BIOLOGISCH TELEN DOE JE IN DE GROND
Bodem als basis
De bodem en specifiek bodemkwaliteit krijgt steeds meer aandacht. Dat is (bio) logisch. Want een gezonde bodem is de basis voor een geslaagde teelt. Onze minerale bodems zijn het resultaat van verweringsprocessen, met de tijd verdwijnen er ook mineralen. Dit vraagt om onderhoud. TEKST | LEEN JANMAAT
B Landbouwkundig gesproken gaat het om de juiste C/N-verhouding.
Foto Dick Boschloo
Wridzer en Jan Willem Bakker
Niet Kerende Grondbewerking
18
Ruim drie decennia stikstof uit vaste mest en hulpmeststoffen en koolstof uit vaste mest en oogstresten. Tot ruim 35 cm humushoudend en regenwormen en wortels tot 70 cm op het biologische bedrijf van Jonkman in Lelystad
Foto: Jan Jonkman
Bij Niet Kerende Grondbewerking (NKG) wordt de bodem niet dieper dan 12 centimeter bewerkt. Gewasresten worden dus alleen oppervlakkig ingewerkt. Indien nodig wordt de ondergrond losgemaakt (gewoeld) zonder deze te vermengen met andere bodemlagen. Door de bodem niet te keren en minder intensief te bewerken, spaartnde teler het bodemleven. NKG is een middel om de natuurlijke processen zo min mogelijk te verstoren.
ij bodemkwaliteit en de beoordeling ervan gaat het vooral om verhoudingen. Minerale gronden bestaan uit vaste delen ofwel sedimenten, water, lucht, organische stof inclusief humus en bodemleven. Afhankelijk van de grondsoort krijgt soms het water de overhand of andersom de lucht. Zandgronden houden vaak moeilijk water vast met als risico dat de grond snel (te) droog wordt. Het gewas komt dan droog te staan. Zware kleigrond houdt wel water vast, maar kan ook snel verzadigd raken. Teveel water gaat ten koste van de lucht en tekort aan zuurstof zet het bodemleven stil. In het geval van zandgrond is het de kunst om het waterbufferend vermogen te vergroten. Bij zware kleigrond staat afvoer van water (drainage) in dienst van bodemkwaliteit. Als boer kan je de grondslag niet veranderen, wel wat bijsturen. Goede bodemstructuur is altijd nood zakelijk. Een verdichte bodem beperkt de wortelgroei en wortels zijn nodig om mineralen op te nemen. Het werken met lichte trekkers en mechanisatie in combi natie met bewerkingen onder droge omstandigheden, voorkomt dat de bodem verdicht. Sinds de opkomst van GPS-systemen is het mogelijk om altijd over het zelfde pad te rijden. Biologische akkerbouwers zijn als eerste begonnen met vaste rijpaden en gebruik van GPS op de trekker en machines. Helaas worden de teeltbedden bij de oogst vaak alsnog bereden. Maar in de praktijk heeft dit teeltsysteem zich al wel bewezen. Akkerbouwers die ‘kien’ zijn op hun bodemstructuur kunnen met minder mest toe. Joost van Strien, eigenaar van Zonnegoed, werkt al vanaf 2006 met vaste rijpaden. Maar tijdens de oogst worden de teeltbedden nog wel bereden, de mechani INNOVATIE SPECIAL – 2021 | EKOLAND