48
Zelda la Grange Nelson Mandela’s rechterhand
Er is alweer meer dan een jaar verstreken sinds Nelson Mandela overleed. Zuid-Afrika mag zijn dood een plekje hebben gegeven, de herinneringen aan het vrijheidsicoon leven nog altijd voort. Voor zijn persoonlijke assistente Zelda la Grange gaat er geen dag voorbij zonder dat ze aan Madiba terugdenkt. Ze schreef een boek over haar herinneringen; Goedemorgen, meneer Mandela, memoires van zijn persoonlijke assistente. Miriam Mannak sprak haar. Als meisje en tiener was er niets, maar dan ook niets, dat erop duidde dat La Grange (44) ooit negentien jaar lang de rechterhand zou worden van de man die tot 1990 te boek stond als staatsvijand nummer één. ‘Ik groeide op in Noord-Pretoria, zo’n beetje het meest conservatieve deel van onze administratieve hoofdstad, en ook nog eens tijdens de hoogtijdagen van de apartheid,’ vertelt ze. ‘Mijn ouders hadden geen enkele interesse in de strijd tegen het apartheidsregime. We hadden het er niet over. Daarnaast werden de media gecontroleerd en gemanipuleerd door de autoriteiten, en hadden we het als blank Afrikaner-gezin gemakkelijk. Wij namen het eenzijdige voorgeschotelde nieuws daarom voor lief.’ Bij de La Grange’s thuis werden er geen kritische vragen gesteld over de apartheid in het algemeen, of Mandela in het bijzonder. ‘Het interesseerde me niet zo, ondanks dat ik zielsveel hield van onze zwarte huishoudelijke hulp en haar als mijn tweede moeder beschouwde. Ik wist niets over Mandela en kan me niet herinneren dat iemand bij ons zijn naam ooit heeft laten vallen. De eerste keer dat ik over hem hoorde, was op de dag van zijn vrijlating in februari 1990. Mijn vader beschouwde Mandela als een terrorist. Hij zag een sombere toekomst voor Zuid-Afrika en met name de blanke bevolking, toen hij zijn vrijheid terug had.’ Zelda heeft zich vaak schuldig gevoeld over haar desinteresse in de onderdrukking, de sociale, emotionele, politieke en economische impact van de apartheid op de meerderheid van de bevolking van haar land. ‘Terwijl mijn zwarte leeftijdgenoten wél kritische vragen stelden en hun levens waagden voor de vrijheid, begon ik pas op veel latere leeftijd na te denken. Ik was zo naïef. Ik had gewild dat ik als jonge volwassene wél kritische vragen had gesteld.’ Ze vertelt hoe de interesse in haar land, de geschiedenis, de consequenties van de apartheid en de strijd tegen de Tekst: Miriam Mannak