52
KOPTEKST COLUMN
‘Ik ben twee steken kwijtgeraakt. En ik kan mijn hand niet omhoogsteken en de juf om hulp vragen’ TEKST & FOTO’S Hanne Bral
‘Je hebt nu 42 steken op je naald’, lees ik op mijn breipatroon. Ik begin te tellen: 38, 39, 40 - shit. Veertig maar, dat kan niet. Nog eens natellen. Fuck, het zijn er écht maar 40. Ik ben twee steken kwijtgeraakt. Geen weg terug, ik kan niet opgeven nu. Dan is mijn trui maar wat smaller.
Ik ben twee steken kwijtgeraakt. Ergens vorig jaar in maart. Ik weet nog heel goed waar. Het was een vrijdag en opeens mocht niets nog. Hier had niemand ons op voorbereid. ‘Trek je plan, los het zelf op. En in de klas vloeken we niet’, weerklonk het opnieuw. Twee steken werden vier steken en acht en tien. Maart werd april en april werd mei. Voordien miste ik nooit een steek. Een rijk gevulde agenda, de enige standaard voor pronkende schepsels zoals wij. Nu weet ik dat minder drukte ook meer rust betekent. Nu weet ik dat er schoonheid zit in de eenvoud van het alledaagse, juist omdat er sereniteit maar ook veel gemis - achter schuilt. En daar ben ik zelf achter moeten komen.
IK LEER BREIEN MET
YOUTUBE-TUTORIALS, WANKELENDE
VASTBERADENHEID EN ALLE TIJD
Ik ben twee steken kwijtgeraakt. Ergens in de onderste boord. Ik weet niet juist waar. Hier heeft mijn Nederlandse lerares zonder gezicht in haar YouTube-tutorial mij niet op voorbereid. Ik kan mijn hand niet omhoogsteken en ‘juf, juf, juf!’ om hulp vragen. ‘Trek je plan, los het zelf op. En in de klas vloeken we niet’, weerklinkt het in mijn hoofd. Twee steken lijkt niks, maar truien uit de winkel missen nooit steken. Een machinale volmaaktheid, de enige standaard voor perfectionistische schepsels zoals wij.
VAN DE WERELD
Nu weet ik dat een handgemaakte boordsteek er niet altijd hetzelfde uitziet als die uit de fabriek. Nu weet ik dat er schoonheid zit in een trui die twee steken mist, juist omdat die met veel tijd en liefde - en ook veel gevloek - gemaakt is. En daar ben ik zelf achter moeten komen.
Ik ben twee steken kwijtgeraakt. Ergens onderweg. Maar ik moet en zal een trui breien. De frustraties, het willen opgeven en toch weer verder gaan, ik neem het erbij. Steek per steek, week per week. Langzaam maar zeker. Alleen zo krijg ik een trui, ook al mist die een paar steken. Het is en blijft een trui. En da’s het belangrijkste. (En daar ben ik helemaal zelf achter gekomen.)