van moskeeën kon worden gefinancierd. De contacten tussen de Saoedische weldoeners en Nederlandse moslims mondden uit in de oprichting van centra ter verspreiding van de salafistische leer. Zo werden in Nederland drie islamitische culturele centra opgericht, en ontving ook een aantal islamitische scholen financiering (zie hierover ook AIVD, 2004b; NCTb, 2008). Bij deze financieringen waren twee belangrijke oppositionele Saoedische groeperingen betrokken. Ten eerste ging het om een netwerk van takfier-aanhangers met vertakkingen naar Spanje (Barcelona), België, Zwitserland, Denemarken, Finland, de Verenigde Staten en Nederland (Amsterdam, Den Haag en Tilburg). Ten tweede ging het om aanhangers van het islamitische reveil, die de dogmatiek van het salafisme combineren met de politieke theorie van de Moslimbroeders. Deze groepering heeft vertakkingen naar Groot-Brittannië, Duitsland, België, Zwitserland en Nederland (Eindhoven, Helmond en Zwolle). Als gevolg van de oprichting van salafistische moskeeën en centra, ontstonden in Nederland vanaf 1990 salafistische netwerken, waardoor het Nederlandse salafisme verder kon groeien en kon worden versterkt. Zo kocht een Saoedische stichting in deze periode grond voor de bouw van een salafistisch centrum waarbinnen ook nu nog activiteiten met een internationaal karakter worden georganiseerd. Ook ontstonden er in diverse steden salafistische kringen, en kwamen er vanaf 1995 invloedrijke predikers uit Saoedi-Arabië, Marokko, België, Duitsland en Denemarken naar Nederland voor opleidingsactiviteiten in het kader van de dawa. Tot ongeveer 1997 was dit salafisme vooral een zaak van de eerste generatie Marokkanen, Egyptenaren, Syriërs en van oudere autochtone bekeerlingen. In de periode daarna werd de ideologie echter toegankelijker gemaakt voor jongeren. Mogelijk is dit mede te danken aan het feit dat enkele Nederlandse jongeren met studiebeurzen in Saoedi-Arabië aan de Universiteit van Medina zijn gaan studeren. Deze beurzen werden door particuliere Saoedische weldoeners of door de universiteit zelf bekostigd. Hoewel slechts een handvol Nederlandse jongeren daar is opgeleid, lijkt het salafistische gedachtegoed mede hierdoor verder te zijn verspreid naar de tweede generatie moslimjongeren en naar autochtone bekeerlingen.
2.3 Jihadistische actoren in Europa Deels door internationale ontwikkelingen, en deels via bestaande lokale salafistische infrastructuren en netwerken, heeft de wijdvertakte internationale jihadistische beweging inmiddels voet aan de grond gekregen in Europa – en daarmee ook in Nederland. De actoren die actief zijn in deze beweging, kunnen we onderverdelen in twee brede categorieën: heartandoriented en overige actoren.
2.3.1 Heartland-oriented Ten eerste gaat het om radicale salafisten en jihadisten in een diaspora, voor wie de islamitische wereld met haar radicale stimuli nog steeds het ultieme referentiekader vormt voor onverdraagzame geloofsopvattingen of militante daden in het kader van de wereldwijde jihad. Hun specifieke ervaringen in, en verbindingen met, het religieuze heartland, zijn daarmee het fundament onder hun hedendaagse overtuigingen en handelingen. Onder de op deze wijze gedefinieerde ‘heartland-oriented’, doorgaans immigranten, vallen mensen met sterk uiteenlopende levensverhalen en eigenschappen. Over het algemeen betreft het hier actoren die vanuit islamitische regionen als Noord-Afrika, het Midden-Oosten, Oost-Afrika en Centraal-Azië naar Europa zijn uitgeweken. Hun ontwikkeling, scholing of training kreeg primair gestalte in deze islamitische herkomstgebieden. Velen hebben al een of ander verleden in het islamistische activisme, maar soms ook al in het gewelddadige jihadisme. We hebben het dan over – al dan niet voormalige – aanhangers en 26