d
Kies uit oefening c één van de vragen van een andere groep. Stel drie bijkomende vragen bij de gekozen filosofische vraag. Filosofische vraag: Bijkomende vragen:
IN
Wat zou jij antwoorden op de gekozen vraag?
DENKSTAP 3
Is je eerste antwoord je beste antwoord?
N
e
Als je een filosofische vraag stelt, kunnen er meteen antwoorden in je opkomen. De kunst van de filosofie is om kritisch om te gaan met die eerste gedachten. Je eerste antwoord is vaak niet het beste antwoord in filosofie. Maar hoe kom je tot goede antwoorden?
Een antwoord op een vraag kun je weergeven in een stelling. Zo voeg je het antwoord en de vraag samen
VA
1
tot een standpunt. Met een stelling moet je steeds kritisch omgaan. a
Werk in duo’s. Maak van de vraag en het antwoord in kolom A een stelling zoals in de voorbeelden 1 en 2.
A
B
1→
Vraag: Wat maakt iets grappig?
Antwoord: Dat je ermee moet lachen.
Stelling: ‘Iets is grappig als je ermee moet
- Kan iets grappig zijn zonder dat je moet lachen? - Kun je met iets lachen dat niet grappig is?
©
lachen.’ 2→
Vraag: Wanneer is iemand rijk? Antwoord: Als iemand veel geld heeft. Stelling: ‘Dat iemand rijk is, weet je doordat die
HOOFDSTUK 1
persoon veel geld heeft.’
20
- Kan iemand veel geld hebben, maar toch niet rijk zijn? - Kan iemand rijk zijn, maar toch geen geld hebben?