Assisteren bij sportieve en recreatieve activiteiten
e. Waar ga je aan werken?
f. Hoe ga je dat doen?
k op st yr en ig ht be Co Bo eld nc om n ep og t be n ro iet ep d so efi nd nit er ief w . ijs
Je kunt de uitwerking van deze opdracht in je portfolio opnemen. Maak hierover dan afspraken met je docent.
Presenteren
Voordat je het podium opgaat, is het handig om te weten wat je gaat zeggen. Denk daarom goed na over wat jouw boodschap is. Wat is jouw doel? Wat wil jij aan je gasten vertellen? Het ziet er het beste uit als je alles uit je hoofd weet te vertellen, maar dit kan niet altijd en is dan ook niet nodig.
Tip!
Heb je moeite met het onthouden van wat je wilt vertellen? Maak dan gebruik van presentatiekaartjes.
Presentatiekaartjes zijn kaartjes waarop kort staat wat je wilt vertellen. Aan de voorkant van de kaartjes staat vaak het logo van de entertainmentactiviteit en op de achterzijde staat de tekst in steekwoorden geschreven. Wanneer je presentatiekaartjes gebruikt, kom je nog steeds heel professioneel over. Misschien wel juist doordat je presentatiekaartjes gebruikt. Lichaamshouding Als je presenteert, doe je dat niet alleen met woorden. Je doet het juist ook met je lichaamshouding. Als je presenteert, communiceer je ook met je gezichtsuitdrukking en met bewegingen en gebaren. Dit heet non-verbale communicatie.
C
Te
Als je jouw lichaamshouding op de juiste manier gebruikt, wordt je presentatie nog sterker. Zorg ervoor dat wat je uitstraalt, klopt met wat je zegt. Je zet je woorden kracht bij door stevig te staan. Als je op één been leunt, ga je vaak wiebelen en kom je zenuwachtig over. Het beste kun je je voeten op dezelfde breedte zetten als je schouders, zo sta je het stevigst. Je hoeft niet de hele tijd zo te blijven staan. Je mag natuurlijk ook een beetje op een neer lopen.
126