C4
De standensamenleving
VA
©
Wat wordt er bedoeld met een ‘stand’? Hoe is de standensamenleving ontstaan? Hoe is ze doorheen de eeuwen geëvolueerd? Wanneer en waarom is er een einde gekomen aan dat systeem?
N
IN
Alle Belgen moeten zich aan dezelfde wetten en regels houden. Iedereen die de wet overtreedt, wordt op dezelfde manier bestraft. In onze grondwet staat letterlijk: ‘Alle Belgen zijn gelijk voor de wet. Er is in de Staat geen onderscheid van standen.’ Heel normaal, denk je waarschijnlijk … Toch was het vroeger anders! In de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd behoren de mensen tot een stand. Voor elke stand gelden andere wetten en regels.
MIDDELEEUWEN
9 8
0 5 17 ±
17
0 5 14 ±
±
9
50
0
0
0
aa r
Kaartnr(s).
VROEGMODERNE TIJD
OPDRACHT 1
em pl
STANDENSAMENLEVING
Omcirkel telkens het juiste antwoord. - Wanneer is in West-Europa de standensamenleving ontstaan?
ex
Tussen de 6e en de 8e eeuw – tussen de 9e en 10e eeuw – tussen de 10e en 11e eeuw - Hoelang blijft de standensamenleving in West-Europa ongeveer bestaan?
lijk
600 jaar – 900 jaar – 1 200 jaar
1
in
De standen hebben eigen rechten en plichten
84
LES C4
Zoals je al weet, is iedereen in België gelijk voor de wet. Alle Belgen hebben dus dezelfde rechten en plichten (al is het in werkelijkheid wel iets ingewikkelder). Vanuit een geschiedkundig standpunt is dat echter nog niet zo heel lang het geval. Tot aan het einde van de 18e eeuw is de West-Europese samenleving een standensamenleving met drie standen (groepen): de clerus of geestelijkheid (geestelijken), de adel (edelen) en de derde stand (alle andere mensen). In zo’n samenleving zijn mensen juridisch (wettelijk) niet gelijk. Met andere woorden, al naargelang de stand waartoe je behoort, heb je meer of minder rechten (en plichten). Meestal ben je lid van zo’n groep door geboorte.
De standensamenleving