De ondergang of ‘val’ van het Romeinse Rijk, of correcter gezegd van het West-Romeinse Rijk, spreekt 1 500 jaar later nog altijd tot de verbeelding. Er zijn bibliotheken over volgeschreven en historici discussiëren nog altijd over de oorzaken van die ondergang. Tegenwoordig gaan veel wetenschappers ervan uit dat die ondergang het resultaat was van een langdurige crisis. Wanneer en waarom belandt het rijk in een crisis? Hoe proberen sommige Romeinse heersers die crisis op te lossen? Waarom komt er een einde aan de Romeinse heerschappij over het westen? Hoe kijkt men achteraf op die gebeurtenissen terug?
Diocletianus wordt keizer
Constantijn wordt keizer
dynastie: vorstenhuis, opeenvolgende koningen of keizers van dezelfde familie. De koning of keizer kiest zijn opvolger onder zijn nakomelingen of familieleden. Het is niet noodzakelijk de oudste zoon die opvolgt.
De soldatenkeizers of de crisis van de 3e eeuw verzwakken het rijk
Na het einde van de Romeinse veroveringen in de 2e eeuw ontstaan er aan de grenzen van het rijk spanningen met buurvolkeren. Zo bedreigen Germaanse volkeren in het noordoosten de grens bij de Rijn en de Donau. In het oosten vormen eerst de Parthen (tot 226) en vervolgens de Sassanieden een constante bedreiging. Om het rijk te beschermen, zet Rome veel legioenen in bij de grenzen. Zowel de aanvoerders als de gewone soldaten beseffen na verloop van tijd dat Rome niet zonder hen kan. Ze vragen steeds meer geld en stellen hogere eisen aan de keizerlijke regering.
©
muntontwaarding: daling van de werkelijke waarde van munten uit edelmetaal (bv. zilver) ten opzichte van de waarde die op de munt staat
staatsgreep: illegale afzetting van de heersende regering of illegale overname van de macht in een land
18
In 192 wordt keizer Commodus vermoord en ontstaan er problemen over zijn opvolging. Sommige generaals menen dat zij het bestuur van het rijk beter kunnen overnemen. Ze trekken met hun legioenen naar Rome. Een burgeroorlog is het gevolg. Uiteindelijk komt generaal Septimius Severus als overwinnaar uit de strijd. Zijn familie blijft aan de macht tot 235. In dat jaar wordt de laatste keizer van de Severische dynastie vermoord. Dan breekt er een lange periode van politieke instabiliteit aan. Die periode (235-284) is
B1 De ondergang van het West-Romeinse Rijk
4
einde WestRomeinse Rijk
53 14
76
5
definitieve splitsing Rijk
VA
1
39
N
SOLDATENKEIZERS EN DE CRISIS VAN DE 3E EEUW
6 30
28
23
4
5
IN
B1
De ondergang van het West-Romeinse Rijk
einde OostRomeinse Rijk
bekend geworden als de ‘periode van de soldatenkeizers’ of de ‘crisis van de 3e eeuw’. Een keizer die in die periode aan de macht wil blijven, moet zich nog meer dan vroeger verzekeren van de steun van de legioenen. Daar is veel geld voor nodig. Daarom verhogen de opeenvolgende keizers de belastingen telkens. Bovendien verminderen ze voortdurend de hoeveelheid zilver in de Romeinse munten. Zo kunnen ze meer geld slaan, maar vermindert de waarde van het geld wel. Die muntontwaarding veroorzaakt steeds meer economische problemen en die leiden op hun beurt tot dalende belastinginkomsten. De eisen van de legioenen worden ook steeds groter. Meermaals zal een generaal die zijn troepen nog meer geld beloofd heeft, de macht van de regerende keizer overnemen. Meestal overleeft de vorige keizer die staatsgreep niet. Omdat de legioenen dus vaak hun kamp verlaten om met hun generaal de macht over te nemen, blijven de grenzen onverdedigd. Buurvolkeren profiteren daarvan om plundertochten te houden tot ver achter de grenzen van het Romeinse Rijk. Die invallen en de burgeroorlogen ontregelen de economie nog meer. Vooral de landbouwproductie lijdt daaronder.