F1
Kerk en christendom
N
IN
Vorig jaar heb je geleerd hoe het christendom in de 1e eeuw ontstaan is en zich verspreid heeft over het Romeinse Rijk. Het ‘succesverhaal’ van de Kerk gaat ook in de middeleeuwen voort. Je kunt tussen 1000 en 1500 niet om de Kerk heen.
©
VA
Hoe krijgt de Kerk in die periode macht en invloed? Hoe ontstaat de breuk met de orthodoxe Kerk? Hoe ontwikkelt de katholieke Kerk zich verder? Met welke problemen heeft zij af te rekenen?
OUDE NABIJE OOSTEN
DOE DE TEST!
KLASSIEKE OUDHEID
5
0
4 19
±
±
14 ±
17
5
5
0
0 50 ±
MIDDELEEUWEN
em pl
PREHISTORIE
aa r
±
±
8
35
0
0
0
0
v.
v.
C
C
.
.
Kaartnr(s).
HEDENDAAGSE TIJD MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD
Test je kennis over de Kerk in de middeleeuwen. Noteer het juiste begrip bij de omschrijving.
ex
Kies uit: commune – abdij – kardinaal – klooster – paus – celibaat – schisma – bisschop – concilie – abt – monogamie.
in
lijk
Let op: verschillende begrippen kunnen bij één bepaalde omschrijving passen en andere staan er te veel.
202
LES F1
a Hier leven paters of zusters
b De grote baas van de rooms-katholieke Kerk
c Het ongehuwd-zijn van priesters en kloosterlingen
d Een breuk, scheuring in de Kerk
e Een belangrijke vergadering van kerkleiders zoals bisschoppen
f Een geestelijke die aan het hoofd staat van een bisdom
Kerk en christendom