-assets weer. Storingen worden hierdoor voorkomen en het beheer verbetert, leggen Paul Brincker van BAM Infra en Dinant Schippers van Rijkswaterstaat (RWS) uit. “Je kunt het onderbuikgevoel nu hard maken”. Veel van de infra-assets in Nederland zijn op leeftijd en ervaren een hogere gebruikersintensiteit dan waarvoor ze ooit werden ontworpen. Real time inzicht in de staat van deze assets is daarom belangrijk. Daarnaast is er in de infrasector een tekort aan domeinkennis en technisch personeel. Een efficiënte inzet van domeinkennis en technici is dus gewenst. Het ADAPT-dashboard komt hieraan tegemoet.
hard aan gewerkt. Dat was ook een uitdaging, want die spreken elkaars taal in principe niet”. In het dashboard zijn extra alarmregels aangebracht om afwijkend gedrag in real time te signaleren, zoals een langzaam oplopende temperatuur. “Bovendien kun je het dashboard ook nog eens op afstand inzien op je pc of mobiele device”.
> Nieuwe wereld. De ontwikkeling van het dashboard kent een > Domeinkennis. In het dashboard worden asset-data verrijkt met relevante externe data, bijvoorbeeld van het KNMI of van het Landelijk Meetnet Water. Die gecombineerde data worden vertaald naar informatie die vervolgens met domeinkennis worden omgezet naar praktische inzichten waarmee een maintenance-engineer of -monteur aan de slag kan. Brincker; “Die domeinkennis is cruciaal. Een sluis levert miljoenen regels data per dag: wat gebruik je wel en wat niet. Daar hebben we met een multidisciplinair team met vakspecialisten, data-scientists, data-engineers en data-analisten
50 november 2021
lange voorgeschiedenis. “Toen ik zes jaar geleden bij Rijkswaterstaat in de wereld van de statische objecten terecht kwam was dat een hele nieuwe wereld voor mij”, vertelt Schippers die een achtergrond heeft in de productontwikkeling van rotating equipement. “Ik was gewend met sensoren en data-analyse om te gaan en op die manier assets te monitoren. Er werden hier wel data van bepaalde systemen opgeslagen, maar dat was vooral voor incidentenanalyse achteraf. Waarom gebruiken we dat niet voor performance- en conditiemeting, vroeg ik me af ”.
‘
> Kans. Brincker; “Ik kom – net als Dinant – ook uit de industrie
‘Met smart maintenance inspecteer je niet één keer per jaar, maar één keer per seconde’
’
> Meeliften. Vier jaar geleden kwam Schippers in contact met het Vitale Assets-programma dat zich binnen RWS richt op het ontwikkelen van data-gedreven voorspelbaar onderhoud. Hij kon met zijn ideeën over meten en monitoren meeliften op de ontwikkelingen bij het sluiscomplex Eefde (de toegangspoort tot het Twentekanaal), dat een grootscheepse renovatie en uitbreiding onderging. In de Proeftuin Eefde van Vitale Assets werkte RWS samen met diverse marktpartijen en samen deed men veel kennis en ervaring op rondom conditiemeting. “Maar toen de Proeftuin was afgerond viel dat wat stil, totdat Paul aanklopte. BAM Infra was betrokken bij de renovatie van Eefde en Paul zei ‘Delden en Hengelo zijn ook net gerenoveerd en er zijn veel data beschikbaar. Waarom ontwikkelen we geen dashboard?”.
en was al bekend met het toepassen van sensoren en data-analyse. Toen ik in 2019 in de infra terechtkwam dacht ik: wat is hier aan de hand? Ik zag veel data waar niets mee gebeurde, ik snapte er niets van. Maar ik zag het ook als een kans die paste bij de wens van BAM om data-gedreven Asset Management in de infra te ontwikkelen. Maar de infra is een voorzichtige sector en ik zocht iemand met dezelfde visie om stappen mee te maken. Dat was Dinant”.
> Multidisciplinair team. Met de net gerenoveerde objecten was een soort nul-situatie ontstaan en dus een prima uitgangspunt om te beginnen met monitoren. Brincker; “Tegelijkertijd was het ook spannend. We wisten dat het zou werken, maar we hadden nog geen bewijs, behalve het geleerde uit de proeftuin in Eefde. Het was nieuw allemaal en daarom zijn we klein begonnen, met veel overleg, met veel aanpassingen”. Er was een multidisciplinair team nodig om het dashboard te ontwikkelen, met data-deskundigen en met domeindeskundigen met kennis van het object en het Asset-Management-proces. Brincker; “In Eefde leerden we dat je klein moet beginnen vanuit een gelijkwaardige uitgangspositie. Vervolgens bouw je dat iteratief en stap voor stap uit”.
> Sceptici meekrijgen. Schippers; “We moesten alles vanaf het begin opbouwen en dan heb je weleens een kink in de kabel. Soms loop je in een ontwikkelproces tegen dingen aan die veel tijd kosten om uit te zoeken”. Brincker; “Hoe goed zijn de data? Dat wisten we niet toen we begonnen. De sluizen zijn gerenoveerd door dezelfde aannemer en de besturingssystemen zijn van dezelfde fabrikant. Toch bleek dat de temperatuur van een lager in Delden werd weergegeven als een gemiddelde en in Hengelo als een absolute waarde. Dat verwacht je niet”. > Draagvlak. Schippers; “Dat we die eerste maanden direct die drie storingen konden voorkomen was goed voor het draagvlak. Storingen bovendien die niet waren voorzien op het lijstje met gangbare storingen. Je loopt voor de muziek uit en moet sceptici meekrijgen. Je hebt elkaar nodig en je moet over grenzen durven stappen. Je moet open kaart durven spelen om vertrouwen op te >
Paul en Dinant Foto: BAM
51
in het object en kunnen we verbetervoorstellen doen. Dat levert nieuwe opdrachten op die je vervolgens door de data die je genereert ook direct kunt toetsen op werkbaarheid. En door dat inzicht kunnen we beter plannen en dat zorgt voor rust in de organisatie. Bovendien wordt het werk transparanter, omdat je samen met de opdrachtgever naar een oplossing toewerkt. De beste prestaties uit een asset halen over de hele levensduur, dat is het nieuwe doel”.
> Risicomanagement. Schippers; “Je kunt het ook gebruiken Real time inzicht Foto: BAM
>
bouwen. Je kunt experimenteren in een proeftuin, maar dat zegt nog niets over de acceptatie in de eigen organisatie. Je moet de mensen meenemen in het data-gedreven denken en samen durven innoveren. Onderhoud is per definitie conservatief en nieuwe dingen doen is dan lastig”. Brincker; “Goed communiceren, veel uitleggen en vertellen en voorbeelden laten zien. Je moet het ze zelf laten ervaren”. Ook het management moet erachter staan, zegt Schippers. “Zeggen dat je een data-gedreven organisatie wilt zijn is één ding, maar de stap van willen naar doen is best complex. Draagvlak bij het management is daarom cruciaal”.
> Iedereen dezelfde informatie. Het dashboard is cloud based en op elk device te openen. Het is laagdrempelig en snel toegankelijk voor de opdrachtgever, voor BAM en voor eventuele betrokken onderaannemers. Brincker; “Het is een centrale informatiebron. Iedereen in de keten ziet en werkt met dezelfde ‘waarheid’”. Schippers; “Dat is best belangrijk. Voorheen was er weleens discussie; nu bekijk je samen de data en neem je een beslissing. Je kunt het onderbuikgevoel hard maken”. Brincker; “Het verandert ook de manier van met elkaar omgaan. De subjectiviteit gaat eruit en er is meer interactie. We kunnen lezen en schrijven met elkaar, maar we houden elkaar wel scherp”. Schippers; “Je moet rolvast blijven, vanuit je positie en de organisatie waarvoor je werkt”. Daar komt bij dat andere aannemers zich ook beginnen te roeren rondom het onderwerp, zegt hij. “En dat stimuleren we ook”. > Ouderwets. Storingen verhelpen levert een aannemer door-
‘
gaans geld op. Een perverse prikkel en ook ouderwets kortetermijndenken, zegt Brincker. “Door de data krijgen we beter inzicht
om de performance te verbeteren. Als we de pompen van Eefde, Delden en Hengelo kunnen koppelen, kunnen we de waterhuishouding verder optimaliseren. Dat is dan weer gunstig voor het energieverbruik en zo is er dus ook een relatie met duurzaamheid. Er is ook een link met risicomanagement. Nu inspecteren we assets periodiek. Dat leidt tot een rapport en een advies waarmee de asset manager vervolgens aan de slag gaat. Met smart maintenance inspecteer je niet één keer per jaar, maar één keer per seconde. Je hebt elk moment inzicht in de conditie, waardoor er just-in-time onderhoud verricht kan worden. Dit vergroot de betrouwbaarheid en verlaagt de onderhoudskosten van de assets”.
> Tactisch en strategisch. Brincker; “Mijn wens is dat anderen dit ook oppakken en ermee aan de slag gaan. Van data naar info lukt de meesten wel, maar van info naar inzichten is al een stuk lastiger. Wij hebben een roadmap om dit verder te ontwikkelen. Het is nu vooral gericht op de dagelijkse operatie en de volgende stap is om ook richting tactisch en strategisch niveau te gaan”. Schippers; “Vanuit RWS willen we het gedachtengoed ook verder uitbreiden binnen de eigen organisatie en naar andere aannemers. We kijken of we de tool verder kunnen verrijken en slimmer maken, bijvoorbeeld door het combineren van meerdere databronnen”. Die eerste storing was overigens wel een spannende, licht Brincker nog toe. “We zagen een afwijking in de trillingsdata van een pomp, maar die kwam niet boven de door de machinefabrikant ingestelde alarmlijn. We moesten dus aan RWS vragen om het verkeer op het kanaal stil te leggen – een forse ingreep – met verder nul indicatie van wat er aan de hand was”. Toch werd dat gedaan en een duiker stelde later vast dat er een boomstronk in de pomp was terechtgekomen en muurvast zat. “Grotere schade aan de installatie en economische vervolgschade vanwege een gestremde vaarweg werd hierdoor voorkomen”. <
‘De beste prestaties uit een asset halen over de hele levensduur, dat is het nieuwe doel’
52 november 2021
Risicomanagement: eigenlijk niets nieuws Dagelijks managen we onze risico’s, zowel privé als op het werk. Zeker met kinderen ben je daar continu mee bezig, ook bij het sporten en het prioriteren en uitvoeren van klusjes in huis; we doen het allemaal, vaak geheel automatisch en we vinden het zo logisch, dat we er nauwelijks bij stilstaan. En als er dan eens iets onvoorziens optreedt, krijg je zo’n gevoel van ‘stom dat ik daar niet aan gedacht heb’.
GAST COLUMN <
Marleen Jekel
Bij het vaststellen, plannen en uitvoeren van werkzaamheden op je werk is het eigenlijk niet anders, alleen zijn er nog meer factoren om bij stil te staan. Denk bijvoorbeeld aan persoonlijke risico’s en veiligheid, maar ook bedrijfsrisico’s zoals financiële, continuïteit, kwaliteit en imago.
bewust in kaart hebt gebracht welke maatregelen je moet treffen om deze te voorkomen of, mochten ze toch optreden, de effecten ervan te verminderen. Je kan immers ook bewust besluiten bepaalde maatregelen níet te treffen, omdat de kosten te hoog zijn of de kans zodanig klein is, dat je bereid bent het risico te lopen.
Binnen een waterschap speelt risicomanagement een belangrijke rol. Misschien zijn de waterschappen van oudsher wel het meest ‘risico-bewuste’ en ‘risicomijdende’ overheidsorgaan. Zeker omdat iedereen erop vertrouwt dat een waterschap zorgt voor droge voeten en het gemeenschapsgeld goed besteedt. Het is daarom van belang om zicht te hebben op alle risico’s die zich manifesteren bij de uitvoering van de taken, de oorzaken van deze risico’s op te sporen, en daarbij passende maatregelen te treffen.
Ik ben ervan overtuigd dat risicomanagement een solide basis is voor onderhoud en in het verlengde daarvan Asset Management, maar de praktijk is lastig.
De definitie van risicomanagement is mijns inziens: een hulpmiddel om doelstellingen te realiseren en niet als doel op zich. Weten welke risico’s voor jou acceptabel zijn helpt om te bepalen: Wat kunnen wij bereiken met huidige middelen en wanneer zijn nieuwe middelen echt nodig? Het maakt een organisatie meer bewust van potentiële factoren en gebeurtenissen die het behalen van het gewenste resultaat in de weg staan. Zodat je daarop vroegtijdig kan en misschien zelfs móet anticiperen. Het goed uitvoeren van risicomanagement geeft jammer genoeg géén garantie dat negatieve gevolgen niet meer zullen optreden. Het geeft wel de zekerheid dat je van tevoren
Dagelijkse werkzaamheden/situaties leiden ons af van de analyses. Waarom lastig? Hoe hou je de risico’s in veranderende omstandigheden, intern en extern, actueel? Capaciteit om de analyses uit te voeren is krap en door dagelijkse ad-hoc werkzaamheden/verzoeken is het lastig om de focus op deze analyses actueel te houden. Bewuste aandacht en focus voor de kwaliteit van de gegevens en de analyses is een pré, die zich op termijn kan terug betalen. Als voorbeeld de lange(re) levertijden als gevolg van Corona, de schaarste in grondstoffen en arbeidskrapte. Natuurlijk hebben die invloed op bedrijfsrisico’s. Maar wie weet of het een tijdelijke situatie of een blijvende factor is? < Marleen Jekel Onderhoudsmanager Afvalwaterketen at Hoogheemraadschap van Rijnland
53
VEROUDERENDE ASSETS <
Hoe beheers je de risico’s van
verouderende assets?
Bij een aanzienlijk deel van de incidenten met gevaarlijke stoffen in de zware industrie speelt veroudering van de assets een rol. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzoekt hoe veroudering-gerelateerde ongevallen ontstaan en wat bedrijven kunnen doen om deze problemen voor te blijven. Voor dat laatste wil het RIVM een integrale aanpak ontwikkelen, waarin het samen met World Class Maintenance kijkt naar de mogelijkheden van smart solutions. De bedoeling is de resultaten eind 2021 in een wetenschappelijk artikel te publiceren.
©RIVM
Het is belangrijk dat bedrijven met het onderwerp veroudering aan de slag gaan. De Europese Seveso III-richtlijn over het voorkomen en beheersen van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen, benoemt specifiek de veroudering van assets, hoewel niet precies wordt omschreven wat bedrijven dan geacht worden te doen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil de kennis over veroudering verzamelen en verspreiden. Het RIVM geeft daar met de genoemde aanpak nu invulling aan. Rikkert Hansler van het Centrum Veiligheid van het RIVM; “Wij hopen dat bedrijven vervolgens met die kennis aan de slag gaan: holistisch en integraal. Die benadering is nog grotendeels nieuw”.
> Patronen zoeken. De Inspectie SZW doet elk jaar onderzoek bij Brzo-bedrijven naar incidenten met een meldingsplicht. Het RIVM
54 november 2021
gaat vervolgens in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid na wat de overeenkomsten en verschillen tussen de onderzochte incidenten zijn. Uitkomsten uit deze analyse kunnen inspectiediensten gebruiken voor hun inspectie- en handhavingsstrategieën. Bedrijven kunnen de inzichten gebruiken om de veiligheid te verbeteren. De resultaten van de incidentanalyses worden jaarlijks ook aan de Tweede Kamer gerapporteerd in de publicatie de Staat van de Veiligheid.
> Holistische aanpak. In 2019 verscheen een extra rapport dat de trends over de periode 2004-2018 in kaart bracht. In dit rapport werden 326 ongevallen met gevaarlijke stoffen onderzocht. Datzelfde rapport wordt nu onder de loep genomen, waarbij specifiek is gekeken naar de incidenten die (mede) veroorzaakt worden door
‘
‘Wij willen laten zien dat het belangrijk is dat er in alle lagen van een organisatie aandacht is voor het managen van de risico’s van veroudering’ materiaalveroudering. Dit betreft ongeveer een kwart van het totale aantal incidenten. Hansler; “We zijn op zoek gegaan naar patronen: welke dingen gaan vaak mis bij het ontstaan van deze incidenten en welke aanbevelingen kunnen we vervolgens doen om de veiligheid bij Brzo-bedrijven te verbeteren? Uiteindelijk moet hier een holistische aanpak uit ontstaan die alle lagen in een organisatie betrekt”.
’
dat bij ongeveer twee derde van de gevallen geen indicatie was dat er iets mis was. “Dit kan zijn doordat er geen inspectie plaatsvond, maar ook doordat de afwijking (in dit geval materiaaldegradatie) niet zichtbaar was, zoals bij corrosie onder isolatie. De afwijking werd dus niet opgemerkt en er werd niet op gereageerd”.
> Signaleren van aankomend falen. Er is dus ruimte om te > Vlinderdasmodel. Het RIVM hanteert een wetenschappelijk model voor incidentenanalyse. Dat model gaat uit van zes beschermingslagen (lines of defense - LoD) die zijn onderverdeeld in twee categorieën in een vlinderdasmodel: drie beschermingslagen aan de linkerzijde van de vlinderdas en drie aan de rechter, met in het midden het incident. Links staan de beschermingslagen voor het voorkomen van een incident, rechts de maatregelen om de gevolgen van een ongeval te beperken. De eerste beschermingslaag is procesbeheersing. Incidenten in deze categorie ontstaan door tekortkomingen in de reguliere procesbeheersing. De tweede LoD is herstel van afwijkingen: om incidenten te voorkomen moeten ontstane afwijkingen tijdig worden ontdekt en hersteld. LoD drie betreft noodbescherming. De drie LoD’s aan de rechterzijde van de vlinderdas zijn: beperking van de uitstroming, voorkoming van escalatie en persoonlijke bescherming en hulpverlening. Deze laatste drie vormden geen onderdeel van het aanvullende onderzoek naar de invloed van veroudering, omdat ze niet bij het ontstaan van een ongeval horen.
> Corrosie dominante oorzaak. Vooruitlopend op de publicatie kan Hansler alvast wat prijsgeven: ruim de helft van de veroudering-gerelateerde ongevallen heeft te maken met ontvlambare stoffen en de ongevallen vinden meestal plaats tijdens normale bedrijfsvoering. Van de verschillende typen veroudering is corrosie de dominante oorzaak (ongeveer 55% van de incidenten), gevolgd door vermoeiing (30%) en in mindere mate vibratie en erosie. Verder is onderzocht wat er precies mis ging. “We zien dat in de helft van de gevallen de beheersing van condities met betrekking tot materiaaldegradatie niet goed was. Het gaat dan mis, omdat bijvoorbeeld de inhoud van een leiding of de stroomsnelheid off spec is. In ruim een derde van de gevallen was er iets mis met het materiaal van het insluitsysteem, zoals een procesvat”. Ook bleek
verbeteren en het RIVM denkt dat slimme technologie een belangrijke rol kan spelen bij het signaleren van aankomend falen en daarmee incidenten kan helpen voorkomen. Met slimme sensoren kun je immers voortdurend meten en het is ook nog eens goedkoper dan fysieke, visuele inspecties. Via de VNCI kwam RIVM in contact met World Class Maintenance (WCM). Henk Akkermans, directeur van WCM schrijft mee aan de publicatie, waarbij hij vooral ingaat op de rol van smart sensoring en data-analyse, maar ook van awareness en effectieve besluitvorming. WCM heeft de kennis van smart solutions in asset management en maintenance en heeft de contacten met het bedrijfsleven. Hands-on, zoals ze hebben laten zien met het Corrosion under Insulation-project waar concrete producten uit zijn voortgekomen waar bedrijven praktisch mee aan de slag kunnen”. Hansler; “Wij willen laten zien dat het belangrijk is dat er in alle lagen van een organisatie aandacht is voor het managen van de risico’s van veroudering. Daarvoor moet je weten wat de gevaren en risico’s zijn, moeten de processen en controlemechanismen op orde zijn en beheersmaatregelen gedefinieerd zijn. Het instrumentarium dat je daarvoor gebruikt wordt ontworpen, geïnstalleerd, bediend en onderhouden door mensen, dus de interface daartussen moet kloppen. Het gaat ook over opleiden van je medewerkers en het hebben van voldoende mensen. Dat komt allemaal bij elkaar in je veiligheidsbeleid, dat je vervolgens concreet maakt in een veiligheidsbeheerssysteem dat door het management wordt Rikkert Hansler gedragen. In alle niveaus van een organiFoto: RIVM satie heb je er dus mee te maken”. <
55
SAFETY CULTURE LADDER <
Safety Culture Ladder trede 4
geen reden om te berusten Bijna het volledige Heijmans-bedrijfsonderdeel infra voldoet sinds juli 2021 aan alle eisen voor trede 4 op de Safety Culture Ladder (voorheen Veiligheidsladder). Programmamanager Veiligheid Werner van Eck geeft aan wat het bedrijf doet om de veiligheid naar een hoger plan te tillen.
Project Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl Foto: Heijmans
56 november 2021
“We staan hoog op de Safety Culture Ladder, maar dat gebeurt niet van vandaag op morgen. Al in 2013 zijn we gestart met een intern veiligheidsprogramma; GO! (Géén Ongevalen!) (zie kader GO!, red.) waarna veel vergelijkbare programma’s zijn gestart. Ons doel is om veiligheid in het DNA van de medewerkers te krijgen. We hebben daar consequent en structureel aandacht voor”, zegt Van Eck. Hij is als programmanager Veiligheid verantwoordelijk voor het veiligheidsprogramma GO! en afdelingsleider van veiligheid bij het bedrijfsonderdeel infra van Heijmans. In de beginjaren was de focus vooral instrumenteel en communicatief. “Als je veiligheid meer in het bewustzijn van werknemers wilt krijgen, helpt het om het onderwerp via diverse communicatiemiddelen te laten terugkomen. Het doel was om iedereen te laten zien, voelen en horen dat veiligheid ertoe doet binnen ons bedrijf. Met verschillende communicatiemiddelen zoals video’s, posters, banners, nieuwsbrieven kwam het thema voortdurend onder de aandacht zodat het automatisch ook sneller een gespreksonderwerp werd. Tegenwoordig communiceren we hierover nog steeds veel, maar zijn we als veiligheidsverantwoordelijken minder aan het zenden. Het eigenaarschap is toegenomen waardoor er meer initiatieven vanuit de organisatie zelf komen waardoor wij steeds meer een ondersteunende en coachende rol hebben”.
> GO! App. De GO!-app voor Heijmans medewerkers is een concreet en succesvol voorbeeld van een instrument dat acht jaar geleden werd geïntroduceerd en nog steeds wordt gebruikt. “In het begin was de applicatie niet veel meer dan een laagdrempelige manier om onveilige situaties te melden. Dit vanuit de overtuiging dat als je dit doet, je werkt aan een veiligere bouwplaats. Geleidelijk aan is de app steeds verder doorontwikkeld en uitgebreid tot wel vijftien tools. We hebben gemerkt dat de app de afgelopen jaren heeft geleid tot een enorme stijging van meldingen van potentieel risicovolle situaties waardoor we de veiligheid hebben kunnen verbeteren en beter van situaties kunnen leren”. > Leiderschap en gedrag. De laatste jaren is de focus qua veiligheid bij Heijmans opgeschoven richting leiderschap en gedrag. “We coachen de formele en informele managers zodat duidelijk is wat zij in hun rol kunnen doen om veiligheid te verbeteren. Ik ge-
‘
Werner van Eck Foto: Heijmans
bruik daarvoor wel eens het gezegde: ‘Het minimale gedrag dat je als leider laat zien, is het maximale gedrag dat je van je mensen kan verwachten’. Als onze formele en informele leiders veiligheid niet belangrijk maken in zowel woord als daad, dan gaat dat vliegwiel in de organisatie niet draaien. Je moet daarom juist zo sterk inzetten op leiderschap. Twee jaar geleden zijn we daarom gestart met het traject Leiders in Veiligheid. Daarin geven we trainingen die zijn gericht op veiligheidsleiderschapsontwikkeling. Zelfreflectie, jezelf kwetsbaar >
‘Het minimale gedrag dat je als leider laat zien is het maximale gedrag dat je van je mensen kan verwachten’ 57
Project MJO Westerscheldesluis Terneuzen Foto: Heijmans
>
durven opstellen, veiligheid bespreekbaar maken en het durven ‘nee’ zeggen tegen onveilige opdrachten zijn een aantal onderwerpen die aan bod komen. We zijn begonnen met het trainen van het middenkader (ongeveer 700 mensen) maar dit is inmiddels uitgebreid tot ongeveer 1300 mensen: van directie tot chef monteur, leiderschap tonen op veiligheidsgebied pakken we organisatiebreed aan”.
> Goed voorbeeld doet volgen. Bart Smolders, directievoorzitter Heijmans Infra, is hiervan een goed voorbeeld, vindt Van Eck. “Hij is heel erg veiligheids minded en laat dat niet alleen horen, maar ook zien. Hij wil dat iedereen elke dag weer veilig thuiskomt. Werknemers denken soms dat ze moeten kiezen tussen de diverse bedrijfswaarden die belangrijk zijn zoals duurzaamheid, ROI, integriteit, veiligheid, digitalisering,… Ze veronderstellen dat aandacht voor alle aspecten niet mogelijk is. De kracht van onze directievoorzitter is dat hij aangeeft dat veiligheid altijd in alle andere aspecten zit vervat waardoor een integrale aanpak noodzakelijk is. Als je focust op veiligheid, komt dit niet alleen de vreugde in het werk, maar ook de kwaliteit ten goede, er zijn minder faalkosten en de efficiëntie
‘
Project Schiphol Foto: Heijmans
neemt toe. Focus je op veiligheid, dan zullen andere belangrijke bedrijfswaarden eveneens positief evolueren. Door de komst van Bart is heel het directieteam erg geïnspireerd waardoor ook zij veiligheid weer verder uitdragen in hun eigen teams. Goed voorbeeld doet volgen. Dat is mooi om te zien”.
> Gesprek aangaan. Toch is het niet altijd even gemakkelijk en moet je NEE durven zeggen tegen onveilige situaties. Van Eck geeft een voorbeeld. “In de aanbestedingsfase van een renovatieproject aan een straat in Dordrecht liet de opdrachtgever verstaan dat doorstroming tijdens de renovatie noodzakelijk was. Op papier ideaal, maar in realiteit zou dit leiden tot een onveilige situatie door potentieel aanrijdgevaar. Als bedrijf kun je ervoor kiezen om niet in te gaan op deze tender – Je doet het veilig of je doet het niet. Een tweede optie is om de opdracht toch naar je toe proberen te halen – er moeten tenslotte euro’s worden verdiend. Vervolgens ga je het gesprek aan met de opdrachtgever. Uiteindelijk hebben we gekozen voor deze laatste optie en hebben we na enige noodzakelijke discussies en de inzet van andere verkeersmaatregelen de werkzaam-
‘Doel is een proactieve veiligheidscultuur waarin we samenwerken met zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers’ 58 november 2021
> Partners. Heijmans kijkt qua veiligheid ook buiten de bedrijfsmuren. Van Eck; “Ons motto is dan ook, we werken veilig of we werken niet. Ons doel is een proactieve veiligheidscultuur waarin we samenwerken met zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers. Op dit moment merken we dat deze veiligheidscultuur nog niet altijd intrinsiek ingebakken is in de cultuur en organisatie van onderaannemers maar dat velen wel grote stappen maken. Wanneer bedrijven niet mee-evolueren, zullen we mogelijk geen zaken meer met hen doen. Dit is een logisch gevolg van onze filosofie. Als onze managers zeggen dat ze staan voor veiligheid, moeten ze ook in hun selectie van samenwerkingspartner daad bij het woord voegen en kiezen voor partners die de veiligheid op orde hebben, ook al zijn ze mogelijk duurder dan andere partijen. Doen ze dit niet, dan worden ze heel snel als onbetrouwbaar gezien en verliezen ze geloofwaardigheid ten aanzien van externen, maar ook binnen de eigen organisatie”.
> Toekomstplannen. Van Eck ziet dat veel partners verbeteren, maar ziet ook nog verbeteringen bij Heijmans zelf. “We hebben bij Heijmans een aantal doelstellingen geformuleerd: Tegen 2023 willen we concern breed trede 4 gecertificeerd zijn. Veiligheid moet nog meer in het DNA van onze medewerkers komen en ook een aantal kwantitatieve doelstellingen hebben we opgesteld met betrekking tot het aantal ongevallen”. Om dit te kunnen realiseren legt het bedrijf de focus op vier pijlers. “Onder de eerste pijler willen we ervoor zorgen dat GO! (lees veiligheid) echt onderdeel wordt van onze Heijmans identiteit. Als tweede pijler zetten we in op het verder ontwikkelen van het veiligheidsleiderschap”.
GO! 2020-2023 GO! 2020-2023 Ontwikkelen van proactief leiderschap Ontwikkelen van proactief leiderschap ▼ Ontwikkeling van gewenst veiligheidsgedrag. Door trainingen, cursussen en coaching. En door het delen van voorbeelden en leren van elkaar.
GO! KOMPAS TRAININGEN JOUW ROL IN VEILIGHEID
Ontwikkeling van veiligheidsLEIDERS gewenst IN gedrag. Door trainingen, VEILIGHEID cursussen en coaching. ONTWIKKELING PROEn door het delen van ACTIEF LEIDERSCHAP voorbeelden en leren van elkaar.
Opleidingen WERVING & en Selectie SELECTIE
Integratie van jouw rol in GO! in de volledige HR-cyclus.
GO! KOMPAS TRAININGEN BEOORDELING JOUW ROL IN VEILIGHEID
ONBOARDING ONTWIKKELING PROACTIEF LEIDERSCHAP
▼
MAAK VEILIGHEID BELANGRIJK
DEEL JOUW VERHAAL EN NODIG UITMAAK VEILIGHEID BELANGRIJK
INTEGRATIE IN OPLEIDINGEN
INTEGRATIE IN OPLEIDINGEN
ZOALS PROJECTMANAGEMENT & HLM
ZOALS PROJECTMANAGEMENT & HLM
BEOORDELING
HR CYCLUS
PRAAT OVER VEILIGHEIDACTIEVE ROL MANAGEMENT
ACTIEVE ROL MANAGEMENT
▼
LEIDERS IN VEILIGHEID
PRAAT OVER VEILIGHEID
▼
VOORTGANG
Opleidingen & trainingen voor risicovolle werkzaamheden.
DEEL JOUW VERHAAL EN NODIG ONTWIKKELING UIT
VOORTGANG
▼
voorbeeld van veiligheidsleiderschap in onderhoud. “De afdeling Asset Management heeft vaak grote projecten onder hun hoede waar gepland onderhoud met de bijbehorende veiligheidsprocedures tot in detail worden voorbereid. Daarnaast duiken er bij elk project onverwachte situaties op. Ook daarop moet je adequaat kunnen anticiperen. Leiderschap tonen betekent in dat geval je organisatie voldoende voorbereiden en equiperen om ook - of misschien juist - in onverwachte situaties veilig te kunnen handelen. Dit doe je door trainen, coachen, hen de juiste middelen en kennis bieden, maar ook door aan te geven dat wie onveilige situaties tegenkomt aan de bel moet trekken. Bij grote projecten gaat dit doorgaans goed, bij kleinere kortcyclische projecten is er soms nog verbetering mogelijk. Bij het oplossen van storingen langs snelwegen wordt van een servicemonteur verwacht dat hij zijn busje op de vluchtstrook parkeert. Dit kan leiden tot een onveilige situatie. Als dit zo is, is het de taak van de monteur om de werkzaamheden te stoppen en aan te geven dat hij het werk op deze manier niet veilig kan uitvoeren. We komen uit een cultuur waarbij je gewoon moest doen wat van je wordt verwacht, maar we evolueren naar een cultuur waarbij er ruimte is voor gesprek en verandering. Vooraf meer tijd nemen om stil te staan bij de risico’s die deze projecten met zich mee kunnen brengen, is vaak al een deel van de oplossing. Gelukkig gebeurt dit steeds vaker”.
ROADMAP
▼
> Kortcyclische onderhoudsprojecten. Van Eck geeft een
ROADMAP
▼
heden veilig uitgevoerd. We willen niet meer wegkijken. Zodra we het gevoel hebben dat iets niet langer veilig is, moet je het gesprek aangaan en zoeken naar een andere oplossing. Dat is ook een vorm van NEE zeggen. Nee, ik doe het anders. Tussen commercie en veiligheid wordt helaas nog steeds een spanningsveld ervaren. Uiteindelijk moeten we ernaar toe dat we “veilig” geld willen verdienen”.
GO! (momenten) opnemen in standaard werkwijze GO! in ieder overleg, in doelstellingen, rapportages en budgetten.
Stakeholders verbinden aan GO!
Stakeholders verbinden aan GO!
TENDER
▼ WERKSESSIES MET ONDERAANNEMERS EN LEVERANCIERS
OPDRACHTGEVERS BEWUSTWORDING VAN HUN ROL
WERKSESSIES MET ONDERAANNEMERS EN LEVERANCIERS
OPDRACHTGEVERS
ONTWERP
BEWUSTWORDING VAN HUN ROL
▼ STOP & GO
GO! kompas
NEEM TIJD VOOR VEILIGHEID
GO! kompas VOORBEREIDING
GO! ALS ONDERDEEL VAN DE HEIJMANS IDENTITEIT
▼ GO! ALS ONDERDEEL VAN DE HEIJMANS UITVOERING IDENTITEIT
ONZE AFSPRAKEN EN JOUW ROL IN VEILIGHEID.
ONZE AFSPRAKEN EN JOUW ROL IN VEILIGHEID.
Workshops per functiegroep over de rol van veiligheid in de interne keten.
▼
ONDERWIJS
GC
ONDERWIJS
GC
VEILIGHEID IN HET MBO, HBO EN WO
VEILIGHEID IN DE BOUW
VEILIGHEID IN HET MBO, HBO EN WO
VEILIGHEID IN DE BOUW
ONDERHOUD
Leren van incidenten en (on)veilige situaties.
Meer informatie? www.geenongevallen.nl
Meer informatie? GO! Roadmap 2020-2023 www.geenongevallen.nl
Leren en (on)v
Foto: Heijmans
Focus op GO! in de keten is pijler nummer drie. “We willen veiligheid naar zowel de opdrachtgever, onderaannemer als naar de toekomstige generatie verder uitdragen zodat het veiligheidsbewustzijn stijgt.” De laatste pijler is GO! implementeren in de organisatieprocessen. “We willen veiligheid nog meer integreren in onze routines die we dagelijks uitvoeren. Als de afdeling HR bijvoorbeeld een nieuwe medewerker in dienst neemt, zouden we al moeten weten wat het intrinsieke veiligheidsniveau is van de kandidaat werknemer. Met diverse projecten willen we uiteindelijk bereiken dat veiligheid volledig is geïntegreerd in de bedrijfsprocessen en dat het een vanzelfsprekendheid wordt bij alle medewerkers. Zover zijn we nog niet, maar we zetten elke dag stappen in die richting”. <
GO! Het Heijmans brede GO! (Géén Ongevallen) programma bestaat sinds 2013 en focust zich op het ontwikkelen van proactief veiligheidsgedrag. Veilig werken gaat niet alleen over techniek en systemen maar ook over hoe werknemers zich gedragen en met elkaar omgaan. De afspraak bij Heijmans luidt: Laat je horen, kijk nooit weg, nodig anderen uit en blijf verbeteren.
59
STUREN OP RATIOS <
Sturen we wel voldoende op ratio?
Foto: Mainnovation
Als een leverancier aangeeft dat de printplaten van een besturingskast elke vijf jaar vervangen moeten worden, zijn we geneigd dat op te volgen. Als productie moppert over haperingen, gaan we zorgen dat we dit zo snel mogelijk oplossen. Dat voelt dan wellicht als het juiste besluit, maar ìs dat het ook? Storingen, haperingen, downtime, productieverlies, veiligheidsissues. De gemiddelde onderhouds-afdeling wil dergelijke incidenten ofwel voorkomen, ofwel zo snel mogelijk oplossen. Logisch want dit is in het belang van het bedrijf en de voortgang van het werk. Collega’s die werken met deze assets, moeten immers gewoon hun werk kunnen doen. Dus: mouwen opstropen en sleutelen met het risico dat je veel geld weggooit.
> Onnodige uitgaven. “Ja echt, geld weggooien”. Nico Groen herhaalt deze woorden nog maar eens. “En je hebt het niet eens in de gaten, omdat je onvoldoende stilstaat bij het ‘waarom’ van bepaalde beslissingen. We gaan te vaak voorbij aan de achterliggende waaromvraag”. Groen is directeur van Traduco, a Mainnovation company. Het is zijn vak om de uitvoering van onderhoud en Asset Management kritisch tegen het licht te houden om verbeteringen te kunnen doorvoeren. Wat is het optimale vervangingsmoment? Welke risico’s zijn onacceptabel en zijn er wellicht ook acceptabele risico’s? Hoe is je inspectiefrequentie en is deze echt efficiënt? “We zien regelmatig dat bedrijven onnodige uitgaven doen op basis van emotie, gewoonte of aanwijzingen van derden, terwijl je eigenlijk wil sturen op ratio”. > Op basis van ratio. Bij ratio gaat het over kennis. “Je wilt op basis van feiten beslissingen kunnen nemen, dat spreekt voor zich”, legt Groen uit. “Een advies van een leverancier zou je als feit kunnen beschouwen, maar daar zit ‘m de crux: hij heeft een ander uitgangs-
60 november 2021
punt”. Neem bijvoorbeeld een leverancier van besturingskasten. Hij is erbij gebaat dat deze besturingskasten doen wat ze moeten doen. De printplaten zijn een essentieel onderdeel van deze asset. De leverancier geeft dus het advies mee om de printplaten elke vijf jaar te vervangen. Hij heeft echter niet altijd inzicht in de wijze waarop de besturingskasten het (primaire) proces beïnvloeden. De kans is groot dat hij een te ruime veiligheidsmarge hanteert (breakdown is dan nog zo goed als nihil) om alle kans op falen te voorkomen en misschien zit er ook een handel opportunity in. Groen; “Als je weet waaròm de printplaten op enig moment vervangen moeten worden, kun je maatregelen nemen om dat vervangingsmoment uit te stellen. In dit geval zijn stof, vocht en warmte de grote boosdoeners. Vind je een goedkopere manier om de printplaten hiertegen te beschermen, dan kun je beter investeren in deze maatregelen in plaats van in de aanschaf van nieuwe, kostbare printplaten”.
> Het begint met inzicht. Dit voorbeeld is geen incident. “Onlangs ontdekten we bij een bedrijf dat de levensduur van hun materieel eigenlijk drie keer zo lang was dan zij hanteerden. Er waren dus onderdelen vervangen die drie keer zo lang mee hadden kunnen gaan. Er werd gewoon geld weggegooid, omdat niet op ratio werd gestuurd”, aldus Groen. Wie dit wil voorkomen, moet informatie verzamelen. Het begint met inzicht in de meest kritische assets. Welke assets als ‘meest kritisch’ kunnen worden bestempeld, is afhankelijk van je bedrijfsdoelstelling en de vertaling hiervan voor onderhoud en
‘
‘Welke assets als ‘meest kritisch’ kunnen worden bestempeld, is afhankelijk van je bedrijfsdoelstelling en de vertaling hiervan voor onderhoud en Asset Management’ Asset Management. Moet je sturen op uptime of kostenreductie? Het is ook afhankelijk van de behoefte om risico’s te elimineren en om waarde te creëren. Uiteraard staat het waarborgen van de veiligheid altijd bovenaan, dus veiligheidsrisico’s moeten altijd worden ondervangen. Maar ook verduurzamen kan een bedrijfsdoelstelling zijn die van invloed is op de beslissingen die je over je assets wilt nemen.
> Het grote geheim. Wie nu denkt dat een gemiddelde FMECA matrix dit wel opvangt, komt bedrogen uit. De SHEQ aspecten, productieverlies en breakdown elementen kunnen verwerkt worden, maar verder zijn de mogelijkheden beperkt. Groen; “Weet je wat het grote geheim is van een goede risicoanalyse? Dat je vrij bent om je eigen risico’s te benoemen en te classificeren. Je wilt je niet laten leiden door een onderhoudsschema van de leverancier. Je wilt niet een duur element klakkeloos vervangen omdat erover wordt geklaagd. Met een goede risicoanalyse kun je op zoek naar de oorzaak van een bepaald risico – blijf die waaromvraag stellen – en heel effectief maatregelen nemen”. Om risico’s te kunnen benoemen is het belangrijk om te redeneren vanuit de functie van de asset. Groen; “Wanneer kan je asset zijn functie, zijn belangrijkste taak, niet meer vervullen en wat moet je doen om dit falen te voorkomen? In andere woorden: welke risico’s
’
zijn verbonden aan je kritische assets? En wat is de impact op je bedrijfsdoelstelling? Anders gezegd: waar ligt de focus om waarde te creëren? Door risico’s te elimineren, kun je immers waarde creëren”.
> Gebalanceerd onderhoudsplan. De essentie van goed onderhoud en Asset Management is ervoor zorgen dat assets, gedurende hun levenscyclus, de juiste technische beschikbaarheid halen, voldoen aan alle compliance eisen en dat tegen acceptabele onderhoudskosten. Een gebalanceerd preventief en predictief onderhoudsplan legt hiervoor de basis. Maar doordat marktsituaties, omgevingseisen en bedrijfsdoelen voortdurend wijzigen, is het aanscherpen van dit preventief onderhoudsplan een continu verbeterproces. Om het juiste evenwicht vast te stellen voor elke asset of installatie, ontwikkelde Traduco jaren geleden AMprover. Groen; “AMprover importeert de objectstructuur uit het EAM systeem en helpt bij het bepalen van de meest kritische elementen en het vaststellen van de belangrijkste faalmechanismen. Vervolgens kun je de risico’s afwegen en de verschillende alternatieven doorrekenen. Op deze manier sturen we op ratio en niet op emotie en gevoel en daarmee creëer je de meeste waarde voor je bedrijf ”. <
AMprover 5.0 AMprover is vernieuwd. Deze gebruiksvriendelijke, webbased software tool is nu in lijn met Mainnovations VDMXL methodologie, wat staat voor Value Driven Maintenance & Asset Management. Door eerst te bepalen hoe met onderhoud waarde kan worden gecreëerd, kan de criticality ranking nog beter worden afgestemd op de bedrijfsdoelstelling. Andere krachtige voordelen zijn:
Foto: Mainnovation
• AMprover is ontwikkeld op basis van jarenlange ervaring in en kennis over de wereld van onderhoud en Asset Management • AMprover is een alles in één Asset Performance Management oplossing voor al uw reliability analyses. Maak zelf de vertaal slag naar levensduurvraagstukken en meer kosteninzicht
61
WET- EN REGELGEVING <
Foto: NVDO
Hoofdlijnennota
Arbovisie 2040 Goed arbobeleid zorgt ervoor dat mensen gezond en veilig kunnen werken. In de afgelopen jaren zijn er door werkgevers, brancheorganisaties en overheden veel stappen gezet om dit arbobeleid zo goed mogelijk in te richten. Maar sommige problemen zijn nog niet opgelost. Zo overlijden er in Nederland nog jaarlijks 4100 mensen als gevolg van blootstelling aan belastende factoren op het werk. Ook komen er continu nieuwe uitdagingen op ons af. De arbeidsmarkt flexibiliseert, de pensioenleeftijd wordt hoger, technologieën worden in razendsnel tempo ontwikkeld en werknemers ondervinden verschillende fysieke en mentale klachten als gevolg van hun werk.
> Gezond en veilig werken, nu en in de toekomst. Het is belangrijk om goed voorbereid te zijn op al deze en toekomstige ontwikkelingen. Want samen kunnen we ervoor zorgen dat we zo gezond en veilig mogelijk kunnen blijven werken, nu én in de toekomst. Hierbij stellen we onszelf een aantal belangrijke vragen, zoals: hoe gaan deze ontwikkelingen zich voortzetten de komende jaren? Wat is nodig voor een nieuwe aanpak en hoe moet die er eigenlijk over
62 november 2021
twintig jaar uitzien? En welke rollen spelen de overheid, werkgevers en werknemers de komende jaren in deze ontwikkelingen?
> In gesprek met Nederlanders. Om deze vragen te beantwoorden, is het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een traject gestart: Arbovisie 2040. Door een open dialoog aan te gaan met zoveel mogelijk partners, werkgevers en werknemers, wordt een visie ontwikkeld op het arbobeleid van de Nederlandse overheid voor de komende jaren. Het uiteindelijke doel van dit beleid is om ervoor te zorgen dat Nederlanders zo gezond en veilig mogelijk kunnen blijven werken in een arbeidsmarkt die continu in beweging is.
‘ ’
‘Goede arbeidsomstandigheden zijn een belangrijke voorwaarde voor een gezonde en werkende Beroepsbevolking’
> Hoofdlijnen. In de Arbovisie 2040 worden zeven hoofdlijnen
> Impact trends op veilig en gezond werken. Het ministerie
voor het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van werkenden geformuleerd: 1. meer focus op preventie 2. meer mogelijkheden voor eigen regie voor werkenden 3. structureel aandacht voor de factor arbeid in de reguliere zorg 4. verbetering in de naleving van de wet- en regelgeving 5. een flexibel en adaptief arbostelsel en arbobeleid 6. een verbeterde kennisinfrastructuur en implementatie van kennis over preventie in de praktijk 7. een passende en effectieve verantwoordelijkheidsverdeling
van SZW heeft samen met TNO en RIVM gekeken naar welke trends en ontwikkelingen mogelijk een rol gaan spelen en impact kunnen hebben op veilig en gezond werken in de toekomst. Met de blik op 2050 is gekeken waar werkgevers en werknemers rekening mee moeten houden. Er zijn ontwikkelingen geïnventariseerd die waarschijnlijk zullen plaatsvinden en die van invloed zullen zijn op gezond en veilig werken. Het gaat om ontwikkelingen die betrekking hebben op werkenden, de werkorganisatie en maatschappelijke en technologische ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de arbeidsmarkt. Kunstmatige intelligentie en informatiestress/ technostress komen als meest reëel en invloedrijk naar voren, gevolgd door de 24/7 economie, nieuwe (duurzame) energie, flexibel werken en robotisering. Over een aantal decennia zal ons werk er anders uitzien. Verdergaande robotisering zal hierbij een belangrijke rol spelen. Robots nemen steeds vaker zware of juist repeterende werkzaamheden over en maken werk efficiënter. Dit is een kans, maar brengt ook eigen, nieuwe risico’s voor de gezondheid met zich mee. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met demografische en technologische ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen kunnen (nieuwe) arbeidsrisico’s opleveren, die tijdig gesignaleerd moeten worden om adequaat te kunnen reageren. Het arbobeleid moet efficiënt kunnen inspelen op deze en andere toekomstige ontwikkelingen. Daarbij hoort het uitvoeren van periodieke inventarisaties gericht op het in beeld brengen van nieuwe arbeidsrisico’s, van nieuwe (kennis)ontwikkelingen en het verspreiden van nieuwe preventieve toepassingen. <
Op basis van de gesprekken met de stakeholders en de analyse van (wetenschappelijke) rapporten, studies, cijfers en ontwikkelingen is onderstaande visie opgesteld. In 2040 is werken goed voor de gezondheid en het welbevinden van de beroepsbevolking en daarmee ook voor de productiviteit, de economie en de kwaliteit van leven in Nederland. Ofwel: we kunnen zeggen ‘werken is gezond’ en de belasting en belastbaarheid van werkenden is meer in balans. Werkgevers, werkenden, de overheid, opdrachtgevers en andere spelers werken ieder vanuit hun eigen rol aan de maatschappelijke opgave van een duurzaam inzetbare beroepsbevolking. Daarmee wordt bijgedragen aan de productiviteit van bedrijven, de volksgezondheid en het beheersbaar houden van de (maatschappelijke) kosten die voortvloeien uit arbeidsgerelateerde aandoeningen. Nederland biedt een goed klimaat voor gezond en veilig werken.
63
CursusKalender Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de maintenance academy op www.nvdo.nl
30 november, 1 december; Praktijkgericht Risicomanagement voor Beheer en Onderhoud van Assets Onderhoudsmedewerkers worden vaak betrokken bij risicoanalyses binnen analysemethodieken zoals RCM en FMECA. Hierin wordt gebruik gemaakt van risicomatrices en worden risicoprofielen opgesteld van technische componenten binnen de installaties. Veelal resulteert dit in keuzes ten aanzien van onderhoudsstrategieën.
Doel
Door het toepassen van risicomanagement op praktijkgerichte vraagstukken wordt niet alleen de kennis overgebracht, maar leert men ook wat de impact is van de methodiek voor uw organisatie. Ook wordt duidelijk wat de verhouding is tussen de kosten en de opbrengsten bij het implementeren van de risicomanagement.
Onderwerpen
Deze cursus stelt u in staat om risicomanagement voor beheer en onderhoud toe te passen gedurende de gehele levenscyclus van een technische installatie.
• Kader van risicomanagement • Gebruik van risicomatrices • Gebruik van risicogetallen • Toepassen van kosteneffectiviteit • Werken met scenario’s en tools • Uitvoeren van risicoanalys • Interpreteren en communiceren van resultaten • Realiseren van risicobewust denken, organisatiebreed
3 december; ISO 55000 Strategisch Gebouwbeheer De NVDO cursus “ISO 55000 Strategisch Gebouwbeheer” geeft deelnemers waardevol inzicht in de wereldwijde normering. Je maakt kennis met de inhoud en heeft aan het eind van de dag een helder en compleet inzicht in de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft. Hierbij wordt dieper ingegaan op de toepassing van ISO 55000 bij strategisch gebouwbeheer. Let op: de training gaat specifiek in op de ISO 55000 serie en behandelt slechts in hoofdlijnen het vakgebied van Asset Management, met als doel de norm te verduidelijken. ISO 55000 is een internationale norm die de eisen voor het ontwikkelen, implementeren, onderhouden en verbeteren van een managementsysteem voor Asset Management specificeert. De norm specificeert welke elementen in een Asset Managementsysteem zouden moeten voorkomen en hoe deze met elkaar verbonden zijn. De invulling daarvan is aan de organisatie zelf.
64 november 2021
Doel
Deelnemers hebben na deze eendaagse training inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de ISO 55000 en kennen de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft. Ze kunnen deze kennis inzetten voor vastgoedsturing en strategisch gebouwbeheer in hun eigen organisatie.
Onderwerpen
• Wat is ISO 55000 en hoe draagt het bij aan goed Asset Management als het gaat om Gebouwbeheer op strategisch niveau • De relatie tussen ISO 55000 en andere management systemen • Basisvereisten van een Asset Management Systeem • Toepassen van de norm voor strategisch gebouwbeheer en vastgoedsturing • Asset Management in combinatie met Verantwoord Ondernemen • Aansluiting ISO 55000 op bestaande ontwikkelingen binnen de vastgoedsector als NTA 8026, NEN2767 en BIM Nota bene: Bij deelname aan deze eendaagse ISO 55000 cursus is uiteraard de norm deel I inbegrepen!
25/26 januari; Maintenance Engineering in de Praktijk De Maintenance Engineer moet snel kunnen schakelen tussen de details van de dagelijkse problemen en beschikt over een helikopterview om een compleet overzicht van die gesignaleerde problemen te krijgen. Tenslotte moet hij zijn voorstellen voor eventuele oplossingen duidelijk en overtuigend kunnen presenteren. De taak van de maintenance engineer is om verstoringen in het productieproces en het onderhoudsproces te herkennen, te elimineren en vooral te voorkomen. Daartoe is er veel samenwerking nodig met andere bedrijfsfuncties.
Doel
Het doel van deze cursus is om de (toekomstige) maintenance engineer in zijn dagelijkse werk een goede ondersteuning te bieden.
Onderwerpen
Dag 1 • De plaats en functie maintenance engineering in de organisatie • Het takenpakket van de maintenance engineer • De relatie tussen de onderhouds- en productiefunctie • Het afstemmen van productie- en onderhoudsdoelstellingen • De kern van maintenance engineering: borgen en verbeteren van de prestatie van produktiemiddelen • De gereedschapskist van de maintenance engineer • Het analyseren en reduceren van storingen • Het opstellen van verbeterplannen Dag 2 • Het doel en het ontwerpen van onderhoudsconcepten • Van onderhoudsconcept naar onderhoudsbeheersing • Praktijkvoorbeelden onderhoudsconcept • Het invoeren van onderhoudsconcepten in de eigen organisatie • Het borgen en bijsturen van onderhoudsconcepten in de praktijk • De invloed van onderhoudsconcepten op het bedrijfsresultaat • De effectiviteit en de efficiëntie van de maintenance engineer
10,11 februari; Operational Excellence in Onderhoudsmanagement De term “Operational Excellence” staat van origine voor het zo efficiënt mogelijk aanbieden van een product of dienst. Tegenwoordig is het een fundamenteel onderdeel van goed presterende organisaties. Bedrijven hebben door de jaren heen al in detail uitgewerkt hoe ze hun productieproces “operational excellent” moeten inrichten. Onderhoudsprocessen vragen echter een geheel eigen benadering. De principes zijn dezelfde, de uitwerking is soms totaal anders dan bij productieprocessen.
Doel
Na het volgen van de cursus “Operational Excellence in Onderhoudsmanagement” kent de cursist het totaalmodel van operational excellence in onderhoud en heeft hij of zij een basis om verder te kunnen werken aan het opzetten van een Operational Excellence binnen zijn onderhoudsorganisatie.
Onderwerpen
• De geschiedenis en de basisprincipes van Operational Excellence • Het verband tussen Lean, TPM en Asset Management • Een totaalmodel voor Operational Excellence in onderhoud Een aantal onderwerpen uit het model: • Afstemmen van het onderhoud op de bedrijfsstrategie, budgettering en KPI’s • Organisatiestructuur • Preventief onderhoud • Autonoom onderhoud • Werkstroombeheersing • Competentiemanagement • Informatiebeheer • Reservedelenbeheer • Cultuur, verandermanagement en implementatie • Continue verbetering
65
ISO 55000; van nut voor elke organisatie Onze maatschappij verandert snel. Nieuwe onderwerpen komen in toenemende mate hoog op de agenda. Of het hierbij gaat om broeikasgas, stikstofuitstoot, grafietregens, stroomstoringen of een dalende bodem door gaswinning. Wie is eigenlijk verantwoordelijk voor de ontstane schade? In de laatste jaren wordt steeds meer een verantwoordelijke partij gezocht als het gaat om het afdekken van deze ongewenste gebeurtenissen. Bovenstaande risico’s zijn er niet opeens en zeker niet nieuw. De aardbevingen zijn al enige jaren bekend, een stroomstoring is ook niet nieuw. Als asset eigenaar dien je dan ook voorbereid te zijn op dergelijke omstandigheden en antwoord te kunnen geven op de volgende twee vragen: • Is van tevoren nagedacht over de consequenties van handelen/ omstandigheden? (met andere woorden: is er een risicoanalyse uitgevoerd?) • Zijn de door de eigen organisatie ontwikkelde beheersmaatregelen ook opgevolgd? Van asset eigenaren wordt verwacht dat ze hier zelf proactief mee bezig zijn. De beoordeling of een asseteigenaar hier voldoende op geacteerd heeft, wordt achteraf pas gegeven, soms in de rechtszaal.
Processen zijn een oplossing Het is goed om na te denken over de wijze waarop de bedrijfsvoering van de organisatie is ingericht en aansluit op de verwachtin-
66 november 2021
gen, die ook de maatschappij stelt. Om dit nieuwe denkbeeld, paradigma, invulling te geven, is op initiatief van de NVDO en vanuit het bedrijfsleven, de overheden en verschillende adviesbureaus de Asset Management norm ISO 55000 opgezet. In deze norm wordt helder uiteengezet op welke wijze invulling gegeven kan en dient te worden aan het beheer van kapitaalintensieve installaties, assets. Hoe bepaal je de waarde van deze assets, hoe inventariseer je de risico’s rondom die assets. Hoe ver moet je gaan om aansluiting te vinden bij de verwachtingen uit de maatschappij? De ISO 55000 is hierbij een managementmodel waarbij invulling gegeven moet worden om de organisatie van strategisch niveau naar tactisch en operationeel niveau, van projectorganisatie, onderhoudsorganisatie als gebruiksorganisatie te laten samenwerken. Ook de ondersteunende afdelingen spelen een belangrijke rol om de verschillende aspecten rondom het beheren van assets te borgen. Voor bedrijven die spelen met dit gedachtengoed is het goed om de cursus “ISO 55000 in één dag” te volgen. In deze cursus wordt een overzicht gegeven van alle aspecten van Asset Management en wordt o.a. uiteengezet wat de basisbeginselen waarde, afstemming, leiderschap en waarborging inhouden. Voor gebouweigenaren en -beheerders is er de speciale variant “ISO 55000 Strategisch Gebouwbeheer”. <
NIEUW! Pilz WeCare Veiligheid en productie in één
Your automation
Verhoog uw productie en veiligheid met WeCare van Pilz
1
WeCare Standaard
✓Gratis telefonische
2
WeCare Premium
✓Techsupport op locatie
ondersteuning tijdens
incl. afgesproken
kantooruren
responsetijden
✓Repair & Spare services
✓Premium Care: 24/7 bereikbaar
✓Repair & Spare incl. voorraadgaranties
✓Online ondersteuning
3
WeCare
Maintenance
✓Preventief onderhoud ✓Voorspellend onderhoud
✓Periodieke fimware-updates
4
WeCare Inspection & Validation
✓Periodieke inspectie van noodstropcircuits
✓Periodieke inspectie van veiligheidsfuncties
✓Netwerkmetingen SafetyNET P
op afstand
CONSULTANCY & ENGINEERING
✓Plantscan ✓Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E)
✓Veiligheidsconcept ✓Veiligheidsdesign ✓Systeemintegratie ✓Trainingen
(TeamViewer)
Verhoog Veiligheid & Productie Kijk op pilz.nl/services voor meer informatie en een volledig overzicht van onze diensten.
Pilz Vianen T. 0347 320 477 | info@pilz.nl | pilz.nl/services