CHECKLIST
JA
NOG OEFENEN
1 Begripskennis • Ik kan omschrijven hoe en door welke prikkels het hormonale stelsel geactiveerd wordt.
• Ik kan verduidelijken waarom een hormoon een geleider vormt tussen receptor en effector.
• Ik kan de bouw en de werking van een endocriene klier toelichten.
• Ik kan belangrijke endocriene klieren en hun hormonen opsommen en hun functie beschrijven. klieren.
IN
• Ik kan endocriene klieren naar bouw en functie vergelijken met exocriene • Ik kan verduidelijken hoe de verspreiding van hormonen in het lichaam
gebeurt en de belangrijkste kenmerken van die verspreiding benoemen.
• Ik kan verklaren hoe hormonen na transport doorheen de bloedbaan slechts welbepaalde effectoren activeren.
• Ik kan het begrip hormoon omschrijven en de kenmerken ervan opsommen.
• Ik kan voor een aangereikt voorbeeld omschrijven hoe het hormonale stelsel kan bijdragen aan een goede lichaamswerking, bv. de regeling stofwisseling.
N
voor de bloedsuikerspiegel, de calciumconcentratie in het bloed, de
• Ik kan verduidelijken hoe hormonen de homeostase herstellen.
• Ik kan met een voorbeeld aantonen wat er bedoeld wordt met negatieve terugkoppeling.
• Ik kan met behulp van een voorbeeld omschrijven hoe het hormonale
VA
stelsel en het zenuwstelsel samen voor homeostase kunnen zorgen.
2 Onderzoeksvaardigheden
• Ik kan een opgegeven werkwijze voor een onderzoek stapsgewijs doorlopen.
• Ik kan doelgericht waarnemen bij een onderzoek, en vervolgens de waarnemingen noteren en verwerken.
• Ik kan vanuit de verwerking een gepast besluit formuleren.
• Ik kan een vooropgestelde hypothese eventueel weerleggen of bevestigen na het onderzoek.
©
• Ik kan na afloop suggesties doen ter verbetering van het onderzoek.
`
Je kunt deze checklist ook op
invullen bij je portfolio.
THEMA 03
checklist
215