Tulpia nr. 19, September 2010

Page 62

SERVICEPAGINA samenstelling boekenrubriek elko westervaarder en tuncay ÇINIBULAK

De vijand voor de poort Door Joseph Pearce Op 6 augustus 1682 verzamelde sultan Mehmed IV in Istanbul zijn strijdmacht voor een veldtocht tegen Wenen. Het was niet de eerste keer dat het Ottomaanse leger oprukte naar de hoofdstad van het Heilige Roomse Rijk. In 1529 had sultan Suleiman al voor de muren van de stad gestaan. Een vroeg ingevallen winter had hem gedwongen om zich terug te trekken. Waarom vielen de Turken opnieuw aan? Waarom bleef de strijd tussen christenen en moslims op de grens tussen Balkan en Oostenrijk twee en een halve eeuw duren? En waarom klinkt de nagalm van het conflict nog door tot op vandaag? In De vijand voor de poort grijpt Andrew Wheatcroft het beleg van Wenen aan om zowel ‘de angst van Europa voor de Turken’ als de angst als verschijnsel bloot te leggen: de strijd om Wenen als metafoor voor het conflict tussen West en Oost, tussen moslim en christen. De historici weten niet waarom Mehmed IV besloot Wenen in te nemen, ondanks een bestand met de Heilige Roomse keizer Leopold I. Wilde de ‘Khan der Khans, Bevelhebber der Gelovigen’ in de voetsporen treden van zijn illustere voorzaten? Murad IV had onsterfelijke roem verworven als de Veroveraar van Bagdad, en in 1453 had Mehmed II als Veroveraar van Constantinopel de ziel van het christendom doorboord. De sultan zag zichzelf in elk geval als de erfgenaam van het Romeinse Rijk. Hij was niets minder dan een Romeins keizer, vond hij. Daarom behoorde Wenen hem rechtmatig toe. Begon hij de campagne als wraak voor een verpletterende nederlaag in 1664 bij Sint-Gotthard? Of riep zijn religieuze plicht hem op om ‘het Domein van Vrede uit te breiden en het Domein van Oorlog te verkleinen’, een taak die hij uiteraard enkel en alleen tot een goed einde kon brengen door zoveel mogelijk oorlog te voeren. Toen de troepen van de sultan op 14 juli 1683 voor de poorten van Wenen verschenen, zag het er naar uit dat de stad niet lang zou standhouden. Het Turkse leger was een goed geoliede oorlogsmachine, de sappers waren meesters in het ondermijnen van muren en bastions, en bovendien was ‘het vermogen van de Turken om een offensief te beginnen aanzienlijk groter dan het vermogen van Europa om weerstand te organiseren.’ Leopold I, die intussen was gevlucht, had immers een even grote vijand in de Franse koning als in de sultan. Waarom liep het beleg voor de Turken dan toch slecht af? Ten eerste was grootvizier Kara Mustafa een onbekwaam bevelhebber, aldus Wheatcroft. De man was even ambitieus als arrogant: hij was er zeker van dat hij de vijand een ‘vernederende afstraffing’ zou geven. En omdat hij enkel was gebrand op de inname van de stad, wist hij niets van de komst van ontzettingstroepen onder de leiding van prins Eugen van Savoie. Ten tweede vochten de christenen als leeuwen. Ze hadden met Ernst Rüdiger von Starhemberg ook een capabele garnizoensgeneraal. En ten slotte bleek de oorlogvoering in het nadeel van de Turken. Hun soldaten waren weliswaar moedig en uitstekende vechters, maar zij ontbeerden de discipline van het christelijke leger. Toen de Turken zagen dat ze in de tang waren genomen, sloegen ze vrijwel onmiddellijk op de vlucht. Op 12 september luidden de bevrijdingsklokken van Wenen. In de jaren daarna

62 Tulpia / jaargang 05 / nr 19

deden de westerse machten hun best om met pauselijk geld de Turken verder naar het oosten te drijven. Zo kwam Boedapest, na de verovering door Suleiman in 1541 helemaal geïslamiseerd, opnieuw in westerse handen. Even verstrekkend was het ontstaan van een mythe. Prins Eugen van Savoie werd niet alleen uitgeroepen tot nationale held, hij werd ook daarna door de Habsburgse keizers gebruikt om de ‘mystiek en de populariteit’ van hun dynastie aan te zwengelen en hun ‘culturele en politieke ideologieën’ door de strot van hun talloze etnische minderheden te wurmen. De vijand voor de poort getuigt zowel van luciditeit als van een grondige kennis van belegeringsoorlogen. Daarom is het jammer dat Wheatcroft enkele gaten in het verhaal vergeet op te vullen. Zo zou het interessant zijn geweest om te weten waarom er in Wenen enerzijds alleen soldaten met een ‘onvermurwbare onverzettelijkheid’ overbleven en er anderzijds een aantal van hen voor desertie werden geëxecuteerd. En hoe komt het dat men erin slaagde om brieven de stad uit te smokkelen, en dat de inwoners zelfs brood en verse groenten met hun belegeraars ruilden? Wheatcroft maakt ten slotte zijn belofte waar dat hij de angst voor de Turken onder de loep zou nemen. In zijn relaas over het beleg ruimt hij veel plaats in voor de gruwelpropaganda die zich in het westen als een olievlek verspreidt. Maar tegelijk merkt hij fijntjes op dat ‘oorlogen tussen christenen en moslims (…) niet per definitie confrontaties (waren) waarin werd gestreden tot de dood. In de heilige oorlog in christelijke grensgebieden was het vaak minder wreed toegegaan dan in oorlogen tussen soennitische en sjiitische moslims of tussen katholieke en protestantse christenen’. Zijn slotbeschouwing is daarom belangrijk. Vandaag, aldus de auteur, dient het beleg van Wenen opnieuw ‘een polemisch doel’. Blijkbaar willen velen de Europeanen doen geloven dat er een nieuwe strijd om christelijk Europa is ontbrand. Om die bewering te staven citeert hij uitspraken van Frits Bolkestein, voormalig commissaris van de EU, en van kardinaal Joseph Ratzinger, die later paus Benedictus XVI zou worden. Oude gevoelens en opvattingen over onvoorstelbare islamitische wreedheid en onverzoenlijke haat duiken weer op, alsof de complexe geschiedenis van Europa en het Ottomaanse Rijk tijdens de laatste drie eeuwen simpelweg te reduceren is tot een enkele zwarte bladzijde uit 1683. Wheatcroft citeert Elisabeth Kostova in haar bestsellerroman The Historian (2005). Geschiedenis, aldus de Amerikaanse historica, verwordt op die manier tot mythegeschiedenis, het soort geschiedenis dat ‘eindeloos rondzwerft in de wereld en in potentie net zo gevaarlijk is als een virulente ziekte’. Andrew Wheatcroft: De vijand voor de poort. Uit het Engels vertaald door Jan Braks. Uitgeverij: Atlas, Amsterdam/Antwerpen. Paperback. Aantal pagina's: 408p. Prijs: €34,90. ISBN: 9789045015699


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

Servicepagina

15min
pages 62-68

Fietsend van Utrecht naar Istanbul

6min
pages 50-55

In het land van de hazelnoot

6min
pages 44-49

Ottomanen op Cyprus

4min
pages 56-61

Basjibozoek! Ook u spreekt Turks

8min
pages 41-43

Lily Sprangers: de teloorgang van een vakantieliefde

4min
page 40

Kracht en macht van het Europarlement

5min
pages 38-39

Ankara's moeizame marathon naar Brussel

3min
page 37

Vijftig jaar in de Europese wachtkamer

3min
pages 35-36

Echte samenwerking is gestoeld op vriendschap

5min
pages 22-23

Geen glazen plafond bij de overheid, toch?

3min
page 32

Turkije biedt veel kansen op milieugebied

2min
pages 33-34

Studie naar het glazen plafond

3min
pages 30-31

In Delfshaven blijft veel bij het oude

8min
pages 26-29

Tannet tien jaar

5min
pages 24-25

Gedenkwaardig

5min
pages 10-11

Fotopia

0
pages 6-7

Veelzijdig en veel gevraagd

2min
pages 20-21

Nederlanders graag naar Turkije

1min
page 16

Dichter bij Tulpia

6min
pages 8-9

Het slechte(n) van muren

4min
page 19

Sami Yusuf komt naar Rotterdam

1min
pages 17-18
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.