246
THEMA 03
themasynthese
conductor
sensor
of
receptor
prikkel
VA
© BEKIJK DE KENNISCLIP
impuls
N
+ – – +
1 impuls bij een prikkel zwakker dan prikkeldrempel
–– ++ ––
impulsgeleiding.
impulsgeleiding
• De actiepotentiaal verplaatst zich over het axon, dat is de
prikkelzenuwcellen of neuronen. drempel impuls bij een sterke prikkel • Een prikkel kan in3een neuron een actiepotentiaal doen ontstaan.
Bij het zenuwstelsel gebeurt het elektrisch signaal via 2 impulsde bij geleiding een zwakkevan prikkel
prikkel
receptorcel
door een vrij zenuwuiteinde.
worden waargenomen door receptoren verbonden met een neuron of
Veranderingen in het uitwendig of inwendig milieu
• Uitwendige prikkels zoals licht, geluid ...
• Inwendige prikkels zoals pijn, honger …
Zenuwstelsel
IN
cytoplasma
celkern
membraanreceptor 3
celmembraan
hormoon
membraanreceptor 2
membraanreceptor 1 geactiveerd
activeren. Dat zijn de effectoren.
• enkel cellen die beschikken over passende membraanreceptoren
• via de bloedbaan over grote afstanden verspreid worden;
• in de bloedbaan worden uitgescheiden;
• gemaakt worden in het lichaam door endocriene klieren;
signaalstoffen die:
Het geproduceerde hormoon treedt op als conductor. Hormonen zijn
Endocriene kliercellen produceren hormonen.
motorische neuronen.
• Andere endocriene kliercellen ontvangen zenuwsignalen van
belangrijke stoffen met een gewenste waarde.
Die meten en vergelijken voortdurend de concentratie van
BEKIJK DE KENNISCLIP
veranderingen in het inwendig milieu waar met sensoren.
• Sommige endocriene kliercellen nemen
• Uitwendige prikkel zoals gevaar
milieu (bloedsuikerspiegel of Ca2+-concentratie)
• Inwendige prikkels zoals de verandering in inwendig
Hormonaal stelsel
THEMASYNTHESE