ONZE HORIZON
/
36
‘ Onze covid-afdeling voelde als een dorpje’ Hoe vreselijk de coronacrisis ook is, er zijn ook positieve effecten. Met bestuurder Fenna Eefting, verpleegkundige Maaike Drost, projectleider e-health Manon Blaauwgeers en maatschappelijk werkster Petra Folsche blikken we terug op het begin van de coronacrisis bij revalidatiecentrum Vogellanden. ‘Het gevoel van samen was nog sterker dan anders.’
‘Die bewuste maandag 16 maart, leerden we direct onze eerste les: doe niet alleen wat je zegt, maar zeg ook wat je doet.’ Fenna Eefting vertelt hoe zij als bestuurder van het centrum voor medische specialistisch revalidatie en bijzondere tandheelkunde direct na de toespraak van Rutte een regieteam samenstelde. ‘Het idee was om daarna een nieuwsbrief met gerichte informatie uit te doen. Die volgorde bleek een slecht besluit’, doet ze uit de doeken. ‘Iedereen had natuurlijk via de media het nieuws meegekregen. Als je dan intern niet direct iets hoort - terwijl we wel degelijk maatregelen troffen en intensief contact hadden met collegaorganisaties - dan levert dat heel veel onzekerheid op.’ Sindsdien zorgden we dat er iedere dag een nieuwsbrief uitkwam.
E-health heeft een vlucht genomen In die eerste dagen kwam ook het besluit om de reguliere, fysieke zorg niet stop te zetten, maar zoveel mogelijk te vervangen door zorg op afstand. Manon Blaauwgeers heeft het e-healthprogramma onder haar hoede: ‘We hebben veel geluk gehad dat we de telerevalidatie-app al hadden geïntroduceerd.’ Met de app kunnen de behandelaren van Vogellanden patiënten begeleiden met huiswerkoefeningen en ook resultaten volgen. Vóór de coronacrisis werd de app minimaal gebruikt. Manon: ‘Eigenlijk was het voor die tijd duwen en trekken om iedereen enthousiast te krijgen en houden. Nu hebben alle collega’s ontdekt dat het in combinatie met beeldbellen heel goed werkt. Wat we voor ogen hadden in vier jaar tijd, is in vier weken gebeurd.’ Petra Folsche benadrukt dat het altijd blijft gaan om maatwerk: ‘We zien het vooral als een mooie aanvulling op onze werkwijze. Voor de een werkt het, voor een ander niet. Voor ALS-patiënten is het bijvoorbeeld wel een grote verbetering. Voor hen is het heel belastend om hier te komen. Zij zijn erg geholpen met een intake aan huis en verdere begeleiding op afstand.’
Omgaan met angst Waar die eerste week de paniek nog meeviel, ontstond er in de tweede week meer angst onder het personeel.
Tekst Ellen Kleinlangevelsloo / Fotografie Peter Timmer
Maaike Drost zit - in beschermend pak - met een coronapatiënt op het noodterras
Petra: ‘Om support te bieden, hadden we twee keer per week een inloopspreekuur en kwam er een apart e-mailadres. Daar konden medewerkers terecht met praktische vragen, maar ook om hun beleving te delen. Binnen elk multidisciplinair team zit een psycholoog die met de leidinggevende nog meer oog hadden voor de emoties binnen het team.’ ‘Het is bijzonder hoeveel veerkracht mensen in zo’n situatie laten zien,’ vindt Eefting, maar tegelijkertijd vragen alle veranderingen ook heel veel van de medewerkers. ‘Daarom vonden we het belangrijk om de collega’s versbereid eten te blijven bieden. Waar alle restaurants hun deuren moesten sluiten, hebben wij bewust ons restaurant opengehouden. Ondanks dat de cateringmedewerkers het heel spannend vonden, hebben ze in een paar uur maatregelen genomen om 1,5 meter afstand te kunnen houden. Ik heb het met bewondering aanschouwd.’
Gedreven door adrenaline Op de eerste verdieping werd in een paar dagen een cohortafdeling met negen bedden in gereedheid gebracht voor COVID-postIC-patiënten. Inmiddels was namelijk duidelijk dat Vogellanden patiënten van Isala - waar op dat moment de patiënten uit Brabant binnenstroomden - zou opvangen. Maaike Drost was een van de