Jaco Burgers
Roy Michielsen
Theo Heijboer (l)
ERF POSITIEF OVER STROKENTEELT OP GROTE SCHAAL
Strokenteelt bevordert biodiversiteit
I
n de praktijk innoveren en de ken nis en ervaringen delen: dat is de keuze van ERF. Directeur Jaco Burgers: “De biologische sector moet zich blijven ontwikkelen, en wij delen graag onze er varingen. Zien doet geloven.” ERF startte met strokenteelt op basis van zichtbaar goede resultaten. “In 2013 begonnen we met bloemenstroken in onze erwtenteelt. Langs de rand en ook om de 250 meter midden door het veld. Uit monitoring door het Louis Bolk Instituut bleek een goede onderdrukking van de luizenpo pulatie. Dat zagen we ook in het veld.” Via hun netwerk kwamen ze ook met de WUR in gesprek. “Wageningen ex perimenteerde al op kleine schaal met strokenteelt. Toen zijn wij dat groot schalig gaan doen in de praktijk.”
“De aardappelen in het referentieveld moesten eind juli gebrand worden, in de zes meter stroken ruim twee weken later.” In 2016 maakten Roy Michielsen, Theo Heijboer en Jaco Burgers – in samenwerking met Dirk van Apeldoorn van de WUR – een teeltplan voor in 30
Een geslaagd experiment met bloemenstroken dwars door een erwtenperceel gaf een reductie in luizenpopulatie en zette ERF op het spoor van de strokenteelt. Enkele jaren ervaring op 42 hectare strokenteelt geeft goede resultaten, dus volgde in 2020 uitbreiding met ruim 60 hectare stroken plus ruim 5 ha agroforestry, met smallere stroken. Want: “Op zes meter zie je echt een verschil en een exponentiele toename van nuttige insecten.” TEKST NIELS HEINING & MARIA VAN BOXTEL | FOTO’S KLAAS EISSENS & DICK BOSCHLOO
novatieve strokenteelt. Op een perceel van 42 ha langs de A6 teelt ERF zes ver schillende gewassen in stroken van 6, 12 en 24 meter plus een ‘monocultuur’ van 48 meter. Hoewel je je teeltplan met stro ken meer vastlegt, zijn variaties binnen gewasgroepen goed mogelijk. De strook breedte varieert van 6 tot 24 meter omdat onderzoekers zeggen ‘smallere stroken geven meer effect’. ERF werkt samen met onderzoekers van Wageningen UR en Louis Bolk Instituut aan monitoring van de strokenteelt. Dat leverde veel gegevens over de aanwezige nuttige insecten en de kwaliteit en kwantiteit van de producten. Roy: “De monitoring wordt steeds ge avanceerder. Eerst met een ‘stofzuigertje’, toen met vallen en nu met camera’s om realtime te volgen en met drones om de
bladmassa te meten.” En met eigen waar nemingen. “Zelfs de kruipende en lo pende insecten zijn één week na de oogst terug in de geoogste strook.” Om de landbouwmachines optimaal te kunnen blijven gebruiken wilde ERF in eerste instantie geen smallere stroken dan 12 meter. Daar kwamen ze van terug. “Op zes meter zie je echt een verschil en een exponentiele toename van nuttige insecten. De praktische nadelen van be mesten en beregenen in smallere stroken vereist een slim ontwerp en soms nieuwe technieken en machines, maar het is in teressant genoeg om wel naar zes meter te streven”. En: “Stroken geven minder vraatschade. Al was de muizenschade in de peen door de naastgelegen gras-klaver strook in 2019 wel aanzienlijk.” INNOVATIE SPECIAL – 2021 | EKOLAND