32
door Wim Coster
< De liggende leeuw ging in 1934 zitten.
Een leeuw in een park op de Lemelerberg Zo’n 150.000 jaar geleden, tijdens de voorlaatste IJstijd, het Saalien, rukte Scandinavisch landijs op tot Midden-Nederland. Veel eerder al hadden verschillende rivieren hier dikke lagen zand en grind afgezet, met daar tussenin dunnere lagen klei. Het oprukkende landijs bracht deze rivierafzettingen omhoog en daardoor ontstonden stuwwallen, onder andere op de Veluwe en in de gebieden van de Utrechtse en de Sallandse Heuvelrug. Eén van de opstuwingen in Overijssel is de Lemelerberg, gelegen in een natuurgebied ten westen van Lemele en ten noordoosten van Lemelerveld. In 1913 verscheen hier een leeuw... e komst van dit exemplaar, van steen weliswaar, had direct te maken met het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden precies honderd jaar eerder. Deze Nederlandse Leeuw kreeg namelijk een plaats in Park 1813, dat in 1913 op de Lemelerberg werd aangelegd om de bevrijding van de Fransen en de overwinning in de Slag bij Waterloo te herdenken. Initiatiefnemer voor de aanleg was de Oranjebond van Orde, die in 1893 in Utrecht was opgericht met het doel een dam op te werpen ‘tegen het opkomend socialisme en trouw te zijn aan het Oranjehuis.’ Deze bond verwierf woeste gronden in Drenthe (bij Assen en Uffelte en in het Drouwenerzand), Gelderland (het Ughelerbos), Noord-Brabant (bij Hilvarenbeek) en Overijssel, waar verpauperde arbeiders aan het werk konden. Net zoals dat in de eerste helft van de negentiende eeuw was gedaan door de Maatschappij van Weldadigheid. Zo hoopten de oprichters een tegenwicht te kunnen bieden aan het opkomende socialisme. Koninginregentes Emma nam in het oprichtingsjaar drie aandelen van elk duizend gulden, om zo haar steun te betuigen aan het werk van de bond en daarmee ook de bouw van goede arbeiderswoningen op heidegronden mogelijk te maken. Vanaf de beginjaren werd bij de uitvoering van de plannen nauw samengewerkt met de Nederlandsche Heidemaatschappij, die ook de administratie voerde. In Overijssel verwierf de bond op en om de Lemelerberg gronden met steun van de gelijkgezinde Kwartguldens-Vereeniging voor Heideontginning. Deze vrouwenorganisatie zamelde overal in het land
D
120482_MSMD_Dubbelnummer.indd.indd 32
kwartjes in om woeste gronden te kunnen aankopen, die vervolgens moesten worden ontgonnen. De Lemelerberg leende zich daarvoor uitstekend, want toentertijd was het daar nog één groot uitgestrekt heidegebied zonder veel bomen. Rond 1913 werd er een groot park aangelegd met de hiervoor genoemde leeuw als een kenmerkend element. De toen nog liggende leeuw moest gelden als de symbolische ‘waakhond’ van de Oranjebond van Orde.
Na 1913 In de loop van de twintigste eeuw werden grote delen van het park bebost. Een flink stuk van het westelijk deel werd ingericht als ‘sterrenbos’. Vanuit het hart van een dergelijk bos had men door verschillende lanen een goed overzicht en kon vanuit één punt het wild in de gaten worden gehouden. Het sterrenbos in Park 1813 werd echter niet aangelegd voor de jacht, maar vanwege de aantrekkelijke vorm. Kort na de stichting kon men volgens de NRC voor tien gulden een boom planten en die noemen ‘naar een geschiedkundig persoon, naar een gestorven familielid of naar zichzelven.’ Het park groeide uit tot een geliefde plaats voor natuurgenieters en recreanten . Men legde wandelroutes aan en ski-liefhebbers kwamen in sneeuwrijke winters van heinde en verre. Ook kwam er een restaurant met de, niet geheel verrassende, naam De Lemelerberg. In 1923 werd de Oranjebond van Orde opgeheven en kwamen haar bezittingen aan de Nederlandsche Heidemaatschappij. Het park was op dat moment
14-12-12 08:26