ANTIOCHUS IV EN DE SCHADUWZIJDE VAN HET ROMEINSE IMPERIALISME Ve r l i es , ve r n e d e rin g en u it slu it in g P im Mö h r ing
H
et begin van de 2e eeuw v.Chr. luidde voor de Romeinse republiek een periode in van grote militaire successen. In amper een halve eeuw verwierf Rome de heerschappij over nagenoeg het gehele Middellandse Zeegebied. De overwinningen werden doorgaans gevolgd door diplomatieke sancties opgelegd aan de verliezer. Een veelvoorkomende sanctie was het eisen van gijzelaars met als doel de verworven vrede te waarborgen. Deze gegijzelden, veelal zonen van koningen of stamhoofden, werden naar Rome gebracht om daar hun gijzeling door te brengen (fig. 1).1 Hiermee vormden zij een bijzondere groep in Rome: die van de verliezers. Het eisen van gijzelaars door overwinnaars is van oudsher een diplomatiek wapen om loyaliteit te waarborgen. Zo ook bij de Romeinen, die gijzeling inzetten om prinsen, veelal koningen in spe, aan hun imperialistische politiek te binden. Maar dat deze politiek lang niet altijd succesvol was blijkt uit het geval van de Seleucidische koning Antiochus IV Epiphanes (175-164 v.Chr, fig. 2).2 Deze heerser verbleef als gegijzelde meer dan tien jaar in Rome alvorens koning te worden van het Seleucidische rijk (grofweg van het moderne Turkije tot Iran). Dit als gevolg van sancties opgelegd door de Romeinen na hun overwinning aan de Seleuciden. Tijdens hun verblijf in Rome waren de gegijzelden getuige van het triomferende Romeinse imperialisme, gevierd tijdens talrijke triomftochten en door de oprichting van overwinningsmonumenten. Dit artikel bespreekt de schaduwzijde van het Romeinse succes aan de hand van Antiochus’ verblijf als gegijzelde door te onderzoeken wat antieke bronnen ons vertellen over de beleving en de positie van de Romeinse vijand in Rome. Ook al is het bronnenmateriaal grotendeels pro-Romeins – geschiedenis wordt immers door de overwinnaar ge-
12
Roma Aeterna 9.I (voorjaar 2021) www.romaaeterna.nl
schreven – laat het verhaal van de verliezers ons de schaduwzijde zien van het Romeinse imperialisme. Antiochus’ bewondering en afkeer voor Rome Antiochus’ gijzeling leidde tot een uiterst ambivalente houding tegenover Rome. Als we de Griekse en Romeinse geschiedschrijvers namelijk mogen geloven koesterde hij enerzijds een levendige bewondering voor de Romeinse cultuur. Zo zou Antiochus militaire eenheden hebben uitgerust als Romeinse legionairs en Romeinse magistraatverkiezingen hebben nagebootst.3 Daarnaast organiseerde hij gladiatorengevechten in zijn rijk waarbij hij gladiatoren uit Rome haalde, en nam een Romeinse architect in dienst. Anderzijds getuigen de bronnen ook, in schril contrast met deze nabootsingen van het ‘Romeins zijn’, van een anti-Romeins sentiment. Antiochus’ politiek karakteriseert zich namelijk door het negeren van de Romeinse sancties. Zo liet hij een militaire vloot bouwen en viel hij – tot twee keer toe – Ptolemeïsch Egypte binnen, dat onder diplomatieke bescherming van Rome stond. Moderne historici zijn het er grotendeels over eens dat Antiochus’ regeerperiode sterk gekenmerkt wordt