organisatie van deze reizen naar voren. Een belangstellende, die via het internet in contact komt met een reeds getrainde jihadist, getuigt: ‘[….] Op een gegeven moment begon hij over praktische zaken voor de jihad. Ik bedoel daarmee dat hij over trainingskampen begon. Hij chatte dat hij drie keer naar een trainingskamp in Pakistan was geweest. Daarvan was hij twee keer opgepakt en één keer heeft hij drie weken in training gezeten. Hij zei dat bij de laatste keer dat hij opgepakt was, hij een waarschuwing kreeg. [….] Ik herinner me dat hij een keer zei dat de maatschappij niet alleen strijders nodig had, maar ook mensen die bruggen kunnen bouwen en wapens kunnen maken. Daarom wilde hij dat ik de technische kant op ging met mijn studie [….].’ ‘[….] Hij vertelde mij ook hoe ik naar een trainingskamp kon gaan. Ik zou 1000 euro zakgeld nodig hebben, ik moest dat geld zelf regelen. Ik moest naar Schiphol gaan en dan zouden zij een ticket enzo aan mij overhandigen. Hij sprak over “zij”, in meervoud dus. Als ik in het vliegtuig zat, dan zouden zij door middel van een brief mijn ouders op de hoogte stellen. Ik vroeg hem een keer naar welke taal daar gesproken werd. Volgens [actor] waren daar ook Nederlandse jongens en werd er daar ook Engels gesproken. Hij heeft nooit plaatsnamen genoemd, alleen dat je anderhalf jaar naar Pakistan in een trainingskamp ging. [….]’
De mededeling van deze rekruterende jihadist dat gegadigden voor een reis naar een Pakistaans trainingskamp al genoeg hebben aan zakgeld, en dat vliegtickets en familiezaken door derden worden geregeld, bevestigt het beeld dat hij, samen met een handlanger, een brug vormt naar andere faciliterende clusters in het internationale jihadistische netwerk. Toch beschikken jihadreizigers lang niet altijd over behulpzame internationale connecties en financiële of logistieke hulpbronnen. Dit blijkt vooral wanneer actoren uit ons zaaksbestand op jonge leeftijd plotseling besluiten hun militante geloofsbroeders in conflicthaarden op te zoeken. Omdat hun avontuurlijke ondernemingen hierdoor in een mislukking of een persoonlijke anticlimax kunnen eindigen, is het verleidelijk te stellen dat het hier gaat om ondoordachte en individualistische acties. In de praktijk laten zij zich voorafgaand aan deze expedities stimuleren door sociale interacties binnen kringen van gelijkgezinden en door invloeden van richtinggevende heartland-oriented . Ook beschikken zij vaak al over een stevige ideologische basis waarmee zij hun besluiten onderbouwen.
4.2 Plegen van aanslagen en uiten van bedreigingen In de ideologische centra van jihadistische relatiestelsels leeft het sentiment dat de zuivere ultrasalafistische islam overal ter wereld onder druk staat, en dat geweld een legitiem middel is om haar te verdedigen én te verspreiden. Toch beperken de meeste personen zich in de praktijk tot grote woorden, morele steun of meer indirecte faciliterende handelingen. Slechts enkele actoren zijn bereid grote risico’s te lopen door concreet en direct invulling te geven aan (voorbereidingen van) gewelddaden of terroristische acties. Als het gaat om bedreigingen, stellen de meeste betrokkenen zich eveneens opvallend terughoudend op. Dit laat onverlet dat dit soort activiteiten wel degelijk met regelmaat plaatsvinden. Bovendien kunnen ze een ernstig ontwrichtend effect hebben op zowel samenlevingen als getroffen individuen. 4.2.1 Aanslagen De jihadisten uit ons zaaksbestand die zeggen aanslagen te willen plegen tegen westerse doelen, of daartoe voorbereidingshandelingen verrichten, blijken geen fundamenteel onderscheid te maken tussen binnenlandse en buitenlandse doelen. Redenerend vanuit hun universalistische ideologie, kunnen hun vijanden zich overal ter wereld bevinden. Hun keuze voor een bepaald doelwit komt hoofdzakelijk tot stand op gelegenheidsbasis. Daarin spelen diverse factoren en overwegingen mee, zoals persoonlijke motieven, voorkeuren van (al dan niet invloedrijke) 66