13
ANDERE MATERIALEN • geverfd papier D einfarbiges gestrichenes Papier E (plain) coloured paper F papier coloré, — de couleur • gesprenkeld papier D gesprenkeltes Papier E sprinkled paper F papier jaspé, madrure • stijfselpapier D Kleisterpapier E paste paper F papier à la colle • marmerpapier D Marmorpapier E marbled paper F papier marbré • sitspapier D Holzmodelpapier, Kattunpapier E block-printed paper, cotton — F papier dominoté • brokaatpapier D Brokatpapier E brocade paper F papier brocart
13.3
karton [o -s] bord [o -en] materiaal overeenkomend met °papier, echter met een grotere massa per oppervlakteeenheid, waardoor de dikte en de stijfheid groter zijn dan bij papier gebruikelijk en vaak met een gelaagde structuur. Er is geen strikte afgrenzing voor deze termen te geven. Vaak gebruikt men de term 'papier' tot 180 g/m2, 'karton' tussen 150 en 600 g/m2, 'bord' boven 500 g/m2 (dus met overgangsgebieden). Het dunne karton, dat als °inlegrug gebruikt wordt, heet ook ruggebord. ¶ karton D Karton [m] E cardboard F carte [v] • bord D Pappe [v] E board F carton [m]
13.4
plakbord materiaal, in stijfheid met ºkarton (of °bord) overeenkomend, door samenplakken gevormd uit bestaand materiaal (bv. °maculatuur). ¶ D geklebte Pappe [v], Klebepappe, Klebekarton [m] E pasteboard F carton [m] collé
13.5
maculatuur [v -turen] reeds eerder gebruikt °papier of ºperkament, dat een tweede gebruik in een boekband vindt. In strikte zin is 'maculatuur' de term voor vellen papier, die tijdens het drukken van een boek onbruikbaar worden en alleen nog als afvalmateriaal voor een ander doel kunnen dienen (bv. als ºrugbeleg, of voor °plakbord). In de praktijk verstaat men er ook het uitschot van de productie van een (papieren of perkamenten) handschrift onder, en eveneens de hergebruikte bladen van een reeds voltooid, maar niet langer bruikbaar boek. Vooral perkamenten fragmenten zijn veel toegepast (voor °schutbladen, °omslagen, °hartstrookjes ...). ¶ maculatuur D Makulatur [v] E waste paper F maculature [v], défet [m] • fragment D Fragment [o] E fragment F fragment [m]
13.6
hout het materiaal waaruit de stam van naald- en loofbomen is opgebouwd. Het wordt vooral toegepast als ºplatkern: eike- en beukehout, maar ook vele andere houtsoorten zijn gebruikt. De planken zijn in kwartier of en dosse uit de stam gezaagd; aan de kopse kant kan men aan de jaarringen de gevolgde methode vaststellen. Houten platten zijn voor grote (bv. liturgische) boeken tot in de 19e eeuw
22