De islam is vandaag een van de drie grote monotheïstische wereld godsdiensten. Ook in Europa leven heel wat aanhangers van die godsdienst.
IN
D1
De islam
VA
N
Wat is kenmerkend voor de islam? Hoe heeft de islam zich over de wereld verspreid? Welke cultuur heeft de islam voortgebracht?
©
6
22
=
1
1
Kaartnr(s).
1
De islam
aa r
ISLAMITISCHE TIJDREKENING
ex
em pl
De islam ontstaat in het begin van de 7e eeuw op het Arabische schiereiland. Alles begint bij de Arabier Mohammed (ca. 570-632): in Mekka verkondigt hij het geloof in één God (Allah) en wat de mensen moeten doen om als een goed mens te leven. Bij zijn prediking neemt hij elementen over van het jodendom, het christendom en het meergodendom van de Arabieren. Dat verloopt niet zonder problemen: hij moet in 622 zelfs vluchten van Mekka naar Medina. Die gebeurtenis wordt later het beginpunt van de islamitische tijdrekening. Mohammed krijgt in Medina meer en meer aanhangers. In 630 verslaat hij zijn tegenstanders en maakt hij Mekka tot het godsdienstige centrum van de islam. Na de dood van Mohammed in 632 begint een strijd over zijn opvolging. Er ontstaan binnen de islam twee stromingen met elk hun eigen tradities: de soennieten (de meerderheid) en de sjiieten (de minderheid). De soennitische opvolger van Mohammed wordt de godsdienstige en politieke leider van de islam.
in
lijk
De Koran is het heilige boek van de moslims. Daarin staat dat Mohammed de tekst krijgt ingegeven door de engel Gabriël. Na de dood van de profeet wordt de tekst van de Koran opgeschreven. Daarnaast is er ook een grote verzameling uitspraken en overleveringen die aan Mohammed en zijn volgelingen worden toegeschreven. Die verzameling staat bekend als ‘de overlevering’ (Hadith). Centraal in de islam staat het kennen van God en de totale overgave aan God. Het Arabische woord ‘islam’ betekent ‘overgave’ aan God. De volgelingen van de islam worden moslims genoemd. Het woord moslim betekent ‘iemand die zich overgeeft’ aan God. Mohammed legt vijf verplichtingen op aan zijn volgelingen. Het zijn de zogenaamde vijf pijlers of zuilen van de islam: de geloofsbelijdenis (sjahada), het dagelijkse rituele gebed (salaat), geven aan de armen (zakaat), vasten tijdens de maand ramadan (saum) en de bedevaart naar Mekka (hadj). Moslims houden hun erediensten in de moskee. De imam is de voorganger in het gebed. D
Niet-westerse samenlevingen
109