Een reflex is een snelle en onbewuste reactie op een prikkel.
Een reflexboog is het regelsysteem dat een reflex coördineert. Het
impulstraject bestaat uit: een receptor, een sensorisch neuron, een motorisch neuron en de effector. Soms is ook een schakelneuron betrokken.
Bij een reflex is het impulstraject vaak heel kort. Daardoor kan de
effector snel reageren. Reflexen helpen daarbij gevaarlijke situaties te vermijden of je lichaam te beschermen. Omdat het hersendeel voor
IN
bewuste gewaarwording niet betrokken is bij die regeling, verloopt de reflex onbewust en automatisch.
Soms wordt de informatie alsnog naar de hersenen gestuurd.
prikkel
receptor
impulsgeleiding
via sensorisch neuron
ruggenmerg
N
eventueel een schakelneuron
impulsgeleiding
via motorisch neuron
effector
VA
reactie
`
Maak oefening 21, 22 en 23 op p. 176.
©
2.4 Hoe verwerkt het centrale zenuwstelsel de informatie van een prikkel?
A
Functionele zones
Je leerde al dat het hersendeel voor prikkelgewaarwording en het hersendeel voor gewilde bewegingen groepen neuronen zijn in de hersenen. Nog een andere groep hersencellen regelt dan weer de pupilreflex. Die groepen zenuwcellen hebben elk een verschillende functie.
Hersenwetenschappers ontdekten ook voor andere delen van de hersenen welke functie ze hebben.
De verschillende groepen neuronen in je hersenen regelen telkens andere processen. Het zijn functionele zones.
134
THEMA 02
hoofdstuk 2