VAM1 Maart 2023

Colofon

VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland.

Concept en realisatie

Elma Media B.V.

Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl

Art Direction

Kim Speleman

Martijn van der Wielen

Hoofdredacteur

Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO

VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud

Lange Schaft 7G

Postbus 138, 3990 DC Houten

030 634 60 40 www.nvdo.nl info@nvdo.nl

VAM is een samenwerking met itanks.eu safetydelta.nl nevap.nl

Auteurs

Pieter Pulleman (OCI)

Laura van der Linde, Mainnovation (Asset Management; KPI dasboarding)

iTanks (Inspire: Waardecreatie uit ongestructureerde data)

Ian van den Brink, NVDO (Ontmoet en Terra Inspectioneering)

Jacintha Verdegaal, RHDHV (to achieving net zero)

Arjan van Dijk, SDN (Veilig Werken)

Barbara van Baarsel, NEVAP (Vastgoedxploitatie in de praktijk)

Liza Kamphuis, MaxGrip (Thema artikel TenneT)

Ellen den Broeder-Ooijevaar (alle overige artikelen)

Druk

Elma Media B.V.

Advertentie-exploitatie

Elma Media B.V.

Silvèr Snoek - Sales Manager

0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl

’s Lands wijs, ’s lands eer

Praag is een van mijn Europese lievelingssteden. Je raakt er niet uit gekeken en het is aan te bevelen om het ook eens in de winter te bezoeken. Wist je trouwens dat als je in Tjechië op een terras zit, je er zo lang mag blijven zitten als je wilt. Ten minste, als je maar een bodempje in je glas laat zitten. Zodra je het helemaal leeg drinkt, moet je een nieuwe bestellen of opzouten. ’s Lands wijs, ’s lands eer.

We denken vaak dat het spreekwoord slaat op gewoonten van het betreffende land (wat overigens iets anders is dan tradities). Dat is ook zo, maar het gaat best ver. Het kan ook gaan over de manier van eten, beleefdheden of bijvoorbeeld het onderwijs.

Wij hebben onze eigen ‘wijs’ en onze eigen ‘eer’. Denk maar aan hoe we in staat zijn met water om te gaan. Het grootste gedeelte van Nederland ligt natuurlijk onder water. Deze wijs-vaardigheid hebben we dan ook uit noodzaak verkregen, maar dat neemt niet weg dat we er wel heeeeel goed in zijn. Met de Delta-werken als grootste publieke portfolio hebben we een unieke positie in de wereld. Misschien is dit wel een Nederlandse wijs en eer geworden.

Maar de echte Nederlandse ’s lands wijs, ’s lands eer is het feit dat wij graag iedereen feliciteren als er iemand jarig is. Waag het eens om bij een verjaardag alleen de jarige te feliciteren en vervolgens iedereen met een zwaai en een ‘jullie ook gefeliciteerd’ af te poeieren. Nee nee, gewoon drie kussen per persoon. Voor zover ik heb kunnen ontdekken gebeurt dat nergens ter wereld.

Met een schuin oog naar EuroMaintenance in april, is het van belang dat we onze eigen ’s lands wijzen en eren goed kennen. We verwachten in april vele buitenlandse bezoekers en die moeten we natuurlijk wel van ons chauvinisme overtuigen. En dan bedoel ik niet de poffertjes, de klompen en de tulpen. Maar dan bedoel ik bijvoorbeeld onze unieke wereldwijde positie op het gebied van design. Nederlanders zijn zich daar niet zo van bewust, maar in het buitenland worden producten regelmatig gelabeld met: Dutch Design. Ook op het gebied van architectuur doen we het goed. Veel buitenlandse gebouwen zijn ontworpen door Nederlandse architecten. Architecten als Rem Koolhaas zijn bekend om hun ontwerpen en overal ter wereld staan gebouwen die door Nederlanders zijn ontworpen.

Vrijheid, gelijkheid en broederschap vind je niet in Frankrijk, maar in Nederland. Nergens ter wereld is de gelijkheid tussen man en vrouw zo goed geregeld als in Nederland. Ook op andere terreinen zijn we erg ruimdenkend. Nederland was het eerste land dat het homohuwelijk als een wettelijk toegestaan huwelijk erkende.

Hoewel we een nuchter volk zijn, hebben we echt ons wijs en eer. Straks in april hopen we dat de EuroMaintenance bezoekers zich daarvan bewust zijn. En dat betekent dus niet dat je heeeel lang op ons Ahoyterras blijft zitten met een bodempje in je glas.

Ellen den Broeder-Ooijevaar, Hoofdredacteur VAM en Verenigings Manager NVDO

Grensoverschrijdend Onderhoud

Doelmatig onderhoud is goed, maar als assets onderhouden worden zonder dat de wet of toestand daarom vraagt, zou je kunnen spreken van grensoverschrijdend onderhoud. Het gebeurt nog maar al te vaak dat installaties of componenten hiervan worden blootgesteld aan onderhoud omdat het ooit zo in het systeem of lijst is vastgelegd.

Vaak gaan die plannen een eigen leven leiden met onnodig en overbodig onderhoud met kans op storingen als gevolg. Frequente analyse van de onderhoudsplannen is dus essentieel voor het terugdringen van grensoverschrijdend onderhoud.

Gelukkig beschikken we nu over technieken als condition monitoring, remote control en smart maintenance in het algemeen. De lijstjes zijn verdwenen en de systemen bieden online actuele informatie op basis waarvan de onderhoudsplannen direct en adequaat kunnen worden aangepast. Dankzij vooral de projecten met betrekking tot de energietransitie, zoals windmolens en zonnepanelen parken, nemen deze technieken een enorme vlucht. De Nederlandse industrie heeft wat dit betreft nog een inhaalslag te maken.

Methodes, technieken en systemen zijn dus beschikbaar en ook betaalbaar. Waar het aan ontbreekt zijn de mensen die hiermee hebben leren werken. Ook hier is over de gehele breedte nog een inspanning te leveren in scholing, opleiding en begeleiding. Blijven we hierin achter dan zal Nederland haar leidende positie ten aanzien van World Class Maintenance wel eens kwijt kunnen raken.

De onderhoudssector in Nederland staat op hoog niveau. Hoewel de media ons anders willen doen geloven, kent ons land een hoge betrouwbaarheid van infrastructuur zoals wegen, spoorlijnen en nutsvoorzieningen. Ook het onderhoud in de Nederlandse industrie is van wereldklasse. Gelukkig wil elke onderhoudsprofessional elke keer weer beter presteren; iets waaraan de NVDO al sinds haar be-

staan een grote bijdrage levert door het verzorgen van opleidingen en het initiëren, delen en verspreiden van ‘best practices’, ‘benchmarks’ en innovaties.

Wat dit betreft is het Nederlandse onderhoud zeker grensoverschrijdend. Nederlandse (onderhouds-)adviesbureaus worden veel gevraagd vanuit het buitenland, maar ook de industriële multinationals maken graag gebruik van onderhoudskennis die in Nederland is opgedaan. Het is ook niet voor niets dat de NVDO de oudste en grootste onderhoudsvereniging binnen de EFNMS is. Tijdens de komende EuroMaintenance in Ahoy Rotterdam zullen de NVDO en haar lid-bedrijven flink uitpakken en laten zien waar wij in Nederland en ver daar buiten toe in staat zijn.

Bas Kimpel Voorzitter

‘ ’

‘Ook het onderhoud in de Nederlandse industrie is van wereldklasse’

Van voor op de bok naar achterop de kar; in de paardensport en in het bedrijfsleven > Van Beijer Bouw naar De Vastgoeddokter: … Van vader Ton Beijer op zoon Martijn Beijererikaans bedrijf in de scheepvaart.

De

20

Internationale groeikansen

Roadmap

Cursuskalender

ONTMOET TON BEIJER <

Van Beijer Bouw naar De Vastgoeddokter: … Van vader Ton Beijer op zoon Martijn Beijer. Met de focus op de verduurzamingsopgave, gaat het familiebedrijf al generaties mee met haar tijd.

Toen Ton Beijer het bouwbedrijf van zijn vader overnam, startte hij in 1993 het zusterbedrijf Trinity Projectontwikkeling. “In 2009 heb ik bij de NVDO de opleiding tot RGD-inspecteur gevolgd en is het bouwbedrijf omgezet naar ingenieursbureau. Gelijktijdig verschoof de focus naar vastgoedadvies en projectmanagement en is de naam veranderd naar De Vastgoeddokter”. Voorheen was het zo dat Trinity ontwikkelde zodat Beijer Bouw kon bouwen. Vandaag de dag zijn die rollen omgedraaid en adviseert De Vastgoeddokter over de projecten die Trinity realiseert. Een verandering die heel geleidelijk is gegaan.

Zoon Martijn is sinds enige jaren werkzaam in het bedrijf van zijn vader. In eerste instantie één dag in de week naast zijn opleiding, maar nu al meer dan anderhalf jaar fulltime. Hierdoor werken vader en zoon veel samen, iets wat ze altijd hebben gedaan waaronder in de paardensport. “Toen Martijn nog klein was timmerde hij al zijn eigen boomhutten met wel duizenden spijkers. Op die leeftijd was hij al lekker eigenwijs”. Desondanks leert Beijer sr. het nodige van zijn zoon. “Vooral als het gaat over de verduurzaming. Ik weet wel waar hij mee bezig is en kan het ook nog wel uitleggen, maar de achterliggende materie gaat mij boven mijn pet, leve de nieuwe generatie”!

Door de pensioengerechtigde leeftijd van Ton moest vorig jaar de keuze gemaakt worden tussen doorgaan of stoppen. Gelukkig gaf zoon Martijn aan graag met het bedrijf door te gaan. “We hebben toen afzonderlijk van elkaar een plan gemaakt, ik een plan om af te schalen en Martijn een plan om op te schalen. Die plannen kwamen elkaar ergens halverwege tegen en we zijn nu precies op dat overlappende punt aangekomen. We hopen alles de komende weken bij de notaris geregeld te hebben”. Dat betekent echter niet dat Beijer sr. er van de een op andere dag mee stopt. “Mijn vader was 81 jaar toen hij stopte met werken, zo lang wil ik Martijn niet gaan plagen. Ik heb beloofd om na de overname nog zeker twee jaar actief te zijn, daarna ga ik afbouwen”. Met dat afbouwen is Beijer sr. stiekem al een beetje begonnen, want zo nu en dan begint hij een uurtje later of gaat hij een uurtje eerder naar huis. “Ik wil niet die grijze man worden die er altijd maar bij is. Ik wil juist ruimte maken voor de volgende generatie en Martijn moet het dan ook vooral zeggen als het tijd is dat ik er echt mee stop”.

‘ ’ ‘Van voor op de bok naar achterop de kar; in de paardensport en in het bedrijfsleven’

ONTMOET Martijn Beijer <

Tijdens zijn stages bij onder andere De Groene Grachten en Royal HaskoningDHV, die Martijn Beijer volgde tijdens zijn opleiding Bouwkunde, werd het hem al snel duidelijk dat hij niet gemaakt is voor 40 uur per week werken in loondienst. “Ik wil graag mijn eigen projecten uitkiezen om aan te werken”.

Ondanks dat hij tot vorig jaar nog niet actief had nagedacht over het overnemen van het familiebedrijf, zorgde de inzichten die Martijn tijdens zijn stages heeft opgedaan ervoor dat die mogelijkheid voor de hand lag. “Pa wilde gaan minderen en daarom lag er een unieke kans voor mij om met het bedrijf door te gaan”. Dat doet Martijn wel op zijn eigen manier! Net als opa Joop is hij namelijk niet zo van de nieuwbouw maar vindt hij juist het verduurzamen van bestaande bouw heel interessant, zeker omdat hij daarmee veel toegevoegde waarde kan bieden. Die projecten waren er echter nog niet toen hij fulltime voor De Vastgoeddokter ging werken. “Ik ben het eerste jaar bezig geweest met inspecties en adviezen voor onderhoud en heb me daarnaast gericht op mijn afstudeerproduct: een integraal advies voor onderhoud en verduurzaming in de vorm van een routekaart. Het combineren van onderhoud en verduurzaming zorgt niet alleen voor organisatorische voordelen maar ook voor kostenbesparingen”.

Met de geschiedenis van het bedrijf in zijn achterhoofd kan Martijn ook voorruit kijken. “Wie weet waar we rond 2050 staan, 50 jaar geleden hadden we ook nooit kunnen bedenken dat we nu volop in de Energietransitie zouden zitten”. Waar Ton nooit echt heeft stilgestaan om ook het internationale speelveld te betreden, vindt Martijn dat wel een mooi streven. “Eerst wil ik ervoor zorgen dat we in alle Nederlandse provincies actief zijn, maar daarna kunnen we zeker verder kijken. Al zie je wel dat andere landen andere wet- en regelgeving hebben en soms gewoonweg nog niet zo met verduurzaming bezig zijn. Tijdens een vakantie in Frankrijk vroeg ik een Fransman waarom er nergens zonnepanelen lagen. Waarom vroeg die man, we hebben toch goedkope energie uit kerncentrales”.

Toch wil Martijn, net als het koude kikkerland dat Nederland heet, voorop blijven lopen. Hij kijkt regelmatig webinars om van de laatste innovaties op het gebied van verduurzaming op de hoogte te blijven en zorgt er daarmee voor dat het product van De Vastgoeddokter van toegevoegde waarde blijft. <

‘

’ ‘Ik heb van mijn vader geleerd: Houd het simpel en maak het niet moeilijker dan dat het is!’

TenneT harmoniseert Nederlands, Duits on- en offshore Asset Management en vergroot impact op organisatiedoelen

Als netbeheerder van Nederland en een groot deel van Duitsland is TenneT verantwoordelijk voor de continuïteit van de elektriciteitsvoorziening en voor de handhaving van evenwicht tussen vraag en aanbod op het net. De Asset Management afdeling bij TenneT heeft herkenbare uitdagingen zoals de energietransitie en het onderhoud aan de bestaande asset base. Die bestaat onder andere uit 24,500 kilometer hoogspanningskabels, 475 hoogspanningsstations bestaande uit duizenden hoogspanningscomponenten en apparatuur. Thijs Schuring, international head of maintenance strategy en Jos Slangen, senior strategist bij TenneT, vertellen over hoe het harmoniseren van de Nederlandse en Duitse (onshore en offshore) domeinen bijdraagt aan slimmer en beter Asset Management.

Foto: TenneT

verandertraject is geen eindpunt, maar een vertrekpunt’

Het Asset Management project maakt onderdeel uit van een breder transformatietraject bij TenneT. De focus ligt voor Asset Management op het omschakelen van tijdgebaseerd onderhoud naar risicogestuurd werken, waarbij de harmonisatie van strategieën en werkwijzen een belangrijke rol speelt. Waarom dat essentieel is, licht Schuring toe; “Voorheen waren we een landgerichte organisatie. Oftewel, de Nederland, Duitsland, offshore en onshore domeinen hadden allemaal hun eigen onderhoudsstrategie en manier van werken. Dat verander je niet zomaar even, maar dit was wel een goed moment om stappen te zetten. Zeker als je in acht neemt dat het totale werkpakket steeds groter wordt, we te maken hebben met een krapte op de arbeidsmarkt en we ook het streven hebben om verder te digitaliseren”. Dat betekende niet dat de manier van werken en de strategieën slecht waren. “De verschillende Asset Management organisaties waren zeker goed bezig. We realiseerden ons alleen dat de impact van onderhoud veel groter kan zijn met een geharmoniseerde aanpak die mee kan groeien met onze ambities. Het draait om de maakbaarheid: hoe bieden we met z’n allen de uitdagingen het hoofd en hoe kan Asset Management daar het beste aan bijdragen”.

> Pilot velt heilige huisjes. Het streven was dus om een organisatiebrede risicogebaseerde onderhoudsstrategie op te stellen en te implementeren. Schuring; “Op basis van een assessment van MaxGrip hadden we een routekaart en werkwijze voor dit verandertraject in handen. Er waren drie belangrijke werkstromen vastgesteld: een asset health index opstellen, fixing the basics en werkefficiëntie vergroten. Die routekaart hebben we eerst voor alle domeinen ingezet op een pilot van een beperkt aantal asset types”. Er werd intensief samengewerkt met de teams en belangrijke stakeholders in de landen, onshore en offshore. Schuring voegt toe; “De pilot liet in het begin wel wat heilig huisjes omvallen. De interne betrokkenheid vergrootte gelukkig al snel doordat we vertrouwen hebben gecreëerd door open gesprekken te voeren, mensen bleven updaten en continu benadrukten wat er voor hen positief aan is. Dus de ‘what’s in it for me’ factor voor iedereen. We hebben ook heel bewust gebruikgemaakt van bestaande best practices, bijvoorbeeld de risicogebaseerde aanpak van ons offshore domein was al goed, daar konden we veel van gebruiken”. >

Links: Ernstjan Meinen, MaxGrip, midden: Jos Slangen, TenneT en rechts: Thijs Schuring, TenneT Foto: Ivo Hutten, MaxGrip

‘

‘Dit

> Balanceren. Hoe verhoudt zo’n gestandaardiseerde methodiek en strategie zich tot de realiteit? Niet elk land en elk domein heeft een zelfde context en opzet van Asset Management. Slangen; “We waren niet bekend met internationaal samenwerken. We hebben MaxGrip erbij betrokken omdat zij veel domeinkennis hebben en ervaring in dit soort verandertrajecten in opdracht van internationale bedrijven”. Samen hebben ze de focus gelegd op balanceren. Schuring; “Daarmee bedoelen we dat we een duidelijk kader neerzetten, maar dat daarbinnen flexibiliteit mogelijk is. De methodiek laat zien dat bepaalde keuzes consequenties hebben”. Slangen legt uit; “De offshore heeft bijvoorbeeld hele andere uitgangspunten dan een onshore Asset Management organisatie met name op het gebied van logistiek”.

> Embedden voor lange termijn. De pilot is inmiddels succesvol voltooid en de projectaanpak en onderhoudsstrategie zijn formeel goedgekeurd door het management van TenneT. Het project gaat daarmee de volgende fase in waarbij een nieuwe batch van asset types wordt opgepakt voor de transformatie. Ernstjan Meinen, senior consultant bij MaxGrip en projectleider, is inmiddels aangeschoven en legt uit hoe de volgende fase anders is; “In het begin hebben wij de kar getrokken, maar dat doen we steeds

minder. Vanaf nu gaan we op de achterbank zitten en helpen daar waar behoefte is. Als het nodig is, lopen we gaten dicht, maar ik heb er het volste vertrouwen in dat TenneT zelf de volgende fase succesvol gaat leiden”. Slangen haakt aan op het woord succesvol; “Het gaat wel goed komen met dat eigenaarschap binnen TenneT. Er zijn veel mensen enthousiast over de stappen die we maken en ze willen graag bijdragen”. Die acceptatie is belangrijk. Schuring; “Wij bepalen dan wel het beleid, maar het moet ook uitgevoerd worden. Door onze mensen en door de service providers die ermee aan de slag moeten. Met al die organisaties, domeinen, afdelingen samen realiseren we pas echt resultaat”.

> Klaar voor de toekomst. Schuring eindigt met een visionair statement; “Dit verandertraject is geen eindpunt, maar een vertrekpunt. Alleen al voor de asset types van de pilot hebben we een geprojecteerde jaarlijkse besparing van meer dan een miljoen euro. We werken over de hele linie goed samen en kennis en vaardigheden verbeteren snel. Bovendien is het een belangrijke stap in de richting van het verder digitaliseren van Asset Management bij TenneT. We leggen nu een goede basis voor bijvoorbeeld het toepassen van predictive maintenance. Kortom, het maakt ons klaar voor de toekomst”.

Foto: TenneT, fotograaf: Christian van Alphen

Netwerken

Beheer en Onderhoud

Asset Management

Branchevereniging

Maintenance Academy

Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring >> Word lid!

Maak onderdeel uit van Europa’s grootste netwerk

De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren.

De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.

Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot

(fysiek en digitaal)

(NVDO Onderhoudskompas)

Visiedocumenten

Maintenance Academy

Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-efficiency zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!

Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >>

De kracht van internationaal onderhoud

Onderhoudsmonteurs vliegen de hele wereld over om complexe assets te onderhouden. Deze supermannen- en vrouwen zijn altijd op de juiste plaats, op het juiste moment om de juiste activiteiten uit te voeren. Door dit complexe specialisme heeft dit type onderhoud een internationaal karakter. Want deze schaarse helden hebben unieke vakkennis op zak, en worden dan ook veelal ingevlogen, wáár de locatie ook is.

Foto: Ideo

> Bouw en installatie: van centraal naar lokaal. Aan de hand van de aanwezigheid van technische kennis, grondstoffen of (goedkope) resources, kiezen producenten van (zeer) complexe assets hun vestigingslocatie. De productie van deze assets vindt volledig centraal plaats. Eenmaal getest, worden de assets in vervoerbare delen verscheept naar het land van de opdrachtgever. Na de installatie - wat vaak in de vorm van een project wordt uitgevoerd - vindt de overdracht naar de lokale service- en onderhoudsorganisatie plaats. Zowel de specialisten van de producent als de specialisten aan de klantzijde, zijn intensief betrokken bij dit traject. Vaak communiceren zij vanaf de andere kant van de wereld met elkaar.

> Operatie en beheer: specialisten en support. De lokale service- en onderhoudsprofessionals zijn getraind door de specialisten van de producent om zodoende de assets zelf te kunnen onderhouden. Dit vindt vaak plaats op de productielocatie bij de zogenaamde testmachines. Zo worden de eerstelijns support-mensen, die voornamelijk routinematige en andere standaard klussen uitvoeren, klaargestoomd. Zodra het onderhoud complexer en specialistischer van aard wordt, zal de tweede- en derdelijns support worden ingeschakeld. Vaak met het doel om dit onderhoud op den duur door lokale mensen uit te laten voeren. Of dit een langzaam of snel traject is, is geheel afhankelijk van de leercurve van de specialisten. Vaak is de hulp van de producent alsnog noodzakelijk, en worden specialisten ingevlogen.

> Automatisering en data: het belang van onderhoudsmanagement. Voor het ondersteunen van internationale serviceen onderhoudsprocessen is de inzet en het gebruik van de juiste software-tools van essentieel belang. Bas Horvers, Enterprise Asset Management Consultant bij Ideo, kan dit beamen. Hij heeft bij meerdere internationale bedrijven onderhoudsmanagement systemen geïmplementeerd en onderschrijft het belang van zo’n systeem voor alle betrokken partijen. “De producent en de maintenanceprofessionals gebruiken het internationale centrale systeem voor het vastleggen en raadplegen van asset-gerelateerde data. Deze data kan vervolgens weer gebruikt worden om zowel producten als processen te verbeteren, wat voor alle partijen weer een voordeel oplevert”.

> Internationaal onderhoud is ongoing. Beide organisaties, zowel de producent als de klant, zullen continu op zoek blijven naar verbeteringen in de operationele en service- en onderhoudsprocessen. Lokale feedback vloeit terug naar de producent, die verbeteringen kan ontwerpen en produceren, welke lokaal weer geïmplementeerd worden. Maar het kan natuurlijk ook andersom: goede producenten zullen constant blijven innoveren en deze innovaties

onderhoud gaat hand in hand met innovatie en optimalisatie’

graag aan hun klanten willen verkopen. Dit geldt niet alleen voor technische innovaties op productievlak, maar ook voor innovatieve verbeteringen op het gebied van service en onderhoud. Denk bijvoorbeeld aan Artificial Intelligence (AI) en machineleertechnieken, waarmee onderhoudsplannen geoptimaliseerd kunnen worden. Dit soort plannen worden centraal vanuit de producent opgezet en lokaal verspreid en uitgevoerd.

Concluderend kunnen we dus stellen dat internationaal onderhoud hand in hand gaat met innovatie en optimalisatie. Dat betekent dat internationaal onderhoud een ongoing topic is, wat automatisch betekent dat maintenanceprofessionals - waar ook ter wereld - nodig blijven om hun specialisme en kennis te delen, én toe te passen. Niet alle helden dragen capes, soms alleen een gereedschapskist.

‘Internationaal

Project gestart om Hydrogen Highway van Schotland naar Rotterdam te creëren

Het Net Zero Technology Centre en ERM hebben de lancering aangekondigd van het Project Liquid Organic Hydrogen Carrier (LOHC) for Hydrogen Transport from Scotland (LHyTS), dat een sleutelrol zal spelen in de export van waterstof van Schotland naar Rotterdam.

Foto: Havenbedrijf Rotterdam

Het LHyTS-project wil aantonen dat LOHC, in de vorm van methylcyclohexaan (MCH), succesvol op schaal kan worden vervoerd, waardoor een exportroute naar de haven van Rotterdam en andere Europese bestemmingen wordt geboden. Het project wordt opgeleverd door een divers, internationaal consortium, waaronder Axens, Chiyoda, EnQuest, ERM, Koole Terminals, Port of Rotterdam, Scottish Government, Shetland Islands Council, Storegga en het Net Zero Technology Centre. De partners zullen samenwerken met technische studies gericht op het ontwikkelen van een proefproject als voorloper van grootschalige export.

> Groter doel Waterstof zal verschillende decarbonisatietoepassingen vergemakkelijken. Het project sluit aan bij de waterstofbeleidsverklaring van de Schotse regering, die tot doel heeft 5 GW aan hernieuwbare en koolstofarme waterstofproductie te leveren tegen 2030 en 25 GW tegen 2045. De wereldwijde ambitie is ook gevestigd, waarbij de Europese Commissie streeft naar 10 miljoen ton waterstof die tegen 2030 moet worden geïmporteerd. De haven van Rotterdam importeert als gevestigde energiehub al 13% van de Europese energie en heeft ambities om de Hydrogen Hub van Europa te worden. Om dit te bereiken, zal de haven putten uit zijn uitgebreide import-, export- en opslag infrastructuur, gevestigde toeleveringsketen voor de energie-industrie en pijpleidingverbindingen met andere industriële clusters in Noordwest-Europa.

> Schotland de juiste keuze Hayleigh Barnett, projectmanager bij het Net Zero Technology Centre, zegt; “De grootste uitdaging bij het exporteren van waterstof is het kiezen van het beste transportmiddel. Vroege studies in dit project hebben geconcludeerd dat LOHC verschillende voordelen heeft ten opzichte van andere dragervormen, zoals ammoniak, methanol of vloeibare waterstof. Het uitvoeren van een proef op industriële schaal is een spannende stap in het realiseren van LOHC-export”. René van de Plas, Directeur International van het Havenbedrijf Rotterdam; “Schotland is uitermate geschikt voor de productie van groene waterstof, vanwege de overvloed aan wind en de vraag op het nabijgelegen continent. Bovendien is het gebied een van de kernlanden van de olie- en energiesector. Dat ecosysteem van kennis, infrastructuur en bedrijven zal helpen om de waterstofeconomie een kickstart te geven”.

Paul Massie, directeur corporate development en nieuwe energie bij EnQuest; “EnQuest zet zich in voor de bouw van een New Energy hub bij Sullom Voe in Shetland die een miljoen ton groene waterstof per jaar zal produceren. Nu waterstof een belangrijk onderdeel is van onze toekomstplannen, zijn we verheugd om deel te nemen aan dit belangrijke onderzoek”.

> Ontwikkeling gaat door “MCH-LOHC-technologie voor zijn compatibiliteit met de activa van de bestaande olie-industrie en de hightechbereidheid, heeft een groot vermogen om waterstof snel en veilig vanuit Schotland in Rotterdam te introduceren, waardoor

‘ ’ ‘Bereid te investeren in infrastructuur, in gebouwen, enzovoort’

energietransitie en decarbonisatie kunnen worden bevorderd. We hopen dat dit project letterlijk LHyTShouse wordt richting de duurzame toekomst”, aldus Osamu Ikeda, Managing Director, Chiyoda Corporation Netherlands B.V. Sarah Potts, hoofd waterstof bij Storegga; “Het noordoosten van Schotland speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het enorme potentieel van waterstof in het Verenigd Koninkrijk en Storegga staat in het hart van die inspanningen met ons Acorn Hydrogen-project in St. Fergus en ons Cromarty Green Hydrogen Project ten noorden van Inverness. We zijn zo blij om in dit onderzoek samen te werken met zoveel andere organisaties die ook streven naar de ontwikkeling van een bloeiende waterstofindustrie”.

> Veilig en Efficiënt Andrew Sneddon, Consulting Director bij ERM; “Met de voorspelde vraag naar waterstof in Europa, betekent dit project een belangrijke stap voorwaarts in het mogelijk maken van de veilige en efficiënte export van waterstof naar een groeiende markt. ERM verwelkomt deze kans en is zeer verheugd om deel uit te maken van dit initiatief dat centraal zal staan in het ontwikkelen van een belangrijke bijdrage aan het bereiken van energie zonder uitstoot”. Patrick Sarrazin, Executive Vice President New Development &Transformation bij Axens vertelt; “Axens tolueen hydrogenerings-technologie, bewezen sinds tientallen jaren in de olie- en gasindustrie, maakt het mogelijk om MCH te produceren die zal worden gebruikt als LOHC. We zijn verheugd om deel te nemen aan dit grote energietransitieproject voor Noord-Europa”.

John Lamont, minister van Schotland, tenslotte; “De lancering van het nieuwe Hydrogen Highway-project zal de banden met de bredere Europese energiesector versterken en nieuwe banen en investeringen naar Schotland brengen. Samen met de Schotse regering investeert de Britse regering £ 180 miljoen in het Net Zero Technology Centre om de projecten te ondersteunen die onze energietransitie kunnen realiseren”.

> Haven van Rotterdam “Ik ben ervan overtuigd dat Rotterdam de place to be is voor groene waterstof, blauwe waterstof, waterstofimport en strategische opslag. Als haven zijn wij bereid te investeren in infrastructuur, in gebouwen, enzovoort. Wij hebben een reeks lopende projecten die de hele waardeketen bestrijken en zelfs het opzetten van een marktplaats voor waterstof omvatten” vertelde Allard Castelein, President-directeur Havenbedrijf Rotterdam eerder. “Samen met de Nederlandse autoriteiten werken we aan 7,4 GW aan windmolenparken in de Noordzee, aangesloten op de haven tegen 2030. Een vijftal elektrolyseprojecten wordt door verschillende bedrijven ontwikkeld, waardoor enkele jaren vóór 2030 een elektrolysecapaciteit van 500 MW operationeel zal zijn”.

Castelein; “Wij werken aan een pijpleiding binnen het havengebied, die producenten, importfaciliteiten en eindgebruikers met elkaar verbindt. Wij onderzoeken een rechtstreekse pijpleidingverbinding tussen Rotterdam en Noordrijn-Westfalen om het industriële hart van Duitsland van waterstof te voorzien. En last but not least: we zijn actief in het opzetten van trade lanes voor de import van waterstof uit de hele wereld naar Rotterdam. Ik verwacht dat de eerste FID’s dit voorjaar zullen worden genomen en dat zowel substantiële lokale productie van groene waterstof als de invoer in 2024 hier in Europa’s waterstofhub van start zullen gaan”. <

> Methylcyclohexaan (MCH)

Een vloeistof geproduceerd uit tolueen en waterstof die in vloeibare toestand kan worden gehanteerd bij omgevingstemperatuur en -druk. Het wordt veel gebruikt als farmaceutisch middel, oplosmiddel voor agrochemische productie, bijmenging voor vliegtuigbrandstof en oplosmiddel voor correctievloeistof, enz.

‘Allard Castelein’ Foto: Ernst Bode

Foto: NVDO

WERELDWIJD ASSETS MONITOREN MET DRONES EN AI: EFFECTIEVER, VEILIGER EN DUURZAMER

Waarom de wereld over vliegen om onderhoudsinspecties te doen, als je dit effectiever, veiliger en duurzamer op intelligence en drones frequent visuele inspecties uitvoert. Een mooi voorbeeld van de toepassing zijn onbemande boorplatforms, de plannen liggen al klaar.

Over een paar jaar moet het eerste autonome boorplatform in de Noordzee liggen. In principe zijn er slechts twee weken per jaar mensen aanwezig voor onderhoudswerkzaamheden. De rest van de tijd wordt de conditie van het platform op afstand in de gaten gehouden. De visuele inspecties worden uitgevoerd door drones, aangestuurd door IBM Maximo Application Suite (MAS) als centraal maintenancesysteem. Op de beelden die de drones verzamelen past het systeem AI toe. Zo is het mogelijk schade of defecten snel te signaleren en de nodige actie te nemen.

Veilig monitoren vanuit elke locatie

Het autonome boorplatform is een mooi voorbeeld van de mogelijkheden die slimme maintenancesystemen zoals IBM MAS bieden om onderhoud op afgelegen of moeilijk bereikbare locatie te verbeteren en te vergemakkelijken. Het maakt niet uit waar de assets zich bevinden: je monitort ze vanuit één systeem zonder dat iemand zich fysiek hoeft te verplaatsen of gevaarlijk werk hoeft te doen. Bovendien kun je veel frequenter inspecties uitvoeren, wat de kwaliteit van het onderhoud

en dus de conditie van je assets ten goede komt. Je duurzamer, maar ook effectiever.

Processen en data stroomlijnen

Zo’n wereldwijd maintenancesysteem heeft verder als voordeel dat je je onderhoudsprocessen overal op elkaar afstemt. Je laat al je vestigingen op dezelfde manier werken en data vastleggen. Gestandaardiseerde dashboards maken belangrijke onderhoudscijfers zoals de health score van een asset op elke locatie inzichtelijk. Ook biedt het systeem waardevolle data voor het maken van duurzaamheidsrapportages. Met het toenemende belang van duurzaamheid en de nieuwe Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is dat laatste een niet te onderschatten pluspunt.

Meer weten over hoe Gemba onderhoud aan assets overal ter wereld verbetert met IBM MAS en add-ons, zelfs op locaties zonder online verbindingen? Neem contact op met Johan Knook +31 (0)6 50 52 68 23 of j.knook@gemba.nl.

© Sund & Bælt © Woodside

International Maintenance Veilig omgaan met anderstaligheid

Door het inhuren van buitenlandse krachten, kunnen er problemen op de werkvloer ontstaan. Voor opdrachtgevers brengt het inschakelen van niet-Nederlandse werknemers daarom een aantal extra verplichtingen met zich mee. Wat zijn best practices voor het veilig omgaan met anderstaligheid?

International maintenance betekent soms inhuur van buitenlandse contractors bij stops of bij project activiteiten. Het inschakelen van anderstaligen op de werkvloer vraagt om preventieve maatregelen, en zou eigenlijk deel moeten uitmaken van de risicoanalyse. Het ontbreken van goede communicatie door taalbarrières brengt namelijk veiligheidsrisico’s. Omdat men elkaar niet begrepen heeft, kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Het is daarom belangrijk dat alle werknemers weten welke procedures er zijn en op welke manier er wordt gewaarschuwd. Ook draagt betere communicatie tussen anderstaligen bij aan een betere productkwaliteit en sociale samenhang.

> Best practices in het omgaan met anderstaligheid. Dit leidt voor opdrachtgevers vaak tot vragen zegt Arjan van Dijk, Safety Delta Nederland. “Dan kun je denken aan vragen zoals in welke taal gecommuniceerd moet worden wanneer je aan de slag gaat met een anderstalige contractor? Of, welke garantie heb ik dat de veiligheidscommunicatie op de werkvloer gewaarborgd is en blijft bij inzet van vele anderstalige contractors? Ten ten slotte nog een veel gestelde vraag: Wat weet ik over de aanwezige veiligheidscultuur van een anderstalige contractor”?

Van Dijk geeft een tip; “Midden vorig jaar heeft de werkgroep Anderstaligen vanuit het Health & Safety Excellence Cluster van NPAL (Noordelijke ProductiviteitsAlliantie) een aantal best practices verzameld in een heldere infographic. Het gaat hier om specifieke aandachtspunten en een toolkit met verschillende hulpmiddelen met een korte uitleg wanneer die het beste ingezet kunnen worden”. Ook voor de lezers van VAM is deze infographic gratis te downloaden: https://www.npal.nl/wp-content/uploads/2022/11/Infographic-AT-4.pdf

> Strategische aspecten bij anderstaligheid. Omgaan met anderstaligheid heeft strategische aspecten voor opdrachtgevers en contractor firma’s. Van Dijk; “Allereerst is het belangrijk om als opdrachtgever te blijven investeren in vaktechnische en taalcursussen voor de eigen vakmensen, omdat dat veilig én efficiënt werken bevordert. Daarnaast test je als opdrachtgever of hoofdcontractor geselecteerde niet-Nederlandstalige medewerkers niet alleen op vakbekwaamheid, maar óók op communicatie- en taalvaardigheid en veiligheidsbewustzijn. Attitudes, meningen en (het gebrek aan) reactie op onveiligheid maken immers deel uit van de veiligheidscultuur van de in te huren organisatie”. Verder dringt Van Dijk erop aan om voor tweetalige leidinggevenden te zorgen: de groepstaal

Foto: NVDO

communiceer ik wanneer ik aan de slag ga met een anderstalige contractors’?

‘ ’

en Nederlands of Engels en Duits. En, selecteer leidinggevenden met sterke leiderschaps-eigenschappen en vaardigheden voor coaching, instructie en samenwerking. De leidinggevende kan dan goed rekening houden met de verschillende talen en (soms botsende) culturen van vakmensen.

“Investeer als (hoofd)contractor in het bijeenhouden van teams die goed samenwerken en communiceren. Dan kan een opdrachtgever reden hebben om werk aansluitend te plannen of naar voren te schuiven, zodat zo’n ingespeeld team aan het werk blijft”.

> Borgen veiligheid op de werkvloer bij anderstaligheid. Omgaan met anderstaligheid heeft natuurlijk ook tactische aspecten. Hierbij horen de poortinstructie, de startwerkbijeenkomst, het werkvergunningen systeem en de LMRA als communicatie middel. Als onderdeel van de poortinstructie kunnen veiligheidsinstructies in meerdere talen worden gegeven en getoetst. Van Dijk; “Vaak zijn deze instructies heel vergelijkbaar voor verschillende opdrachtgevers en kunnen anderstaligen effectief worden geïnstrueerd. Een voorbeeld: de Deltalinqs veiligheidsinstructies zijn standaard beschikbaar in negen talen; Nederlands, Duits, Engels, Frans, Portugees, Pools, Spaans, Italiaans en Roemeens en worden digitaal gevolgd en getoetst. Bij een positief resultaat van de toets is de instructie twee jaar geldig en wordt deze direct geregistreerd in het examenregister. Indien de opdrachtgever gebruik maakt van het Digital Safety Passport worden de gevolgde instructies ook daarop geregistreerd. Je weet dan als opdrachtgever of in te huren mensen de vereiste (veiligheids)kennis hebben”.

Een belangrijk principe is om anderstaligen die alleen hun moedertaal spreken te beschouwen als niet-zelfredzaam. Geef hen via poortinstructie extra voorlichting over wat te doen bij noodsituaties. En, oefen vluchtroutes regelmatig.

> Stap voor Stap. Eenvoudig taalgebruik is noodzakelijk. Veiligheidskritische informatie, die specifiek is voor een werkactiviteit, moet stap voor stap worden gegeven aan anderstaligen. Bij de startwerk bijeenkomst controleert de leidinggevende of niet-

Nederlandstaligen de informatie begrepen hebben door hen actief bij de bijeenkomst te betrekken. “Zorg daarbij voor een ‘taalketen’ om de dag door te spreken én leerpunten van de vorige dag mee te nemen”, adviseert Van Dijk. “Als een meertalige collega hierbij als tolk werkt, moet hij of zij goed instructie kunnen geven. Bij vertaling door een meertalige medewerker dient de leidinggevende erop te kunnen vertrouwen dat de informatie juist is begrepen. Je versterkt dat vertrouwen door te surveilleren, medewerkers aan te spreken en hen te laten vertellen en hun te leren breder te kijken”.

“Maak ook werkvergunningen in meerdere talen beschikbaar. Stel eisen aan de vergunninghouder voor taalvaardigheid om de vergunning te begrijpen en te kunnen communiceren met de ploeg. En, gebruik de LMRA op de werkplek. Als de leidinggevende door taalverschillen de LMRA niet met de hele ploeg kan uitvoeren, laat dit dan doen een tweetalige collega met actieve betrokkenheid van zijn anderstalige collega’s. Zorg er verder voor dat de LMRA-kaart in meerdere talen beschikbaar bij de zowel de opdrachtgever als de contractor”.

Aanvullende praktische tips voor de werkvloer

Schrijf instructies in gewone taal, formuleer zinnen kernachtig en concreet, en gebruik taalniveau 2

Gebruik beeldtaal: dit zijn symbolen of afbeeldingen die de plaats innemen van een tekst. Hiertoe behoren ook pictogrammen over bijvoorbeeld de Life Saving Rules of Proces Safety Fundamentals

Gebruik beeldinstructies: een mimespeler legt met lichaamstaal de veiligheidsinstructies uit, of ontwikkel een animatiefilmpje zonder spraak

Geef anderstaligen die het Nederlands, Frans, Duits of Engels (minimaal) begrijpen een helmsticker waarmee visueel wordt weergegeven wie onmiddellijk kan worden aangesproken

‘Hoe

The EFNMS Maintenance Body of Knowledge

The European Federation of National Maintenance Societies (EFNMS), non-profit organisation gathering the National Maintenance Societies (NMS) of 24 European countries, has undertaken the development of a Maintenance Body of Knowledge (BoK). It contributes to the EFNMS mission to develop the maintenance profession and create a European maintenance culture.

tal, economic and social benefits and is an essential pillar for sustainability. The BoK must therefore contain knowledge on these areas and their relationship with maintenance.

Maintenance is a process, i.e. a set of actions, requiring knowledge to be performed. Thus, it is from the actions that we must start to identify the necessary knowledge for people involved in maintenance. The EN17007 standard, which describes the maintenance processes, forms the basis of this work, and allows knowledge to be structured according to its use. These thus become more concrete and directly linked to their implementation.

The BoK mainly focuses on know-how although other knowledge and competences are also essential and should be carefully assessed when looking for qualified personnel (e.g., manual skills). The know-how is established from maintenance subjects related to industrial issues (e.g., “Life cycle management”, “Maintenance & sustainability”, “Education and training in maintenance”, “Occupational risks in maintenance”, etc.), methods and techniques (e.g., “Total Productive Maintenance”, “Fault Diagnosis”, “Root Cause Analysis”, “Maintenance KPI”, etc.), areas of knowledge and practices (e.g., “ Work preparation & scheduling”, “Budget control”, etc.).

Over 75 subjects have been listed.

The objective of the EFNMS BoK is to define the landscape, scope, and the content of maintenance, so that this area is better understood, better identified and its importance within organisations is more clearly apparent. It is based on the European maintenance standards and in particular those describing the maintenance process (EN17007) and the qualification of maintenance personnel (EN15628).

To present the BoK content it is important to consider maintenance in its landscape and especially its relationships with three other domains in which it plays a leading role: Risk Management, Asset Management and Sustainability.

EFNMS launched a call for experts to write short and didactic texts, easily understandable by non-specialists. These texts are collected in a booklet which gives a general and introductory description of maintenance with a bibliography containing references for readers who want to know more.

‘

Coordinated with other processes (design, acquisition, production, etc.) maintenance contributes to physical Asset Management to increase competitiveness. By acting on the items’ reliability and maintainability and on the logistic support, it participates in risk management to prevent failures which can have severe consequences. By keeping assets in good condition during their life cycle, maintenance brings environmen-

I look forward to meet you all at EuroMaintenance in April where I would be very glad to discuss the BoK further with you. <

‘Let’s discuss the BoK at EuroMaintenance’

Antoine Despujols, EFNMS BoK Photo: Private Collection

Kort Platinum Rating Certification for Lubrizol’s Dahej manufacturing plant

Lubrizol Advanced Materials, Inc., inventors, and the largest manufacturers of CPVC compound worldwide have won the CII National 5S Excellence Award and received the Platinum Rating Certification for its manufacturing plant at Dahej for excelling in implementation of 5S System.

National 5S Excellence Awards was incepted in 2016 by the Confederation of Indian Industry (CII) for the manufacturing and service industries demonstrating successful implementation of the five-step methodology that aims to create and maintain a productive and organized workplace that reduces waste and increases efficiency. The concept of 5S constitutes the basic building block for competitive enhancement of industries across all sectors (both Manufacturing & Service). Given the importance of 5S concept, imbibing it shall help industry in marching ahead in domains of Competitiveness, Growth, Sustainability and Technology.

Lubrizol’s Dahej plant is the largest CPVC compounding plant in the country. Lubrizol supplies it’s FlowGuard Plus CPVC compound from this plant to its customers in South Asia. This plant has played a

key role in enabling clean water supply to nearly 100 million homes in South Asia.

Commenting on the achievement: Mr. Scott Mold - General Manager TempRite Engineered Polymers, said “The recognition is a result of our commitment towards environment sustainability & work efficiencies. We are honored to have been recognized by a prestigious industry body like CII. This achievement is a testimony towards our team’s contribution in implementing and sustaining 5S practice at our Dahej plant and I take this opportunity to thank my team for making Lubrizol a safe and productive workplace offering sustainable benefits to our customers”.

Around more than 75 industries participated for National 5S Excellence Award, out of which 37 industries were qualified and invited for Final presentation at CII Chandigarh basis successful 5S system site audits by CII Accessor. Founded in 1928, Lubrizol operates more than 100 manufacturing facilities, sales and technical offices around the world and has approximately 8,600 employees. <

Ontdek de mogelijkheden van Smart Maintenance voor Asset Management

Data, artificial intelligence en de cloud bieden de industrie nieuwe kansen om meer uit hun assets te halen. Smart Maintenance helpt om een hogere beschikbaarheid en output te realiseren, terwijl de kosten dalen. Ook voorspelt het wanneer onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk zijn. Genoeg reden voor de maakindustrie om de kracht van Smart Maintenance nader te verkennen. Maar waar begin je? HSO helpt ondernemers hierbij.

In de praktijk zie je dat organisaties niet altijd weten waar ze moeten beginnen met Smart Maintenance, hun project niet voorbij de Proofof-Concept fase komt of niet presteert conform business case. Senior Sales Manager bij HSO Javed Shams: “Het daadwerkelijk realiseren van business value uit Smart Maintenance is geen sinecure. Wij helpen daarbij. Wij leveren ICT- en consultancydiensten in de hele keten, die nodig zijn om tot Smart Maintenance te komen. Van de IT- en OT-laag tot het ontwikkelen van voorspellende modellen, data analytics en advies. Een goede eerste stap? Onze Envisioning Workshop”

Envisioning workshop

“Veel ondernemingen zijn nog bezig met het neerzetten van de basisvoorwaarden voor datagedreven asset management en onderhoud. Onze workshop is een perfecte manier om in weinig tijd kennis te delen, onze ervaring te laten zien en kansen in kaart te brengen. Om die vervolgens voor de deelnemer specifiek te maken”, zegt Enterprise architect Peter Buenk van HSO. Javed vult aan: “In de workshop werken we samen stapsgewijs een use case uit. Waarom is Smart Maintenance belangrijk, waarmee kun je het beste starten?

‘Het daadwerkelijk realiseren van business value uit Smart Maintenance is geen sinecure. Wij helpen daarbij.’

‘ ’

We laten geslaagde voorbeelden zien van andere use cases en gaan in op de laatste technologische ontwikkelingen. Als laatste stap stellen we samen met de participant een mogelijke use case inclusief business case vast voor zijn organisatie.”

Applicaties

HSO betrekt een heel team aan adviseurs en IT-specialisten en verwacht ook van de deelnemer dat hij serieus tijd steekt in de voorbereiding. Hoe ver een organisatie is met zijn digitalisering, is daarbij niet belangrijk, zegt Peter. “Afhankelijk van de status leggen we andere accenten.” Javed: “Onafhankelijk van waar de data zich bevinden, ontwikkelen we algoritmen die juiste inzichten genereren om de business vooruit te helpen. Deze inzichten kunnen worden gepusht naar de applicaties.”

Over HSO

HSO is een internationale business transformation partner met diepgaande industrie-expertise. HSO zet de kracht van het volledige Microsoft-platform in om de manier waarop onze klanten werken duurzaam te veranderen, hun digitale transformatie te versnellen en zo hun bedrijfsresultaten te verbeteren.

Wil je meer weten over de workshop? Neem contact op met info@hso.com voor een gratis factsheet of connect met Javed Shams of Peter Buenk via LinkedIn.

Van klein initiatief naar wereldwijd succes

Wat in 2012 begon als idee werd in 2016 werkelijkheid toen Marien van den Hoek, Steven Verver en Ron van Seeters besloten om gezamenlijk een bedrijf te starten. Terra Inspectioneering (voorheen RoNik Inspectioneering) is in 2019 samen gaan werken met Terra Drone. Inmiddels leveren ze hun expertise aan honderden Onderhoudsprofessionals bij zusterbedrijven in meer dan 30 landen.

Foto: Terra Inspectioneering

Terra Inspectioneering houdt zich bezig met industriële inspecties, met name gericht op de Process Industry. “Eigenlijk overal waar het vies, donker en moeilijk te bereiken is en waar je dus geen mensen in wilt zetten, voeren wij inspecties uit met drones” zo vertelt Marien van den Hoek, Commercial Director, co-founder en co-owner van Terra Inspectioneering. Dat vliegen in Confined Spaces is precies de reden waarom Terra Drone geïnteresseerd was in een samenwerking.

Wereldwijde samenwerking . Het gaat echter allang niet meer alleen om de ontwikkeling van technieken, inmiddels is het opleiden van professionals een belangrijke activiteit. “Het trainen van inspecteurs uit Singapore, Malaysia, Australië en ga zo maar door was voor ons ook nieuw. Dat hele proces is door de pandemie helaas ongeveer achttien maanden vertraagd, maar nu zijn we met een aardige inhaalslag bezig. De dronepiloten volgen bij ons in Vlissingen een training van veertien dagen waarna ze alles wat ze hebben geleerd lokaal moeten kunnen toepassen”.

Natuurlijk wordt er wel eens personeel over de grenzen uitgeleend, maar eigenlijk hebben alle bedrijven binnenTerra Drone een eigen werkgebied. “Momenteel zijn wij actief in de Benelux en een stukje van West-Duitsland. Maar, we zijn druk bezig om dependances in Duitsland en België op te richten. Voor België heb ik iemand op het oog die tweetalig is en daarmee ook goed richting Frankrijk en Zuid-Europa kan acteren. Uiteindelijk moet zich dat als een olievlek gaan verspreiden naar gebieden waar we op dit moment nog niet werkzaam zijn”.

Cultuurverschillen kan je overwinnen

tanks gaat, de EEMUA 159 voor Europa en de API 653 afkomstig uit Amerika die in de rest van de wereld wordt gebruikt. Hierdoor hebben de inspecteurs het al snel over hetzelfde.

Awards

Dit jaar heeft Terra Inspectioneering niet alleen de Shell Safety Excellence Award gewonnen voor veilig gedrag op locatie, ze wonnen ook de StocExpo Safety Technologie Award voor hun Terra UT Drone. Het winnen van dit soort internationale prijzen zorgt voor de nodige erkenning in de branche. “Het is niet zo dat grote bedrijven je opeens opbellen en inhuren, maar het winnen van dit soort prijzen is wel een bevestiging dat we goed bezig zijn. Dat we zover zijn gekomen met het bedrijfje dat we in 2016 met zijn drieën hebben opgericht, maakt me dan ook enorm trots”, aldus Van den Hoek die onlangs ook nog eens de iTanks Innovation Award 2022 won voor zijn inzet in de industrie.

Een van de belangrijkste redenen om niet alles vanuit Nederland te willen doen zijn de verschillen in cultuur. Van den Hoek; “Je moet ervoor zorgen dat je mensen inzet die in de lokale cultuur passen. Wij Nederlanders kunnen nogal eens een grote mond hebben en erg direct zijn en daar kan niet iedereen even goed mee omgaan. Dat was ook in het begin van de samenwerking met Terra Drone lastig. In de Japanse cultuur wordt meer afgewacht en daardoor is het soms best lastig om te ontdekken wat ze bedoelen”. Toch is dat cultuurverschil bij de inspecteurs onderling een stuk minder groot. Wereldwijd zijn er overigens maar twee normen als het om opslag- >

Foto: Terra Inspectioneering

’

‘

‘Van drie weken durende inspecties naar drie dagen durende inspecties’

Met drones de downtime verlagen

Het niet inzetten van mensen in krappe ruimtes is niet het enige voordeel van drones. Het inspecteren met drones zorgt er ook voor dat assets veel minder lang stil staan. “Een mooi voorbeeld daarvan was bij een van onze grootste klanten” vertelt Van den Hoek. “Zij waren met het inspecteren van een tank gemiddeld drie weken bezig met vijf man personeel. Wij hebben dat kunnen verlagen naar drie dagen inspecteren met vier man personeel en daar komt nog eens bovenop dat wij dat kunnen combineren met andere onderhoudswerkzaamheden. Als het onderhoudsteam werkt tot vier uur ’s middags, beginnen wij om vier uur met vliegen tot twaalf uur ’s avonds. Zo win je opeens drie volle weken”.

Procedures

Ondanks het feit dat drones dus bijdragen aan efficiënt onderhoud, wordt het helaas nog zelden meegenomen in onderhoudsconcepten. “Dat is precies het probleem waar we momenteel tegenaan lopen. In de Procesindustrie zijn procedures natuurlijk heilig. Zo gebeurt het vaak dat de verlener van de werkvergunning helemaal geen procedure heeft die beschrijft wat wij gaan doen. Er hoeft namelijk niemand meer naar binnen en dus is een zuurstof-meting niet nodig”. Zonder aanpassingen in de wet- en regelgeving zal dat dan ook de grootste barrière blijven. Maar er is ook goed nieuws: verduurzaming, industrie 4.0 en de instroom van de nieuwe generatie zorgen voor dat nieuwe technologieën, als het inspecteren met drones, sneller worden omarmd. Risk Based Inspectioneering (RBI)

is daarbij het belangrijkste speerpunt. “Als je dat kan bereiken en daarmee voor de plantmanger inzichtelijk kan maken wat het oplevert, dan ben je er” meent Van den Hoek.

Kansen

Van den Hoek geeft een voorbeeld: de Moormanbrug in Den Helder. “Bruggen hebben net als tanks spanten die met drones kunnen worden gemeten en dit zonder dat de brug hoeft te worden afgesloten. Zo kan je elk jaar even langs vliegen om het profiel te bekijken. Ondanks dat het mechanisme in principe hetzelfde is, houden wij ons hier nog niet veelvuldig mee bezig. We zijn pas in 2016 begonnen en er zijn nog zoveel meer mogelijkheden. Dat zal alleen maar groeien in de toekomst”.

Internationale ambities

Er is nog één groot project waar Van den Hoek mee bezig is, Houston Texas. “In de wereld bestaan drie plekken waar gezamenlijk 80 procent van alles dat met tanks en opslag te maken heeft zich bevint. Dat zijn de driehoek van Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen, Singapore en als laatste Houston Texas. Alleen in Houston zitten we nog niet en ik roep al jaren dat we daar naartoe zouden moeten gaan”. Inmiddels is de Japanse directie om en wordt er volgend jaar een bedrijf gezocht in Houston die zelfstandig inspecties uit kan gaan voeren. “Als ik het zelf ga doen wordt het echt het laatste project wat ik ga doen, want het wordt tijd om het stokje over te dragen aan de volgende generatie”. <

Foto: Terra Inspectioneering

KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN.

• Wat i s Asset Management?

• Hoeveel onderhoud is juist genoeg?

• Kunnen we met de onderhoudsfunctie waarde creëren?

• Wat is de rol van onderhoud binnen het Asset Management?

• Wat is Predictive Maintenance en hoe geef ik dit vorm?

WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD

PROJECTVOORMANAGEMENT STARTDATADIVERSEENGINEERS

• Post-HBO Onderhoudstechnologie Hoogeveen

• Master of Engineering in Maintenance & Asset Management

• Post-HBO Onderhoudstechnologie Utrecht

• Post-HBO Onderhoud en Asset Management

in-company (op maat)

Start 16 mei 2023

Start 4 september 2023

Start 5 oktober 2023

Start 12 ok tober 2023

www.cvnt.nl

TE LEREN

Internationale groeikansen Nederlandse defensie-industrie

Europa moet meer zelfredzaam zijn wat betreft de ontwikkeling en productie van defensiematerieel en munitie. De Russische inval in Oekraïne onderstreept dit. De verhoogde defensiebudgetten in Europa en Nederland geven momentum aan de extra inzet op een robuuste en innovatieve Europese defensie-industrie.

Het kabinet gaat diverse maatregelen uit zijn Defensie Industrie Strategie (DIS) de komende jaren met zo’n € 252 miljoen intensiveren. Dat schrijven ministers Kajsa Ollongren van Defensie, Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en staatssecretaris Christophe van der Maat van Defensie aan de Tweede Kamer.

De geopolitieke situatie en het internationale dreigingsbeeld vergen nauwe samenwerking met partners en bondgenoten. Daarom kiest het kabinet nu nadrukkelijk voor een actieve (internationale en

Europese) industriepolitiek gericht op het versterken van de defensiesector. Zo kan er sneller gehandeld worden naar aanleiding van bijvoorbeeld technologische ontwikkelingen, verschuivingen in de (defensie)markt en/of geopolitieke veranderingen.

> Nederland onmisbaar voor Europa. NLDTIB De Nederlandse Defensie Technologische en Industriële Basis (NLDTIB) ) bestaat uit bijna 1.000 bedrijven met een jaaromzet van € 4,7 miljard. Deze bedrijven zijn belangrijk voor de transformatie van de krijgsmacht en voor de versterking van de Europese strategische autonomie. De NLDTIB concentreert zich op de domeinen die van belang zijn voor onze nationale veiligheid en waar Nederland sterk in is. Nederland is daarmee van toevoegde waarde in Europees en trans-Atlantisch verband. Dat zijn onder andere radartechnologie, vliegtuigbouw en -onderhoud, sensortechnologie en de bouw van oppervlakteschepen. Kennisintensieve en hoogtechnologische Nederlandse defensiebedrijven hebben ook een belangrijke rol in internationale toeleveranciers-ketens.

> Verhoogd budget R&T en meer maatwerk. Defensie en EZK stelden in 2018 gezamenlijk de DIS op en bundelen ook nu hun krachten. Met een verhoogd budget gaat Defensie meer investeren in Research & Technology om te groeien naar € 76,7 miljoen in 2026. Ook groeit zogenoemde kort-cyclisch innovatie naar € 90 miljoen in 2026 om daarmee ook ecosystemen te versterken die voor Defensie relevant zijn. Defensie heeft ook geld gereserveerd om cofinanciering van innovatieprojecten via het Europees Defensiefonds mogelijk te maken. Via het zogenoemde innovatiefonds van de NAVO (NATO Innovation Fund) in oprichting komt de komende jaren durfkapitaal voor de ontwikkeling van technologie door startups en scale-ups. Nederland draagt hieraan bij met een totaal bedrag van circa € 56 miljoen.

‘Kasja Ollongren’ Foto: Martijn Beekman

Vanuit EZK is bovendien aandacht voor meer maatwerk voor de defensiesector. Het innovatie-instrumentarium van EZK moet beter toegankelijk worden, bijvoorbeeld via het thema veiligheid binnen het Missiegedreven Topsectoren en Innovatiebeleid (MTIB) en DeepTech Fonds. Het Industrieel Participatiebeleid is verder een belangrijk instrument om de NLDTIB te versterken en internationaal te positioneren. Ook maakt het kabinet zich hard voor de toegang tot de financiële dienstverlening door de defensiesector. Er komt wetgeving om ongewenste investeerders en overnames te voorkomen. Defensie en EZK willen met deze maatregelen de Nederlandse defensie-industrie versterken en een sterke plek binnen de Europese samenwerking en het NAVO-bondgenootschap claimen.

> Werkbezoek aan Maintenance Valley F-35 in Woensdrecht.

Minister Adriaansens en staatssecretaris Van der Maat brachten onlangs een bezoek aan de Maintenance Valley voor de F-35 op Vliegbasis Woensdrecht om meer te horen over deze samenwerking, ook voor de lokale industrie. Verschillende bedrijven, zoals Boeing, Specto en de Luchtmacht lieten de bewindspersonen zien hoe de specifieke defensiebehoefte samen met Defensie en EZK wordt ingevuld, ook in internationaal verband. Brancheorganisaties NIDV, VNO-NCW en FME hebben een belangrijke rol hierbij om het Nederlandse MKB en start-ups te verbinden aan andere (internationale) partijen. De bewindslieden gaan op korte termijn met hen om de tafel hierover.

Dit succesvolle ecosysteem bij Woensdrecht is een goed voorbeeld. De kracht van deze Maintenance Valley is te vertalen naar andere domeinen van de krijgsmacht. Zo wordt er samengewerkt aan de ontwikkeling van een maritieme Maintenance Valley in Den Helder, onder andere in het kader van de verwerving van de nieuwe onderzeeboten. Daarbij is internationale coördinatie vereist, zowel door overheid als industrie.

‘Duplicatie van ontwikkelingen in Europa voorkomen’

EU en NAVO

Ook binnen de EU en de NAVO is er drang om gezamenlijk de Europese industrie en militaire slagkracht te verhogen. Het belang van samenwerking, standaardisatie en interoperabiliteit bij verwerving van toekomstig materieel is daardoor toegenomen. Nederland wil hierin voorlopen.

Door meer internationale materieelsamenwerking wordt de gezamenlijke gereedheid verhoogd en fragmentatie tegengegaan. Nederland wil een voortrekkersrol hierin vervullen. Voorbeelden zijn de samenwerking met België en Duitsland en deelname in toekomstig Europese en trans-Atlantische defensiematerieelprogramma’s, vergelijkbaar met het F-35 programma.

Voortreffelijk multi-site maintenance

Excellentie is een eeuwenoude aanspreekvorm die letterlijk ‘uwe voortreffelijkheid’ betekent. In de industrie kennen we de term ‘Operational Excellence’ en doordat maintenance hierin een belangrijke rol speelt, is de term ook in dit vakgebied inmiddels common knowledge. Met Maintenance Excellence streven we naar de hoogst mogelijke performance. Een prachtige uitdaging, maar hoe voer je dit door op meerdere fabrieken wereldwijd?

Grote bedrijven met meerdere vestigingen wereldwijd noemen we multi-site companies. Door groei, verhuizing of overname ontstaan soms nieuwe vestigingen in nieuwe landen. Dit impliceert dat het goed gaat met het bedrijf, maar het zorgt ook voor een enorme uit-

daging. Hoe laat je al deze fabrieken – met verschillen in processen, talen, culturen, time zones en IT systemen – allemaal op excellente wijze presteren? En bestaat er überhaupt één excellente aanpak die overal kan worden doorgevoerd?

’

‘‘Van ‘not invented here’ naar draagvlak creëren’

> Cultuurverschillen

“Er ligt een enorm potentieel om van elkaars best practices te leren, maar dit is geen eenvoudige opgave”, bevestigt Guy Delahay, Managing Partner binnen Mainnovation. Delahay vliegt regelmatig naar andere continenten om multi-site companies te adviseren op het gebied van onderhoud en Asset <anagement. “Zonder te willen generaliseren: in Amerika zijn ze gewend aan een top-down approach en áls het management inderdaad de juiste lijn weet uit te zetten, kan dit goed werken. Als… Duitsland is meer hiërarchisch. Wanneer ook de baas aan tafel zit, houdt de medewerker zich gedeisd. In Aziatische landen zie je dat sterk rekening gehouden moet worden met het groepsgevoel. En Nederlanders hebben het imago open en vrijgevochten te zijn. Een monteur kan tegen de directeur zeggen dat hij een beter idee heeft. Als dit dan weer een Amerikaanse manager is, zou dit kunnen botsen”.

> Ideologieën

Toch loont het de moeite om te kijken of de verschillende fabrieken van elkaar kunnen leren. Om Maintenance Excellence te realiseren kiezen veel organisaties voor methodes die dit ondersteunen. Delahay noemt dit ‘the battle of the ideologies’. Bedrijven kiezen ervoor om op alle fabrieken Total Productive Maintenance (TPM) of Reliability Centered Maintenance (RCM) te implementeren. “Dit leidt vaak tot top-down opgelegde programma’s waarbij je voorbij gaat aan adaptatie, commitment en draagvlak. Er worden dan best practices aangewezen vanuit kwalitatieve metingen die op sommige fabrieken helemaal niet aan de orde zijn ”.

Ook wordt er een Global Maintenance Excellence Champion benoemd die het project moet leiden. “Dit kan goed werken, maar dit moet wel iemand zijn met – daar is dat woord weer – voortreffelijke kwaliteiten. Flair, leiderschap en doortastendheid. Maar ook iemand met mandaat. Mag hij beslissingen nemen of alleen maar adviseren?

En dan nog kan deze functionaris aanlopen tegen een muur van weerstand. ‘No invented here’ zeggen de medewerkers, die vooral geloven in hun eigen manier van werken”.

> Draagvlak

Is het dan een onbegonnen opdracht? “Zeker niet”, zegt Delahay. “Je moet je alleen bewust zijn van de valkuilen”. Cultuurverschillen, weerstand tegen een top-down aanpak en verschillen in targets, prioriteiten en actieplannen. “En dat kan. Met onze VDMXL methodologie is er bijvoorbeeld meer ruimte voor fabriek specifieke oplossingen. Het gaat veel meer over het verbinden van mensen. Gezonde competitie bewerkstelligen tussen sites is goed, maar je moet wel appels met appels vergelijken: dus goed benchmarken en de juiste KPI’s met elkaar vergelijken”. Ook is het belangrijk om iedereen mee te nemen, om draagvlak te creëren. “Bied ruimte aan ownership en kennisuitwisseling en vier successen. En geef inzicht in elkaars resultaten en KPI’s. Op die manier creëer je stap voor stap bereidheid om andere – betere – werkwijzen en EAM-systemen te gaan implementeren. Multi-site verbeteren”. <

Foto: Mainnovation

Let’s share

The first few weeks of the new year are usually all about looking ahead. Experts who predict trends for the year, people making their new year’s resolutions (and trying to stick to them), companies finetuning their plans and strategies. For me, as a Maintenance Professional, if I look at 2023 there’s one big event that stands out: EuroMaintenance 2023 | www.euromaintenance.net

> Empowered to perform MaxGrip will also be heavily involved in the conference. At our consultancy firm, we have worked hard to bring together various perspectives on asset management for EuroMaintenance this year. We are skilled at bringing together people and perspectives within companies across the globe in many different industries and with various technology partners. After 25 years in business I can safely say that we know how to empower companies to perform and get the results they require.

> Our clients’ perspectives I am especially proud of the two key note presentations and five workshops that MaxGrippers will host during the conference. These are presentations given by clients such as Waternet, the Public Water Authority of Amsterdam, TenneT, the Dutch transmission system operator, ONE-Dyas (oil & gas exploration and production company) and Victrex (chemical company) as well as presentations with partners like IFS Ultimo and LNS Research.

This year, the Dutch Maintenance Society (NVDO), in close corporation with the EFNMS (European Maintenance Federation), is organizing the biannual conference, which is held in Rotterdam (Ahoy) from April 17th until 19th. As a board member of the NVDO, I am very proud of our maintenance society (the largest of Europe) and country to host such a great event. With a theme of ‘Asset Management at its best’ and a strong program in place including an exhibition, I expect the event to be a great success. Together we will make Rotterdam the maintenance capital of Europe!

A personal new year’s resolution I made is meeting more clients and relations face to face. EuroMaintenance will be an excellent opportunity for me to engage with other Maintenance Societies, participants, conference guests, clients, partners, and others. Let’s share our perspectives on asset management and inspire each other to make 2023 the best year yet for all of us.

Marcel Morsing Senior BD consultant/Board Member NVDO

‘Marcel Morsing, MaxGrip/Boardmember NVDO’ Foto: MaxGrip

Human factor

The Maintenance workforce has grown again. However, there are challenges facing the sector. For example, the increasing ageing of the population is causing a high average age (46 years), an increase in the number of vacancies (15 vacancies per maintenance organisation) and an increase in the outflow (8,9%). Of the outflow, a large group (43,5%) leaves the organisation because of retirement.

In the coming years, efforts should be made to increase the inflow of new personnel. One way to achieve this is by attracting more women (current share 8,4%) and more people with a migrant background into Maintenance. Furthermore, efforts should be made to retain these groups within the maintenance organisation.

The rosy picture of the sector is that there is increasing confidence in recruiting enough staff. 60% of companies say they are confident

about attracting enough technical staff and 71% say they are confident about attracting enough technological staff. The outflow due to dissatisfaction has decreased (35,5%), which means that Management and Maintenance is an attractive sector to work in.

Let’s discuss the changes at the EuroMaintenance Inspiring Table ‘Human Factor; Opportunities instead of problems’

Foto: NVDO

Asset performance management versus safety

Incidents and accidents are almost always due to a complex of factors. Human failure in the broadest sense (such as shortcomings in safety awareness, competencies, instructions, communication) is in the majority of the incidents one of the most important basic causes. At the same time lifetime extension and replacement of assets by assets with the same or one additional functionality are the most important measures to an aging asset base to keep in operation. Asset owners are more likely to plan to implement a functional improvement when replacing assets. Reasons for investing in such targeted

improvements include the need to meet higher production targets. Other reasons are the stricter climate and energy targets and the use of the possibilities offered by smart assets.

What do the aging asset base and security have to do with each other?

Let’s discuss the challenges at the EuroMaintenance Inspiring Table ‘Asset performance management versus Safety’

Smart industry versus sustainability

Maintenance organizations are aware of the ever-increasing sustainability within Management and Maintenance and are aware (87%) of the sustainability objectives that their organization sets. Even though sustainability already has a high priority, we see that one of the main difficulties that organizations face when implementing sustainable initiatives in the field of Management and Maintenance is to release a budget (45%) and making sustainable investments profitable (48%). However, the Management and Maintenance sector is well on its way, with 91% of those surveyed already investing their organization in

energy saving and efficiency. The transition to a circular economy is also well underway and the importance of it is recognized. Sustainability offers several benefits that can be achieved with the right amount of attention. For example, it brings cost savings, makes a positive contribution to reputation management, ensures satisfaction both internally and externally, and offers certainty for the future.

The workshops, the conference and the inspiring tables provides tools to contribute with maintenance to the sustainable goals of your organization!

From immediate cost-savings to achieving net zero

By mid-2022, an oleochemical plant in the Netherlands, was facing a seven-fold increase in energy costs. A leader in hydrogenating vegetable oils into solids for use in food, cosmetics and countless other everyday products, the hydrogenation process depends on steam, steam that is made using natural gas.

Unable to pass on the increased price pressures, they asked Royal HaskoningDHV if it could identify cost-cutting opportunities. The company was doubtful – its hydrogenation process was already felt to be pretty efficient – but it doesn’t hurt to ask the question amid a global energy crisis. Bart Vander Velpen, Director Net Zero Industry at Royal HaskoningDHV; “They were astonished that, despite their already high efficiency, we were able to identify a number of issues that they had not been able to see. All by using data”.

> Strategic versus tactical Asset Management Royal HaskoningDHV, a long-established engineering consultancy, is fast evolving into an engineering and Asset Management specialist. Where once its role ended when an engineering project concluded, its Asset Management team can show you how to make further improvements on an ongoing strategic basis. The driver? Data. “We support the creation of professional Asset Management organisations that can

use data to set strategic goals for their assets and improve their work processes, structures, responsibilities and accountability year after year,” explains Michelle Ham-Oudkerk, Associate Director Asset Management Consultants at Royal HaskoningDHV.

In essence, where an engineering team will focus on a single issue, Royal HaskoningDHV’s Asset Management specialists employ data to consider the complete picture over a longer timeframe. By securing, analysing and using data to make the best short, medium and longterm decisions, they can help the client to future-proof its assets – its physical resources – and make both strategic and everyday decisions that weigh performance, costs, risks and so on both immediately and down the line. “Having access to data enables you to keep these in balance and to make the right decisions at the right moments,” says Ham-Oudkerk.

Foto: Royal HaskoningDHV

> Deep insight into how the organisation really works Asset Management’s integrated approach reflects the fact that today, through data, we can get a far better insight into all the ways in which processes, work structures, responsibilities, sign-offs, lifecycles, life expectancy, maintenance schedules and so on overlap with and impact on each other. And then there are strategic issues like CO2 reduction, managing energy costs, circularity, adapting to a shrinking labour pool and more. The implication here is that in managing your assets, you shouldn’t just think about CO2 reduction, say, but also consider things like circularity, extending a maintenance period, automation or robotisation and when to replace an ageing asset.

This is the difference between traditional maintenance management and the data-driven Asset Management that Royal HaskoningDHV advocates. Ham-Oudkerk; “An Asset Management policy should apply to every aspect of the work floor, and everything you do should align with the organisation’s strategy and top management goals”.

She gives the example of a company that wants to end its reliance on gas by 2030. This will involve switching to renewables. In the meantime, at local level, a unit has plans to move from oil to gas, because gas is cleaner than oil. The problem with this from a strategic Asset Management perspective, is that such a move now could prove to be a waste if shortly after the unit has to re-engineer its operations to run on renewables. Multiply this one example across dozens or even hundreds of projects and maintenance cycles and you get an idea of the complexity.

And this is where data comes in. Through dashboards at tactical and strategic level, Royal HaskoningDHV helps organisations to align individual decisions with the wider strategic Asset Management goal. Basically, it helps individual teams avoid making choices that, unintentionally, undermine or complicate the wider strategic ambition.

> What gets measured gets improved

So what of the oleochemical plant? Back to Bart Vander Velpen; “We began as we always do by collecting data, in this case to understand their steam use –when, how much, continuously or intermittently – and the first thing we saw was that they were generating more steam than they were using”. And not just a little more, either. Initially, Royal HaskoningDHV expected they could reduce their energy needs by 9% a year. In reality, the team found a potential 14% reduction. “This was just the

‘It begins with better data and smart Asset Management’

‘ ’

easy wins,” notes Vander Velpen. “We also saw that, with some investment, they could reduce their energy consumption by up to 30%. Among the opportunities the data revealed were fixing leaks and the realisation that the plant’s operators were, in effect, demanding that steam should be continuously on tap while their operation was in effect a batch process”.

> An integrated approach to costs savings … and net zero

Throughout, Vander Velpen and his team of strategists, data specialists, programme managers, and engineers followed their usual approach to strategic Asset Management: collecting data, analysing it, validating assumptions with the client, verifying these conclusions and then moving to implementation.

This is the same methodology that Royal HaskoningDHV uses throughout its Asset Management service, and the same approach the firm advocates for the much bigger challenge facing industry: moving to net zero. “Vander Velpen; “You cannot get to net zero if you are wasting a lot of energy. It will cost too much. So, first, you have to optimise the performance of your current installation. Make savings. And making savings also helps you to understand your process better and who is responsible for what. Next, you need the required insights from data, which means you need to install sensors, to develop specific dashboards that can present the data in a practical way. Then you need to train your facility people or maintenance people in strategic, data-driven Asset Management. Once you have this in place, you can start to build a roadmap towards net zero”. <

CALL TO ACTION: Royal HaskoningDHV is a sponsor of EuroMaintenance 2023, where it will be holding two Asset Management workshops, one on Smart Industry and the other on Sustainability.

To find out more about Royal HaskoningDHV Asset Management services go to royalhaskoningdhv.com

‘Bart Vander Velpen’ Foto: Royal HaskoningDHV

‘Michelle Ham-Oudkerk’ Foto: Royal HaskoningDHV

Tuesday18April:11.00-11.45AM

Asset Manager 2.0, the ticket to a successful Asset Management organization

Everyone knows his / her qualities and points of attention (self-reflection). Keytopic is the growth of personal efficiency and ownership throughout your Asset Management organization. All this leads to more efficient collaboration, more costefficient and goal-oriented work from an Asset Management perspective.

HumanFactor

Tuesday18April:12.00-12.45PMWednesday19April:11.00-11.45AM

Why Employees Stay – a psychological perspective

It’s the quitting trend that just won’t quit. People areswitching jobs and industries, moving from traditional to non-traditional roles, retiring early, starting their own businesses or perhaps this is due to the ageing population. Competition for talent remains fierce. What if, despite offering good salary payouts, attractive compensation packages, and generous incentives, your talent still leaves your company at the end of the day. Clearly, your talent is seeking more than what you can pay them.

How Clustered Maintenance Boosts Waternet's Employee Efficiency and Satisfaction

Waternet, the water authority of Amsterdam and surrounding area is the only water company inthe Netherlands that is dedicated to the entire water cycle. Waternet has to deal with the challenge of an ageing workforce, among other things. By implementing clustered maintenance or mini-turnarounds, they have rapidly found a way of anticipating that challenge.

AssetPerformanceManagement

Monday17April:11.00-11.45AM

How TenneT’s Maintaining the Grid futureproofs maintenance, harmonizes efforts across countries and balances workload

TenneT wanted to focus on their asset investment planning (balance work-load) while still maintaining the grid across the disciplines in the Nether-lands, Germany and off-shore. The challenge was to keep preparing and planning for the long-term while keeping maintenance of assets going and taking the shortage of technical staff into account.

MaxGrip and Jos Slangen, TenneT

Monday17April:2.00-2.45PM

Optimizing your Rotating Equipment Performance

Do you optimize theperformance from your Rotating Equipment? Or are you regularly surprised by Rotating Equipment that lets you down when it's most needed? Or because of the unexpectedlyhigh costs of maintenance and repair? SKF helps you maximise the reliability and output of your machines and your production process, while reducing the Total Cost of Ownership throughout the life cycle.

Monday17April:12.00-12.45PM

Asset Monitoring, how to implement it?

With an asset monitoring system, you can monitor your assets and improve their performance. It’s about predicting breakdowns, but also about reducing energy consumption, improving quality of your products, reducing scrap, increasing stability, and even letting your assets operate without human supervision. Implementing an asset monitoring system requires a thorough analysis of your goals and assets, reliable sensors, anintelligent platform, and good follow-up.

Martin van den Hout, Agidens

Monday17April:2.00-2.45PM

Maintenance within Asset Management

This workshops gives direction for the maintenance activities within physical Asset Management framework. The principle aims of the workshop are to: get understanding about the content of physical Asset Management as a framework for the maintenance activities.

Monday17April:12.00-12.45PM

The Intelligent Factory and the Future of Maintenance: real customer cases!

There’s a lot of buzz around IoT, conditionbased and predictive maintenance. But where to start to really make it work? In this workshop, EnterpriseAsset Management (EAM) meets Asset Performance Management (APM). APM technology collects data from machinery, tools, and other maintenanceintensive assets. By using practical customer examples, participants will be inspired on how to practically integrate production data with maintenance data to evolve towards datadriven Asset Management.

Carlijn Donders and Patrick Beekman, Ultimo

Tuesday18April:11.00-11.45AM

Multisite benchmarking and Maintenance Excellence at RoyalFrieslandCampina

Egon Doyer, SKF

In this workshop, we elaborate about themain challenges in a multi-site environment (common language, different IT systems, cultural differences, operating conditions, language), how to standardize and to develop a common language with VDMand how to determine current performance andto set realistic targets. Information about the approach for assessing plants is given yearly, rating excellence by tangible KPI Metrics and CMMS based Dashboards.

Remco Jonker, Mainnovation

XL

Michael van den Dungen Bille and Wilco Schot, Performico

Erik van den Hoff, Techsharks

Erwin de Witt, MaxGrip and Henri Broekhuijsen, Waternet

Ernstjan Meinen,

Janez Tomazin, EAMC

Tuesday18April:12.00-12.45PM

Problem Solving & Root Cause Analyse with more speed, more effectiveness and more fun!

Think about the main characteristics of a F1 pitstop: They are short and effective, caused by crystal clear roles and tasks, excellent preparation, very well trained routines and an optimal and visually designed workplace (the pit). Why not use those same standards if an engineer cannot solve a problem on its own, but requires co-operation with colleagues? Participants of this workshop will receive supporting tools which you can use the next working week.

Ron Vonk and Jan Willem Vernhout, CoThink

Wednesday19April:11.00-11.45AM

Creating a Reliability Living Program

Pro Reliability Management Consultancy LLC have developed a powerful and innovative online digital platform called AssetCoreXL that integrates essential reliability engineering tools to your plant assets whilst creating a living program over the life cycle. AssetCoreXL aligns Enterprise Asset Management (EAM) systems to core reliability data that resultantly transforms qualitative decisions to quantitative predictions through data analytics. The presentation will provide attendees an insight on the benefits of a data driven decision making process during a live demonstration.

Paul Daugalis, Pro-Reliability Solutions

Tuesday18April:2.00-2.45PM

Tracing and eliminating the source of PQ (Power Quality) faults

With three real cases of Power Quality (PQ) faults the audience will learn to recognize symptoms of PQ faults. Three real cases are specifically selected in order to show the wide range of PQ faults.

Tuesday18April:2.00-2.45PM

Successful EAM system deployments: data, systems, processes and people

In deploying an EAM system, it is important to include all facets of an organization in the change in order to besuccessful. These are: data & systems, processes and people (roles & responsibilities, culture& way of working). We have joined forces to bring you our pragmatic insights across all organizational components, we share best practices and inspirational client case examples.

Jan Verploegen, VeriteQ

Wednesday19April:12.00-12.45PM

Improve the Asset Availability/ cost ratio by focused spare parts inventory control Ideas and methodologies towards improved Asset Availability due to a substantial reduction of delay times caused by logistics and spare parts availability. These suggestions go along with huge reductions in inventory value on the balance sheet and variable costs of the spares supply chain.

Niek Dillerop, MaxGrip and Freddy Vos, IFS Ultimo Software Solutions

Wednesday19April:12.00-12.45PM

How to successfully support remote technicians with innovative ICT solutions

In asset-intensive industries, regular maintenance of enterprise assets is crucial for smooth and efficient operations. Increasingly complex hardwareand elaborate maintenance tasks, field technicians working in remote settings and lack of expert knowledge, leads to more errors and longer downtimes. With the TeamViewer Frontline integration, organizations can extend the capabilities of SAP Service and Asset Manager enabling them to: Reduce operational costs, Optimize maintenance processes, Boost workforce productivity, Improve knowledge transfer and training and Improve first-time fix-rates.

Safety

Monday17April:11.00-11.45AM

Musculoskeletal Disorders (MSD’s); the consequences for maintenance personnel

The workshops consist of two different sessions:

Body mapping of the work-related MSD's and symptoms

Workplace hazard mapping.

The participating workers, divided into smaller mixed groups accordingly, will be asked to fill out a specific flipchart body diagram and a questionnaire. Upon completion all the material is gathered for evaluation, in order to outline the corresponding conclusions and statistical results.

Monday17April:11.00-11.45AMMonday17April:2.00-2.45PM

Explosion safety on the workfloor

To ensure the explosion safety on the workfloor, you first have to know where the explosion risks are. In this very interesting and unique workshop we would like to immerse you inthe different dangers, risks, cases and how you can translate these to awareness in the practical work field. And, we offer an insight into the influences that technological advances like hydrogen have on the policy with respect to explosion safety.

Safety and Energy savings on our compressed air system

Workshop with demonstration the ease in finding leaks, and explain that finding and fixing leaks can save a lot of money. Another aspect is safety. Explosion, implosion are absolutely related to leaks, this is what will be discussed during the workshop.

Jürgen Donders, Gordian Logistic Experts BV

Bart Elshout and Erik van de Ven, Ideo

George Scroubelos, EHSEC

Arthur Hilton, ROVC Technical Educations

Peter Boon, UE Systems Inc

Tuesday18April:11.00-11.45AM

Organizational Qualitative Culture Assessment

Safety Culture gaps comes largely from the fact that there is a different perception among the various organizational levels on how to implement a Health & Safety Management System. The workshop will give the opportunity to the participants to use the Six Pillar Tool to qualitatively assess their Organization’s Safety Culture level. The Workshop serves as a benchmarking as well as a training module since each participant identifies the management elements that, if implemented, may lead to effective accident prevention

George Scroubelos,

Wednesday19April:11.00-11.45AM

Ensure Health & Safety procedures during asset maintenance

Nowadays, ensuring health and safety in the workplace is even more important than before. High importance is placed on the safety of our employees and customers and are socially and legally obliged to do everything possible to ensure this. When organizations fail to ensure safety, the consequences are incalculable. Employees are put into potentially dangerous work situations with all the consequences.

Tuesday18April:12.00-12.45PM

Asset Integrity Management: How to Manage the Safety Critical Element Risk Asset Integrity Management Concept Safety critical Element Definition Safety Critical Element Risk Management: FRACAS, Anomaly System andRisk assessment Safety Critical Element Inspectionand Preventive Maintenance to mitigate the risk Safety Critical Element Routine Management based on Layer of protection. Practice in the Asset Integrity Management Software Integrity PRO to enable the attendees to experience the asset integrity Management Process.

Tuesday18April:2.00-2.45PM

The unknown side of familiarization

We cover cultural andcummunicative errors in multidicsciplinairy enviroments. Goal is to (together with the audience) deepen the understanding of incorrect assumptions and how to prevent this, using a clear and refeltive approach.

SmartIndustry

Monday17April:11.00-11.45AM

Ultrasound – case-by-case solution

This workshop is a collection of five different cases where Ultrasound was successfully used in detecting and resolving problems, as well as preventing a problem in the first place and/or mitigating its consequences. The five areas of application that will be discussed are: Gearbox, Electrical motor, Lubrication, Low-speed bear-ing and Leaks. The cases shown are highlighting Ultrasound capabilities as a sole CM technology used, as well as part of the multi-technology approach in mature CM systems.

Monday17April:12.00-12.45PMMonday17April:2.00-2.45PM

Improving asset reliability by leveraging OT & IT data to reduce unplanned outages

Which data can be used to predict / detect potential failures. Participants may be surprised tolearn how much data is already available tomake this happen; even without having to invest in additional sensors. The workshop also focuses on what needs to happen within the organization to benefit from the insights; as this new situation may be perceived as a potential threat of current jobs.

Trouble implementing your VR training innovation?

Transform your VR demonstrator into a sustainable and future ready and flexible Multi Reality training tool. Real life business case (introduction). Demonstration how to create interactive VR training based on flexibility bydesign. This will be facilitated via a live demo of the method used.

Haris Trobradovic, SDT

Kaj Rook en Ronald de Kok, MaxGrip

Rudi Dullens, BlueTea BV

EHSEC

Eduardo Calixto, ECC

Sander Momberg, The Lean Six Sigma Company

Charles Grisel, SOA People

Tuesday18April:11.00-11.45AM

Robots doing maintenance?

Robotics seeks for new fields of application, not necessarily related with productive tasks. Moreover, reliability will be the key transversal function to be empowered within these “automated” organizations and Artificial Intelligence will provide (in fact, it is providing…) robots with new analytics and decision-making capabilities that boost their autonomy. Robotics has been widely used in the manufacturing processes, but in other activities such as maintenance their use is barely limited to simple inspections.

Wednesday19April:12.00-12.45PM

Offshore platform of the future: digital Asset Management strategy for ONE-Dyas’s fully connected and automated platform

ONE-Dyas, together with its partners Hansa Hydrocarbons and EBN, intends to extract natural gas from field N05-A and from surrounding fields in the German and Dutch North Sea. Platform N05-A will be the first Dutch offshore gas treatment platform in the North Sea to run entirely on wind energy. During the workshop we will share and discuss challenges we have come across.

Tuesday18April:12.00-12.45PMWednesday19April:11.00-11.45AM

Practical issues in maintenance data collection, processing and analysis

Experience and lessons learned by the instructors in their research projects, mainly within the NL Ministry of Defence, will be shared. Aspects like data collection, preprocessing, accessibility and quality of data will be covered, as well as some challenges in interpreting the data for the maintenance decision making. In the second part of the workshop, issues brought in by participants will be discussed.

Smart Production Planning with AI

Learn how AI and the Production Planner goes hand in hand. Technology alone does not provide the ultimate solution. Expert knowledge in combination with technology is still the key to success. Learn from the experts and get inspired by real life demo.

Sustainability

Monday17April:12.00-12.45PM

Maintainability of assets: a pillar of sustainability

The objective of the workshop is to show how maintainability isdefined and can be specified and measured. The workshop aims to give participants a method of evaluating assets before acquisition or to specify them during the design phase. It is based on a French standard project carried out by experts from different industrial sectors

Tuesday18April:2.00-2.45PMWednesday19April:11.00-11.45AM

Additive Manufacturing and the added value for Maintenance

Additive manufacturing (3D printing) offers many opportunities and possibilities, such as improved performance, complex design geometries, single step manufacturing and warehousing optimization. There are numeral benefits formaintenance, like production on demand, short supply chain and stock reduction. Consider the added value in the production and maintenance of equipment, tools or machinery.

Wednesday19April:12.00-12.45PM

One of the leading causes of premature equipment failure is lubricant contamination

Thermal Spraying and lasercladding: how, why and applications

This workshop explains how the different thermal spraying processes and lasercladding priciples work. Also explanation why these techniques are used. What is the benefit of these processes for theindustry. And why this is used based on various practical examples.

In fact, up to 40% of maintenance costs are related to lubricants, making proper lubrication management critical to profitability. However, lubrication management is not expensive due to oil prices alone. The downtime associated with changing oil – and throwing it away – is also expensive. In addition, it is a very inefficient and unsustainable way to use a valuable, non-renewable resource. But what if you could use the same oil over and over?

David Lopez , Sisteplant

Tiedo Tinga, Netherlands Defence Academy

Thomas Meersseman, The Grain

Marc Broekhoven, MaxGrip and Michel Mens, OneDyas

Antoine Despujols, AFIM

Erik van der Garde, Oceanz 3D Printing

Roelof Vedder, Revamo BV

Pascal Verhoie, SKF

EuroMaintenance and MaintenanceNEXT in perfect synergy

Everybody who matters in the industrial maintenanceworld can be found in Rotterdam Ahoy on 18, 19 and 20 April 2023. Several thousands of maintenance professionals and technical service providers will then be attending the leading technology and maintenance exhibition in the Benelux: MaintenanceNEXT.

They are coming to the exhibition to acquire new knowledge and expertise and to be immersed in the latest new technologies, innovations, technical solutions and high-tech products that the many exhibitors will be showing. MaintenanceNEXT offers three days of the latest and the best of the industrial maintenance sector.

> More than 11.000 visitors “When we got the opportunity to combine our Maintenance NEXT exhibition with EuroMaintenance, we did not hesitate a moment” says Pieter Bas Dujardin, exhibition manager of Maintenance NEXT. During the exhibition, more than 250 national and international exhibitors will present the most important innovations in the field of (industrial) maintenance on the exhibition floor, which is visited by more than 11,000 visitors every two years. Dujardin explains; “To add such a well-known conference with international top speakers to the exhibition is a great opportunity and makes Rotterdam the maintenance capital of 2023”.

Saskia Vernooij, General Manager Exhibitions & Events bij Rotterdam Ahoy; “At Rotterdam Ahoy we love nothing more than organizing wonderful events. We are therefore eager to get back to work with

everything on the agenda. A high quality congress such as EuroMaintenance, with international allure and top speakers, is really adding value to that agenda. Because of the corona pandemic, not only we, but the whole of Europe has had to wait too long for this essential congress for the sector. The fact that it is taking place at the same time as our own exhibition, Maintenance NEXT, strengthens both initiatives. We are continuing our earlier plans from 2021 to establish the largest maintenance platform in Europe. In the third week of April 2023, we will bring together the entire chain of maintenance professionals and treat them to inspiring presentations, workshops and demonstrations. That is why I am eagerly looking forward to the renewed collaboration to make Rotterdam ‘The maintenance capital of 2023”.

‘Rotterdam becomes the Maintenance Capital of Europe in April’

’

‘EuroMaintenance and Maintenance Next take place in Ahoy Rotterdam’ Photo; Ahoy

EMAM Survey for Maintenance, Asset Management and Service business EMAM Survey 2023

Fill

For Privacy Policy / Data Protection, please follow the link: http://www.efnms.eu/privacy-policy-data-protection/

The survey results will be published during the Euromaintenance 2023 event in Rotterdam Netherlands 1719 of April 2023.

Event webpage: https://www.euromaintenance.net/

The respondents will also get a copy of the survey report, in case You have left us Your E-mail address (question 68).

Thanks already in advance for Your valuable input!

In case You have any technical problems with the survey or You want to comment the Survey, please contact Mr Jaakko Tennilä (jaakko.tennila@kunnossapito.fi). Please mark Your enquiry/comment with a text ”EMAM Survey 2023”

INFORMATION OF THE SURVEY CONTENT

The survey consists of following parts, based on Your choices in questions 4 and 24 You are guided to answer a selected set of questions.

1 - 4 General questions

* 5 - 12 Production related questions

* 13 - 17 Service and equipment

manufacturer related questions

* 18 - 23 General questions

24 Your choice of interesting topics (5 set of questions).

* 25 - 30 Education & Training

* 31 - 38 Maintenance assesment

* 39 - 45 ICT, Digitalization, Industry 4.0

* 46 - 55 Asset management

* 56 - 66 Health & safety

67 - 68 Survey feedback, info

BRANDED CONTENT <

Kwart minder storingen dankzij Pro-Actief Maintenance

Verbeterde stand-tijden en minder storingen aan de rotating equipment; maintenance manager Maarten Habets is content met de Pro-Actief Maintenance aanpak van zijn dienstverlener Pro Rotating. “Tegenwoordig zitten ze ons achter onze broek aan.”

Habets is maintenance manager bij een petrochemische fabriek in de Botlek. Hij zag zijn dienstverlener een ontwikkeling doormaken van ‘correctief en uurtje-factuurtje’ naar een proactieve, meedenkende en moderne technisch dienstverlener. “Tegenwoordig zitten

ze ons achter onze broek aan met voorstellen voor RCA’s op bepaalde rotating equipment of het aanpakken van bad actors. De samenwerking is open en direct. We hebben maandelijks overleg en dan komt alles op tafel.”

PRO ACTIVE MAINTENANCE

Het optimum zoeken

Pro Rotating onderhoudt en reviseert en geeft advies over alle soorten rotating equipment. De technisch dienstverlener heeft locaties in Rotterdam, Groningen en Amsterdam. Met zijn Pro-actief Maintenance aanpak – met bijbehorende online dashboard voor de klant

voor

– zoekt Pro Rotating het optimum tussen reactief en voorspelbaar onderhoud. Inspectierondes en metingen zijn daarin cruciaal.

25 procent minder storingen

“We hebben samen eerst het laaghangende fruit geïdentificeerd en inmiddels ook geplukt. De stand-tijden van de pompen bijvoorbeeld zijn hierdoor flink verbeterd. Het aantal storingen is vorig jaar met pakweg 25 procent gedaald door de nieuwe aanpak. De correctieve kosten namen met bijna 20 procent af.”

Veiliger

De nieuwe manier van werken brengt nog een voordeel met zich mee. “We hebben minder emissie van gevaarlijke stoffen, omdat pompen nu eerder aangepakt worden als er kleine lekkages zijn aan de seals. We zien het simpelweg eerder door de looprondes van Pro Rotating.”

Software en klantenportal

Pro Rotating ontwikkelde eigen software waarmee de klant actueel inzicht krijgt in zijn equipment. Alle equipment staat erin, inclusief de bill of material. De onderhoudshistorie en eventuele storingen worden erin vastgelegd evenals inspectierapporten en handleidingen. “Een waardevolle bron van informatie voor de reliability engineer.”

Als in het verleden een onderdeel faalde waardoor de productie stilviel, was de neiging om direct een reserve ‘op de plank’ te leggen. Dat gebeurt niet zo snel meer, zegt Habets. “We kunnen er nu een gedegen analyse en onderhoudsplan tegenover zetten waardoor we veel geld besparen. Die andere aanpak en dat innovatieve denken probeer ik intern aan te jagen. We moeten wel slimmer werken, ook vanwege het tekort aan technici. De aanpak van Pro Rotating helpt daarbij.”

‘

’

‘De software is een waardevolle bron van informatie

de reliability engineer’

De industrie is verantwoordelijk voor 52 procent van de totale CO2-uitstoot

Wie aan de energietransitie denkt, denkt al snel aan elektriciteit en waterstof.

Maar Renewable Iron Fuel Technology (RIFT), ontstaan uit studententeam SOLID aan de Technische Universiteit Eindhoven, is ervan overtuigd dat ook ijzer als brandstof onmisbaar is voor een duurzame toekomst.

De circulaire brandstof die het bedrijf produceert, is voor de industrie een ideaal alternatief voor gas. Onlangs won de start-up de Gerard & Anton Awards: een prijs voor de meest veelbelovende start-ups uit de Brainport-regio. CEO Mark Verhagen vertelt hoe het bedrijf ervoor staat.

> Hoe werkt het? Het systeem van RIFT werkt als volgt: ijzerpoeder wordt verbrand in een ketel. Hierbij komt veel warmte vrij voor bijvoorbeeld warmtenetten. Wat overblijft is roestpoeder. Met waterstof kun je dat weer omzetten in ijzerpoeder, waardoor het poeder ‘opgeladen’ wordt en er een circulaire brandstof ontstaat. Hoe efficiënt is het gebruik van ijzerpoeder in vergelijking met bijvoorbeeld waterstof? “Een van de kenmerken van ijzerpoeder is dat je het gemakkelijk kunt opslaan en transporteren. Waar waterstof tijdens het transport aan efficiëntie inboet, is dat bij ijzerpoeder nauwelijks het geval. Onze techniek verliest echter wel wat meer efficiëntie tijdens de productie van de ijzerbrandstof. Maar uiteindelijk kom je uit op een relatief hoog rendement van 65 tot 81 procent”.

> Waarom heeft de wereld ijzer als brandstof nodig? Verhagen; “Er is nog steeds een afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, maar het is tijd om koolstofarm te worden. Op dit moment zijn er twee alternatieven om dat mogelijk te maken: waterstofverbranding en elektrificatie. Het waterstofnetwerk voldoet echter niet en

elektrificatie kan niet voldoen aan de behoeften van grote bedrijven”. Eigenlijk blijft dus een groot deel van de puzzel ongevuld. IJzerbrandstof is een ideale oplossing. Want die technologie kun je eenvoudig overal toepassen”.

> In welke fase bevindt RIFT zich momenteel? “We zitten in de ‘proof of concept’-fase. We hebben nu twee centrales draaien: onze productie-installatie op het Energy Demo Field in Arnhem en onze stookinstallatie in. In Helmond en Arnhem staan nu de eerste systemen ter wereld die de techniek in zijn geheel kunnen bewijzen. Verhagen is enorm trots dat ze dat met het team en de partners voor elkaar hebben gekregen. De eerste testresultaten zien er ook goed uit, de sleutelelementen werken. “Dat is ook een mijlpaal, want op basis daarvan kunnen we met investeerders verder”.

> Commercieel interessant? “We gaan de techniek verder optimaliseren. We moeten er bijvoorbeeld voor zorgen dat het systeem goed draait en een zo hoog mogelijk energierendement haalt. Het systeem moet ook betrouwbaar zijn voor langdurig gebruik. Als we dat eenmaal hebben, dan we gaan nadenken over de kleine lettertjes. We moeten ervoor zorgen dat ons systeem aan alle wet- en regelgeving voldoet. En naast het optimaliseren van ons systeem staan we voor nog een grote uitdaging. We zijn namelijk op zoek naar versterking van ons team. We zijn nu met 16 man en willen opschalen naar 20”.

“Uiteindelijk is ons doel om in 2050 een gigaton CO2 per jaar te besparen. Ik hoop dat we dan een grote bijdrage leveren aan de wereldwijde energievoorziening”. Gas, olie en kolen behoren dan tot het verleden en elektriciteit, waterstof ook ijzerpoeder behoren tot de energievoorziening van de toekomst. <

‘

’

‘Samen met senior experts in de industrie brengen we het potentieel van de Iron Fuel Technology™ naar de markt’

Interview met een AI chatbot

Nieuwe toepassingen van Artificial Intelligence pakken de laatste maanden het podium. Met het platform openai.com is het mogelijk om op basis van allerlei bronnen antwoorden te krijgen op uiteenlopende vragen. De site is gratis na registratie en de bronnen zijn actueel tot 2021. Maar wat valt er te vinden over de onderhoudsmarkt en de internationale verhoudingen?

> Aansluitend op het thema internationaal onderhoud van deze editie van VAM leggen we de chatbot van openai.com een aantal vragen voor, te beginnen met de vraag: Hoe groot is de markt voor industrieel onderhoud in de Benelux? OpenAI; “Ik heb geen recente cijfers over de grootte van de markt voor industrieel onderhoud in de Benelux. Mijn kennis cut-off date is in 2021, maar volgens een rapport van MarketsandMarkets uit 2019 was de markt voor industrieel onderhoud in de Benelux in 2018 geschat op 3,56 miljard dollar, en wordt verwacht dat deze tegen 2023 zal groeien met een CAGR (Compound Annual Growth Rate) van 4,6%”.

> Verdelingen per sector. OK, de bronnen zijn bij tot 2021, maar zijn er in die gegevens ook verdelingen per sector te maken, zoals procesindustrie, chemie, food, infra en gebouwde omgeving? OpenAI; “Ik heb geen recente data beschikbaar over de verdeling van de markt voor industrieel onderhoud per sector in de Benelux tot 2021. Maar in algemene termen, Procesindustrie zoals olie en

gas, chemie, farmaceutische en voedingsmiddelenindustrie zijn doorgaans grote afnemers van industrieel onderhoud omdat deze sectoren complexe en vaak kostbare installaties en uitrusting gebruiken die regelmatig onderhoud nodig hebben om veiligheid, prestaties en betrouwbaarheid te garanderen. Infrastructuur en gebouwde omgeving zijn ook sectoren die veel behoefte hebben aan industrieel onderhoud voor hun gebouwen, bruggen, wegen, energie-installaties, et cetera”.

> Als we dan wat verder kijken, hoe verhouden de Nederlandse en Europese industrie zich op het gebied van onderhoud? OpenAI; “De Nederlandse industrie is een van de meest geavanceerde en efficiënte industrieën in Europa. Nederland heeft een uitgebreide infrastructuur voor transport en logistiek, en een hoog ontwikkeld en technologisch geavanceerd bedrijfsleven, met name in sectoren zoals chemie, olie en gas, en landbouwtechnologie. Deze sectoren hebben vaak complexe en kostbare installaties en uitrusting waar veel onderhoud voor nodig is”.

Foto: NVDO

> Andere focus dan de rest van Europa. De chatbot vervolgt; “De Europese industrie als geheel is ook sterk, met name in sectoren zoals automotive, lucht- en ruimtevaart, en energie. De Europese Unie heeft een aantal richtlijnen vastgesteld die van invloed is op industrieel onderhoud, zoals de Machine Directive, die eisen stelt aan de veiligheid van machines en de richtlijn voor arbeidsbescherming, die eisen stelt aan de veiligheid en gezondheid van werknemers in de industrie. In vergelijking met andere Europese landen, heeft Nederland een minder arbeidsintensieve industrie en een grote focus op automatisering en technologie, dit zorgt voor efficiëntere productie en minder onderhoudsbehoefte. Ook zijn er veel bedrijven die zich richten op technologie en diensten voor industrieel onderhoud, zowel binnen Nederland als in de rest van Europa”.

> Capaciteit. Er is veel werk op verschillende niveaus, maar is er voldoende capaciteit om aan de vraag te voldoen?

OpenAI; “In algemene termen, de groei van de markt voor industrieel onderhoud kan leiden tot een grotere vraag naar onderhoudsdiensten en -middelen. Bedrijven die in de markt actief zijn, kunnen groeien en hun capaciteit uitbreiden om aan deze vraag te voldoen, of nieuwe bedrijven kunnen zich op de markt vestigen. Echter, er zijn ook factoren die de capaciteit kunnen beperken, zoals een tekort aan gekwalificeerd personeel, of problemen met het verkrijgen van benodigde onderdelen of materialen”.

> “Bedrijven die onderhoudsdiensten verlenen, moeten ook investeren in nieuwe technologieën en innovaties om efficiënter en effectiever te kunnen werken”. De chatbot vult aan; “Als de vraag naar onderhoudsdiensten groter is dan de capaciteit van de markt, kan dit leiden tot prijsverhogingen, langere wachttijden voor onderhoud en een grotere druk op bedrijven om hun capaciteit te vergroten. Het is belangrijk om in gedachten te houden dat het moeilijk is om een exact antwoord te geven zonder specifieke gegevens over de huidige capaciteit en de groei van de vraag in de Benelux in de industrieel onderhoudsmarkt”.

Europa loopt voor op de Verenigde Staten als het gaat om technologie. En als we kijken naar de onderhoudssector in de Verenigde Staten, hoe is die in relatie tot de Europese industrie OpenAI: ‘De onderhoudssector in de Verenigde Staten is groot en divers en omvat een brede waaier van industrieën, waaronder olieen gas, chemie, energie, transport en infrastructuur. De Verenigde Staten is de grootste producent van olie en gas in de wereld en heeft een grote industrie in chemie en energie. Dit zorgt voor een grote vraag naar industrieel onderhoud.”. Het vervolgt; “In vergelijking met Europa, is de industrie in de Verenigde Staten meer arbeidsintensief en er is minder focus op automatisering en technologie. Dit kan een grotere behoefte aan onderhoud veroorzaken, maar ook meer mensenwerk bieden. Ook de bedrijven die zich richten op technologie en diensten voor industrieel onderhoud zijn in grote aantallen aanwezig in de Verenigde Staten”.

“De Verenigde Staten heeft een grote en geavanceerde industrie, met veel investeringen in onderzoek en ontwikkeling en heeft een hoge technologische geavanceerdheid. Dit kan leiden tot innovaties in industrieel onderhoud, waardoor het efficiënter en effectiever kan worden uitgevoerd. In vergelijking met Europa, heeft de VS een gro-

>

Foto: NVDO

‘In vergelijking met Europa, is de industrie in de Verenigde Staten meer arbeidsintensief en er is minder focus op automatisering en technologie’

tere markt, maar dat betekent niet per definitie dat deze efficiënter of groter is, dit hangt af van de specifieke sectoren waar je naar kijkt. Er zijn veel verschillen tussen de twee markten, zoals cultuur, wetgeving, regulering en economische situatie”.

Onderschat het Oost niet. En als we naar het Oosten kijken, hoe verhoudt de onderhoudsindustrie in Aziatische landen zich ten opzichte van Nederland?

OpenAI; “De onderhoudsindustrie in Azië varieert sterk van land tot land en hangt af van verschillende factoren, zoals de grootte van de economie, de sector waarin een land zich specialiseert en de beschikbaarheid van technologie en arbeidskrachten. In algemene termen: landen als Japan en Zuid-Korea hebben geavanceerde industrieën en een hoge technologische geavanceerdheid en zijn daarom sterk vertegenwoordigd in sectoren zoals automobiel, elektronica en machines. Deze sectoren hebben vaak complexe en kostbare installaties en uitrusting die regelmatig onderhoud nodig hebben. Azië is de grootste markt voor industrieel onderhoud, met de grootste groei van de vraag in landen als China en India. Deze landen hebben snel groeiende economieën en hebben veel geïnvesteerd in infrastructuur en industrie, waardoor een grotere vraag naar onderhoudsdiensten ontstaat. Ook zijn er veel bedrijven die zich richten op technologie en diensten voor industrieel onderhoud in deze landen”.

De chatbot vervolgt; “In vergelijking met Nederland hebben Aziatische landen vaak een grotere arbeidsintensiviteit en minder automatisering en technologie in hun industrie. Dit kan leiden tot een grotere behoefte aan onderhoud, maar kan ook meer mensenwerk bieden. In termen van onderhoudsindustrie, Nederland is een van de meest geavanceerde en efficiënte industrieën in Europa. Nederland heeft een uitgebreide infrastructuur voor transport en logistiek en een hoog ontwikkeld en technologisch geavanceerd bedrijfsleven, met name in sectoren zoals chemie, olie en gas, en landbouwtechnologie. In vergelijking met Azië, heeft Nederland een minder arbeidsintensieve industrie en een grote focus op automatisering en technologie, dit zorgt voor efficiëntere productie en minder onderhoudsbehoefte”.

Nederland toch wel de allerbeste? Om een beetje de vaktrots aan te wakkeren stellen we de vraag: Heeft Nederland de beste onderhoudssector?

OpenAI; “Het is moeilijk om te zeggen of Nederland de beste onderhoudssector heeft, omdat dit afhangt van verschillende factoren en subjectief is. Nederland heeft een geavanceerde en efficiënte industrie, met veel expertise en ervaring in sectoren zoals chemie, olie en gas, en landbouwtechnologie. De Nederlandse onderhoudssector is

Foto: NVDO

geautomatiseerd en technologisch geavanceerd, waardoor de industrie efficiënte productie en minder onderhoudsbehoefte heeft. Ook zijn er veel bedrijven in Nederland die zich richten op technologie en diensten voor industrieel onderhoud. Maar er zijn ook andere landen met zeer geavanceerde en efficiënte onderhoudsindustrie, zoals bijvoorbeeld Duitsland, Zwitserland en Zweden, die bekend staan om hun efficiëntie, kwaliteit en technologie op dit gebied”.

De chatbot gaat een laag dieper; “Het is belangrijk om te bedenken dat de onderhoudsindustrie zich vaak richt op specifieke sectoren, zoals de chemie, olie en gas, en landbouwtechnologie, en dat een land dat sterk is in een bepaalde sector, niet noodzakelijk de beste is in andere sectoren. Ook kan de grootte van de industrie een rol spelen in de vergelijking, kleinere landen kunnen soms efficiënter zijn door minder bureaucratie en een kleiner aantal spelers”. <

De antwoorden worden gegeven op basis van bronnen tot 2021 en zijn indrukwekkend maar redelijk generiek. Vandaar de vraag: Welke informatie heb je in de toekomst nodig om meer over deze sectoren te kunnen vertellen?

OpenAI: ‘Om meer te kunnen vertellen over de onderhoudssector in Nederland, Europa en Azië en hoe deze zich verhouden tot elkaar, zou ik de volgende informatie nodig hebben:

• Actuele cijfers over de grootte van de markt voor industrieel onderhoud in Nederland, Europa en Azië, evenals verdelingen per sector zoals procesindustrie, chemie, food, infra en gebouwde omgeving

• Informatie over trends in de markt, zoals groei van de vraag, nieuwe technologieën en innovaties, en veranderingen in regulering en wetgeving

Duidelijk, als ik dit gesprek verwerk tot een interview voor een vakblad, en ik vertel daarbij duidelijk dat het met chat.openai.com is gemaakt, mag ik het dan gewoon gebruiken?

‘OpenAI heeft geen bezwaar tegen het gebruik van de informatie die u hier krijgt voor redactionele doeleinden. Het is wel belangrijk om te vermelden dat de informatie die ik je gegeven heb afkomstig is van een chatbot en dat ik geen toegang heb tot de recentste data, of specifieke kennis over de onderhoudsindustrie in Nederland, Europa en Azië. De informatie is ook niet specifiek voor uw bedrijf of situatie en dient als algemene kennis”.

• Gegevens over de capaciteit van de markt, zoals het aantal bedrijven, het aantal werknemers en beschikbaarheid van middelen en materialen

• Informatie over specifieke bedrijven en hun prestaties en innovaties in de onderhoudssector.

• Analyse over de economische situatie in de betreffende landen, en de impact daarvan op de onderhoudsindustrie.

Met deze informatie kan ik een meer compleet beeld geven over de onderhoudssector in Nederland, Europa en Azië en hoe deze zich verhoudt tot elkaar. Houd er wel rekening mee dat de informatie zou moeten worden gevalideerd voordat het als waarachtig wordt beschouwd.

‘

’

‘In termen van onderhoudsindustrie: Nederland is een van de meest geavanceerde en efficiënte industrieën in Europa’

Roadmap helpt OCI om alle puzzelstukjes tot een geheel te brengen

OCI Terminal Europoort werkt aan het uitbreiden van de terminalcapaciteit. De terminal bereidt zich hiermee voor op de toenemende vraag naar ammoniak. Vanwege de uitbreiding is het noodzakelijk om het onderhoud uit te besteden en naar een nog hoger plan te brengen, vertelt maintenance manager Jelle Takarindingan.

Het uitbesteden van het totale onderhoud als strategische keuze is niet uniek, beseft Takarindingan. “Voor ons is het echter een grote stap. We hadden alles nog in eigen beheer”. Gerben de Ruiter, Unit manager Services bij Equans die het onderhoud overneemt: “Het is niet vanzelfsprekend dat een asset owner zegt ‘ik kan dit niet meer zelf en ik kies bewust voor een partner’. Het is nu aan ons om prestatiegericht te leveren en het uitgesproken vertrouwen waar te maken”.

> Geen gewone terminal . De OCI-terminal is ideaal gelegen om de opkomende vraag naar ammoniak voor het bunkeren van zeeschepen te faciliteren. De terminal kan in de toekomst ook gaan fungeren als een hub voor waterstof die wordt geïmporteerd in de vorm van ammoniak uit regio’s met hernieuwbare bronnen (zoals het Midden-Oosten en Noord-Afrika). Omdat de vraag naar ammoniak in heel Europa naar verwachting flink zal toenemen, investeert OCI in het uitbreiden van de terminalcapaciteit. De terminal omvat nu

‘Ammoniak moleculen’ Foto: NVDO

vijf opslagtanks voor (aqua) ammoniak en demiwater. Verder zijn er assets als stoomketels, luchtcompressoren, blusinstallaties, warmtewisselaars, koeltorens, laadarmen en meer. Alles is ‘modern’, legt Takarindingan uit. “We zijn ook geen gewone opslagterminal. We hebben hier een levendig product met specifieke kenmerken”.

> 3 miljoen ton per jaar. Het uitbreiden van de terminal gebeurt in vier fasen, legt projectmanager Jordy Hack van OCI uit. “De huidige, eerste fase betreft het verhogen van de doorzetsnelheid.” De Europoortterminal kan op dit moment 400.000 ton ammoniak per jaar op en overslaan. Door een investering te doen aan de bestaande infrastructuur zal de opslagcapaciteit toenemen naar 1,2 miljoen ton. Deze eerste fase moet volgend jaar gereed zijn. Daarna zal de terminal verder worden uitgebreid. De ontwikkelingen voor een nieuwe ammoniakopslagtank en uitbreiding van de steigers loopt, waarmee de opslagcapaciteit kan toenemen naar 3 miljoen ton per jaar. In eerste instantie is de ammoniak bestemd voor de productie van kunstmest en bunkeren van schepen. In de toekomst kan groene ammoniak – als drager van waterstof - van pas komen om aan de vraag naar waterstof in Europa tegemoet te komen. OCI verwacht over enkele jaren grote stromen groene ammoniak uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten te kunnen opslaan. Takarindingan: “Er loopt een studie naar een backcrack-installatie om van de groene ammoniak weer waterstof te maken”.

> Tender. Takarindingan; “De assets zullen meegroeien met de uitbreiding en daarmee ook de maintenance-organisatie. We hadden alles nog in eigen beheer. We waren bijvoorbeeld gewend om ook onze eigen leidingwerken en constructies te fabriceren. Daarvoor zijn we gecertificeerd. Engineering en werkvoorbereiding doen we met eigen mensen, de uitvoering veelal met inhuur. Dat laatste werd steeds lastiger door het tekort aan technici in de markt en dat was een voorname reden om een strategische partner te zoeken”. Er werd een tender uitgeschreven en aan drie partijen werd gevraagd een voorstel in te dienen. Hack; “We wilden per se een multidisciplinaire partij die verantwoordelijk kon en wilde zijn voor alle disciplines. Dat maakte de spoeling wel een stuk dunner”.

De eerste stap op weg naar een tender was het opnieuw beschrijven van het onderhoudsproces, legt Takarindingan uit. “Maintenance functionarissen hadden vaak meerdere rollen en we wilden duidelijker maken wie waarvoor verantwoordelijk is”. Hack; “Daar hebben we de aantallen correctieve en preventieve werkorders tegenaan gezet zodat je weet wat de workload is om die rollen in te vullen. Dat was belangrijke input voor de tender”. Zoals gebruikelijk bij tenders werden de aanbiedingen beoordeeld en gewogen op aspecten als financiële aanbieding, soft skills en HSE. Hack: “Maar ook het invullen van de functieprofielen en de bedrijfspresentatie zijn beoordeeld en punten aan toegekend”. Uiteindelijk werd de aanbieding van Equans als beste beoordeeld.

> Maintenance roadmap. Centraal in de aanpak van de technisch dienstverlener staat een maintenance roadmap die als leidraad dient om een hoger niveau van maintenance te realiseren. Hack: “De roadmap is een van de aspecten waarmee Equans punten scoorde

’

‘

‘We wilden per se een multidisciplinaire partij die verantwoordelijk kon en wilde zijn voor alle disciplines’

en die helpt om inzichtelijk te krijgen waar je staat als onderhoudsorganisatie. Het helpt je ook om de stip op de horizon helder te krijgen: waar wil je als maintenance organisatie naar toe? Die stip kán predictive maintenance zijn, maar dat hoeft niet per se.” De Ruiter: “Onze eerste zorg is het beheersen van de werkprocessen. Daarna kun je assetgericht werken aan voorspelbaar onderhoud. De roadmap moet je zien als een stappenplan om beter te worden in aspecten als continuous improvement en verbeterprojecten. Binnen de roadmap realiseren we die verbeteringen op een beheerste manier met stakeholders van productie en asset management. Je kunt namelijk geen verbeteringen binnen maintenance realiseren zonder andere belangrijke stakeholders daarbij te betrekken”.

> Internationale kennis. Hack; “Voor Equans werkt de roadmap eigenlijk net andersom: voor hen is het een handvat om hun kennis over ammoniak en later mogelijk waterstof te vergroten”. De Ruiter knikt; “Voor ons is het cruciaal om ons te verdiepen in deze domeinkennis teneinde optimaal te presteren. Wij hebben al veel internationale kennis op deze domeinen en de roadmap helpt ons om die kennis in Nederland op structurele wijze te laten groeien”. Takarindingan; “We zitten nu in het proces van het bepalen van onze positie op de roadmap: de nulmeting. Daarnaast moet Equans kennis nemen van de systemen waarmee wij werken”. Hack; “De eerste een tot twee jaar zijn we bezig om de organisatie op orde te krijgen met de juiste man op de juiste plek. We proberen mensen overigens gemotiveerd te houden door ze op meerdere locaties te laten werken. Dat betekent dat je mensen als het ware in- en uitfaseert. Op die manier ontstaat een grotere pool van mensen die kennis hebben van onze installaties waardoor je minder gevoelig bent voor schommelingen in het personeelsaanbod”.

> Geloven in partnership. De Ruiter; “We onderkennen de arbeidsmarktproblematiek en het tekort aan gekwalificeerde technici. Daarom zetten wij in op het boeien, binden en behouden van medewerkers, onder meer door ontwikkeltrajecten. Dat werpt zijn vruchten af. En als specifieke kennis lokaal niet beschikbaar is kunnen we een beroep doen op de nationale en internationale organisatie achter ons”. Vanwege die personeelsschaarste kiest de technisch dienstverlener voor klanten waarin ze geloven, voegt De Ruiter toe. “We pakken niet alles meer aan. Het moet echt een partnership zijn waarin beide partijen geloven”.

> Prestatiedoelen halen. Het samenwerkingscontract is formeel nog niet rond, maar zeker is dat de dienstverlener de geformuleerde prestatiedoelen moet halen. De Ruiter; “Als we onderpresteren is dat in principe ons probleem, met de bijbehorende financiële consequenties”. Takarindingan; “Het doel van deze samenwerking is om de integriteit van de assets op hetzelfde hoge niveau te houden, of zelfs nog hoger, door het initiëren van verbeterplannen en het standaardiseren van werkzaamheden. We zijn nu zelf bezig om het gedrag van de compressoren te monitoren en de data daarvan te analyseren. Daar kan Equans ons vast en zeker bij helpen”.

Takarindingan; “We hebben altijd alles in eigen hand gehad, dus dit is een spannende exercitie voor ons”. De Ruiter; “Wij zien dat ook en daarom is er een stuurgroep opgezet die de ontwikkeling van het contract en de samenwerking borgt. Goede communicatie is daarin essentieel. Hoe we dat samen gaan invullen, gaan we nog vaststellen. Zo zijn er dus nog heel wat puzzelstukjes die we samen en met behulp van de roadmap tot één geheel moeten brengen”. <

‘OCI Terminal Europoort’

‘Slimmer smeren’ met de MAXX-app van Van Meeuwen

Goed smeertechnisch onderhoud en een goed smeerschema zijn belangrijke voorwaarden voor een betrouwbaar productieproces met een maximale output en zo weinig mogelijk storingen. Echter, in de praktijk resulteert een smeerschema door allerlei omstandigheden vaak niet in wat het zou kunnen brengen. Toch zijn goede resultaten zeker mogelijk. Vanuit die ervaring heeft het familiebedrijf Van Meeuwen Lubrication uit Weesp haar eigen smeertechnische onderhoudssoftware en -app ontwikkeld: S)MAXX. In de volgende vier stappen legt Rienk Minderman, Innovator bij Van Meeuwen, uit hoe productiebedrijven daarmee worden ondersteund en ontzorgd.

Stap 1: De toegevoegde waarde van een smeerschema op maat

‘Het komt zelden voor dat een machinehandleiding precies de situatie op de productievloer beschrijft, zoals de bedrijfsomstandigheden of de eisen die gelden bij voedselveilig smeren,’ begint Minderman. ‘Onze experts zorgen juist wel voor deze aanvullende informatie en daaraan gekoppelde verbeterslagen en komen zo tot een compleet smeerschema op maat.’

Stap 2: Dynamisch smeren, registreren en actualiseren ‘Eén van de belangrijkste hulpmiddelen voor de onderhoudsplanning van machines is tegenwoordig de onderhoudssoftware en -app voor een digitaal en online smeerschema, vervolgt Minderman. Daarom hebben wij ons eigen onderhoudssoftwareplatform ontwikkeld: S)MAXX. Met S)MAXX kun je het smeertechnisch onderhoud uitstekend en dynamisch plannen, uitvoeren, registreren, borgen én continu verbeteren volgens barcodes op alle smeerpunten.’

Stap 3: Analyseren, visualiseren en slimmer smeren

Volgens Minderman vormen trends of afwijkingen in data uit S)MAXX de aanleiding voor verbetertrajecten: ‘Voorbeelden zijn het verleggen van smeerpunten, het verlengen van smeerfrequenties en dataverzameling door sensoren, oliemonsternames en data uit andere bronnen. Alle machines, installaties en smeerpunten, alle smeermiddelen en smeerfrequenties, alle handelingen en taken zijn in S)MAXX opgenomen. Het hele pakket is inclusief een foto- en rapportagedatabase. Een voordeel is ook de koppeling met alle actuele, digitale productbladen, veiligheidsbladen (en voedselveiligheidsregistraties) van de gebruikte smeermiddelen.

Stap 4: Strategisch inzetten

‘Hierdoor krijg je actuele informatie en nieuwe realtime inzichten voor het datadriven verbeteren van de planning en de kwaliteit van het smeertechnisch onderhoud,’ geeft Minderman tot slot aan. ‘Denk aan beter voorbereiden, efficiënter plannen en effectiever aansturen. Bovendien ben je beter voorbereid op smeertechnische inspecties of kwaliteitsaudits. Hierdoor is de S)MAXX-app zeer praktisch en hoort het dan ook tot de vaste uitrusting van onze eigen smeertechnische specialisten die bij klanten het onderhoud uitvoeren. Met een goed ingericht smeerschema zorgt S)MAXX 24 uur per dag voor een flexibele en dynamische manier van maintenance management.’

Nieuwe duurzame gevangenis in Dendermonde ingehuldigd

Het nieuwe complex biedt plaats aan 444 gedetineerden en voorziet in een duurzame, moderne en humane detentie. Vincent Van Quickenborne, viceeersteminister en minister van Justitie en Noordzee; “De opening van de nieuwe gevangenis betekent voor het personeel en de gedetineerden eindelijk een moderne en deftige infrastructuur om in te werken en in te leven”.

Foto: Regie der Gebouwen

Dendermonde wordt de eerste gevangenis in Vlaanderen waar er detentiebegeleiders aan de slag gaan, zodat gedetineerden vanaf dag één worden bijgestaan in hun traject richting een succesvolle terugkeer naar de maatschappij. Van Quickenborne; “Door de krapte op de arbeidsmarkt was het niet evident om voldoende personeel te vinden om de nieuwe gevangenis te kunnen openen en de volledige capaciteit te kunnen benutten. Maar dankzij de versnelde aanwervingsprocedure hebben we onder meer op de jobdag 39 mensen kunnen aanwerven. We verwachten de komende weken bovendien nog een 80-tal indiensttredingen. De oude gevangenis gaan we eerst renoveren en daarna langer openhouden, als maatregel tegen overbevolking in de gevangenissen”.

> Op weg naar herintegratie. Mathieu Michel, Staatssecretaris voor Digitalisering, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Privacy en Regie der Gebouwen, toegevoegd aan de eerste minister; “We brengen de gevangenisinfrastructuur van Dendermonde van de 19de naar de 21ste eeuw. Na de nieuwe gevangenis van Haren, openen we nu deze van Dendermonde. De Regie der gebouwen draagt verder bij tot een humane en moderne visie op detentie en zorgt voor optimale omstandigheden voor zowel de gedetineerden als het gevangenispersoneel. In dit nieuwe complex worden de gedetineerden zo goed mogelijk voorbereid op hun herintegratie in de samenleving, met lokalen en ateliers om te werken, opleidingen te volgen of activiteiten te organiseren. Dit zal het recidivepercentage verminderen en bijdragen tot het wegwerken van de overbevolking van onze gevangenissen tegen 2030. De gevangenis is duurzaam en energiezuinig, met in totaal 774 zonnepanelen op de daken”.

> Technologie maakt zorgtijd vrij. Caroline Criel, inrichtingshoofd van de gevangenis van Dendermonde; “Naast de gevangenis van Haren zullen ook in Dendermonde voor het eerst detentiebegeleiders en veiligheidsassistenten werken. Zij zullen zich kunnen specialiseren in het professioneel handelen en de specifieke opdrachten van deze nieuwe profielen. De aanwezige technologie zoals bv. de meer dan 680 camera’s die de statische bewakingsopdracht deels ondervangen, het virtueel bezoek of het sanitair op cel die het aantal bewegingen zullen doen verminderen, zullen hen bovendien tijd en ruimte geven om in te zetten op het interpersoonlijk contact en empathisch handhaven. Samen zullen zij de nieuwe detentiecultuur dragen en bevorderen. Al deze elementen zullen het detentieverloop, de voorbereiding op de reclassering en een geslaagde re-integratie bevorderen”.

> Een publiek-privaat partnerschap. Het gevangeniscomplex werd gerealiseerd via een DBFM-procedure (Design, Build, Finance en Maintain). Dat is een publiek-private samenwerking, waarbij een privépartner het ontwerp, de bouw, de financiering en het onderhoud van de penitentiaire inrichting voor zijn rekening neemt. De gevangenis werd gerealiseerd door het consortium Poort van Dendermonde. Het consortium stelt het gebouw gedurende 25 jaar ter beschikking aan de federale staat, die hiervoor een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding betaalt. Op het einde van het contract neemt de federale staat de gevangenis over. De meeste firma’s die

zoals bijvoorbeeld

’

deel uitmaken van het consortium, stonden ook in voor de realisatie van de gevangenis in Beveren, die in gebruik werd genomen in 2014 en qua ontwerp in grote lijnen het evenbeeld is van die van Dendermonde.

> Samenwerking is en blijft key. Sebald van Royen, bestuurder van het consortium Poort van Dendermonde; “Voor Invesis en haar partners BAM Interbuild en BAM fm, is deze gevangenis een prachtige en logische aanvulling op haar portfolio van meerdere gevangenissen in België (Beveren), Duitsland, Zwitserland en Nederland. Na de initiële vertraging door de procedures, heeft het consortium ‘Poort van Dendermonde’ de bouw voortvarend opgepakt en een moderne gevangenis met humane uitstraling gerealiseerd. De bouw, het onderhoud en het beheer zijn binnen het consortium secuur op elkaar afgestemd, zodat de FOD Justitie en de Regie der

Termijn terbeschikkingstelling: 25 jaar (daarna neemt de federale staat de gevangenis over)

Beschikbaarheidsvergoeding: 15 miljoen euro per jaar (btw inbegrepen), gedurende 25 jaar

Oppervlakte site: 11 ha

Oppervlakte gevangenis: ongeveer 31.000 m2

Aantal zonnepanelen: 774 (290,25 Kilowattpiek in totaal)

Recuperatie regenwater: 16 regenwatertanks met elk een capaciteit van 20.000 liter

Capaciteit: 444 plaatsen)

‘

‘Ook is voor andere materialen gekozen

hout in plaats van metalen celdeuren’

EigenaarBelgische staat

BouwheerRegie der Gebouwen

EindgebruikerFederale Overheidsdienst Justitie

DBFM-consortiumPoort van Dendermonde, bestaande uit Invesis (voorheen BAM PPP), Belfius

Bank NV/SA, AG Insurance NV/SA en Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij NV (financiering)

ArchitectuurStéphane Beel Architecten BVBA en M.&J.M. Jaspers – J.Eyers en Partners, Archivolt Architecten, landschapsarchitect Pauwels Ontwerpbureau (architectuur)

VK Engineering en Halmos Adviseurs (studie)

BAM Interbuild en Cegelec (bouw)

BAM FM, Vinci Facilities en Compass (onderhoud en facilitaire dienstverlening)

gebouwen een optimale bedrijfsvoering kunnen realiseren. Wij zijn trots op de gerealiseerde kwaliteit van de gevangenis en gaan ons focussen op de continuïteit van de goede samenwerking met alle betrokkenen in de operationele fase van de komende 25 jaar”.

> Locatie. De gevangenis is gebouwd op een terrein in de Zwijvekekouter, gelegen tussen het Oud Klooster, de spoorweglijn Dendermonde-Gent en de Dender. Er werd een nieuwe toegangsweg, de Tanneweg, aangelegd naar de site. Op die manier wordt de ver-

keersoverlast voor het nabijgelegen woongebied (de Boonwijk) tot een minimum beperkt. De gevangenis ligt op een kwartier wandelafstand van het treinstation van Oudegem en van de dichtstbijgelegen bushaltes op de Gentsesteenweg.

> Verschillende bouwdelen vormen het geheel. Het gevangeniscomplex bestaat uit vier afzonderlijke bouwdelen: Het entreegebouw, waar ook een zittingszaal is voorzien waar o.a. de strafuitvoeringsrechtbank en de Raadkamer kunnen zetelen. Het dienstengebouw, dat bestaat uit kantoren voor de administratie, een sportcomplex, een bezoekerscomplex, de afdeling beperkte detentie en een onthaalcomplex voor de gedetineerden. Het cellulair gedeelte met vier cellenvleugels rond één centrale toezichtkern (“panoptisch centrum”). Het cellulair gebouw bestaat uit drie verdiepingen en een zolder met technische installaties. Door de helling van het dak kan er via de rechtopstaande ramen veel licht doordringen tot in de cellenvleugels. De cellen zijn voorzien voor één of twee personen en beschikken over een eigen sanitaire ruimte. Het logistieke gebouw met ateliers, een keuken en een wasserij.

De overgang tussen de vier afzonderlijke bouwdelen gebeurt via verbindingsgangen die deels bestaan uit glazen lamellen. De gevangenis heeft twee groene ‘wandelingen’ en vier binnentuinen. Er zijn ook een personeels- en bezoekersparking aangelegd. Rond de gevangenis is een watergracht aangelegd en een ruime groenzone voorzien, die als visuele en akoestische buffer dient voor de omwonenden.

Foto: Regie der Gebouwen

> Een duurzame en energiezuinige gevangenis. De gevangenis is duurzaam en energiezuinig. Zo werden er op de daken in totaal 774 zonnepanelen geplaatst, samen goed voor 290,25 Kilowattpiek. Er is een warmtekracht-koppelingsinstallatie voor het opwekken van warmte en elektriciteit via gas. Voor de recuperatie van regenwater zijn er 16 tanks geplaatst met elk een capaciteit van 20.000 liter. Deze watercapaciteit zal gebruikt worden voor de toiletten en de wasserij. Het concept is gericht op energiezuinigheid, een aangenaam klimaatcomfort en gebruiksvriendelijkheid.

De elektrische installaties in het gebouwencomplex zijn er op gericht zo efficiënt en energiezuinig mogelijk te zijn. Binnenin het complex is overal ledverlichting voorzien. De draagstructuur van de gebouwen bestaat hoofdzakelijk uit elementen in geprefabriceerd (prefab)beton. Dit is economisch verantwoord, duurzaam, kwaliteitsvol en liet toe om de gevangenis in een korte tijdspanne te bouwen. En is uiteraard gekozen voor materialen die duurzaam en onderhoudsvriendelijk zijn.

‘

‘Met kleuren en materialen hebben we geprobeerd de leefbaarheid en bewerkbaarheid van het complex te vergroten’

Foto: Regie der Gebouwen

Foto: Regie der Gebouwen

Einstein Telescope verbindt Nederland, België en Duitsland

De Einstein Telescope wordt een geavanceerd observatorium voor zwaartekrachtsgolven. De grensregio van Nederland, België en Duitsland is in beeld als mogelijke locatie. Dit is vanwege de rust, de stabiele bodem en het sterke ecosysteem van kennisinstellingen en hightech bedrijven.

Met de ondergrondse Einstein Telescope willen wetenschappers signalen opvangen van vlak na de oerknal en onderzoek doen naar de aard van zwarte gaten. Het observatorium is daarmee van grote betekenis voor de internationale natuur- en sterrenkunde. Als opdracht aan high-tech bedrijven en als drijver van technologische vooruitgang, is de Einstein Telescope ook een prachtkans voor de samenleving.

> Gevoeligste observatorium voor zwaartekrachtsgolven ooit. De Einstein Telescope is ontworpen om minstens tien maal nauwkeuriger te meten dan de huidige detectoren ooit kunnen halen. Dat maakt het mogelijk om een duizend maal groter volume van het heelal af te tasten op zoek naar zwaartekrachtsgolven, en om bronnen op te sporen die te zwak zijn om waar te nemen met de huidige generatie detectoren. Onderzoekers gaan bijvoorbeeld op zoek naar de precieze structuur van neutronensterren, het geboorte-

‘Impressie Einstein Telescope’ Foto: Marco Kraan (Nikhef)

Foto: Marco Kraan (Nikhef)

‘Als sterren botsen of zwarte gaten ontstaan, trilt de ruimte’

proces van zwarte gaten en de structuur van het heelal direct na de oerknal. Met die nieuwe inzichten willen natuurkundigen Einsteins relativiteitstheorie testen als nooit tevoren. Zo krijgen we nieuwe inzichten in ons universum.

‘ ’

8 internationale vliegvelden binnen een uur reisafstand. Die goede ontsluiting maakt ook efficiënte logistieke processen mogelijk tijdens de bouw van de Einstein Telescope.

> Gekozen regio

Komt dit centrum voor onderzoek naar het verre heelal in deze regio te staan? Onderzoekers, bedrijven en overheden in Nederland, België en Duitsland verkennen samen de mogelijkheden. De Europese Einstein Telescope kan tot duizend keer méér bronnen van zwaartekrachtsgolven opsporen dan al zijn voorlopers. Een uitdaging van wereldformaat, met grote kansen voor wetenschap en techniek.

De Einstein Telescope stelt hoge eisen aan zijn vestigingslocatie. Een stabiele bodem met weinig verstoring van de omgeving. Maar ook een netwerk van kennispartners om mee samen te werken, bedrijven die de hoogstaande techniek kunnen leveren en prettige, bereikbare woon- en werkomgeving. In de grensregio van België, Duitsland en Nederland (Euregio Maas-Rijn) komen al die succesfactoren samen.

> Stilte en stabiliteit

De bodem waarin de ondergrondse Einstein Telescope wordt gebouwd, bepaalt mede de nauwkeurigheid. Hoe minder trillingen die doorlaat, hoe minder storingen voor de meetapparatuur. De harde ondergrond in de regio, in combinatie met een dempende toplaag, lijkt uitstekend geschikt voor de Einstein Telescope. Bovendien zijn er in dit gebied weinig spoorlijnen, zware industrie en windmolens. De rust en stilte en ook de zekerheid dat deze omgeving beschermd zal worden, maakt de regio tot een geschikte vestigingslocatie. Het uitlezen van en werken met de ondergrondse apparatuur kan op afstand vanuit de omliggende bestaande wetenschappelijke instituten en campussen gebeuren.

Hightech kennisregio

De grensregio vormt het hart van een Europese topregio. Hier liggen veel universiteiten dichtbij in Nederland, België en Duitsland. Ook is er een hoge concentratie aan high-tech bedrijven met expertise in de benodigde precisietechnologie. Het coördinerende Nederlandse onderzoeksinstituut Nikhef is gespecialiseerd in de ontwikkeling van hightech instrumentatie en data-analyse. Dit netwerk van kennisinstellingen en techniekexperts vergroot de aantrekkelijkheid van de Euregio Maas-Rijn als vestigingslocatie.

> Goede voorzieningen. De Euregio Maas-Rijn kent uitstekende voorzieningen met (internationale) scholen, hogescholen en universiteiten, en bruisende steden dichtbij de natuur. Er is een rijk aanbod aan cultuur en ontspanningsmogelijkheden waardoor het gebied extra aantrekkelijk is als woon- en werkomgeving. De regio is goed bereikbaar via weg, spoor, water en vliegverkeer, met

> Proeftuinopstelling ETpathfinder. Onderzoekers en bedrijven uit Nederland en België willen zich voorbereiden om de hoge eisen aan de Einstein Telescope-techniek te kunnen halen. Daarom werken ze samen aan de R&D-faciliteit ETpathfinder. Die proeftuinopstelling moet voor Einstein Telescope bijvoorbeeld precisietechnologie, coatings en optica ontwikkelen, maar ook meet- en regeltechniek, geotechniek, seismische isolatie, ICT, engineering & productie en materialen. Een flinke opgaaf voor Beheer en Onderhoud is daar wezenlijk onderdeel van. Naast Nikhef en de Universiteit Maastricht nemen ook de universiteiten van Leuven, Gent, Antwerpen, Hasselt en Eindhoven deel aan ETpathfinder. <

ESFRI-roadmap

Voordat een grote onderzoeksinfrastructuur in Europa gebouwd wordt, leggen wetenschappers en overheden vast dat de faciliteit belangrijk is voor toponderzoek. Dit gebeurt in de zogenaamde ESFRI-roadmap. De Europese zwaartekrachtsgolfonderzoekers werkten samen aan het voorstel voor deze roadmap. Daarin namen ze de grensregio van Nederland, België en Duitsland op als mogelijke locatie. 1,5 jaar geleden maakte het ESFRI-forum bekend dat de Einstein Telescope de ESFRI-status krijgt. Dit was een belangrijke mijlpaal voor alle betrokkenen, omdat dit de officiële erkenning is dat de Einstein Telescope van belang is voor Europa.

‘Infographic Einstein Telescope’ Beeld: T. Balder (Nikhef)

Over land grenzen heen

Internationaal Asset- en Onderhoudsmanagement is iets wat je als wereldwijd opererende organisatie onmiskenbaar hoog op de agenda hebt staan. Zou je denken. Toch is dat bij sommige organisaties niet per se het geval. Om plausibele redenen, bijvoorbeeld omdat de organisatieonderdelen het per land zelf regelen, of omdat andere zaken nu eenmaal prioriteit hebben. NEVAP-lid Ron Termeer, op papier ‘senior consultant’ bij Arcadis - en in de praktijk evengoed ‘business developer’ - vertelt over hoe de aandacht voor internationaal asset- en onderhoudsmanagement groeiende is bij de advies- en ingenieursonderneming sinds organisatorische veranderingen.

Termeer is al meer dan 25 jaar werkzaam is in het werkveld van Asset- en Onderhoudsmanagement. Deze vakgebieden worden gekenmerkt als een vlechtwerk van verschillende vakdisciplines waarbij een integrale aanpak van belang is, zo is de stellige overtuiging van Termeer. “En data- en informatiemanagement is daarin

een belangrijk instrument om inzicht en overzicht te krijgen en te behouden”. Inzicht en overzicht. “Het zijn de twee belangrijkste vertrekpunten voor alles wat we doen en ook voor alles waar nagenoeg elke professional in dit vakgebied zich bewust of onbewust mee bezighoudt”.

VASTGOEDEXPLOITATIE

<

> Als specialist in de haarvaten van Asset- en Onderhoudsmangement. Het is de brede interesse van Termeer die hem steeds weer op verschillende onderwerpen en invalshoeken brengt; “Ik ben vreselijk nieuwsgierig, houd van mensen, reizen en cultuur. Met mijn bouwkundige achtergrond miste ik de menskant waar installaties voor ontworpen worden. Daarom startte ik in de installatiewereld, waar ik leerde van installateurs, aannemers en adviseurs. Vervolgens rondde ik een studie bedrijfskunde af om het volledige landschap in beeld te hebben van hard skills tot soft skills. Toen ik 25 jaar geleden als consultant per toeval op een bestaand vastgoedproject stuitte, werd ik enthousiast over onder meer de ontwikkeling van vastgoed en over normeringen”. Zo werd de NEN2767, waar Termeer zelf voor in de normcommissie zat, mede door zijn inbreng in 2006 geïntroduceerd. Als lid van brancheorganisatie COMOG en van SCEV, maakt hij duidelijk dat hij écht in de haarvaten van Asset- en Onderhoudsmanagement actief is.

Termeer stapte een half jaar geleden over naar Arcadis. “Het sprak mij aan dat bij Arcadis veel in beweging is. De nationale grenzen verdwenen waarmee het bedrijf écht een internationale organisatie werd. Na jaren van minder focus op Asset- en Onderhoudsmanagement over de landgrenzen, kwamen die thema’s nu weer luid en duidelijk bovendrijven. Niet in de laatste plaats vanwege de SDG’s,

Cycle Think

Ron Termeer Foto: Arcadis

‘

’

‘Life

vat samen hoe we bij Arcadis kijken naar internationaal asset- en onderhoudsmanagement’

de opgaven die er liggen: denk aan CO2 neutrale renovaties en klimaatadaptatie. Zaken die ook alles met de bestaande voorraad te maken hebben. Ik sprak al regelmatig met Arcadis en toen kwam de vraag of ik vanuit mijn expertise mee wilde werken aan de ontwikkeling van het vakgebied internationaal Asset- en Onderhoudsmanagement”.

> Andere werkwijze noodzakelijk. Iets wat Termeer opvalt is dat dit onderwerp in Nederland heel anders wordt benaderd dan in de andere landen waar het bedrijf opereert. “Hier willen we alles geordend en gestructureerd hebben, alles moet in lijstjes staan en we moeten er allemaal wat van vinden. Dat is in de UK, de VS of Australië heel anders, zij hechten heel andere belangen aan die aspecten van het thema onderhoud”. Hoewel de Nederlandse aanpak soms wat stroperig overkomt, zitten er ook veel lessen in die processen. Termeer vertelt dat deze ‘lessons learned’ in het Engels over de landgrenzen worden gedeeld.

Eén van die lessen – ook weer ten aanzien van inzicht en overzicht in je vastgoed – is dat het besef groeit dat een andere werkwijze / houding nodig is op het gebied van Asset- en Onderhouds-management. “Het valt – gelukkig – steeds meer mensen op dat we als branche met vakspecialisatie bezig zijn voor klanten die er eigenlijk niet in geïnteresseerd zijn, terwijl ze voor de oplossingen die we bieden veel geld betalen en vakmensen moeten aannemen om ermee te kunnen werken. Zoals bijvoorbeeld bij de toepassing en ontwikkeling van een digital twin. De vraag die ‘we als branche’ vaak stellen aan de klant is: ‘wat wil jij in de digital twin hebben?’ Dat is de verkeerde vraag. ‘Waar gebruik je jouw vastgoed voor, hoe ziet jouw werkproces eruit, waar heb je de digital twin voor nodig, wie gaat de digital twin gebruiken?’ Dát zijn de juiste vragen aan de beheerder of eigenaar van vastgoed. Dan spreek je dezelfde taal, waarna de vakspecialisten de juiste oplossingen en tools ontwik-

kelen. Immers, je kunt een klant niet adviseren als je hem niet kent, maar meteen aan de slag gaat met wat hij in een digital twin zou willen hebben”.

> Mogelijkheid tot opschaling en versnelling. Het is een gedrags- en procesverandering. “En een worsteling die we wereldwijd zien. We hebben te vaak gevraagd aan klanten ‘vertaal jouw beleid naar een programma van eisen’, maar nu zouden we meer naar een ‘schoenmaker houd je bij je lees-situatie’ terug moeten, terwijl we juist wél integraal, dus vanuit alle vakgebieden, kijken naar het optimaliseren van Asset- en Onderhoudsmanagement”. Als je van heel veel internationale klanten in beeld hebt hoe zij hun vastgoed gebruiken, welke eisen en wet- en regelgeving van toepassing is, hoe hun processen werken en waar ze een digital twin voor nodig hebben of Asset Management voor willen inzetten, kun je die data categoriseren, waardoor je op elementen kunt standaardiseren. “Ik ben daar zeer in geïnteresseerd, omdat je zo eenzelfde vertrekpunt hebt, waarna je elementen kunt aanpassen voor de betreffende klant. Het helpt in het kader van opschaling en versnelling, ook ten aanzien van verduurzaming van bestaande bouw”.

> Life Cycle Think. Hoewel Termeer nog maar net bij Arcadis binnen is, zijn veranderprocessen ingezet. “Asset Management is iets wat in alle onderdelen van de sector - en dus van ons werk - terugkomt; van utiliteit en infra tot kunstwerken. Binnen Arcadis zijn veel verschillende Business Area’s bezig met het onderwerp, waardoor een afdeling Asset Management minder opvalt. De activiteiten van onze afdeling vallen daarom sinds kort onder de noemer Life Cycle Think. Met deze term hoef je in feite niet uit te leggen wat we doen; het is minder reactief, we zetten daarmee letterlijk de ‘bedoeling’ van onze internationale diensten neer: het gezond houden van de levenscyclus van objecten met gericht Asset- en Onderhoudsmanagement”.

Digital Twin Foto: Arcadis

Op basis van boerenverstand of bewezen theorie?

Het gebouw van het Isala ziekenhuis in Zwolle is in gebruik sinds augustus 2013. De eerste twee jaar lag de focus op jaarlijks onderhoud, hierna is een eerste aanzet gedaan tot een meerjaarlijks onderhoudsplan. Ferry Brouwer, technisch adviseur binnen Isala, besloot om deel te nemen aan de Leergang Asset Management. “Dan kunnen we de huidige basis, die gebaseerd is op jarenlange praktijkkennis, professionaliseren aan de hand van een goede methodologie”.

Isala is een ziekenhuisorganisatie met vijf locaties: Zwolle, Meppel, Steenwijk, Kampen en Heerde. Het ziekenhuis in Zwolle beslaat een oppervlakte van ongeveer 120.000 m2. Ferry Brouwer is sinds april 2018 in dienst bij de afdeling Gebouwbeheer. “Ik ben technisch verantwoordelijk voor de medische gas installaties – onder andere zuurstof, perslucht, vacuüm – en ik ben voor alle gebouwen, terreinen en installaties programmamanager voor het jaarlijkse en meerjaarlijkse onderhoud”.

Jarenlange ervaring

Vooral vanuit laatstgenoemde verantwoordelijkheid heeft hij zich aangemeld voor de Leergang Asset Management. “Natuurlijk ligt er qua kennis, ervaring, tools en technieken al een basis en ook met ons gezonde boerenverstand komen we een heel eind. Maar ik heb me toch aangemeld omdat we die meerjarenplanning op een heel goede, gedegen manier verder willen professionaliseren”. Hij had hoge verwachtingen, maar die werden waargemaakt. “Het werd al snel duidelijk dat de Leergang is afgestemd op jarenlange ervaring. Hierdoor zijn de tools en technieken die worden gebruikt ook zeer goed toepasbaar in de praktijk”.

Denken vanuit risico’s Brouwer heeft technische bedrijfskunde gestudeerd en de leergang bood vele ‘oh ja-erlebnissen’. “Het was goed om die kennis weer eens op te frissen. Vooral de aanpak om vanuit risicoanalyses te denken, had voor mij meerwaarde. Dus eerst de risico’s in kaart brengen en daar beperkende maatregelen op los laten, waarbij de patiëntveiligheid uiteraard geborgd moet zijn”.

Maar voor Brouwer was de grootste eyeopener toen docent Nico Groen uitlegde waarom je het risicogetal in geld zou moeten uitdrukken. Brouwer; “Je moet investeren om een bepaald risicogetal te elimineren. Maar hoe veel moet je investeren om dit getal omlaag te brengen? Daar had Nico een mooi systeem voor: je moet dat getal in geld uitdrukken. Dus dan investeer je geld en het levert geld op en als

Start 24 mei; Leergang Asset Management

Na het volgen van de leergang is de cursist in staat om antwoord te geven op de volgende vragen:

• Wat is Asset Management: gedachtengoed, de methodiek en principes

• Welke plaats neemt Asset Management in binnen de organisatie

• Op welke bedrijfswaarden moet worden gestuurd, hoe speelt duurzaamheid hier een rol

• Hoe wordt risicomanagement toegepast binnen de methodiek van Asset Management

• Hoe kunnen ontwerpbeslissingen onderbouwd worden op basis van een Life Cycle Cost benadering

• Hoe worden wet- en regelgeving in het bedrijfsbeleid geborgd

• Hoe kunnen bedrijfsprocessen worden gestroomlijnd, systeemeffectiviteit worden vergroot en totale kosten over de levensduur worden geoptimaliseerd

• Hoe bereik ik de optimale kosteneffectiviteit van assets over de totale levensduur

• Hoe ontwikkel ik de meest doelmatige uitbestedingsstrategie

• Waar staan we ten opzichte van collegabedrijven en in de markt

• Hoe kan ik bijdragen in het realiseren van een optimale samenwerking tussen alle partijen in de keten

• Hoe kan ik de normstandaard ISO 55000 als hulpmiddel toepassen in het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen

Het 7-daagse programma bestaat uit vier modules, waarvan drie modules van elk twee aaneengesloten dagen en een round up module van één dag. Technisch bedrijfskundige onderwerpen worden afgewisseld met onderwerpen ter versterking van de sociale aspecten, die een belangrijke rol spelen bij de implementatie en borging van Asset Management binnen de organisatie.

je appels met appels kunt vergelijken, dat praat veel makkelijker. Dat heb ik gelijk in de praktijk kunnen brengen”. Zo heeft Brouwer op basis van deze systematiek in kaart gebracht welke projecten voorrang zouden moeten krijgen. “Dit noemen we de functionele aanpassingen. En we willen altijd meer dan waar we geld voor hebben, dus daar kwam deze methode goed van pas”.

Meerdaags is pluspunt

Brouwer is niet alleen enthousiast over de inhoud van de Leergang, maar ook over de opbouw en de wijze waarop Nico de cursus binnen de NVDO Maintenance Academy inhoud geeft. “Het was duidelijk dat Nico veel ervaring heeft dus hij kon relevante en actuele praktijkcases vanuit verschillende werelden vertalen naar jouw situatie”. Ook de kruisbestuiving met andere branches en organisaties had meerwaarde. “Je leert je verdiepen in elkaars werelden. We konden van elkaar leren”.

CursusKalender

Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de maintenance academy op www.nvdo.nl

7 maart; ISO 55000 Strategisch Gebouwbeheer

De NVDO-cursus “ISO 55000 Strategisch Gebouwbeheer” geeft deelnemers waardevol inzicht in de wereldwijde normering. U maakt kennis met de inhoud en heeft aan het eind van de dag een helder en compleet inzicht in de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft. Hierbij wordt dieper ingegaan op de toepassing van ISO 55000 bij strategisch gebouwbeheer. Let op: de training gaat specifiek in op de ISO 55000 serie en behandelt slechts in hoofdlijnen het vakgebied van Asset Management, met als doel de norm te verduidelijken.

De norm bestaat uit drie delen:

1.ISO 55000 Asset Management: Overview, Principles en Terminology

2.ISO 55001 Asset Management: Management systems, Requirements

17 maart;

3.ISO 55002 Asset management: Management systems, Guidelines for the application of ISO 55001

Doel

Deelnemers hebben na deze eendaagse training inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de ISO 55000 en kennen de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft. Ze kunnen deze kennis inzetten voor vastgoedsturing en strategisch gebouwbeheer in hun eigen organisatie.

Bij deelname aan deze eendaagse ISO 55000 cursus is de norm deel I inbegrepen!

Storingsanalyse, maar dan Anders

De NVDO-cursus “Storingsanalyse, maar dan Anders!” biedt deelnemers een complete aanpak voor het effectief en efficiënt oplossen van storingen. Enkele honderden onderhoudsprofessionals zijn reeds opgeleid. In één dag wordt geleerd:

•Hoe een samenloop van omstandigheden of vaag probleem kan worden verduidelijkt tot een kernachtige omschrijving van storingsmelding(en)

•Hoe alle informatie over een storing nauwkeurig beschreven kan worden, zodanig dat onderscheid wordt gemaakt tussen geruchten en feiten

•Hoe op een zo efficiënt mogelijke wijze de oorzaak van de storing kan worden bepaald

•Hoe de juiste maatregelen kunnen worden gekozen

•Hoe de samenwerking en de communicatie tussen de (interne)klant en de “storingsoplosser” kan worden verbeterd. Denk bijvoorbeeld aan de relatie tussen TD-Productie

Resultaat: storingen worden sneller en definitief opgelost. Door betere samenwerking ontstaat een hogere beschikbaarheid van productie-installaties met lagere onderhoudskosten tot gevolg.

Deze waardevolle trainingsdag kan ook in company georganiseerd worden. Vraag vrijblijvend offerte: info@nvdo.nl

23 maart; The GAME; the Great Asset

Management Experience

De NVDO en Mainnovation presenteren een unieke teambuildingsactiviteit: the Great Asset Management Experience, oftewel the GAME. Op 23 maart kun je als team meedoen aan deze interactieve Maintenance en Asset Management-dag. In één dag krijg je volgens het principe ‘learning-by-doing’ veel nieuwe inzichten en leer je om met een andere blik naar Asset Management te kijken.

Met the GAME doe je, aan de hand van een uitdagende business simulatie, praktijkervaring op met diverse maintenance en Asset Management uitdagingen. We leggen uit hoe je aan de hand van Value Driven Maintenance & Asset Management (VDMXl) waarde kunt toevoegen aan het bedrijfsresultaat. Het gaat over slimme keuzes,

preventive maintenance optimization, ISO 55.000, vervangingsbeslissingen en levensduuruitbreiding. Ook best practices zoals RCM, TPM en RBI worden behandeld.

Teambuilding

Meld je aan met een team van minimaal vier en maximaal zes personen uit hetzelfde bedrijf en ga de “strijd” aan met Maintenance en Asset Management collega’s van andere bedrijven. Het is inspirerend en leerzaam en daarnaast super leuk en interessant. Het competitieve element geeft de dag een extra uitdaging. Eén team gaat naar huis met de bokaal, maar alle deelnemers krijgen eyeopeners en handvatten om direct in de praktijk te kunnen toepassen.

30 maart; MASTERCLASS: Commissioning

en Precommisioning bij Onderhoud

Commissioning richt zich op de kwaliteitsbeheersing en prestatieborging van assets, installaties in het bijzonder. Dit proces begint bij de start van een project met een commissioningplan en beschrijft de organisatie en uitvoering van kwaliteitsborging in alle fasen. Bij bestaande installaties is commissioning gericht op het in stand houden van de goede werking en het verifiëren van geleverde prestaties. Precommissioning is de reeks processen die worden uitgevoerd voordat het eindproduct wordt geïntroduceerd.

Doel

Wij nemen je op een leuke en interactieve manier mee in het ontstaan van commissioning, de reden waarom het is bedacht en welke voordelen het oplevert. Je wordt door middel van voorbeelden en cases meegenomen in het belang van commissioning.

28 en 29 maart; Duurzaamheid door Onderhoud

Duurzaamheid is meer dan CO 2 uitstoot alleen. Denk daarbij ook aan duurzaam omgaan met grondstoffen, het milieu en biodiversiteit.

Steeds meer bedrijven zijn bezig met duurzaamheid in de engineeringsfase van hun installaties. Onderhoud van deze assets kan immers een grote bijdrage leveren aan de duurzaamheid van de organisatie.

Doel

Na het volgen van de cursus “Duurzaamheid door Onderhoud” is de cursist zich bewust van het belang, de kansen en waarde van duurzaamheid.

•Herkennen van mogelijkheden

•Verbeteringen doorvoeren

•Waarde voor de eigen organisatie

4, 5 en 6 april; Werkvoorbereiding en Planning

De werkvoorbereider en planner werken in een centrale plaats in het onderhoudsproces. Hierbij staan de vragen Wat?, Hoe?, Wie? en Wanneer? centraal. De werkvoorbereider geeft samen met de planner antwoord op al deze vragen, rekening houdend met verschillende details. Om ervoor te zorgen dat de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden efficiënt en effectief kan plaatsvinden, stelt de werkvoorbereider een werkplan op. Daarnaast wordt gekeken naar de benodigde middelen: mensen, materiaal, gereedschappen en diensten. In dit proces zijn veiligheid en productie belangrijke (interne) opdrachtgevers.

Deze intensieve driedaagse training, inclusief e-learning module, kent een gemiddelde waardering van 9.8!

Doel

Deelnemers krijgen inzicht in de toegevoegde waarde van de rol van werkvoorbereider/planner voor het onderhoudsproces. De complexiteit wordt in kleinere stukken omgezet naar een gestructureerde werkwijze. Hiermee wordt het mogelijk om een persoonlijk stappenplan op te stellen om het geleerde direct in de dagelijkse praktijk toe te passen!

Onderwerpen

Dag 1 Proces en werkwijze

Dag 2 Voorbereiden van een werkorder

Dag 3 Plannen van werk

En nu in de Praktijk; Een stappenplan

Inclusief e-learning module

Next Generation EAM

Veel bedrijven werken al jarenlang met een Enterprise Asset Management (EAM) systeem, maar gebruiken het voornamelijk als elektronische kaartenbak en digitaal werkordersysteem. Asset Management wordt er echter nog niet mee bedreven, terwijl dit tegenwoordig wel mogelijk is. Pakketten als Maximo, Ultimo, HxGN EAM (voorheen Infor EAM) en SAP EAM hebben zich afgelopen jaren enorm ontwikkeld en bieden nu ook functionaliteit voor zaken als Asset Investment Planning, Project Portfolio Management, Asset Performance Management, Business Intelligence en Predictive Maintenance. Ook op het gebied van Mobile, GIS- en BIM-integratie zijn grote stappen gezet.

Bent u klaar voor Next Generation EAM? Neem dan contact op met Mainnovation. Onze VDMXL-experts helpen u graag met al uw vragen rondom het verder professionaliseren én automatiseren van uw Maintenance & Asset Management-organisatie.