Uiteraard vertrekken er lichtstralen vanuit meerdere punten op een
voorwerp. Er zijn dus ook meerdere beeldpunten. Samen vormen al die beeldpunten het beeld van het voorwerp.
Je merkt dat het beeld, door de breking van het licht, omgekeerd
geprojecteerd wordt op het netvlies. Je hersenen zorgen er gelukkig voor dat je alles netjes rechtopstaand ziet.
Het beeld in het oog wordt gevormd door het licht dat het oog
binnenvalt. Het licht passeert meerdere structuren, die elk uit andere
IN
stoffen bestaan, en een bolle lens. Samen veroorzaken ze een afbuiging van de lichtstralen. Door die afbuiging van de lichtstralen verschijnt er op het netvlies een omgekeerd beeld. `
Maak oefening 27 op p. 89.
N
3.5 Hoe zorgt het oog voor een scherp beeld?
Wanneer je een voorwerp van dichtbij scherp ziet en je je blik daarop fixeert, blijken de voorwerpen in de verte wazig. Wanneer je je blik daarna op een
voorwerp veraf richt en je ernaar blijft kijken, worden de voorwerpen dichtbij
©
VA
onscherp. Je kunt dus nooit tegelijk voorwerpen dichtbij en veraf scherp zien. Om telkens scherpe beelden op het netvlies te vormen van voorwerpen
van verschillende afstanden, moet de ooglens zich kunnen aanpassen. Die
aanpassing van de ooglens gebeurt met behulp van het straalvormig lichaam en noemen we scherpstelling of accommodatie. Accommodatie komt erop neer dat de ooglens haar kromming moet kunnen wijzigen.
Het straalvormig lichaam bestaat uit een ring van spierweefsel rond de
buitenrand van de iris. Daarin bevinden zich accommodatiespieren, die verbonden zijn met lensbandjes.
accommodatiespier
iris (regenboogvlies)
lens
lensbandjes hoornvlies Afb. 36 Straalvormig lichaam
THEMA 01
hoofdstuk 3
65