Optreden als centraal aanspreekpunt
Opdracht 8 Verbale en non-verbale communicatie
er w ijs
Werk samen met een klasgenoot. Lees eerst de hele opdracht en speel dan het rollenspel. Wissel eventueel van rol. Student 1 stelt de volgende vraag aan student 2. Verbaal: "Waarmee kan ik u helpen?" Non-verbaal: kijk boos, praat boos, zet je armen in je zij. a. Student 2, wat voel je als student 1 dit vraagt?
ps on d
b. Student 2, heb je het gevoel dat student 1 jou echt wil helpen? Waarom wel of niet?
be ro e
c. Is de verbale en non-verbale boodschap van student 1 hetzelfde? Waarom wel of niet?
m
Student 2 stelt de volgende vraag een student 1. Verbaal: "Waarmee kan ik u helpen?" Non-verbaal: glimlach, praat vriendelijk, houd je armen losjes voor je buik. d. Student 1, wat voel je als student 2 dit vraagt?
tB oo
e. Student 1, heb je het gevoel dat student 2 jou echt wil helpen? Waarom wel of niet?
op yr
ig h
f. Wie heeft de meeste gastvrijheid laten zien? student 1 student 2
C
Zakelijke communicatie
18
Als je communiceert met een collega of klant, dan noem je dat zakelijke communicatie. Voorbeelden van zakelijke communicatie zijn: • een zakelijke e-mail • een zakelijke brief • een zakelijk telefoongesprek • een zakelijk overleg • een zakelijk sms- of WhatsAppbericht • een bedrijfsfilm.