Reinier Magazine nummer 16

Page 50

Reinier

MAGAZINE VAN REINIER VAN ARKEL

GROENE GGZ KAN OVERAL INGEZET WORDEN

KUNST EN ZORG SMELTEN SAMEN

FACT 12,5 JAAR: BEWEEGT MEE MET CLIËNTEN

16 VOORJAAR 2024

Kennisfestival

De vijfde editie van het Kennisfestival vond eind december 2023 plaats. Ongeveer 250 deelnemers maakten kennis met de wijze waarop Reinier van Arkel beweegt naar netwerkzorg in maar liefst 18 inhoudelijke workshops en interactieve sessies. Een mooie line-up, zo constateerde Floortje Scheepers in haar plenaire sessie: “Reinier van Arkel leeft netwerkzorg.” Workshopleiders vertelden over ‘herstelondersteunend netwerken’ bij ouderen, jeugdigen, in de basis-ggz en specialistische ggz, in de crisiszorg, FACT en regioteams. Hoe je werkt met herstelondersteunende netwerkintakes, met resourcegroepen, met aandacht voor zingeving, positieve gezondheid, met inzet van natuur, maar bovenal MET ELKAAR. Want de kracht in het netwerk is de verbinding die je er met elkaar maakt. Dat maakten heel veel kleurige bollen wol duidelijk!

Nieuws

4 – Alleke Eriks nieuwe voorzitter centrale cliëntenraad Alleke Eriks is in januari gestart als voorzitter van de centrale cliëntenraad.

24 – Voorziening Langdurig Verblijf

Aan de Nieuwe Dijk 3 staan nieuwe woon-units voor twintig mensen met chronisch psychiatrische problematiek in combinatie met verslaving en/of een licht verstandelijke beperking.

38 - GROEN

Dit nieuwe initiatief vult het gat tussen specialistische ggz en jeugdzorg. Georganiseerd vanuit Herlaarhof samen met gemeentes, de GGD en huisartsen uit de regio.

66 – Rienk Goodijk

Rienk Goodijk nam afscheid als voorzitter van de Raad van Toezicht. Een gesprek over governance.

70 – Bruisend park Voorburg

Een interview met community builders Jaap Klink en Kristel Tholen over hun rol om initiatieven te ontwikkelen en te ontplooien die gezond samen leven, wonen, werken en leren bij elkaar brengen in een groene omgeving.

Thema

10 – De Groene GGZ

De Groene GGZ ondersteunt de beweging naar een meer duurzame manier van leven. Als een van de voorlopers dragen we hier als Reinier van Arkel aan bij. Maak kennis met een aantal groene initiatieven.

48 – Psychotraumacentrum

Zuid Nederland

TopGGZ Psychotraumacentrum Zuid-Nederland is altijd in beweging. In deze Reinier een prachtig ervaringsverhaal van Nancy, Mirrian Hilbrink over haar onderzoek en het nieuwe aanbod 'PTSS en verslaving'.

Column

7 – Raad van Bestuur van Reinier van Arkel

Deze keer van Tom van Mierlo

21 - Ontkenning

Een column van sociaalpsychiatrisch verpleegkundige Alice Corten

55 – Moreel Beraad

Wat zijn acceptabele offers voor duurzaamheid?

Achtergrond

28 – Netwerkzorg

De regioteams gaan overal van start. Wat dat betekent voor cliënten, schetsen we in de cliëntroute.

32 – De kracht van FACT

FACT Reinier van Arkel bestaat 12,5 jaar. Een gesprek met medewerkers van het eerste uur, de zorgmodelleider en een ervaringsverhaal.

42 – Traumaverwerking doe je samen

Bij Herlaarhof werken het kind, ouders en het netwerk samen in de Integratieve gehechtheidsbevorderende traumatherapie (IGT-K). Inclusief een ervaringsverhaal.

56 – Een veilige plek voor de queer-gemeenschap

Een interview met Bosschenaar en Mr Gay Europe, Tim Küsters. Hij voert campagne om mentale problemen onder de queer-gemeenschap onder de aandacht te brengen en bespreekbaar te maken.

60 - Werkgeluk

Een interview met Paul Raaijmakers, directeur Werkgeluk en Ontwikkeling over het belang van werkgeluk bij Reinier van Arkel

Rubriek

8 - Inzicht

Korte nieuwsberichten, wetenswaardigheden en aankondigingen vanuit Reinier van Arkel

22 – Medewerker aan het woord

Evi van Orsouw, verpleegkundig specialist ggz

27 – Kunst en zorg smelten samen

Beeldend kunstenaar Marianne van Heeswijk over haar werk bij dagbesteding de Spoel

75 - Uitzicht

De rubriek waarin we een kijkje nemen over onze eigen grenzen heen en nieuws bij de collega’s, samenwerkingspartners of buren halen.

’Volop kansen voor verpleegkundig specialisten’

64 – Schrijven als therapie Schrijven als therapie is een beproefde methode om trauma-gerelateerde klachten te verminderen. Een ervaringsverhaal.

74 – Labyrint van Vught Met zoveel mogelijk mensen samen één groot kunstwerk maken, dat is het idee van het ‘Labyrint van Vught’.

658 60 17 reinier@reiniervanarkel.nl www.reiniervanarkel.nl www.reinierwerktenleert.nl www.herlaarhof.nl

IN DIT NUMMER
www.ypse.nl www.MoMS.nl
COLOFON nr. 16. Voorjaar 2024. Reinier is een magazine voor mensen in de regio ’s-Hertogenbosch die, beroepshalve of als zorggebruiker, geïnteresseerd zijn in zorginhoudelijke ontwikkelingen en achtergronden van Reinier van Arkel en de geestelijke gezondheidszorg in bredere zin. Redactie René Berende, Mireille Borg, Nicole van de Gevel, Michelle Hendriks, Daan van Ooyen, Anouk Roelofs, Marjo Roes, Erik Welten Hoofdredactie Ilse van den Eeden Fotografen Eveline Gerrits, Jolanda Ruijs - van Rossum Bijdragen van Tom van Mierlo, Tijmen Legemaate, Alice Corten en fotografie van Daniëlle Janssen.
Vorm en productie btz vorm en regie Oplage 2.500 Redactieadres Reinier Postbus 70058 5201 DZ ’s-Hertogenbosch (073)
22

Alleke Eriks, voorzitter centrale cliëntenraad

Met een duidelijke visie op haar functie als voorzitter, op de manier van samenwerking in de raad en met anderen, maar bovenal met héél véél zin, is Alleke Eriks in januari 2024 gestart als voorzitter van de centrale cliëntenraad. Ze volgt Edwin van Cromvoirt op die na een periode van vijf jaar een nieuwe weg inslaat en in december afscheid nam. Alleke is 60 jaar, moeder van 3 kinderen en oma van 5 kleinkinderen. Geboren in NoordHolland en sinds 2010 woonachtig in Rossum.

Eind 2022 werd Alleke voorzitter van de cliëntenraad van Ypse, een van de zorgeenheden binnen Reinier van Arkel, en lid van de centrale cliëntenraad. De collega-raadsleden, coaches en het werkterrein zijn haar dan ook niet vreemd. Toch dacht ze er in eerste instantie niet zelf aan zich kandidaat te stellen voor de functie van voorzitter. Toen Edwin haar interesse polste,

wuifde ze het direct weg, maar een zaadje bleek geplant.

“Met familie en kinderen sprak ik erover en zelf nam ik mijn werkend verleden eens goed door,” vertelt Alleke. Een verleden met functies als leerkracht, teamleider, een eigen rozenkwekerij en diverse voorzittersrollen o.a. van een kledingbeurs en Rotary voor jongeren. Alleke: “Ik word blij van ver-

binding maken, van open en constructieve samenwerkingen, het vinden van synergie, van onderhandelen en leidinggeven.” Ze zette haar overwegingen op papier en besloot zich kandidaat te stellen. Ze presenteerde haar kijk op het voorzitterschap aan de raad, waarna de raad haar verkoos als nieuwe voorzitter.

Inbreng van ieder raadslid telt

“Als voorzitter zie ik mezelf als woordvoerder van de cliëntenraad; de woorden die ik spreek moeten gedragen worden door de raad. De stem en inbreng van ieder raadslid tellen voor mij,

28 REINIER LENTE/ZOMER 2022 4 REINIER VOORJAAR 2024

“Voor cliënten belangrijke onderwerpen voor het voetlicht brengen”

ik dien als voorzitter oog te hebben voor ieders oordeel.” Alleke houdt van overzicht en punctualiteit, dat neemt ze mee in de vergaderingen met de raad. “Een korte agenda, door alle aanwezigen goed voorbereid en met een goede tijdsbewaking.” Daarnaast heeft Alleke duidelijk oog voor ieders mogelijkheden binnen de raad, want ze doen het raadswerk samen wat haar betreft.

Netwerkzorg verruimt de focus Alleke onderschrijft de beweging naar netwerkzorg van Reinier van Arkel. “Voor cliënten een goede ontwikkeling om meerdere redenen. In de eerste plaats

omdat door te werken vanuit het gedachtegoed van positieve gezondheid - met aandacht voor alle levensdomeinen - veel problemen voorkomen of vroegtijdig onderkend kunnen worden. Door als cliënt, zo nodig met ondersteuning, op zoek te gaan naar voor jou waardevolle hersteldoelen, ben je als cliënt veel nadrukkelijker zelf aan zet in je herstelproces. De focus wordt verbreed naar het versterken van krachten in plaats van het verhelpen van klachten alleen.”

Hoe belangrijk dat is, heeft Alleke ook zelf ervaren. Na een aantal grote gebeurtenissen in haar leven, waaronder een scheiding en het tragische verlies van haar oudste kleindochter, kampte ze in 2019 met ernstige rugproblemen. Een pittige periode die haar een tijdlang van zorg afhankelijk maakte. Opnieuw een tijd waarin ze zich moest leren aanpassen en verhouden tot wat haar was overkomen. Alleke omschrijft het als

‘een moment van mentaal vastlopen’, iets wat ze, wanneer ze terugkijkt op haar leven, eerder meemaakte. “Nu vormde het vastlopen voor mij de aanleiding te gaan onderzoeken waar het vandaan kwam.” Haar klachten worden geduid als een autismespectrumstoornis.

“De diagnose heeft me veel gebracht. Ik ben er veel over gaan lezen, eerlijk naar mezelf gaan kijken. Waar herken ik me in en waar niet? Zelfkennis is waardevol, net als leefregels. In het verleden hanteerde ik nauwelijks grenzen, kon de lat enorm hoog leggen voor mezelf en daardoor totaal overprikkeld raken. Nu weet ik dat ik na een intensief overleg rust moet inbouwen om overbelasting, met uitval tot gevolg, te voorkomen.”

Ophalen en agenderen van voor cliënten relevante onderwerpen Het contact met de geestelijke gezondheidszorg bracht haar ook bij de cliëntenraad van Ypse en nu dus de centrale cliëntenraad van Reinier van Arkel.

>>

REINIER VOORJAAR 2024 5 Tekst Ilse van den Eeden foto Daniëlle Janssen

“Ik doe er weer toe,” aldus Alleke. “Het maakt dat ik me maatschappelijk betrokken voel.”

De cliëntenraad adviseert en heeft instemmingsrecht aangaande beleidskeuzes die van invloed zijn op de cliëntenzorg van Reinier van Arkel. “Net als de organisatie doen we dat graag op Rijnlandse wijze. Door vanaf het begin van het proces in alle fases mee te den-

ken en te praten, werken we op constructieve wijze samen met de Raad van Bestuur zodat we in samenspraak tot een gezamenlijk gedragen besluit komen.”

Samen met de leden van de raad wil ze in 2024 vooral het contact met de achterban, alle cliënten in zorg bij Reinier van Arkel, versterken. Alleke wil de cliëntenraad een gezicht geven. “Ik wil eropuit, in

gesprek gaan met cliënten, zorgverleners, binnen en buiten Reinier van Arkel en zo onderwerpen en meningen ophalen die voor cliënten waardevol zijn. Zoals aandacht voor diversiteit, het belang van privacy en bescherming van (digitale) cliëntgegevens of andere onderwerpen die kwaliteit van zorg vanuit cliëntperspectief raken.”

Cliëntenraad Reinier van Arkel

Een cliëntenraad geeft de organisatie gevraagd en ongevraagd advies, over onderwerpen die spelen en die de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) raken. Reinier van Arkel heeft naast een centrale cliëntenraad, een cliëntenraad per zorgeenheid. Het inbrengen van het cliëntenperspectief staat centraal bij de cliëntenraad. Niet voor niets is het motto van de raad ‘Niets over jou, zonder jou’. De raadsleden praten namens alle cliënten mee over onderwerpen die voor hen allemaal belangrijk zijn. Voorbeelden zijn: Waaraan moet respectvolle bejegening door medewerkers voldoen? Zijn organisatieveranderingen een verbetering voor cliënten? Voldoet de kwaliteit van de woonomgeving? In de cliëntenraden zitten mensen die uit eigen ervaring weten hoe het is om in behandeling te zijn bij de ggz. Daardoor voelen ze zich extra betrokken bij de belangen van cliënten.

Meedoen met de cliëntenraad? Graag zelfs!

Jouw mening telt en met elkaar wordt het werk lichter. Want de cliëntenraad kan alleen goed werken wanneer er enthousiaste en betrokken mensen aan deelnemen. Dit kan op de verschillende manieren. Van afdelingsbezoeken tot deelname aan werkgroepen of het meepraten over nieuwe ontwikkelingen binnen Reinier van Arkel. Je ontvangt hiervoor een onkostenvergoeding en leert ondertussen nog heel wat bij, soms met behulp van een cursus. Deelnemen is niet alleen leuk, maar je leert ook vaardigheden, je krijgt meer kennis en je komt in contact met andere mensen en organisaties. Meer weten over het werk van de cliëntenraad? Neem contact op: clientenraad@reiniervanarkel.nl

Tapster: online omgeving door en voor cliënten

Eind 2023 lanceerde de cliëntenraad een online omgeving ‘Tapster’ voor cliënten in zorg bij Reinier van Arkel. Via Tapster kom je als cliënt online in contact met de cliëntenraad. Tapster is een digitaal platform. Een plek op internet waar je veilig kunt praten en je mening kunt geven over de zorg en het welzijn bij Reinier van Arkel.

De cliëntenraad schrijft op Tapster over onderwerpen die actueel zijn. Zo blijf je als cliënt geïnformeerd en betrokken. Via Tapster kun je ook reageren op onderwerpen. Sommige berichten voorzien we van een poll. Je kunt dan stemmen. Dat is een gemakkelijke manier om meningen te verzamelen. In een ‘smoelenboek’ staan de raadsleden van de cliëntenraden. Zo weet je wie er in jouw lokale raad zitten. Tapster is van cliënten, voor cliënten!

Tapster is veilig en eenvoudig. Aanmelden kan alleen als je zorg ontvangt vanuit Reinier van Arkel. Dat doe je met je e-mailadres. Na akkoord ontvang je een uitnodiging per email. Ben je enthousiast geworden? Meld je aan: https://reiniervanarkel.tapster.nl/home

28 REINIER LENTE/ZOMER 2022
6 REINIER VOORJAAR 2024

COLUMN

Samenwerken: samen werken

Netwerkzorg, we hebben er in de zorg ‘de mond van vol’. In 2023 werkten we er binnen Reinier hard aan op onder andere onze bouw- en werkplaatsen. Met als doel interne schotten af te breken, onze organisatie naar buiten te kantelen en ons zo beter in staat te stellen met elkaar samen te werken, zowel intern als extern. Omdat samenwerking de sleutel is van de kwaliteit van zorg en daarmee herstel, zetten we dit jaar in op een verdere verbetering van de samenwerking met externe partners. Een voorwaarde daarvoor is onze eigen interne samenwerking. Dat het op orde hebben van de interne samenwerking minder eenvoudig is dan het ogenschijnlijk klinkt, laat het verhaal van deze column zien. Het is het verhaal van collega Steffanie, klinisch psycholoog in opleiding, over de samenwerking tussen diverse afdelingen, zorgteams en disciplines binnen Reinier van Arkel. Allen zijn betrokken in de zorg rondom een cliënt. In het kader van de privacy noemen we haar Kim, niet haar echte naam.

Kim kwam, een jaar of 8 geleden bij Reinier van Arkel in zorg. Toen jongvolwassen, met al voor een heel leven aan ervaringen in haar rugzak. Een emotioneel ongezonde jeugd, ouders die haar niet konden geven wat nodig was en daarnaast een heftig traumatisch verleden.

Na een ernstige suïcidepoging werd ze opgenomen in een van onze klinieken. Ze kreeg er een diagnose waarin ze zich totaal niet herkende en waardoor ze zich gediskwalificeerd voelde door de hulpverlening. Het gaf haar het gevoel van ongelijkwaardigheid, van het zich moeten schikken naar het ‘oordeel’ van de dokter.

Een helse cliëntreis langs diverse klinieken, teams en een batterij aan deskundige en betrokken hulpverleners volgde. Net als een nieuwe diagnose, autisme, die haar bracht naar de Lichtboog, een klinische behandelvoorziening voor (jong)volwassen cliënten. Ze verbleef er meerdere jaren maar haar herstel vlotte geenszins. Het was een aaneenschakeling van automutilatie, auto-intoxicatie

en suïcidepogingen. Vertrouwen hebben en houden in haar behandelaren bleef haar en de hulpverleners parten spelen. Hulpverleners die, zoals dat gaat in de zorg, ook vaak kwamen en gingen, naar een andere opleidings- of werkplek.

In de zomer van 2022 gebeurde er iets vrij opmerkelijks. De vakgroep van gedragswetenschappers vroeg aan alle psychologen, werkzaam bij Reinier van Arkel, wie de behandeling van Kim zou kunnen overnemen. Ze waren op zoek naar een psycholoog die haar niet kende, geen voorgeschiedenis met haar had en bereid was om Kim de benodigde continuïteit en stabiliteit te geven. Een nieuwe start zogezegd met open vizier en oog voor mogelijkheden. Steffanie wilde het aangaan. Ze had de ervaring die nodig was en ze vormde een multidisciplinair team, van collega’s met expertise op uiteenlopende gebieden, om zich heen. Met een GZpsycholoog, persoonlijk begeleiders, manager, sociaal psychiatrisch verpleegkundige van het expertisecentrum suicïdepreventie. Later voegden zich nog een aantal mensen bij het team; een psychiater van de HIC, een psychiater van team autisme, de directeur behandelzaken en geneesheer-directeur. Samen overlegden ze, over de zorg die Kim bij haar herstel kon helpen, de interactie tussen Kim en hulpverleners en ook de eerder gestelde diagnose autisme die bij hen twijfels opriep.

De vorming van dit team van betrokken collega’s, samen met de wekelijkse gesprekken met cliënte Kim, leidde bij de start allerminst automatisch tot een soepele interne samenwerking, bemerkte Steffanie. Er bestonden toch wisselende zienswijzen en wisselend beleid. Vaak ging het over opnamemogelijkheden binnen alle klinische voorzieningen, de HIC, Medium Care en opnameafdeling van het Centrum Ouderen- en Ziekenhuispsychiatrie. Soms was een voorgestelde interventie ‘te schadelijk’ of soms was de situatie juist ‘niet ernstig genoeg’. Er was geen vanzelfsprekende samenwerking, terwijl ze wél samen de verantwoorde-

lijkheid droegen voor cliënte Kim met complexe hulpvragen.

Maar Steffanie merkte ook dat naarmate de collega’s in het samengestelde team elkaar, elkaars expertise en de mogelijkheden van elkaars afdelingen beter leerden kennen, de samenwerking geleidelijk soepeler verliep. Stap voor stap ontstond er een gemeenschappelijkheid en een denken in mogelijkheden. Met Kim en elkaar bouwden ze aan een goed begrip over de oorsprong van het gedrag van Kim. Ze deelden kennis en boden elkaar handvatten.

Deze groei van de kwaliteit van de samenwerking vormde de basis voor het herstel van Kim. De kracht van het samenwerken was juist het niet meer aanmodderen, grenzen stellen en richting geven. Iets wat bij deze complexe interpersoonlijke problematiek als zelfstandige regiebehandelaar niet mogelijk was geweest. Ondanks dat Kim zich hier flink tegen verzette en er op een gegeven moment nog nauwelijks contact mogelijk was, kreeg Kim heel geleidelijk meer eigen regie en meer verantwoordelijkheid. Het gezamenlijke beleid leidde ertoe dat Kim haar eigen benen en kracht vond: ze besloot de Lichtboog achter zich te laten en op zoek te gaan naar een eigen woning die ze recent heeft betrokken. Het herstel van Kim is tot stand gekomen door de verbeterde samenwerking. Dat geldt in dit verhaal voor de interne samenwerking, maar dat geldt in netwerkzorg evenzeer zo voor de externe samenwerking. Het met meerdere partijen aan tafel zitten alleen is nog geen samen werken. Dat vraagt om openstellen naar elkaar, elkaars inzichten verrijken en samen denken in mogelijkheden. Dat is wat het verhaal van Steffanie en Kim laat zien. Met dank aan: Kim, Steffanie van Sijll, David Kamp, Elsira Vogels, Lisa van der Doelen, Gerard Koppenhol, Skag Peters, Bart van der Linden, Paul Timmers, Malinda Verhoef, Helga Saez.

Tom van Mierlo

Tom van Mierlo is psychiater en voorzitter van de Raad van Bestuur

REINIER WINTER 2023 27 REINIER VOORJAAR 2024 7

Mag ik bij jou?

Elisa van Ee publiceert boek

Als je traumatische ervaringen meemaakt, heb je de steun van je omgeving hard nodig. Tegelijkertijd wordt je omgeving geraakt door jouw trauma’s. Trauma’s doen pijn. Het is schrijnend wanneer je dan juist het contact met je naasten verliest, of wanneer je je als naaste realiseert dat je de ander niet kunt bereiken. In ‘Mag ik bij jou?’ beschrijft Elisa van Ee hoe je de gevolgen van traumatische ervaringen voor relaties kunt begrijpen en hoe je verbonden kunt blijven of de ander kunt steunen zonder overbelast te raken. Aan de hand van verschillende thema’s onderzoekt Van Ee waarom het zo belangrijk is om er na traumatische ervaringen voor elkaar te zijn, waarom het juist zo moeilijk kan zijn om de ander te bereiken of toe te laten, maar vooral wat je eraan kunt doen. Met tips, vragen en oefeningen ontstaan er nieuwe manieren om niet alleen het trauma, maar vooral ook het leven met elkaar te delen, of je nu partner, ouder, grootouder, kind of gewoon de buurman bent.

Elisa van Ee is bijzonder hoogleraar psychotraumatologie in ontwikkelingsperspectief aan de Radboud Universiteit en klinisch psycholoog, psychotraumatherapeut en systeemtherapeut bij het Psychotraumacentrum Zuid Nederland van Reinier van Arkel.

Paperback, 200 pagina's - Prijs: 20,99 - ISBN: 978 90 446 5538 4

CvTB helpt 'buitenslapers' met hulp van donaties

In Den Bosch en omgeving moeten 145 ‘buitenslapers’ iedere winter het koude, natte weer zien te overleven. Mensen die in een uitzichtloze situatie verkeren omdat ze niet meekunnen in de reguliere structuren van de opvang- en instellingsplekken. Omdat ze niet kunnen aarden in de opvang, hun plek hebben verspeeld, of zelfs helemaal geen recht hebben op hulpverleningstrajecten. Het Centrum voor Trajecten en Bemoeizorg (CvTB), een samenwerkingsverband tussen Reinier van Arkel, Novadic-

Barbara Stringer

lid Raad van Toezicht Reinier van Arkel groep

In het najaar van 2023 verwelkomde de Reinier van Arkel groep Barbara Stringer als nieuw lid van de Raad van Toezicht. Zij richt zich op de portefeuilles zorgkwaliteit en cliëntenperspectief. Haar benoeming vond plaats met het vertrouwen van de cliëntenraden in het bijzonder. Barbara Stringer heeft veel ervaring binnen de geestelijke gezondheidszorg in verpleegkundige functies. Als projectleider van een dwangreductieproject ontwikkelde en implementeerde ze ‘de eerste vijf minuten’-methode en als trainer hield ze zich bezig met de thema’s de-escalerend werken en suïcidepreventie. Daarnaast heeft ze als onderzoeker ruime ervaring met wetenschappelijk onderzoek. Ze werkte geruime tijd bij GGZ inGeest en werkt sinds zes jaar als coördinator en onderzoeker bij het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE).

Barbara over haar benoeming: “Ik word heel blij van de sterke inhoudelijke keuzes die Reinier van Arkel durft te maken voor cliënten en hoe ze alle andere processen daarop aan het inrichten zijn. Keuzes die hard nodig zijn in een sterk veranderend zorglandschap. Tijdens mijn introductieprogramma was ik onder de indruk van de grote betrokkenheid van de verschillende professionals en Cliëntenraad en de consistente verhalen die ik hoorde over waar de Reinier van Arkel groep staat.”

Kentron, Cello, Maatschappelijke Opvang Den Bosch en Farent, richt zich op mensen die geen gebruik kunnen, mogen of willen maken van de reguliere hulpverlening. Het CvTB helpt hen door ze te voorzien in de meest primaire bestaansbehoeften: eten, drinken, warm slapen en lichamelijke verzorging.

Ieder jaar voor de intrede van de winter sprokkelde het CvTB steeds opnieuw de benodigde spullen bij elkaar. Bij kringloopwinkels, charitatieve instellingen en soms zelfs van collega’s, kregen ze meestal wel wat spullen bij elkaar voor de buitenslapers. Ze mistten echter een voorraad om meteen te kunnen verstrekken aan de mensen die het direct nodig hebben. Daar is nu verandering in geko-

men! Dankzij donaties van Stichting Armoedefonds, Stichting Vrienden van het Inloopschip, Stichting Pape-fonds en het ZIN Compassiefonds is er budget om een Overlevingspakket (met o.a. een slaapzak en boodschappenkaart) samen te stellen en een voorraad aan te leggen. Het verstrekken van deze praktische ondersteuning is in beginsel een vorm van medemenselijkheid, maar dient ook een ander doel. Door deze spullen kunnen kleine zaadjes van vertrouwen worden geplant die de basis vormen voor een weg naar passende hulp. Het CvTB maakt geen onderscheid tussen rechthebbenden en niet-rechthebbenden. Als er twee mensen onder een brug in de kou liggen, geven ze twee slaapzakken en twee boodschappenkaarten.

Deze Overlevingspakketten zijn een start, een pure vorm om te kunnen overleven in de koude maanden. Laten we ervoor zorgen dat deze mensen er ieder jaar warmpjes bij kunnen zitten!

8 REINIER VOORJAAR 2024
INZICHT

Het Sportloket van Reinier van Arkel organiseert vier evenementen tijdens het

Het Sportloket van Reinier van Arkel organiseert vier evenementen tijdens het

Sport- en beweegjaar2024

Sport- en beweegjaar2024

Cliënten, medewerkers en vrijwilligers van Reinier van Arkel en alle zorgpartners in Vught zijn welkom!

Cliënten, medewerkers en vrijwilligers van Reinier van Arkel en alle zorgpartners in Vught zijn welkom!

Jeu de Boules Toernooi

Jeu de Boules Toernooi

Elk team bestaat uit 2 personen. Elke ronde wordt 2 tegen 2 gespeeld. Bedenk een goede naam voor je team en zorg voor leuke teamkleding. De spelregels en overige informatie worden naar de teamcaptains gestuurd.

Elk team bestaat uit 2 personen. Elke ronde wordt 2 tegen 2 gespeeld. Bedenk een goede naam voor je team en zorg voor leuke teamkleding. De spelregels en overige informatie worden naar de teamcaptains gestuurd.

Inschrijven

Inschrijven

We willen graag zo gemengd mogelijke teams dus let er bij inschrijving op dat je een goede mix in je team hebt. Inschrijven kan via de qr-code of https://www.reiniervanarkel.nl/sportenbeweegjaar2024

We willen graag zo gemengd mogelijke teams dus let er bij inschrijving op dat je een goede mix in je team hebt. Inschrijven kan via de qr-code of https://www.reiniervanarkel.nl/sportenbeweegjaar2024

16 mei

16 mei

van 13.00 tot 17.00 uur

van 13.00 tot 17.00 uur Zorgpark Voorburg Jeu de boules Baan Magnolia

Zorgpark Voorburg Jeu de boules Baan Magnolia

Vragen? Sportloket@reiniervanarkel.nl of 06-51112581

Vragen? Sportloket@reiniervanarkel.nl of 06-51112581

Volg de activiteiten via Linkedin of Facebook van Reinier van Arkel. Volg ons op Instagram via @Sportloket_rva

Volg de activiteiten via Linkedin of Facebook van Reinier van Arkel. Volg ons op Instagram via @Sportloket_rva

In de loop van 2024 organiseren we nog een voetbaltoernooi, fotospeurtocht en zeskamp.

In de loop van 2024 organiseren we nog een voetbaltoernooi, fotospeurtocht en zeskamp.

SPORTLOKET REINIER VAN ARKEL

SPORTLOKET REINIER VAN ARKEL

Samen actief, samen plezier!

Samen actief, samen plezier!

Dit sport- en beweegjaar is mogelijk gemaakt door de opbrengst van de oliebollenveldloop in 2023. Alle deelnemers, Rotaryclub Vught, Raad van Bestuur, Reinier wandelaars en dagbesteding Reinier van Arkel bedankt voor het mogelijk maken van dit sportieve jaar.

Dit sport- en beweegjaar is mogelijk gemaakt door de opbrengst van de oliebollenveldloop in 2023. Alle deelnemers, Rotaryclub Vught, Raad van Bestuur, Reinier wandelaars en dagbesteding Reinier van Arkel bedankt voor het mogelijk maken van dit sportieve jaar.

Hélène Mulder nominatie

Beste Praktijkopleider

SPORTLOKET OLIEBOLLENVELDLOOP

SPORTLOKET OLIEBOLLENVELDLOOP

Collega Hélène Mulder, praktijkopleider bij Reinier van Arkel, ontving een prachtige oorkonde omdat ze behoort tot de landelijke top tien van praktijkopleiders voor mbo-studenten in de sector Zorg, Welzijn en Sport. Een uitzonderlijke categorie van praktijkopleiders voor wie werkelijk niets te gek is als het om studenten mbo-verpleegkunde gaat!

SPORTLOKET

SPORTLOKET

Hartverwarmende 15de editie van bonbonverwenzorgactie

SPORTLOKET WANDELCLUB

SPORTLOKET WANDELCLUB

SPORTLOKET CLINICS

SPORTLOKET CLINICS

Jaarlijks organiseert SBB, dat staat voor Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, een verkiezing voor beste leerbedrijf en praktijkopleider. Voor de sector Zorg, Welzijn en Sport werden er landelijk 40 praktijkopleiders voorgedragen. Samen met 9 anderen behoort Hélène nu tot de beste 10 binnen deze sector. Wie van hen de titel ‘Beste Praktijkopleider’ krijgt, wordt bekendgemaakt op het Uitblinkersgala dat plaatsvindt op 13 mei aanstaande.

Hélène Mulder vormt samen met collega’s Laura Kropman en Jacqueline Brokkaar het praktijkopleidersteam van de initiële opleidingen binnen Reinier van Arkel. Het team begeleidt jaarlijks ongeveer 60 leerlingen en 80 stagiair(e)s. Naast de MBO-studenten begeleidt Hélène ook leerlingen van de opleiding verzorgendeIG, HBO Social Work en HBO-verpleegkunde. Bij het opleidingsteam van Reinier van Arkel staat de student centraal. Dat is duidelijk merkbaar in de gehanteerde begeleidingssystematiek en een leerklimaat met continue monitoring. “We zijn bijzonder trots op de nominatie van Hélène,” aldus Jacqueline Brokkaar. Volgens Hélène zelf zegt de nominatie vooral iets over de constructieve en plezierige samenwerking met het Koning Willem I College.

Joke Zwanikken, Jos Guffens en Marcel Musters bezochten voor het 15de jaar, Reinier van Arkel met een overweldigende hoeveelheid bonbons. Honderden doosjes bonbons voorzien van een kleurrijke tekening of mooie wenskaart werden door mensen uit het hele land ingeleverd bij o.a. Theater Bellevue, thuis bij Jos of bij de receptie van Reinier van Arkel. Een prachtig Verwenzorggebaar om zo rond de kerst aandacht te hebben voor een ander. Zoals elk jaar werden Joke, Jos, Marcel en enkele vrienden, en dit jaar ook Hanneke Groenteman, hartelijk ontvangen door cliënten en collega’s van Vijverhof. Bonbons werden ook overhandigd aan Centrum voor Traject- en bemoeizorg, Hostel Zwanenhuis, Dierenweide en Cello. Voor iedereen was er dit jaar ook nog een gesigneerde CD van Loes Luca. Dank aan iedereen die de bonbonactie tot een groot succes maakte!

SPORTLOKET GYMSPIRATIE

SPORTLOKET GYMSPIRATIE

REINIER VOORJAAR 2024 9

Het is geen geheim dat mentale gezondheid en natuur positief met elkaar samenhangen. Een groeiende groep van zorgorganisaties koppelt geestelijk herstel aan verblijf in bos en buitenlucht. De Groene GGZ is een initiatief van Nature For Health en IVN, in samenwerking met Green Mental Health & de Buitenpsychologen, en ggz aanbieders. Reinier van Arkel is samen met 17 andere ggz-instellingen partner in dit initiatief. Al deze instellingen samen hebben meer dan 30.000 medewerkers, behandelen meer dan 300.000 cliënten en hebben gezamenlijk meer dan een tot anderhalf Nationaal Park aan terreinen.

Reinier van Arkel wil dat natuur weer benut wordt als een bron voor mentale, positieve gezondheid voor onze cliënten, naasten, medewerkers en buurtgenoten. We zetten ons in voor de na-

De Groene GGZ ondersteunt de beweging naar een meer duurzame manier van leven, als geen ander dragen we hier als Reinier van Arkel aan bij. Jaarlijks ondersteunen we 18.000 mensen op weg naar duurzaam herstel en inclusief mee te kunnen doen in onze maatschappij. Verder zijn er tal van initiatieven die we in dit kader ontplooien en zien we Zorgpark Voorburg in Vught als een prachtige plek voor de ontwikkeling van een groene en duurzame samenleving. Zo hebben we onlangs twee community builders (zie pagina 70) aangesteld om ons nog meer in verbinding te brengen met en om samen deze samenleving op te bouwen. In 2024 starten we met een greenteam dat nog meer duurzaamheidskansen gaat verzilveren.

Robert Derksen, lid Raad van Bestuur Reinier van Arkel

tuur, door te investeren in een toename van de biodiversiteit op onze terreinen en de directe omgeving. De buurt nodigen we uit om mee te doen. Via de natuur kunnen mensen elkaar ontmoeten en doet het er niet toe of je cliënt, buurtbewoner, naaste of medewerker bent.

Steeds meer mensen beseffen dat natuur en natuurgerichte interventies belangrijk zijn. Mensen die in een groene omgeving wonen voelen zich (geestelijk) gezonder. In groene woonomgevingen komt 20 procent minder mensen bij een huisarts met klachten als depressie en angststoornissen dan in minder groene omgevingen. Een onderzoek in Australië toont aan dat mensen minder depressief worden als ze elke week dertig minuten of meer een groene plek bezoeken*.

Nieuwe partners zijn belangrijk in het nieuwe denken over natuur. Professionals uit de ggz zoeken de samenwerking op met grote landelijke natuurorganisaties en ondernemers in het groen. Uitbreiding van het netwerk betekent meer kennis, meer ondernemerschap en meer samenwerking tussen groene professionals en hulpverleners*.

De eerste initiatieven zijn zichtbaar bij Reinier van Arkel. Reinier magazine nam een kijkje bij een aantal initiatieven en doet daarvan verslag op de volgende bladzijdes. Sommige zoals 'werken in het groen' bestonden al langer maar krijgen een extra boost. Zorgmedewerkers stappen de natuur in tijdens een behandelgesprek en groene tuinprojecten zijn gestart op park Voorburg en locaties in de wijk.

10 REINIER VOORJAAR 2024
Tekst Erik Welten

Iedereen die van mensen houdt, kan meedoen aan de beweging: van plant-inde-kamer-zetter, natuurwandelaar, activiteitenbegeleider, buitenpsycholoog, tuinontwerper tot tegelwipper. Samen zijn we in staat om een groen en natuurlijk ecosysteem voor mentale gezondheid te maken.

Bronnen:

https://www.ivn.nl/aanbod/groene-ggz/ *Koen Westen, Jolanda Maas: https://www.socialevraagstukken.nl/eengroene-beweging-in-deggz/

De vijf pijlers van de Groene GGZ

Bevordering biodiversiteit

We investeren in de bevordering van de biodiversiteit en duurzaamheid op onze terreinen. De woonplaats voor insecten, planten en dieren op het terrein neemt toe.

Meer natuur in de behandelingen

We integreren de natuur in de behandeling van cliënten bijvoorbeeld door middel van buitenbehandelingen. Behandelingen in de natuur bevorderen het behandelproces en het herstel van de cliënt.

Versterkte vitaliteit van medewerkers en cliënten

We richten onze terreinen zo in dat cliënten, ervaringsdeskundigen, naasten én medewerkers gebruik kunnen maken van de natuur en werken aan hun gezondheid.

Integratie met de buurt

We willen investeren in ‘sociaal groen’. Dat betekent een groene leefomgeving waar cliënten, naasten, medewerkers en buurtgenoten samenkomen. Dit doen we door wandelroutes te organiseren en een aantrekkelijke recreatieomgeving te creëren met paden, dieren, groen en horeca.

Delen van ervaringen en expertise

De lessen die we leren worden gedeeld met andere zorginstellingen, waardoor we bijdragen aan een groen vliegwiel voor de gehele mentale gezondheidszorg in Nederland.

REINIER VOORJAAR 2024 11
'Green Mental Health' van Koen Westen*,

Jolanda Maas en Renske Visscher

De mens hoort thuis in de natuur – een oeroude opvatting, maar we lijken er tegenwoordig juist verder van verwijderd te raken. Dat de natuur daadwerkelijk het herstel van somatische en psychiatrische aandoeningen ondersteunt, wordt steeds duidelijker. Met de huidige, bredere blik op gezondheid en de daaruit volgende zoektocht naar passende behandeling, lijkt de tijd rijp om het ‘groene’ domein aan te sluiten op het ‘witte’ domein (de traditionele gezondheidszorg). Green Mental Health brengt de zorg naar de natuur en vice versa. Meer groen in de ggz en het sociaal domein biedt nieuwe behandelopties, betere zorg en duurzaam herstel bij psychische aandoeningen.

Nederlands - Paperback - ISBN 9789024433551 - 16 april 2021 - 192 pagina's

*Koen Westen is o.a. docent Verpleegkunde bij Avans Hogeschool en senior-onderzoeker van de onderzoekslijn Herstelondersteunende netwerkzorg in de ggz bij Reinier van Arkel.

Plastic recyclen bij

Vorig jaar won de dagbesteding van Reinier van Arkel de CZ-zorgprijs met het project 'Hep-pie plastic’. Het afgelopen jaar is er flink gewerkt aan alle voorbereidingen en nu is het zo ver. De containers en de bakfiets voor de inzameling van plastic staan klaar en de machines om het plastic te verwerken worden volop getest door de begeleiders dagbesteding Jan van Berkel en Rob van de Ven. We namen een kijkje in de werkruimte op Zorgpark Voorburg in Vught.

Van al het opgehaalde plastic worden in eerste instantie bankjes gemaakt die op het park Voorburg komen te staan. Bij binnenkomst in de werkruimte zie ik de eerste balken al liggen. Geen balk ziet er hetzelfde uit, zowel in kleur als textuur. Jan en Rob vertellen me dat ze volop aan het experimenteren zijn met de machines. Jan: "Je kunt ons leerproces zien aan de balken. Sommige zijn wat grover en andere gladder. Hier gaan we een proefbankje van maken. Daarmee laten we zien hoe we begonnen zijn. Oefening baart kunst en het hoeft niet altijd perfect te zijn om te kunnen genieten.”

Verzamelen, vermalen en versmelten

In de eerste werkruimte staat de spoelkeuken. Al het plastic dat binnenkomt wordt gecontroleerd en daarna grondig schoongemaakt in de spoelbakken. Nadat het plastic gedroogd is, worden de grote plastic bakken en containers in stukken gezaagd met een lintzaag. Pas dan kan het in de vermaler (shredder) om er het zogenaamde granulaat van te maken. Rob: "De snippers van het granulaat moeten ongeveer 9 mm zijn, anders pakt de versmelter (extruder) de stukken niet. We voegen kleurstof toe omdat we anders alleen maar grijze balken krijgen. Nu wordt elke bank opgebouwd met verschillende kleuren en dat maakt ze wel mooier. In totaal hebben we per balk twee grote containers plastic nodig. Dat is ongeveer vier en een halve kilo. Met die balken kunnen we bankjes met en zonder leuning maken of een picknicktafel.”

Intussen zijn we bij de versmelter aangekomen. Jan: "De versmelter is een machine waar we geen cliënten aan laten werken. Het plastic wordt op een hoge temperatuur gesmolten (tussen 90 en 270 graden) en bij verkeerd ge-

Boek

dagbesteding'Hep-pie plastic'

bruik kunnen er dampen vrijkomen. We werken dan ook met speciale handschoenen en een beschermingsmasker. Met één balk zijn we ongeveer drie kwartier bezig en daarna moet de mal lang afkoelen. We hebben twee mallen dus we kunnen per dagdeel maar twee balken maken."

Rob: “Als we een tijd bezig zijn met de balken gaan we kijken of we andere mallen aan kunnen schaffen. Bijvoorbeeld een mal om ‘planken’ te maken. Mogelijk kunnen in de toekomst de producten die we maken, verkopen in de winkel op Zorgpark Voorburg.”

Samen werken aan Groene GGZ

Rob: "Er komt veel werk bij dit project kijken waar cliënten van de dagbesteding voor kunnen kiezen. Er is nu een aantal deelnemers van de Waterboog en de Lichtboog gestart. We hebben mensen nodig die rondrijden met de bakfiets en de containers verzamelen. Maar ook mensen die meehelpen met sorteren en schoonmaken. En bij de houtbewerking worden de bankjes in elkaar gezet."

Jan: "We willen dat het echt een project is van de cliënten en medewerkers van Voorburg. Eric Sars van het crea-atelier gaat naar de afdelingen om uitleg te geven over het gebruik van de container en waarom het belangrijk is dat we bewuster omgaan met plastic. Ook krijgen de cliënten en medewerkers voorlichting over welk plastic wel en welk plastic niet geschikt is. Aan de onderkant van het harde plastic materiaal vind je een nummer. Alleen de nummers 2, 4 of 5 zijn geschikt om hier te recyclen." Het eerste bankje moet nog in elkaar gezet worden maar aan ideeën en plannen geen gebrek. Jan en Rob zijn met de afdeling inkoop in gesprek of er beter op gelet kan worden in welk plastic de producten worden verpakt. Slechts 5% van het plastic kan gerecycled worden op dit moment. En omdat Reinier van Arkel een van de voorlopers is van de Groene GGZ, moeten we overal kijken waar we zaken kunnen verbeteren.

Precious Plastic

De machines die de dagbesteding op Zorgpark Voorburg gebruikt, zijn ontwikkeld door Precious Plastic. Precious Plastic is een wereldwijde gemeenschap die zich inzet voor het oplossen van de plasticvervuiling. In 2013 ontwierp Dave Hakkens een reeks machines voor zijn afstudeerproject aan de Design Academy Eindhoven. Deze machines en gereedschappen worden gebruikt om gerecycled plastic te malen, te smelten en te injecteren, waardoor nieuwe producten op kleine schaal kunnen worden gemaakt. Het stelt individuele consumenten in staat om hun eigen mini-recyclingbedrijf op te zetten. Meer dan 40.000 mensen wereldwijd zijn op dit moment betrokken bij dit Precious Plastic project. Voor meer informatie kijk op https://www.preciousplastic.com

REINIER VOORJAAR 2024 13
Foto's Jolanda Ruijs – van Rossum

Binnentuin Herstelacademie De Stijl

Elke week wordt er op dinsdagmiddag bij herstelacademie De Stijl Den Bosch in de binnentuin gewerkt. Er is altijd wat te doen, zaaien, oogsten, snoeien, vegen en natuurlijk mooie dingen maken van wat de natuur geeft. We spraken af met Peter van Helden, de tuinman van De Stijl.

Peter van Helden komt uit een protestants gereformeerd milieu en heeft theologie gestudeerd in de jaren 70. De tijd dat de kerk zich opende voor de wereld en activistisch was. Ruim 38 jaar lang is Peter predikant geweest en de

laatste jaren voor zijn emeritaat was hij straatpastor in Den Bosch. Hij kwam veel in contact met daklozen, thuislozen, vluchtelingen en ongedocumenteerden. Samen met andere organisaties, waaronder MO Den Bosch, heeft hij veel kunnen betekenen voor deze mensen.

Wildernis

Peter: "Sinds 2016 ben ik met emeritaat. Via een interview in de wijkkrant van de Muntel werd me gevraagd of ik iets kon betekenen voor de wijk. Omdat mijn agenda toch behoorlijk leeg was, ben ik aangesloten bij een groep die mee ging denken over de nieuwe koers van wat toen

nog een dagactiviteitencentrum was. Ik was inmiddels vertrouwd geraakt met de medewerkers en bezoekers en andersom. De tuin was een wildernis en die ben ik op gaan knappen. Zo werd ik de tuinman hier. Al snel kreeg ik hulp van een van de bezoekers. Toen in 2020 De Stijl een herstelacademie werd, hebben we van deze activiteit een vaste workshop gemaakt op de dinsdagmiddag. Het doel was er een fijne en gezonde tuin van te maken.”

"Het eerste wat je doet is kijken wat er onder al die verwildering uitkomt. We ontdekten een heleboel kruiden zoals

14 REINIER VOORJAAR 2024
Foto Evelien Gerrits

oregano, rozemarijn en munt. Ook stond er riet, wat vaste struiken en bloemen. Met die basis zijn we de tuin gaan uitbreiden en verbeteren. Ik wilde graag veel tegels wippen maar tegelijkertijd moesten er ook sport- en beweegactiviteiten op de binnenplaats plaatsvinden. Uiteindelijk hebben we langs de zijkanten een aantal flinke perkjes kunnen realiseren.

Het was een heel proces en we beleefden mooie dingen met de bezoekers. Als er onder de boom gepauzeerd wordt dan kom ik langs met een handvol frambozen of andere vruchten uit de tuin. Op die manier betrek je de anderen erbij."

Samenwerking

"Er is ook wisselwerking met de andere activiteiten in De Stijl. De houtgroep maakte hoge bakken, de bar levert afval voor de composthoop. De keuken gebruikt ook wel kruiden die hier staan. Af en toe komen bezoekers en medewerkers met zaadjes en plantjes voor de tuin. Maar ook met versieringen, zoals schelpen en stenen. Het is mooi dat we met elkaar meedenken en het een gezamenlijke tuin wordt.

Bij de workshop ‘Flower up’ verwerken ze takken en bloemen uit de tuin in hun mooie bloemsierkunst. Samen gaan we nu een deel van de tuin inrichten met nog meer bloemen als pluktuin voor hen. We hebben straks prachtige zonnebloemen en stokrozen en daar komen straks onder andere guldenroede en sleutelbloemen bij.

De tuin vormt zich naar de wensen van de bezoekers van De Stijl. Samen met de workshop meditatie gaan we een plekje inrichten waar mensen tot rust kunnen komen. En weer op een andere plek gaat iemand beginnen met een klein moestuintje. Deze tuin is continu in beweging."

Groei

De tuin heeft ook een educatieve functie. Peter vertelt dat door de droge zomers de problematiek van het watermanagement werd opgepakt; ze hebben daarom een eigen waterreservoir gemaakt. De regenpijp gaat niet meer naar het riool maar via de regenton komt het water nu in een vijvertje terecht. Grote landelijke of wereldproblemen maak je zo klein en handelbaar.

Peter: "Tuinieren is een leerschool voor het leven. Hier leer je om te gaan met teleurstellingen. Soms komt het zaaigoed niet op of gedeeltelijk of wordt het opgegeten door vogels of slakken. Soms zit het mee en soms zit het tegen. Tuinieren vraagt geduld. Het doet wel iets met je lijf en geest als je wroet en bezig bent.

Een van de jongere bezoekers heeft zo'n mooie groei doorgemaakt. Hij zei: ‘Op De Stijl mag ik zijn wie ik ben’. Hij voelde meer om met bloemschikken bezig te zijn en is toen naar de ‘Flowerup’ gegaan. Inmiddels is hij begonnen aan de opleiding bloemsierkunst. Dat is toch een prachtig herstelverhaal.”

Peter: “De Groene GGZ is een mooie gedachte. Er kwamen direct mooie nieuwe verbindingen tot stand. Wat ik doe sluit naadloos aan bij de groene GGZ. Ik werk eigenlijk niet, er wordt aan mij gewerkt door het groen.

Kijk voor informatie over herstelacademie de Stijl op de website van Reinier van Arkel: https://www.reiniervanarkel. nl/teams-en-locaties/herstelacademie-de-stijl/

Duurzaam vastgoed, logistiek en onderhoud

Duurzame keuzes die gemaakt zijn:

• Zeven panden van Reinier van Arkel zijn voorzien van zonne-panelen

• Op alle locaties is de regenwaterafvoer losgekoppeld en wordt het regenwater in de vijvers opgevangen

• Bij vervanging kiezen we voor elektrisch aangedreven bedrijfsauto's

• Op diverse plekken staan oplaadpunten voor elektrische auto’s

• We gebruiken standaard ledverlichting met bewegingsmelders

• Schoonmaken doen we met de Microvezel-methode en met middelen die aan het Ecolabel voldoen

• Het gras van de velden op Zorgpark Voorburg wordt op sommige stukken bewust hoger gehouden wat de biodiversiteit ten goede komt

Aantal duurzame keuzes dat op de rol staat:

• Visie op voeding en aanbesteding vanuit duurzaamheid

• Duurzaam vastgoed: duurzaam meerjarenonderhoudsplan, slimme meters en bij renovatie en nieuwbouw energie label A.

• Klimaat adaptief natuur- en terreinonderhoud

• Inkoop circulair meubilair

• Afval scheiden

• Wagenpark elektrisch

REINIER VOORJAAR 2024 15

Vanuit zijn opleiding tot HBO-verpleegkundige startte Yuri Beset binnen IHT (Intensive Home Treatment). Inmiddels is hij daar als gediplomeerd verpleegkundige aan de slag. Sporten is altijd onderdeel van het leven van Yuri geweest. Ook in de tijd met deeltijd studeren, werken en een gezinsleven is het een fijne manier om je hoofd leeg te maken. Gaan wandelen met een cliënt in plaats van de afspraken vanachter een bureau te houden, kwam hem goed uit. Voor de HBO-V opleiding onderzocht hij wat de bevorderende en belemmerende factoren zijn van het inzetten van wandelingen binnen IHT.

Yuri: "Er is echt wel verschil of je met iemand zittend praat of al wandelend. Sommige cliënten kunnen wat terughoudend zijn terwijl ze al wandelend veel opener het gesprek aangaan. En als het gesprek stokt dan begin je over iets anders wat je samen op dat moment ziet. Dan is een stilte ook helemaal niet meer zo beladen. Oogcontact is ook niet altijd noodzakelijk in een gesprek, zeker als een cliënt oogcontact vermijdt. En daarnaast is beweging, het liefst in het groen, altijd goed en gezond. Het helpt om letterlijk in beweging te komen, zowel voor onze cliënten als de medewerkers."

Tot zover de voordelen want Yuri stelt heel duidelijk dat wandelen tijdens een ambulant cliëntcontact niet in alle ge-

vallen de eerste prioriteit heeft. Allereerst moet de verpleegkundige het ook zelf graag doen en er in de agenda ruimte voor hebben. De verpleegkundige maakt samen met de client de inschatting of een wandeling helpend is of dat het beter is het gesprek op kantoor of bij de cliënt thuis te voeren. Bij sterke angsten en psychoses kan een wandeling zelfs averechts werken. En als een cliënt niet gemotiveerd is dan moet je dit niet koste wat kost doorzetten. Soms zijn er eerst andere dingen nodig, voordat je aan een wandeling denkt.

Yuri: "Het is echt maatwerk, ik zie het als een van de interventies die ingezet kan worden in een behandelcontact. Het onderzoek laat zien dat wandelen helpt om cliënten actiever te maken en spanning weg te nemen. Ook geven collega’s aan dat ze er niet altijd aan denken om te gaan wandelen als interventie. Daarom is het belangrijk de mogelijkheid van wandelen, met elkaar onder de aandacht te houden."

IVN en Nature for Health hebben in opdracht van het ministerie van VWS een educatiemodule Groene GGZ ontwikkeld. Dit is een praktische toolkit waarin je meer kunt leren over de gezondheidswinst en inzetbaarheid van natuur binnen de ggz. Meer informatie hierover kun je vinden op de website van IVN.

Wandelen als interventie

16 REINIER VOORJAAR 2024
Foto's Jolanda Ruijs- van Rossum

Herstelacademie De Stenen Hut

De Stenen Hut is al sinds jaar en dag een vertrouwde plek op Zorgpark Voorburg. Van activiteitencentrum is het de laatste jaar uitgegroeid tot herstelacademie. Naast de activiteiten die er plaatsvinden kunnen cliënten, medewerkers en bezoekers er terecht voor een kop koffie en versnaperingen. We spreken met begeleiders José Cuperus en Tessa Daniëls over wat de Groene GGZ praktisch betekent voor de Stenen Hut.

José begint direct op te noemen wat er veranderd is in de Stenen Hut: "We denken voortaan over alles na wat de juiste keuze is voor het milieu en de gezondheid van de bezoekers. We verkopen geen snoep meer, maar verantwoorde tussendoortjes zoals repen. De chocolade verkopen we wel nog maar dat is voortaan fairtrade en biologische chocolade, net als de koffie. En we hebben natuurlijk alle plastic en papieren bekers en schalen vervangen door keramiek.

De bezoekers zijn gewoon meegegaan zonder moeite. Het is ook niet duurder zoals soms wordt gedacht. Je moet goed

op zoek gaan en daar de tijd voor nemen. Onze fairtrade chocolade is zelfs goedkoper omdat het grotere repen zijn."

Kookgroepen

Tessa: "Op maandagen hebben we twee kookgroepen en daar waren we begonnen met vegetarisch koken. Hiermee deden we sommige cliënten echt te kort. Die misten hun stukje vlees en haakten af. Dan schiet je je doel voorbij. Samen met de kookgroepen hebben we toen gezocht naar een tussenweg. We koken nu per maand 1 keer vlees, 1 keer vis, 1 keer vegetarische vervanger en 1 keer met alleen groenten. Dit tot volle tevredenheid van de deelnemers. En gaandeweg leert iedereen toch dat vegetarisch ook gewoon lekker kan zijn. Als het kan halen we de producten lokaal. Bijvoorbeeld de groenten en de eieren bij 'Werken in het groen' hier op het terrein van Voorburg. Een kleine pluktuin zou mooi zijn hier bij de Stenen Hut. Er zijn nieuwe bakken op het plein geplaatst met appelboompjes en daar wil ik wat kruiden in zetten voor de kookgroepen. We moeten met een beperkt budget de

maaltijden maken dus alles is meegenomen. We hebben een klein begin gemaakt met peterselie en andere kruiden."

Bewustwording

José: "In Nederland is er een omslag gaande om beter na te denken over de natuur, je gezondheid en duurzaamheid. Mensen zijn zich meer bewust van de impact van hun keuzes en dat betekent dat onze cliënten daar ook mee bezig zijn, zeker als ze op zichzelf wonen. Daarom moeten we ook als ggz hierin mee en is de Groene GGZ een goed initiatief. Wij zorgen niet alleen voor de uitvoering maar we doen ook aan voorlichting. We leggen al onze beslissingen uit of maken die samen met de deelnemers. We proberen zo iedereen mee te nemen in de ontwikkelingen."

Tessa: "In de kookgroepen denkt iedereen mee. Eten dat over is vriezen we nu vaker in en dan hebben we af en toe kliekjesdag. Of we maken wat meer soep die we invriezen. Dat brengt anderen weer op het idee om dit thuis ook te doen. Iedereen doet op zijn eigen manier zijn best.

REINIER VOORJAAR 2024 17 Foto Jolanda Ruijs- van Rossum

Wanneer je het hebt over Groene GGZ dan kom je automatisch uit bij dagbesteding 'Werken in het groen' op Zorgpark Voorburg. Sinds jaar en dag werken cliënten van Reinier van Arkel op het terrein van Voorburg op een of andere manier met de natuur. De laatste jaren is dit onder de naam 'Werken in het Groen' in de dierenweide, tuin en kas. We spreken Marcel Roozen, een van de begeleiders van deze dagbesteding.

Marcel heeft de opleiding tot hovenier en tuinarchitectuur gedaan, een opleiding dierverzorger/veredelingen en een consumptieve opleiding koken/banketbakker. Bij de Grote Beek (GGz Eindhoven) is hij opgeleid als Forensisch begeleider dagbesteding. Binnen Reinier van Arkel heeft hij een opleiding gevolgd voor specifieke doelgroepen.

"Vier jaar geleden maakte ik met een online sessie kennis met de Groene GGZ. Ik was hier na afloop erg enthousiast over. Het was een erkenning van wat Ad Rovers* en ik al sinds 2013 doen op deze plek. Het werkt gewoon, mensen mee naar buiten nemen en groen en dieren inzetten als middel om mensen te helpen. Groene GGZ kan overal ingezet worden. Het hoeft allemaal niet hoogdravend of groots te zijn. Kleine klusjes kunnen veel betekenen voor iemand. Dit werk vraagt om regelmaat. Dieren hebben structuur nodig. De deelnemers moeten zich aan de natuur aanpassen.”

Ongedwongen

De deelnemers van 'werken in het groen' kunnen kiezen of ze met dieren willen werken of in de tuin en kas. Marcel: "Het werken met dieren is populairder. Je hebt contact met dieren en direct plezier van je werk. Bij tuinieren is het ploeteren en duurt het lang voor er resultaat is. Te vaak slecht weer is funest voor de motivatie van de deelnemers. Je moet

Dagbesteding 'Werken in

18 REINIER VOORJAAR 2024

geduld hebben en het moet mogen mislukken. We hebben daarom besloten de groentetuin kleiner te maken. Nu mijn nieuwe collega Mark Verstijnen, verpleegkundige met een agrarische achtergrond en groene vingers, begonnen is, zijn we de rest van de tuin aan het herinrichten tot beleeftuin, waar je kunt zitten, wandelen en ontspannen. Als begeleiders beginnen we in de ochtend met een ronde en zetten de emmers met voer klaar. Soms is er een dier weg of dood. We bereiden de groep voor en die gaan vervolgens aan de slag met voeren en verzorgen van de dieren. Bij de koffie vertelt iedereen hoe het met de dieren gaat. Zo leren ze observeren en daarbij verbinding maken met de aanwezigen.” De sfeer hier is ongedwongen. Het is maatwerk voor iedereen. Sommigen kunnen kleine taken doen en anderen kunnen meer aan. Ieder kan en mag op zijn of haar eigen niveau meedoen. Iedereen respecteert elkaar ook hierin. Het verbaast ons soms hoe goed er wordt samengewerkt en iedereen in zijn waarde wordt gelaten. Het werken met natuur en met dieren werkt ontspannend.”

het Groen'

Ontwikkeling

Vroeger werd de groenvoorziening door de dagbesteding op Zorgpark Voorburg gedaan. Dit is echter al een aantal jaar uitbesteed aan een extern bedrijf. Marcel: "Het is jammer dat er zo weinig ruige plekken zijn op het park. Er wordt nu wel weer minder gemaaid, maar het is goed voor de ontwikkeling van de natuur op het park om stukken wat te laten verwilderen. We proberen dit wel her en der. In de ruige natuur leven veel meer kleine insecten en dieren. Die zijn weer erg gewild bij wat grotere dieren en vogels. Zo haal je veel meer diversiteit aan soorten het terrein op."

Tijdens de rondleiding laat Marcel me alle adoptiedieren zien die binnen staan, waaronder slangen, Mongoolse gerbils en grondeekhoorns. Buiten wijst Marcel me enthousiast aan waar de groentetuin blijft en waar straks een bloementuin moet komen voor snijbloemen. Ook lopen we door de toekomstige wilde tuin met zitjes en een aangrenzende ontwikkelingsmoestuin voor leerlingen van Zuiderbos. Marcel laat de zwaluwkastjes zien die het crea-atelier heeft gemaakt: “Elk jaar hangen we die op in de schuren. We hebben nu al tien nestjes met zwaluwen op het terrein. De allereerste kwam bij ons in de varkensstal. In de kippenstal hebben zwaluwen zelfs een eigen nest gemetseld. Dat is toch mooi om te zien en te delen met de bezoekers en deelnemers van de dagbesteding.

Toekomst

Terwijl we van de lama's, geiten, ganzen en emoes teruglopen naar het kantoor en de kantine, zien we een man met een kind langs de dieren wandelen. "Dit wil je hebben", zegt Marcel, "dat iedereen zich vrij voelt om hier op het terrein te komen kijken en te recreëren. We hebben hier een prachtige plek voor iedereen om van te genieten.”

Marcel is duidelijk trots op wat er is bereikt samen met zijn collega’s en cliënten met 'Werken in het Groen’, en terecht. Marcel: “Er is altijd wel wat te wensen bij 'Werken in het Groen'. Zoals een eigen imkerij wat ik nu thuis al als hobby heb, dit zou natuurlijk ook heel goed aansluiten bij de Groene GGZ, zodat we de honing in de winkel op Zorgpark Voorburg kunnen verkopen. En een kinderspeelplek. Ook zou de weg langs het ezelweide voetgangersvriendelijk mogen zijn. Wellicht dat er zelfs een stuk autovrij kan worden gemaakt. Het zou de beleving van de verschillende gebieden van het park ten goede komen. Deze plek hier rondom de Watertoren is echt het kloppend hart van Zorgpark Voorburg. Iedereen heeft er baat bij als er meer bezoekers komen.” De Groene GGZ is eigenlijk heel simpel om mee te starten: zoek met je cliënten het buitenzijn op, een overleg kan ook wandelend.

*Ad Rovers is vorig jaar gestopt met werken. Hij heeft 45 jaar voor Reinier van Arkel gewerkt en sinds 2013 voor 'Werken in het Groen'. Hij blijft betrokken bij Zorgpark Voorburg en de dierenweide als vrijwilliger. In Reinier magazine nummer 15 kun je een uitgebreid interview teruglezen met Ad.

REINIER VOORJAAR 2024 19
Foto Jolanda Ruijsvan Rossum

Magnolia voortgezette behandeling

Foto Jolanda Ruijs - van Rossum

Sinds september 2023 is Ans van der Veeken een aantal uur per week bij de voortgezette behandeling op Magnolia bezig met de Groene GGZ als activiteit. Langzaam krijgt dit vorm in de gangen van de afdeling en in de huiskamers. Her en der staan grotere planten, maar er staan vooral veel stekjes en kleine plantjes op de vensterbanken. We spreken met Ans over deze activiteit op deze bijzondere plek.

Ans was verpleegkundige op Magnolia en nu activiteitenbegeleider. Ans: “Ik wilde al langer regelmatig wilde werken, heb ik een hoveniersopleiding gedaan. Hiervoor heb ik een half jaar op de dierenweide gewerkt en nu mag ik dit hier doen.” Voor 16 uur is ze werkzaam op de beide units van de voortgezette behandeling plus een aantal uur op de Salon die voor alle cliënten van Magnolia toegankelijk is. Ans: "Ik ben erg blij dat ik deze activiteiten mag ontwikkelen voor de Groene GGZ. Het werk is heel laagdrempelig en zichtbaar. Ik heb geen vaste ruimte en doe alles op de gangen en in de huiskamers waardoor het werk heel zichtbaar is en daardoor laagdrempelig voor de cliënt om aan te sluiten.. Voor zowel cliënten als voor mijzelf was mijn nieuwe rol in het begin even wennen. Maar al snel hielpen cliënten mee met plantjes stekken en uitzetten.”

Binnenruimte

"We zijn voornamelijk binnen bezig geweest omdat dit in het najaar en winter praktischer is. Het was ook nodig. De gangen en huiskamers waren best wel kaal, er was weinig groen. De cliënten hier hebben over het algemeen een korte aandachtspanne. Maar als ze direct mee kunnen helpen is elk moment dat we samen bezig zijn meegenomen. Groen werkt gewoon. Groen ontspant en draagt bij aan een gezonder leven. Ik zie de cliënten ontspannen als ze even meehelpen. Ze gaan het belang van groen inzien. Daar waar altijd de gordijnen dicht waren is er nu een bewoner die de gordijnen opent zodat de plantjes licht krijgen. Het is nu nationale vogeltelling

en met een cliënt heb ik samen de vogels geteld in de binnentuin. Dat doe je een half uur en dat was een perfecte tijd om de concentratie vast te kunnen houden.”

Buitenruimte

Ans: "Onze aandacht verschuift langzaam naar buiten. We hebben al bollen en vaste planten in de binnentuin geplant. Naar een idee van Peter van Helden van herstelacademie De Stijl hebben we een verzamelpot in het restaurant geplaatst waar iedereen zaden die over zijn, in kan gooien. Die kunnen we straks mooi gebruiken in de binnentuin. Er komen plantenbakken op wielen zodat ook de cliënten in een rolstoel mee kunnen helpen en kunnen genieten. Het is de bedoeling dat de binnentuin op alle hoogtes vol bloemen en kruiden komt te staan. Die geuren en kleuren zijn goed voor de zintuigen.”

Ans laat me een prachtige fotocollage zien in de gang: "We gaan ook veel naar buiten en maken wandelingen op het terrein. Een cliënt maakt met haar fototoestel deze prachtige natuurfoto's Het is zo jammer dat het toestel nu kapot is. Ze is aan het sparen voor een nieuwe."

Intussen zijn we bij de besloten unit binnengegaan. Ans vertelt enthousiast over de plannen in de buitenruimte daar: "Hier willen we een moestuin beginnen met zitgelegenheid, een schuurtje en tennistafel. Bij de houtbewerking hebben we een schommelbank besteld.”

Ans: “De mogelijkheden zijn groot en het is voor mij de uitdaging om zo veel mogelijk cliënten, ieder op zijn of haar eigen manier en persoonlijke natuurbehoefte, bij het groen te betrekken. Het personeel op de afdelingen is ook enthousiast. Ze brengen zaden en stekjes mee. Diegenen die het leuk vinden, kunnen straks samen met de cliënten de moestuin mee onderhouden. Of ze gaan gebruikmaken van de ontspanningsmogelijkheden in de tuin. Je hebt elkaar nodig en het groen verbindt op een natuurlijke manier.”

Groene ggz

20 REINIER VOORJAAR 2024

Als sociaal-psychiatrisch verpleegkundige werkt Alice Corten al vele jaren bij Reinier van Arkel. Ze betreedt daarbij de leefwereld van de kwetsbaarste cliënten en is oprecht nieuwsgierig naar het verhaal van de mens achter de kwetsbaarheid. In deze column probeert ze onder woorden te brengen hoe ze de verbinding aangaat met de cliënten en hun omgeving

Ontkenning

Of ik zo snel mogelijk naar de afdeling kan komen, er is een jonge vrouw binnengebracht die erg onrustig is, onderzoeken weigert, maar overduidelijk zwanger is…

Dat het niet goed met je gaat is zichtbaar. Je haren hangen sluiks en vet voor je ogen en bedekken hiermee je spichtige blik. Je jas hangt over de stoel naast je. Hij lijkt veel te groot voor jouw broze lijf. Je houdt de dekens angstvallig over je heen, zodat ik alleen je gezicht kan zien. Een bleek gelaat en ingevallen wangen vallen me op.

Ik mag naast je komen zitten en je vertelt dat je niet weet waarom je hier bent. Mensen op straat spraken je aan en hebben een ambulance gebeld. Voor je het wist lig je nu hier in een bed en zeggen mensen dat je zwanger bent. Een echo weiger je, want je bent helemaal niet zwanger.

Ik vraag je wanneer je voor het laatst gegeten hebt. Je hebt geen idee. Al dagen niet…. Je kreeg zojuist van een aardige verpleegkundige een boterham, maar je hebt nog steeds honger. Dat je onrustig

bent, begrijp ik wel. En dat zeg ik ook tegen je, ik zou ook onrustig worden wanneer ik honger zou hebben en ineens in een ziekenhuis zou belanden zonder enig idee waarom. Je lacht een verlegen lachje en neemt mijn aanbod van nog meer eten gretig aan.

Je vertelt dat je al een aantal jaar in Nederland bent en het vroeger goed voor elkaar had met een baan en een huis. Alles ben je kwijtgeraakt en nu leef je op de bank bij eenieder die jou die bank aanbiedt. Dan drink je alcohol en gebruik je drugs. Om het vol te houden en omdat het dan even gezellig is. Je ziet mijn blik afdwalen naar je bollende buik en zegt zachtjes dat je niet zwanger kan zijn, bijna wanhopig zeg je nogmaals dat het helemaal niet kan…

Ik vraag of je het met me eens bent dat in een ziekenhuis mensen onderzocht worden om te kijken wat er aan de hand is. Je stemt in met een onderzoek door de dokter die ook in de kamer aanwezig is.

Het echoapparaat staat al klaar en de dokter vertelt rustig wat ze gaat doen en

wat ze ziet. Soms kijk je even mee op het scherm om even zo vlug je blik weer af te wenden. Bij het horen van het hartje kun je het niet meer aan. Je draait weg en schreeuwt in de ruimte woorden die ik niet begrijp. Als een soort mantra blijf ik herhalen dat je veilig bent en dat wij bij je zijn. Het werkt, je ademhaling verzacht en je woorden versterven in de ruimte. Wanneer de dokter zegt dat je kindje gezond lijkt, huil je zachtjes. Je wilt niet weten of het een jongen of een meisje is. Het is voor even genoeg geweest.

De melding bij Veilig Thuis is al gedaan en we schakelen die dag de Raad voor de Kinderbescherming en het Leger des Heils in. Een voorlopige ondertoezichtstelling wordt uitgesproken voor jouw ongeboren kindje. Vanuit het ziekenhuis ga je over naar een afdeling binnen de psychiatrie. Een plek waar je voorlopig veilig bent en mag aansterken. Dat is fijn, maar ons hart voelt zwaar die dag.

Ik rij naar huis en denk stiekem dat dit helemaal niet is gebeurd, ontkennen als coping…

ggz
Foto Evelien Gerrits REINIER VOORJAAR 2024 21

Er liggen volop kansen voor verpleegkundig specialisten ggz

Het is haar persoonlijke missie de zorg voor cliënten die kampen met suïcidale gedachten of gedragingen verder te verbeteren. Evi van Orsouw werkt bij het FACT van Herlaarhof en in het expertisecentrum suïcidepreventie van Reinier van Arkel. Volgens Evi, onlangs afgestudeerd als verpleegkundig specialist, liggen er volop kansen voor ‘haar’ beroepsgroep om vanuit helicopterview praktijkervaringen en kennis van de wetenschap op dusdanige wijze met elkaar te verbinden dat het leidt tot nog betere zorg in de behandelkamer.

Evi heeft de ambitie te ontdekken, te groeien, stappen te zetten. In de ongeveer acht jaar dat ze nu bij Reinier van Arkel werkt, kreeg ze volop mogelijkheden haar ambities waar te maken. Ze begon haar loopbaan als flexmedewerker na de studie Social Work. Evi: “Ik merkte dat ik behoefte had aan concretiseren, zeg maar het klinisch redeneren. Goed onderbouwen waarom je bepaalde keuzes maakt. Ik was toe aan verdieping.” Daarom volgden de opleidingen HBO-verpleegkunde en verpleegkundig specialist ggz. Met steeds wisselende werk- en leerplekken binnen Reinier van Arkel; forensisch psychiatrische afdeling, FACT, team stemming en angst, gesloten opname voor ouderen, High Intensive

Care. “Ik heb veel kansen gekregen, dat is echt ontzettend leuk, qua opleiding, qua projecten om aan mee te werken en qua werkplekken. Je leert de organisatie hierdoor in de volle breedte kennen, vormt een breed netwerk met collega’s en neemt een kijkje in ‘de keuken‘ van teams en zorgsoorten. Dat zorgt ook voor een verbreding van je eigen kennis,” aldus Evi.

Als verpleegkundig specialist ggz verbind ik praktijk en wetenschap met elkaar

Reinier biedt ook ruimte om als professional aan de slag te gaan met kwaliteitsverbetering. Dat ondervond Evi al tijdens haar afstudeeronderzoek voor de HBO-V waarbij ze het gedachtegoed van positieve gezondheid binnen het intakegesprek van cliënten met psychotische klachten vormgaf en implementeerde. Positieve gezondheid is organisatiebreed gezien ook onderdeel van de beweging naar netwerkzorg waarbij eigen regie, herstel en inclusie voor cliënten voorop staan. Als verpleegkundig specialist ggz is kwaliteitsverbetering een van haar aandachtsgebieden, naast de behandelcontacten met cliënten. “Als verpleegkundig specialist heb ik de tools om vanuit een breder perspectief naar de cliënt en naar de zorg te kijken. Door de verbreding en verdieping van mijn zorginhoudelijke en wetenschap-

22 REINIER VOORJAAR 2024
Tekst Ilse van den Eeden Foto Evelien Gerrits
Evi van Orsouw

pelijke kennis, kan ik uitzoomen, erboven hangen, dat is helpend. In de samenwerking met de verschillende disciplines van het multidisciplinaire team kan ik als verpleegkundig specialist juist weer zorgdragen voor verbinding. Dat ik door die lijnen met elkaar te verbinden kartrekker kan zijn in het implementeren van verbeteringen voor de cliënt, passend binnen de context van de organisatie, dat vind ik ontzettend leuk.” Binnen het expertisecentrum suïcidepreventie gaf Evi de kwaliteitsverbetering een extra impuls door een verbreding van het aanbod met een individuele module. Een bestaande module die Evi herschreef met als doel te komen tot een veiligheidsplan, dat cliënten en professionals

“Als beroepsgroep zijn we bij Reinier nauw betrokken bij elkaar, samen vormen we een lerend netwerk, we delen onze inzichten en inspireren elkaar”

op een praktische manier aan de slag laat gaan en het daadwerkelijk contact maken tussen hulpverlener en cliënt vergemakkelijkt. Trots is ze op de ervaring van een cliënt die deze module volgde: “Deze liet me weten voor het eerst in jaren iets gedaan te hebben dat volgens hem ook écht hielp.”

Lerend netwerk

De verpleegkundig specialist ggz is een relatief jonge beroepsgroep. Evi ziet het als een mooie uitdaging om in een relatief nieuw vak iets te brengen wat er eerder nog niet was. “Bij Reinier zijn we als beroepsgroep ook nauw betrokken bij elkaar, een gemêleerd gezelschap oud, jong, ervaren of net beginnend.” Met haar ruim 30 collega’s vormt ze een lerend netwerk met bijvoorbeeld regelmatige bijeenkomsten over actuele of zorginhoudelijke thema’s. “Zo dragen we samen zorg voor verdieping in het werk en vakgebied en delen en inspireren we elkaar met inzichten.”

REINIER VOORJAAR 2024 23
medewerker aan het woord

Soms leiden alle krachten tot de bijna perfecte storm

Voorziening Langdurig Verblijf

Aan de Nieuwe Dijk 3 in ’s-Hertogenbosch staan 22 woonunits voor twintig mensen met chronische psychiatrische problematiek. Ook zijn er twee units voor de zorgprofessionals en handhaving en is er een crisis-bed voor kortdurende noodopvang. Deze Voorziening Langdurig Verblijf (VLV) is voor mensen met psychische problemen in combinatie met verslaving en/of een licht verstandelijke beperking. In deze prikkelarme omgeving komen zij tot rust. De plek is bedoeld voor mensen ouder dan 35 jaar uit de regio Meierij en Bommelerwaard. De intensieve zorg wordt geleverd door Maatschappelijke Opvang Den Bosch en Reinier van Arkel.

Teamcoördinatoren Annemieke van Kampen en Mark Verkuijlen hebben bij MO Den Bosch jarenlange ervaring met deze doelgroep, voor wie er tot op heden eigenlijk geen geschikte plek was. In gesprek met twee bevlogen mensen die hart hebben voor deze doelgroep.

Annemieke: “Ik vind dit een bijzonder project. Deze plek is uniek in Brabant. Op het erf van de boerderij staan 22 woonunits, als het ware kleine huisjes, waar we 24-uurs zorg bieden. In de boerderij zelf bevindt zich de gemeenschappelijke huiskamer en zijn er werk-

plekken voor het zorgteam. Bewoners kunnen in de huiskamer terecht voor een kop koffie, het eten of om TV te kijken. Verder nodigt de landelijke omgeving uit tot dagbesteding in de buitenlucht. We hebben al plannen voor een moestuin en kippen. Ook hebben we sinds kort Ronnie, de rode huiskater, naast gezellig ook hard nodig als muizenvanger. Een rustige, landelijke omgeving, waar weinig prikkels zijn. In deze omgeving met de zorg van Maatschappelijke Opvang en Reinier van Arkel samen bieden we mensen die soms al een heel zorgverleden achter zich hebben, opnieuw een kans. Dat vinden wij, maar ook de bewoners zelf, bijzonder.”

De eerste bewoners

Bij één stonden tranen in de ogen toen hij zijn huisje zag

Annemieke: “De eerste bewoners komen rechtstreeks van de straat, waren dak- en thuisloos. Bij één stonden tranen in de ogen toen hij zijn huisje zag, zo blij was hij. Voor cliënten is het spannend na eerdere ervaringen met (zorg-)instellingen waar het misliep. Ook is er angst en gebrek aan vertrouwen. Bang dat ze niet mogen blijven, dat het niet lukt. Sommige bewoners zitten de eerste dagen alleen in hun woonunit sober ingericht met een tafel, een stoel, een bed en een TV. De overgang van de straat naar de VLV is dan groot. Ze hebben lang op straat geleefd en weten niet meer hoe dat te doen, wonen in een huis.

24 REINIER VOORJAAR 2024 Tekst Mireille Borg foto’s Evelien Gerrits

Wij helpen ze daarbij. Zo moeten bewoners zelf zorgen voor het netjes en schoonhouden van hun huis. Iets wat niet iedereen kan, dus ondersteunen we hen daarbij. We bieden hun de basis, met structuur en regelmaat zonder verder te veel zorg op te dringen. We hanteren bijvoorbeeld een schema met eettijden, maar het is niet vanzelfsprekend dat bewoners dan aansluiten. Daar gaan we soepel mee om, soms vergeet iemand om te komen eten, dan mag er gerust een keer later gegeten worden. Daarnaast zijn er duidelijke kaders en afspraken bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid of overlast. Daar valt niet aan te tornen.”

Prikkelarm in de polder

Veel verloren in het leven

Er zat een gat in de zorg dat we als VLV willen vullen.

Mark: “Deze setting waar elke cliënten een eigen plek heeft is ideaal. Het is prikkelarm hier in de polder. Mensen hebben een klein huisje waar ze zich terug kunnen trekken, waar ze tot rust kunnen komen. Het zou zijn fijn zijn als deze mensen weer een betekenisvol leven krijgen. In de VLV werken Maatschappelijke Opvang en Reinier van Arkel samen. Samen hebben we veel kennis en ervaring met cliënten voor wie de VLV bedoeld is, vanuit bijvoorbeeld het Inloopschip en beschermd wonen voor langdurig daklozen. Reinier van Arkel levert de expertise op psychiatrisch gebied. Het nieuwgevormde team heeft er zin in, we zijn positief gestemd.”

Mark: “De bewoners van de VLV hebben met elkaar gemeen dat ze veel verloren hebben in het leven, werk, relaties en huis. Ze leven aan de rand van de maatschappij, kennen de rauwheid van de straat. Bij deze groep mensen, meestal mannen, is het een samenloop van omstandigheden die ertoe heeft geleid dat het op al deze vlakken heel erg mis is gegaan. Omstandigheden als geen stabiele thuissituatie, mishandeling, seksueel misbruik of een instellingsverleden. Daarnaast is er sprake van psychische problemen en een verslaving. Ondanks al deze overeenkomsten is geen enkel levensverhaal hier hetzelfde.”

“Door de samenleving, instanties en zelfs zorginstellingen worden ze vaak gezien als moeilijk, eng en lastig. Dat moeten we niet alleen bij hen leggen, maar wij als zorg moeten naar onszelf durven kijken en zeggen: 'Waarom lukt het met deze groep mensen niet, en hoe kunnen we dat wel laten slagen?' Er zat echt een gat in de zorg, dat we als VLV willen vullen. Hier kunnen we in contact gaan met bewoners, ze een nieuwe kans bieden, beginnend vanuit rust en stabiliteit en wellicht daarna stap voor stap grip krijgen op het dagelijks leven.”

Annemieke: “We hebben gelukkig, en dat is best uitzonderlijk, een aantal bewoners van wie de ouders of anderen op

REINIER VOORJAAR 2024 25

>> Voorziening Langdurig Verblijf

visite komen. Voor veel bewoners is het contact maken of onderhouden met andere mensen moeilijk. Ze zijn gewend aan functioneel contact, zoals als jij dit doet dan doe ik dat voor jou, maar echt contact, dat lukt vaak niet. Daarvoor zijn ze te beschadigd door het leven of door ziekte. Mensen horen bijvoorbeeld stemmen in hun hoofd, raken snel overprikkeld of zijn wantrouwend.”

“Dat leverde hier nog een apart voorval op”, vertelt Annemieke. “Een keurige vertegenwoordiger van een alarmbedrijf stapte het erf op zich duidelijk afvragend waar hij was beland. Hij bleek gebeld door een van de bewoners met de vraag om langs te komen om camera's te installeren. Deze bewoner voelde zich bespioneerd en wilde camera’s in en om zijn woonunit. We hebben de vertegenwoordiger en de bewoner aangegeven dat dat hier niet de bedoeling is. Maar het geeft aan wat er zich in het hoofd van een bewoner afspeelt.”

Bewoners vertrouwen in zichzelf en in anderen bieden, beetje bij beetje

Mark: “Soms leiden alle krachten tot de bijna perfecte storm, waardoor iemands leven helemaal kapotgaat. Dan is er bijna geen redden meer aan. Vaak heeft het in de levens van deze mensen ontbroken aan familie, vrienden of een ander netwerk om zich heen of het heeft ontbroken aan de juiste manier om met de problemen om te gaan. En als het eenmaal in de soep is gelopen en je hebt alles verloren, dan is je vertrouwen in de mensheid wel weg. Als het er al was. Met deze voorziening hopen we bewoners het vertrouwen in zichzelf en de ander te kunnen bieden, beetje bij beetje.”

26 REINIER VOORJAAR 2024

Beeldend kunstenaar Marianne van Heeswijk over haar werk bij dagbesteding

Kunst en zorg smelten samen

Tekst Mireille Borg foto's Jolanda van Ruijs- van Rossum

Marianne van Heeswijk werkt ruim 40 jaar parttime in de zorg, sinds 2021 bij De Spoel van Reinier van Arkel. Ook is Marianne een bekend beeldend kunstenaar in Den Bosch. Zo maakte ze het ontwerp voor het BoschBeest, de 12 meter hoge uil ter ere van het Jeroen Bosch jaar in 2016, waar 350 Bosschenaren aan meewerkten. Sinds kort kennen ze haar werk ook buiten onze landsgrenzen. Ze won in Nieuw-Zeeland de derde prijs in de open section van de internationale ontwerpwedstrijd The World of Wearable Art. Hoogste tijd voor een nadere kennismaking met collega Marianne en haar werkzaamheden.

REINIER VOORJAAR 2024 27

>> Kunst en Zorg

Bij binnenkomst in De Spoel valt meteen de goede sfeer op. De radio staat aan met vrolijke popmuziek. Marianne is een opvallende verschijning met haar kleurrijke kleding en sieraden, haar witblonde haar en olijk kijkende blauwe ogen. Met een grote lach op haar gezicht vertelt ze over De Spoel. Marianne werkt er samen met collega Wanda Diederiks, al vijftien jaar de vaste waarde van De Spoel en met enkele vrijwilligers. 'Ze noemen me ook wel een verbinder', zegt Marianne, als ik haar vraag naar de sfeer. 'Ik breng graag mensen samen op basis van gelijkwaardigheid. Ik zie de deelnemers als mens en niet als cliënt, kijk voorbij een diagnose. Ik ga het contact aan, van mens tot mens. Dat werkt voor hen versterkend merk ik en zorgt voor daadwerkelijk contact. De deelnemers van De Spoel kiezen er zelf voor om hier naartoe te komen. Het is voor hen een moment om naar uit te kijken. Even weg uit de zorgomgeving en misschien zetten we hier iets in beweging wat ze meenemen naar huis.”

Dagbesteding De Spoel

De Spoel is laagdrempelig toegankelijk. Het contact en de aandacht staan voorop. De Spoel maakt deel uit van steunpunt de Stenen Hut en is een van de vormen van dagbesteding die Reinier van Arkel biedt. Bewoners van het zorgpark zijn zonder aanmelding van harte welkom. Voor cliënten van buitenaf kan het een welkome aanvulling zijn op hun weg naar herstel. Bij de Spoel is licht productie- en seriewerk te doen, er worden workshops gegeven, je kunt creatief of handvaardig bezig zijn (er is voldoende materiaal) maar ook alleen een praatje maken en kijken. De Spoel kan een opstapje zijn naar het (her)vinden van een ritme in de week en een bepaalde bezigheid.

Creatief bezig zijn van waarde voor herstel Deelneemster Corina kleurt graag en laat trots haar werken zien. Corina: 'Kleuren geeft me afleiding, waardoor ik minder rook. Het was afgelopen weekend een beetje hectisch bij ons in huis, maar met de koptelefoon op heb ik voor mijn raam zitten kleuren. Ik heb een mooie kamer en een fijn uitzicht.'

Marianne: ‘Corina verblijft op een woonafdeling van Reinier van Arkel. Voorheen zat ze daar vaak op haar kamer te roken en muziek te luisteren. Voordat ze bij ons kwam had ze nog nooit gekleurd, maar ze heeft hier ervaren wat het haar kan brengen. Ze wordt er zo blij en rustig van, dat ze nu zelf het initiatief heeft genomen om naar de winkel te gaan om stiften en een kleurboek te kopen zodat ze ook in haar eigen omgeving kan kleuren. Dat vind ik echt een pareltje van hoe creatief bezig zijn, bij kan dragen aan je herstel.”

Ze licht het verder toe. “Soms is het heel klein wat bij ons gebeurt, maar uiteindelijk heel waardevol in het proces van herstel van cliënten. Met kleuren, maar ook andere manieren van creatief bezig zijn, maak je zelf keuzes en ervaar je vrijheid. Zo kies je een kleur maar ook of je stiften of potloden pakt. Of je binnen of buiten de lijntjes kleurt. Het is dat proces met kleine keuzes dat je telkens ietsje autonomer maakt en een beetje vrijer. Deelneemster Aysa kleurt altijd buiten de lijntjes en heeft een heel bijzondere kleurkeuze. Dat is haar persoonlijke vrijheid en eigenheid. Deelnemers vinden rust in het bezig zijn met hun handen en tegelijkertijd zien ze iets groeien wat ze zelf maken. Dat geeft een gevoel van trots. Ik zeg altijd: Uit je hoofd en in je hart, ge-

woon beginnen en kijken wat er ontstaat. Alles is goed. Er zit geen druk op van 'je moet presteren'.

Waar kunst en zorg elkaar ontmoeten Marianne laat gemaakte kunstwerken door de deelnemers zien en is met iedereen wel even bezig, van haren vlechten tot creatief advies. Allemaal vinden ze Marianne een 'topvrouw'. Corina zegt: 'Alsof we haar al honderd jaar kennen. Een lach en traan. Ze is zo leuk met ons in de omgang. Ze is heel open en spontaan.' Marianne: 'Ik neem mezelf mee naar hier, ben gewoon mezelf, dat wil ik cliënten ook meegeven. Trek je er niets van aan wat een ander vindt. Ik leef het voor, geef het voorbeeld en ik hoop dat cliënten dat inspirerend vinden.

Ik geef ze creatief advies, daag ze uit, maar laat ze zelf beslissen. Het meest fantastische is, als mensen hun eigen keuze maken in wat ze gaan maken en daar verder in komen dan verwacht. Dan zie je ze groeien in trots. En de volgende keer durven ze wellicht een stapje verder te gaan.. Ik wil ze in beweging brengen, figuurlijk maar ook letterlijk. Zo hebben we hier pas nog samen gedanst op een liedje van de radio. Deelnemer Peter had me eerder al eens verteld dat hij vroeger bij zijn moeder thuis graag danste op zijn

28 REINIER VOORJAAR 2024

kamer en dat hij het miste. Ik nodigde Peter uit om mee te dansen. Hij twijfelde, maar deed het toch.”

Peter: 'Ik voelde me weer opgedraaid met een sleutel, zoals een klok.' Peter werkt nu aan een fietsvelg en weeft vrolijke kleuren wol. Trots zegt hij: ´Dit kunstwerk heeft me meteen gepakt, de mooie kleuren. En het is een echt kunstwerk, het hangt hier aan de muur.' Hoog aan de muur hangt een grote bloem gemaakt van fietsvelgen, een van de gezamenlijke kunstwerken waar ze allemaal aan hebben gewerkt.

Voeten op de grond

In haar werk op De Spoel smelten kunst en zorg, de beide achtergronden van Marianne, samen. Marianne betrekt ook regelmatig deelnemers bij haar kunstprojecten. Zo breit John een bijdrage voor het project De Vlag voor Verbinding. Zijn lap gaat deel uitmaken van een vlag van gigantische afmetingen.

Marianne: “Ik breng mijn kunst naar de Spoel, ook door verhalen en foto's te delen, zoals over mijn inzending en deelname aan de wedstrijd in Nieuw-Zeeland.” En vorige maand kwamen cliënten bij haar langs in haar atelier Villa Van Heeswijk en bekeken haar werk in de Clubzaal van de Verkadefabriek..

“Op de middelbare school kon ik niet kiezen tussen verpleegkunde of de kunstacademie. Ik werd bij beide opleidingen aangenomen. Uiteindelijk gaf de zelfstandigheid de doorslag om als eerste verpleegkunde te kiezen, intern wonen en meteen geld te verdienen. Na de A en de B deed ik alsnog de Kunstacademie. Naast mijn werk als beeldend kunstenaar houdt de zorg me met de voeten op de grond. Ik vind mijn plek hier op De Spoel heerlijk.”

World of Wearable Art

Deze internationale wedstrijd die jaarlijks plaats vindt, staat open voor iedereen ouder dan 18 jaar. Ontwerpers komen uit de wereld van mode, industrieel ontwerp, architectuur, kunst en nog veel meer. Ervaren ontwerpers, nieuwkomers en studenten, die allemaal uitzonderlijke creatieve concepten tot leven brengen. Alles wat draagbare kunst is kan een plaats op het podium vinden, zolang het maar origineel, innovatief en goed uitgevoerd is.

De inzending van Marianne, Once Upon A Time genaamd won tijdens de editie van 2023 de derde prijs en is volgens Marianne een open uitnodiging aan iedereen om zichzelf te zijn en zich te verbinden met hun ziel, andere mensen en de natuur.

REINIER VOORJAAR 2024 29 foto Marja Sterck

Aanmelding

Je verwijzer heeft je aangemeld bij Reinier van Arkel. Je postcode bepaalt welk regioteam je aanmelding behandelt.

Mensen met mentale problemen sneller en eerder passende specialistische zorg bieden. Dichterbij in de eigen omgeving. Om dat te bereiken zetten we in 2023 volop in op onze beweging naar netwerkzorg en voegden we aan onze bestaande zorgnetwerken regioteams toe.

Met ingang van 2024 is het zover! Ben je tussen de 24 en 64 jaar en word je naar Reinier van Arkel verwezen, dan start de zorg en ondersteuning van jouw herstel in het regioteam. Hoe dat eruitziet? Dat lichten we hier stap voor stap toe.

Telefoongesprek

Een hulpverlener van het regioteam belt je op. In dit telefoongesprek vraagt de hulpverlener je naar je hulpvraag en je (psychische) problemen. Zo onderzoeken we of het regioteam van Reinier van Arkel de hulp kan bieden die bij je vraag past. De hulpverlener legt uit wat de volgende stappen zijn. Samen controleer je je contactgegevens (telefoon, woonadres en e-mailadres) en spreek je af hoe je informatie van ons ontvangt. Bijvoorbeeld per e-mail of per post. In het telefoongesprek vragen we ook naar voor jou belangrijke personen in je omgeving. Dit omdat we het belangrijk vinden hen te betrekken in de zorg.

Na het telefoongesprek zijn er 3 mogelijke uitkomsten.

1. Het regioteam heeft het beste aanbod voor hulpvraag. De volgende stap is een herstelondersteunende intake. Je wordt op de wachtlijst geplaatst. Hoelang deze is, verschilt per regioteam. Je krijgt toegang tot het online/ digitale platform van Reinier van Arkel of kunt alvast gebruikmaken van het aanbod van de herstelacademie.

2. Je hulpvraag kan het beste door andere zorgvormen van Reinier van Arkel opgepakt worden. Bijvoorbeeld door Ypse basis-ggz, door een FACT-team of een specialistisch team. Is dit het geval hoor je van ons wat de volgende stap is.

3. De zorg vanuit Reinier van Arkel past niet bij je hulpvraag. Je krijgt geen intakegesprek, wel kijken we samen met jou naar mogelijkheden van andere zorgverleners en de route daar naar toe.

De hulpverlener stuurt een brief of overlegt met je verwijzer over de conclusie.

Online/ digitaal aan de slag

Blijkt na het eerste telefonisch contact dat het regioteam passende zorg heeft voor je hulpvraag dan ontvang je een e-mail met meer informatie en een toegangscode voor het beveiligde online behandelplatform van Reinier van Arkel.

Hierin:

• kun je veilig en beschermd communiceren met je behandelaar;

• kun je algemene informatie over je behandeling vinden;

Dicht bij huis de hulp ontvangen die past bij de hulpvraag die er voor jou toe doet, door die professional of naaste die jou het beste verder kan helpen. Voor mensen met (complexe) psychische hulpvragen is het vandaag de dag nog niet vanzelfsprekend. De huidige organisatie van de geestelijke gezondheidszorg is nog te gefragmenteerd, ondergebracht in verschillende zorgechelons en wordt aangeboden door een veelheid aan formele en informele partijen. Netwerkzorg is voor Reinier van Arkel hét antwoord op meerdere maatschappelijke vraagstukken, zoals de toegankelijkheid van zorg ten tijde van toenemende personele en financiële schaarste. Dat lossen we immers niet alleen op. Door dichterbij te zijn en door anders samen te werken, met multidisciplinaire regioteams die ieder zorgnetwerk versterken, met netwerkpartners en met naasten, bieden we sneller en eerder passende zorg.

Netwerkintake

Samen met jou en voor jou belangrijke anderen onderzoeken en bespreken we wat je hulpvraag is en welke aanpak daar het beste op aansluit. De netwerkintake is gebaseerd op Positieve Gezondheid en je herstelwensen.

Positieve Gezondheid ziet gezondheid als veel meer dan ‘niet ziek zijn’. Het is een manier om breder naar gezondheid te kijken. Hierdoor krijgen mensen inzicht in hoe het met hen gaat. En vooral: wat ze vervolgens willen doen om zich gezonder te voelen of hun kwaliteit van leven te verbeteren.

De intake duurt ongeveer 1,5 uur. Je hebt met twee hulpverleners van het regioteam een gesprek. Hierin staan 4 vragen centraal

1. Wat is er met je gebeurd? 2. Wat is je kwetsbaarheid en kracht? 3. Wat is je doel? 4. Wat heb je nodig?

Zo ontstaat er ruimte voor jou en je naasten om te bespreken hoe je de route naar herstel voor je ziet en welke hulp, ondersteuning of behandeling daarbij wenselijk is, binnen en/of buiten Reinier van Arkel.

• staat een aantal vragenlijsten voor je klaar. Wij verzoeken je deze in te vullen voordat de intake plaatsvindt.

Tekst: Ilse van den Eeden

Veerkrachtige netwerken

Binnen het werkgebied van Reinier van Arkel zijn al geruime tijd FACT-teams, ART (woon- en zorgvoorzieningen in de wijk) en, op een aantal plaatsen, Herstelacademies en Ypse, (basis- generalistische ggz), actief. Om invulling te geven aan ‘de juiste zorg op de juiste plek’ ontwikkelden we in onze vijf regio’s zorgnetwerken. In iedere regio voegden we een regioteam toe aan het al bestaande aanbod van ons zorgnetwerk. Deze verschillende zorgonderdelen van het netwerk werken samen met elkaar en met partners in de regio, formeel en infomeel. Zo biedt ieder veerkrachtig netwerk iedere cliënt, in elke fase van herstel, op het juiste moment, de juiste zorg en behandeling. Daarnaast zijn onze ‘oude’ poliklinieken samengevoegd tot clusters van expertiseteams die zo nodig bijspringen met diagnose specifieke diagnostiek en behandeling. In deze clusters bieden onze zorgprofessio- nals behandeling in nauwe samenwerking met regioteams en andere onderdelen van het zorgnetwerk. Is (kortdurend) intensievere (24-uurs) zorg nodig? Dan staan IHT en klinische teams klaar!

Plangesprek

SocialeomgevingHuisarts/gezondheidscentrum

Ambulant ART

Sociaaldomein

Cliënt met steungroep

Ondersteuningsgroep Juist op momenten dat het minder goed gaat hebben mensen anderen om zich heen nodig. Daarom kijken we bij Reinier van Arkel niet alleen naar wat wij voor je kunnen betekenen, maar willen we ook graag samenwerken met mensen om je heen die voor jou op de een of andere manier belangrijk zijn. Ook zij kunnen helpen bij het herstel en de daarvoor door jou opgestelde doelen. Een doel kan bijvoorbeeld zijn om een prettigere daginvulling te hebben, of meer vrienden of bijvoorbeeld vaker sporten en minder schulden hebben.

Ongeveer een week na het intakegesprek belt een medewerker van het regioteam je op om een afspraak voor een ‘plangesprek’ te maken. Zo noemen we het gesprek waarin we uitleggen welke behandeling volgens ons het beste past bij je hulpvragen en waar deze behandeling het beste kan plaatsvinden; de behandeling kan binnen of buiten het regioteam zijn. Hierna stellen we samen het behandelplan vast. De informatie uit dit gesprek delen we ook met je verwijzer, tenzijje daar bezwaar tegen hebt.

Vervolggesprek

Soms is na het intakegesprek een extra tussenstap nodig om jouw situatie en hulpvraag goed in kaart te brengen. Een extra stap is bijvoorbeeld nog een gesprek of een diagnostisch onderzoek. We bespreken dit dan met jou en plannen een vervolggesprek in.

netwerkzorg

Behandeling en evaluatie

Je start met je behandeling in het regioteam.

In dit team werken hulpverleners met verschillende functies. Onder andere een ervaringsdeskundige, sociaalpsychiatrisch verpleegkundige, verpleegkundig specialist, verpleegkundige, maatschappelijk werker, ambulant begeleider, gzpsycholoog, systeemtherapeut en psychiater. Met wie je contact hebt is afhankelijk van je hersteldoelen. Een van de hulpverleners is je vaste contactpersoon en bewaakt met jou de voortgang van de behandeling. Iedere drie maanden bespreken we hoe het gaat met je behandeling. We vinden het belangrijk dat hier een familielid of naaste bij aanwezig is.

Tijdens deze evaluatiemomenten staat centraal:

• Hoe gaat het met je?

• Hoe verloopt de hulpverlening?

- Gaat de behandeling volgens planning?

- Wat is er nodig om straks op een goede manier weer afscheid te kunnen nemen van het regioteam en zelf verder met de doelen aan de slag te kunnen gaan?

• We bespreken het vervolg van je behandeling.

Regioteam
Clusters van behandelteams
FACT

Over de kracht

32 REINIER VOORJAAR 2024

van FACT

FACT

Reinier van Arkel bestaat 12,5 jaar

Ida van Ooik, Angeliek Stoffels en Joop Verputten zijn FACT-medewerkers van het eerste uur. Ze werken er sinds de start van een pilot met twee FACT-teams in Den Bosch, dat is in 2024 12,5 jaar geleden. Nu heeft Reinier van Arkel negen FACT-teams, samen bedienen zij ongeveer 1.800 cliënten. Chamroeun Chann is zorgmodelleider FACT, en houdt zich in die rol bezig met de doorontwikkeling van FACT. Hij werkt er nu ongeveer 4,5 jaar. Met elkaar kijken ze terug en vooruit op het werken bij en met FACT en de waarde ervan voor cliënten en collega’s.

Wat FACT inhoudt

Hoewel de behandelduur kan variëren per cliënt streeft het FACT naar een behandelduur van maximaal 3 jaar. “Elk half jaar kijken we met de cliënt wat er hier nog te halen valt of dat iemand bijvoorbeeld beter op zijn plek is bij de POH-ggz of Ypse. Mensen komen bij ons, maar vertrekken dus ook weer,” zo begint Ida de uitleg over wat de behandeling bij FACT inhoudt. En FACT blíjft kijken naar wat nodig is, in het kader van herstel. “Dat betekent, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, dat behandeling heel goed aan de orde kan zijn. Bijvoorbeeld omdat cliënten zich in een andere levensfase bevinden of een stap voorwaarts willen zetten waarbij behandeling hen kan helpen”, aldus Joop. Dat blijven kijken, doen ze ook met terugwerkende kracht. “Soms hebben cliënten in het verleden -met de daarbij horende

tijdsgeest en kennis - een diagnose gekregen, waarvan je met de kennis en inzichten van nu zegt dat het niet aan de orde is, of zijn klachten destijds niet onderkend. Ik heb al heel wat diagnosen weg kunnen schrijven bij cliënten, voor hen soms een ware bevrijding. Net zoals het nu onderkennen van autisme en een licht verstandelijke beperking, iets wat we een aantal jaren geleden veel minder konden, bij cliënten een stuk (h)erkenning kunnen bieden.” Een ander voorbeeld is het samen blijven kijken naar het nut en de noodzaak van medicatie. Soms gebruiken cliënten er na een aantal jaren een hele batterij. Naarmate de tijd verstrijkt en de situatie van de cliënt verandert kan het verminderen of stoppen met medicatie aan de orde zijn waarbij het FACT hen ondersteunt.

REINIER VOORJAAR 2024 33 Tekst Ilse van den Eeden foto Evelien Gerrits
>>

Over de kracht van FACT

Door de jaren heen

In 12,5 jaar is niet alleen het aantal teams gegroeid. Het FACT heeft zich geworteld in de regio maar tegelijkertijd ook telkens gevormd naar nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en zorginhoudelijke inzichten. In de basis zijn de hoofdpijlers van FACT nog altijd gelijk. “Deze pijlers zijn het voorkomen van verergering van klachten, stabiliseren, voorkomen van overlast, zingeving en herstel van rollen”, legt Chamroeun uit. “Al spreek ik graag over het behandelen en begeleiden bij hersteltrajecten die zijn vastgelopen. Het is onze uitdaging om dat herstel weer op gang te brengen door te onderzoeken hoe we mensen kunnen bekrachtigen door samen

Over Angeliek Stoffels

Is coördinerend verpleegkundige bij FACT Den Bosch Zuid-Oost. Ze begon in 1984 als uitzendkracht, en werkte achtereenvolgens op huize Gertrudis (het huidige ART Haarsteeg), Bogerd 4 een afdeling voor ouderen dat uiteindelijk onderdeel werd van de PAAZ, woonlocaties aan de Pater van den Elsenstraat en Seringenstraat, de tertiaire dagbehandeling, het mobiel zorgteam dat een voorloper was van de Psychiatrische en Consultatieve Dienst, afdeling Klimop. Sinds de start van de FACT-teams is zij daar werkzaam. Een tijdlang combineerde ze haar verpleegkundige functie met de functie van coördinator zorglogistiek.

stil te staan bij vragen als ‘wat heb je geleerd’ en ‘wat heb je nodig’. Deze visie van het FACT is in die zin misschien wel een voorloper van hoe we vandaag de dag zorgbreed uitgaan van positieve gezondheid en herstelondersteunende netwerkzorg.”

Er zijn ook verschillen ten opzichte van hoe FACT startte, de praktijk voedt en verrijkt de methode , aldus Chamroeun. Joop licht het toe met een voorbeeld: “FACT biedt vandaag de dag behandeling en begeleiding aan mensen met uiteenlopende ernstige psychische aandoeningen, we werken generalistisch. Bij de start richtten we ons specifiek op

Wat is FACT?

De letters FACT staan voor Flexibele Assertive Community Treatment. Flexible ACT (FACT) is een in de jaren negentig in Nederland ontwikkelde variant op ACT dat zijn oorsprong heeft in Amerika. FACT biedt behandeling en begeleiding aan alle mensen met een ernstige

mensen met een psychose of een bipolaire aandoening.” Wat Joop en Ida betreft is deze verbreding een goede ontwikkeling, omdat het bij FACT in de kern draait om het mogelijk maken van herstel en zingeving en dat is voor iedereen van groot belang. En waar FACT begon voor volwassenen, zijn er bij Reinier van Arkel inmiddels ook een FACT voor kinderen en jeugdigen, voor ouderen en is er het forensisch FACT. Chamroeun: “Zo sluiten we enerzijds goed aan bij levensfasen van mensen waarin specifieke thema’s spelen.” Bij ouderen gaat het dan bijvoorbeeld om aandacht voor verlies, gemiste kansen en invloed van lichamelijke achteruitgang. Anderzijds kunnen we zo ook beter samenwerken met de partners in

Over Chamroeun Chann

Is klinisch psycholoog bij FACT Den Bosch Noord-West, zorgmodelleider FACT en covoorzitter van het dagelijks bestuur van de vakgroep gedragswetenschappers. Zijn loopbaan bij Reinier van Arkel startte in 2013 op een bijzondere manier. Hij solliciteerde naar een opleidingsplaats als klinisch psycholoog, maar werd daarvoor afgewezen. Omdat het gesprek met de leden van de sollicitatiecommissie, de daarin getoonde persoonlijke interesse én het gegeven dat veel medewerkers bij Reinier van Arkel zich verder ontwikkelen hem zo aanspraken, besloot hij toch bij Reinier van Arkel te gaan werken bij team Vroege Interventie Psychose. Ook werkte hij bij de crisisdienst, de Forensisch Psychiatrische Afdeling en het centrum Adolescentenpsychiatrie.

28 REINIER LENTE/ZOMER 2022 34 REINIER VOORJAAR 2024

psychische aandoening in een bepaalde wijk of regio. Het doel van een FACT-team is om cliënten in het gehele netwerk met continuïteit te begeleiden, behandelen en te ondersteunen in hun herstel. Behandeling en support, ‘cure and care’ gaan daarbij hand in hand. Cliënten en

naasten krijgen de benodigde ondersteuning in de thuissituatie, zodat de ondersteuning altijd is afgestemd op de situatie in huis, in de wijk of anderszins. Teams werken samen met het formele en informele netwerk en staan in nauw contact met familie, naasten en wijkbewoners. Zo ondersteunen FACT-teams cliënten om regie te kunnen voeren over hun

het netwerk, bij jongeren zijn dat bijvoorbeeld ook scholen.

FACT werkwijze

Een FACT-team bestaat uit verschillende professionals zoals ervaringsdeskundige, verpleegkundig specialist, (sociaal-)psychiatrisch verpleegkundige, gz-psycholoog, maatschappelijk werker en psychiater. Samen overleggen ze iedere ochtend over cliënten die extra zorg nodig hebben, tijdens het zogeheten FACT-bord-overleg. Een manier van samenwerken waar iedere collega vanuit eigen expertise kijkt naar wat de cliënt op dat moment nodig heeft en wie dat het beste kan bieden. Joop: “Dat is de kracht van FACT, die samenwerking tussen alle disciplines, ieder met

eigen herstelproces, zodat zij (weer) mee kunnen doen in de maatschappij op een manier waar zij zich prettig en veilig bij voelen. Naast de zes wijk- en regiogebonden FACTteams kent Reinier van Arkel een FACT kinderen en jeugd, FACT ouderen en Forensisch FACT.

(Bron: ccaf.nl)

zijn specifieke inbreng, heel gelijkwaardig. We zijn allemaal verantwoordelijk voor onze eigen case-load maar de zorg voor de totale cliëntengroep van het FACT-team die dragen we samen.” Angeliek onderschrijft het helemaal. “Ik ervaar veel autonomie in mijn werk maar het team is heel nabij. Iedere expertise is vertegenwoordigd en wil meedenken. Het werken bij het FACT ervaar ik als een van de leukste periodes in mijn loopbaan bij Reinier van Arkel.” Dat geldt voor hen allemaal, ze voelen zich er als een vis in het water. Karakteristiek voor FACT is daarnaast de flexibiliteit van de zorg. Joop: “FACT beweegt mee met wat de cliënt nodig heeft. Is er een periode intensievere zorg nodig dan kan dat, maar volstaat

een contact per maand dan schalen we af.” Flexibiliteit betekent ook het kijken naar welke professional de zorg biedt en welke partners in het netwerk betrokken zijn. “Gaat de aandacht uit naar werk of scholing dan vraagt dat om een andere inzet dan wanneer een cliënt baat heeft bij een traumabehandeling. Het doet een appel op het out-of-thebox-denken van mij als hulpverlener,” aldus Chamroeun.

Outreachend werken

Het outreachend werken is een van de elementen die eigenheid geeft aan de FACT-methodiek. Joop: “De landelijke FACT-methodiek schrijft voor dat minimaal 60% van de contacten bij de cliënt is zijn en 40% op locatie van het FACT-

Over Joop Verputten Is sociaal-psychiatrisch verpleegkundige bij

FACT Den Bosch ZuidOost. Volgde in 1976 de A-opleiding in het Groot Ziekengasthuis (huidige JBZ), direct gevolgd door de B-opleiding bij Reinier van Arkel. Werkte op afdeling Jozef, in Haarsteeg en bij de Windroos, een psychotherapeutische gemeenschap waar hij sociotherapeut was. Daarna volgde Reinier 3, de voorloper van de PAAZ. Hij besloot de opleiding tot sociaal-psychiatrische verpleegkundige te volgen en werkte als zodanig een aantal jaren bij de Voordeur in combinatie met het werken bij team persoonlijkheidstoornissen. Daarna ging hij naar de Psychiatrische en Consultatieve Dienst, vandaaruit startte hij in een van de pilotteams van FACT.

Over Ida van Ooijk

Is sociaal-psychiatrisch verpleegkundige bij FACT Den Bosch Noord-West. Startte in 1986 binnen de Godshuizen met de A-opleiding in het Groot Ziekengasthuis (huidige JBZ), volgde aansluitend de B-opleiding bij Reinier van Arkel. Werkte ongeveer 10 jaar binnen de groepsbehandeling van een van de opnameafdelingen en daarna binnen het Psychotraumacentrum Zuid Nederland. Volgde de opleiding tot sociaal-psychiatrisch verpleegkundige en ging werken bij de Psychiatrische en Consultatieve Dienst, waarna ze startte in een van de pilotteams van FACT.

REINIER VOORJAAR 2024 35

Over de kracht van FACT

team. En dat is niet voor niets want de huisbezoeken doen echt iets in de verhouding met de cliënt. De cliënt ervaart veel duidelijker regie, ik kom immers bij hem of haar op bezoek.” Ida onderschrijft de meerwaarde: “Je ziet zoveel meer als je de cliënt thuis ontmoet. Je ziet hoe deze woont en met wie. Of je ervaart hoe onrustig het is omdat er continu lawaai is van blaffende honden, of dat het huishouden niet op orde is. Het kennen van het complete plaatje voorkomt symptoombestrijding in de behandelkamer omdat je zonder dit plaatje niet goed begrijpt waar irritaties en vermoeidheid vandaan komen.” Ze zijn er allemaal uitgesproken over; gezien de meerwaarde van het outreachend werken zou dit veel breder binnen de ggz toegepast moeten worden.

FACT zet de trend

Ook samenwerken, met cliënt, naasten en partners in het netwerk hoort bij FACT. Joop: “We zien ons zelf nadrukkelijk als passanten in het leven van de cliënt, net als andere zorgverleners en instanties. De samenwerking met deze andere betrokken partijen zoeken we dan ook actief op.” De netwerkontwikkeling binnen de ggz-sector is in die zin voor FACT niets nieuws. Chamroeun: “Wanneer je handelt vanuit datgene wat er speelt of wat er nodig is om de cliënt een stap verder te helpen, is samenwerking vanzelfsprekend.”

Dat het belang van het samenwerken in het netwerk nu breed wordt onderkend, doet hen goed. “Ik heb

in het verleden wel meegemaakt dat een moeder echt geraakt werd toen ik haar vertelde dat ze mij gewoon kon bellen. Door eerdere hulpverleners werd ze niet gekend als belanghebbende”, vertelt Joop.

FACT in de toekomst Chamroeun ziet de toekomst van FACT zonnig in. Voor collega’s en cliënten. “Toen ik hier kwam als klinisch psycholoog werkten er binnen alle FACT-teams slechts drie psychologen. Door de manier waarop we werden opgeleid tot ggz-professionals en de manier waarop FACT werd gezien, als langdurige ggz met nauwelijks behandeling, lag het niet zo voor de hand. In de bijna vijf jaar dat ik werk bij FACT zijn we gegroeid van drie naar bijna twintig psychologen en bieden we nu opleidingsplekken.” De kennis en ervaring die we met elkaar hebben opgebouwd, borgen voor de toekomst door het over te dragen aan jongere collega’s, is van groot belang, vindt ook Joop .

De voornaamste waarde voor clienten van FACT is voor Chamroeun het bieden van hoop. Door zingeving centraal te stellen en van daaruit op zoek te gaan naar dat wat betekenisvol is in het leven.

Of FACT over 12,5 jaar nog bestaat? Chamroeun hoopt diep van binnen van niet. “Het zou fantastisch zijn als FACT niet meer nodig is. Omdat we als ggz met meer aandacht voor preventie en vroegsignalering, vroegtijdiger passende zorg kunnen bieden en omdat we meer herstelgericht werken.”

ervaringsverhaal

De voordeur gaat open. Marian, halverwege de veertig, begroet me hartelijk en gaat me voor naar de woonkamer. Het is er gezellig ingericht. Kater Beer ligt languit op een stoel en poes Floor komt nieuwsgierig een kijkje nemen. Marian vraagt wat ik wil drinken en vertelt over hoe fijn ze hier samen met haar man Jos woont. Zo op het eerste oog volstrekt normaal, gangbaar, niets waaruit op te maken valt dat Marian al een groot deel van haar leven met forse psychische problemen kampt. En toch is dat zo. Ze is al geruime tijd in behandeling bij het FACT van Reinier van Arkel. Hier staan het werken aan herstel, kijken naar haar krachten en naar haar leven in brede zin centraal. En dat brengt Marian enorm veel.

Marian: “Als kind was ik, zeg maar een druktemaker, aanwezig in de klas en in het gezin wat rebels. Deed het graag net anders dan mijn ouders het zagen. Op de middelbare school gaven docenten aan dat ik naar het RIAGG moest, wilde ik op school kunnen blijven.” Ze kwam er in behandeling, maar het ging niet beter met Marian. Opnames in verschillende jeugdpsychiatrische instellingen volgden. Ze kreeg de diagnose schizofrenie en slikte vervolgens bijna dertig jaar antipsychotica zoals aripiprazol en clozapine. De

28 REINIER LENTE/ZOMER 2022 REINIER VOORJAAR 2024

“Bij FACT voel ik me gehoord.

Als een persoon die meer is dan haar ziekte.”

diagnose en medicatie bepaalden haar leven in grote mate. Ze was als het ware haar ziekte.

“Levenskeuzes als kiezen voor een opleiding, baan of kinderen gingen aan mij voorbij. De keuzes werden voor mij gemaakt. Telkens kreeg ik te horen, je bent heel ziek, dat kan je niet of dat moet je niet doen. De medicatie maakte me vlak, meegaand. Voor mijn gevoel deed ik er niet toe, ik stond aan de zijlijn. Mensen vonden me meestal gewoon lief en daar gedroeg ik me naar.”

De laatste jaren is haar leven enorm veranderd. Het FACT speelde daarin een grote rol. Vol trots vertelt Marian over haar betaalde baan die ze sinds kort heeft. Voor het eerst in haar leven en dat betekent enorm veel voor haar. Het geeft haar zelfvertrouwen, het gevoel ertoe te doen, van gelijkwaardigheid en misschien ook wel van gezien te worden als ‘gezond’. “Jarenlang deed ik vrijwilligerswerk, als een vorm van dagbesteding in de zorg. Als vrijwilliger is het ook betekenisvol werk hoor, er kunnen zijn voor mensen die dat nodig hebben. Maar nu wordt het gewaardeerd, gezien, ben ik onderdeel van het team en draag ook ik verantwoordelijkheid bijvoorbeeld door te kunnen rapporteren,” aldus Marian.

Ik ben de moeite waard

De baan is er mede gekomen door de begeleiding van FACT die de hulp van IPS-coach Saskia inriep. IPS staat voor Individuele Plaatsing en Steun en maakt het mogelijk dat mensen zoals Marian

de overstap kunnen maken van een uitkeringssituatie naar regulier werk. De IPS-coach is een van de disciplines die onderdeel is van het multidisciplinaire team van FACT. Die multidisciplinaire samenstelling maakt dat Marian op alle levensgebieden ondersteund wordt. Zo zijn er Amy en Manja, allebei coördinerend verpleegkundige, die Marian thuis bezoekenen met wie Marian bespreekt hoe het in haar dagelijks leven gaat. Voor Marian zijn de huisbezoeken die FACT brengt van grote waarde. “Andere vormen van hulpverlening vinden plaats op de locatie van de instelling. Die andere omgeving voelt anders. Ik praat lekkerder als ik op mijn eigen bank zit. Amy maakt verbinding met me, echt contact. Die momenten met haar zijn heel fijn. Het leert mij me stukje bij beetje open te stellen.” Het is het herstelgerichte werken, waardoor ze nu een baan heeft, wat voor Marian de waarde is van FACT. Verder kijken dan het psychische stuk, naar haar als persoon.

Een persoon met mogelijkheden, met kwaliteiten. Dat raakt haar diep. “Ik ben blijkbaar de moeite waard. Iets wat ik zelf niet eerder zo heb kunnen voelen.” Naast Amy en Manja heeft Marian contact met Ida, sociaal-psychiatrisch verpleegkundige van het FACT die Marian en haar man systemisch begeleidt. En met Chamroeun, klinisch psycholoog bij het FACT die een grote rol speelde in de herbeoordeling van haar problematiek wat resulteerde in een nieuwe diagnose en de afbouw van haar medicatie.

Ik sta niet langer aan de zijlijn “Bij het FACT is er, voor het eerst in jaren, gekeken naar mij in plaats van naar mijn dossier. Er ontstonden twijfels bij de diagnose schizofrenie. Twijfels die met mij werden gedeeld en die ik herkende. Mijn psychische klachten zijn opnieuw geduid. Ik heb geen schizofrenie, aan mijn psychische problemen ligt een trauma ten grondslag. Ik heb geen psychoses maar dissociaties.” Enerzijds fijn voor Marian want veel puzzelstukjes vielen op hun plek en ze kan de zware medicatie stapje voor stapje afbouwen. Tegelijkertijd is het lastig. “Sinds mijn puberteit heb ik nauwelijks emoties gevoeld, alles was gedempt door de medicatie. Ik liep mee in het leven. Ik moet leren wat emoties als boosheid en blijheid met me doen en hoe ik dat uit. Ook voor mijn man is het wennen. Hij is er altijd voor mij geweest, wist ook voor wie hij koos toen we trouwden en zorgde voor me. Nu heb ik een mening en breng ook ik een inkomen mee naar huis. Ik sta niet langer aan de zijlijn maar tel mee.”

“Het is fijn dat FACT thuis langskomt.

Ik praat lekkerder als ik thuis op mijn eigen bank zit.”

FACT opende deuren voor Marian. FACT helpt haar zichzelf te (her)vinden, te herstellen. Haar te kijken naar de reis die ze al heeft afgelegd. En bovenal zichzelf op waarde te schatten en van daaruit met vertrouwen te kijken naar de stappen die ze nog te zetten heeft. Ze is er dankbaar voor.

We schudden elkaar de hand. De voordeur sluit zich achter me. Voorbijgangers passeren het huis. Ze moesten eens weten wat voor een prachtig mens hier woont.

Marian en Jos zijn gefingeerde namen.

REINIER VOORJAAR 2024 37 Tekst Ilse van den Eeden

Een gesprek met Dide Hoop is een ervaring op zichzelf. Aan het einde heeft ze ook nog een vraag voor mij: “Hoe zou jij GROEN uitleggen als iemand vraagt wat het is?”. Over mijn antwoord was ze zo tevreden dat het in het artikel apart opgeschreven moest worden: Erik: “GROEN is een plek waar je terecht kunt als jij of je kind worstelt met mentale klachten. Bijvoorbeeld als je slecht slaapt of niet lekker in je wel zit. Als je dan niet weet waar je moet zijn, ga naar GROEN en kijkt wat ze daar voor je kunnen doen.”

Tekst Erik Welten foto Jolanda Ruijs - van Rossum

Er is een nieuwe plek waar kinderen, jongeren (en hun ouders) terecht kunnen als zij worstelen met mentale klachten zonder dat direct specialistische ggz-hulp nodig is. Die plek heet GROEN en wordt vanuit Herlaarhof samen met de gemeente 's-Hertogenbosch, de GGD en huisartsen uit de regio georganiseerd. We spraken met de bedenker, manager en stuwende kracht van GROEN, Dide Hoop.

38 REINIER VOORJAAR 2024
Van links naar rechts: Virna Molenaar, Relinde Koot, Merel Jacobs, Vera Ploegmakers, Dide Hoop, Eva Flinsenberg, Vivian Wezenberg, Bregje van der Wallen.Ontbrekend: Wisse Radboud, Bram Schenk, Emiel Timmermans, Demi Wartenberg, Jorien Versteegh

GROEN vult het gat tussen specialistische ggz en jeugdzorg

REINIER VOORJAAR 2024 39

GROEN is een voortzetting van het Herstelpunt Herlaarhof. Dide: "Dit herstelpunt was een plek voor jongeren, kinderen en ouders die klaar waren met de behandeling bij Herlaarhof. Maar klaar zijn met de behandeling wil nog niet zeggen dat het geleerde makkelijk toe te passen is in het dagelijkse leven. Het aanbod van het herstelpunt was erop gericht om die veilige landing naar thuis en school te maken. We hielpen vorig jaar 300 kinderen en 90 ouders op deze manier.

Als herstelpunt waren we goed bekend en we kregen steeds meer vragen vanuit ons netwerk waarom het alleen voor kinderen met een ggz-indicatie was. Die vragen kwamen vanuit de jeugdzorg, GGD, scholen maar ook van ouders zelf. Het is normaal dat kinderen soms vastlopen op verschillende gebieden in hun leven. En het is essentieel voor hun ontwikkeling dat ze leren zelf de regie te nemen en eigenaarschap te tonen voor die problemen. Er moet dus een plek zijn waar je als kind hulp kunt krijgen voordat de problematiek verergert en de ggz noodzakelijk wordt.”

Samenwerking

Op dit moment werkt GROEN samen met de gemeentes 's-Hertogenbosch, Vught, Sint-Michielsgestel en Oss, de GGD en huisartsen in de regio. Daar komen Novadic-Kentron, Farent en Oosterpoort bij. Dide: "De gemeentes zijn verantwoordelijk voor de jeugdzorg en van hen krijgen we de mogelijkheden en financiering. Vanuit huisartsen, GGD en scholen wordt er regelmatig gesignaleerd dat het met een kind niet goed gaat. Het gaat te slecht om niets te doen, maar het gaat te goed om door te verwijzen naar de specialistische ggz. Dan kan er doorverwezen worden naar GROEN.

Wij kunnen veel betekenen zonder dat er een diagnose is gesteld. Een diagnose zien wij als een mogelijk onderdeel van herstel. Herstel staat altijd voorop bij ons: leren omgaan met je klachten zodat je vooruit kunt met je leven.

Het werk bij GROEN wordt aangestuurd door professionals vanuit Herlaarhof die naast hun vakkennis ook hun eigen ervaring inzetten. Zij werken samen met ervaringswerkers, de buurt, de ouders, jongeren en vrijwilligers. En professionals kunnen, wanneer er vraag naar is, ingevlogen worden vanuit een van de samenwerkende organisaties.”

Ondersteuning van ouders

GROEN hecht veel waarde aan het vroegtijdig ondersteunen van ouders/ opvoeders. Dit helpt niet alleen om problemen te voorkomen, maar helpt ouders de regie over hun eigen leven terug te krijgen. Of het nu gaat om opvoedingsvragen, zorgen over de ontwikkeling van hun kinderen, of gewoon behoefte aan ondersteuning, bij GROEN vinden ouders een veilige omgeving om hun verhaal te delen. Samen met andere ouders/opvoeders en een herstelcoach met eigen ervaring als ouder, wordt gekeken naar het eigen proces,

patronen en waar de verandering voor de ouder plaatsvindt. Het is belangrijk dat de ouder weer controle voelt en dat 'overleven' langzaam verandert in 'leven'. Hierdoor kan de ouder effectiever communiceren met het kind, hen bijstaan en hen begeleiden bij het ontdekken van de eigen identiteit.

Aanbod

GROEN heeft een divers aanbod aan ondersteuning, gesprekken en activiteiten. Denk aan de WRAP-training* en de ouderherstelgroep* die al werden geboden als herstelpunt. Daar komt nu het veerkracht-lab, inspiratie-lab, beweeglab en de Moodtrip bij. Dide: “En we staan niet stil. Daar waar er vraag is proberen wij een aanbod te creëren, samen met de jongeren, hun ouders en de professionals uit de aangesloten organisaties.”

In het beweeglab geven we voorlichting over wat gezondheid is en wat het betekent om gezond te leven. Samen met een sportcoach kijk je welke vorm van bewegen of sport bij je past. Heel belangrijk in deze groep is de ervaringsdeskundige. Als geen ander weet deze dat het soms wel erg moeilijk is om gemotiveerd te zijn om te bewegen. Daarnaast kan deze in gesprek met de jongeren vertellen hoe het bij het herstel kan helpen en daarmee de jongere helpen om actief te worden.

Het mind-educatie-lab is erg gewild bij jongeren. Het programma is gebaseerd op psycho-educatie maar ontworpen door ervaringsdeskundigen. Dat betekent dat medische en andere vaktermen zijn vervangen door taal die beter

40 REINIER VOORJAAR 2024

begrepen en geaccepteerd wordt door jongeren. In het lab experimenteer je individueel. Je hebt gesprekken met elkaar over de belevenis, hoe ga je met je klachten om in je eigen gezin, op school en met vrienden. Je leert die nieuwe kennis en vaardigheden om te zetten in het dagelijks leven.

Op de scholen organiseren we Moodtrips. Dit doen we met de leraren, jongeren en ouders en vindt per klas twee keer een dagdeel op locatie plaats. De ouders betrekken we vooraf. Zij krijgen informatie over de moodtrip zodat ze hun kind daarna kunnen ondersteunen. Ze kunnen ook met ons in contact treden als ze een WRAP-training voor ouders en de ouderherstelwerkgroep willen volgen. In de klas nemen wij de regie over van de leraar. We gaan aan de slag met de kinderen met allerlei oefeningen. Langzaam wordt dan duidelijk dat niet alles altijd goed gaat met iedereen. We praten daarover en leren ze om oog te hebben voor elkaar. Kinderen krijgen respect voor elkaar en staan open voor elkaars moeilijke momenten. Dit klimaat van het bespreekbaar maken van emoties en daar leren taal aan te geven zorgt voor een beter pedagogisch klimaat. Dat is de grootste preventieve hulp die je kan geven voordat mensen vastlopen. En wanneer iemand wat extra ondersteuning nodig heeft zijn we dichtbij. We bieden gerichte consultatie en werken hierin samen met de GGD.

In het veerkracht-lab leer je als kind of jongere vaardigheden om veerkrachtiger in het leven te staan. Niet iedereen krijgt van huis uit alle vaardigheden mee. De training is gebaseerd op schematherapie. Je leert patronen te herkennen bij jezelf waar je last van hebt. Daarna leer je welke andere acties je kan doen om een ander resultaat te krijgen. De begeleiding bestaat uit een professional en een ervaringswerker. Het doel is dat kinderen en jongeren door kunnen met hun eigen ontwikkeling.

We hebben een buitenpsycholoog die individuele gesprekken voert tijdens een wandeling. Het wandelen in de buitenlucht biedt vele voordelen; je bent in beweging, de natuur brengt rust, en er is letterlijk meer ruimte voor emoties. Tijdens

het praten ben je actief bezig en werk je aan je herstel. Door te wandelen in de buitenlucht en tegelijkertijd te praten met de buitenpsycholoog, geef je jezelf de ruimte om te ademen, letterlijk en figuurlijk.

We bieden nog zoveel meer zoals de naaste herstelwerkgroep, netwerkintake en groeigroep. Bij deze laatste werken we met het kind of de jongeren aan een eigen groeigroep. Dit zijn mensen die zij zelf kiezen om te helpen de persoonlijke hersteldoelen te halen. Hier willen we ook innovatieve technologie voor inzetten. Studenten van AVANS helpen ons hierbij.

Samen maken we verandering mogelijk

Dide: “Het doel is altijd dat jongeren zo snel mogelijk verder kunnen met hun ontwikkeling en groei. Daarbij staat de eigen kracht centraal. Je bent zelf verantwoordelijk om zelf de regie te houden. Wat ga je doen? Wat is voor jou belangrijk? Welke verantwoordelijk moet je nemen om invloed te hebben op je leven?

We hebben een signalerende functie en de verantwoordelijkheid om cliënten door te verwijzen, bijvoorbeeld naar Herlaarhof. De grote kracht van GROEN is dat we waarschijnlijk zwaardere problematiek voorkomen met onze aanpak. De hoeveelheid mensen die ons al weet te vinden is groot. We zijn dit jaar al 48 trajecten met kinderen gestart.

Dide: “GROEN heeft de ambitie, om een cultuurverandering in gang te zetten: mentale gezondheid gaat over veel meer dan psychische kwetsbaarheid. In de huidige maatschappij is alles met alles verbonden. Een mentale klacht kun je niet oplossen zonder ook de omgeving van het kind, leefstijl en lichamelijke fitheid erbij te betrekken. Samen maken we werkelijke verandering mogelijk.”

GROEN is er voor jeugdigen van 4 t/m 23 en hun steunsysteem.

GROEN biedt op maat gemaakte hulp, zonder gedoe en altijd vanuit de behoefte van het kind of de ouder en zeker niet vanuit regels. GROEN blijft wel de springplank die nodig is voor een soepele overgang vanuit de specialistische ggz naar thuis. Daarnaast werkt GROEN met preventieve hulp, om gespecialiseerde zorg te voorkomen. Dat doen ze met:

• gespecialiseerde ondersteuning en begeleiding

• dagactiviteiten

• verkennende gesprekken

• vroegtijdige interventies

Dit doen ze vanuit verschillende locaties te beginnen in Sint-Michielsgestel, Voorburg Vught en Den Bosch.

Contact: info@expertisecentrumgroen.nl

Meer informatie vind je op de website https://www.expertisecentrumgroen.nl/

Locaties

Naast onze locatie op het park Voorburg starten we op landgoed Haanwijk in Halder (Sint-Michielsgestel). Dide: “Op dit landgoed komen een aantal kleine huisjes te staan waar we individuele gesprekken kunnen voeren. Ook maken we gebruik van het terrein van sociale tuinderij 'de Scheve Schup' die daar gevestigd is. Een mooi terrein en prachtige locatie om samen met de kinderen te werken aan herstel. Daar mogen we nu het eerste aanbod starten in samenwerking met de gemeentes Den Bosch, Sint-Michielsgestel en Vught.”

*WRAPtraining

WRAP staat voor Wellness Recovery Action Plan en komt uit Amerika. Het is een herstelmethode die je helpt om weer grip te krijgen op je leven.

*Ouderherstelgroep

Ouderherstelgroep is gericht op ouders van kinderen die te maken hebben met mentale klachten. Deze groepen bieden ondersteuning, begrip en praktische hulpmiddelen voor deze ouders.

REINIER VOORJAAR 2023 41
GROEN in het kort

Traumaverwerking doe je samen

met het kind, ouders en het netwerk

Als kinderen lange tijd ingrijpende ervaringen in de thuissituatie hebben meegemaakt, met weinig steun en veiligheid van ouders, is het voor hen moeilijk deze traumatische ervaringen te verwerken. Hierdoor zijn ze het vertrouwen in hun ouders en/of andere volwassenen in hun directe omgeving kwijtgeraakt. En daarmee hebben deze jeugdigen geen of weinig vertrouwen in zichzelf kunnen opbouwen. Gehechtheidsproblematiek, emotieregulatie- of gedragsproblemen kunnen het gevolg zijn. Herlaarhof biedt de gezinsbehandeling IGT-K, de integratieve gehechtheids-

42 REINIER VOORJAAR 2024

bevorderende traumatherapie voor kinderen en hun (pleeg- of adoptie)ouders. “Ons streven is het versterken en verstevigen van de verbinding tussen kinderen en ouders, de kinderen helpen met het verwerken van de traumatische gebeurtenissen, zodat ze meer vertrouwen krijgen in zichzelf en in hun omgeving en zich verder kunnen gaan ontwikkelen”, aldus Trudy Borrenbergs, systeemtherapeut en Manon van Dal, traumatherapeut bij Herlaarhof. Reinier magazine ging hierover in gesprek met hen.

Gehechtheidstrauma: beschadigd zijn in de relatie

“De meeste kinderen die bij ons komen, kunnen we helpen met een reguliere trauma-

behandeling, zoals EMDR of TF-CBT. Bij kinderen die langdurig getraumatiseerd zijn en bij wie sprake is van gehechtheidsproblematiek, emotieregulatie- of gedragsproblemen is het soms moeilijk of zelfs onmogelijk hen van een rechtstreekse traumabehandeling te laten profiteren”, geeft Manon aan. “Het zijn kinderen die beschadigd zijn in het vertrouwen naar hun omgeving, doordat ze juist ook de pijn voelen in de relatie die hen had moeten beschermen. Ze willen niet opnieuw teleurgesteld, gekwetst of in de steek gelaten worden. Ook ouders of opvoeders hebben dit niet zo gewild voor het kind en zijn vaak zoekende in hoe ze met het huidige gedrag van hun kind om kunnen

gaan. Door in de behandeling extra aandacht te besteden aan de gehechtheidsrelatie mogen we wél bij de pijnlijke traumatische herinneringen komen. Wanneer het kind de hulp van ouders/opvoeders gaat toelaten, kunnen ze steun ervaren tijdens de traumaverwerkingsfase. Dit zijn mooie corrigerende ervaringen die het kind opdoet”, aldus Manon. “Deze behandeling is gericht op het herstellen van het vertrouwen tussen kind en ouder. En daarmee ook het vertrouwen in andere volwassenen, zoals behandelaren en leerkrachten. Deze kinderen hebben heel sterke overtuigingen door wat ze meegemaakt hebben: ‘ik moet het zelf doen’, ik mag niet kwetsbaar zijn’, ik kan niemand vertrou-

REINIER VOORJAAR 2024 43
Tekst Marjo Roes Foto's Jolanda Ruijs - van Rossum

wen’. En nu moeten ze opnieuw gaan leren dat het veilig is waar ze nu zijn”, vult Trudy aan.

Systeemtherapie

De behandeling IGT-K wordt gedaan door een team van behandelaren. De verschillende disciplines zijn samen in deze methode geschoold en op elkaar afgestemd. Zo kunnen zij een goede basis leggen voor het systeem rondom het kind. “We sluiten als team aan bij ouders/opvoeders, dat is een mooie kracht van deze methodiek. Ouders worden gecoacht zodat zij door een trauma- en gehechtheidsbril naar hun kind kunnen kijken. Op die manier leren ze kijken naar en aansluiten bij hun kind”, vertelt Trudy. “Zo worden ouders een co-therapeut.” Het is een intensief traject voor de gezinnen. De behandeling duurt ongeveer een jaar met wekelijkse of tweewekelijkse sessies en is bedoeld voor kinderen tussen 6 en 16 jaar. Het traject bestaat uit een aantal fases. “Voordat de behandeling start, willen we weten

of deze behandeling past bij het gezin. We onderzoeken bijvoorbeeld of er bij het kind sprake is van traumaklachten, hoe de ouder-kindrelatie eruitziet. We kijken naar de voorgeschiedenis van de ouders, welke opvoeding hebben zij gehad, is er sprake van opvoedbelasting. Hiermee kunnen we dan inschatten of de intensiteit van de behandeling nodig maar ook op te brengen is. Bij een positieve indicatie starten we met fase 1. Bij sommige ouders staan we ook stil bij hun eigen problematiek of opvoedtrauma’s, waar zij eerst of gelijktijdig zelf verwerking voor nodig hebben. Soms kunnen we daar een deel zelf in behandelen en soms zoeken we een partner, zoals het Psychotraumacentrum Zuid Nederland van Reinier van Arkel om de behandeling op te pakken.”

De eerste fase wordt gestart met de ouders zonder het kind. In ongeveer negen sessies krijgen zij coaching in het sensitief opvoeden: sensitief voor trauma en gehechtheid. “We laten ouders zien

dat achter het probleemgedrag een gekwetst, beschadigd en angstig kind schuilt. Van daaruit kunnen ouders beter begrijpen dat een kind soms heel boos, afhoudend en wantrouwend kan reageren. Er is aandacht voor zelfzorg en steun vanuit het netwerk. Zo worden ouders goed voorbereid op de verdere behandeling. In de tweede fase gaat het kind deelnemen. In deze fase hebben ouder en kind elke week gezinstherapie met de systeemtherapeut én traumatherapie met de EMDR-therapeut. Tijdens de gezinstherapie versterken en verstevigen we de gehechtheidsrelatie tussen ouder en kind met allerlei leuke, speelse en verbindende oefeningen. Maar ook met uitleg over hoe de hersenen werken, hoe een trauma werkt in je brein en waarom we dan snappen dat het kind doet zoals het doet.” Het reguleren van de emoties is ook een belangrijk aandachtspunt. “Het kind leert hier meer vaardigheden ontwikkelen om zijn eigen ‘gas en rem’ te bedienen in zijn emoties of gedrag”, besluit Trudy.

44 REINIER VOORJAAR 2024
>> Gehechtheidsbevorderende traumatherapie Van links naar rechts: Judith de Vroomen, Lonneke Zeeman – Nieuwland, Manon van Dal en Trudy Borrenbergs

Hoe het begon

De behandelmethode IGT-K is ontwikkeld in Amerika en door collega's van Levvel, Irma Hein en Nathalie Schlattmann, aangepast en vertaald naar de Nederlandse context. Manon van Dal was een van de eerste traumatherapeuten die opgeleid werd in deze behandeling. Manon: “Door de jarenlange ervaring met kinderen en gezinnen die het thuis moeilijk hebben, waar sprake is van onveiligheid, of kinderen die niet thuis kunnen opgroeien, zag ik veel kinderen die naast traumaproblematiek ook kampten met andere problemen. Deze kinderen zijn onvoldoende goed gezien en hebben niet geleerd wat ze zelf voelen. Mede hierdoor ervaren zij vaak emotieregulatie- en gedragsproblemen. Door een combinatie van factoren worden deze kinderen vaak uit huis geplaatst of doorgeplaatst in de jeugdzorg. Door de verscheidenheid van de problematiek krijgen we regelmatig de discussie waar een kind behandeling nodig heeft; binnen de jeugdzorg, LVB-sector of ggz. Ik vind dat

wij een bijdrage hebben te leveren om zo goed mogelijk te kijken naar wat een gezin verder helpt. We hebben elkaar nodig om de blijvende opvoedingsomgeving te waarborgen voor deze kinderen! Door de behandelmethode ‘Slapende Honden, Wakker Maken’, ontwikkeld door Arianne Struik, kunnen we zowel vanuit de jeugdzorg als de ggz deze doelgroep toeleiden naar traumaverwerking of traumabehandeling geven. Ik zie IGT-K als een integratieve behandelmethode en het is voor therapeuten echt een verdiepingsslag, want met enkel de opleiding tot EMDR-therapeut sta je nog maar aan het begin van hoe je deze doelgroep kunt behandelen. Ik heb drie jaar geleden IGT-K bij Herlaarhof geïntroduceerd. Ik wisselde van baan en had de ambitie om deze behandelmethodiek ook in deze regio beschikbaar te maken. Daarnaast heeft Levvel contact met Accare in Noord-Nederland. Hierdoor hebben we een landelijke spreiding voor deze behandeling.”

Traumaverwerking – EMDR binnen psychotherapie

Na verloop van tijd neemt de frequentie van de gezinstherapie af en blijft de EMDR wekelijks doorlopen. Tijdens de EMDR-sessies gaat de therapeut in op het trauma van het kind. “De zelfregulerende en de gehechtheidsbevorderende technieken uit de eerste fase integreren we in de start van de EMDR. Zo vergroten we nog meer het zelfvertrouwen van het kind en de ouders”, vertelt Manon. “Tijdens de EMDR gaan we in op de preverbale traumatische gebeurtenissen.” Een preverbaal trauma gebeurt voor het 4e levensjaar. Het kind kan nog geen woorden verbinden aan deze nare ervaringen, maar heeft wel de spanningen van toen in het lichaam opgeslagen wat nu voor klachten kan zorgen. “Samen met de ouders schrijven we een preverbaal traumaverhaal voor het kind. Je gaat terug naar de situatie zoals jij denkt dat het geweest moet zijn voor het kind, gecombineerd met informatie uit het dossier, met alle mogelijke zintuiglijke informatie erbij. De ouders lezen het preverbale traumaverhaal voor aan het kind tijdens de EMDR.”

Daarnaast hebben deze kinderen in het dagelijks leven triggers die hen terugbrengen naar de traumatische herinneringen. Dat kan zijn op school, op het

sportveld, maar ook in de relatie met hun ouders. “Met het triggerprotocol, een nieuw onderdeel binnen IGT-K, proberen we vanuit de huidige triggers ook bij die herinneringen te komen. Zo was er een jongen die opgesloten heeft gezeten in een weeshuis, maar dat wisten wij niet. Hij gaf wel signalen af in de behandelkamer; hij voelde zich opgesloten bij mij in de behandelkamer en hij keek door een bril van wantrouwen naar mij als behandelaar. Door spel hebben we het ‘uit moeten vechten’ en daarna kwamen we via het triggerprotocol bij een van zijn meest angstige momenten van opgesloten te hebben gezeten”, vervolgt Manon. “Als therapeut moet je kunnen verdragen wat een kind laat zien en hoe je de dynamiek en therapeutische relatie kunt gebruiken om verder te komen in de verwerkingsfase. En het is belangrijk om de daadwerkelijke traumaverwerking in aanwezigheid van ouders te doen. Zodat zij nu de holding kunnen geven die het kind toen zo gemist heeft!”

Belangrijke missie

De behandelmethodiek geeft de therapeuten een goede handleiding, maar de ervaring leert dat het bijna nooit zo fasegericht verloopt. “We moeten soms alles bijzetten om de behandeling te kunnen voortzetten en zowel aandacht hebben voor de condities van de behandeling als

de systemische onzekerheid die er soms is. Als team moet je heel stevig staan om ouders, maar ook elkaar te kunnen ondersteunen om dit traject vol te houden. Om geregeld samen stil te staan dat we in een wond van een trauma zitten, het schoonmaken door het te behandelen, vertrouwen houden met elkaar en dat ook kunnen uitstralen. En dat het gezin ook weer uit deze fase gaat komen.”

De IGT-K behandeling is nog vrij nieuw, maar de eerste onderzoeksresultaten laten zien dat er een afname is van klachten voor deze kinderen en een afname van de opvoedbelasting voor de ouders. Manon en Trudy: “We willen daar ouders/opvoeders en kinderen zoveel mogelijk bij ondersteunen zodat leed in de toekomst wordt bespaard en ze weer samen verder kunnen. We zien dat kinderen weer naar school kunnen bijvoorbeeld en écht met plezier met leeftijdsgenootjes om kunnen gaan. Sommigen durven hun wereld weer te verbreden en staan open om te leren. Wanneer ouders de deur uitgaan met vertrouwen om de aankomende ontwikkelingsfase aan te kunnen, is dat veel waard!“

REINIER VOORJAAR 2024 45

ervaringsverhaal

Ik heb een ander kind

"Onze zoon is geadopteerd. Hij is lief en spontaan, maar het ging niet goed op school. Toen hij bij ons kwam, ging hij naar groep 2. Dat ging goed. Maar de problemen begonnen in groep 3 en uiteindelijk ging het mis in groep 4. Het werd zichtbaar dat hij veel boosheid en verdriet in zich had. Hij had moeite met het spelen met andere kinderen en in de omgang met leerkrachten. Hij was angstig als iemand zijn stem verhief en voelde zich snel niet begrepen of gezien door anderen. Ook was het moeilijk voor hem als hij niet de nabijheid van ons als ouders ervaarde. Als we een activiteit wilden ondernemen, moesten we daar veel voorbereiding voor treffen of veiligheid om hem heen bouwen.”

“Het werd steeds moeilijker voor hem in de klas. Nieuwe lesstof zoals spelling en begrijpend lezen vond hij lastig. Hij begon dingen te vermijden. In therapie hebben we geleerd waarom hij dingen vermijdt. Onze zoon dacht: 'Als ik het niet snap, dan ben ik kwetsbaar en niet sterk, dan kan ik worden gepakt. Dat moet ik zien te voorkomen, dus ga ik het uit de weg.' We denken dat dit komt, door dingen die hij heeft meegemaakt in zijn verleden. Ook voelde hij zich minder veilig bij de leerkracht in groep 4. En ik wijt het aan de coronaperiode. Hij kreeg toen thuisonderwijs. We begrijpen door de therapie dat hij het thuisonderwijs fijn vond. Thuis

voelde hij zich veilig en hoefde hij als bang en wantrouwend kind, niet continu op zijn hoede te zijn. Hij wilde niet meer terug naar school, maar dat moest wel. Hij trok zich terug in de klas." Ze hadden al een kindertherapeut, maar er was meer hulp nodig. Geëmotioneerd vertelt Marieke over het moment dat ze zich realiseerden dat ze meer hulp nodig hadden. "Ik herinner me het moment nog goed. Onze zoon, toen 9 jaar oud, stond in de keuken. Hij was in alle staten en pakte een mes. Hij zei: 'Ik wil dood, ik wil niet meer leven.' "

Op zoek naar hulp

"Hij wilde niet meer naar school. Hij voelde zich niet veilig en zat niet lekker in zijn vel. Hij was gefrustreerd en vaak boos. We zijn op zoek gegaan naar hulp. Via onze kindertherapeut kwamen we bij Herlaarhof en konden daar de Integratieve gehechtheidsbevorderende traumatherapie voor kinderen (IGT-K) volgen. Als ouders zijn we goed voorgelicht en geïnformeerd over de IGT-K. We leerden dat als een kind niet veilig is gehecht, het nog moeilijker is om over traumatische gebeurtenissen te praten. Dat zagen we ook bij onze zoon. Hij vermeed continu moeilijke situaties. We snapten ook dat hij niet veilig gehecht is, dat hij niet de hulp en steun heeft gekregen die hij nodig had, toen hij klein was. We vermoeden dat dit komt door de situatie in het weeshuis."

IGT-K behandeling: een pittige therapie

"De therapie was pittig. Het vraagt veel van je als ouder, zowel praktisch als emotioneel. Twee keer in de week naar therapie, systeemtherapie en EMDR. De systeemtherapie was helpend om onze zoon en zijn gedrag te begrijpen. Onze zoon kon helemaal overstuur raken als wij als ouders bijvoorbeeld nee tegen hem zeiden. We werden steeds zachter tegen hem en durfden niet meer tegen hem in te gaan. In de systeemtherapie leerden we waar zijn gedrag vandaan kwam en werden we uitgedaagd om het anders te doen. We durfden weer grenzen te stellen. Wij hebben eerst een aantal gesprekken zonder onze zoon gehad om te leren hoe het gezin waarin je opgroeit van invloed is op wie je wordt. Ik kom uit een normaal gezin. Ik voelde me veilig bij mijn ouders en ik wist dat ik hulp kon krijgen als ik dat nodig had. Mijn zoon is opgegroeid in een gezinssituatie en weeshuis, waar hij heeft ervaren: 'Ik moet alles zelf doen, ik kan op niemand leunen, volwassenen zijn niet oké, ik word alleen maar gestraft.' Dat hoorden we en zagen we ook bij hem in de therapie. Wij hielpen zijn overtuigingen te veranderen. Wij zijn je ouders en we zijn er voor je.”

EMDR

"Toen de EMDR begon, was dat opbouwend en versterkend. Toen we naar de

46 REINIER VOORJAAR 2024
In gesprek met Marieke, moeder van een zoon van 11 jaar. Als gezin (vader, moeder en zoon) volgden ze samen de behandeling IGT-K.

echt nare gebeurtenissen in zijn leven gingen, wilde hij niet meer. We moesten hem echt overtuigen, kom we gaan dit aan, dit is goed voor je. Ik vond het confronterend om te zien wat de therapie bij mijn zoon deed. Hij werd bozer, verdrietiger en eenzamer. Hij voelde zich helemaal alleen. Dat was zo verdrietig om te zien. Dan moet je sterk staan als ouder. Maar vorig jaar november en december was verschrikkelijk. Hij stootte iedereen af. We hebben onze wereld toen heel klein gemaakt. Met kerst zijn we met z'n drieen thuis geweest. We hebben onze familie en vrienden niet gezien, want we wisten ‘dat kan onze zoon nu niet aan’. Dan was hij boos en wilde weg. Toen begon ik zelf ook te twijfelen. De therapeuten hebben ons toen echt gesteund." De herinnering aan die periode brengt Marieke in tranen, dat was zo'n verdrietig moment in de behandeling. De therapeut helpt haar en licht toe: "Dit was een fase waarin hij in de traumaverwerking – zoals wij dat noemen – ‘in de wond van het trauma’ zat en hij iedereen wantrouwde. Toen hadden ouders en kind elkaar hard nodig. De ouders om de steun en het vertrouwen te geven. Het is ook moeilijk als ouder om op zo'n moment rustig en kalm te blijven, terwijl je kind zoveel pijn heeft en in zijn gedrag zoveel boosheid liet zien.” Marieke: 'We zijn blij dat we hebben doorgezet met de EMDR, want ik denk dat als we te vroeg waren gestopt, dan was de wond niet genezen en was het blijven schuren.

Er is veel onveiligheid weg en hij kan meer prikkels aan. Er is een laag boosheid weg, doordat de pijn er niet meer is."

Een ander kind

Nadat ze deze moeilijke periode hadden doorstaan, kwam er meer ontspanning en rust. Hun zoon werd een ander kind. "Onze zoon is een tijd thuis geweest van school, ging daarna alleen de ochtenden, maar vanaf mei kon hij weer volledig naar school. Hij is vrolijk, zit beter in zijn vel, is veel minder boos en hij gaat meer dingen

“Hij is vrolijk en zit beter in zijn vel”

aan. We zijn zelfs een dagje naar de Efteling geweest, dat is uniek voor ons gezin. Wel op een rustige dag. Dat kon vroeger nooit, want dan was hij overprikkeld geraakt van al die drukte en mensen om hem heen. Dan voelde hij zoveel spanning. De therapeut licht toe: "Al die triggers in het heden waren gekoppeld aan traumatische gebeurtenissen in zijn verleden."

Geleerd

"Als ouders hebben we geleerd om naar ons kind te kijken en in te schatten wat hij op het moment aankan. We geven eerst aandacht aan zijn emotie en dat die gevoelens er allemaal mogen zijn. We blij-

ven zelf rustig en schieten niet in onze eigen emotie. Dat is wel eens lastig, hoor. Gelukkig doen mijn man en ik het samen, zo kunnen we elkaar afwisselen. Als ik het niet kan, kan hij het overnemen. Ik vraag ook steun aan vrienden. Maar ook al mogen de emoties er zijn, we blijven wel eisen aan hem stellen en geven onze grenzen aan. We helpen hem daarna met tot rust komen.” Lachend zegt ze dat ze daar samen hele rituelen voor hebben bedacht, zoals wierrook en voetenbadjes. “Maar wat het meest helpt, is hem bevestigen in zijn gevoelens. Daarna komt het begrijpen van de gevoelens en kan hij het ombuigen. Dat kan hij tegenwoordig heel snel en wij helpen hem daarbij. We vragen dan aan hem: 'Horen de gevoelens bij het nu of bij vroeger? Spreekt het kind van vroeger of het kind van nu?' Hij weet dat het kind van nu het aankan. Hij vindt dat soms niet leuk om te horen, maar dan verandert zijn gedrag wel en hij weet: 'ik kan het aan'. Hij vertrouwt meer op zichzelf en we blijven hem uitdagen om dingen aan te gaan. Wat ik knap vind, is dat, zelfs al heeft hij een rotdag, hij om hulp durft te vragen en hij steun accepteert. Ik heb ook mijn eigen leven meer teruggekregen. Ik kan weer werken en we kunnen activiteiten ondernemen op drukkere plekken. We staan als gezin meer ontspannen in het leven en genieten!"

REINIER VOORJAAR 2024 47 Tekst Mireille Borg

Mirrian Hilbrink over haar onderzoek binnen de ggz

Mirrian Hilbink houdt van afwisseling in haar werk en wil bijdragen aan het onderzoeksklimaat in de ggz. Ze is senior onderzoeker bij het Psychotraumacentrum Zuid Nederland (PTC) van Reinier van Arkel en betrokken bij projecten van de onderzoekslijn ‘Trauma en herstel’. In het gesprek met Reinier magazine vertelt ze over haar loopbaan en hoe ze onderzoek verbindt met de praktijk.

Na haar studie psychologie werkte Mirrian als psycholoog in verschillende verpleeghuizen. Maar ze wist vanaf het begin dat ze onderzoek wilde doen. “Toen ik afstudeerde lagen de banen niet voor het oprapen en kon ik per direct beginnen in een verpleeghuis. Toen dacht ik ‘nou, dan zie ik wel hoe lang ik het hier volhoud’. Uiteindelijk heb ik daar zeven jaar gewerkt. Maar toen ik de stap naar het onderzoek kon maken, vond ik dat wel fijn.”

Mirrian begon haar onderzoekscarrière bij IQ healthcare. Ze bekeek hoe de kwaliteit van de huisartsenzorg voor patiënten met depressie en/of angststoornissen gemeten en verbeterd kon worden. Ze combineerde altijd meerdere onderzoeksbanen in de zorg. “Ik ben niet iemand die graag vijf dagen in de week op dezelfde plek is met hetzelfde team. Ik hou wel van afwisseling.” Zo werkte Mirrian bij het Wetenschapsbureau van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, was ze onderzoeksbegeleider bij de opleiding tot Verpleegkundig Specialist en redactielid van het tijdschrift Huisarts en Wetenschap.

Vanaf de zomer van 2019 werkt Mirrian bij het PTC. “Ik wilde terug naar de ggz. Dat is

48 REINIER VOORJAAR 2024
Tekst Michelle Hendriks foto Jolanda Ruijs – van Rossum
“Meer onderzoeksklimaat creëren, dat vind ik leuk”

de reden dat ik hier ben gaan solliciteren. Niet specifiek vanwege trauma eerlijk gezegd. Ik ben van huis uit psycholoog dus dat ligt dan toch dichter bij mijn interesse dan het ziekenhuis.” In het afgelopen jaar kwamen daar twee nieuwe banen bij: senior onderzoeker bij Novadic-Kentron en Hogeschool Amsterdam.

De rode draad in het werk van Mirrian is onderzoek binnen de ggz. Ze richt zich op thema’s zoals traumabehandeling, veteranen, vluchtelingen/asielzoekers, verslaving, leefstijl en preventie. Ze begeleidt andere onderzoekers en vraagt subsidies aan voor nieuwe onderzoeken. Binnen het PTC is ze de contactpersoon voor TOPGGz. TOPGGz certificeert afdelingen die hoogspecialistische zorg aanbieden. Het PTC heeft dit keurmerk. Mirrian zit ook in de visitatiecommissie van TOPGGz. Hiervoor gaat ze een paar keer per jaar naar andere instellingen om te kijken of ze voldoen aan de eisen.

Projecten bij PTC

Mirrian is betrokken bij meerdere onderzoeken van de onderzoekslijn Trauma en herstel. Haar favoriete project is het onderzoek naar resourcegroepen bij veteranen. Een resourcegroep is een steungroep van mensen die de cliënt zelf uitkiest. Mirrian legt uit: “Dit kunnen familieleden of ouders zijn, maar ook de buurman of sportinstructeur of schuldhulpverlener of wie dan ook uit het eigen netwerk.” De groep werkt met elkaar aan doelen die de cliënt opstelt. In het onderzoek gaan vijf veteranen een resourcegroep opzetten. Vier maatschappelijk werkers zijn getraind in hoe ze veteranen

hierbij kunnen helpen. Het enthousiasme onder veteranen en maatschappelijk werkers voor dit onderzoek is groot. De eerste vier cliënten zijn begonnen. Over een tijd kan Mirrian vertellen wat de ervaringen met de resourcegroepen zijn en welke aanpassingen in de methode misschien nodig zijn.

Daarnaast doet Mirrian onderzoek naar een nieuw gespreksmodel bij de traumabehandeling voor veteranen. Dit gespreksmodel gaat uit van het begrip ‘positieve gezondheid’. Het accent ligt hierbij op de persoon zelf en niet op ziekte en klachten. Het gaat over vragen als wat wil iemand en hoe kan de persoon dit bereiken? Dit onderzoek verliep moeizaam, vertelt Mirrian: “Het was worstelen, door corona en door wisselingen in onderzoekers. Sowieso om genoeg cliënten te laten meedoen. We hebben daar wel een eindsprint genomen, gelukkig. Dus we zitten nu op 47 deelnemers.” Eind volgend jaar weten ze of het gespreksmodel leidt tot meer gezondheidswelzijn, veerkracht, zelfmanagement, positieve gezondheid en herstel. Het PTC besluit dan of ze het gespreksmodel toevoegt aan het behandelaanbod.

Mirrian kijkt ook over de grenzen heen. Samen met een onderzoeker uit North Carolina (Amerika) kijkt ze naar verschillen in emotieregulatieproblemen tussen Amerikaanse en Nederlandse mensen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Een emotieregulatieprobleem betekent dat iemand moeite heeft om zijn emoties onder controle te houden. Deze problemen verschillen niet tussen

mensen waarbij het trauma is veroorzaakt door een persoon (bijvoorbeeld seksueel geweld) en mensen met een andere soort trauma (bijvoorbeeld een ongeluk). Wel vonden ze verschillen tussen Nederlandse en Amerikaanse cliënten met PTSS. Nederlandse cliënten met PTSS begrijpen en accepteren hun emoties minder. Ook zeggen Nederlandse cliënten met PTSS dat ze minder goede manieren hebben om hun emoties onder controle te houden dan Amerikaanse cliënten met PTSS. “Misschien is het dus nodig om cultuursensitiever te werken op bepaalde thema’s. En om cultuurspecifieke elementen mee te nemen in de richtlijnen voor traumabehandeling”, zegt Mirrian.

Ontwikkelingen bij PTC Mirrian vindt het mooi dat het onderzoeksteam binnen PTC groeit. “Ik heb het idee dat we bouwen aan ons onderzoeksteam en onderzoeksklimaat. Dat we doordat we wat groter zijn ook wat stappen kunnen nemen.” Ze hebben bijvoorbeeld een onderzoeksintervisie georganiseerd zodat onderzoekers van elkaar kunnen leren. Daarnaast zijn meerdere nieuwe medewerkers bij het PTC zowel onderzoeker als behandelaar. Dit helpt volgens Mirrian om de lopende onderzoeken bij de andere behandelaren onder de aandacht te houden. “Want die onderzoekers zitten natuurlijk ook bij andere besprekingen van de behandelaren. Ook in het teamoverleg is aandacht voor onderzoek. Vaak is er wel een van de onderzoekers die een onderzoek presenteert en daarna brainstormt het team over wat we hiermee kunnen in de praktijk.”

REINIER VOORJAAR 2024 49

Van het ene op het andere moment belandde Nancy in een nachtmerrie. Jarenlang zweeg ze erover, totdat het echt niet meer anders kon. Nancy vertelt wat haar overkwam, het moment dat zij besefte dat ze hulp nodig had en wat haar heeft geholpen op weg naar herstel.

Nancy, een vrouw van 57, getrouwd en moeder van een volwassen zoon. Bijna 22 jaar werkte ze als manager in een uitzendorganisatie, 50 tot 60 uur in de week. In 2014 overleed haar moeder na een kort ziekbed. Na deze heftige periode in haar leven kreeg Nancy te maken met onverklaarbare klachten, zoals ernstige vermoeidheid, uitvalverschijnselen, concentratieproblemen, zenuwpijnen, pijn in haar spieren en depressiviteit. Uiteindelijk kreeg ze de diagnose fibromyalgie en wel in zo’n ernstige mate dat ze naar een appartement moesten verhuizen; Nancy kon de trap niet meer oplopen. Klachten gingen op en neer en van werken kwam het niet meer, ze werd volledig afgekeurd. Ze leerde er uiteindelijk mee leven. Totdat ze in 2020 geconfronteerd werd met nog een paar traumatische ervaringen.

Nachtmerrie

“Na deze gebeurtenissen ging ik malen in mijn hoofd en op een zekere avond gooide ik eruit wat er met mij gebeurd was. Eind 2013 ben ik slachtoffer geworden van een zeer ernstig geweldsdelict. Op straat ben ik door twee jongens overvallen. Zij wilden mijn tas uit mijn handen trekken. Ik gaf de tas niet uit handen, het werd een gevecht. Uit het niets trok een van hen een mes en wilde dat in mijn hals steken. Ternauwernood kon ik het afweren. Toen ik dacht dat het dat was, werd ik onder bedreiging van het mes meegevoerd. We belandden verderop in de bossen, waar ik

door beiden met een mes op mijn keel werd verkracht. Daarna bleef ik een tijdje liggen, want ik was doodsbang. Toen het hele voorval goed tot me doorgedrongen was, ben ik opgestaan en naar huis gegaan. Daar heb ik mijn kleding in de container gegooid en ben onder de douche gegaan waar ik flink heb staan schrobben. Vanaf dat moment heb ik besloten, uit bescherming van mijn gezin, maar ook uit schaamte en schuldgevoel, het voor mezelf te houden, te doen alsof deze nachtmerrie niet had plaatsgevonden.”

Herbelevingen

“Het is zo raar dat je brein op een of andere manier nare herinneringen wegstopt, alsof het niet gebeurd is. Het uitte zich in andere dingen: ik had vreselijke herbelevingen, reageerde heel schrikachtig, sliep met het licht aan, vermeed dingen, en leefde onder constante stress. Dat was ik van mezelf niet gewend, ik was nooit ergens bang voor. Dus toen dit naar boven kwam, ben ik hulp gaan zoeken. In eerste instantie stuurde de huisarts me door naar een psycholoog. Ik kreeg daar EMDR, bijna een half jaar, maar dat hielp niets. Ik werd steeds depressiever. In de hoop dat er toch iets moest zijn dat mij kon helpen, ben ik zelf naar adequate hulp gaan zoeken. Tijdens mijn zoektocht kwam ik terecht op de website van Reinier van Arkel. Ik zag een filmpje over de SITT-behandeling, een meerdaagse interne (groeps-) behandeling voor mensen met meervoudig PTSS. Wat me vooral aansprak was dat deze intensieve therapie in amper twee weken tijd doorlopen wordt; 7 dagen van 08.00 tot 21.00 uur. Ik heb me aangemeld en kreeg een intake bij het psychotraumacentrum (PTC) om te kijken of SITT iets voor mij kon betekenen. Door de Covid-periode werden groepen steeds uitgesteld. Daardoor is er

nog een hele tijd overheen gegaan voordat ik echt met de behandeling kon starten.”

De SITT-behandeling

“De SITT-behandeling is een heel proces. Je gaat door lagen heen, dat is onvoorstelbaar. Ik vond het afschuwelijk moeilijk. Ik had me voorgenomen er vol voor te gaan. Je krijgt therapie in een dagelijkse structuur aangeboden, goed op elkaar afgestemd: EMDR, Imaginaire Exposure, psychomotorische therapie (beweging) en psycho-educatie. Na de eerste, intensieve dag was ik helemaal op en dacht ‘ik ga naar huis, ik trek het niet meer’. Maar ik ben gebleven, ik dacht ‘ik heb maar één kans’, en het heeft me zo veel opgeleverd. Tijdens vorige behandelingen was het voor mij nog niet duidelijk wat voor mij het ergste plaatje was van wat er was gebeurd. Mijn brein had dit allemaal weggestopt. Dat heeft Imaginaire Exposure wel naar boven gehaald. Je kunt tijdens dit traject geen maskertje ophouden, je moet door alle lagen heen, terug naar de ergste situaties. Het is een hele reis geweest, maar die heeft wel mij mijn leven teruggegeven.”

Het gezin

“Voor mijn gezin had deze gebeurtenis ook heel veel impact. Mensen weten niet hoe ze moeten omgaan met iemand die meervoudig PTSS heeft. Heel lastig, maar ook begrijpelijk. En daarom hebben we na de SITT-behandeling anderhalf jaar systeemtherapie gehad. Daar ben ik ook zo dankbaar voor, want het heeft ons gezin nog hechter gemaakt dan we al waren. Ik dacht dat we al goed met elkaar konden praten, maar het is toch anders wanneer je in een trauma zit, je reageert anders. Je zit daar beiden met een frustratie: de een wist het niet, ‘had het me maar verteld’, met een schuldgevoel dat je partner al-

50 REINIER VOORJAAR 2024
Ervaringsverhaal

Nancy zocht en kreeg hulp bij het

les alleen heeft moeten dragen en de ander die iets verschrikkelijks heeft meegemaakt en met een schuld- en schaamtegevoel zit. Het is zo belangrijk iemand in vertrouwen te nemen over wat jou is overkomen, al is het er maar één. Als ik dat had gedaan, was het zover niet gekomen, zowel fysiek als psychisch.”

Ervaring delen

“Het is onbetaalbaar wat de SITT mij heeft gebracht. Er is wel één ding dat ik tijdens dit traject heb gemist; iemand die uit eigen ervaring dingen vertelt, een ervaringsdeskundige. Iemand die tegen je kan zeggen: ‘ik heb zelf nare dingen meegemaakt, ik weet wat je nu doormaakt, maar ga ervoor, hou vol, het is het waard!’ Een ervaringsdeskundige die als geen ander begrijpt wat dit allemaal met je doet en die dit traject met succes heeft afgerond. Zelf wil ik graag iets betekenen voor anderen die op zoek zijn naar herstel na een trauma. Bijzonder is het dat er nu mensen op mijn pad komen die ook veel hebben meegemaakt, die ik met raad en daad bijsta. Wat ik merk is dat mensen vaak nog in het gevoel van schuld en schaamte zitten. Het is belangrijk dat je erover kunt praten, erkenning krijgt, maar vooral gehoord wordt. Daarom ben ik heel blij dat ik door mijn verhaal te vertellen mijn bijdrage kan leveren. We moeten hiermee uit de taboesfeer. En als ik er maar één iemand verder mee kan helpen, is mijn missie geslaagd.”

Psychotraumacentrum voor haar meervoudig PTSS

REINIER VOORJAAR 2024 51
Tekst Marjo Roes Foto Jolanda Ruijs - van Rossum Jolanda Ruijs

Onbedoeld worden psychiatrie en verslaving los van elkaar gezien, terwijl ze heel veel met elkaar te maken hebben. “Verslaving is ook een hersenziekte en het vergt specifieke kennis en vaardigheden dat te kunnen behandelen”, aldus Eka Suranto. Eka is verslavingsarts en psychiater op het Psychotraumacentrum Zuid Nederland (PTC). Toen zij in 2020 bij Reinier van Arkel als arts in opleiding tot specialist psychiatrie kwam werken, viel het haar op dat veel patiënten, naast psychische, ook met verslavingsproblematiek te kampen hebben. Dat kan een lastige dynamiek geven. Hoe ga je hiermee om? Wie is er verantwoordelijk voor de patiënt? Het mooiste zou zijn als je als psychiatrische instelling hierin de handen ineen kunt slaan met verslavingsinstellingen. Maar dat bleek nog niet zo eenvoudig. En daarom ontstond er een grote behoefte om deze patiënten zelf zo goed mogelijk te kunnen behandelen. Eka werd na afronding van haar opleiding tot psychiater, mede vanwege haar achtergrond als verslavingsarts, door de Raad van Bestuur gevraagd een gecombineerd aanbod te ontwikkelen. Vanuit het PTC heeft ze samen met haar team een nieuwe poli voor geïntegreerde behandeling opgezet: Dubbele diagnose. Louis van Enckevort, arts in opleiding tot specialist psychiatrie, is ook werkzaam op deze poli. Samen vertellen zij over dit aanbod.

52 REINIER VOORJAAR 2024

Dubbele diagnose: PTSS en verslaving

“Door verslaving aan te pakken maken we de weg vrij voor traumabehandeling”

Comorbide problematiek, met twee diagnoses tegelijk: PTSS en verslaving. “Onze hoofddiagnose is PTSS. En bij comorbide verslaving zien we juist dat een goede behandeling veel lastiger is. Mensen lopen vast, omdat ze vanwege hun ernstige verslaving hun traumabehandeling niet goed kunnen volgen. We zien in onze doelgroep patiënten relatief veel verslavingsproblematiek. We hebben gezien dat we met alleen onze traumatherapie die we standaard geven, er niet altijd uitkomen. Dus moet hiervoor specialistische zorg geboden worden en daar is ons TOP GGz-centrum de aangewezen plek voor.”

De patiëntgroep comorbide verslaving is groot. Door de PTSS-klachten zoeken mensen iets om de klachten te verminderen. En heel vaak pakken ze dan iets wat ze bij de hand hebben, dat kan alcohol, drugs of medicatie zijn. “We krijgen te maken met de nadelige effecten ervan, hoe mensen omgaan met de traumatische klachten en het gebruik van middelen en medicatie. Mensen hebben zich een bepaalde leefstijl eigengemaakt, ze gedragen zich bijvoorbeeld risicovoller. Die houding kan behandeling in de weg staan. Maar ook sederende medicatie die chronisch voorgeschreven wordt, kan het behandeleffect belemmeren. Je wilt een patiënt toch zo snel mogelijk een goede traumabehandeling geven.”

“Een goed voorbeeld is Benzodiazepines en andere kalmerende medicatie die veel voorgeschreven worden bij angst of ernstige spanning en vaak ook bij slaapproblemen. We weten uit ervaring dat deze medicatie de traumatherapie in de weg kan zitten. Mensen zijn te gesedeerd om zich goed te kunnen concentreren, maar ook hun informatieverwerking kan negatief beïnvloed wor-

den tijdens de therapie. Dus de medicatie moet eerst worden afgebouwd, maar daardoor nemen de klachten weer toe. De afbouw moet goed worden begeleid en daarin speelt ons multidisciplinaire team een belangrijke rol.”

Geïntegreerde behandeling

Op de poli wordt gebruikgemaakt van behandelingen die wetenschappelijk zijn bewezen dan wel in de praktijk goede resultaten hebben gegeven. Er is nog niet veel gepubliceerd over de meest effectieve manier om PTSS en verslaving geïntegreerd te behandelen, maar wat wel duidelijk is dat de geïntegreerde behandeling super belangrijk is. “Je ziet een sterke relatie tussen traumaklachten en verslavingsgedrag. Dit is een unieke problematiek waarbij zowel ingestoken moet worden op behandeling van traumatische ervaringen en verslavingsgedrag. Dit houdt elkaar namelijk in stand. Het is belangrijk dat patiënten naast verslavingsbehandeling ook traumagerichte behandeling krijgen. Zonder traumabehandeling kan de verslaving niet goed behandeld worden. Het is dus logisch dat patiënten de behandeling hier volgen, aangezien wij experts zijn op het gebied van traumabehandeling.”

“We zien en bespreken patiënten binnen supervisieconstructie. Als er uitkomt dat we bijvoorbeeld iets met de verslaving moeten doen, gaan we dat bespreken. De verpleegkundige kan gevraagd worden om een verslavingsanamnese en/of somatische screening af te nemen. Dan volgt het behandelvoorstel dat besproken wordt in het multidisciplinaire overleg. En daarvandaan kijken we naar wat de patiënt nodig heeft voordat hij kan starten met de traumabehandeling. Want iedereen belandt op de

Tekst Marjo Roes Foto Jolanda Ruijs – van Rossum
REINIER VOORJAAR 2024 53

wachtlijst. En tijdens die wachttijd gaan we alvast aan de slag met het aanpakken van bijvoorbeeld de verslaving of slaapproblematiek. Ook hebben we oog voor somatische problematiek.”

Een passende behandeling voor elke patiënt.

“We vertragen daarmee het proces niet. De patiënt blijft tijdens de wachttijd bij ons in beeld en we stomen hem of haar klaar voor traumatherapie. We geven psycho-educatie met een onderdeel verslaving. De patiënt wordt steevast besproken in het overleg. Zo weet iedereen waar we staan, hoever we zijn in het traject. Is er nog meer nodig om de patiënt te kunnen stabiliseren? Heeft het thuisfront ook iets nodig? We betrekken naasten door middel van systeemtherapie. Eerst brengen we in kaart hoe de patiënt en de gezinsleden en andere directe naasten met elkaar communiceren en wat de impact van de klachten van de patiënt is op het gezin/systeem. Een totaalpakket, zeg maar. Maar wel op maat, individueel. Het moet bij de casuïstiek en de patiënt passen.”

Stigma

Verslaving, of je ervoor behandeld bent of niet, is voor heel je leven. Het is een chronische aandoening. Het verschil zit erin dat iemand na een gedegen behandeling ermee kan omgaan. “Dat je je triggers herkent en weet waar het gevaar kan schuilen. Die strijd blijf je houden. We zeggen ook altijd tegen een patiënt ‘schrik niet als je een keertje terugvalt of een uitglijder hebt; het is een leerproces. Het is niet erg, je bent ten slotte een mens’. Iedereen kan een terugval hebben, het belangrijkste is dat je dat herkent, maar ook erkent. Wij stimuleren altijd om daar open over te zijn. Het gebeurt regelmatig dat iemand bijvoorbeeld denkt ‘ik ga niet vertellen dat ik gedronken heb’. Uiteindelijk komt iemand toch terug en vertelt dat hij gedronken heeft. Dat is fijn, want dan hebben we er een open gesprek over en kunnen we ondersteuning geven waar

dat nodig is.”

Voor behandelaren kan het bespreken van de verslaving met een patiënt ook best lastig zijn. Er rust een stigma op. “Met mijn ervaring als verslavingsarts kijk ik hier anders tegenaan. Ik heb er geen oordeel over en stigmatiseer niet. Soms kunnen behandelaren uit onervarenheid of met wat minder kennis weleens denken ‘het valt allemaal wel mee, die drinkt maar een paar glazen’ of ‘die moet goed slapen, dus slaapmedicatie is niet erg als je het niet te veel inneemt’ of ‘als je maar de nacht voor de behandeling de slaapmedicatie niet inneemt. Ze aarzelen bijvoorbeeld om het team hierbij te betrekken, omdat anders de patiënt zich misschien in een hoek gedrukt voelt alsof verslaving niet deugt. Maar wij stigmatiseren niet, we willen juist helpen, de weg vrij maken voor de goede behandeling. En dat moeten we samen doen, dus het is belangrijk dat we dit ook met elkaar blijven bespreken.”

Netwerk

“We hebben een patiënt in behandeling, alleenstaand met kinderen. Ernstig verslaafd aan middelen en erg achterdochtig. We zien vaak dat niet alleen mensen met een verslaving, maar ook mensen met PTSS een versterkt gevoel van achterdocht hebben. Het is sowieso al een uitdaging om mensen in behandeling te krijgen, om mensen het vertrouwen te geven ‘wij gaan jou helpen’. In eerste instantie ging dat hier ook niet goed. Ze wilde niet aan de verslaving werken. Op enig moment realiseerde zij zich, na een gesprek met een maatschappelijk werker, ‘zo kan ik niet doorgaan met mijn leven, ik heb nog een verantwoordelijkheid naar mijn kinderen’. We hebben een gesprek gehad waarin we afspraken konden maken. Ze liet zien zelf stappen te willen zetten om hieruit te komen. Deze patiënt is jaren geleden getraumatiseerd geraakt. Kun je nagaan hoe lang het duurt voordat iemand echt hulp gaat accepteren. Het is belangrijk dat je oog hebt hoe je iemand kunt motiveren stappen

te zetten in de afbouw van middelen, om daarna de traumatherapie te kunnen geven.”

Zo was er een andere patiënt, bekend met binge drinken, die de eigen situatie bagatelliseerde en verslaving ontkende: ‘ik drink maar een beetje’. “Dat is een lange aanloop geweest en uiteindelijk stagneerde de behandeling. We hebben hem toen verwezen naar een verslavingszorginstelling. Na behoorlijk wat stribbelen heeft hij dat aangenomen en is als een andere persoon teruggekomen. Hij is nu bij ons weer ingestroomd in de vervolgbehandeling. We zijn geen solopraktijk. We doen niet alles zelf, en dat kan ook niet. Het is afhankelijk van hoe ernstig het beeld is. We kijken wat een patiënt nodig heeft en bewaken zijn of haar veiligheid. We kijken wat we zelf kunnen doen en wanneer we de verslavingsbehandeling uit handen geven. Daarom hebben we ons netwerk nodig.”

Soms is het gewoon geduld hebben met patiënten. En wanneer een patiënt niet inziet dat een bepaalde behandeling nodig is, dan kan de timing van de (trauma)behandeling wellicht nog te vroeg zijn. Patiënten moeten echt commitment hebben: naar afspraken komen, de behandeling kunnen aangaan. “Wanneer commitment een punt van zorg is, bespreken we het met hem/haar en proberen we hier samen uit te komen”. Uiteindelijk moet een patiënt altijd goed overgedragen worden aan de huisarts bij beëindiging zorg of bij verwijzing naar een andere zorginstelling.

Casussen laten zien dat de combinatie PTSS en verslaving zeer complex kan verlopen. Mensen kunnen jarenlang met ernstige klachten rondlopen. “Met de poli Dubbele diagnose proberen we een oplossing te bieden voor deze complexe combiproblematiek, zodat mensen na jarenlang lijden weer een toekomstperspectief kunnen hebben”, besluiten Eka en Louis.

>>
54 REINIER VOORJAAR 2024
Gehechtheidsbevorderende traumatherapie

Wat zijn acceptabele offers voor duurzaamheid?

De zorg in Nederland heeft zich als doel gesteld om de CO2 uitstoot tot 2030 te reduceren met 55% en in 2050 klimaatneutraal te zijn. Hierbij wordt in de Green Deal Duurzame zorg naast de uitstoot van en vervuiling door de zorg, ook de impact van klimaatverandering op de gezondheid genoemd als motivatie.

Dit impliceert dat zorgorganisaties en -professionals kunnen bijdragen aan de invloed van de ggz op klimaatverandering. Tegelijkertijd roept dit ook vragen op. Wat kunnen en moeten wij als zorgprofessionals doen? Wat is onze verantwoordelijkheid? En hoe zit het met de kosten die verduurzaming met zich meebrengt? Dergelijke vragen roepen morele dilemma’s op, een conflict van waarden. Situaties waarbij het nastreven van de ene waarde ten koste gaat van een andere waarde.

Een belangrijke bron van CO2 uitstoot binnen de ggz zijn de reisbewegingen van cliënten en medewerkers. Er zijn verschillende mogelijkheden om dit te beperken. Medewerkers kunnen er zelf voor kiezen om dicht bij huis werk te zoeken of met het OV te reizen. Maar wat als de baan die je eigenlijk wilt hebben niet dichtbij huis is? Of een slechte OV-verbinding je reistijd verdubbelt? We zouden ook kunnen zeggen dat Reinier van Arkel er als organisatie voor moet kiezen om alleen nog personeel aan te nemen dat binnen een straal van 20-25km van de werkplek woont. (Ik moet dan helaas zelf wel ander werk gaan zoeken.)

Maar mag de organisatie uit duurzaamheidsoverwegingen sollicitanten uitsluiten op basis van woonplaats? Hier raakt het streven naar verduurzaming ook aan een ander probleem: Hoe wegen we duurzaamheid af tegen de schaarste van personeel? Want wat als er niet genoeg potentiële medewerkers in de directe omgeving wonen?

Ook het beperken van het verkeer van cliënten, door bijvoorbeeld meer gebruik te maken van digitale consulten, heeft een keerzijde. Kan er via digitaal contact bijvoorbeeld eenzelfde behandelrelatie worden opgebouwd als in de behandelkamer? Beperkt dit de toegang tot zorg voor minder digitaalvaardige cliënten? En wat betekent dit voor mensen die al een geïsoleerd bestaan leiden en juist gestimuleerd worden om naar buiten te gaan? Oftewel: In hoeverre mag verduurzaming ten koste gaan van de kwaliteit van zorg?

Het zijn dilemma’s waarbij op zichzelf belangrijke waarden als duurzaamheid, gezondheid, veiligheid, autonomie of (financiële) zekerheid tegenover elkaar lijken te staan en om een keuze vragen. Het belang van verduurzaming lijkt steeds breder geaccepteerd, maar de uitwerking in de praktijk leidt ook tot nieuwe morele dilemma’s die om een zorgvuldige afweging vragen.

Welke morele vragen rond duurzaamheid kom jij tegen in de ggz?

Wil jij ook met je team in gesprek over dilemma’s die je tegenkomt in je werk?

Of wil je met je collega’s dit onderwerp uitdiepen? Stuur een mail naar moreelberaad@reiniervanarkel.nl.

REINIER VOORJAAR 2024 55

Hoe breng je mentale problemen onder lesbische, homoseksuele, bi+, trans-, intersekse, queer- en aseksuele (LHBTQIA+) personen onder de aandacht en bespreekbaar? Daarmee is

Tim Küsters op een missie binnen Europa. Met een campagne en een veilige online omgeving wil hij het verschil maken voor deze groep. Met de uitwerking van deze campagne is Tim in augustus Mr Gay Europa geworden.

Mr Gay Europa word je niet om je uiterlijk maar om wat je voor de regenbooggemeenschap wil betekenen. Naast zijn fulltime baan is Tim bezig een netwerk op te bouwen en informatie te verzamelen om de campagne ‘Be Proud, Be Strong, Be Mentally Healthy’ te lanceren in 2024. Natuurlijk maakt hij even tijd voor Reinier van Arkel, de ggz-instelling uit zijn geboortestad.

Campagne voeren

Tim is in Den Bosch geboren en getogen, maar woont inmiddels met zijn man in Antwerpen. In Den Bosch heeft hij bussiness innovation bij Avans hogeschool gestudeerd. Nu werkt hij in België als digital marketing officer.

Een interview met Tim Küsters, Mr Gay Europa

Een veilige plek creëren voor de queer gemeenschap

Tekst Erik Welten Foto Jolanda Ruijs - van Rossum
56 REINIER VOORJAAR 2024
REINIER ZOMER 2023 57

Lhbtqia+ is een afkorting. De letters staan voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel, bi+ transgender, intersekse, queer, aromantisch en aseksueel. Er zijn nog meer vormen van seksuele oriëntatie en genderidentiteit die niet heteroseksueel of cisgender zijn: daar staat de + voor. De term queer en regenbooggemeenschap worden ook gebruikt als parapluterm in plaats van de afkorting lhbtqia+.

Lesbisch betekent dat je jezelf als vrouw identificeert en je je voornamelijk seksueel of romantisch aangetrokken voelt tot andere vrouwen.

Homoseksueel betekent dat je jezelf identificeert als man en je je seksueel of romantisch aangetrokken voelt tot andere mannen.

Biseksueel houdt in dat je jezelf romantisch of seksueel aangetrokken voelt tot meer dan één geslacht of gender. Tegenwoordig wordt vaak gesproken van de bredere en inclusievere term Bi+.

Bi+ betreft iedereen die op meer dan één gender valt. Sommige jongeren identificeren zichzelf als panseksueel en zeggen daarmee dat ze op alle mensen kunnen vallen, ongeacht hun sekse of gender.

Transgender personen voelen zich niet thuis bij het geslacht dat op hun geboorteakte staat. Iemand die zich als transgender persoon identificeert, kan een transvrouw of transman zijn, maar ook non-binair.

Non-binair betekent dat je je niet thuis voelt in het mannelijke of vrouwelijke gender. Maar juist daarbuiten of er tussenin.

Queer staat voor een brede seksuele of genderidentiteit. De term wordt gebruikt voor en door mensen die zichzelf niet willen identificeren met een vaststaande gender- of seksuele oriëntatie. Of die zich juist willen identificeren met iets wat niet heteroseksueel of cisgender is. De 'q' kan ook staan voor questioning: daarmee geef je aan dat je nog twijfelt over je seksuele oriëntatie.

Intersekse houdt in dat je zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtskenmerken hebt.

Aseksuele personen voelen geen seksuele aantrekking tot andere mensen.

Aromantische personen voelen geen romantische aantrekking tot andere personen.

Aseksualiteit en aromantiek hoeven niet samen te gaan. Je kunt bijvoorbeeld aseksueel zijn en homoromantisch: dit betekent dat je je niet seksueel aangetrokken voelt tot andere mensen, maar dat je wel verliefd kunt worden op iemand van hetzelfde geslacht.

Heteroseksueel betekent dat je je aangetrokken voelt tot personen van een ander geslacht. Bijvoorbeeld als een man zich aangetrokken voelt tot vrouwen.

Cisgender is iemand bij wie de genderidentiteit overeenkomt met het geboortegeslacht. Bijvoorbeeld als iemand geboren is als vrouw en zich ook zo voelt.

Bron: https://www.nji.nl/ Nederlands Jeugdinstituut

Sinds enige jaren zet Tim zich in voor de LGBTQIA+ community. Hij is begonnen met een campagne rond LGBTQOA+ ouderschap. Hiermee bracht hij de moeilijkheden die queermensen ondervinden bij het adopteren van kinderen onder de aandacht. Tim: "Die campagne werd gedreven door een persoonlijke wens om kinderen te hebben. Mijn huidige vriend heeft twee kinderen dus is mijn wens daarmee uitgekomen. Het is niet gemakkelijk voor mensen uit de queergemeenschap om een kind te krijgen. Adoptie is een lang en moeizaam traject, draagmoederschap is nog niet wettelijk geregeld en zo zijn er nog meer uitdagingen. Je botst tegen allerlei regels en vooroordelen op, lange wachtlijsten, beperkte adoptiekanalen en complexe juridische procedures. Het voelde goed om iets te doen door aandacht te vragen voor bepaalde problematiek via contacten met de media en met de politiek. Het is erg bevredigend. Anders zou ik dit ook niet kunnen doen naast mijn fulltimebaan."

Psychische klachten bij LHBTQIA+ Mensen uit de regenbooggemeenschap, of die dergelijke gevoelens hebben, staan voor extra uitdagingen. Tim: "Uit onderzoek blijkt dat lesbische vrouwen, homomannen en biseksuele mensen vaker last hebben van psychische klachten dan de rest van de bevolking. Met name depressie komt vaker voor. Negatieve reacties, pesten en geweld komen veel voor. Dit draagt bij aan een slechtere psychische gezondheid en maakt hen kwetsbaar voor onder meer depressie en zelfmoord.”

Landelijk zien we de laatste jaren dat bij volwassenen de mentale gezondheid onder lesbische en homoseksuele personen verbeterd is en richting die van de heteroseksuelen gaat*. Dit geldt echter nog niet voor biseksuelen en andere kleuren van de regenbooggemeenschap. Daar is de kans om psychisch ongezond te zijn nog stukken hoger. Kennis en aandacht in de behandelkamer voor

LHBTQIA+
>> Tim Küsters

deze problematiek is noodzakelijk voor een goede hulpverlening.

(*LHBT monitor 2022, Sociaal Cultureel Planbureau)

LHBT+ Jongeren

Circa 1 op de 10 jongeren identificeert zich als LHBT+. Zij hebben meer last van angst, depressie en suïcidaliteit dan hetero- en cisgender jongeren. LHB-jongeren doen 4,5 keer zo vaak en transgender jongeren 10 keer zo vaak een poging tot zelfdoding dan heteroseksuele en cisgender jongeren.

Aandacht doet ertoe

113 zelfmoordpreventie heeft een handzaam factsheet ‘Suicidaliteit onder LHBT’ers’ gemaakt waaruit we de volgende gegevens halen.

Een kwart van de LHBT’ers en bijna de helft van de transgenders geeft aan dat de zelfmoordgedachten duidelijk of in belangrijke mate te maken hebben met de geaardheid of genderidentiteit. Deze gedachten namen vaak af na de coming out of na toegang tot transgenderzorg. Queer-mensen die een positieve reactie van hun ouders en de rest van de omgeving krijgen, hebben minder vaak zelfmoordgedachten en -pogingen. Pesten, geweld en discriminatie hebben een negatieve invloed.

Uit onderzoek blijkt ook dat LHBT’ers die nog nooit zelfmoordgedachten hebben gehad of nog nooit zelfmoordpogingen hebben gedaan bij zware problemen op meer mensen terug kunnen vallen voor hulp en steun. Nog belangrijker om zich goed in hun vel te voelen is een positief school- of werkklimaat. Dit is zelfs belangrijker dan zelfacceptatie en eigen veerkracht.

(Bron: Factsheet Suïcidaliteit onder LHBT’ers van 113 zelfmoordpreventie)

Be Proud, Be Strong, Be Mentally Healthy

Tim: "Je ziet hoe belangrijk het is dat mensen openstaan voor mensen uit de regenbooggemeenschap en mensen die die gevoelens hebben. Dat queer-mensen een veilige plek hebben waar ze over

hun gevoelens en hun mentale problemen kunnen praten. Een van de doelen van mijn campagne is een online veilige plek te creëren waar queer-mensen uit heel Europa terechtkunnen voor vragen, steun en advies. De reden dat ik mr. Gay Europa ben geworden is dat ik dit thema goed had uitgewerkt en werkbaar gemaakt. Ik mag de andere deelnemers aan de verkiezing aansturen om dit met elkaar mogelijk te maken. Iedere deelnemer werkt in zijn eigen land daaraan mee.

In deze eerste fase van de campagne zijn we vooral bezig informatie te verzamelen, support en sponsors te organiseren, organisaties en ambassadeurs te koppelen. Richting de Pride in juni 2024 willen we ook de Europese politiek bij de campagne betrokken hebben en kan de online community live gaan. Er moet in 2024 een goede basis gelegd worden binnen Europa waar queer-mensen die worstelen met hun mentale gezondheid terecht kunnen. Het leven is te kort om daarmee te blijven worstelen.

Het betekent dus dat we voor elk land in kaart moeten brengen welke organisaties in dat land hulp kunnen bieden. Het liefst zouden we ook zien dat net als bij ‘113 zelfmoordpreventie’ en ‘MINDkorrelatie’ hulpverleners beschikbaar zijn om directe hulpvragen te kunnen beantwoorden. Het zou in ieder geval al mooi zijn als er hulpverleners zijn die zich aansluiten bij de community en vragen kunnen beantwoorden."

Tip voor de behandelkamer

“Als je denkt dat de problematiek mogelijk samenhangt met queer-gevoelens is het van belang dat de persoon er zelf mee komt. Je moet daarvoor een veilige plek creëren waarbij rust en begrip belangrijk zijn. Als hulpverlener moet je een open houding hebben. Je moet het niet forceren.

Als je een gespreksgroep of lotgenotengroep wilt starten probeer dan de eerste bijeenkomst zo laagdrempelig mogelijk te maken. Ga niet meteen het gesprek met elkaar aan maar organiseer een activiteit. Dat kan een wandeling zijn waar

iedereen onbevangen met elkaar kennis kan maken of ga samen naar de film. De drempel zou anders wel eens te hoog kunnen zijn voor iemand om te komen.”

Je bent niet alleen

Tenslotte heeft Tim ook tips voor queermensen die worstelen met hun psychische gezondheid:

Tim: "Je bent niet alleen, dat is het belangrijkste. Je hoeft je niet te schamen en er zijn altijd mensen die je kunnen en willen helpen. Neem iemand in vertrouwen in je familie of van je vrienden, cijfer jezelf niet weg en zonder je niet af. Je mag er zijn dus ga naar buiten en blijf actief."

Mr. Gay Europa

De Mr. Gay Europe verkiezingen zijn in 2005 gestart. In de loop van de jaren is de verkiezing uitgegroeid tot een groots evenement. Het doel is om de strijd aan te gaan voor algemene en lhbt+mensenrechten door middel van een leuke en positieve bijeenkomst. De Mr. Gay Europa verkiezing gaat niet om lichamelijke schoonheid en spierbundels. De wedstrijd duurt een week en kent 8 uitdagingen waarbij netwerken, samenwerken en vriendschap centraal staan. In 2023 is het thema van de finale de mentale gezondheid van de queergemeenschap. Ook nieuw was dat de deelnemers gezamenlijk aan het thema werken en er gezamenlijk verantwoordelijkheid voor gaan dragen onder aanvoering van de winnaar.

In 2024 is er geen Mr. Gay Europa verkiezing zodat Tim een jaar langer kan werken aan zijn campagne. Meer informatie op http://www.mrgayeurope.com/

REINIER WINTER 2023 15 REINIER VOORJAAR 2024 59 Foto Jolanda Ruijsvan Rossum

Paul Raaijmakers

Paul Raaijmakers werkt sinds januari 2024 bij Reinier van Arkel in de functie van Directeur Werkgeluk & Ontwikkeling. Hiervoor werkte hij bij Amarant als Hoofd Leren, Ontwikkelen en Innoveren en bij Sint Anna Zorgroep. Bij beide organisaties had werkgeluk zijn volle aandacht.

Paul: “Het thema werkgeluk is voor mij een rode draad in mijn werk. Ik geloof erin dat de kracht van een organisatie wordt bepaald door de kracht van de medewerkers (en het netwerk rondom de cliënt).

Hoe mooi is het dat we deze kracht kunnen versterken, door in te spelen op iemands (werk)geluk? Geluk geeft immers energie. Voor de medewerker, de cliënt en dus ook de organisatie.”

28 REINIER LENTE/ZOMER 2022 VOORJAAR 2024

Reinier maakt werk van werkgeluk

Bij Reinier maken we in 2024 werk van werkgeluk. Dat betekent dat we éxtra aandacht hebben voor de ruimte om je als medewerker verder te ontwikkelen, te doen waar je goed in bent en je gewaardeerd voelen. Want werkgelukkige medewerkers staan garant voor de best passende (hoog-) specialistische zorg, tonen eigenaarschap en maken dat we met elkaar Reinier van Arkel ‘zijn’. Daarom heeft werkgeluk, naast onze inhoudelijke beweging naar netwerkzorg en een gezonde bedrijfsvoering, de volle aandacht met als uiteindelijke ambitie de leukste werkgever van Brabant te zijn. Paul Raaijmakers, sinds januari directeur Werkgeluk en Ontwikkeling, licht toe wat werkgeluk is, waarom het belangrijk is er oog voor te hebben en hoe Reinier van Arkel dat doet.

Werkgeluk: geen standaardrecept

In de Dikke Van Dale is werkgeluk nog niet te vinden, eenduidig omschrijven wat het inhoudt valt ook niet mee. Is er sprake van werkgeluk als je ‘s ochtends opgewekt naar je werk gaat en ‘s avonds tevreden naar huis? Of is werkgeluk vooral een gevoel van geluk dat je ervaart in een werksituatie? Paul kent de vele definities en theorieën over werkgeluk en legt uit waar het om draait bij werkgeluk. “Uit wetenschappelijk onderzoek komen een aantal pijlers naar voren voor werkgeluk. Welke dit precies zijn, varieert van model tot model. Drie pijlers worden breed gedragen,” aldus Paul. Dat zijn de mate van zingeving, de mate van voldoening en de mate van verbinding/plezier die je in het werk ervaart.

Paul: “Bij zingeving gaat het om het grotere betekenisvolle doel dat je dient met het werk dat je doet. Voldoening gaat over het kunnen inzetten van je eigen kwaliteiten en de ervaren waardering die je daarvoor krijgt. De pijler verbinding en plezier gaat over sfeer, over collegialiteit, samen lol hebben.” Wat de wetenschap ons ook leert is dat er niet één standaardrecept is voor werkgeluk, de invulling die je geeft aan iedere pijler verschilt van persoon tot

persoon. “Met de focus op werkgeluk willen we er bij Reinier van Arkel samen nadrukkelijk(er) oog voor hebben. Werkgeluk als ons gedrag en gereedschap dat helpt ervoor te zorgen dat ook onze werkomgeving er een is waarin mensen zich gelukkig voelen. Dat is iets waar iedere collega ook zelf aan kan bijdragen,” licht Paul toe.

Zingeving, voldoening en verbinding verder verduidelijkt

Zingeving, voldoening en verbinding/plezier, het zijn grote begrippen die Paul graag verder verduidelijkt. Zingeving ervaren mensen op verschillende niveaus. Het begint op een heel praktisch niveau; het creëren van (meer-)waarde van je werk; hoe draagt wat jij doet in je dagelijks werk bijvoorbeeld bij aan herstel van een cliënt, of aan hoe jij je collega’s of de organisatie helpt? Het tweede niveau gaat over de persoonlijke betekenis die mensen verlenen aan het werk, hoe waardevol ervaar je zelf het werk dat je doet, doet het er volgens jou toe? Het derde niveau tenslotte gaat over het gevoel dat jouw werk maatschappelijk relevant is.

REINIER VOORJAAR 2024 61 Tekst Ilse van den Eeden foto's Evelien Gerrits
>>

Reinier van Arkel hecht waarde aan continue doorontwikkeling en verdere professionalisering van de zorg en daarmee van onze collega’s. We volgen hierbij de laatste ontwikkelingen op de voet. Onze zorgprofessionals geven hier in de eerste plaats vorm en inhoud aan; door de continue samenwerking met cliënt, naasten en andere stakeholders weten zij wat goed is en wat nog beter kan.

Binnen de Reinier Academie zijn de postacademische, verpleegkundige en agogische beroepsopleidingen ondergebracht in drie opleidingslijnen. De verpleegkundige leerlijn, de P-opleiding (postacademische psychologische vervolgopleidingen) en de Opleiding Psychiatrie/medische vervolgopleidingen. Tussen de 5% en 10% van al onze medewerkers volgt een van deze opleidingen.

Binnen het team Leren & Ontwikkelen ondersteunen 3 opleidingsadviseurs alle andere opleidingswensen en vragen, samen met de teams en hun managers. Ieder team maakt jaarlijks samen een eigen Team Ontwikkel Plan (TOP).

Zorgontwikkeling en academisering wordt daarnaast gestimuleerd en gevoed door opleiding en onderzoek vanuit de Reinier Academie in nauwe samenwerking met zorgprofessionals. Dit doen we deels ook in de Brabant Academie (A59), wat een samenwerkingsverband is van vier ggz-organisaties in de regio (GGz Westelijk Noord Brabant, GGz Breburg, GGZ Oost Brabant en Reinier van Arkel). www.reinierwerktenleert.nl

Paul: “Onderzoek wijst uit dat zingeving erg belangrijk is voor de ervaren mate van werkgeluk. Over het algemeen ervaren mensen werkzaam in zorg en bijvoorbeeld onderwijs een grotere mate van zingeving dan werknemers in het bedrijfsleven. Bij Generatie Z, geboren tussen ongeveer 1995 en 2010, is de zingevingsbehoefte in het werk heel groot. Maar liefst 75% van hen wil zinvol werk doen en is op zoek naar werk waaraan ze betekenis kunnen verlenen, maatschappelijk kunnen bijdragen.

Het is relevanter dan ooit dat Reinier van Arkel medewerkers meeneemt in en actief laat bijdragen aan de bedoeling van de organisatie. Zodat je als collega voelt dat jouw persoonlijke waarden overeenkomen met de bedoeling van de organisatie.”

“Iedereen wil voldoening halen uit het werk dat hij doet,” vertelt Paul verder. “Naast deze intrinsieke behoefte, die ook gaat over autonomie - de ruimte die je voelt om zelf besluiten te nemen op basis van je kennis en kunde-, gaat het erom dat je als medewerker ervaart dat er oog is voor het werk dat je doet. Dat je bijdrage gezien wordt door je collega's, je manager en/of de organisatie. Daar besteden we als Reinier van Arkel veel aandacht aan, we gaan uit van eigenaarschap van onze professionals en faciliteren hen bijvoorbeeld met een passend leiderschapsprofiel.”

teerd vanuit de eigen Reinier Academie. Paul: “Het is niet voor niets dat in het tevredenheidsonderzoek onze medewerkers trots zijn op de ontwikkelmogelijkheden die Reinier van Arkel biedt.” Van oudsher heerst er een opleidingscultuur met onder andere de opleiding tot psychiater, opleiding tot GZ- en klinisch psycholoog en psychotherapeut en opleidingsmogelijkheden van verzorgende IG tot aan verpleegkundig specialist. Naast deze beroepsopleidingen, is er veel aandacht voor bij- en nascholing in de verschil-

Iedereen wil voldoening halen uit het werk dat hij doet

Ook op het vlak van persoonlijke groei, goede relaties en vitaliteit – andere elementen van werkgeluk – zit Reinier van Arkel niet stil. Medewerkers hebben volop ontwikkel- en opleidingsmogelijkheden in het werk, gefacili-

lende Teamontwikkelingsplannen. We werken op veel locaties waar teams vaak hecht zijn. En nu de pensioenleeftijd stijgt, staat duurzame inzetbaarheid, vitaliteit en taakdifferentiatie extra hoog op onze agenda.

Versterken en uitbouwen

Met de focus op werkgeluk gaat het dus onder meer om extra aandacht voor het onderwerp, want er gebeurt dus al het nodige, ook als het gaat om verbinding en plezier met zaken als een jaarlijks Kennisfestival, nieuwjaarsborrel, medewerkersbijeenkomsten

62 REINIER VOORJAAR 2024

per zorgeenheid, Sinterklaasvieringen etc. Het viel Paul in zijn eerste weken op dat er veel trots is onder medewerkers over bepaalde werkwijzen, expertise, behaalde resultaten, wat in de zorg wordt bereikt. “Er gebeurt veel moois maar er blijft volgens mij ook veel onder de radar. Door deze ervaringen breder kenbaar te maken kunnen ze ook breder toegepast worden, kunnen teams van elkaar leren.” Een concreet voorbeeld is het onboardingsproces waarbij sommige teams (maar niet alle) een meer ervaren collega als ‘buddy’ koppelen aan een nieuw teamlid om hem of haar zo wegwijs te maken en een vraagbaak te bieden.”

En nemen teams allerlei kleine en grotere initiatieven om de kwaliteit van zorg met elkaar te verbeteren. Paul: “In het programma werkgeluk worden dit soort initiatieven van teams opgehaald, verbreed en willen we nadrukkelijker successen delen en vieren. Daarnaast zetten we in het programma actief in op het samen uitwerken van ideeën die het werkgeluk van meerdere collega’s vergroten. Het gaat dan om ideeën van medewerkers die zij als individu of team niet zelf kunnen realiseren, maar waar bredere inzet of expertise voor nodig is om de werkgeluk-vergroter te realiseren.”

Logisch passend bij besturingsfilosofie

Dat werkgeluk niet in de Van Dale staat moet een kwestie van tijd zijn, want in vrijwel alle bedrijven, op social media en het internet is het een veelbesproken onderwerp. Dat komt door maatschappelijke uitdagingen als vergrijzing en daarmee samenhangende personele krapte, maar ook thema’s als oorlogsdreiging, klimaatuitdagingen en sociale (on-)gelijkheid spelen een rol. Niet vreemd dus dat werkgeluk bij Reinier van Arkel de aandacht heeft, al is het daarnaast vooral ook passend bij de koers van de organisatie, aldus

Paul. “De focus op werkgeluk past bij onze Rijnlandse besturingsfilosofie. Het idee van deze besturingsfilosofie is dat we de organisatie willen plooien om het vakmanschap van de professional heen. Dat iedere medewerker de ruimte krijgt om eigen keuzes en juiste beslissingen te kunnen nemen om zo de beste zorg te leveren. En dat al deze keuzes en beslissingen aansluiten bij de collectieve ambitie van de organisatie en er natuurlijk voor zorgen dat onze medewerkers optimaal in hun kracht zitten en het werkgeluk ervaren dat ze verdienen!"

Medewerkerstevredenheid

Reinier van Arkel

Gemiddeld scoren Nederlanders een 7,2 op werkgeluk (bron: Effectory). In het periodieke medewerkerstevredenheidsonderzoek dat Reinier van Arkel in 2023 nog uitvoerde gaven medewerkers een 7,7 aan het ervaren plezier in het werk. Een fractie hoger dan de 7,6 van de benchmark ggz. Het tevredenheidsonderzoek geeft een beeld van waar we als Reinier van Arkel staan, inclusief de ruimte om verder te verbeteren. Elk team heeft inzicht in hun eigen scores en bespreekt gezamenlijk wat er nodig is om samen te verbeteren en het werkplezier te vergroten.

REINIER VOORJAAR 2024 63
Mijn werkgeeftme energi e Ikkanzelfbeslissen hoe i k mi j n w e r k eod Ikkrijgvoldoende kansen o m et neod nideogkiraaw neb Ikhebhetgevoel d at i k b i j lekrAnavreinieR sap 7.0 6,9 7,2 7,3 benchmark ggz 6,6 7,4 7,1 7,2 Score Reinier van Arkel
64 REINIER VOORJAAR 2024 Tekst Daan van Ooyen
schrijven
'Writing is thinking on paper'
William Zinsser

als therapie

Schrijven is een effectieve manier om onze binnenwereld voor onszelf en anderen te verduidelijken. Het vinden van de juiste woorden om een ervaring te beschrijven is een unieke vorm van denken; het verhaal zou idealiter waarheidsgetrouw moeten zijn en tegelijkertijd ook de emotionele lading moeten dekken. Dit proces van verwoorden, vergt een bereidheid om jezelf opnieuw onder te dompelen in het verleden en stil te staan bij alle zintuigelijke en geestelijke gewaarwordingen op een bepaald moment. Wat zag ik? Wat hoorde ik? Wat voelde ik? Wat ging er door mij heen op dat moment? Hoe denk ik hier nu over? Dit is confronterend, maar tegelijkertijd ook helend.

Schrijven als therapie is een beproefde methode om trauma-gerelateerde klachten te verminderen. Gerger en collega’s (2021) deden onderzoek en toonden aan dat expressief schrijven (4 sessies van 15 minuten vrij schrijven zonder contact met een hulpverlener) hielp bij het verminderden van trauma-gerelateerde klachten; dit effect was nog groter, als het geschrevene werd nabesproken met een hulpverlener en op basis hiervan verder schrijfhuiswerk werd meegegeven. Er wordt gedacht dat schrijven, met of zonder begeleiding van een hulpverlener, helpt bij het verwerken van de traumatische ervaring en ook een gevoel van controle herstelt.

Voor wie schrijven als therapie ook een belangrijke rol heeft gespeeld, is Mare. Zij licht in dit korte interview toe hoe pen en papier haar steun en toeverlaat zijn geworden.

Wanneer ben je begonnen met schrijven en wat heeft het jou opgeleverd?

Mare: “Ik ben begonnen met schrijven op mijn kamertje toen ik op de middelbare school zat, omdat ik m’n verhaal niet kwijt kon bij m’n ouders of bij m’n familie. Ik schreef gedachten, fantasieën en frustraties op in een dagboek. Dit was een veilige haven die ik gescheiden hield van anderen.”

Is het voor jou altijd een gewoonte gebleven om te schrijven?

Mare: “Ja, dat klopt. Vorig jaar ben ik ook begonnen met het schrijven over verschillende opnames die ik heb doorgemaakt. Ik heb dozen vol met handgeschreven dagboeken, onder andere uit de periodes dat ik in de kliniek zat. En deze ben ik opnieuw gaan lezen. Ik wil al deze gebeurtenissen graag op pa-

pier zetten en heb daarbij ook hulp gezocht. Ik ga naar de schrijfwerkplaats in de bibliotheek op maandagochtend. Daar schrijft iedereen voor zich, waarna om 12:00 een feedbackronde plaatsvindt. Dan krijg je de gelegenheid om je werk voor te lezen, als het niet te veel woorden zijn.”

Hoe vond je het om je verhaal daar te delen in de groep?

Want jouw onderwerp lijkt me erg persoonlijk?

Mare: “Sommigen schrokken inderdaad van de hoeveelheid problemen die ik aanhaal in het schrijven. Sommigen vroegen ook of ik genoeg hulp had, omdat zijzelf geen hulpverleners zijn. Eerlijk gezegd, was ik hierover wel een beetje verbaasd. Het is geen leuk verhaal, maar voor mij is het wel normaal. Het is mijn werkelijkheid.”

Wat is voor jou de belangrijkste reden om over je opnames te willen schrijven?

Mare: “Ik zou graag meer begrip willen krijgen bij anderen door mijn verhaal op deze manier te delen. Tegelijkertijd is het ook pijnlijk om opnieuw mijn verleden in te duiken. Het is moeilijk om terug te gaan in de tijd. Bovendien is het ook erg lastig om deze ervaringen op papier te zetten. Het kost moeite om woorden te vinden die de juiste lading dekken. Om mezelf hierbij te helpen was ik begonnen met een cursus autobiografie, maar ik vond het op dat moment té confronterend. Voor nu ben ik dus gestopt en houd ik me bezig met iets heel anders. Het schrijven van een kinderboek.”

Heb je nog tips voor anderen die nog twijfelen om te beginnen met schrijven?

Mare: “Begin gewoon en denk niet aan beperkingen. Begrenzingen zijn er niet. Je kunt alles opschrijven, want er leest niemand mee. Als je van plan bent om een boek te schrijven, dan is het fijn om een groep op te zoeken als de schrijfwerkplaats. Wat later zou je aan iemand die je vertrouwt, kunnen vragen om af en toe mee te lezen. Ik heb dat gevraagd aan m’n man.”

Voetnoot

1 Gerger H, et al. Comparative efficacy and acceptability of expressive writing treatments compared with psychotherapy, other writing treatments, and waiting list control for adult trauma survivors: a systematic review and network meta-analysis. Psychol Med. 2022 Nov; 52(15): 3484–3496.

REINIER VOORJAAR 2024 65

Na het verstrijken van de maximale termijn voor toezichthouders van acht jaar, heeft Rienk Goodijk het voorzitterschap van de Raad van Toezicht van de Reinier van Arkel groep per oktober 2023 overgedragen aan Gerard van Berlo. Rienk trad aan als voorzitter in 2015, voor de organisatie die kampte met een financiële crisis en reorganisaties, geen gemakkelijke tijd. Volgens Rienk was de organisatie wat murw geslagen en was er een andere wijze van besturen (‘governance’ (voetnoot) nodig, een strategisch partnerschap tussen toezichthouders en bestuurders dat zich sindsdien verder ontwikkelt en nog altijd groeit, ten gunste van de organisatie. Raad van Bestuur en Raad van Toezicht zijn zich open tot elkaar gaan verhouden. En er is oog voor het belang van participatief leiderschap en de noodzaak van samenwerking tussen organisaties.

Rienk Goodijk nam afscheid als voorzitter

Raad van Toezicht

Een gesprek over governance

“Tot zo’n vijftien jaar geleden deed ik veel onderzoek naar wat er in zorgorganisaties misgaat op het gebied van bestuur,” vertelt Rienk. “Ik concludeerde dat vaak dezelfde verschijnselen zichtbaar zijn als het misgaat; Raden van Toezicht en Raden van Bestuur die zich vooral proce-

dureel ten opzichte van elkaar gedragen. Op een behoorlijke afstand van elkaar, enkel de hoofdlijnen delend en onvoldoende betrokken bij de dynamiek van organisaties. In die tijd was sprake van, achteraf bezien, nogal wat Angelsaksische tendensen, dus veel regels, proce-

dures en afstand houden van elkaar. Dat gold in bepaalde mate ook voor de verhouding tussen de Raad van Toezicht en Raad van Bestuur bij Reinier van Arkel. Dit terwijl, vanuit governance bezien, juist in tijden dat het niet goed gaat, er behoefte is aan betrokkenheid bij het be-

66 REINIER VOORJAAR 2024

stuur, samen kijkend naar de ontwikkeling van de organisatie,” aldus Rienk.

De ggz gaat me nauw aan het hart Zijn grote expertise op het gebied van governance en het lastige vaarwater van Reinier van Arkel vormden voor Rienk

echter niet alleen de drijfveer om toezichthouder te worden bij Reinier van Arkel: “De ggz-sector gaat me nog altijd nauw aan het hart. Vanwege de kwetsbare positie van mensen met psychische problemen en vanwege wat van de ggz gevraagd wordt. Het is een sector onder druk. Al langere

tijd was ik toezichthouder, als vice-voorzitter had ik ervaring opgedaan in de ouderenzorg. Het leek me mooi als voorzitter een bijdrage te kunnen leveren aan de ggzzorg.”

REINIER VOORJAAR 2023 67
>>
Tekst Mireille Borg Foto's Evelien Gerrits

Een open samenwerking tussen toezichthouder en bestuur

De eerdere onderzoeksconclusies kwamen goed van pas bij zijn aantreden. “Als Raad van Toezicht kwamen we snel met het toenmalig bestuur in gesprek over wat nodig was om de organisatie uit de crisis te halen. Vrij vlot zijn we ons als toezichterhouders en bestuurders in de richting van een strategisch partnerschap gaan ontwikkelen. Een samenwerkingsverband waarin zo open mogelijk met elkaar wordt gesproken. En waar ruimte is om te twijfelen met elkaar en dilemma’s op tafel leggen, waar gedeeld kan worden dat besturen niet altijd gemakkelijk is. Een dergelijk partnerschap brengt organisaties verder dan procedureel met elkaar blijven opereren. Het gaat om een inhoudelijk debat met elkaar, een verhouding die echt iets toevoegt. En om een mogelijke netwerkrol, ook voor de RvT.” Rienk verduidelijkt het met een voorbeeld waarin hij als toezichthouder het bestuur vergezelde bij overleg met de banken om zo betrouwbaarheid uit te stralen. “De buitenwereld kijkt niet enkel naar het betrouwbare (financiële) plaatje maar ook of er voldoende partnerschap is, of het bestuur kritische tegenspraak ontvangt vanuit de toezichthouder, dus naar de governance van de organisatie. Door aan te sluiten bij een overleg, vaak alleen maar non-verbaal en luisterend, kun je de positie van het bestuur en de organisatie versterken.”

Zoektocht naar deugdelijkheid

Na verloop van tijd kwam de Reinier van Arkel groep in rustiger vaarwater, wat maakte dat de toezichthoudende rol weer wat meer op afstand kon plaatsvinden. Het strategisch partnerschap groeide en verdiepte zich. “Het vraagt van toezichthouders wijsheid om in het oog te houden wat toezicht houden en wat besturen is. Enerzijds wil je zo goed mogelijk op de hoogte zijn van wat er speelt in een organisatie en anderzijds moet je de organisatie niet voor de voeten lopen. Het gaat om telkens met elkaar stilstaan wat hierin deugdelijk is.”

Om zich ‘op afstand te informeren’ zocht hij met de Raad van Toezicht naar de juiste balans. “Je wilt kunnen voelen dat het deugt, tegelijkertijd beseffend dat je als toezichthouder nooit alles kunt weten.” Aan de nauwe contacten met ondernemingsraad, cliëntenraad en familieen betrokkenenraad en vaste bijeenkomsten van de commissies kwaliteit, veiligheid en P&O, voegden ze jaarlijkse ‘miniatuursessies’ toe. Werkbezoeken op zorglocaties en gesprekken met zorgprofessionals om zo in verbinding te blijven met wat er speelt in een organisatie. “Maar het kan natuurlijk altijd beter.”

Vooruitkijkend naar de toekomst Partnerschap, vertrouwen, leiderschap, in onzekerheid durven treden en dilemma’s delen, zijn ook voor de toekomst de elementen die, wat Rienk betreft, van belang zijn. Niet alleen voor de governance, maar ook voor de wijze waarop de organisatie in het netwerk opereert, voor de medezeggenschap en voor iedere professional. “De afgelopen 20 jaar hebben ons maatschappijbreed geleerd, dat telkens meer regels niet leiden tot meer deugdelijkheid. Het nemen van eigen verantwoordelijkheid, leiderschap uitgaande van openheid en dilemma’s durven delen brengen ons verder. Het vraagt van toezicht en bestuur, maar ook van medewerkers, om de ander, niet af te rekenen op deze twijfels. Deze houding past bij de organisatie Reinier van Arkel vandaag de dag, het past bij de zorgprofessionals en past bij de geestelijke gezondheidszorg. Het past ook bij de beweging naar netwerkzorg waarbij de organisatie de samenwerking met andere partners zoekt. Organisaties oriënteren zich nu breder dan het oorspronkelijke formele stichtingsbelang. Het is de opdracht aan organisaties zich samen in te zetten voor oplossingen van de maatschappelijke opgaven. Jarenlang is door de overheid ingezet op onderlinge concurrentie, nu gaat het om samenwerken en daarbij positioneren van het onderscheidend vermogen en, wederom, openheid en dilemma’s durven delen.”

Ook op het gebied van de organisatie van de medezeggenschap voorziet Rienk een dergelijke ontwikkeling. “In het verleden lag de nadruk ook hier op het adviesrecht en formele procedures van besluitvorming. De organische weg van besluitvorming van vandaag de dag maakt dat de betrokkenheid van de medezeggenschap in een vroeg stadium in het proces relevant wordt. Medezeggenschap wordt hierdoor interactiever.”

“We zitten in een overgangsperiode maatschappelijk gezien. In het verleden was er veel regelgeving en nu wordt er weer meer een appel gedaan op de eigen verantwoordelijkheid. Er ontstaat hierdoor ruimte. Ruimte voor kwaliteit van zorg, om te laten zien waar je voor staat, om leiderschap te tonen. Een mooie uitdaging. Niet alleen voor toezicht en bestuur, maar voor iedereen werkzaam in de zorg, want wie kent de praktijk en mogelijke oplossingen nou beter dan de professional zelf? Benut die maatschappelijke ruimte om de handschoen op te pakken met elkaar.”

Prof. dr. ir. Rienk Goodijk Rienk werkt sinds zijn pensionering bij GITP, als zelfstandig adviseur op het gebied van bestuur, toezicht en stakeholderbetrokkenheid. Daarnaast is hij als bijzonder hoogleraar verbonden aan het Zijlstra Center van de VU in Amsterdam. Eerder was hij als bijzonder hoogleraar verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en Tilburg University. Momenteel houdt hij zich vooral bezig met de verdere ontwikkeling van strategisch partnerschap op het bestuurlijk niveau in het semipublieke domein, een thema waarover hij veel lezingen geeft en publiceert.

1 Governance is de handeling of de wijze van besturen, de gedragscode en het toezicht op organisaties. Daarbij gaat het om de wijze van besturen, gedragscodes en het toezicht op organisaties. Corporate governance of deugdelijk (ondernemings)bestuur bekijkt hoe een onderneming goed, efficiënt en verantwoord geleid moet worden alsmede het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid aan belanghebbenden waaronder de eigenaren (aandeelhouders), werknemers, afnemers en de samenleving als geheel. (Bron: Wikipedia)

68 REINIER VOORJAAR 2024 >> Rienk Goodijk

Gerard van Berlo nieuwe voorzitter

Raad van Toezicht Reinier van Arkel groep

Met ingang van 1 oktober 2023 heeft Gerard van Berlo het voorzitterschap van de Raad van Toezicht overgenomen van Rienk Goodijk. Gerard trad een jaar eerder toe tot de Raad van Toezicht.

Gerard van Berlo is sinds 2017 bestuurder Elisabeth Tweesteden ziekenhuis in Tilburg en als toezichthouder ook actief bij Stichting de Zorgboog. In het begin van zijn loopbaan werkte hij geruime tijd bij een psychiatrisch ziekenhuis. De aandachtsgebieden waar Gerard zich binnen de Raad van Toezicht van de Reinier van Arkel groep op richtte, kwaliteit en cliëntenperspectief, zijn overgenomen door Barbara Stringer, die per oktober 2023 toetrad tot de Raad van Toezicht (zie elders in deze Reinier).

Gerard van Berlo: “Met veel genoegen neem ik het voorzitterschap aan van de Raad van Toezicht van Reiner van Arkel. Ik heb de organisatie in het afgelopen jaar goed leren kennen en heb bewondering voor de wijze waarop de organisatie stap voor stap en in voortdurende afstemming met medewerkers en cliënten, de transitie maakt naar regionale centra. We komen zo met een team van professionals dicht bij de cliënt en realiseren daarmee juiste en passende zorg op de juiste plaats. Onder voorzitterschap van Rienk Goodijk hebben we in onze raad een vorm van toezicht gevonden die onze coachende en

adviserende rol naar de Raad van Bestuur goed faciliteert, terwijl tevens onze rol van toezichthouder goed ingevuld blijft. Het is een eer in zijn voetsporen te mogen treden en in gezamenlijkheid binnen de raad en in afstemming met de Raad van Bestuur en interne gremia te blijven werken aan een effectieve inrichting van de governance.”

Tom van Mierlo, voorzitter Raad van Bestuur: “Wij zijn Rienk Goodijk zeer erkentelijk voor de grote bijdrage die hij als voorzitter heeft geleverd. Er heeft een zorgvuldige overdracht plaatsgevonden en we kijken uit naar het voortzetten van de samenwerking met Gerard van Berlo in zijn nieuwe rol als voorzitter. We hebben er vertrouwen in dat we gezamenlijk de ingezette koers en het strategisch partnerschap tussen RvB en RvT verder blijven vormgeven.”

REINIER VOORJAAR 2024 69

Samen

Community builders, Jaap en Kristel, zijn gestart

Afgelopen december zijn Kristel Tholen en Jaap Klink gestart als community builders op park Voorburg in Vught. In het kort kun je zeggen dat het hun doel is aanwezige zorgorganisaties meer te verbinden, de bewoners meer naar buiten en de samenleving meer naar binnen halen. In de afgelopen maanden hebben Kristel en Jaap al veel mensen ontmoet en liggen de eerste plannen klaar.

Onze afspraak vindt plaats op Villa Voorburg waar Kristel met haar eigen bedrijf, HelloFellow, een kantoor heeft. Op deze locatie hebben een aantal kleine bedrijfjes via een vastgoedbeheerder hun kantoor. Het gesprek begint daardoor meteen over de invulling van 'Onder de Watertoren'. In verband met de hoge kosten staat het al geruime tijd leeg. Door het nu te gaan verhuren levert het straks geld op. Het plan is om daar mooie initiatieven van (sociale) ondernemers, creatievelingen en maatschappelijke organisaties in onder te brengen. Dat geeft meer reuring en komt park Voorburg ten goede. Tevens wordt het een ontwikkelplek voor mensen met een kleine afstand tot de arbeidsmarkt. Het is voor mij al snel duidelijk dat hun aanwezigheid veel beweging zal veroorzaken binnen en buiten het park.

Bruisend hart van Voorburg

Kristel: "Onder de Watertoren moet een creatief en maatschappelijk betrokken centrum worden. De ondernemers die daar starten moeten ook iets terugdoen voor het park en de huidige en toekomstige bewoners. Zelf gaan we daar zitten met een inspiratiekamer waar iedereen kan binnenlopen en

aan een bruisend park

Voorburg

zien waar we mee bezig zijn. Er komen verder flexwerkplekken en ruimtes die je kunt afhuren. En er komt een ruimte voor vergaderingen en workshops die ook door mensen van buiten gehuurd kan worden. Die ruimtes willen we samen met medewerkers en cliënten van het park in gaan richten. In onze visie is vastgoed een middel om mensen bij elkaar te brengen. De nieuwe ondernemingen in ‘Onder de Watertoren’ kunnen samen met de dagbestedingen en het horecaplein een enorme impuls geven aan een bruisend hart van Voorburg."

bouwen
70 REINIER VOORJAAR 2024
Welten
Tekst Erik

De opdracht

De community builder is een initiatief van de zorgpartners op het park Voorburg op basis van een subsidie verstrekt door stichting Godshuizen. De zorgpartners zijn Van Neynsel, Novadic-Kentron, Cello en Reinier van Arkel. Reinier van Arkel is als eigenaar van het park de kartrekker. Jaap en Kristel hebben de volgende opdracht gekregen: initiatieven ontwikkelen en ontplooien die gezond samen leven, wonen, werken en leren bij elkaar brengen in een groene omgeving, rekening houdend met de huidige bewoners.

Realiseren van bestaande ideeën

Jaap: "Het is onze rol om mensen op een uitnodigende manier te betrekken om samen te bouwen aan Voorburg. Wij verbinden en activeren zodat er nieuwe initiatieven mogelijk zijn. Over het algemeen hangt er een positieve sfeer op het terrein bij de medewerkers. Mensen willen vooruit en nieuwe activiteiten ontplooien. We merken dat er veel gebeurd is de afgelopen jaren, maar dat er met een nieuwe visie op het zorgpark ook weer energie vrijkomt. Daardoor landt ons verhaal beter. Wij halen de ideeën op en we verbinden verschillende mensen met elkaar zodat de ideeën gerealiseerd worden."

Kristel: "We luisteren waar de kansen liggen en waar we rekening mee moeten houden. We moeten bij het binnenhalen van nieuwe mensen op het terrein ons ook bewust zijn dat dat iets positiefs doet met de huidige cliënten. We staan daarom in nauw contact met de cliëntenraad en de familie- en betrokkenraad. Het park Voorburg is zo'n mooi terrein met zoveel mogelijkheden. Er zijn nu al prachtige dingen hier zoals het Crea-atelier, Living Museum en de houtgroep. De Kapel is een mooie ruimte en er zijn gymzalen en veel grasvelden. Hoe kun je bezoekers van de kunst laten genieten die hier gemaakt wordt. Er gebeurt nu al veel, maar het is nog niet goed zichtbaar voor mensen uit Vught. Als we praten met de medewerkers en cliënten op het park dan zijn er ideeën genoeg."

Jaap: “Het is niet onze rol om zoveel mogelijk ideeën te realiseren, maar juist de verbindingen te maken. We laten andere mensen aan de slag gaan. Anderen zijn de eigenaar van de ideeën.

REINIER VOORJAAR 2024 71

Kristel: "De ideeën hoeven niet hoogdravend of groots te zijn. Het begint juist klein. Denk aan Happen & Stappen op het terrein die alle horecagelegenheden van alle zorgpartners verbindt in combinatie met een van de wandelingen op het terrein. Wij verbinden de al bestaande activiteiten met elkaar. Alleen al door het bezig zijn met het bedenken en organiseren ontstaat er energie waardoor dingen kunnen. En

dat stimuleert weer anderen. Jaap: “Onlangs zijn we bij de boerderij van Cello geweest. Dat is prachtige boerderij met een grote mooie ruimte met bar, podium, beamerscherm en boxen. Hoe leuk is het om daar karaokeavonden voor iedereen te organiseren. Dit kan eenvoudig via het bestaande platform 'Gewoon Samen' georganiseerd worden. Dit platform van Cello, Reinier van Arkel en Welzijn Vught is er

Wie zijn Kristel en Jaap?

Het initiatief van deze verandering op het Zorgpark Voorburg is ontstaan vanuit de samenwerking tussen zorgpartners Reinier van Arkel, Cello, Van Neynsel en Novadic-Kentron. Jaap en Kristel wilden de nieuwe functie community builder met elkaar vormgeven. Ze doen dit allebei tien uur per week en

zijn voor die uren in dienst van Reinier van Arkel. Kristel: “Daarmee zijn we gelijk aan andere medewerkers van Reinier van Arkel met een gezamenlijke verantwoordelijkheid.”

Jaap: "Het is de juiste keuze geweest om deze rol als duobaan in te vullen. We fungeren als een team en we vullen elkaar goed aan. We kunnen sparren met elkaar en elkaars expertise gebruiken."

Kristel Tholen

Kristel heeft culturele maatschappelijke vorming gestudeerd in Utrecht. Ze heeft als kind veel op Voorburg gespeeld, omdat ze is opgegroeid in de wijk bij het park. Kristel: “We gingen altijd skeeleren hier en hielpen mee met het sinterklaasfeest bij Cello. Voor mij is dit een bekend en bijna vertrouwd terrein." Kristel heeft jarenlang gewerkt voor een woningcorporatie in Eindhoven waar ze veel leefbaarheidsprojecten georganiseerd heeft. Daarnaast werkt ze als freelancer voor Stichting Struikroven. Een stichting die planten redt van sloopprojecten. “De laatste jaren voor ik met HelloFellow begon, was ik community

om activiteiten op het terrein Voorburg en erbuiten te organiseren."

Samen met het onderwijs

Jaap: “Onderwijs vinden we belangrijk om bij de nieuwe ontwikkelingen te betrekken. De Groene GGZ (zie elders in dit nummer) is op dit moment een hele goede match met de doelstellingen van onderwijsinstellingen namelijk 'Samen bouwen aan een gezonde leefomge-

manager bij PLAN-B, een creatieve hub in Eindhoven waar de creatieve maakindustrie gehuisvest is.”

Jaap Klink

Jaap heeft tot zijn 21e in Vught gewoond en in Eindhoven voor makelaar gestudeerd. Daarna is hij in Heerlen gaan werken bij een vastgoedfonds. Jaap: “Ik heb tot 2012 in het vastgoed gewerkt en daarna zelfs nog een aantal jaren een trustkantoor gehad. Een aantal gebeurtenissen, waaronder het overlijden van mijn vader op 60-jarige leeftijd, zorgden ervoor dat ik me bewuster werd waar ik mee bezig was. Ik kon in het werk wat ik deed mijn creativiteit en maatschappelijke betrokkenheid niet kwijt. Uiteindelijk heb ik de keuze gemaakt om het commerciële werk te laten vallen en alleen nog sociaal en lokaal bezig te zijn. Sinds 2021 ben ik betrokken bij School des Levens in Den Bosch en bij verschillende projecten in Den Bosch die gericht waren op jongeren. Daar coach en begeleid ik jongeren in het opzetten van eigen projecten. Mijn rol is het beste uit mensen te halen, ze in een actieve modus te krijgen. Als je iets mist of wilt veranderen dan kun je het beste zelf aan de slag om er iets aan te doen.”

72 REINIER VOORJAAR 2024 >> bruisend park Voorburg

ving’. We hebben met alle onderwijsinstellingen sessies gehad over gezonde leefomgeving. We willen dat op verschillende niveaus en multidisciplinair de leerlingen projecten ontwikkelen voor het park. En niet voor één stageperiode maar voor meerdere jaren. Wanneer je je als onderwijsinstelling langere tijd committeert dan kan er ook daadwerkelijk verandering plaatsvinden.”

Kristel: “In 'Onder de Watertoren' komen de studenten van alle opleidingen samen om aan opdrachten te werken en plannen te ontwikkelen. Dit doen ze samen met medewerkers en cliënten van park Voorburg. Jaap: “Samen is een voorwaarde. Een goed voorbeeld is het realiseren van een voedselbos. Het is iets wat we uit verschillende hoeken gehoord hebben en het is een wens van partijen hier op het terrein. We kunnen hier dus snel mee aan de slag. De HAS en Avans leveren de leerlingen en bijvoorbeeld IPS* of de dagbesteding gaan zorgen voor de exploitatie.”

Pioniersmentaliteit

Jaap: "Voor ons zijn het verleden, het heden en de toekomst even belangrijk. De pioniersmentaliteit die Reinier van Arkel in het verleden kenmerkte, moet hier op het park voelbaar en zichtbaar

zijn. Die mentaliteit mag de rode draad in het park worden. Park Voorburg kan vooroplopen met een gezonde leefomgeving en een proeftuin zijn voor innovatie. Een park met een inclusieve, bruisende leefgemeenschap waar mensen samen werken, wonen, leren en voor elkaar zorgen."

Kristel: "Dat maakt uiteindelijk het werken op het park veel leuker. Met activiteiten en een bruisende energie is het een stuk aantrekkelijker om hier te zijn. Er zijn grote belangen dat het een fijne plek wordt voor cliënten, naasten, medewerkers, ondernemers, toekomstige bewoners en omwonenden.”

Contact en informatie

Jaap: “We zijn begonnen met de kampvuursessies die we elke twee maanden willen organiseren achter de Watertoren. Er zijn zoveel mensen die ons willen spreken en die wij willen spreken. Maar ook mensen die we aan elkaar voor willen stellen. Op die kampvuursessie komt iedereen bij elkaar om op een ontspannen manier met elkaar in contact te komen. Er is muziek en we hebben het mooi aangekleed. De eerste is in februari geweest en 4 april is de volgende gepland.

Kristel: "Er komt binnenkort een eigen website voor park Voorburg. We delen

nu veel dingen via de socials, maar er moet een vaste plek zijn waar alle informatie samenkomt. De medewerkers van de verschillende organisaties op het terrein en alle belanghebbenden onder wie de Vughtenaren, moeten ergens op de hoogte worden gehouden en betrokken worden bij het park Voorburg.”

Jaap en Kristel zijn in ieder geval elke donderdag op het park te vinden. Als je contact zoekt kun je het beste mailen naar k.robben@reiniervanarkel.nl of j.klink@reiniervanarkel.nl

Volgens Jaap en Kristel is 2035 een mooi jaar om naar toe te werken met elkaar. Dan bestaat Voorburg namelijk 150 jaar. Dan moeten we toch al een stuk op weg zijn met deze plannen."

*Wat is IPS?

IPS staat voor Individuele Plaatsing en Steun. Het is een bewezen effectieve methode om mensen met een ernstige psychische aandoening te helpen bij het verkrijgen en behouden van betaald werk.

REINIER VOORJAAR 2024 73

Het labyrint van Vught

Met zoveel mogelijk mensen samen een groot kunstwerk maken, dat is het idee van het ‘Labyrint van Vught’. Judith Abels en Jente LensSwanenberg zijn hun zoektocht naar verbindende verhalen van Vught begonnen in het voorjaar van 2023. Anderhalf jaar lang reizen ze met hun camper door Cromvoirt, Helvoirt en Vught en luisteren naar wat mensen beweegt. Ze zijn al te gast geweest bij het Living Museum op Zorgpark Voorburg. Reinier magazine sprak met hen over dit bijzondere project.

Judith en Jente hebben zich laten inspireren door het tapijt van Bayeux. Dit is een borduurwerk van 70 meter lang en 50 cm hoog dat de geschiedenis uitbeeldt van de Slag bij Hastings in 1066. Het wandkleed is een belangrijke bron van geschiedkundige informatie over wapens, kleding, zeden en gewoonten uit die tijd. Het kleed laat zich lezen als een soort stripverhaal avant la lettre.

Vanuit verwondering luisteren Judith en Jente samen met vrijwilligers naar wat mensen beweegt. Op zoek naar verhalen van mensen over familietradities, de (gezamenlijke) herinneringen, gebruiken, cultuur en bijzondere gebeurtenissen door de jaren heen. Iedereen in de

gemeente Vught vanaf 10 jaar kan meewerken aan dit kunstwerk. De verhalen worden, samen met iedereen die wil (leren) creëren, verbeeld op textiel en uiteindelijk gebundeld in een meterslang textielkunstwerk in de vorm van een labyrint. Hier mag men letterlijk (ver)dwalen in de verhalen.

Met hun camper reizen ze tot augustus door de gemeente Vught. Het is de bedoeling dat het kunstwerk in 2025 getoond kan worden. Hun hoop en ambitie is dat het uiteindelijk ook de grotere musea gaat bereiken.

Bij het afscheid werd mij gevraagd of ik een bijdrage wil leveren en dat zal ik ook

zeker doen. Ik heb ervoor gekozen om een verhaal uit eigen werkervaring in te brengen. Het is een ode aan het bestaan van het psychiatrisch ziekenhuis Voorburg als wezenlijk onderdeel van de gemeente Vught. Wil je meedoen en ook verteller en/of maker van dit unieke project worden, meld je aan op de website www.labyrintvanvught.nl

De lokale omroep DTV heeft vorig jaar opnames gemaakt van het Labyrint in het Living Museum op het Zorgpark Voorburg. Het Living museum is onderdeel van het Herstelpunt de Stijl. Kijk de uitzending terug op https://dtvnieuws.nl/nieuws/artikel/ een-labyrint-vol-met-vughtse-verhalen-dwalen-door-de-verhalen

Het Labyrint van Vught wordt mede mogelijk gemaakt door Fonds voor Cultuurparticipatie, VSBfonds, Lang Leve Kunst Fonds, Gemeente Vught, Plaza Cultura en de vele andere organisaties, wijk-en ontmoetingspunten, instellingen, scholen en vrijwilligers.

74 REINIER VOORJAAR 2024
Tekst René Berende foto Jolanda Ruijs - van Rossum

Podcast Reinier van Arkel en Voorburg tijdens de Tweede Wereldoorlog

Op 18 januari 2024 is de podcastserie ‘In het nauw’ verschenen. De podcastserie van ARQ Kenniscentrum Oorlog gaat over Nederlandse psychiatrische instellingen tijdens de tweede wereldoorlog. In de serie komen vier onderwerpen aan bod komen: Jodenvervolging, Oorlogsgeweld, Ontbering en Honger. Vier onderwerpen die duizenden Nederlanders die in psychiatrische instellingen leefden troffen en hen extra kwetsbaar maakten. Jo Gerrits en Alfred van Egmond, beiden oud-medewerker en actieve vrijwilligers van het museum ‘de Zolders van Reinier’ werkten mee aan aflevering 2 ‘In de vuurlinie’. Je beluistert de podcast via Spotify of Apple Podcasts.

Wil je meer weten over Reinier van Arkel in de Tweede Wereldoorlog?

Breng dan een bezoekje aan de tentoonstelling Reinier van Arkel in WOII in het museum ‘de Zolders van Reinier’ gevestigd op onze locatie aan de Bethaniestraat. Het museum en de tentoonstelling zijn op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur vrij toegankelijk. Wil je met meerdere personen het museum bezoeken of een meer uitgebreide toelichting van een oudmedewerker, maak dan een afspraak via info@reiniervanarkel.nl.

Rode kruis op dak Reinier uniek in Nederland

Op veel luchtfoto's uit de laatste oorlogsjaren zijn rode kruizen zichtbaar op de daken. In de mobilisatietijd werden ziekenhuizen voorzien van deze rode kruizen om te voorkomen dat ze doelwit werden van luchtaanvallen. Voor zover bekend zijn deze markeringen vrijwel overal verdwenen na de oorlog. Behalve op het dak van Reinier van Arkel aan de Hinthamerstraat in Den Bosch. Tijdens de verbouwing in de jaren zeventig stak de toenmalige financieel directeur een stokje voor de verwijdering van dit kruis. Hij hechtte er waarde aan om de herinnering aan de tweede wereldoorlog levend te houden. We zijn hem dankbaar hiervoor.

Bron: Bossche kringen jaargang 10, nummer 4 Lees het artikel op https://www.calameo.com/books /004175058dba36c4b5c9f

Spoedplein voor betere acute zorg

Van de jaarlijks 36.000 bezoekers op de spoedeisende hulp van het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft naar schatting een vijfde ook psychische of sociaal-maatschappelijke problemen. Dat vraagt om een aanpak door verschillende zorg- en hulpverleners tegelijk. Die gaan nu intensief samenwerken op het spoedplein in het ziekenhuis.

,,De meervoudige problematiek is flink toegenomen. Ook omdat mensen steeds langer zelfstandig thuis moeten blijven wonen. Of wat te doen met iemand die gewond binnenkomt na huiselijk geweld. En wat doe je met iemand die op straat leeft en geen dak boven zijn hoofd heeft?” aldus Saskia Byvanck, woordvoerder JBZ. Het zijn vragen waarover de SEH-verpleegkundigen op dat moment willen overleggen met andere hulpverleners. Bijvoorbeeld medewerkers van maatschappelijk werk, verslavingszorg of Reinier van Arkel. Voorheen moest er dan heel wat over en weer worden gebeld. En bleef ook (te) lang onduidelijk wie uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor deze patiënt op zich wilde nemen.

Dat moet met de start van het spoedplein tot het verleden gaan horen. Tien instellingen hebben afgesproken dat ze in het netwerk samen de best passende acute zorg vorm gaan geven. “We willen alle acute psychische, sociale en somatische zorg op één locatie samenbrengen”, zegt directeur Bram Berkvens van Reinier van Arkel. “Hier is echt 1+1=3. We maken serieuze stappen op het gebied van de integrale samenwerking. We stellen de inwoners in onze regio voorop en nemen gezamenlijk de verantwoordelijkheid.”

Samenwerking uniek

Er zijn wel meer spoedpleinen in het land maar daar beperkt de samenwerking zich vooral nog tot de somatische zorg. Op het Spoedplein in het JBZ niet, daar zijn zorgverleners ook fysiek meer aanwezig op één plek. Zorgverleners met verschillende kennis en achtergrond kunnen samen beter beoordelen wat de patiënt nodig heeft en sneller passende zorg geven bij de problematiek. Zo wordt ook voorkomen dat mensen van verschillende locaties afhankelijk zijn voor beoordeling en behandeling. Dit brengt rust voor de patiënt en het kost minder capaciteit van de hulpdiensten die al onder druk staan.

REINIER VOORJAAR 2024 75

jan. ’24

biedt, indien gewenst, hulp bij het stoppen met roken.

sitieve gezondheid een rookvrije behandelomgeving en

Reinier van Arkel biedt als integraal onderdeel van po -

Cliënten

en voeren met cliënten het goede gesprek.

welbevinden, dragen een rookvrije cultuur uit

Medewerkers Medewerkers staan stil bij eigen leefstijl en

generatie’ en positieve gezondheid.

weging naar Groene GGz, ‘de rookvrije

Reinier rookvrij draagt bij aan onze be -

Kwaliteit

niet alleen voor de rokers, maar ook voor hun omgeving.

Waarom Wij zijn er om cliënten te helpen bij hun herstel en gezondheid. Daar past roken niet bij,

• Medewerkers roken tijdens hun dienst niet op het terrein.

• Vraag cliënten tijdens behandeling het roken ‘op pauze’ te zetten.

• Cliënten én medewerkers roken niet meer binnen.

• Niet roken is onze norm

Wat betekent rookvrij?

rookvrij voor cliënten, bezoekers én medewerkers!

onze gebouwen al langere tijd verboden. Uiterlijk eind 2024 is heel Reinier van Arkel

afdelingen van het COZ roken niet meer toegestaan. Ook is roken nabij ingangen van

ontspanningsruimtes en is op de klinische

eerder rookruimtes al vervangen door

Dat doen we stap voor stap. Zo werden

Reinier wordt rookvrij: organisatiebreed.

Stand van zaken/planning

• In 2030 is de hele zorg rookvrij.

uiterlijk in 2025 rookvrij.

• Ziekenhuizen en ggz-instellingen zijn

Preventieakkoord.

akkoord Roken’, onderdeel Nationaal

Reinier van Arkel tekende het ‘deel -

TIP voor de cliënt!

Denk na over lastige momenten en triggers, schrijf ze op en zet erbij wat je gaat doen.

over stoppen met roken wilt.

buurt.

• Kijk op www.ikstopnu.nl voor hulp in de

0800-1995 als je meer informatie

• Je kunt altijd (gratis) bellen met

stoppen?

eens over nagedacht om te

omgeving.

of bijvoorbeeld samen met iemand uit je

stoppen met een roken coach.

laar voor de verwijzing naar een

• Heb je er wel

• Je kunt alleen hulp krijgen, in een groep

• Ik overleg met je (regie)behande-

op Insite

• www.ikstopnu.nl

• www.rookvrijezorg.com

stoppen met roken-advies’.

• Gebruik het kaartje ‘kort

baar bij cliënten.

met roken bespreek-

• Maak stoppen

Hulpmiddelen

rookt?

Of: Ik zie dat je

anderen en met medicijnen.

• Rook je (weer)?

hulp bij het stoppen met roken?

• Dit kan met hulp om je gedrag te ver-

groter.

• Met hulp is de kans dat het lukt namelijk

JOU:AANVRAAG

MIJN

cliënten) o.a. e-learning rookvrije ggz

JUISTE HULP

STOPPEN:

OOK JIJ KUNT MET DE

zorgen voor een verwijzing voor

maken hierover?

Of: Zal ik

• Zullen we een vervolgafspraak

Reinier van Arkel wordt rookvrij!

3

Behandeling en begeleiding naar werk gaan hand in hand

Goede zorg is rookvrije zorg

de groep ‘Reinier Rookvrij’ IK KAN HELPEN

AFSPRAAK:

gaan met je cliënten.

met roken aan te

KORT STOPPEN MET ROKEN ADVIES

gesprek over stoppen

Dit kaartje helpt je om het

Scholing professionals Theorie en praktijk (vaardigheden ter ondersteuning stoppen met roken

• ikstopnu.nl geeft aan hoe zorgverzekeraars rokers helpt met stoppen

• Adviseer een stoppen-met-roken-dagboek.

(te beginnen met nicotinekauwgum of -pleisters).

• Bied hierbij zo nodig medicamenteuze ondersteuning

rookpauze in te lassen.

• Vraag cliënten te overwegen om gedurende een opname een

• Maak dit een standaard onderdeel van het behandelplan.

• Voer het goede gesprek met cliënten over (niet-)roken,

behandeling

Stap voor stap aanpassingen in de

Op de hoogte blijven? Volg

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

Gerard van Berlo nieuwe voorzitter Raad van Toezicht Reinier van Arkel groep

2min
page 69

Schrijven als therapie

4min
pages 64-65

Dubbele diagnose: PTSS en verslaving

8min
pages 52-54

Nancy zocht en kreeg hulp bij het Psychotraumacentrum voor haar meervoudig PTSS

6min
pages 50-51

Mirian Hilbrink over haar onderzoek binnen de ggz

5min
pages 48-49

Traumaverwerking doe je samen

16min
pages 42-47

GROEN vult het gat tussen specialistische ggz en jeugdzorg

9min
pages 38-41

Over de kracht van FACT

15min
pages 32-37

Kunst en zorg smelten samen

7min
pages 27-29

"Soms leiden alle krachten tot de bijna perfecte storm"

6min
pages 24-26

Ontkenning

4min
page 21

Magnolia voortgezette behandeling

4min
page 20

Dagbesteding 'Werken in het Groen'

5min
pages 18-19

Herstelacademie De Stenen Hut

3min
page 17

Wandelen als interventie

3min
page 16

Binnentuin Herstelacademie De Stijl

5min
pages 14-15

De Groene GGZ

4min
pages 10-11

“Voor cliënten belangrijke onderwerpen voor het voetlicht brengen”

6min
pages 4-6

Het labyrint van Vught

3min
pages 74-75

Samen bouwen aan een bruisend park Voorburg

9min
pages 70-73

Rienk Goodijk nam afscheid als voorzitter Raad van Toezicht

7min
pages 66-68

Reinier maakt werk van werkgeluk

8min
pages 60-63

Een veilige plek creëren voor de queer gemeenschap

8min
pages 57-60

Er liggen volop kansen voor verpleegkundig specialisten ggz

4min
pages 22-23

Plastic recyclen bij dagbesteding 'Hep-pie plastic'

4min
pages 12-13

Samenwerken: samen werken

5min
pages 7-9
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.