Politiek
Helaas zien kiezers zich nog altijd geconfronteerd met gevestigde partijen die vrijwel uitsluitend mensen uit het eigen kleine partijkader op de lijst zetten. van talent van búiten partijen. Talent dat werkelijk de potentie heeft om vanuit expertise en ervaring maatschappelijk leiderschap te tonen, politiek gedachtegoed te vernieuwen en het troosteloze politieke jargon te doorbreken waar de kiezer zo ongelofelijk de buik van vol heeft. Mensen willen stemmen op kandidaten in wie ze vertrouwen hebben: mensen met kennis, ervaring, leiderschapskwaliteiten en gewoonweg een stevige en aantrekkelijke persoonlijkheid. Maar helaas zien kiezers zich nog altijd geconfronteerd met gevestigde 22
partijen die vrijwel uitsluitend mensen uit het eigen kleine partijkader op de lijst zetten. Dat is overigens niet alleen een links probleem. De VVD – nu nog de grote winnaar vanwege het rally-around-the-flag-in-crisistijdprincipe – grossiert hier eveneens in: in de top 20 van de kandidatenlijst voor 17 maart hadden maar liefst 9 kandidaten een achtergrond als politiek assistent bij de VVD. Doorgewinterde insiders dus. Het tv-programma Nieuwsuur legde al pijnlijk bloot dat er in de top 10 van de VVD-lijst welgeteld 0 jaar ondernemerservaring te vinden was. Geen wonder dat charlatans als Joost Eerdmans de kans krijgen zich op te werpen als hoeder van het ondernemersbelang. Zo’n zelfde trend is zichtbaar bij de PvdA, een inmiddels toch wel definitief tanende klassieke volkspartij. Op de kandidatenlijst van de sociaaldemocraten prijkten deze verkiezingen vooral namen uit de eigen gelederen: in de top 30 ging het om maar liefst 15 raadsleden, wethouders of (oud-)
vertegenwoordigers van de eigen jongerenafdeling. En dan tellen we de zittende Kamerleden nog niet eens mee. Zo’n lijst is geen aantrekkelijke kandidatenmix voor het bredere electoraat, hoe betrouwbaar deze mensen in de praktijk misschien ook mogen zijn. Dit probleem raakt links meer dan rechts, omdat juist links-progressieve kiezers inhoudelijk georiënteerd zijn en zoeken naar een aansprekend toekomstperspectief. Rechtse kiezers hebben minder behoefte aan idealistische vergezichten: voor hen mag alles bij het oude blijven. Het is juist voor links-progressieve politiek belangrijk dat het verhaal verteld wordt door mensen met een stevig fundament. Een politiek ambt mag door politici zelf misschien worden beschouwd als ‘geen gewone baan’, maar het is wel degelijk een ambt waar serieuze maatschappelijke en werk-gerelateerde kwalificaties relevant voor zijn. Ik ken bijvoorbeeld geen enkele bèta-opgeleide kiezer die níet elke verkiezing de lijsten afspeurt naar die ene ingenieur die ook écht verstand heeft van big tech.