CHECKLIST
JA
NOG OEFENEN
1 Begripskennis • Ik kan benoemen uit welke delen het zenuwstelsel is opgebouwd.
• Ik kan omschrijven wat een neuron is en de onderdelen ervan benoemen. • Ik kan het verband tussen een neuron en een zenuw omschrijven.
• Ik kan toelichten hoe de geleiding en overdracht van informatie gebeurt in het zenuwstelsel.
• Ik kan toelichten hoe het doorgeven van een impuls een samenwerking is tussen een elektrisch en een chemisch proces. wordt.
IN
• Ik kan omschrijven hoe de informatie in het centrale zenuwstelsel verwerkt • Ik kan het verschil tussen een reflex en een gewilde beweging omschrijven. • Ik kan toelichten hoe het zenuwstelsel bijdraagt tot homeostase.
• Ik kan voorbeelden geven van hoe de werking van het zenuwstelsel verstoord kan worden.
• Ik kan toelichten welke rol het hormonale stelsel speelt als conductor. • Ik kan omschrijven hoe hormonen een reactie veroorzaken of hoe hormonen hun doelwitcellen herkennen.
• Ik kan toelichten hoe het feedbacksysteem de werking van endocriene klieren regelt;
N
• Ik kan voorbeelden geven van hoe de werking van het hormonale stelsel verstoord kan worden.
2 Onderzoeksvaardigheden
• Ik kan een hypothese formuleren.
• Ik kan een waarneming formuleren.
VA
• Ik kan een waarneming interpreteren en verklaren. • Ik kan een besluit formuleren. Je kunt deze checklist ook op
©
`
248
THEMA 03
checklist
invullen bij je portfolio.