De Tijd - Netto

Page 1

DE TIJ D I MA ART 2022 I N °3 I JA ARGANG 16

Netto Pensioengids

Alles wat u zou moeten weten over uw pensioen

NA CORONA, KLIMAAT, OEKRAÏNE... PENSIOENCRISIS KOST OVERHEID ELK JAAR 1 MILJARD EXTRA

NET_01_001_20220326_.indd 1

‘WERKEN TOT 65? LIEVER NIET!’ ROMANTISCHE DROOM OF ZWARE FINANCIËLE NACHTMERRIE?

KLAAR VOOR DE PENSIOENJACKPOT? WAAROM STORTEN IN JANUARI HET MEEST OPBRENGT

3/22/2022 12:30:43 PM


Een gemiddeld pensioen bedraagt slechts € 1125 persoonlijk plan voor haar beleggingen. Doe de 3-vragen test op axabank.be/beleggen

uw beleggingen.

Genieten, ook in 2046 AXA Bank Belgium nv maakt deel uit van de Crelan Groep

NET_01_002_20220326.indd 2

3/22/2022 12:21:47 PM


Netto Pensioengids

Keuzestress

De pensioenfactuur blijft maar aandikken. Daar moeten we geen tekeningetje bij maken, toch? Sonja Verschueren, chef Netto

Juli 2041. Of nog een dikke 19 jaar. Dan zou ik met pensioen kunnen. Vervroegd weliswaar, want als ik tot de wettelijke pensioenleeftijd (dan 67 jaar) blijf werken, schuift mijn pensioendatum op naar juli 2045. Verschil in pensioenbedrag: zo’n 150 euro netto per maand, zo leert een simulatie van mypension.be, de website van de overheid voor uw persoonlijk pensioendossier. Dat is uiteraard geen verwaarloosbaar bedrag, maar is het voldoende om me vier jaar langer aan de slag te houden? Het is een afweging die velen ongetwijfeld maken: blijf ik werken tot de wettelijke pensioenleeftijd of stop ik – indien mogelijk – wat vroeger? Vandaag ligt die wettelijke pensioenleeftijd op 65 jaar, maar als u voldoende jaren op de teller hebt, kunt u al vanaf uw 60ste met vervroegd pensioen. U kunt ook na uw pensioen nog bijverdienen, of – het andere uiterste – nóg vroeger stoppen met werken. Maar dan moet u de periode tot aan uw wettelijk pensioen financieel weten te overbruggen. Een mens zou er keuzestress van krijgen. Maar wat u ook doet: elke beslissing die u neemt, heeft financiële gevolgen. Gevolgen waar u misschien niet meteen bij stilstaat, maar die u wel zuur kunnen opbreken, in de vorm van bijvoorbeeld een lager pensioen of hogere belastingen. In deze Pensioengids hebben we voor u een hele reeks wetenswaardigheden verzameld – zaken die u zou moeten weten over uw pensioen. Dat we langer zullen moeten werken om een volledig pensioen te krijgen, hebt u on-

getwijfeld al vaak gehoord. Maar wist u dat de verhoging van het loonplafond – wie meer verdient dan het loonplafond bouwt geen extra wettelijk pensioen op – minder goed nieuws is voor uw aanvullend pensioen? Of dat het minimumpensioen niet voor iedereen is weggelegd, en SWT geen synoniem is met vervroegd pensioen? We pluizen ook uit hoeveel van uw werknemersbijdrage in uw aanvullend pensioen er nu werkelijk naar uw pensioenspaarpot vloeit. Bent u aan de slag als zelfstandige? Verdiep u dan in de 80 procentregel en de mogelijkheden om extra te sparen voor uw pensioen. Maar ook: wat staat er ons de komende maanden en jaren nog te wachten op het vlak van pensioenen? Als gevolg van de coronacrisis, de oorlogszucht van de Russische president Vladimir Poetin en de daaruit voortvloeide energiecrisis lijkt de pensioenproblematiek – hoe krijgen we meer mensen aan het werk om de pensioenen betaalbaar te houden? – wat naar de politieke achtergrond verdwenen. Minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) stelde in september vorig jaar haar plannen voor, maar wat daarvan nu precies in huis zal komen, is nog voer voor discussies en onderhandelingen. De pensioenfactuur blijft intussen aandikken. En door de stijgende rente – de Belgische tienjaarsrente steeg deze week voor het eerst sinds 2018 boven 1 procent – is geld lenen niet langer gratis. Daar moeten we geen tekeningetje bij maken, toch?

MAART 2022 NETTO I 3

NET_11_003_20220326_.indd 3

3/23/2022 3:34:01 PM


Netto Pensioengids

COLOFON

Alles wat u zou moeten weten over uw pensioen

ADRES REDACTIE NETTO TOUR & TAXIS HAVENLAAN 86C BUS 309 B-1000 BRUSSEL REDACTIE@NETTO.BE ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR ISABEL ALBERS HOOFDREDACTEUR DE TIJD PETER DE GROOTE CHEF NETTO SONJA VERSCHUEREN EINDREDACTEUR JAN LODEWYCKX

6

DE STILLE CRISIS De pensioenhervorming lijkt helemaal van de politieke agenda verdwenen. Intussen blijft de pensioenfactuur jaarlijks met 1 miljard euro aandikken.

23

TWEEDE PIJLER: AANVULLEND PENSIOEN

47

VROEGER STOPPEN MET WERKEN

ARTDIRECTOR ILSE JANSSENS

24

Aanvullend-pensioenopbouw is een kluwen.

48

27

Controleer of u de 80 procentgrens niet overschrijdt.

Fiscus onverbiddelijk voor wie niet tot zijn 65ste actief blijft.

53

Hoeveel kapitaal moet u bijeensparen als u er eerder de brui aan geeft?

REDACTEUREN PETRA DE ROUCK BART HAECK THOMAS LAUREYS MURIEL MICHEL DIRK MICHIELSEN DIRK SELLESLAGH PETER VAN MALDEGEM

29

Sluit als zelfstandige zeker een (sociaal) VAPZ af.

36

VAPW: zelf sparen voor een aanvullend pensioen.

ILLUSTRATIES TRUI CHIELENS INFOGRAFIEKEN FRANK SCHULPÉ FOTOGRAFIE BRECHT VAN MAELE ABONNEMENTEN TEL.: 0800/55.150 E-MAIL: ABO@TIJD.BE

13

EERSTE PIJLER: WETTELIJK PENSIOEN

14

Een volledig pensioen krijgt u pas na 45 jaar werken…

37

DERDE PIJLER: PENSIOENSPAREN & LANGETERMIJNSPAREN

38

Spaar zo jong mogelijk voor uw oude dag.

16

…Maar dat geldt niet voor alle ambtenaren.

18

Er komt een hoger wettelijk pensioen voor wie meer verdient.

40

19

Ook met een gemengde loopbaan is een minimumpensioen mogelijk.

Pensioenstortingen opvoeren is nefast voor 55-plussers.

42

De regering denkt na over een ‘pensioensplit’.

Tips voor wie meer rendement wil.

44

Zo vermijdt u de fiscale val.

46

In welke maand stort u het best?

22

55

EINDELIJK MET PENSIOEN

56

Zo verloopt de overstap van een beroepsinkomen naar een pensioen.

61

Met bijklussen doet u financieel altijd een goede zaak.

64 Verwar SWT niet met vervroegd pensioen. 66

ADVERTENTIES TRUSTMEDIA TOUR & TAXIS HAVENLAAN 86C BUS 309 B-1000 BRUSSEL TEL.: 02/422.05.11 INFO@TRUSTMEDIA.BE VERANTWOORDELIJKE UITGEVER PETER QUAGHEBEUR

Overlevingspensioen niet voor iedereen weggelegd.

66 Stijgt een pensioen mee met de levensduurte? GETUIGENISSEN: BIJNA MET PENSIOEN 8

Erika De Bruyne trekt op 1 april de deur van het ziekenhuis definitief achter zich dicht. ‘Niet meer nodig zijn, daar lig ik van wakker.’

10

Boekhouder Patrick De Rop gaat in juni met pensioen, na een carrière van 42 jaar. ‘Het afkopen van een studiejaar was weggesmeten geld.’ Netto wordt gedrukt bij Roularta Printing.

HANDIG: VRAAG HET AAN DE PENSIOENCOACH Zult u tijdens uw pensioen genoeg geld hebben om al uw dromen te realiseren? Of zult u uw levensstandaard moeten verlagen? De Pensioencoach van De Tijd geeft duidelijke antwoorden. En legt stap voor stap uit hoe een zorgeloze oude dag ook voor u binnen handbereik komt. tijd.be/pensioencoach

VOLGENDE KEER IN NETTO MAGAZINE

BELASTINGGIDS 21 MEI

4 I NETTO MAART 2022

NET_11_004_20220326_.indd 4

3/23/2022 3:49:14 PM


Expert aan het woord U droomt van een onbezorgd pensioen? Activeer dan uw pensioenkapitaal. Publireportage

Over het pensioen vloeit veel inkt, vooral dan over de betaalbaarheid en het bedrag ervan. Dat beaamt ook Peter Penasse, regiodirecteur bij Bank Degroof Petercam. Wij vroegen hem naar tips om tijdens het pensioen toch over voldoende geld te beschikken.

Hebben gepensioneerden niet minder kosten? Peter Penasse: Wat we zien is dat hun consumptiepatroon verandert. Het huis is afbetaald en de kinderen hebben het nest verlaten, maar tegelijkertijd vallen voordelen zoals een firmawagen of hospitalisatieverzekering weg. En er is plots veel vrije tijd om te reizen en volop te genieten van het leven. Maar dat kost handenvol geld. Gelukkig krijgen velen op dat moment ook hun pensioenkapitaal uitbetaald. Welke tips hebt u voor wie met pensioen gaat? De cruciale stap richting gemoedsrust is uw financiële situatie nauwgezet in kaart brengen. Pas daarna kunt u concrete doelstellingen gaan bepalen. Als u bepaalde projecten voor ogen hebt zoals de aankoop van vastgoed of een schenking aan uw (klein)kinderen, dan moet u die bedragen eveneens incalculeren. Onderschat daarnaast de inflatie niet omdat de impact daarvan uw koopkracht aanzienlijk beknot. Activeer daarom uw kapitaal via een belegging zodat uw koopkracht op peil kan blijven. Op je 65 ste nog beleggen, is dat wel verstandig? Absoluut. In België bedraagt de gemiddelde levensverwachting 80,8 jaar (cijfers Statbel 2020). De beleggingshorizon is bijgevolg nog voldoende lang om rendabel te zijn. En met een geschikte aanpak krijgt u uitzicht op een hoger rendement dan wanneer u cash aanhoudt. Waardoor u uiteindelijk meer speelruimte hebt voor leuke dingen, zoals uw kleinkinderen vertroetelen. Hoe kan Degroof Petercam hiermee helpen? Als referentiespeler in vermogensbeheer en beleggingsadvies beschikken wij over ruime expertise terzake. Onze multidisciplinaire aanpak vertaalt zich in maatoplossingen die niet alleen naadloos bij uw doelstellingen en wensen aansluiten, maar die u bovendien voldoende flexibiliteit bieden. Waarom? Omdat wij goed beseffen dat een mensenleven ook tijdens het pensioen nog een heel andere wending kan nemen. Bang om een verkeerde beslissing te nemen? Maak dan vrijblijvend een afspraak met een adviseur van Degroof Petercam. Hij of zij maakt graag tijd om naar u te luisteren en reikt u vervolgens een geschikte oplossing op maat aan. Via de QR-code is een afspraak overigens zo geregeld. Tot spoedig!

Peter Penasse Regiodirecteur bij Bank Degroof Petercam

NET_11_005_20220326.indd 5

3/23/2022 9:32:14 AM


Inleiding / pensioenhervorming

De stille crisis

voor een ouder wordende bevolking zijn, samen met de klimaatstrijd, een van de belangrijkste schulden die niet in de overheidsboekhouding staan. Jaarlijks stijgen de uitgaven van de federale overheid daarvoor met meer dan 1 miljard euro. Of, om het in een breder perspectief te zetten: tenzij ze elders bespaart, heeft de overheid tegen 2050 meer dan 10 procent extra middelen nodig dan vandaag om de pensioen- en ziektekosten te blijven betalen. Afgezet tegen het huidige bruto binnenlands product (bbp) komt dat neer op een meeruitgave van zo’n 25 miljard euro. Een enorme uitdaging. Het is alsof we tegen 2050 het budget voor defensie zouden verzesvoudigen. Alsof we het budget voor alle kleuterscholen, lagere scholen, hogescholen en universiteiten in heel België zowat zouden verdubbelen. Zelfs als we het volledige huidige budget voor ziekenhuizen zouden vermenigvuldigen met twee, is de inspanning kleiner dan deze die qua vergrijzing op ons wacht. Die opdracht is de voorbije jaren zo mogelijk nog moeilijker geworden. Waarom? Events, my dear boy, events. Ook de defensie-uitgaven zullen wellicht weer moeten stijgen om de Russische dreiging af te houden. Ook de belastingen op energie gaan omlaag, om de stijgende facturen voor gezinnen enigszins te temperen. Ook de ongeziene miljardenuitgaven om de coronaklap te incasseren moeten nog worden terugbetaald. We zouden dat doen met een economisch herstel dat door de Oekraïne-oorlog alweer gefnuikt dreigt te worden.

Het lijkt alsof de pensioenhervorming helemaal van de politieke agenda is verdwenen. De oorzaak? Een reeks nóg urgentere crisissen. Intussen blijft de pensioenfactuur jaarlijks met 1 miljard aandikken.

Minimumpensioen

Tekst: Bart Haeck

A

ls er geen wereldwijde pandemie woedt, dan is er wel een oorlog in Oekraïne. Het is vandaag moeilijk om níét aan de woorden te denken die de Britse premier Harold MacMillan zestig jaar geleden zou hebben uitgesproken toen hem werd gevraagd waarin de echte test van staatsmanschap ligt. Het antwoord luidde: ‘Events, dear boy, events’. Al die ontwrichtende gebeurtenissen doen echter niet plots de problemen van gisteren en eergisteren verdwijnen. Een van die historische opdrachten voor de regering is de oplopende sociale factuur van een vergrijzende bevolking betaalbaar maken. De beloftes om de pensioenen te blijven uitbetalen en de ziektekosten te financieren

80% Zowel het pensioenplan van minister Karine Lalieux (PS) als dat van de CD&V stoelt op de assumptie dat de federale regering erin slaagt 80 procent van de bevolking tussen 20 en 64 jaar aan het werk te krijgen.

Onder druk van de colère die uit de verkiezingsuitslag was af te lezen, verhoogde de regering bovendien nog de uitgaven, door de minimumpensioenen op te tillen tot 1500 euro per maand. De uitdaging om de vergrijzingsuitgaven te blijven betalen wordt daardoor eerder groter dan kleiner, merkte de Vergrijzingscommissie vorige zomer op. Blijven de pensioenen betaalbaar? In de regering zijn alle pogingen daartoe voorlopig een slag in het water gebleken. Federaal minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) stelde vorig jaar een hervormingsplan voor dat werd afgeschoten. De voorzitter van de Vergrijzingscommissie concludeerde dat het plan-Lalieux de factuur nog zwaarder maakte in plaats van lichter. Uit onvrede met het plan besliste premier Alexander De Croo (Open VLD) de discussie toen uit te stellen tot Nieuwjaar. Lalieux diende uiteindelijk in januari een plan in dat volgens haar woordvoerder in grote lijnen hetzelfde was als dat van de eerste poging in september. Het debat moet, met andere woorden, nog altijd beginnen. ‘De onderhandelingen lopen’ is het enige wat het kabinet-Lalieux vandaag kwijt wil.

Onverdraaglijke gedachte De inzet van die strijd is wél duidelijk: de vraag is in welke mate iemand moet werken om een pensioen te krijgen. De liberalen en CD&V willen die band versterken, zodat wie langer aan de slag was op zijn oude dag ook meer pensioen krijgt. Het omgekeerde – dat wie niet werkte hetzelfde pensioen krijgt – is voor hen een onverdraaglijke discriminatie. De socialisten en de groenen houden die band lichter, omdat ze ook wie werkloos was, deeltijds werkte

6 I NETTO MAART 2022

NET_11_006_20220326_Intro.indd 6

3/23/2022 11:26:49 AM


of ouderschapsverlof nam eenzelfde pensioen willen geven als wie werkte. Een van de argumenten daarbij is dat vrouwen doorgaans langer thuisblijven voor de kinderen dan mannen. Voor hen is dat – een pensioendiscriminatie tussen mannen en vrouwen – net de onverdraaglijke gedachte. De ironie van de pensioendiscussie is overigens dat de kern van de zaak niet bij de minister van Pensioenen ligt, maar bij die van Werk, Pierre-Yves Dermagne (PS). Zowel het pensioenplan van Lalieux als dat van de Vlaamse christendemocraten stoelt namelijk op de assumptie dat de federale regering erin slaagt 80 procent van de bevolking tussen 20 en 64 jaar aan het werk te krijgen. Het is de oplossing die het overheidsbeleid in grote mate betaalbaarder maakt. Het is in de statistieken de sleutel om te begrijpen welke landen een gezonde begroting kunnen voorleggen of niet. Het maakt voor de overheid het verschil tussen uitkeringen moeten betalen of belastinginkomsten uit een inkomen binnenkrijgen.

De regeringsplannen om de pensioenen te verhogen – naar minimaal 1500 euro per maand – zijn al uitgevoerd. Maar de plannen om dat allemaal te betalen zijn er nog niet. Het is alsof we het huis al bouwen zonder dat de fundering klaar is.

Trofee Hoe we meer mensen aan het werk krijgen? Ook dat is voor de regering-De Croo nog altijd in grote mate een onbeslist gevecht, al zijn er in de ‘arbeidsdeal’ van februari kleine stappen vooruitgezet. Het helpt niet dat de PS haar grote trofee – het optrekken van de minimumpensioenen naar 1500 euro per maand – al binnen heeft. Het helpt evenmin dat deze regering vooral een crisisregering is, die haar tijd besteedde aan het bestrijden van een pandemie en nu België door een onverwacht oorlogstijdperk moet loodsen. Het creëert, anderhalf jaar in de legislatuur, een merkwaardige asymmetrie: plannen om de pensioenen zelf te verhogen – naar minimaal 1500 euro per maand – zijn al uitgevoerd. De plannen om dat allemaal te betalen zijn er nog niet. Het is alsof we het huis aan het bouwen zijn zonder dat de fundering klaar is. Het zal afhangen van een nieuwe poging tot hervormen of daar verandering in komt. Wanneer we die mogen verwachten? Als de ‘events’ van vandaag – defensie, energie, vluchtelingen, voedselinflatie… – weer wat ruimte voor trager evoluerende problemen op de politieke agenda laten. Zoals die pensioenfactuur die jaarlijks met 1 miljard aandikt.

WIST U DAT? Tenzij ze elders zou besparen, heeft de overheid tegen 2050 meer dan 10 procent extra middelen nodig dan vandaag om de pensioen- en ziektekosten te blijven betalen.

MAART 2022 NETTO I 7

NET_11_006_20220326_Intro.indd 7

3/23/2022 11:26:53 AM


© BRECHT VAN MAELE

Over het lagere inkomen maakt Erika De Bruyne, die op 1 april met pensioen gaat, zich geen zorgen. ‘Grote uitgaven zullen we nu gewoon meer moeten spreiden en beter plannen.’

8 I NETTO MAART 2022

NET_11_008_20220326_getuigenissen.indd 8

3/23/2022 11:29:33 AM


GETUIGENIS

Erika De Bruyne trekt op 1 april de deur van het ziekenhuis in Geraardsbergen definitief achter zich dicht.

‘Niet meer nodig zijn, daar lig ik van wakker’ ‘Verpleegster zijn is een mooi en afwisselend beroep. Je hebt ook veel mogelijkheden op het vlak van uurregeling, werkgevers en -plekken. Ik deed twintig jaar nachtdienst, omdat ik dat graag doe én we zo onafhankelijk waren van kinderopvang. Daarna verkoos ik avondshifts, die het best aanleunen bij mijn bioritme. Sinds 1990 werk ik halftijds. Weekendwerk was voor mij geen probleem. “Alle vedetten werken in het weekend”, antwoord ik als ze mij beklagen.’ ‘Ik had eigenlijk nooit gedacht dat ik de werkvloer vroeger dan wettelijk verplicht zou verlaten. Ik kon op 1 mei 2021 met vervroegd pensioen, maar ik bleef doorgaan: omdat ik halftijds werkte, geen al te grote recreatieve plannen had, het werk graag doe en omdat het fysiek nog goed doenbaar was. Ik wil niet als een oude knor lijken, want ik ben nog jong van mentaliteit, maar de voorbije jaren was het werk en vooral alles daarrond niet meer wat het geweest is. Niet alleen door de pandemie. Ik had al een keer eerder de papieren voor mijn pensioenaanvraag ingevuld, maar nog diezelfde dag had ik ze weer gescheurd. Na een slechte dag stuurde ik een mail naar de personeelsdienst en was de papiermolen in gang gezet. Ik was opgelucht, tot nu, enkele weken voor mijn pensioen ingaat.’

Zwart gat ‘Niet meer tot de actieve bevolking behoren, niet meer tussen jonge collega’s zijn, geen meerwaarde meer kunnen zijn, niet meer nodig zijn, nooit meer het ‘oef, het is ons weer gelukt’-moment na een lastige werkshift beleven, niet langer automatisch op de hoogte zijn van de jongste evoluties in de geneeskunde. Daar lig ik van wakker, het bezorgt me meer stress dan het werk op zich. Ik weet nu al dat de laatste dag absoluut geen champagnemoment zal zijn.’ ‘Er zal sowieso meer tijd vrijkomen, maar angst voor het zwarte gat heb ik niet. Misschien zal er nu tijd zijn om alle magazines waarop we een abonnement hebben grondiger te lezen. De werking van de Gezinsbond in onze gemeente komt na de coronacrisis weer stilaan op gang. Eindelijk, dat sociaal vrijwilligerswerk heb ik zo gemist! Ik doe het secretariaatswerk en help bij de meeste activiteiten. Dat vraagt wat uurtjes tijd, denkwerk en fysiek

bezig zijn. Dat vrijwilligerswerk vind ik een enorme meerwaarde in mijn leven, geen sprake van dat ik daarmee stop. Zolang het mogelijk is, blijf ik het doen. Bij leven en welzijn.’

Binnen zonder bellen ‘Na mijn pensioen zal afspreken veel gemakkelijker zijn, gedaan met annulaties wegens ongepaste werkuren. Meerdere keren voor enkele dagen eropuit trekken, dat zal ik zeker doen. Hoewel ik ook graag thuis ben. We kennen nog, zoals vroeger, de gewoonte om bij elkaar binnen te springen. Binnen zonder bellen. Bij een simpel kopje koffie en een koekje, een glaasje wijn zonder tapa’s of exotisch receptengedoe. Meer hoeft dat niet te zijn. En uiteraard zijn er onze kinderen. Helaas wonen die in het Gentse en is het te ver rijden om er zomaar voor een kort moment of klusje naartoe te trekken. Hoogstwaarschijnlijk zal ik nu wel iets meer gaan. We hebben geen grootse plannen, geen grote noden. Gelukkig zijn met familie en vrienden: dát is wat telt.’

Ambtenarenstatuut ‘Van het lagere inkomen lig ik niet wakker. Dankzij het ambtenarenstatuut zal het pensioengeld wel meevallen. Vanaf het moment dat ik pensioengerechtigd was, hebben we overigens alles wat ik meer verdiende dan het pensioenbedrag dat vermeld stond op mypension.be op een aparte rekening gezet. Zo konden we wennen aan het mindere budget. En ja, het saldo aan het eind van de maand is lager dan vroeger en sommige grote uitgaven moeten nu meer gespreid gebeuren, ook beter gepland worden. Het is slechts een kwestie van meer bewust omgaan met je inkomen. En vooral met je uitgaven. Elke levensfase vraagt enige aanpassing, maar een mens kan dat.’ Tekst: Petra De Rouck

‘Vrijwilligerswerk vind ik een enorme meerwaarde in mijn leven. Zolang het mogelijk is, blijf ik dat doen.’

MAART 2022 NETTO I 9

NET_11_008_20220326_getuigenissen.indd 9

3/23/2022 11:29:34 AM


© BRECHT VAN MAELE

Boekhouder Patrick De Rop gaat op 1 juni met pensioen en zal een wettelijk pensioen krijgen van 1.350 euro. ‘Gelukkig deed ik aan pensioensparen, had een vrij aanvullend pensioen en deed aan pensioenopbouw via mijn vennootschap.’

10 I NETTO MAART 2022

NET_11_008_20220326_getuigenissen.indd 10

3/23/2022 11:29:38 AM


GETUIGENIS

Patrick De Rop gaat in juni met pensioen. De boekhouder houdt het na 42 jaar werken voor bekeken.

‘Het afkopen van een studiejaar was weggesmeten geld’ ‘Ik ga op 1 juni met vervroegd pensioen, op mijn 62ste na een loopbaan van 42 jaar. Ik begon mijn carrière in 1980 als werknemer. Na vijf jaar ben ik zelfstandige in bijberoep geworden, om dan in 1987 mijn job op te zeggen en een eigen boekhoudkantoor op te richten. Dat heb ik in 2015 overgelaten aan mijn oudste zoon; sindsdien werk ik er in loondienst.’ ‘Ik heb dus een gemengde loopbaan: eerst als werknemer, dan als zelfstandige om ten slotte weer te eindigen als werknemer. Mijn pensioendossier is intussen in orde: ik zal een pensioen van 1.350 euro ontvangen als alleenstaande. Dat ik maar het gewaarborgd minimumpensioen zal krijgen - ook al heb ik mijn hele leven gewerkt - kwam niet als een verrassing. Daar had ik me al bij neergelegd, al stel ik me de vraag waarom zelfstandigen minder moeten krijgen dan anderen. Mijn moeder van 89 jaar die nooit ergens heeft gewerkt - hoewel huisvrouw natuurlijk ook een job is - krijgt zelfs een iets hoger overlevingspensioen.’

Boerenbedrog ‘Dé grote verrassing was de afkoop van studiejaren. Toen een paar jaar geleden de mogelijkheid werd geboden, ben ik daarop ingegaan, omdat ik wist dat mijn zelfstandigenpensioen zeer pover zou zijn. Ik redeneerde dat alle beetjes helpen en het hogere pensioenbedrag levenslang wordt betaald. Ik kon de studiejaren 1979 en 1980 afkopen. 1979 was een volledig jaar en kocht ik niet af, omdat het bijna 6.000 euro kostte. Het studiejaar 1980 was een onvolledig jaar en dat kocht ik wel af. Ik betaalde 1.020 euro en volgens de informatie die ik toen kreeg, zou ik zo’n 25 euro extra pensioen per maand bijkrijgen.’ ‘Toen ik vorige maand mijn pensioenberekening ontving en grondig analyseerde, kwam de ontnuchtering: de afkoop van het studiejaar levert helemaal niets op en is dus weggesmeten geld. Omdat ik met inbegrip van het afgekochte jaar - niet aan het gegarandeerd minimumpensioen kom, wordt dat automatisch opgetrokken tot het minimum. Met andere woorden, of ik nu wel of niet de afkoop van dat studiejaar had gedaan, het pensioenbedrag was

hetzelfde geweest. Dat stond echter niet zo vermeld in de informatie die ik destijds kreeg. Bij navraag bevestigde de pensioenambtenaar mij dat ik 1.020 euro heb betaald om uiteindelijk nog altijd aan het minimumpensioen te blijven zitten, zonder iets extra. Ik ging ervan uit dat het extra bedrag van de afkoop gewoon boven op het pensioen werd bijgeteld, maar niet dus. Bij ons noemen ze dat boerenbedrog. Logischerwijze zou je toch kunnen denken dat het net de mensen zijn die het minimumpensioen halen die hun studiejaren afkopen om iets meer pensioen te hebben, en niet degenen die al een groot pensioen hebben? Niet alleen heb ik het minimumpensioen, bovendien ben ik nu ook nog die 1.020 euro kwijt. Dat is een overheid onwaardig.’

Kleinkinderen ‘Ik kom uit een zelfstandigenfamilie en ben me er altijd van bewust geweest dat een zelfstandigenpensioen laag is. Ik heb voor mezelf gezorgd en deed aan pensioensparen, had een vrij aanvullend pensioen en deed aan pensioenopbouw via mijn vennootschap. Tegelijk heb ik ook een kleine huuropbrengst. En ik ben van plan om na mijn pensioen nog wat te werken, vooral omdat ik het graag doe en mijn zoon nog wat wil helpen. Voor het grote geld moet ik het niet doen: het bijverdienen moet sowieso beperkt blijven.’ ‘Wilde plannen voor bijvoorbeeld verre reizen heb ik niet. Ik zal op mijn gemak nog wat voortdoen en me amuseren. Ik kijk er vooral naar uit om tijd door te brengen met de kleinkinderen. Ik heb er nu drie, maar tegen dat ik met pensioen ga, zullen er nog twee baby’s bijgekomen zijn.’ Tekst: Petra De Rouck

‘Wilde plannen voor bijvoorbeeld verre reizen heb ik niet. Ik zal op mijn gemak nog wat voortdoen en me amuseren.’

MAART 2022 NETTO I 11

NET_11_008_20220326_getuigenissen.indd 11

3/23/2022 11:29:39 AM


Benieuwd naar de beursgeheimen van andere beleggers?

Luister naar De Beursvoyeurs, de beleggerspodcast zonder taboes.

In De Beursvoyeurs fileert Tomas De Soete samen met twee beleggingsspecialisten het heetste beursnieuws van de afgelopen week. Ze geven een antwoord op prangende beleggersvragen van luisteraars, én dissecteren de portefeuille van een bekende belegger. Deze week is dat profwielrenner Jan Bakelants. Inzicht en ontspanning gaan hand in hand in deze podcast voor en door beleggers.

Nu te beluisteren op tijd.be, in onze app of op uw favoriete podcastplatform.

Neem voorsprong. Met de steun van

NET_11_012_20220326_inpaper.indd 12

3/23/2022 9:33:42 AM


Eerste pijler:

wettelijk pensioen Na uw pensionering zult u het moeten stellen met een inkomen – het wettelijk pensioen – dat veel minder is dan toen u nog werkte. Hoe ziet het kostenplaatje er concreet uit?

14

Volledig pensioen na 45 jaar werken...

16

…behalve voor sommige ambtenaren

18

Loonplafond verhoogd

19

Is minimumpensioen mogelijk na gemengde loopbaan?

22

Regering denkt na over ‘pensioensplit’

MAART 2022 NETTO I 13

NET_11_013_20220326_eerste pijler.indd 13

3/23/2022 12:49:08 PM


Eerste pijler / wettelijk pensioen

Een volledig pensioen krijgt u pas na 45 jaar werken We zullen allemaal langer moeten werken. Dat is een regel die al jaren geleden is aangekondigd en die de huidige minister van Pensioenen, Karine Lalieux (PS), niet heeft gewijzigd. De wettelijke pensioenleeftijd is momenteel vastgesteld op 65 jaar. In 2025 is dat 66 jaar en in 2030 wordt de leeftijd opgetrokken tot 67 jaar. Tekst: Muriel Michel

B

ehalve de leeftijd is het vooral ook de duur van uw loopbaan die voortaan echt van belang is: een volledige loopbaan telt 45 jaar. U moet dus 45 jaar werken om recht te hebben op een volledig pensioen. Het pensioen wordt altijd pro rata berekend. Was u 39 jaar aan de slag, dan hebt u slechts recht op 39/45. U kunt nog wel altijd met vervroegd pensioen gaan vanaf 60 jaar. Maar wel op voorwaarde dat u voldoet aan de vereiste leeftijds- en loopbaanvoorwaarden: 60 jaar en een loopbaan van 44 jaar, 61 of 62 jaar en een loopbaan van 43 jaar, 63 jaar en een loopbaan van 42 jaar. De minister wil het voor iedereen mogelijk maken om vanaf 60 jaar met vervroegd pensioen te gaan, op voorwaarde dat u een loopbaan van 42 jaar achter de rug hebt. Die maatregel moet de pil verzachten voor mensen die zeer vroeg zijn beginnen te werken en vaak een zwaar beroep uitoefenen.

Wat zijn ‘gelijkgestelde periodes’? Voortaan wordt voor de toekenning van het minimumpensioen ook rekening gehouden met de effectieve loopbaanduur. Een loopbaan bevat immers een aantal (deels) gelijkgestelde periodes. Dat zijn periodes waarin u niet gewerkt hebt, maar die wel meetellen voor de pensioenberekening (ziekte, bevalling, tijdskrediet, werkloosheid enzovoort). Het idee daarachter is een betere vergoeding van de effectieve arbeid, zonder daarbij specifieke situaties uit het oog te verliezen. Zoals die van vrouwen: die werken vaker halftijds en zetten hun loopbaan soms jaren ‘on hold’. Daardoor hebben vrouwen het moeilijk om aan een voldoende aantal gewerkte jaren te komen.

WIST U DAT? Hebt u maar 39 jaar gewerkt, dan hebt u ook maar recht op 39/45 van een volledig pensioen.

Kan ik met deeltijds pensioen? Om de verhoging van de effectieve loopbaanduur aan te moedigen, is de regering van plan om deeltijds, halftijds of viervijfdepensioen in te voeren vanaf uw vroegste pensioendatum. U werkt dan een deel van de tijd en ontvangt al een pensioen voor het overige deel van de tijd. U kunt vandaag al geleidelijk afbouwen door te kiezen voor tijdskrediet ‘eindeloopbaan’.

Komt de pensioenbonus terug? Ook de pensioenbonus wordt wellicht opnieuw ingevoerd. Daarmee zult u meer pensioenrechten kunnen opbouwen. Zodra u aan de voorwaarden voor vervroegd pensioen voldoet, kunt u een bonus opbouwen, en dat ongeacht of u loontrekker, zelfstandige of ambtenaar bent. Tot slot nog even vermelden dat een gepensioneerde mag werken om zijn inkomen op te krikken. Gepensioneerden die niet aan bepaalde voorwaarden voldoen, moeten zich wel houden aan een bepaald inkomstenplafond. 14 I NETTO MAART 2022

NET_11_013_20220326_eerste pijler.indd 14

3/23/2022 12:49:09 PM


MAART 2022 NETTO I 15

NET_11_013_20220326_eerste pijler.indd 15

3/23/2022 12:49:12 PM


Eerste pijler / wettelijk pensioen

Waarom het pensioen van leerkrachten, postbodes en professoren sneller aantikt Sommige ambtenaren bouwen hun maximale pensioenbedrag op in minder dan 45 jaar. Maar dat betekent niet dat ze dat maximumbedrag ook krijgen als ze met vervroegd pensioen gaan. Tekst: Dirk Selleslagh

V

oor de berekening van de pensioenbedragen wordt ervan uitgegaan dat een volledige loopbaan 45 jaren telt. Veel mensen komen daar echter niet aan, waardoor ze het maximumbedrag nooit halen. Als u bijvoorbeeld in totaal 42 jaar hebt gewerkt, zal uw pensioen goed zijn voor 42/45 van het volledige pensioenbedrag. Voor vier op de tien ambtenaren geldt dezelfde regel, maar de anderen bereiken sneller dan na 45 jaar het volledige pensioenbedrag. Dat heeft alles te maken met het zogenaamde tantième of de loopbaanbreuk: hoe lager de deler van die breuk, hoe zwaarder de gewerkte jaren doorwegen in de berekening.

Hoe werkt de loopbaanbreuk voor ambtenaren? > Voor een loopbaan die uitsluitend wordt berekend tegen de loopbaanbreuk 1/60 bereiken ambtenaren het maximale pensioenbedrag na 540 maanden of 45 jaar. > Voor een loopbaan die uitsluitend wordt berekend tegen de loopbaanbreuk 1/55, weegt elk jaar door voor 1,09 (= 1 x 60/55), waardoor het maximale pensioenbedrag al na 495 maanden of 41,25 jaar wordt bereikt. Dat is bijvoorbeeld het geval voor leerkrachten. > Voor een loopbaan die uitsluitend berekend wordt tegen de loopbaanbreuk 1/50 weegt elk jaar door voor 1,20 (= 1 x 60/50) en bereiken ambtenaren het maximale pensioenbedrag al na 450 maanden of 37,5 jaar. Die loopbaanbreuk geldt onder meer voor postbodes en luchtverkeersleiders.

Voor het rijdend personeel van de Belgische spoorwegen geldt het tantième 1/48, voor onderwijzend personeel van de universiteit geldt de loopbaanbreuk 1/30.

vroegd pensioen gaat. Hij heeft immers 42 jaar gewerkt en er waren slechts 41 jaar en 3 maanden nodig om het maximale pensioenbedrag te bereiken. Om het maximale pensioenbedrag te berekenen, wordt de referentiewedde vermenigvuldigd met het aantal te werken maanden (495), vermenigvuldigd met de loopbaanbreuk (1/55) en gedeeld door 12 om de gewerkte maanden in gewerkte jaren om te zetten. In principe betekent dit dat het volledige pensioen 75 procent van de gemiddelde wedde bedraagt. Voor een jaarwedde van 30.000 euro ziet dat er als volgt uit: 30.000 x 495 660 ( = 55 x 12)

> Er bestaan nog gunstiger tantièmes. Een selectie: voor treinbestuurders geldt het tantième 1/48, voor onderwijzend personeel van de universiteit geldt de loopbaanbreuk 1/30 en voor de eerste zeven jaar van provinciegouverneurs geldt zelfs het tantième 1/12.

In welke gevallen krijgt een ambtenaar het maximumpensioen? Een ambtenaar die op zijn 23ste in dienst treedt en altijd tegen de loopbaanbreuk 1/60 heeft gewerkt, zal op zijn 65ste slechts 42 jaar aan de slag zijn geweest. Aangezien hij een loopbaan van 45 jaar nodig heeft om tot het maximale pensioenbedrag te komen, zal zijn feitelijke pensioen slechts 42/45 van dat maximum bedragen. Een ambtenaar die op zijn 21ste van start is gegaan en tegen de loopbaanbreuk 1/55 heeft gewerkt zal het maximale pensioen ontvangen als hij op zijn 63ste met ver-

= 22.500 euro.

Ook een ambtenaar die op zijn 23ste van start ging en tegen loopbaanbreuk 1/55 heeft gewerkt, kan op zijn 63ste al met vervroegd pensioen gaan. In de regel moeten er 42 jaar op de teller staan, maar in het systeem met loopbaanbreuk 1/55 telt elk gewerkt jaar voor 1,05. Dat betekent dat deze ambtenaar al na 40 jaar (42/1,05) met vervroegd pensioen kan. Maar deze ambtenaar zal niet zijn maximale pensioenbedrag krijgen. Om daar recht op te hebben moeten ambtenaren in het systeem van de loopbaanbreuk 1/55 immers 41 jaar en 3 maanden aan de slag zijn. En deze ambtenaar heeft nog maar 40 jaar effectief gewerkt. Voor de ambtenaar die bij zijn vervroegd pensioen slechts 40 jaar (480 maanden) aan de slag was, ligt het pensioenbedrag dus lager: 30.000 x 480 660 ( = 55 x 12)

= 21.818,18 euro.

16 I NETTO MAART 2022

NET_11_013_20220326_eerste pijler.indd 16

3/23/2022 12:49:13 PM


‘Ik ben 57. Moet ik nu al aan een testament denken?’ U leest het in onze gratis gids! Wilt u dat uw nalatenschap volgens uw wensen wordt verdeeld? Stel het opmaken van een testament dan niet uit. Een testament geeft u controle over wie wat krijgt en voorkomt problemen bij nabestaanden. Vraag nu onze gratis gids aan met 21 veelgestelde vragen (en antwoorden) over nalaten, testament en schenken.

Ja, ik ontvang graag de gratis gids over nalatenschap en testament. Bestel de gids via komoptegenkanker.be/nalaten of vul deze antwoordstrook in.

De heer Voornaam

Mevrouw Naam

Straat Postcode

Nummer

Bus

Gemeente

Vragen? Contacteer ons via testament@komoptegenkanker.be of op 02 227 69 69. Wij gaan zorgvuldig met uw gegevens om en verstrekken ze nooit aan derden. Kijk op komoptegenkanker.be/privacybeleid voor meer informatie.

NET_11_017_20220326.indd 17

NE_1_22

Stuur de ingevulde antwoordstrook in een gefrankeerde envelop naar: Kom op tegen Kanker vzw, Koningsstraat 217, 1210 Brussel.

3/23/2022 9:34:12 AM


Eerste pijler / wettelijk pensioen

Hoger wettelijk pensioen voor wie meer verdient Ook in 2022 voert de regering een verhoging door van het loonplafond. Wie meer verdient, bouwt zo meer wettelijk pensioen op, maar ziet de premies voor het aanvullend pensioen mogelijk wel dalen. Tekst: Peter Van Maldegem

H

et loonplafond wordt gebruikt voor de berekening van uw wettelijk pensioen. Per loopbaanjaar bouwt een werknemer een deel van zijn wettelijk pensioen op. Daarvoor wordt het brutoloon als basis gebruikt. Hoe hoger uw loon, hoe meer wettelijk pensioen u opbouwt. Maar die relatie wordt volledig verbroken op het moment dat het brutoloon een bepaald plafond bereikt. Vanaf dan leidt een hoger loon niet langer tot een royaler wettelijk pensioen. In 2021 lag het loonplafond op een brutojaarloon van 63.944 euro, wat neerkomt op een brutomaandloon van ongeveer 4.600 euro (aan 13,92 maanden), afhankelijk van de arbeidsvoorwaarden van de werknemer. Wie dus maandelijks 4.800 euro verdient, zal evenveel wettelijk pensioen opbouwen als wie maandelijks 7.500 euro verdient. Jaarlijks kent dat plafond een indexering, maar tussen 2020 en 2024 heeft de regering beslist om een extra verhoging door te voeren. In die periode stijgt het loonplafond bijna 10 procent boven op de welvaarts- en indexaanpassingen.

1. Meer wettelijk pensioen Wat betekent die verhoging concreet? De Federale Pensioendienst becijferde de impact voor een werknemer die zijn loopbaan in 2000 begon en meer verdient dan het loonplafond. In het scenario waarin het loonplafond de komende 25 jaar op het niveau van 2020 blijft, zou die werknemer vanaf de wettelijke pensioenleeftijd maandelijks een brutopensioen van 2.775 euro

krijgen. In het nieuwe scenario, waarin het plafond tot 2024 wordt verhoogd, loopt dat brutopensioen op tot 2.956 euro, 181 euro per maand extra. Let wel, het gaat hier om brutocijfers. De marginale belastingdruk op dat inkomen loopt al snel op, waardoor de gepensioneerde mogelijk minder dan de helft van het extraatje overhoudt. Ook belangrijk is dat de verhoging alleen geldt als de werknemer een voltijdse job met een loon boven het plafond kan behouden tot de pensioenleeftijd. Voor personeelsleden die minder verdienen dan het loonplafond heeft dat hogere plafond sowieso geen gevolgen.

4.600€ Het huidige loonplafond ligt in de buurt van 4.600 euro bruto per maand. Dit betekent dat wie vandaag 4.700 euro bruto verdient evenveel wettelijk pensioen opbouwt als iemand die bijvoorbeeld 6.000 euro bruto verdient.

181€ De verhoging van het loonplafond tussen 2020 en 2024 levert voor iemand die meer verdient dan het loonplafond maandelijks 181 euro brutopensioen extra op.

2. Minder aanvullend pensioen De verhoging van het loonplafond mag dan al goed nieuws zijn voor het wettelijk pensioen van hogere inkomens, er is ook een keerzijde: heel wat bedrijven gebruiken datzelfde plafond ook voor de berekening van de premies die in het aanvullend pensioen worden gestort. Die berekening verloopt voor hogere lonen in twee schijven. Een eerste schijf is een vast percentage van het loon – gemiddeld 3 procent – dat onder het loonplafond ligt. De tweede schijf is een hoger percentage van het loon – gemiddeld 8 procent – boven het loonplafond. Een verhoging van het plafond betekent dat de tweede schijf kleiner wordt, waardoor de totale premie lager uitvalt. Daardoor wordt minder aanvullend pensioen opgebouwd. VOORBEELD: Piet verdient als werknemer maandelijks 5.600 euro bruto. Dat is 1.000 euro meer dan het loonplafond. Stel nu dat de percentages voor de premieberekening 3 procent (eerste schijf) en 8 procent (tweede schijf) zijn. Dan bedraagt de premie die in het aanvullend pensioen wordt gestort 218 euro (3 procent van 4.600 euro, vermeerderd met 8 procent van 1.000 euro). Als we ervan uitgaan dat het loonplafond verhoogd wordt tot 5.000 euro, dan daalt de maandelijkse premie tot 198 euro (3 procent van 5.000 euro, vermeerderd met 8 procent van 600 euro).

18 I NETTO MAART 2022

NET_11_013_20220326_eerste pijler.indd 18

3/23/2022 12:49:14 PM


LET OP! In deze berekening gaan we ervan uit dat het loon niet stijgt. Bovendien gebeurt de berekening van de premie niet bij iedereen in twee schijven. Het is ook mogelijk dat de premies voor het aanvullend pensioen niet afhangen van het loonplafond. In dat geval zal de verhoging van het plafond uiteraard geen gevolgen hebben.

3. Totaal effect De vraag is dan welk effect overheerst voor wie ook een aanvullend pensioen opbouwt: de toename van de koopkracht dankzij het hogere wettelijk pensioen of de daling van de koopkracht als gevolg van het minder royale aanvullend pensioen? Een eenduidig antwoord op die vraag valt niet te geven: elke situatie is anders. Franky Stevens, die bij consultant Mercer bedrijven adviseert over hun pensioenplannen, deed meerdere simulaties. ‘Voor jonge werknemers zal het verlies aan koopkracht door het aanvullend pensioen groter zijn dan de winst in het wettelijk pensioen’, zegt hij. ‘Naarmate de werknemer (vandaag) ouder is, neemt het verschil af en is er zelfs sprake van een positieve netto-impact op de koopkracht. Dat voor jongeren de financiële gevolgen zwaarder zullen zijn, heeft te maken met de wet van de samengestelde interesten. Hoe langer de verlaging van de premie speelt, hoe lager het opgebouwde kapitaal. Algemeen kun je stellen dat het positieve effect van het hogere plafond op het wettelijk pensioen wordt tenietgedaan door de daling in het aanvullend pensioen’, zegt Stevens. Minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) nuanceert die conclusie en wijst erop dat de meerderheid van de grootverdieners beter af zal zijn door de verhoging van het pensioenplafond. ‘Vergeet ook niet dat slechts 12 procent van de werknemers een hoger loon heeft dan het loonplafond. Degenen van wie het loon vandaag op het niveau ligt van het loonplafond van 2024 zullen effectief een nettodaling zien’, meent ze. AG Insurance, marktleider in groepsverzekeringen, erkent dat de verhoging van het loonplafond voor sommigen een vergiftigd geschenk kan zijn. ‘Dat moet geval per geval onderzocht worden, want elk pensioenplan is anders’, luidt het. Duidelijk is wel dat elke werkgever en elke werknemer erbij gebaat zijn na te gaan wat de gevolgen precies zijn, en dat ze desgewenst actie moeten ondernemen.

WIST U DAT? Voor personeelsleden die minder verdienen dan het loonplafond heeft een verhoging van het loonplafond geen enkel gevolg.

Ook met een gemengde loopbaan is een minimumpensioen mogelijk Een gemengde loopbaan brengt uw minimumpensioen niet per se in gevaar. Met voldoende jaren op de teller als werknemer én zelfstandige samen hebt u er recht op. Tekst: Dirk Selleslagh

D

e tijd dat de meeste mensen hun leven lang hetzelfde werk bleven doen, ligt achter ons. Steeds vaker veranderen we tijdens onze loopbaan van job. Gewoon van baan switchen heeft niet meteen een impact op uw pensioen. Maar als u tussen verschillende statuten schippert - bijvoorbeeld als u eerst loontrekker was en daarna zelfstandige of ambtenaar - dan heeft dat wel gevolgen voor uw pensioen.

WERKNEMERS EN ZELFSTANDIGEN MET GEMENGDE LOOPBAAN Onder welk statuut u ook aan de slag bent: telkens bouwt u pensioenrechten op. Als werknemer bouwt u rechten op in het stelsel van de werknemers, als zelfstandige in dat van de zelfstandigen, als ambtenaar in het ambtenarenstelsel. In elk stelsel wordt het pensioenbedrag berekend volgens eigen regels. De som van de afzonderlijke pensioenbedragen vormt dan het totale pensioen. Om te voldoen aan de voorwaarden voor een gewaarborgd minimumpensioen voor een gemengde loopbaan met een voltijdse tewerkstelling moet de optelsom van de loopbaan als werknemer en de loopbaan als zelfstandige minstens 2/3 omvatten van een volledige loopbaan. Dat komt voor alle zelfstandigen en bijna alle werknemers overeen met een carrière van 30 jaar. Uw loopbaan als zelfstandige telt dus mee om vast te stellen of u recht hebt op het gewaarborgd minimumpensioen als werknemer; de loopbaan als werknemer is belangrijk om na te gaan of u recht hebt op een minimumpensioen als zelfstandige. Maar bij de berekening van het gewaarborgd minimumpensioen houdt ieder stelsel alleen rekening met de loopbaan vervuld in het eigen stelsel. MAART 2022 NETTO I 19

NET_11_013_20220326_eerste pijler.indd 19

3/23/2022 12:49:14 PM


Eerste pijler / wettelijk pensioen

AMBTENAREN MET GEMENGDE LOOPBAAN VOORBEELD: Peter was werknemer van 1980 tot en met 2005. Elk jaar van zijn loopbaan telt 312 dagen. Hij bewijst dus 26 jaren als werknemer. Hij heeft als zelfstandige in hoofdberoep gewerkt van 2006 tot en met 2017, dat zijn 12 jaren. In totaal heeft Peter 38 loopbaanjaren, waardoor hij in aanmerking komt voor het minimumpensioen. Voor de berekening van zijn minimumpensioen als werknemer tellen echter alleen de 26 jaren als werknemer mee. En voor de berekening van zijn minimumpensioen als zelfstandige wordt alleen gekeken naar de 12 jaren als zelfstandige. Het minimumpensioen wordt dan berekend door het minimumbedrag voor een volledige loopbaan te vermenigvuldigen met de loopbaanbreuken, 26/45 bij de werknemers en 12/45 bij de zelfstandigen.

U was statutair ambtenaar, maar ook werknemer en/of zelfstandige? In dat geval hebt u vaak geen recht op een minimumpensioen als werknemer en/of zelfstandige. Want om daarvoor in aanmerking te komen, moet u minstens 30 jaar aan de slag zijn geweest als werknemer of zelfstandige. Ambtenaren krijgen een minimumpensioen als ze minstens 20 jaar statutair ambtenaar waren. VOORBEELD: Stel dat u 25 jaar werknemer was en 17 jaar statutair ambtenaar. Ondanks die loopbaan van 42 jaar krijgt u geen minimumpensioen omdat u niet minstens 30 jaar als werknemer aan de slag was en ook geen 20 jaar als ambtenaar.

Voor een volledige loopbaan bedraagt het minimumpensioen sinds maart 2022 1.841,08 euro en 1.473,33 euro per maand voor respectievelijk een gezinspensioen en een pensioen als alleenstaande. Die minimumbedragen zijn dezelfde voor beide stelsels. In het geval van Peter levert dat het volgende op: > Een gewaarborgd minimumpensioen als werknemer van 1.063,74 euro (1.841,08 x 26/45) en 851,26 euro (1.473,33 x 26/45). > Een gewaarborgd minimumpensioen als zelfstandige van 490,96 euro (1.841,08 x 12/45) en 392,89 euro (1.473,33 x 12/45).

Ambtenaren krijgen een minimumpensioen als ze minstens 20 jaar statutair ambtenaar waren.

Al zit er wel een adder onder het gras. Stel dat Peter wegens hogere lonen als werknemer een hoger pensioenbedrag dan het minimum krijgt als werknemer en dat hij als ‘alleenstaande’ een werknemerspensioen van 1.100 euro in plaats van 851,26 euro krijgt, heeft hij dan nog wel recht op een gewaarborgd minimumpensioen als zelfstandige van 392,89 euro? Neen, het gewaarborgd minimumpensioen als zelfstandige kan de som van de twee voordelen (1.100 + 392,89 = 1.492,89) niet boven het maximaal gewaarborgd maandminimum (1.473,33 euro) brengen. Het maandminimum als zelfstandige zal dus met 19,56 euro worden verminderd.

WIST U DAT? Gewoon van baan veranderen heeft niet meteen een impact op uw pensioen. Maar als u tussen verschillende statuten schippert bijvoorbeeld als u eerst loontrekker was en daarna zelfstandige of ambtenaar - dan heeft dat wél gevolgen voor uw pensioen.

20 I NETTO MAART 2022

NET_11_013_20220326_eerste pijler.indd 20

3/23/2022 12:49:15 PM


P U B L I R E P O RTAG E

Ethias is verantwoordelijk voor deze publicatie

Pensioenen in de overheidssector

Ethias beheerst de volledige waardeketen Overheidsinstanties krijgen te maken met een vergrijzende bevolking en een massaal vertrek van personeelsleden. Het belangrijkste gevolg daarvan is dat de overheidsfinanciën (steeds meer) onder druk komen te staan. Joris Laenen, Chief Investment & Life Officer bij Ethias, legt uit hoe zijn bedrijf zich op dit vlak als belangrijke speler positioneert en oplossingen voor dit probleem biedt.

Ethias staat met zijn niet-levensverzekeringen bekend als de belangrijkste verzekeraar van de overheidssector. Maar het is minder bekend dat het bedrijf ook een belangrijke speler is op het gebied van pensioenen. Joris Laenen: Onze positie als grootste verzekeraar van de overheidssector geldt inderdaad zowel voor levensverzekeringen als voor niet-levensverzekeringen. Wist u bijvoorbeeld dat Ethias op dit moment gemiddeld meer dan 60.000 pensioenen per maand aan voormalige plaatselijke en provinciale overheidsambtenaren uitkeert? Een grotere brok dan wat de Federale Pensioendienst voor dezelfde categorie mensen betaalt! Ethias is al 100 jaar actief op het gebied van pensioenen. In die tijd hebben we een solide en alom gewaardeerde expertise op het vlak van zowel wettelijke als aanvullende pensioenen opgebouwd.

Welke oplossingen biedt u aan? Joris Laenen: Wij kunnen lokale overheden alle soorten financierings- en beheersinstrumenten op dit gebied aanbieden. Hetzij via verzekeringen (groepsverzekering, pensioenverzekering of bijdrageverzekering), hetzij via ons open multiwerkgeverspensioenfonds. Dat laatste heet Ethias Pension Fund en telt al enkele werkgevers uit de overheidssector. Als enige op de markt kunnen we de kwestie van de pensioenen in de overheidssector, zowel in de eerste als de tweede pijler, op een globale manier vatten. Daarin schuilt onze toegevoegde waarde. Wij bieden producten en diensten aan die inspelen op de behoeften van deze sector. Bovendien zijn wij de enige speler op de markt die de waardeketen voor beide pijlers van a tot z en volledig ‘in house’ beheerst.

Voor wie zijn uw producten bedoeld? Joris Laenen: Ons aanbod is aangepast aan alle personeelscategorieën bij overheidsinstanties: statutair personeel, mandatarissen (via een uniek product op de markt) en contractueel personeel, voor wie het aanvullende pensioen vandaag een onmisbare aanvulling is.

Tak 21, tak 23, pensioenfonds, welke oplossing beveelt u aan? Joris Laenen: Alles hangt af van de doelstellingen van de klant, maar ook van diens specifieke kenmerken. Aangezien we over al deze oplossingen beschikken, zijn wij in staat om onze klanten op een volledig objectieve manier over de meest geschikte oplossing te adviseren. En het is pas na gesprekken tussen onze experts en onze klanten dat ze met kennis van zaken hun keuze kunnen maken. Hierbij houden we niet alleen rekening met hun doelstellingen, maar ook met hun beperkingen: de omvang van de populatie in kwestie, de mogelijke financieringshorizon, het benoemingsbeleid in het verleden en de toekomst, de mogelijke responsabiliseringsfactuur enz.

DE TROEVEN VAN ETHIAS: • Kennis op het vlak van pensioenen en de bijzonderheden van de overheidssector • Biedt oplossingen voor alle personeelscategorieën • Aanwezigheid op het terrein en beschikbaarheid

“DE KNOWHOW VAN ETHIAS WORDT ALOM GEWAARDEERD OP DE MARKT”

• Controle over alle pensioenoplossingen, ‘in house’ uitgewerkt en beheerd

Wilt u meer weten? Neem contact op met Ethias via saleslife@ethias.be

NET_11_021_20220326.indd 21

3/23/2022 9:34:43 AM


Eerste pijler / wettelijk pensioen

Ook anno 2022 hebben vrouwen vaak nog een lager pensioen Vrouwen moeten het dikwijls met minder pensioen stellen dan mannen. Al rijpt geleidelijk het idee om via een ‘pensioensplit’ de som van de pensioenen van een koppel gelijk over beide partners te verdelen. Tekst: Dirk Selleslagh

D

at het vrouwenpensioen nog altijd niet kan tippen aan dat van mannen komt doordat vrouwen anno 2022 voor het werk dat ze doen bijna stelselmatig een lager loon krijgen dan mannen. En het inkomen vormt de basis voor de berekening van het latere pensioenbedrag. Bovendien werken vrouwen vaker deeltijds in vergelijking met mannen, omdat ze meer zorgtaken binnen het gezin opnemen. Ook dat kan nadelig uitdraaien, aangezien een deeltijds inkomen in veel gevallen leidt tot een gedeeltelijk pensioenbedrag. Tijdskrediet of deeltijds werk? Als u tijdskrediet neemt om voor de kinderen te zorgen, heeft dat geen negatieve invloed op uw pensioenbedrag. De dagen die u in het stelsel van tijdskrediet niet werkt, worden beschouwd als ‘gelijkgestelde periodes’. En die periodes tellen mee voor de pensioenberekening, precies alsof u wél aan de slag was. De staat betaalt voor die periodes de pensioenbijdragen in uw plaats. Maar tijdskrediet kunt u niet onbeperkt opnemen. Tijdens uw hele loopbaan mag u maximaal 51 maanden in tijdskrediet gaan. Bovendien is tijdskrediet geen absoluut recht. Om er aanspraak op te kunnen maken, moet u minstens 24 maanden aan de slag zijn bij uw werkgever. En in een onderneming met minder dan elf medewerkers kan een baas de aanvraag voor tijdskrediet weigeren. In een groter bedrijf kan hij geen ‘neen’ zeggen, maar het tijdskrediet kan wel worden uitgesteld. Als u geen tijdskrediet kunt nemen of als het toegestane aantal maanden is uitgeput, zult u alleen nog deeltijds kunnen gaan werken. In dat geval is er geen sprake meer van ‘gelijkgestelde periodes’ en zal uw pensioen op een lager inkomen worden berekend.

WIST U DAT? Als u tijdskrediet neemt om voor de kinderen te zorgen, dan heeft dat geen negatieve invloed op uw latere pensioenbedrag.

De federale regering wil de pensioenongelijkheid tussen mannen en vrouwen zoveel mogelijk wegwerken.

Komt er een ‘pensioensplit’? Voor haar pensioenhervorming wil de federale regering de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen zoveel mogelijk wegwerken. Om te vermijden dat een relatiebreuk rampzalig is voor het pensioen van de partner die thuisbleef voor de kinderen, wordt het principe van de ‘pensioensplit’ bestudeerd. Concreet houdt die in dat de pensioenen van een koppel worden opgeteld en dan gelijk worden verdeeld over de beide partners. Het idee ligt momenteel op de regeringstafel.

22 I NETTO MAART 2022

NET_11_013_20220326_eerste pijler.indd 22

3/23/2022 12:49:15 PM


Tweede pijler:

aanvullend pensioen

Met uw wettelijk pensioen alleen zult u op uw oude dag niet rijkelijk kunnen leven. Daarom dat bijna 4 miljoen Belgen intussen een aanvullend pensioen opbouwen via hun werkgever of als zelfstandige.

24

Aanvullend-pensioenopbouw is kluwen

27

Vergeet de 80 procentgrens niet

29

Voordelen van een (sociaal) VAPZ

36

VAPW: zelf sparen voor een aanvullend pensioen

MAART 2022 NETTO I 23

NET_11_023_20220326_tweede pijler.indd 23

3/23/2022 12:57:19 PM


Tweede pijler / aanvullend pensioen

Hoeveel spaart u maandelijks voor uw aanvullend pensioen? Ongeveer drie vierde van de werknemers is actief aangesloten bij een pensioenplan van zijn werkgever. Maar welk bedrag zo’n medewerker precies spaart elke maand, daar heeft hij doorgaans geen idee van. Tekst: Peter Van Maldegem

D

e meeste pensioenplannen van werkgevers zijn vandaag van het type ‘vaste bijdrage’ (zie kader, blz. 25). In de meeste gevallen betekent dit dat er maandelijks twee stortingen worden gedaan in het pensioenplan: een bijdrage van de werkgever en een bijdrage van de werknemer. De werkgeversbijdrage is zowel voor de werkgever als voor de werknemer een fiscaal interessant alternatief voor loon. De werknemersbijdrage geniet minder fiscale voordelen, en vormt doorgaans ook het kleinste deel van de twee. De bijdragen worden berekend volgens een formule die u kunt terugvinden in het pensioenreglement van uw onderneming en die ook voor elke onderneming kan verschillen. VOORBEELD: Een werkgever maakt bij de berekening van de jaarlijkse werkgeversbijdragen in het pensioenplan gebruik van de formule: (2% x S1) + (6% x S2). Hierbij is S1 het jaarloon van de werknemer, begrensd op 63.944,74 euro. S2 is het deel van het jaarloon van de werknemer dat boven dat plafond uitkomt. Op basis van de formule zal de werkgeversbijdrage voor een werknemer met een jaarloon van 70.000 euro dan jaarlijks 1.642,21 euro bedragen (2 procent van 63.944,74 euro en 6 procent van 6.055,26 euro). Dat komt neer op 136,85 euro per maand. Een gelijkaardige berekening, maar met andere percentages, gebeurt voor de werknemersbijdrage. Wie echter denkt dat deze 136,85 euro maandelijks ook netto in uw pensioenspaarpot verdwijnt, heeft het verkeerd voor. Het exacte bedrag zal afhangen van verschillende factoren.

1. Overlijdensdekking Aan uw pensioenplan hangt doorgaans een overlijdensdekking vast. Sterft u voor u met pensioen gaat, dan zullen uw nabestaanden een bedrag krijgen. Het bedrag vindt u op de pensioenfiche die u jaarlijks krijgt toegestuurd van uw werkgever en die ook te raadplegen is op mypension.be. In de meeste pensioenplannen zal de premie voor de overlijdensdekking volledig ten laste zijn van de werkgever, boven op het spaarbudget. ‘Bij plannen waarbij de premie overlijden wel in mindering wordt gebracht van het budget kan de verzekerde de hoogte van het overlijdenskapitaal zelf kiezen’, luidt het bij AG Insurance. Het gaat dan over cafetariaplannen. Hoe hoog de premie voor de overlijdensdekking precies is, hangt af van veel factoren, onder meer van uw leeftijd. ‘De gemiddelde risicopremie voor een overlijdenskapitaal van 35.000 euro bedraagt ongeveer 0,03 procent van het overlijdenskapitaal. Voor jongere werknemers is dat lager, voor oudere hoger’, luidt het bij verzekeraar P&V. Een werknemer moet dus te weten komen of de werkgeversbijdrage inclusief of exclusief de premie voor overlijdensdekking is. Dat kunt u meestal terugvinden in het pensioenreglement. Soms is het ook opletten geblazen voor verwarring op de loonfiche. Als de werkgeversbijdrage daar wordt getoond, gaat het vaak om de volledige bijdrage, inclusief premie voor overlijdensdekking.

24 I NETTO MAART 2022

NET_11_023_20220326_tweede pijler.indd 24

3/23/2022 12:57:20 PM


De regering heeft aan de toezichthouder FSMA een onderzoek gevraagd naar het kostenniveau van de aanvullende pensioenen. De uitkomst van het onderzoek wordt in de komende maanden verwacht.

‘Defined contribution’ versus ‘defined benefit’ De meeste pensioenplannen vandaag zijn van het type ‘defined contribution’. Dat betekent dat er een bepaald bedrag maandelijks in het pensioenplan wordt gestort. Welk kapitaal u dan op pensioenleeftijd hebt opgebouwd, zal afhankelijk zijn van het rendement. De plannen met vaste bijdrage hebben de voorbije jaren de plannen met een vaste uitkering (‘defined benefit’) bijna volledig verdrongen. In die plannen wordt een bedrag afgesproken dat uw werkgever zal uitkeren op pensioenleeftijd. Ongeacht de evolutie van de rendementen is de werkgever verplicht dat bedrag op te hoesten. Zeker in een context van ultralage rentes vormen deze plannen een blok aan het been voor de werkgever.

MAART 2022 NETTO I 25

NET_11_023_20220326_tweede pijler.indd 25

3/23/2022 12:57:23 PM


Tweede pijler / aanvullend pensioen

2. Dekking voor doorstorting premies Bij langdurige arbeidsongeschiktheid hebt u niet altijd de garantie dat ook de premies in het aanvullend pensioen worden doorbetaald. Hiervoor moet een aparte verzekering zijn afgesloten, die ook deel kan uitmaken van het pensioenplan. Voor deze premies geldt doorgaans dezelfde werkwijze als voor de premies van de overlijdensdekking. In de meeste gevallen zullen deze premies ten laste zijn van de werkgever en zullen ze dus boven op het spaarbudget komen. De premies voor deze verzekering liggen wel lager dan die voor de overlijdensdekking. ‘De gemiddelde premie voor een waarborg premievrijstelling bedraagt ongeveer 3 procent van de premies voor de overlijdenswaarborg en de opbouw van het pensioenkapitaal’, luidt het bij P&V.

3. Taksen En dan is er nog de premietaks. Op de werkgeversbijdrage geldt een premietaks van 4,4 procent en op het gedeelte pensioenopbouw een socialezekerheidsbijdrage van 8,86 procent. Die taksen zijn doorgaans ten laste van de werkgever en komen boven op het gedefinieerde premiebudget in de groepsverzekering. Op de werknemersbijdrage is alleen een premietaks van 4,4 procent van toepassing. Ook die komt doorgaans ten laste van de werkgever. Volgens Franky Stevens, die voor Mercer bedrijven begeleidt bij hun pensioenplannen, bestaan er toch nog plannen waarbij de taksen inbegrepen zitten in de premies. ‘Dat wil zeggen dat van het totale premiebedrag eerst de taksen worden afgetrokken voor die in de pensioenspaarpot gaan. Dat komt echter niet vaak voor. Ik schat dat minder dan 5 procent van de reglementen zoiets bepaalt. Het gaat meestal om oude reglementen die als deel van een cao zijn onderhandeld’, zegt Stevens.

4. Kosten Een belangrijk element in de bepaling van wat er netto in uw pensioenplan terechtkomt, zijn de kosten. In de pensioenplannen met vaste bijdrage wordt het niveau van de kosten bepaald door de complexiteit van het plan. De kosten kunnen zich ook op verschillende niveaus situeren, waardoor er weinig transparantie is. De belangrijkste

kosten zijn deze die geheven worden op de premies. Volgens Stevens schommelen die tussen 1 en 7 procent. ‘7 procent is wel een maximum. Dat komt niet vaak meer voor.’ Een rondvraag bij enkele verzekeraars bevestigt de soms brede marges waarin de kosten kunnen schommelen. Bij marktleider AG Insurance liggen de kosten op 1 à 2 procent van de gestorte premies. Bij Baloise situeren ze zich in de vork van 1 tot 5 procent. Ook P&V spreekt over kosten die maximaal 5 procent bedragen. Volgens Stevens zijn de tarieven van nieuwe plannen de voorbije jaren gedaald, maar zijn de kosten van oude plannen doorgaans onaangeroerd gebleven. ‘De meeste bedrijven kijken niet meer naar de kostenstructuur van hun pensioenplan zodra het contract is afgesloten. Dat komt omdat een herziening tijdens de rit moeilijk tot onmogelijk is voor zulke langetermijncontracten’, zegt hij. Dus is het risico groot dat veel plannen nog kosten van 5 procent hanteren. Bij kosten van 5 procent en een jaarrendement van 1,75 procent betekent dit dat de stortingen al bijna 3 jaar moeten

5% Veel pensioenplannen rekenen tot 5 procent kosten aan op elke gestorte premie in het plan. Bij een jaarrendement van 1,75 procent betekent dit dat de stortingen al bijna 3 jaar moeten oprenten om de kosten te recupereren.

4,4%

oprenten voor de kosten zijn terugverdiend. De regering heeft aan de toezichthouder FSMA wel een onderzoek gevraagd naar het kostenniveau van de aanvullende pensioenen. De uitkomst van het onderzoek wordt in de komende maanden verwacht. Het is dus duidelijk: de bijdragen in het pensioenplan vloeien niet volledig naar de pensioenspaarpot. Dat verklaart ook waarom de opgebouwde reserves in het pensioenplan elk jaar minder snel lijken te groeien dan wat u op basis van de maandelijkse bijdragen zou kunnen verwachten. Komt daarbij dat u als werknemer ook geen idee hebt van de rendementen die de stortingen opleveren. Heeft uw werkgever gekozen voor een pensioenfonds, dan kunnen de rendementen jaarlijks fors schommelen. Over een periode van 37 jaar haalden pensioenfondsen een gemiddeld rendement van 6,7 procent per jaar. Gecorrigeerd voor inflatie blijft er een reëel rendement van 4,6 procent over. Heeft uw werkgever gekozen voor een groepsverzekering van het type tak 21, dan is er sprake van een gegarandeerd rendement, vermeerderd met een winstdeelname. De meeste verzekeraars boden de voorbije jaren een totaal rendement van 1,75 procent. Dat is het minimumrendement dat werkgevers jaarlijks gemiddeld op de stortingen moeten garanderen. Kunnen verzekeraars of pensioenfondsen dat gemiddelde rendement niet leveren, dan moet de werkgever bijpassen. Dat u niet weet welk bedrag netto in uw pensioenspaarplan terechtkomt en hoeveel rendement de stortingen opleveren, maakt dat het voor u als werknemer onmogelijk is om de rekening zelf te maken. Dus kunt u niet anders dan voortgaan op de bedragen die u op uw jaarlijkse pensioenfiche vindt. Op die fiche staan de opgebouwde reserves, het kapitaal dat u bij gelijkblijvende omstandigheden op pensioenleeftijd zult opstrijken en het kapitaal dat uw nabestaanden krijgen bij vroegtijdig overlijden.

Op de werkgevers- en werknemersbijdrage voor het aanvullend pensioen is een premietaks van 4,4 procent van toepassing.

WIST U DAT? Uw pensioenplan bevat vaak ook een verzekering om de werkgevers- en werknemersbijdragen door te storten als u langdurig arbeidsongeschikt bent.

26 I NETTO MAART 2022

NET_11_023_20220326_tweede pijler.indd 26

3/23/2022 12:57:23 PM


Controleer of u de 80 procentgrens niet overschrijdt De aanvullend-pensioenkapitalen die bedrijven bijeensparen voor hun werknemers, zaakvoerders en bestuurders zijn ingeperkt. En opvallend ook: belastingcontroleurs stellen zich almaar strenger op. Tekst: Dirk Selleslagh

V

eel bedrijven in België stoppen voor hun personeel geld in een aanvullend-pensioenplan. Zowat 4 miljoen Belgen hebben zo’n pensioenspaarpot: 3,36 miljoen als werknemer en 360.000 als zelfstandige. Samen spaarden ze al 91,5 miljard euro bij elkaar. Een bedrijfspensioenplan is zowel voor de onderneming als voor de werknemer of bedrijfsleider fiscaal interessanter dan het uitbetalen van loon. Het bedrijf betaalt de stortingen en kan die fiscaal inbrengen als beroepskosten. De werknemer of bedrijfsleider betaalt op het opgebouwde pensioenkapitaal minder belastingen dan op zijn loon.

Voor wie is de 80 procentgrens belangrijk? Begin jaren 1980 gebeurde het steeds vaker dat grootverdieners vanuit pure fiscale optimalisatie een omvangrijk deel van hun loon in een pensioenplan lieten storten. Dat leidde tot dalende inkomsten voor de schatkist. Om dat tegen te gaan werd in 1985 de 80 procentgrens ingevoerd. Sindsdien moeten ondernemingen erop toezien dat de som van het wettelijk én aanvullend pensioen niet hoger is dan 80 procent van de laatste brutojaarbezoldiging. Het gaat niet om een forfaitair plafond dat voor iedereen gelijkligt, maar om een maximum dat in verhouding staat tot het loon van de werknemer, zaakvoerder of bestuurder. De bedragen die boven die 80 procent uitkomen, zijn niet fiscaal aftrekbaar. Bij werknemers is het risico dat de grens van 80 procent wordt overschreden niet zo groot. Het is vooral iets waarmee zaakvoerders en bestuurders rekening moeten houden. Zij controleren dan ook beter geregeld of ze de 80 procentgrens niet te boven gaan. Om excessen te vermijden mogen bedrijfsleiders alleen regelmatige bezoldigingen meetellen die bovendien maandelijks worden betaald. Eenmalige bonussen of een jaarlijkse deelname in de winst (tantième) laat u beter buiten beschouwing.

Welke factoren bemoeilijken de berekening? Voor de 80 procentgrens wordt met verscheidene elementen rekening gehouden. ‘Maar die elementen hebben vaak niets van doen met de realiteit’, stelt Steven Cauwenberghs, juridisch adviseur bij verzekeringsadviseur Aon Belgium. ‘Bij de berekening wordt vooral uitgegaan van hypotheses.’ — > Wettelijk gezien moet de 80 procentgrens berekend worden op basis van de laatste normale brutojaarbezoldiging. ‘Maar hier rijst al meteen een probleem’, zegt Cauwenberghs. Het laatste normale salaris is slechts gekend op het einde van je carrière, dus nadat alle bijdragen betaald zijn.’ — > Ook de berekening van het pensioenbedrag is nattevingerwerk. ‘Een werknemer bouwt per gewerkt jaar 1/45 van zijn wettelijk pensioen op. Het exacte bedrag van het wetMAART 2022 NETTO I 27

NET_11_023_20220326_tweede pijler.indd 27

3/23/2022 12:57:24 PM


Tweede pijler / aanvullend pensioen

telijk pensioen kun je dus alleen maar uitrekenen op het einde van de loopbaan’, stelt Cauwenberghs. ‘Als de fiscus tijdens de loopbaan controleert, zal voor het pensioenbedrag opnieuw een schatting worden gemaakt. Met andere woorden, dat bedrag zal bijna nooit correct zijn.’ — > In de berekening worden ook de loopbaanjaren meegenomen. ‘Dat lijkt op het eerste gezicht een gekende waarde. Men bedoelt immers de loopbaan van een persoon’, zegt Cauwenberghs. ‘Maar de regeling laat toe om nog enkele andere loopbaanjaren mee te nemen. Jaren die werden gepresteerd buiten de onderneming, bij een andere werkgever. Dat leidt dus opnieuw tot onzekerheid bij de berekening.’ — > Ten slotte kan er discussie ontstaan over de vraag hoeveel jaren een ‘normale’ loopbaan omvat. Want die jaren worden ook in de berekening meegenomen. ‘Hier heeft de fiscus de duurtijd eenduidig vastgelegd op 40 jaar’, zegt Cauwenberghs ‘Maar een normale loopbaan bedraagt voor de vaststelling van het wettelijk pensioen 45 jaar, en geen 40.’ — > In veel pensioenplannen wordt de aanvullend-pensioenuitkering nog verhoogd met een door de verzekeraar toegekende winstdeelname. Dat gebeurt onder meer door verzekeraars die tak 21-plannen aanbieden (in tegenstelling tot tak 23-producten of pensioenfondsen). Het maximale bedrag aan aanvullend pensioen volgens de 80 procentregel is in die gevallen het kapitaal inclusief winstdeelname. Die winstdeelname mag in mindering worden gebracht van het totaalbedrag. Maar de winstdeelname is niet vooraf bekend, want is afhankelijk van de resultaten van de verzekeraar. Daarom staat de fiscale administratie toe om een forfaitaire aftrek van 20 procent van het verzekerde kapitaal te doen. ‘Die 20 procent kan in het voordeel spelen van de cliënt’, stelt Cauwenberghs. ‘Dat is het geval als het bedrag dat op de pensioendatum wordt gevormd door de winstdeelneming groter is dan 20 procent. Maar de jongste jaren staan de winsten van de verzekeraars onder druk, waardoor ook de winstdeelnames fel zijn afgenomen. Een forfaitaire schatting van 20 procent sluit dus niet langer aan bij de realiteit en is veel te hoog.’ — > De meeste aanvullend-pensioenplannen keren vandaag een kapitaal uit. De basisgedachte van de 80 procentgrens is echter een controle op basis van een jaarlijks inkomen, of anders gezegd, op basis van een te ontvangen (lijf)rente. Om het kapitaal bij uitkering om te zetten in een rente hanteert de fiscus een omzettingscoëfficiënt. De coëfficiënten die de administratie gebruikt voor die omzetting heeft ze jaren geleden al vastgelegd. Vandaag stellen we vast dat ze steunen op achterhaalde sterftetafels en op een te hoge technische intrestvoet. ‘De huidige omzettingscoëfficiënten leiden er dus toe dat het bedrag aan aftrekbaar aanvullend pensioen structureel te laag wordt berekend’, zegt Cauwenberghs.

Wat zijn de gevolgen van de strengere aanpak van de fiscus? Los van de niet zo accurate berekening van de 80 procentgrens is het aanvullend pensioen ook fiscaal op onduidelijk terrein gekomen. In de regel werd de 80 procentgrens per onderneming beoordeeld. Maar sinds vorig jaar vechten belastingcontroleurs die ‘common practice’ aan. Volgens de fiscus moeten de tweedepijlerpensioenen die eerder bij de vorige onderneming werden opgebouwd in rekening worden gebracht bij de berekening van de 80 procentgrens in de huidige vennootschap. Het gevolg van die striktere interpretatie is voor de vennootschap. De fiscus zal de fiscale aftrekbaarheid van de premies verwerpen. Maar indirect en op lange termijn treft de demarche vooral de begunstigde van het pensioenplan. Met de nieuwe aanpak van de belastingadministratie kunnen alleen bedrijfsleiders die hun hele loopbaan in dezelfde onderneming actief zijn hun 80 procentgrens volledig benutten. Wie bij verscheidene ondernemingen aan de slag was, zal in principe een veel lager pensioenkapitaal opbouwen. ‘Over dit onderscheid werd eind vorig jaar een prejudiciële vraag gesteld aan het Grondwettelijk Hof’, zegt Cauwenberghs. ‘Het valt dus af te wachten of deze nieuwe aanpak genade vindt in de ogen van de rechtspraak.’

‘Het valt nog af te wachten of de nieuwe aanpak van de fiscus genade vindt bij het Grondwettelijk Hof.’

4 miljoen Bijna 4 miljoen Belgen hebben vandaag een aanvullend-pensioenspaarpot: 3,36 miljoen als werknemer en 360.000 als zelfstandige.

28 I NETTO MAART 2022

NET_11_023_20220326_tweede pijler.indd 28

3/23/2022 12:57:25 PM


Sluit als zelfstandige zeker een (sociaal) VAPZ af Met een gemiddeld wettelijk pensioen van 787,49 euro bengelen zelfstandigen troosteloos onderaan. Willen ze een waardig appeltje voor de dorst als ze de deur van hun zaak achter zich dichttrekken, dan zullen ze daar zelf voor moeten zorgen. Dat kan fiscaal voordelig met een aanvullend pensioensysteem. Maar kiest u nu het best voor een (sociaal) VAPZ, een IPT of een POZ? Tekst: Sonja Verschueren

G

emiddelden zeggen uiteraard niet alles. Het bedrag hierboven is het gemiddelde brutomaandbedrag voor een zelfstandige die zijn hele carrière een eigen zaak heeft gerund en in 2020 met pensioen ging. Bovendien is er een groot verschil tussen mannen (gemiddeld 1.093,56 euro) en vrouwen (gemiddeld 381,97 euro), én zitten er ook mensen met een zeer korte loopbaan in dat bedrag vervat, wat het gemiddelde uiteraard omlaaghaalt. Dat neemt niet weg dat het wettelijk pensioen van een zelfstandige doorgaans geen vetpot is. Waardoor die er alle belang bij heeft om ook zelf te sparen voor later. Net zoals iedereen kan een zelfstandige jaarlijks storten in het systeem van het langetermijnsparen of pensioensparen (zie blz. 37), maar hij heeft ook opties die fiscaal nog aantrekkelijker zijn. Die systemen behoren tot de zogenaamde tweede pensioenpijler, net zoals de groepsverzekering waarmee werknemers een aanvullend pensioen kunnen opbouwen (zie blz. 24). Ze zijn terug te brengen tot deze drie letterwoorden: VAPZ, IPT en POZ. Ze staan voor ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’, ‘individuele pensioentoezegging’ en ‘pensioenovereenkomst voor zelfstandigen’. Simpel gesteld: het basissysteem is het VAPZ, dat eventueel kan worden aangevuld met een IPT of een POZ. ‘In de tweede pijler wordt er voor zelfstandigen een onderscheid gemaakt tussen zelfstandigen mét een vennootschap en zelfstandigen zonder een vennootschap’, weet Jannick Beyens, expert bij dienstverlener Liantis, die zelfstandigen begeleidt. Voor het VAPZ maakt het niet uit of u al dan niet een vennootschap hebt - dat systeem is er voor beiden. De IPT is er alleen voor zelfstandigen met een vennootschap, de POZ alleen voor zelfstandigen zonder vennootschap (eenmanszaak).

Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) Er bestaan twee vormen VAPZ: een gewoon en een sociaal VAPZ. Met dat laatste bouwt u niet alleen een pensioenspaarpotje op, u geniet ook een aanvullende sociale bescherming, bijvoorbeeld als u arbeidsongeschikt bent.

OPTIE 1: GEWOON VAPZ Het VAPZ is een zeer flexibele formule. Als zelfstandige kiest u zelf hoeveel u stort - u moet wel rekening houden met een limiet (zie verder) - en wanneer u dat doet. De betaalde bedragen zijn fiscaal aftrekbaar: u kunt ze inbrengen als beroepskosten, waardoor u minder belastingen en sociale bijdragen betaalt (zie verder). ‘Let wel: zodra u één kwartaal geen sociale bijdragen betaalt, omdat u een vrijstelling kreeg, geldt er geen fiscale aftrek’, zegt Valérie Schreurs van Acerta. Wees u daarvan bewust als u een vrijstelling van sociale bijdragen vraagt - wat tijdens de coronacrisis niet ongewoon was. MAART 2022 NETTO I 29

NET_11_023_20220326_tweede pijler.indd 29

3/23/2022 12:57:25 PM


Tweede pijler / aanvullend pensioen

‘Het belastingvoordeel bij het VAPZ hangt af van het inkomen. Hoe hoger dat inkomen, hoe meer de zelfstandige in het VAPZ kan storten, dus hoe meer voordeel’, weet Nicolas Pevenage van Acerta. Stortingen in het VAPZ hebben ook een gunstig effect op de sociale bijdragen. Want het inkomen waarop die bijdragen worden berekend, gaat naar beneden omdat de premie voor het VAPZ er eerst van wordt afgetrokken. In tegenstelling tot de premies van een groepsverzekering (4,4%) of levensverzekering (2%) betaalt u op de premies van een (sociaal) VAPZ geen premietaks. Er zit wel een limiet op hoeveel u in het VAPZ kunt storten. Het maximumbedrag is wettelijk beperkt tot 8,17 procent van uw netto belastbaar inkomen, met voor 2022 een maximum van 3.447,62 euro. In principe kan elke zelfstandige in hoofdberoep een VAPZ afsluiten. Bent u zelfstandige in bijberoep, dan liggen de kaarten iets anders. U kunt dan alleen een VAPZ afsluiten als uw inkomen 3 jaar geleden minstens even hoog was als de minimumdrempel voor een starter in hoofdberoep (14.658,44 euro). Dat betekent dus dat u minstens 3 jaar als zelfstandige in bijberoep actief moet zijn. Een startende zelfstandige in bijberoep die nog voorlopige bijdragen betaalt, kan ook nog geen VAPZ afsluiten. Het contract voor een vrij aanvullend pensioen kunt u afsluiten bij uw sociaal verzekeringsfonds (dat de sociale zekerheid van zelfstandigen regelt), bij een verzekeraar of bij een pensioenfonds. Via een VAPZ-contract belegt u altijd in een tak 21-product. Dat betekent dat u een

Met het sociaal VAPZ bouwt u niet alleen een (grotere) pensioenspaarpot op, u geniet ook een beperkte sociale bescherming. Het belastingvoordeel bij het VAPZ hangt af van het inkomen: hoe hoger het inkomen, hoe meer u als zelfstandige in het VAPZ kunt storten, dus hoe meer voordeel.

gegarandeerde rente krijgt, eventueel aangevuld met een winstdeelname die afhankelijk is van de prestaties van de onderliggende beleggingsportefeuille van de instelling. ‘De rente is gegarandeerd voor huidige stortingen; voor nieuwe stortingen kan er een nieuwe rentevoet bepaald worden’, aldus Schreurs.

OPTIE 2: SOCIAAL VAPZ Met het sociaal VAPZ bouwt u niet alleen een (grotere) pensioenspaarpot op, u geniet ook een beperkte sociale bescherming. Als u bijvoorbeeld arbeidsongeschikt of zwaar ziek wordt, zult u via het sociaal VAPZ een extra uitkering krijgen, boven op wat het ziekenfonds betaalt. ‘Mee door corona is het besef voor dat vangnet bij zelfstandigen gegroeid’, aldus Pevenage. Die solidariteit wordt gefinancierd met een stukje van de premie die u elk jaar in het sociaal VAPZ kunt storten. En dat is

meer dan in een gewoon VAPZ. Al is er ook hier een limiet op hoeveel u kunt sparen. Het plafond ligt op 9,4 procent van uw beroepsinkomen, met een maximum in 2022 van 3.966,67 euro - of 15 procent meer dan in een gewoon VAPZ. Tien procent van de premie gaat naar de aanvullende sociale bescherming, de rest naar de opbouw van uw pensioenspaarpot. Wat er allemaal vergoed wordt (zie kader, blz. 31), hangt af van aanbieder tot aanbieder. U kunt niet zelf bepalen welk deel van de premie naar welke bescherming gaat. Voordeel is wel dat wie aansluit geen medische vragenlijst hoeft in te vullen of een medisch attest moet kunnen voorleggen. Omdat u meer kunt sparen in een sociaal VAPZ kunt u ook meer beroepskosten inbrengen, wat een extra fiscaal voordeel oplevert. Daarom dat experts het sociaal VAPZ naar voor schuiven als dé pensioenformule bij uitstek voor zelfstandigen. In de derde pijler (langetermijnsparen en pensioensparen) zijn de bedragen die u kunt sparen minder groot, en het fiscaal voordeel is beperkter.

787,49€ Het gemiddeld wettelijk brutopensioen van een zelfstandige die zijn hele carrière een eigen zaak heeft gerund.

30 I NETTO MAART 2022

NET_11_023_20220326_tweede pijler.indd 30

3/23/2022 12:57:27 PM


VOORDELEN VAN EEN SOCIAAL VAPZ Ook pensioenfinanciering bij arbeidsongeschiktheid: als + een zelfstandige met een klassiek VAPZ arbeidsongeschikt wordt, valt zijn pensioenopbouw via het VAPZ stil. Met een sociaal VAPZ komt de pensioenopbouw niet in het gedrang. De verzekeraar zal de premie in de plaats van de zelfstandige doorbetalen voor de duur van de arbeidsongeschiktheid, eventueel tot aan de pensioenleeftijd. bij arbeidsongeschiktheid: een zelf+ Vervangingsinkomen standige die ziek wordt of niet kan werken door een ongeval, valt zonder inkomen. Een sociaal VAPZ vangt dat inkomensverlies voor een deel op, want betaalt een maandelijkse rente. Let wel: die wordt per kwartaal uitgekeerd! Toch zal die uitkering niet volstaan om het volledige inkomensverlies te compenseren. Ook wie een sociaal VAPZ heeft, sluit dus maar beter een verzekering gewaarborgd inkomen af, zodat u niet op uw spaargeld moet teren. Om de maandelijkse rente te berekenen, wordt bij sommige aanbieders gekeken naar de gemiddelde VAPZ-bijdrage van de voorbije drie jaar. ‘Nemen we de maximale VAPZ-bijdragen van 2020 (3.786,81 euro), 2021 (3.800,01 euro) en 2022 (3.966,67 euro), dan komen we uit op een gemiddelde van 3.851,16 euro’, zegt Beyens (Liantis). ‘Daar moet u een solidariteitsbijdrage van 385,12 euro van aftrekken, waardoor het uiteindelijke bedrag 3.466,04 euro is. Tien procent van dat bedrag geeft u een maandelijkse rente van 346,60 euro, of per kwartaal: 1039,80 euro.’ kostenvergoeding bij ernstige ziekte: sommige + Forfaitaire verzekeraars bieden een forfaitaire vergoeding aan om de kosten van een ernstige ziekte te dekken. Het gaat om ziekten die de minister van Sociale Zaken erkent, zoals kanker, leukemie, multiple sclerose, tuberculose, ziekte van Parkinson, ziekte van Hodgkin… De vergoeding is afhankelijk van de premie die u betaalt en wordt in één keer belastingvrij uitgekeerd. De berekening is gelijkaardig als die voor het vervangingsinkomen bij arbeidsongeschiktheid. Al wordt er op het einde geen 10 procent genomen, maar wordt het bedrag verdubbeld. Nemen we hetzelfde voorbeeld: 3.466,04 x 2 = 6.932,08 euro. bepaalde verzekeraars betalen vrouwelijke + Geboortepremie: zelfstandigen een geboortepremie. Die zal meestal in functie staan van de betaalde VAPZ-bijdrage in het jaar zelf of in de jaren ervoor.

Hoe wordt uw (sociaal) VAPZ belast? Het pensioenkapitaal dat u spaart met een (sociaal) VAPZ, wordt verplicht uitbetaald als u uw wettelijk pensioen opneemt. Dan gebeurt ook de eindbelasting. Daarvoor wordt een fictieve rente gehanteerd, die schommelt tussen 3,5 en 5 procent, afhankelijk van uw pensioenleeftijd. Concreet bedraagt de eindbelasting: een RIZIV-bijdrage (-3,55%), een solidariteitsbijdrage (-0 tot 2%) en bedrijfsvoorheffing op de fictieve rente (-11,11%). U moet de fictieve rente nog 10 of 13 jaar lang (afhankelijk van uw pensioenleeftijd) aangeven in de personenbelasting.

Extraatje voor medische zorgverleners Dokters, tandartsen, apothekers, kinesisten, logopedisten en zelfstandig verpleegkundigen in hoofdberoep krijgen jaarlijks een RIZIV-toelage als ze geconventioneerd zijn. Die kan oplopen tot iets meer dan 5.000 euro per jaar. Via die toelage, die in een speciaal sociaal VAPZ (RIZIV VAPZ) moet worden gestort, bouwen ze dus een extra aanvullend pensioen op, maar dan wel zonder fiscaal voordeel. Het bedrag telt ook mee voor de 80 procentregel (zie blz. 27).

MAART 2022 NETTO I 31

NET_11_023_20220326_tweede pijler.indd 31

3/23/2022 12:57:28 PM


UW VEILIGE INVESTERING MET GEWAARBORGDE VERGOEDINGEN*

6 REDENEN OM TE INVESTEREN IN TRINITI: Toplocatie tussen de NAVO & Brussels Airport Zorgeloos beheer door ervaren uitbater Gewaarborgde vergoedingen & hoog nettorendement*

Geen onroerende voorheffing of andere belastingen* BTW recuperatie* All-in €143.850 (excl. akte en dossierskosten)

*Cfr. de contractuele bepalingen, de ruling en de huidige fiscale wetgeving.

ONTDEK MEER VOORDELEN OP WWW.TRINITI-HOTEL.BE

NET_11_032_20220326.indd 32

3/23/2022 9:35:10 AM


Tweede pijler / aanvullend pensioen

Pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) Zelfstandigen zonder vennootschap of vrije beroepers kunnen sinds 2018 boven op het (sociaal) VAPZ extra sparen voor hun pensioen, door een pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) af te sluiten. Het systeem is minder fiscaalvriendelijk dan het (sociaal) VAPZ en het pensioen- en langetermijnsparen (derde pijler). Daarom dat u het best eerst alle andere pensioenpotjes uit de tweede en derde pijler vult voordat u een POZ afsluit. Dat is een van de redenen waarom de POZ minder succes kent. In tegenstelling tot het (sociaal) VAPZ kunnen zelfstandigen zoveel storten in de POZ als ze zelf willen, zolang ze zich houden aan de 80 procentregel. Die bepaalt dat

de som van het wettelijk pensioen (de eerste pensioenpijler) en het opgebouwde kapitaal via het VAPZ én de POZ niet hoger mag zijn dan 80 procent van het gemiddelde inkomen van de afgelopen drie jaar (zie blz. 27). De premies voor een POZ worden gestort in een tak 21-spaarverzekering of een tak 23-beleggingsverzekering. Ze leveren een belastingvermindering op van 30 procent. U betaalt wel een premietaks van 4,4 procent. ‘Die is er niet bij het VAPZ en het pensioensparen’, aldus Beyens. De eindtaxatie op het pensioenkapitaal bestaat uit een RIZIV-bijdrage (-3,55%), een solidariteitsbelasting (-0 tot 2%) en een eindbelasting van 10 procent.

Individuele pensioentoezegging (IPT) Ook zelfstandigen met een vennootschap - zaakvoerders en bedrijfsleiders van ondernemingen - kunnen boven op het (sociaal) VAPZ extra sparen voor hun pensioen, dankzij de individuele pensioentoezegging (IPT). In dat systeem betaalt de vennootschap de premies voor de zelfstandige. De onderneming kan de premies voor 100 procent aftrekken in de vennootschapsbelasting. Maar om fiscaal interessant te zijn, moet het bedrag van de premie beperkt blijven tot de 80 procentregel (zie blz. 27). Interessant is dat u inhaalbijdragen kunt storten voor de jaren waarin u actief was vóór u een IPT afsloot, en dat tot tien jaar in

het verleden. Dat kan niet met een (sociaal) VAPZ. ‘Elk jaar dat u daarin niet hebt gespaard, is niet meer in te halen’, aldus Schreurs. Het rendement van een IPT hangt af van de gekozen formule: tak 21 (beleggingsverzekering) of tak 23 (fonds). De eindtaxatie hangt af van uw pensioenleeftijd. Hoe jonger u stopt, hoe hoger de eindbelasting. Concreet is het kapitaal dat u ontvangt, onderworpen aan een RIZIV-bijdrage (-3,55%), een solidariteitsbijdrage (-0 tot -2%) en een belasting van 10 procent (actief tot 65 jaar), 16,5 procent (62-64 jaar), 18 procent (61 jaar) of 20 procent (60 jaar).

De pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) is minder fiscaalvriendelijk dan het (sociaal) VAPZ en het pensioen- en langetermijnsparen (derde pijler). Ook als u van uw werkgever maar een beperkte groepsverzekering krijgt, kunt u uw pensioen met een VAPW opkrikken.

Tip! Vul eerst alle andere pensioenpotjes uit de tweede en derde pijler voordat u een POZ afsluit.

MAART 2022 NETTO I 33

NET_11_023_20220326_tweede pijler.indd 33

3/23/2022 12:57:28 PM


PARTNER CONTENT

biedt bedrijven, organisaties en overheden toegang tot het netwerk van De Tijd. Om hun visie, ideeën en oplossingen te delen met de De Tijd-community. Alllianz is zelf verantwoordelijk voor de inhoud.

Met zijn innovatieve LifeCycle-strategieën maakt Allianz het mogelijk om een mooi spaarpotje op te bouwen voor het pensioen én daarbij de

V

erzekeringsmaatschappij Allianz pioniert in ons land met een aanbod van pensioenspaarproducten met LifeCyclestrategieën. Zo was Allianz de eerste maatschappij in België met een LifeCycle-aanbod dat enkel bestaat uit tak 23-beleggingsverzekeringen. ‘Daarmee bieden we een alternatief aan voor de traditionele spaarformules met tak 21-spaarverzekeringen, die wel een gegarandeerde rente bieden, maar waarvan het rendement niet eens voldoende is Bonroy, Head of Technical Life Individual Belgium & Netherlands bij Allianz Benelux. Voor de pensioenproducten van de tweede en derde pijler (zoals zelfstandigen en de groepsverzekering voor loontrekkenden) kunnen klanten van Allianz daarom ook kiezen voor formules met tak 23-beleggingsverzekeringen. Die bieden geen gegarandeerde rente, maar het potentieel rendement is wel hoger, want afhankelijk van de prestaties van de beleggingsfondsen.

NET_11_034_20220326.indd 34

‘Spaarders zijn meer dan vroeger beBonroy. Daarom ontwikkelde de verzekeraar de LifeCycle-strategieën. ‘Het is een moderne oplossing voor pensioenopbouw. De belegging in een mix van fondsen laat toe om een hoger rendement te behalen. Tegelijkertijd kun je met een LifeCycle het risico beheersen in functie van je

mand is, en dus nog ver van zijn pensioen, hoe hoger het toegestane aandeel van rendementsgerichte beleggingen kan zijn. Want hoe langer de beleggingshorizon, hoe meer tijd er is om te herstellen van prijsschommelingen. Naarmate de pensioenleeftijd nadert, wordt de portefeuille steeds meer gericht op zekerheid: de belegging wordt defensiever volgens de levensfases. Deze informatie vindt u ook op mylifecycle.be.

De LifeCycles worden ontwikkeld in samenwerking met vermogensbe-

sleepte Allianz vorig jaar in London on Award in wacht, een award uitgereikt op Europees niveau. Bij klanten die kiezen voor de LifeCycle, wordt de samenstelling van de beleggingsportefeuille aangepast in functie van de levensfase. De klant kiest in functie van zijn eigen rendementsverwachting en risicoappetijt

Paul Bonroy, Head of Technical Life Individual Belgium & Netherlands bij Allianz Benelux

defensief tot dynamisch. Maar voor elk van die beleggingsportefeuilles wordt de samenstelling vervolgens automatisch bijgestuurd naarmate de pensioenleeftijd dichterbij komt.

opgebouwde pensioenkapitaal de laatste jaren voor het pensioen verdampt door een beurscrisis. Het komt erop aan dergelijke ongelukken te vermijden en tegelijkertijd zo lang mogelijk te beleggen in risicovollere beleggingen met een

‘Wie spaart voor zijn pensioen wil natuurlijk niet dat een deel van het

Allianz België.

den Eynde: ‘Het is een perfect voorbeeld van hoe we als internationale maatschappij onze globale knowhow in lijn brengen met de kennis Zo houden de verschillende LifeCycles bij de groepsverzekeringen rekening met het gewaarborgd rendement van minimaal 1,75% dat werkgevers moeten voorzien. ‘We passen onze globale knowhow toe, maar altijd in lijn met de lokale nodien kiezen we ook bewust voor duurzame fondsen. Als bedrijf willen bieden, maar ook positief bijdragen aan de maatschappij en aan een meer duurzame toekomst voor de

3/23/2022 9:35:32 AM


Een initiatief van

Voor de samenstelling van de onderliggende beleggingsportefeuilles kan Allianz rekenen op twee gereputeerde partners. Enerzijds Al-

danks de gegarandeerde rente zet een tak 21-verzekering spaarders op verlies: het rendement is onvoldoen-

bod aan actief beheerde fondsen

Bonroy.

Allianz-groep. Bonroy: ‘De beleggingsportefeuilles worden beheerd door specialisten, die bijsturen wanneer dat nodig is. Wanneer de economische omstandigheden ingrijpend veranderen – zoals nu – kan de beleggingsstrategie worden gewijzigd binnen de vooraf bepaalde grenzen zonder dat de

De LifeCycles bieden een potentieel hoger rendement tegenover de

NET_11_034_20220326.indd 35

Het voorbije jaar konden de tak 23-portfeuilles daarentegen mooie rendementen voorleggen. Voor iemand die meer dan 25 jaar van zijn pensioen verwijderd is, gaven de retail LifeCycles in 2021 een rendement van 6,4% voor het defensieve

Kathleen Van den Eynde, CEO Allianz België

jaar van zijn pensioen is verwijderd, bedroegen de rendementen respectievelijk 2,8% tot 8,8%. Deze rendementen gaan uit van een eenmalige premie die werd gestort begin 2021. ‘Dit toont aan dat het toch mogelijk

sen en tegelijkertijd ten volle te genieten van het potentieel rendeDe producten van Allianz worden exclusief verdeeld via het professioneel makelaarsnetwerk in België. In 2018 werd de groepsverzekering met LifeCycle-strategieën gelanceerd als exclusieve oplossing voor werkgevers. Sinds 2020 worden de LifeCycle-strategieën ook aangeboden aan individuele klanten. En met succes. Meer dan 30% van de nieuwe dossiers worden opgesteld met een LifeCycle-Strategie. Van den Eynde: ‘De LifeCycle-strategie raakt een gevoelige snaar. Daarom willen we hier nog harder op inzetten, om zoveel mogelijk mensen de kans te geven een mooie spaarpot op te

3/23/2022 9:35:32 AM


Tweede pijler / aanvullend pensioen

VAPW: een aanvullend pensioen dat u via uw werkgever volledig uit eigen zak betaalt Niet alle werknemers hebben een groepsverzekering van het bedrijf waar ze werken. Voor hen werd in 2019 het vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW) in het leven geroepen. Ook werknemers met slechts een beperkte groepsverzekering kunnen ervan gebruikmaken. Tekst: Dirk Selleslagh

S

inds 2019 kunt u zelf het initiatief nemen om te sparen voor een vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW). Voorlopig loopt het niet storm voor deze spaarformule: volgens de statistieken van de pensioendatabank Sigedis waren er op 1 januari 2021 welgeteld 844 werknemers aangesloten. Daarvan hadden 126 mensen alleen een VAPW, alle anderen hadden nog een of meer andere pensioenplannen. De combinatie met een sectorplan is het populairst, met 366 aangeslotenen.

VAPW zonder groepsverzekering Deze pensioenspaarformule is in de eerste plaats bedoeld voor werknemers van wie de werkgever geen aanvullend pensioen aanbiedt. Als u een vrij aanvullend pensioen wilt opbouwen, moet u dat aan uw werkgever laten weten. Die zal de door u gekozen bijdrage inhouden van uw nettoloon en doorstorten aan de pensioeninstelling. U kunt zelf de invulling van uw VAPW bepalen. U kunt via een verzekeraar gaan, waarbij u de keuze hebt tussen tak 21, tak 23 of een combinatie van beide. Bij een tak 21-verzekering is er een rendementsgarantie en een winstdeelname. U bent dan zeker dat uw kapitaal minstens behouden blijft.

Bij tak 23 neemt u meer risico, met doorgaans een potentieel hoger rendement. U mag zelf beslissen hoeveel u jaarlijks spaart, maar het gespaarde bedrag moet wel onder een bepaald plafond blijven. Het mag in 2022 niet hoger liggen dan 1.670 euro of maximaal 3 procent van het brutoloon dat u twee jaar geleden (in dit geval 2020) kreeg. In dat laatste geval kan het bedrag toch 1.670 euro overstijgen. VOORBEELD: Stel dat u in 2020 een loon had van 50.000 euro, dan mag u in 2022 voor maximaal 1.670 euro bijdragen storten in uw VAPW-overeenkomst. Maar als u twee jaar geleden een loon had van 70.000 euro, dan mag u in 2022 voor maximaal 2.100 euro (3% van 70.000) storten in uw VAPW. De bijdragen die u betaalt, komen in aanmerking voor een belastingvermindering van 30 procent in de personenbelasting. De bijdragen voor het VAPW zijn onderworpen aan een premietaks van 4,4 procent. Bij de uitkering is een dubbele sociale bijdrage verschuldigd, namelijk een RIZIV-bijdrage van 3,55 procent en een solidariteitsbijdrage van 0 tot 2 procent. Daarbovenop wordt het aanvullend pen-

844 Voorlopig loopt het niet storm voor het vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW). Volgens de pensioendatabank Sigedis waren er op 1 januari vorig jaar nauwelijks 844 werknemers aangesloten.

sioen ook nog belast tegen 10 procent. In tegenstelling tot pensioenplannen waarbij het kapitaal wordt opgebouwd met werkgeversbijdragen is er geen verhoogd tarief van 16,5 procent als u met vervroegd pensioen gaat.

VAPW als aanvulling Ook als u van uw werkgever maar een beperkte groepsverzekering krijgt aangereikt, kunt u uw pensioen met een VAPW aanvullen. Om te weten of u in aanmerking komt voor het VAPW en hoeveel u in uw specifieke geval mag inleggen, moet u kijken naar uw brutoloon van twee jaar geleden, de al opgebouwde pensioenreserve en de gemiddelde rentevoet die wordt gebruikt om uw aanvullend-pensioenopbouw van 2 jaar geleden te berekenen. Dat klinkt ingewikkeld, maar valt in de praktijk wel mee. Mypension.be bevat een module die dat feilloos en automatisch voor u berekent. VOORBEELD: Had u twee jaar geleden een inkomen van 40.000 euro, dan zou u maximaal 1.670 euro kunnen inleggen. Maar als u de voorbije twee jaar een reserve van 123 euro opbouwde, wordt dit van het maximumbedrag afgetrokken en kunt u niet meer dan 1.547 euro aan VAPW-bijdragen betalen. Als de pensioenbouw over de voorbije twee jaar gelijk aan of groter is dan het bedrag dat u op basis van uw brutoloon mag besteden, komt u niet in aanmerking voor het VAPW. VOORBEELD: Als u twee jaar geleden een brutoloon van 60.000 euro had, bedraagt uw maximumbedrag voor het VAPW 1.800 euro (3% van het loon) Maar als u een pensioenopbouw van 2.124,73 euro had, blijft er geen ruimte over om in het VAPW te stappen.

36 I NETTO MAART 2022

NET_11_023_20220326_tweede pijler.indd 36

3/23/2022 12:57:29 PM


Derde pijler:

pensioensparen & langetermijnsparen Wie jong is, staat meestal niet stil bij de centen die later nodig zullen zijn voor een zorgeloze oude dag. Toch zijn alle experts het erover eens: begin zo vroeg mogelijk zelf te sparen voor uw pensioen, via een pensioenspaarverzekering of een pensioenspaarfonds.

38

Begin er al mee op jonge leeftijd

40

Stortingen opvoeren nefast voor 55-plussers

42

Tips voor wie meer rendement wil

44

Zo vermijdt u de fiscale val

46

In welke maand stort u het best?

MAART 2022 NETTO I 37

NET_11_037_20220326_derde pijler.indd 37

3/23/2022 1:07:52 PM


Derde pijler / pensioensparen & langetermijnsparen

Spaar al op zeer jonge leeftijd voor uw zeer oude dag Als u pas begint te werken, denkt u meestal nog niet aan uw pensioen of aan pensioensparen. Maar ook hier geldt: vroeg begonnen, is half gewonnen. Tekst: Sonja Verschueren

B

ehalve het wettelijk en het aanvullend pensioen bestaat ons pensioensysteem ook uit een derde pijler: het kapitaal dat u via het systeem van pensioensparen aan de kant zet voor later. Hoe sneller u daarmee begint, hoe beter. Niet alleen kunt u dan langer sparen; wat u spaart, rendeert ook telkens weer. Het principe van de samengestelde rente, heet dat. VOORBEELD: Stel dat u op uw 25ste elke maand 100 euro belegt, dan levert u dat na 40 jaar bij een jaarlijks rendement van 5 procent 152.602 euro op. Stel dat u pas op uw 45ste begint, en u dus nog maar 20 jaar kunt sparen tot de huidige wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar, dan hebt u ‘slechts’ 41.103 euro gespaard, of ruim 100.000 euro minder.

WIST U DAT? Stel dat u op uw 25ste elke maand 100 euro belegt, dan levert u dat na 40 jaar bij een jaarlijks rendement van 5 procent 152.602 euro op. Stel dat u pas op uw 45ste begint te beleggen, dan zult u op uw 65ste ruim 100.000 euro minder hebben gespaard.

Uiteraard houdt deze denkoefening geen rekening met de kosten en met het moment waarop u instapt, maar het voorbeeld geeft wel aan dat het belangrijk is om vroeg te beginnen met dat pensioensparen. En ja, in België kunnen we terugvallen op een wettelijk pensioen en sparen veel werknemers en zelfstandigen in een aanvullend pensioen. Maar dat wettelijk pensioen ligt een pak lager dan uw laatste loon. Bovendien leven we ook almaar langer, waardoor het belang van een eigen spaarpotje toeneemt. Ten slotte genieten pensioenspaarders ook een fiscaal voordeel. Van elk bedrag dat u spaart in een pensioenspaarfonds of -verzekering recupereert u het jaar daarna een stukje via uw belastingaangifte. Belegt u tot 990 euro, dan hebt u recht op een belastingvermindering van 30 procent. Spaart u meer, tot maximaal 1.270 euro, dan maakt u aanspraak op een belastingvermindering van 25 procent. Nog deze tip: als u optimaal wilt gebruikmaken van dat fiscaal voordeel, doet u er goed aan ook die centen weer te beleggen. 38 I NETTO MAART 2022

NET_11_037_20220326_derde pijler.indd 38

3/23/2022 1:07:53 PM


We leven almaar langer, waardoor het belang van een eigen spaarpot nog toeneemt.

MAART 2022 NETTO I 39

NET_11_037_20220326_derde pijler.indd 39

3/23/2022 1:07:56 PM


Derde pijler / pensioensparen & langetermijnsparen

Meer storten voor pensioen is uit den boze voor 55-plussers 55-plussers die hun storting voor het langetermijnsparen of pensioensparen van het ene op het andere jaar verhogen, dreigen zwaarder te worden belast. Tekst: Peter Van Maldegem

E

r zijn verschillende manieren om fiscaalvriendelijk te sparen voor uw pensioen. De bekendste is het individueel pensioensparen via een verzekering of bankfonds. In 2022 kunt u tot 1.270 euro storten, waarop dan een belastingvermindering van 25 procent geldt. Wie 990 euro of minder stort, krijgt een belastingvermindering van 30 procent. Bijna 4 miljoen Belgen doen aan pensioensparen. Een groeiende groep Belgen heeft ook het langetermijnsparen ontdekt. Via die formule kunt u in 2022 tot maximaal 2.350 euro storten, waarop een belastingvermindering van 30 procent geldt. Langetermijnsparen kan alleen via een verzekering. Het fiscale voordeel kunt u cumuleren met dat van het pensioensparen, maar niet met de belastingaftrek van de meeste woonleningen. Het gaat om leningen voor de eigen woning die zijn afgesloten voor 2016 en om alle leningen die zijn aangegaan voor een tweede woning. Wie zo’n lening heeft lopen, zal niet veel ruimte meer hebben om aan langetermijnsparen te doen. Het langetermijnsparen is vooral populair bij ouderen, omdat die vaak geen lening meer moeten afbetalen. Bovendien kunt u bij langetermijnsparen veel langer het fiscale voordeel genieten dan bij pensioensparen. Tot de leeftijd van 64 jaar kunt u een nieuw contract voor langetermijnsparen afsluiten met onbeperkte looptijd. Zo kunt u tot ver na uw 64ste nog storten met een fiscaal voordeel. Bij pensioensparen kunt u na de leeftijd van 64 jaar niet langer dat fiscaal voordeel genieten. Voor dat fiscale voordeel gelden in beide formules wel voorwaarden. Zo moet bij langetermijnsparen het contract minstens 10 jaar lopen, en bij pensioensparen moet u minstens 5 jaar storten over de hele looptijd. In beide formules kunt u ook niet zomaar uw centen opvragen en moet u wachten tot 60 jaar (pensioensparen via fonds) of het einde van uw contract als u fiscaal niet gestraft wilt worden.

Premieverhoging bij langetermijnsparen En dan is er nog de adder onder het gras voor 55-plussers. Het gaat meer bepaald om 55-plussers die beslissen hun storting in een bepaald jaar te verhogen. Wie dat doet, riskeert zwaarder belast te worden, omdat het moment van belasting opschuift en er meer premies worden belast. VOORBEELD: Wie een contract langetermijnsparen afsloot voor zijn 55ste en een premieverhoging na die leeftijd doorvoert, wordt niet belast op 60 jaar zoals voorzien, maar 10 jaar na het moment van de premieverhoging, of op de datum waarop het contract wordt vereffend als die vroeger ligt. De belasting van 10 procent (langetermijnsparen) gebeurt op alle stortingen die u tot dan hebt gedaan. Het gevolg is dat u op meer stortingen zult worden belast dan wanneer u geen verhoging had gedaan. Meer nog, als het contract na de premieverhoging minder dan 10 jaar loopt, kunt u volgens een strikte interpretatie van de fiscale regels op die premies geen belastingvermindering meer vragen. U wordt dan dubbel gestraft. > Concreet: u sloot een contract af op uw 45ste en stortte elk jaar 500 euro. Op uw 58ste beslist u 1.000 euro te storten. Dan zult u niet op uw 60ste belast worden, maar op uw 68ste. Loopt uw contract maar tot 65 jaar, dan wordt u op uw 65ste belast. Op de hogere premies vanaf 58 jaar geniet u in dat laatste geval in principe geen belastingvermindering, omdat het contract geen 10 jaar meer loopt. Al is die interpretatie voor discussie vatbaar. Wie een contract na 55 jaar afsloot, wordt in principe 10 jaar na het begin van het contract belast. Voert u intussen een premieverhoging door, dan schuift het moment van taxatie op tot 10 jaar na de premieverhoging, of de eindvervaldag van het contract als die vroeger ligt. In dat laatste geval geldt dat de premieverhogingen geen recht geven op een belastingvermindering, omdat het contract na de verhoging geen 10 jaar meer loopt.

40 I NETTO MAART 2022

NET_11_037_20220326_derde pijler.indd 40

3/23/2022 1:07:57 PM


> Premieverhogingen voor langetermijnsparen na 65 jaar zijn sowieso uit den boze. ‘Het is wettelijk niet mogelijk een langetermijnspaarcontract aan te gaan na uw 65ste verjaardag. Daarom worden premieverhogingen na 65 jaar ook niet toegestaan’, zegt de verzekeringskoepel Assuralia.

Premieverhoging bij pensioensparen Bij pensioensparen geldt dezelfde redenering. Wie aan pensioensparen doet via een verzekering wordt op zijn 60ste belast tegen 8 procent. Zo’n contract loopt in principe tot 65 jaar. Een premieverhoging na 55 jaar resulteert dan in een taxatie aan het einde van het contract, op uw 65ste, in plaats van op uw 60ste. De fiscus geeft hier geen indicatie over de belastingvermindering, zodat die hogere premie in dit geval mogelijk wel als belastingvermindering kan worden aangegeven. Bij pensioenspaarfondsen is het verhaal nog complexer, omdat die fondsen geen eindvervaldag kennen. Iedereen kan vrij beslissen wanneer hij het geld van zijn fonds opvraagt. ‘Een verhoging van de premie op 58 jaar zou betekenen dat de taks van 8 procent, die in principe op 60 jaar wordt afgehouden, verschuift naar 68 jaar en dat die op alle stortingen wordt berekend. Als u het kapitaal voor die datum opneemt, moet dat volgens een strikte interpretatie gebeuren tegen het geldende tarief van 33 procent in de personenbelasting. Al zijn er uitzonderingen’, zegt de bankenfederatie Febelfin.

iedereen zal de maximale storting van 2.350 euro mogelijk zijn, omdat de inkomsten na belastingen te laag zijn om deze maximale belastingvermindering te genieten. Ook Isabelle Marchand, woordvoerster van Febelfin, wijst erop dat banken in principe complexe constructies voorkomen door geen verhogingen meer toe te laten na 55 jaar. ‘Het is een technische en complexe materie, mee door het uitblijven van concrete bepalingen van de overheid. Zo is er geen duidelijk standpunt over wat wordt verstaan onder een ‘verhoging’ van de stortingen bij het pensioensparen. Daardoor geldt in de sector een pragmatische werkwijze’, zegt Marchand. Algemeen gaat men ervan uit dat stortingen die de indexatie volgen geen verhogingen zijn. Ook het invoeren van een tweede plafond (1.230 euro in 2018) werd niet als een verhoging gezien als men van het ene naar het andere maximum overging. Duidelijk is wel dat bij pensioenspaarproducten de leeftijd van 54 jaar een sleutelmoment is om te bepalen hoeveel procent men spaart tegenover het wettelijk maximum. Ook voor langetermijnsparen is 54 jaar een sleutelleeftijd. ‘Bij levensverzekeringen met variabele premies aanvaardt de fiscus dat er gekeken wordt naar het gemiddelde van de premies, gestort in de 5 voorafgaande jaren’, zegt Wiels. Voor contracten die later dan 55 jaar zijn afgesloten, is het scharnierpunt het jaar voor de laatste 10 jaar van het contract, en sowieso niet later dan 64 jaar.

64 jaar Nog tot de leeftijd van 64 jaar kunt u een contract langetermijnsparen afsluiten waarin u jaarlijks maximaal 2.350 euro kunt storten. Daarop is dan een belastingvermindering van 30 procent van toepassing.

WIST U DAT? Wie een contract na 55 jaar afsluit, wordt in principe 10 jaar na het begin van het contract belast. Voert u intussen een premieverhoging door, dan schuift het moment van taxatie op tot 10 jaar na de premieverhoging, of tot de eindvervaldag van het contract als die vroeger ligt.

Netelige kwesties Zowel Febelfin als Assuralia beklemtoont dat het er alles aan doet zijn cliënten uit die fiscaal netelige kwesties te houden. ‘Gelet op de fiscale gevolgen zijn premieverhogingen vanaf 55 jaar af te raden. In de sector bestaan maatregelen om consumenten daarvoor te waarschuwen’, zegt Peter Wiels, woordvoerder van Assuralia. De sector wijst er ook op dat er doorgaans constante bedragen worden afgesproken voor het langetermijnsparen, ook al omdat de maximale storting die in aanmerking komt voor een belastingvermindering afhankelijk is van het inkomen. Niet voor

TIP! Voorkom problemen en stort in het jaar waarin u 54 jaar wordt een bedrag dat u ook de komende jaren wilt aanhouden.

MAART 2022 NETTO I 41

NET_11_037_20220326_derde pijler.indd 41

3/23/2022 1:07:57 PM


Derde pijler / pensioensparen & langetermijnsparen

Laat de hoge inflatie uw pensioenspaarpot niet kraken Bijna 1,5 miljoen Belgen doen aan pensioensparen via een verzekering. De grote meerderheid doet dat met een veilige tak 21-verzekering, maar in een klimaat van hoge inflatie zijn er betere alternatieven. Tekst: Peter Van Maldegem

W

ie fiscaal voordelig aan pensioensparen doet, heeft de keuze tussen producten van zijn bank of van zijn verzekeraar. Meer dan 1,7 miljoen Belgen kiezen voor een pensioenspaarfonds bij hun bank en bijna 1,5 miljoen Belgen sparen via een verzekering. Die pensioenspaarverzekeringen bestaan vooral uit veilige tak 21-producten. Dat zijn een soort spaarrekeningen waarop de rente jaarlijks kan variëren, maar waarop u altijd een gegarandeerde rente krijgt van minstens 0 procent. Daardoor hebt u een kapitaalgarantie. Ondanks de ultralage marktrentes brachten tak 21-verzekeringen de voorbije jaren toch voldoende op om de inflatie te compenseren. Maar dat was in 2021 wel anders. De inflatie liep op tot 5,7 procent, gevoelig hoger dan het gemiddelde rendement van 1,5 procent dat tak 21-verzekeringen opleverden. Dit betekent dat uw pensioenkapitaal in een tak 21-verzekering voor het eerst aan koopkracht inboette.

Een fonds als alternatief voor de tak 21-verzekering? Steeds meer verzekeraars zetten door de lage rente en de hoge inflatie hun tak 23-fondsen in de etalage. Die fondsen bieden geen kapitaalgarantie, maar in ruil krijgt u op termijn een potentieel hoger rendement. Waarmee moet u rekening houden als u wilt overschakelen op een tak 23-fonds?

> Switchen van een tak 21contract naar een tak 23-fonds ligt niet altijd voor de hand Zo mag u maar één pensioenspaarcontract per verzekeraar hebben. Bij sommige verzekeraars kunt u binnen hetzelfde pensioenspaarcontract zowel in tak 21 als in tak 23 storten, maar bij andere verzekeraars is er een strikte opdeling. Wie dan van tak 21 naar tak 23 wil overstappen, moet zijn opgebouwde reserves in tak 21 volledig overzetten naar tak 23 als hij bij dezelfde verzekeraar wil blijven. Al zijn er alternatieven. Zo kan de spaarder zijn reserves in tak 21 laten staan en een tak 23-contract openen bij een andere verzekeraar. Of hij kan een pensioenspaarcontract bij een bank openen en daar kiezen voor een fonds. Op die manier blijven de opgebouwde reserves defensief belegd en komen nieuwe stortingen in een fonds terecht. Uiteraard is de beleggingshorizon belangrijk. Wie de pensioenleeftijd nadert, stapt beter niet meer over naar fondsen, en al zeker niet naar risicovolle fondsen.

> Weet dat u in hetzelfde jaar maar in één pensioenspaarcontract kunt storten U kunt per fiscaal jaar slechts de premies van één contract fiscaal in mindering brengen. Hebt u een tak 21-contract bij een verzekeraar en een fonds bij de bank, dan moet u elk jaar de keuze maken in welk product u stort. 42 I NETTO MAART 2022

NET_11_037_20220326_derde pijler.indd 42

3/23/2022 1:07:58 PM


> U moet kiezen tussen uw bank of verzekeraar Die keuze ligt niet voor de hand, omdat de verschillen groot zijn. De belangrijkste verschillen tussen bancaire pensioenspaarfondsen en tak 23-fondsen op een rij.

1. AANBOD Bij de meeste banken in België kunt u aan pensioensparen doen. Vijf banken (KBC, BNP Paribas Fortis, Belfius, Crelan en Fintro) bieden drie verschillende fondsen aan, opgedeeld volgens risicoprofiel. De fondsen beleggen rechtstreeks in individuele aandelen en obligaties. Afhankelijk van het risicoprofiel beleggen de fondsen tussen 30 en 80 procent in aandelen. Bij de verzekeraars hebt u doorgaans de keuze uit meerdere tak 23-fondsen binnen hetzelfde contract. Het gaat bijna altijd over pure aandelenfondsen of gemengde fondsen, die zowel in aandelen als in obligaties beleggen. Sommige verzekeraars beheren hun fondsen niet zelf, maar besteden dat uit aan externe fondsbeheerders. Bij Athora kan de belegger kiezen uit 43 externe fondsen. Het gaat om fondsen van 25 gerenommeerde fondsenhuizen, zoals Flossbach von Storch, Nordea, Carmignac en Fidelity. Eenzelfde verhaal bij Allianz, dat 24 tak 23-fondsen aanbiedt. Ook hier worden sommige fondsen beheerd door externe fondsenhuizen, denk aan JPMorgan, DPAM, Nordea en DNCA. Ook biedt de verzekeraar drie lifecyclefondsen aan. Daarin gebeurt elk kwartaal een automatische herbalancering in functie van het gekozen risicoprofiel en de resterende looptijd. Naarmate de pensioenspaarder ouder wordt, wordt defensiever belegd. P&V/Vivium biedt binnen het pensioensparen vijf tak 23-fondsen aan. Vier ervan beleggen onderliggend in een gemengd fonds, beheerd door DPAM; één fonds wordt beheerd door de specialist in duurzame beleggingen Funds for Good. Bij AG Insurance heeft de belegger de keuze uit vijf fondsen voor verschillende risicopro-

fielen. Sommige van die fondsen beleggen onderliggend in andere fondsen. Bij AXA Verzekeringen, DVV en NN bestaat het tak 23-aanbod voor pensioensparen uit één fonds. Bij AXA is dat AXA Plan Multifund, een flexibel fonds dat gemiddeld 50 procent in aandelen belegt. Dat gebeurt door onderliggend te beleggen in verschillende AXA-fondsen. Bij NN gaat het ook om het gemengde fonds NN Life Patrimonial Future.

In een tak 21-verzekering boette uw pensioenkapitaal vorig jaar voor het eerst aan koopkracht in. 2. FLEXIBILITEIT Niet alleen het aanbod is ruimer bij de tak 23-fondsen, ook de flexibiliteit is doorgaans groter. Wie bij zijn bank een pensioenspaarcontract afsluit, moet kiezen uit één fonds dat de bank aanbiedt. Bij een

verzekeraar kunt u meestal voor meerdere fondsen binnen hetzelfde pensioenspaarcontract gaan. En u kunt doorgaans vrij bewegen tussen de fondsen. Bij Athora kunnen tijdens de loop van het contract fondsen toegevoegd worden, fondsen verwijderd worden of reserves overgeschreven worden van het ene fonds naar het andere. Bij AXA Verzekeringen is er één tak 23-fonds, maar zit de flexibiliteit in de switch die u kunt maken van tak 21 naar tak 23, of omgekeerd. Wie een contract Pension Plan Fisc onderschrijft, kan ofwel voor 100 procent tak 21, voor 100 procent tak 23 of voor een combinatie van tak 21 en tak 23 kiezen. Die combo kan ook altijd aangepast worden. Ook bij P&V/Vivium worden de tak 23-fondsen aangeboden in een combiproduct met tak 21, waarbij de klant vrij zijn portefeuille kan samenstellen. Let op, ook bij de bank hebt u de mogelijkheid om uw portefeuille defensiever of dynamischer te maken. Wie altijd in een dynamisch fonds heeft gestort, kan bijvoorbeeld vanaf 55-jarige leeftijd voor de defensieve variant bij dezelfde bank kiezen. De opgebouwde reserves moeten dan wel overgezet worden naar de defensieve variant.

TIP Bij tak 23-fondsen let u maar beter op voor de kosten. De jaarlijkse kosten, die bestaan uit de beheerskosten van de verzekeraar en de kosten van het onderliggende fonds, kunnen soms boven 3 procent uit komen. Bij de pensioenspaarfondsen die u bij de bank kunt kopen, liggen de jaarlijkse kosten tussen 1 en 1,7 procent.

MAART 2022 NETTO I 43

NET_11_037_20220326_derde pijler.indd 43

3/23/2022 1:07:59 PM


Derde pijler / pensioensparen & langetermijnsparen

Bij dezelfde bank is de overdracht van reserves van het ene naar het andere fonds gratis. Wie een nieuw contract bij een andere bank opent, kan zijn reserves in het oude contract laten staan of zijn reserves naar dat nieuwe contract overdragen. Bij zo’n overdracht worden meestal transferkosten aangerekend door de bank die u verlaat. Maar met wat geluk neemt de ‘nieuwe’ bank die voor haar rekening. U betaalt geen instapkosten bij de nieuwe bank voor overgedragen reserves.

43 Bij Athora kan de pensioenspaarder kiezen uit 43 verschillende tak 23-fondsen, beheerd door externe fondsenhuizen.

3. KOSTEN Een belangrijk verschil tussen de bankfondsen en de tak 23-fondsen zijn de kosten. De eenmalige instapkosten, die aangerekend worden bij elke storting, liggen bij de banken tussen 0 en 3 procent. Doorgaans gaat het om vaste kosten waarover niet onderhandeld kan worden. Bij verzekeraars is dat anders. Daar kan de pensioenspaarder bij zijn makelaar lagere instapkosten onderhandelen. Omdat de maximale instapkosten heel wat hoger liggen dan bij de bankfondsen is onderhandelen cruciaal. Bij P&V/Vivium liggen de maximale instapkosten op 7 procent, maar komen ze gemiddeld op 3 procent uit, luidt het bij de verzekeraar. Een tweede type kosten zijn de jaarlijks terugkerende kosten voor het beheer, de distributie en de administratie van het fonds. Die kosten merkt u zelf niet, omdat ze dagelijks proportioneel worden afgehouden van de inventariswaarde van het fonds. Bij de bankfondsen liggen de jaarlijkse kosten van pensioenspaarfondsen tussen 1 en 1,7 procent. Bij tak 23-fondsen liggen die gevoelig hoger. Ook ligt het niet altijd voor de hand om de exacte kosten te weten te komen. Soms zijn wel de beheerskosten van de verzekeraar weergegeven, maar niet de kosten die de onderliggende externe fondsen aanrekenen. De belegger betaalt de som van beide. In vele gevallen komen die totale kosten boven 2 procent per jaar uit. In extreme gevallen gaat het zelfs om meer dan 3 procent. Dat betekent dat de beheerder jaarlijks minstens 3 procent rendement moet halen om de kosten te compenseren. De vraag is dan of de meerwaarde die de externe fondsen bieden niet volledig afgeroomd wordt door hogere kosten. Uitkijken is de boodschap.

WIST U DAT? U kunt bij verschillende banken of verzekeraars een pensioenspaarcontract openen. Al kunt u in hetzelfde jaar maar in één contract storten.

Trap niet in de fiscale val

S

paart u zelf voor uw pensioen, via een fonds of een verzekering? Let dan op hoeveel u stort. Soms is iets minder sparen fiscaal interessanter. Sinds 2018 kunt u als pensioenspaarder kiezen tussen twee systemen. Ofwel stort u maximaal 990 euro (inkomstenjaar 2021), en dan krijgt u daarop een belastingvermindering van 30 procent. Ofwel stort u meer dan 990 euro met een maximum van 1.270 euro, en dan hebt u op dat volledige bedrag een belastingvermindering van 25 procent. Als u voor dat tweede systeem kiest - en dus meer dan 990 euro overmaakt - is het zaak om niet in de fiscale val te trappen. Dat doet u als u tussen 990 en 1.188 euro stort. VOORBEELD: U doet voor 1.000 euro aan pensioensparen. Via uw belastingaangifte het jaar erna recupereert u 25 procent of 250 euro. Maar had u uw storting beperkt tot 990 euro (met een belastingvermindering van 30 procent), dan had u 297 euro kunnen recupereren. Wilt u dus een groter fiscaal voordeel als u voor het systeem tot 1.270 euro kiest, dan moet u meer dan 1.188 euro overmaken. Stort u dat bedrag, dan bedraagt het voordeel 297 euro, evenveel als wanneer u 990 euro stort. In 2020 (recentste cijfers) kozen ruim 105.000 pensioenspaarders voor het systeem met de belastingvermindering van 25 procent, zo blijkt uit cijfers van de FOD Financiën. De overgrote meerderheid - 95.786 pensioenspaarders stortte exact 1.270 euro. Zo’n 6.649 spaarders betaalden tussen 1.188 en 1.270 euro, en lieten zich dus niet vangen. Een minderheid lette niet goed op, en trapte wel in de fiscale val: 2.912 pensioenspaarders stortten tussen 990 en 1.188 euro, waarbij hun fiscaal voordeel lager uitviel dan als ze hun storting hadden beperkt tot 990 euro. VES

In de fiscale val trapt u als u jaarlijks tussen 990 en 1.188 euro stort voor pensioensparen.

44 I NETTO MAART 2022

NET_11_037_20220326_derde pijler.indd 44

3/23/2022 1:08:00 PM


Het

Haar glimlach ook! Scan me om een gift te maken

MEER DAN EEN GEWONE Ee n

Streef mee naar meer autonomie voor

v r a ag ?

Ik zou graag meer willen weten over legaten.

Voornaam: ........................................................................................

Tel.: .......................................................................................

Naam:..................................................................................................

Email: ..................................................................................

Adres: .............................................................................................................................................................................................................. Stuur het ingevulde strookje naar : Vrienden der Blinden, H. Noterdaemestraat 1, 8670 Koksijde.

VDB22-01

Insertion_Monargentmagazine.indd 1 NET_11_045_20220326.indd 45

14-03-22 16:30:45 3/23/2022 9:35:54 AM


Derde pijler / pensioensparen & langetermijnsparen

Storten in januari levert de grootste pensioenspaarpot op Veel Belgen wachten tot eind december om hun jaarlijkse storting voor pensioensparen in orde te brengen, anderen storten maandelijks een vast bedrag. Maar wie zijn pensioenspaarpot wil maximaliseren, stort het best het volledige bedrag in januari. Tekst Peter Van Maldegem

W

ie aan pensioensparen doet, krijgt jaarlijks een belastingvermindering van 25 procent (stortingen tot 1.270 euro) of 30 procent (stortingen tot 990 euro). In ruil voor dat fiscaal voordeel is er een eindbelasting van 8 procent die op zestigjarige leeftijd wordt aangerekend. Zowel de belastingvermindering als de eindbelasting is onafhankelijk van het moment waarop u de storting doet. Stort u telkens het volledige bedrag in januari, dan zal dat fiscaal op hetzelfde neerkomen als wanneer u het volledige bedrag telkens in december betaalt. Het moment waarop u stort, heeft wel een grote impact op de grootte van de pensioenspaarpot die u opbouwt. We maken hierbij een onderscheid tussen de pensioenspaarverzekeringen, die uitsluitend in veilige tak 21-producten beleggen, en de pensioenspaarfondsen. U kunt zowel via uw verzekeraar (tak 23) als via uw bank in een fonds beleggen.

1. U kiest voor een pensioenspaarverzekering tak 21 Bij een spaarverzekering met gegarandeerde rente begint de rente te lopen zodra u stort. Hoe vroeger u betaalt, hoe meer kapitaal u opbouwt. Wie zijn pensioenkapitaal wil maximaliseren, stort dus het best zo vroeg mogelijk. Het volledige bedrag in januari overmaken geeft de beste resultaten.

2. U kiest voor een pensioenspaarfonds Bij pensioenspaarfondsen is de ideale timing van de storting niet zo rechtlijnig te bepalen. In tegenstelling tot de (tak 21-) verzekeringen bieden de fondsen geen vaste en gegarandeerde rente. Omdat de fondsen ook in aandelen beleggen, zijn ze onderhevig aan de grillen van de beurs en kan hun waarde (tijdelijk) dalen.

Het beste moment om in een pensioenspaarfonds te storten is als het fonds zijn laagste koers van het jaar bereikt. Op dat moment krijgt u voor hetzelfde gestorte bedrag het grootste aantal deelbewijzen en bouwt u een grotere pensioenspaarpot op. In 2018 bereikten de pensioenspaarfondsen hun laagste koers eind december, in 2016 was dat eind februari. Helaas heeft niemand een glazen bol, en kan het ideale moment niet worden voorspeld. Daarom gaat u beter voor een systematische aanpak, waarbij u elk jaar op hetzelfde moment geld overmaakt. In de voorbije 30 jaar eindigden de pensioenspaarfondsen het jaar in driekwart van de gevallen hoger dan dat ze het begonnen waren. Systematisch storten in januari was dus de beste keuze. Berekeningen tonen aan dat wie de voorbije 30 jaar systematisch begin januari in een fonds had gestort, een pensioenspaarpot opbouwde die 7 procent groter was dan wie telkens eind december had betaald. In de praktijk kiest nog altijd een kleine 20 procent van de Belgen voor die lastminutestorting in december. Zij missen dus een deel van het rendement. De grote meerderheid hanteert een doorlopende opdracht met een maandelijkse storting. Op die manier hebben ze op het einde van het jaar ook het volledige bedrag betaald. Die periodieke storting is een goede manier om emoties uit te schakelen en vereist ook niet dat u meteen een groot bedrag neertelt. Toch leidt het niet tot de beste resultaten. De pensioenspaarpot die deze spaarders de voorbije 30 jaar opbouwden, is nog altijd 3 procent kleiner dan het bedrag van pensioenspaarders die begin januari stortten. De maandelijkse stortingen leiden wel tot een hoger bedrag dan dat van de last-minutebetalers. Dat toont aan dat last-minutebetalers beter hun routine doorbreken om in december te storten.

7% Wie de voorbije 30 jaar systematisch het volledige bedrag in januari in een pensioenspaarfonds stortte, heeft vandaag een kapitaal dat 7 procent hoger ligt dan wie het volledige bedrag systematisch eind december stortte.

WIST U DAT? In welke maand u precies stort, heeft geen impact op de fiscaliteit van uw pensioenspaarfonds, maar bepaalt wel met hoeveel uw pensioenspaarpot aangroeit.

Het beste moment om in een pensioenspaarfonds te storten is wanneer het fonds zijn laagste koers van het jaar bereikt. Helaas kan niemand dat voorspellen, dus is het beter om elk jaar op een vast moment te betalen.

46 I NETTO MAART 2022

NET_11_037_20220326_derde pijler.indd 46

3/23/2022 1:08:00 PM


Vroeger stoppen met werken Velen dromen ervan om al vóór hun 65ste het wat kalmer aan te doen of simpelweg te genieten. Wat zijn de fiscale gevolgen van zo’n beslissing? En hoeveel spaargeld moet u aan de kant hebben staan?

48

Fiscus streng voor wie niet tot zijn 65ste actief blijft

53

Hoeveel sparen als u veel eerder met ‘pensioen’ wilt?

MAART 2022 NETTO I 47

NET_11_047_20220326_blok 4.indd 47

3/23/2022 2:18:01 PM


Vroeger stoppen met werken / fiscale gevolgen

Fiscus onverbiddelijk voor wie niet tot zijn 65ste actief blijft Wat als u niet tot uw 65ste (of straks: 67ste) aan de slag wilt blijven? Heeft dat gevolgen voor uw wettelijk pensioen? Mag u uw groepsverzekering al opnemen? En kunt u zomaar gaan bijklussen? Tekst: Dirk Michielsen

O

f u nu werknemer, zelfstandige of ambtenaar bent, met vervroegd pensioen gaan betekent dat u er vóór de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar beroepsmatig mee ophoudt. Die wettelijke pensioenleeftijd schuift de komende jaren trouwens nog op: vanaf 2025 bedraagt de wettelijke pensioenleeftijd 66 jaar, vanaf 2030 is dat 67 jaar. Vóór de leeftijd van 65 jaar met pensioen gaan kan trouwens niet zomaar. Als u met vervroegd pensioen wilt, moet u eerst een minimaal aantal jaren gewerkt hebben. ‘Als u op uw 60ste met pensioen wilt, moet u 44 loopbaanjaren op de teller hebben staan. Dat betekent dus dat u al op 16-jarige leeftijd aan de slag moet zijn gegaan. Als u met pensioen wilt als u 61 of 62 bent, moet u 43 jaar gezwoegd hebben. Voor een pensionering op 63 jaar moet u 42 loopbaanjaren achter de rug hebben’, zegt Geert Vermeir, juridisch adviseur bij hr-dienstenleverancier SD Worx. Ter info: we spreken van een loopbaanjaar als u minstens één derde van een voltijds arbeidsregime hebt gewerkt of een daarmee gelijkgestelde periode achter de rug hebt.

1

Wat betekent vroeger stoppen met werken voor mijn wettelijk pensioen?

Dat betekent niet dat u vanaf dan uw volledig wettelijk pensioen zult ontvangen, want daarvoor zijn 45 loopbaanjaren vereist. Met andere woorden: als u met vervroegd pensioen gaat, zult u een stuk inleveren op het volledig wettelijk pensioenbedrag waarop u recht hebt na een actieve loopbaan van 45 jaar. Hoeveel u inlevert, hangt uiteraard af van uw inkomen. Maar ook andere parameters spelen een rol, bijvoorbeeld of u tijdens uw loopbaan van statuut bent veranderd. Misschien bent u tijdens uw loopbaan overgeschakeld van een werknemers- naar een zelfstandigen- of ambtenarenstatuut, of vice versa. Voor iedereen is die situatie verschillend. Via mypension. be kunt u berekenen hoeveel u inlevert op uw wettelijk pensioen als u vroeger de arbeidsmarkt verlaat. Daarbij moet u voor ogen houden dat u vaak meer verdient naarmate u ouder wordt (onder meer dankzij de anciënniteit). Als u met vervroegd pensioen gaat, vallen dus

48 I NETTO MAART 2022

NET_11_047_20220326_blok 4.indd 48

3/23/2022 2:18:02 PM


Als u met vervroegd pensioen gaat, zullen wellicht de meest lucratieve jaren van uw loopbaan niet meetellen voor de berekening van uw wettelijk pensioen. MAART 2022 NETTO I 49

NET_11_047_20220326_blok 4.indd 49

3/23/2022 2:18:06 PM


Vroeger stoppen met werken / fiscale gevolgen

wellicht de meest lucratieve jaren van uw loopbaan buiten de berekening van uw wettelijk pensioen. ‘Toch moet je die impact nuanceren’, zegt Vermeir. ‘De overheid werkt voor de berekening van het wettelijk pensioen immers met een loonplafond (zie ook blz. 18). Als het totale loon per jaar hoger is dan dat plafondbedrag, beperkt de administratie het loon in de pensioenberekening tot dat loonplafond.’ Het loonplafond wordt jaarlijks vastgelegd en geldt voor een volledig jaar van 312 voltijds gewerkte of gelijkgestelde dagen. Voor 2021 bedroeg het loonplafond 63.944 euro bruto voor een volledig jaar. Met andere woorden: door met vervroegd pensioen te gaan levert u niet noodzakelijk veel in op uw wettelijk pensioenbedrag in vergelijking met het wettelijk pensioen dat u zou opstrijken als u blijft werken tot u 45 dienstjaren hebt vergaard. VOORBEELD: Als u in 2039 in aanmerking komt voor een volledig wettelijk pensioen, levert u op basis van een brutojaarloon van circa 90.000 euro ongeveer 15 euro netto per maand in als u beslist om een jaar eerder met pensioen te gaan. Maar niet alleen het inkomen speelt een rol. U mag deze berekening dus zeker niet veralgemenen. Daarom gaat u het best zelf na wat een vervroegde pensionering voor u inhoudt.

2

Wat betekent vroeger stoppen met werken voor mijn aanvullend pensioen?

Veel groter is de impact als u ook een aanvullend pensioen hebt opgebouwd via een groepsverzekering of pensioenfonds bij uw werkgever. Het pensioenkapitaal dat u op die manier bijkomend hebt gespaard, moet u opnemen als u met pensioen gaat, ook als u met vervroegd pensioen gaat. Aangezien de aanvullende pensioenen worden opgebouwd in functie van de wettelijke pensioenleeftijd is het risico groot dat u het geld moet opnemen, ook al is de einddatum van het contract nog niet bereikt. Als u destijds een groepsverzekering hebt afgesloten tegen relatief gunstige rentevoorwaarden zult u daardoor extra aanvullend pensioen mislopen. Dat is ook het geval bij een pensioenfonds als de beurzen nog enkele jaren goed presteren, aangezien die een deel van het pensioen opbouwen via aandelen. Omgekeerd doet u wél een goede zaak bij dit type van aanvullend-pensioenstelsel als de beurzen het slecht doen in de jaren na uw vervroegde pensionering. Over het mogelijke rendement dat u laat liggen op uw aanvullend pensioen als u vroeger stopt met werken, kan dan nog onzekerheid bestaan. Maar dat is niet het geval voor de fiscale impact op dat bijkomend pensioen. De algemene regel is: hoe vroeger u met pensioen gaat, hoe hoger de belastingen op uw aanvullend pensioen. Stel dat u met pensioen gaat op de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar, dan betaalt u 10 procent belastingen op uw aanvullend pensioen, samengesteld op basis van werkgeverspremies. De voorwaarde is wel dat u in de 3 jaar die voorafgaan aan de opname effectief actief bent gebleven.

Gaat u vóór de wettelijke pensioenleeftijd met pensioen, dan bedraagt het tarief maar liefst 16,5 procent, tenzij u op het moment van uw pensionering al een volledige loopbaan achter de rug hebt (45 gewerkte jaren). En overweegt u om uw aanvullend pensioen op te nemen nog vóór u effectief met pensioen gaat, dan kan de aanslag zelfs oplopen tot 20%. Dat zijn forse tarieven die het geduldig opgebouwde aanvullend pensioen in één klap gevoelig afromen.

Zo kunt u de belastingdruk toch wat milderen Om aan deze stevige tarieven te ontsnappen, kunt u een ‘voorschot’ nemen op uw aanvullend pensioen voor de aankoop, de bouw, de herstelling of de verbouwing van een onroerend goed. Elk type onroerend goed (grond, gezinswoning, tweede verblijf…) komt daarvoor in aanmerking. ‘Maar dat is alleen mogelijk als het reglement van uw aanvullend pensioen dat uitdrukkelijk toestaat en als u uw woning in volle eigendom verwerft. U moet het voorschot ook terugbetalen als de woning uit uw vermogen verdwijnt, bijvoorbeeld bij de verkoop van de woning’, zegt Ellen Van Grunderbeek, juridisch adviseur bij hr-dienstverlener Acerta. Bovendien komt er bij zo’n operatie behoorlijk wat administratie kijken. Omdat het hier om een soort lening bij de pensioeninstelling gaat, betaalt u ook interesten. Het kan ook geen kwaad om het behoud van de winstdeelname eerst goed na te vragen.

De algemene regel is: hoe vroeger u met pensioen gaat, hoe hoger de belastingen op uw aanvullend pensioen.

50 I NETTO MAART 2022

NET_11_047_20220326_blok 4.indd 50

3/23/2022 2:18:07 PM


Van Grunderbeek adviseert om de verschillende elementen in de weegschaal te leggen voor u deze financieringsmethode kiest. ‘In de eerste plaats moet u nagaan of het niet interessanter is om het vastgoed te financieren met een lening bij uw financiële instelling. Kijk ook naar het rendement en de resterende looptijd van uw aanvullend pensioen om in te schatten wat u laat liggen als u het nu al gedeeltelijk aanspreekt. Ten slotte, als u de centen echt dringend nodig hebt, lijkt dit niet de beste financieringsvorm, omdat u heel wat administratie moet doorlopen voor u over het geld kunt beschikken.’

Opname aanvullendpensioenkapitaal uitstellen? Hoewel het in principe niet mogelijk is om de opname van het aanvullend pensioen uit te stellen nadat u met pensioen bent gegaan, bestaat hier toch een uitzondering op. ‘Als u de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, maar besluit om nog te blijven werken zonder het wettelijk pensioen op te nemen, kan het aanvullend pensioen toch al worden opgenomen. Maar dat is alleen mogelijk als het reglement van het aanvullend pensioen dat toelaat’, aldus Van Grunderbeek.

WIST U DAT? Als u op uw 60ste met pensioen wilt, moet u in België 44 loopbaanjaren op de teller hebben staan. Dat betekent dus dat u al op 16-jarige leeftijd moet zijn beginnen werken.

WIST U DAT? Als u pas na uw 55ste begonnen bent met pensioensparen, volgt de eindbelasting van 8 procent pas op de tiende verjaardag van uw contract.

3 Wat betekent vroeger stoppen met werken voor het kapitaal van mijn pensioenspaarfonds of -spaarverzekering? Het aanvullend pensioen via een groepsverzekering of pensioenfonds is een pensioenvermogen dat u opbouwt binnen de zogenaamde tweede pensioenpijler. Maar er is ook een derde pensioenpijler: pensioengeld dat u individueel opbouwt via een pensioenspaarfonds en/of een pensioenspaarverzekering bij uw financiële instelling. Hier bent u niet verplicht om het opgebouwde pensioenkapitaal automatisch op te nemen als u met vervroegd pensioen gaat. Doet u dat toch, dan is de kans groot dat dit pensioengeld al belast is. De fiscus

past voor de verschillende vormen van pensioensparen een heffing toe van 8 procent op de leeftijd van 60 jaar. Die 8 procent, ook wel ‘anticipatieve heffing’ genoemd, wordt geheven op het opgebouwde kapitaal. Zou u beslissen om nog vóór uw 60ste verjaardag met pensioen te gaan en ineens uw pensioenspaargeld op te nemen, dan wordt u zwaar gestraft. De fiscus hanteert een tarief van maar liefst 33 procent als u uw pensioenspaargeld opneemt vóór de leeftijd van 60 jaar. Maar het risico dat u onder dat tarief valt als u met vervroegd pensioen gaat en op dat moment

uw pensioenspaarreserves aanspreekt, is klein. U moet immers al 44 jaar gewerkt hebben als u op uw 60ste met vervroegd pensioen wenst te gaan. De kans dat u nog vóór uw 60ste met pensioen kunt, is nog veel minder evident. Overigens is de kans groot dat de fiscus geen 8 procent belasting zal heffen als u 60 jaar bent, maar veel minder. Tussen 2015 en 2019 besliste de regering om telkens al 1 procent in te houden op het kapitaal van de pensioenspaargelden. Die heffingen werden in die periode jaarlijks toegepast MAART 2022 NETTO I 51

NET_11_047_20220326_blok 4.indd 51

3/23/2022 2:18:09 PM


Vroeger stoppen met werken / fiscale gevolgen

op het kapitaal dat was opgebouwd op 31 december 2014. Die ingehouden bedragen worden afgetrokken van de eindheffing van 8 procent. Uw bankier of verzekeraar moet u informeren over deze verplichte voorheffingen. Maar als u het zich kunt veroorloven, is het fiscaal interessant om uw pensioensparen voort te zetten tot de leeftijd van 65 jaar. U geniet in dat geval nog altijd een belastingvermindering op uw stortingen, maar u moet niet langer de eindheffing van 8 procent ophoesten. Tijdens die laatste jaren krijgt u dus nog een mooi fiscaal voordeel. Want kiest u voor de jaarlijkse maximale storting van 990 euro, dan levert u dat een jaarlijkse belastingvermindering op van 30 procent, of 297 euro. Als u op uw 62ste met vervroegd pensioen wilt gaan en u blijft aan pensioensparen doen tot u 65 jaar bent, realiseert u met andere woorden nog een totale belastingvermindering van 891 euro. U kunt ook kiezen om jaarlijks maximaal 1270 euro te storten in een pensioenspaarproduct. In dat geval bedraagt de jaarlijkse belastingvermindering 25% of 317,50 euro. ‘In de praktijk verrichten er maar heel weinig klanten een afkoop vóór het einde van hun pensioenspaarverzekering. Zo blijven ze profiteren van de gewaarborgde interestvoet, verhoogd met de winst-

delingen, en inderdaad van de belastingverlaging op de stortingen’, luidt het bij AG Insurance. Nog dit, stel dat u pas na uw 55ste begonnen bent met pensioensparen, dan volgt de eindbelasting van 8 procent pas op de tiende verjaardag van uw contract. Tijdens die periode van tien jaar doet u er goed aan om uw pensioenspaargeld niet vervroegd op te nemen, want ook dan betaalt u het torenhoge tarief van 33 procent. Als u met andere woorden met vervroegd pensioen gaat en u bent pas vanaf de leeftijd van 55 jaar begonnen met pensioensparen, laat u uw pensioenspaarpot beter onaangeroerd.

Is het interessant om studiejaren af te kopen? Als u beslist om uw pensioenspaargeld nog niet op te nemen, maar u zich toch wat comfortabeler zou voelen met een iets hoger pensioeninkomen, kunt u uw wettelijk pensioen verhogen door studiejaren af te kopen. ‘Elke studieperiode die u afkoopt, verhoogt uw brutopensioenbedrag. Hoeveel u moet betalen voor de afkoop van uw studiejaren en in welke mate die afkoop uw brutopensioenbedrag verhoogt, verschilt van persoon tot persoon, maar u kunt dat berekenen op mypension.be’, aldus Vermeir.

VOORBEELD: Stel dat u werknemer bent en dat u voor een studieperiode van 12 maanden de afkoop aanvroeg in september 2021, dan leverde dit vanaf dat jaar een extra jaarlijks wettelijk pensioen op van 292,81 euro bruto als alleenstaande en van 336,01 euro bruto als u een gezin hebt. Voor uw hogere studies kunt u het minimale aantal studiejaren afkopen dat nodig was om het diploma te behalen. Een of meer studiejaren die u moest overdoen, kunt u echter niet afkopen. Ook beroepsstages kunt u afkopen. Daarbij is de duur beperkt tot het minimum dat vereist was voor het behalen van de beroepskwalificatie. Voor een leerovereenkomst is de regulariseerbare duur beperkt tot maximaal 1 jaar. Ten slotte, de studiejaren die u volgend op het zesde jaar van het secundair onderwijs doorliep om een bijkomend diploma te behalen in bijvoorbeeld het technisch of kunstonderwijs, kunt u ook afkopen. LET OP! De periodes die u afkoopt, tellen alleen mee voor de berekening van uw pensioenbedrag. De jaren die u afkoopt, tellen dus niet mee om vroeger met pensioen te mogen gaan.

4

Kan ik nog bijverdienen als ik vroeger stop met werken? Na uw vervroegd pensioen kunt u ook een extra inkomen genereren door bij te verdienen. Maar in dat geval verkeert u niet in dezelfde situatie als iemand die minstens 65 jaar is of bij zijn pensionering een loopbaan van minstens 45 jaar achter de rug heeft. Die mag zonder beperking bijverdienen. Als u met vervroegd pensioen gaat en nog wilt bijklussen, mogen de inkomsten die u daaruit puurt niet hoger liggen dan een vastomlijnd bedrag. Hoeveel dat precies is, hangt af van uw gezinslasten, de aard van uw pensioen (bijvoorbeeld ouderdomspensioen en/of overlevingspensioen), het jaar waarin u werkt en het soort werk. Om te berekenen hoeveel u maximaal mag bijverdienen is mypension.be opnieuw een goed instrument. Leef in ieder geval de inkomensgrenzen goed na, want de sancties zijn niet mals. Als u te veel bijklust, vermindert uw wettelijk pensioen met het percentage waarmee u uw inkomensgrens overschrijdt. Verdient u bijvoorbeeld 50 procent meer dan de inkomensgrens, dan zal uw pensioen ook met 50 procent worden verminderd.

65 jaar Vandaag is 65 jaar de wettelijke pensioenleeftijd. Vanaf 2025 schuift die op naar 66 jaar, en vanaf 2030 naar 67 jaar.

52 I NETTO MAART 2022

NET_11_047_20220326_blok 4.indd 52

3/23/2022 2:18:09 PM


Hoeveel moet u sparen om te stoppen met werken? Mogelijk ziet u het niet zitten om aan de slag te blijven tot aan uw pensioen, en wilt u vroeger stoppen. Maar dat heeft financiële gevolgen. Hoe kunt u de periode tot aan uw pensioen overbruggen? Tekst: Dirk Michielsen

A

ls u niet tot aan de wettelijke pensioenleeftijd aan de slag wilt blijven, kunt u twee dingen doen: checken of u in aanmerking komt voor vervroegd pensioen (vanaf 60 jaar), of simpelweg stoppen met werken.

1 U komt in aanmerking voor vervroegd pensioen Gaat u met vervroegd pensioen, dan krijgt u meteen een wettelijk pensioen. Dat zal wel een stuk lager liggen dan het volledig wettelijk pensioen waarop u recht hebt na 45 dienstjaren. Hoeveel? Dat hangt af van een aantal factoren. VOORBEELD: U komt in 2039 in aanmerking voor een volledig wettelijk pensioen. Op basis van een brutojaarloon van 90.000 euro levert u netto ongeveer 15 euro per maand in als u beslist één jaar vroeger met pensioen te gaan, zo lezen we op de site van mypension.be. Op jaarbasis komt dat dus neer op een verlies van 180 euro. Hoeveel u in totaal op uw wettelijk pensioen zult inleveren, hangt af van uw levensverwachting. De gemiddelde levensverwachting in België voor een man bedraagt 80 jaar, voor een vrouw is dat 83 jaar. Vanaf 2030 bedraagt de wettelijke pensioenleeftijd 67 jaar. Gaat u op uw 66ste met vervroegd pensioen en volgt u de gemiddelde levensverwachting, dan zult u als man 14 jaar uw pensioen genieten en als vrouw 17 jaar. Dat betekent een totale inlevering op het wettelijk pensioen van respectievelijk 2.520 euro (14 x 180 euro) en 3.060 euro (17 x 180 euro).

Een goede risicospreiding is cruciaal. Dat kan bijvoorbeeld met een tracker, een passief beheerd beleggingsfonds dat zo nauwkeurig mogelijk een index volgt.

U moet ook rekening houden met een hogere eenmalige belasting op uw aanvullend pensioen. Gaat u met vervroegd pensioen, dan gaat het om 16,5 procent en niet om 10 procent (het tarief als u op de wettelijke pensioenleeftijd met pensioen gaat). Let wel: deze voorbeelden zijn indicatief. Dit soort berekeningen is zeer persoonsgebonden, omdat het wettelijk pensioen niet alleen berekend wordt op basis van uw inkomen, maar ook op basis van uw statuut en andere parameters. MAART 2022 NETTO I 53

NET_11_047_20220326_blok 4.indd 53

3/23/2022 2:18:10 PM


Vroeger stoppen met werken / financiële gevolgen

2 U komt (nog) niet in aanmerking voor vervroegd pensioen Komt u niet in aanmerking voor het vervroegd pensioen of ziet u het niet zitten om langer te werken, dan kunt u ook gewoon stoppen met werken. Maar dat heeft zware financiële gevolgen, omdat u dan zonder inkomen valt tot aan de wettelijke pensioenleeftijd en u – op het moment dat u toch met pensioen kunt – een lager wettelijk pensioenbedrag zult krijgen (omdat u minder gewerkte jaren op de teller hebt staan). Als u tijdens uw loopbaan een aanvullend pensioen hebt opgebouwd bij uw werkgever zult u het bedrag uit dat aanvullend pensioen ook pas krijgen als u wettelijk met pensioen gaat. En dat bijkomende appeltje voor de dorst dat u zelf opbouwde via een pensioenspaarfonds of pensioenspaarverzekering neemt u het best niet op voor uw 60ste verjaardag, want dan betaalt u een belasting van maar liefst 33 procent op dat pensioenkapitaal.

16,5% Gaat u met vervroegd pensioen, dan zal de eenmalige belasting op uw aanvullend pensioen 16,5 procent bedragen en niet 10 procent (het tarief als u op de wettelijke pensioenleeftijd met pensioen gaat).

VOORBEELD: U bent 47 jaar en wenst nog 10 jaar te werken. Dat betekent dat u op 57-jarige leeftijd stopt met werken. Maar u zult pas op uw 67ste (vanaf 2030 schuift de wettelijke pensioenleeftijd op naar 67 jaar) een wettelijk pensioen kunnen krijgen. U zult dus een periode van 10 jaar financieel moeten overbruggen. Het is dan zaak om te bepalen hoeveel u jaarlijks nodig zult hebben om in uw levensonderhoud te voorzien. Stel dat u ervan uitgaat dat dit mogelijk is met een jaarlijks inkomen van 20.000 euro, dan moet u 200.000 euro achter de hand houden als u op uw 57ste stopt met werken. Allicht zult u gedeeltelijk kunnen teren op al opgebouwde spaarcenten, maar het risico is groot dat u tussen uw 47ste en 57ste nog extra spaarinspanningen zult moeten leveren om aan de beoogde 200.000 euro te raken. U kunt dat bijvoorbeeld doen door het bedrag van de 13de maand vanaf nu gedurende 10 jaar consequent bijkomend te sparen. Alleen zal dit bij de huidige zeer lage rente weinig zoden aan de dijk zetten. Stel dat u bij de huidige spaarrente van 0,11 procent (spaarrente bij de grote banken) ieder jaar 2.500 euro spaart, dan vergaart u na 10 jaar een bedrag van 25.151 euro. Uw spaargeld zal met andere woorden amper 151 euro hebben opgebracht na 10 jaar, zonder zelfs rekening te houden met de inflatie.

LET OP! Aandelen blijven risicokapitaal. Een goede risicospreiding is cruciaal. Dat kan bijvoorbeeld met een tracker, een passief beheerd beleggingsfonds dat zo nauwkeurig mogelijk een index volgt. Trackers zijn beursgenoteerd en daardoor de hele dag verhandelbaar, net zoals aandelen. Bovendien zijn ze veel goedkoper dan de klassieke beleggingsfondsen, die niet op de beurs noteren. Daar kunnen de jaarlijkse beheerskosten oplopen tot 2 procent. Bij trackers is dat maximaal 0,5 procent. Ook kunt u een tracker tegen zeer lage kosten kopen bij onlinebrokers zoals Bolero (KBC), RE=Bel (Belfius), Binck Bank, Saxo Bank, Lynx of andere. Als u bijvoorbeeld bij Bolero voor 2.500 euro een tracker op een wereldindex koopt (Ishares MSCI World ETF), dan betaalt u 7,5 euro instapkosten. U belegt via deze tracker in een korf van 1.500 mondiale bedrijven, tegen 0,20 procent beheerskosten. Omdat u bovendien gedurende 10 jaar ieder jaar belegt, zult u doorheen die periode ook bijkopen tegen lagere koersen, op momenten dat de beurzen het niet goed doen. Op die manier profiteert u van het forse herstel dat beurzen na zo’n correctie kunnen laten optekenen. Uiteraard hoeft u het jaarlijks voorziene spaarbedrag niet volledig in aandelen te beleggen. Als u zich minder comfortabel voelt met aandelen kunt u het bedrag gedeeltelijk sparen en gedeeltelijk beleggen. Maar hou er dus rekening mee dat het geld op uw spaarrekening de komende jaren zeer matig zal blijven renderen.

Als u de komende 10 jaar in aandelen investeert, zal dat allicht meer opleveren. Op basis van de rendementen die de aandelenmarkten in het verleden lieten optekenen (ook al is dat geen garantie voor de toekomst), is het niet onrealistisch dat u via aandelen de komende 10 jaar een gemiddeld jaarlijks rendement van 5 procent kunt realiseren. Als dat scenario zich effectief voordoet, zal uw jaarlijkse investering van 2.500 euro na 10 jaar uitmonden in een bedrag van 33.017 euro.

54 I NETTO MAART 2022

NET_11_047_20220326_blok 4.indd 54

3/23/2022 2:18:11 PM


Eindelijk met pensioen En dan is het zover: u kunt met pensioen. Wanneer wordt het pensioenbedrag uitbetaald? Krijgt u ook nog vakantiegeld? En wat als u – uit noodzaak of vanwege jeukende handen en goesting – na uw pensionering toch nog aan het werk wilt blijven?

56

Van beroepsinkomen naar pensioen

61

Met bijklussen doet u altijd een goede zaak

64

Verwar SWT niet met vervroegd pensioen

66

Overlevingspensioen niet voor iedereen weggelegd

66

Stijgt een pensioen mee met de levensduurte?

MAART 2022 NETTO I 55

NET_11_055_20220326_blok 5.indd 55

3/23/2022 3:08:32 PM


Praktisch / eindelijk met pensioen

Zo verloopt de overstap van een beroepsinkomen naar een pensioen Wie een punt zet achter zijn loopbaan kan niet langer rekenen op het loon van zijn werkgever of de inkomsten als zelfstandige. Die maken plaats voor het maandelijks wettelijk pensioen. Een praktische handleiding om de overstap vlot te laten verlopen. Tekst: Petra De Rouck

T

ijdens uw professionele loopbaan bouwt u jaar na jaar pensioenrechten op. Hoeveel wettelijk pensioen u zult ontvangen, hangt af van een hele rist factoren. De eerste is het statuut waarin u werkte: werknemer, zelfstandige en/of ambtenaar (zie blz. 16 en 19). Ook het aantal jaren dat u hebt gewerkt (zie blz. 14), het loon dat u doorheen de jaren hebt ontvangen (zie blz. 18) en uw gezinssamenstelling zijn bepalend. Wanneer kunt u met pensioen gaan en hoeveel zal uw pensioen bedragen? Het antwoord vindt u gemakkelijk via uw onlinepensioendossier mypension.be. Vooraleer u dat bedrag op uw rekening ziet verschijnen, moeten er enkele stappen worden doorlopen.

1 Moet ik mijn wettelijk pensioen aanvragen? Als u met pensioen gaat op de wettelijke pensioenleeftijd en als werknemer of zelfstandige in België aan de slag was, hoeft u niets te doen. De Federale Pensioendienst (FPD) berekent automatisch uw werknemerspensioen. Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) doet hetzelfde voor het zelfstandigenpensioen. De voorwaarde is wel dat u in België woont: voor een werknemer moet dat 13 maanden voor de wettelijke pensioenleeftijd het geval zijn, voor een zelfstandige wordt in de praktijk het onderzoek zo’n 9 maanden voor de 65ste verjaardag opgestart. Op mypension.be kunt u zien of het onderzoek naar uw pensioenrecht al begonnen is. In alle andere gevallen moet u wel een pensioenaanvraag indienen. Dat betekent dat ambtenaren en alle mensen die vervroegd met pensioen willen gaan altijd zelf het initiatief moeten nemen en een pensioenaanvraag moeten indienen. De enige uitzondering zijn ambtenaren die wegens lichamelijke ongeschiktheid met pensioen gaan: uw werkgever en de Pensioendienst worden in dat geval automatisch verwittigd.

WIST U DAT? Gepensioneerde werknemers en ambtenaren kunnen samen met hun pensioen in mei vakantiegeld krijgen. Voor gepensioneerde zelfstandigen bestaat zo’n vakantiegeld niet. WIST U DAT? Een wettelijk pensioen wordt minder zwaar belast dan een ‘gewoon loon’. Dat is te danken aan een complex systeem van belastingverminderingen.

56 I NETTO MAART 2022

NET_11_055_20220326_blok 5.indd 56

3/23/2022 3:08:32 PM


Als u met pensioen gaat op de wettelijke pensioenleeftijd en als werknemer of zelfstandige in België aan de slag was, hoeft u niets te doen.

MAART 2022 NETTO I 57

NET_11_055_20220326_blok 5.indd 57

3/23/2022 3:08:36 PM


Praktisch / eindelijk met pensioen

4 Hoeveel krijg ik netto in handen?

2 Hoe doe ik mijn pensioenaanvraag? U kunt uw pensioen aanvragen ten vroegste één jaar voor de datum waarop u met pensioen gaat en uiterlijk de maand voordat uw pensioen ingaat. Eén aanvraag volstaat, ook al hebt u in verschillende stelsels gewerkt (werknemer, zelfstandige en ambtenaar) of vraagt u verschillende pensioenen aan (rustpensioen, pensioen van uit de echt gescheiden huwelijkspartner, overlevingspensioen…). Uw aanvraag wordt doorgezonden tussen de verschillende pensioeninstellingen. Als u in België woont, kunt u uw pensioenaanvraag op verschillende manier indienen: online via pensioenaanvraag.be of mypension.be of bij het gemeentebestuur van uw woonplaats. Als u in het buitenland woont, verschilt de procedure naargelang het land waar u woont.

3 Hoe wordt mijn pensioen betaald? De Pensioendienst berekent het pensioenbedrag. Zodra dat rond is, ontvangt u een brief met een gedetailleerd overzicht van de berekening. Tenzij u niet akkoord gaat met dat bedrag, wordt uw pensioen automatisch uitbetaald door de Federale Pensioendienst. De datum waarop de uitbetaling gebeurt, hangt af van het soort uitkering en de manier waarop er betaald wordt. Bij uw eerste betaling krijgt u een brief met de geschatte datum waarop u maandelijks betaald zult worden. Als u in België woont, wordt uw pensioen standaard overgeschreven op uw bankrekening. Alleen als uw rekeningnummer niet bekend is, zal de postbode uw pensioen cash aan huis betalen met een postassignatie.

Van uw brutopensioen kunnen er inhoudingen zijn, afhankelijk van uw gezinssituatie en pensioenbedrag. Mogelijke inhoudingen zijn: > ZIV-BIJDRAGE De ziekte- en invaliditeitsverzekeringsbijdrage of ZIV-bijdrage is bestemd voor de financiering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering. Verwar die niet met de bijdrage die u betaalt aan het ziekenfonds. De inhouding kan oplopen tot 3,55 procent van het brutopensioen. Daarbij wordt niet alleen rekening gehouden met het wettelijk pensioen uit binnen- en buitenland, maar ook met uw extralegaal pensioen (uit de tweede pensioenpijler opgebouwd via uw werkgever of vennootschap). Een individuele levensverzekering of pensioensparen heeft geen impact. De inhouding mag echter niet leiden tot een pensioenbedrag dat kleiner wordt dan de drempel. Is dat wel het geval, dan wordt er maar een gedeeltelijke afhouding gedaan. Een brutopensioen zonder gezinslast kleiner dan 1.733,84 euro per maand en een pensioen met gezinslast kleiner dan 2.054,84 euro ontsnappen aan de ZIV-bijdrage. > SOLIDARITEITSBIJDRAGE De solidariteitsbijdrage stijgt met het totale brutobedrag van alle pensioenen samen en varieert tussen 0 en 2 procent. Bij een pensioen zonder gezinslast wordt de bijdrage ingehouden zodra het maandelijks brutopensioen meer bedraagt dan 2.808,25 euro per maand, met een gezinslast vanaf 3.246,68 euro. > BEDRIJFSVOORHEFFING Net zoals bij de lonen van werknemers kan ook bij de uitbetaling van uw pensioen maandelijks bedrijfsvoorheffing worden afgehouden. Of en hoeveel bedrijfsvoorheffing er betaald moet worden, hangt af van de hoogte van uw pensioen, het aantal kinderen en andere personen ten laste en de inkomsten van de echtgenote of echtgenoot. Het bedrag van de inhouding is vastgelegd in de barema’s van bedrijfsvoorheffing voor gepensioneerden. U kunt dus niet vragen om minder bedrijfsvoorheffing in te houden. De bedrijfsvoorheffing is niet meer dan een voorschot op de belastingen. De definitieve belastingafrekening verloopt via de jaarlijkse belastingaangifte. Het goede nieuws: een wettelijk pensioen wordt minder zwaar belast dan een ‘gewoon loon’. Dat is te danken aan een complex systeem van belastingverminderingen. Dankzij die verminderingen betaalt een gepensioneerde die geen andere inkomsten heeft dan een pensioen van niet meer dan 16.690 euro (bedrag voor inkomstenjaar 2022) helemaal geen belastingen. > ANDERE INHOUDINGEN Van een rustpensioen voor ambtenaren wordt maandelijks 0,5 procent ingehouden op het brutorustpensioen om de begrafenisvergoeding te financieren. Daardoor wordt na het overlijden van een gepensioneerde ambtenaar een vergoeding voor de begrafeniskosten van maximaal 3.005,25 euro betaald. De begrafenisvergoeding mag echter niet meer bedragen dan het laatst betaalde brutopensioen. Bij de pensioenen van de Spoorwegen is er naast de begrafenisvergoeding ook nog een inhouding ‘sociaal solidariteitsfonds’ voor de financiering van aanvullende sociale voordelen.

58 I NETTO MAART 2022

NET_11_055_20220326_blok 5.indd 58

3/23/2022 3:08:37 PM


5 Zijn er nog andere voordelen naast de pensioenuitkering? Gepensioneerde werknemers en ambtenaren kunnen samen met hun pensioen in mei vakantiegeld krijgen. Voor gepensioneerde zelfstandigen bestaat dat niet, maar ze kunnen wel andere premies en bijslagen krijgen. > WERKNEMERS Gepensioneerde werknemers ontvangen vanaf het tweede jaar dat ze met pensioen zijn vakantiegeld. Het bedrag ligt vast: vorig jaar was dat 1.121,21 euro als u een gezinspensioen ontvangt en 896,97 euro als u een pensioen als alleenstaande krijgt. Het nieuwe bedrag is nog niet bekend. Bij de uitbetaling wordt bedrijfsvoorheffing ingehouden. Er zijn wel beperkingen. Bij de eerste betaling wordt het bedrag gelimiteerd volgens het aantal maanden dat u pensioen ontving in het eerste jaar. Als u in april met pensioen ging, zult u het daaropvolgende jaar 9/12 van het vakantiegeld krijgen. Een tweede beperking is dat uw vakantiegeld niet meer mag bedragen dan uw pensioen in mei. Is dat wel zo, dan zal de Pensioendienst uw vakantiegeld beperken tot het bedrag van uw werknemerspensioen, verhoogd met 34,6 procent. > AMBTENAREN Het vakantiegeld voor een gepensioneerde ambtenaar zonder gezinslast bedraagt 287,44 euro bruto; met gezinslast is dat 383,26 euro. Er zijn enkele voorwaarden: U moet minstens 60 jaar oud zijn. U mag niet meer dan 2.494,26 euro (rustpensioen) of 1.995,41 euro (overlevingspensioen) aan brutopensioenen hebben. Voor wie een supplement ‘gewaarborgd minimum’ ontvangt, kan er een aanvullende toeslag bij het vakantiegeld zijn. Die bedraagt 434,57 euro voor een ambtenaar zonder gezinslast en 521,07 euro met gezinslast. Er is wel een beperking: de som van het vakantiegeld en de aanvullende toeslag mag niet hoger zijn dan het totale bedrag van alle ambtenarenpensioenen die u in de

loop van de maand mei ontvangt. Op het vakantiegeld van ambtenaren wordt geen bedrijfsvoorheffing ingehouden, maar het is wel belastbaar. Combineert u een werknemers- en ambtenarenpensioen? Het vakantiegeld dat u op grond van uw werknemerspensioen ontvangt, wordt in mindering gebracht van het vakantiegeld dat u krijgt bij het ambtenarenpensioen. Hetzelfde geldt voor de aanvullende toeslag bij het vakantiegeld. > ZELFSTANDIGEN Gepensioneerde zelfstandigen hebben geen recht op vakantiegeld. Als ze aan enkele voorwaarden voldoen, kunnen ze wel aanspraak maken op een welvaartspremie zelfstandige, een bijzondere bijslag en een pensioenbijslag. De belangrijkste voorwaarden voor de welvaartspremie: U moet 75 jaar oud zijn. U moet een zelfstandige loopbaan van minstens 20 jaar hebben gehad. Vorig jaar werd een welvaartspremie betaald van 61,8 euro voor een rustpensioen als gezin en 49,42 euro voor een rustpensioen als alleenstaande. De bijzondere bijslag wordt in juli betaald aan gepensioneerden die minder dan 2/3 van een volledige loopbaan hebben gewerkt (als zelfstandige of als zelfstandige en werknemer) en wier pensioen lager ligt dan het minimumpensioen. Het bedrag was in 2021 voor een rustpensioen als gezin 142,92 euro en voor een alleenstaande 114,35 euro. De pensioenbijslag wordt in juli betaald aan gepensioneerde zelfstandigen met minstens 2/3 van een volledige loopbaan, die kinderbijslag krijgen en tussen 1 juli 1997 en 1 december 2008 met pensioen gingen. Die bijslag bedroeg vorig jaar 180,58 euro. Er is geen welvaartspremie voor zelfstandigen die al een pensioenbijslag krijgen. De bedragen voor 2022 zijn nog niet bekend: ze worden pas gecommuniceerd net voordat ze worden uitbetaald.

Op mypension.be kunt u zien of het onderzoek naar uw pensioenrecht al begonnen is.

Als u met vervroegd pensioen wilt, moet u daartoe altijd zelf het initiatief nemen en een pensioenaanvraag indienen.

-1 jaar U kunt uw pensioen aanvragen ten vroegste één jaar voor de datum waarop u met pensioen gaat en uiterlijk de maand voordat uw pensioen ingaat.

MAART 2022 NETTO I 59

NET_11_055_20220326_blok 5.indd 59

3/23/2022 3:08:37 PM


Ontdek onze gratis nieuwsbrieven voor beleggers

Voor De Bel Wat moet u weten voor de markten openen? Een voorbeschouwing op de beursdag, elke ochtend voor 9 uur in uw mailbox.

Na De Bel Een nabeschouwing van de beursdag en de slotkoersen van uw aandelenportefeuille op tijd.be, elke avond in uw mailbox.

Fondsen Deze Week Het jongste fondsennieuws en de slotkoersen van uw persoonlijke fondsenselectie op tijd.be, elke dinsdag in uw mailbox.

De Belegger op Zondag Een interessante terugblik op de beursweek gratis aangeboden door De Belegger, elke zondag in uw mailbox.

Schrijf u gratis in via tijd.be/nieuwsbrief

NET_11_060_20220326_stopper 1.indd 60

3/23/2022 9:36:17 AM


Praktisch / eindelijk met pensioen

Met bijklussen doet u financieel altijd een goede zaak Als gepensioneerde mag u bijverdienen. Zodra u de wettelijke pensioenleeftijd hebt bereikt, mag dat onbeperkt. Bent u met vervroegd pensioen, dan gelden er tot aan die wettelijke pensioendatum beperkingen. U zult belastingen betalen, jawel. Maar toch is bijklussen in beide gevallen interessant. Tekst: Dirk Selleslagh

Z

odra u de wettelijke pensioenleeftijd hebt bereikt (65 jaar tot en met 2024, 66 jaar van 2025 tot en met 2029 en 67 jaar vanaf 2030) of als u minstens 45 jaar hebt gewerkt, mag u onbeperkt bijverdienen. Ook als u een overgangsuitkering ontvangt, mag dat. Een overgangsuitkering is een tijdelijke uitkering voor de langstlevende huwelijkspartner die niet aan de leeftijdsvoorwaarde voldoet om een overlevingspensioen te ontvangen. In alle andere gevallen zijn de inkomsten beperkt tot u de wettelijke pensioenleeftijd hebt bereikt. De beperkingen zijn gelinkt aan de situatie waarin u zich bevindt.

Zal uw pensioenbedrag worden beperkt? Gepensioneerden die niet onbeperkt mogen bijverdienen en zich aan de grenzen houden, zullen hun gebruikelijke wettelijk pensioen blijven ontvangen. Maar wie te veel bijverdient, riskeert minder of zelfs helemaal geen wettelijk pensioen meer te krijgen voor het jaar van de overschrijding. Hoeveel minder, hangt af van het percentage van de overschrijding. Overschrijdt u het grensbedrag met minder dan 100 procent, dan wordt uw

pensioen met een gelijk percentage verminderd. Als u bijvoorbeeld 35 procent meer hebt verdiend dan toegelaten, zult u 35 procent van uw pensioen moeten terugbetalen in het volgende jaar. Bij een overschrijding van 100 procent of meer moet het volledige pensioen voor dat jaar worden teruggestort. Als u een gezinspensioen ontvangt, mag uw huwelijkspartner het grensbedrag helemaal niet overschrijden. Gebeurt dat wel, dan wordt uw gezinspensioen tijdens het jaar van de overschrijding teruggebracht tot een alleenstaandenpensioen. In de praktijk zult u het verschil tussen het bedrag van een gezinspensioen en een alleenstaandenpensioen moeten terugbetalen. (zie tabel, blz. 62)

Zullen de belastingen niet met de extra’s gaan lopen? De vraag die vaak rijst als het gaat over bijverdienen na de pensionering is of die inkomsten niet voor het grootste deel opgaan aan extra belastingen. Daarover kunnen we duidelijk zijn: neen, niet langer. Pensioenen genieten een belastingvermindering, bestaande uit een basisvermindering en een bijkomende vermindering. Maar de bijkomende vermindering ging vroeger soms verloren omdat die alleen

werd toegekend als het inkomen alleen uit pensioenen en vervangingsinkomens bestond. Als er bijvoorbeeld ook nog een looninkomen was, verviel de bijkomende vermindering. Die beoordeling werd overigens niet op persoonsniveau gemaakt, maar op gezinsniveau.

Zodra u de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, mag u onbeperkt bijverdienen. Door de zogenaamde jobdeal uit 2019 kwam hierin verandering. De bijkomende vermindering werd vervangen door een soepelere aanvullende vermindering. De voorwaarde verdween dat het inkomen uitsluitend mocht bestaan uit pensioenen of andere vervangingsinkomsten. Dat betekent dat een gepensioneerde die bijklust toch recht blijft hebben op de aanvullende vermindering. Uit simulaties van Jef Wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer, blijkt dat bijverdienen na 65 lonend blijft. Maar de fiscale druk neemt uiteraard toe naarmate ook het inkomen hoger wordt. MAART 2022 NETTO I 61

NET_11_055_20220326_blok 5.indd 61

3/23/2022 3:08:37 PM


Praktisch / eindelijk met pensioen

Hoeveel mag ik bijverdienen als gepensioneerde?

U hebt recht op kinderbijslag

Bedrag dat u maximaal mag bijverdienen als:

Nee

Werknemer, ambtenaar of met een mandaat

Ja

Zelfstandige of gemengd statuut (werknemer en zelfstandige)

U bent 65 jaar of ouder en u krijgt een rustpensioen (eventueel samen met een overlevingspensioen)

Onbegrensd vanaf 1 januari van het jaar waarin u 65 wordt

Onbegrensd vanaf 1 januari van het jaar waarin u 65 wordt

U hebt 45 jaren gewerkt bij aanvang van uw pensioen OF u krijgt een overgangsuitkering

Onbegrensd Onbegrensd

8.634€ U bent jonger dan 65 en u hebt minder dan 45 jaren gewerkt bij aanvang van uw pensioen

6.907€

OF u bent jonger dan 65 jaar en uw huwelijkspartner heeft een gezinspensioen

12.951€ 10.360€ 20.102€

U bent jonger dan 65 jaar en krijgt alleen een overlevingspensioen

16.082€ 25.127€ 20.102€

U bent jonger dan 65 jaar en u hebt een rustpensioen in een speciaal stelsel (bijvoorbeeld vliegend personeel) OF u bent ambtshalve gepensioneerd vóór 65 jaar (bijvoorbeeld militairen of pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid) OF u bent ouder dan 65 en: u hebt een huwelijkspartner die een gezinspensioen krijgt u ontvangt alleen een overlevingspensioen u bent ambtshalve met pensioen

24.937€ 19.950€ 30.333€ 24.267€

Bron: Federale Pensioendienst

62 I NETTO MAART 2022

NET_11_055_20220326_blok 5.indd 62

3/23/2022 3:08:38 PM


CASE 1

Gepensioneerde die niet bijklust Een gepensioneerde die niet bijklust en een pensioeninkomen heeft dat in 2022 niet hoger ligt dan 16.690 euro krijgt een basisvermindering van 1.887 euro en een aanvullende vermindering van 391 euro. Daardoor betaalt hij of zij geen belastingen op dat inkomen. Een alleenstaande gepensioneerde die 20.000 euro pensioen per jaar heeft, krijgt nog altijd dezelfde basisvermindering, maar de aanvullende vermindering zal worden teruggebracht naar 223 euro. Na belastingen (inclusief 8% gemeentebelasting) van 1611 euro blijft er op jaarbasis een nettopensioen over van 18.389 euro. > Dat betekent dat er op dat pensioeninkomen een belastingdruk van 8 procent ligt.

CASE 2

Gepensioneerde die beperkt bijklust Als een gepensioneerde met een pensioen van 20.000 euro bijvoorbeeld een maand inspringt in de zorg en 3.912 euro belastbare wedde bijverdient, dan zullen de verminderingen worden aangepast op basis van een formule die rekening houdt met het aandeel van het pensioen in de totale jaarinkomsten. Dat levert een basisvermindering op van 1.783 euro en een aanvullende vermindering van 82 euro. Dat leidt tot een belasting van 3.059 euro, waardoor de gepensioneerde 20.853 euro overhoudt. > Op het pensioeninkomen en het loon samen bedraagt de belastingdruk een kleine 13 procent. De belastingdruk op het bijkomend inkomen beloopt 37 procent.

Is een flexi-job niet interessanter? Met een flexi-job is het mogelijk om als gepensioneerde belastingvrij bij te verdienen. Maar als u van dat systeem wilt gebruikmaken, zijn de mogelijkheden toch wel beperkt. Met een flexi-job kunt u eigenlijk alleen maar aan de slag in de horeca of de detailhandel, zoals bij een buurtwinkel of bakker. Het brutoloon stemt overeen met het nettoloon, omdat u geen belastingen of sociale bijdragen moet neertellen. Bent u al een tijd met pensioen, dan kunt u meteen aan de slag. Gaat u binnenkort met pensioen, dan kunt u onmiddellijk gaan flexi-jobben als u tot aan uw pensioendatum minstens vier vijfde hebt gewerkt. Was dat niet het geval, dan moet u minstens één volledig kwartaal met pensioen zijn. Gepensioneerden die maar beperkt mogen bijverdienen, moeten er rekening mee houden dat de inkomsten uit een flexi-job meetellen als beroepsinkomen. ‘Als u dus geen 65 bent of geen 45 loopbaanjaren achter de rug hebt, gelden de klassieke maximumgrenzen’, waarschuwt Geert Vermeir, juridisch adviseur bij hr-dienstverlener SD Worx. ‘Als die worden overschreden, wordt de procentuele vermindering van het wettelijk pensioenbedrag toegepast.’

CASE 3

Gepensioneerde die vaak bijklust Werkt u als gepensioneerde op regelmatige basis, dan zullen de verminderingen die op het pensioeninkomen worden toegepast, verder afnemen. Stel dat u een pensioen hebt van 20.000 euro en dat u op jaarbasis 23.472 euro bruto belastbaar loon hebt bijverdiend. Op dat totale bedrag van 43.472 euro zult u een belasting (inclusief 8% gemeentebelasting) van 11.699 euro betalen. > Dat levert een - hogere - belastingdruk op van bijna 27 procent, omdat het belastingtarief stijgt naarmate het inkomen toeneemt en omdat de basisvermindering bij dergelijk inkomen wordt herleid tot slechts 840 euro en het inkomen te hoog is om nog een aanvullende vermindering te kunnen krijgen. De belastingdruk op uw bijkomend inkomen bedraagt in dit geval 43 procent.

Met een flexi-job kunt u als gepensioneerde belastingvrij bijverdienen. Maar dan kunt u alleen aan de slag in de horeca of de detailhandel, zoals een buurtwinkel of bakker. MAART 2022 NETTO I 63

NET_11_055_20220326_blok 5.indd 63

3/23/2022 3:08:39 PM


Praktisch / eindelijk met pensioen

Verwar SWT niet met vervroegd pensioen SWT – voluit: stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag – werd lang bestempeld als de opvolger van het brugpensioen. Het aangescherpte activeringsbeleid van de Vlaamse regering maakt meer dan ooit duidelijk dat SWT’ers vooral níét ‘op rust’ zijn, maar ter beschikking blijven van de arbeidsmarkt. Tekst: Dirk Selleslagh

E

en draak van een regeling: zo kun je het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) nog het best omschrijven. SWT ziet er op het eerste gezicht uit als een vorm van pensioen, maar dat is het helemaal niet. Soms wordt het als de ‘opvolger’ van het brugpensioen gezien, maar ook dat is onterecht: zoals de term klaar en duidelijk zegt, is SWT een vorm van werkloosheid.

Het is niet uitgesloten dat u als SWT’er een job- of opleidingsvoorstel van de VDAB krijgt: dat kunt u niet weigeren.

Wat houdt ‘beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt’ concreet in?

Wat is de bedoeling van het SWT? Het SWT is bedacht voor oudere werknemers. Volgens het algemene stelsel (cao nr.17) kan een werknemer in SWT gaan vanaf de leeftijd van 62 jaar. Om in aanmerking te komen moet een personeelslid in 2022 een loopbaan van minstens 40 jaar als man en 38 jaar als vrouw achter de rug hebben. Voor vrouwen komt er de volgende jaren telkens een jaar bij, waardoor ze in 2024 ook een loopbaan van minstens 40 jaar moeten hebben. Al zijn er ook afwijkende SWT-stelsels, waarvoor andere leeftijds- en beroepsvereisten gelden. Bijvoorbeeld, voor werknemers met een zwaar beroep of uit ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering. Het oorspronkelijke opzet van het vroegere ‘brugpensioen’ was om ouderen

sor bij het Kenniscentrum van SD Worx. ‘Er is een wettelijk minimum vastgesteld: de helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de werkloosheidsuitkering. Het nettoreferteloon is begrensd tot een brutoloon. Om een idee te geven van een ‘doorsnee’ bedrijfstoeslag: voor voltijdse werknemers die in SWT gaan, spreken we over 480 euro bruto.’

te laten plaatsmaken voor jongeren. Maar dat heeft nooit gewerkt en vandaag is die doelstelling ook helemaal niet meer aan de orde. Het SWT is vooral bedoeld om oudere werknemers te beschermen als de job hun te zwaar wordt of als de onderneming waarin ze actief zijn een herstructurering doormaakt.

Hoeveel levert het SWT op? Die oudere werknemers worden dan ontslagen en krijgen boven op hun werkloosheidsuitkering een toeslag van het bedrijf. Mochten ze later toch weer ergens aan de slag gaan, behouden ze die toeslag boven op hun loon. ‘De bedrijfstoeslag is geen vast bedrag’, preciseert Leen Van Lerberghe, legal advi-

Tot hier klinkt het goed. Maar aangezien SWT een vorm van werkloosheid is, moet u zich ter beschikking houden van de arbeidsmarkt. Voor SWT’ers spreekt men van ‘aangepaste beschikbaarheid’. Het is niet uitgesloten dat u als SWT’er een voorstel van passend werk of een opleiding van de VDAB krijgt: dat voorstel kunt u niet weigeren. Soms worden SWT’ers niet als werkzoekend beschouwd. Wie bijvoorbeeld een beroepsverleden van 43 jaar kan bewijzen of in een zwaar beroep aan de slag was, kan een vrijstelling van de aangepaste beschikbaarheid krijgen. Ook om medische redenen is een vrijstelling mogelijk. ‘De vrijstelling moet door de SWT’er worden aangevraagd’, zegt Van Lerberghe. ‘Komt de SWT’er zijn verplichtingen niet na, dan riskeert hij een tijdelijke

64 I NETTO MAART 2022

NET_11_055_20220326_blok 5.indd 64

3/23/2022 3:08:39 PM


VOORDELEN VERVROEGD PENSIOEN

+ +

Een belangrijk voordeel is dat u als vervroegd gepensioneerde niet langer onder het werklozenstelsel valt. U moet zich dus niet langer beschikbaar houden voor de arbeidsmarkt en zult dus ook geen jobvoorstellen krijgen van de VDAB. Een ander voordeel van het vervroegd pensioen is dat een gepensioneerde niet gebonden is door de beperkingen die wel gelden in het werkloosheidsstelsel. Een (vervroegd) gepensioneerde mag onbeperkt in het buitenland verblijven zonder het risico te lopen zijn pensioen te verliezen. Als SWT’er hebt u veel minder bewegingsvrijheid en riskeert u uw uitkering te verliezen als u zich daaraan niet houdt. ‘De SWT’er moet zijn hoofdverblijfplaats in België hebben en er effectief verblijven’, zegt Van Lerberghe. ‘De SWT’er mag maximaal vier weken per kalenderjaar in het buitenland verblijven. Op enkele uitzonderingen na geldt die verplichting ook voor SWT’ers met een vrijstelling van de aangepaste beschikbaarheid.’

+

Wie vervroegd met pensioen gaat, mag in 2022 ook tot een bedrag van 8.634 euro bijverdienen. En gepensioneerden mogen ook onbeperkt vrijwilligerswerk doen, terwijl een SWT’er daarvoor de toestemming moet vragen.

NADELEN VERVROEGD PENSIOEN Het statuut van SWT’er inruilen voor vervroegd pensioen heeft twee nadelen:

-

-

Wie met vervoegd pensioen gaat, zal het daarna met een lager pensioen moeten stellen. Voor de berekening van het pensioen wordt immers gekeken naar het aantal loopbaanjaren. ‘De niet-gewerkte perioden als SWT’er tellen mee voor het pensioen, zolang er recht is op een werkloosheidsuitkering van de RVA’, verduidelijkt Van Lerberghe. ‘Een SWT’er kan in principe een werkloosheidsuitkering ontvangen tot de wettelijke pensioenleeftijd.’ Bovendien wordt uw groepsverzekering hoger belast als u met vervroegd pensioen gaat. Wie in SWT is, kan zijn groepsverzekering pas verzilveren als hij met pensioen gaat. Vraagt u als SWT’er het vervroegd pensioen aan, dan krijgt u die meteen uitbetaald. Het lijkt misschien een voordeel te zijn dat u dat kapitaal vroeger in handen krijgt, maar fiscaal is het een nadeel. Wie op de wettelijke pensioenleeftijd met pensioen gaat, wordt tegen 10 procent belast; wie vervroegd met pensioen gaat, krijgt een belasting van 16,5 procent aangerekend.

of definitieve uitsluiting van het recht op werkloosheidsuitkeringen.’ Over heel België waren er in oktober 2021 18.817 SWT’ers met een vrijstelling. De SWT’ers die zich beschikbaar moeten houden voor jobaanbiedingen waren in die maand met 10.885. De voorbije jaren ontstond soms de indruk dat men echt met pensioen was als men het SWT-statuut kreeg. De SWT’er moet zelf niet actief op zoek naar werk en het activeringsbeleid van de tewerkstellingsdiensten was vrij coulant. Echt aangepord om weer aan het werk te gaan, werd men niet. Intussen zijn de zaken aangescherpt. Voor heel wat SWT’ers is het hard ontwaken als ze kort nadat ze met werken zijn gestopt, worden aangemaand om de baan aan te nemen die de VDAB hun aanbiedt. Het nieuwe elan past in het beleid van de Vlaamse regering om zoveel mogelijk werklozen te activeren. Vlaams minister van Werk Hilde Crevits (CD&V) heeft aan de VDAB gevraagd om expliciet te onderzoeken welke knelpuntberoepen potentieel interessant zijn voor een grote groep oudere werkzoekenden. De Vlaamse regering betrekt bij de activering van ouderen ook externe partners, samen met de VDAB. Het is onder meer de bedoeling dat er actief aan jobhunting zal worden gedaan in opdracht van bedrijven. MAART 2022 NETTO I 65

NET_11_055_20220326_blok 5.indd 65

3/23/2022 3:08:40 PM


Praktisch / eindelijk met pensioen

Kunt u SWT inruilen voor vervroegd pensioen? Bij mensen in het SWT-statuut leidt de extra klemtoon op activering tot ongerustheid. De vakbond ABVV hield een tijd geleden een enquête bij SWT’ers: daaruit blijkt dat vier op de tien liever aan het werk waren gebleven. Volgens de vakbond ligt de klemtoon alleen op ‘snel activeren’ en worden de oudere werklozen voortdurend bestookt met voorstellen die niet bij hun profiel passen. Vroeger zaten werknemers die in het SWT-systeem terechtkwamen min of meer ‘gevangen’ in dat stelsel tot aan de wettelijke pensioenleeftijd. Maar sinds begin 2019 is het mogelijk om het SWT-statuut in te ruilen voor het vervroegd pensioen. Dat kan alleen als de werknemers voldoen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden die nodig zijn om met vervroegd pensioen te gaan. Die overstap biedt voordelen, maar ook nadelen (zie kader, blz. 65). LET OP! Als u als SWT’er een vrijstelling van de aangepaste beschikbaarheid kreeg, zult u altijd een belasting van 16,5 procent op de groepsverzekering betalen, ook als u pas op de wettelijke pensioenleeftijd - vandaag nog altijd 65 - met pensioen gaat. Om recht te hebben op het tarief van 10 procent bij de uitbetaling van de groepsverzekering moet een SWT’er volgens de fiscus namelijk ‘actief’ zijn gebleven tot aan de wettelijke pensioenleeftijd. Voor de fiscus volstaat het dat iemand beschikbaar is gebleven voor de arbeidsmarkt, ook al heeft die niet langer effectief gewerkt. SWT’ers die een vrijstelling van de aangepaste beschikbaarheid verkregen, worden door de fiscus echter niet langer als ‘actief’ beschouwd. Dat betekent dat ze net als mensen die met vervroegd pensioen gaan het hoogste tarief betalen.

480€ De gemiddelde brutobedrijfstoeslag voor voltijdse werknemers die in SWT gaan.

Een overlevingspensioen is niet voor iedereen weggelegd

D

e regel om recht te hebben op het wettelijk pensioen van uw overleden partner is eenvoudig: u moet getrouwd zijn. Het overlevings- (of weduwe-/weduwnaars-)pensioen is er alleen voor echtgenoten als aan vier voorwaarden is voldaan:

1. U moet als koppel minstens één jaar getrouwd zijn geweest. 2. De overlevende huwelijkspartner moet minimaal 48,5 jaar zijn (bij een overlijden in 2022). Die leeftijdsbeperking wordt geleidelijk opgetrokken tot 50 jaar (overlijden in 2025). 3. De overlevende huwelijkspartner mag niet opnieuw huwen. Is dat wel het geval, dan wordt het overlevingspensioen geschorst. 4. De overlevende huwelijkspartner mag niet veroordeeld zijn voor een misdrijf tegen de overleden huwelijkspartner. De overlevende partner die aan al die voorwaarden voldoet, uitgezonderd de leeftijdsvoorwaarde, kan een overgangsuitkering krijgen. De duur van die overgangsuitkering werd in oktober 2021 verlengd en schommelt, afhankelijk van de gezinssituatie, tussen 18 en 48 maanden. Na het verstrijken daarvan hebt u recht op een werkloosheidsuitkering als u geen andere inkomsten hebt. De periode waarin u een overgangsuitkering ontvangt, wordt gelijkgesteld met een tewerkstellingsperiode om uw recht op een werkloosheidsuitkering te bepalen. U mag uw overlevingspensioen combineren met inkomsten van een beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen, al geldt daar wel een beperking. Uw overgangsuitkering mag u wel onbeperkt cumuleren met zowel een beroepsactiviteit als een vervangingsinkomen. MM

Vijf jaar is cruciale periode voor verhoging pensioenbedrag

U

w wettelijk pensioen volgt de evolutie van de consumptieprijsindex. ‘Er komt wellicht nog deze maand een aanpassing’, zegt de Federale Pensioendienst. Tegelijk is er ook elk jaar automatisch een verhoging van 2 procent voor de pensioenen die 5 jaar eerder zijn ingegaan. Als uw pensioen is ingegaan in 2017 (en u geen gewaarborgd minimum ontvangt), werd het dus op 1 januari 2022 automatisch met 2 procent verhoogd. Het Generatiepact (2005) voorziet ook in een aanpassing van de wettelijke pensioenen (en de andere sociale voordelen) aan de evolutie van het algemeen welzijn. ‘Er was een aanpassing van de pensioenen aan het welzijn in januari 2022’, zegt de Federale Pensioendienst. Jaarlijks verdelen de sociale partners en de regering de welzijnsenveloppe. Die verhogingen komen boven op de indexering. MM

66 I NETTO MAART 2022

NET_11_055_20220326_blok 5.indd 66

3/23/2022 3:08:40 PM


Luister ’s ochtends gerust naar het fluiten van de vogels in uw tuin.

Maar weet dat uw concurrent naar ons luistert.

‘De 7’, de dagelijkse podcast van De Tijd. Elke ochtend om 7u het nieuws dat ertoe doet. Start uw dag met voorsprong. Luister naar ‘De 7’ in de app van De Tijd, op tijd.be of op uw favoriete podcastplatform.

powered by

NET_01_067_20220326_stopper 2.indd 67

3/22/2022 12:21:23 PM


Ook zelf beleggen aan scherpe tarieven?

Met ING Self Invest beleg je zelf altijd en overal veilig online. Via de ING Investing-app of Home’Bank handel je makkelijk in aandelen, fondsen, obligaties en trackers. En dit tegen een scherp tarief. Wacht dus niet langer en open je ING Self Invest beleggingsrekening.

do your thing

Nu €50 cadeau op ing.be/SelfInvest Alleen fysieke personen van 18 jaar of ouder die deelnemen in eigen naam, in België gedomicilieerd zijn en voordien geen ING Self Invest beleggingsrekening hebben geopend, komen in aanmerking. De actie geldt voor wie een ING Self Invest opent en daarmee een of meerdere aankooptransacties uitvoert voor een minimum van 150 euro van 7 maart tot en met 7 april 2022 (onder voorbehoud van aanvaarding door ING België en met wederzijds akkoord). Wij storten éénmalig een bedrag van 50 euro op uw ING Self Invest beleggingsrekening ten laatste op 30 juni 2022. Onze tussenkomst is beperkt tot de opening van één ING Self Invest beleggingsrekening per persoon (ongeacht op naam van één of meerdere titularissen). Raadpleeg het volledige reglement van de actie op ing.be/Selfinvest. Wie nog geen ING Zichtrekening of Invest account heeft, zal er eerst een moeten openen om een ING Self Invest-beleggingsrekening te kunnen openen. Rekening -, beleggings- en/of verzekeringsaanbieding onder voorbehoud van aanvaarding door ING België (of, in voorkomend geval, door de betrokken verzekeringsmaatschappij) en wederzijds akkoord. De voorwaarden en modaliteiten (reglementen, tarieven, essentiële informatie voor de belegger of spaarder en andere aanvullende informatie) zijn verkrijgbaar in alle ING kantoren en zijn beschikbaar op www.ing.be. Beleggen houdt risico in en het rendement is niet gewaarborgd voor de toekomst. ING België NV – Bank/Kredietgever – Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – BTW: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789 – www.ing.be – Neem contact op met ons via ing.be/contact –Verzekeringsmakelaar ingeschreven bij de FSMA onder het nummer 0403.200.393. Verantwoordelijke uitgever : Sali Salieski – Cours Saint-Michel 60, B-1040 Bruxelles. 03/2022.

NET_01_068_20220326.indd 68

3/22/2022 12:21:05 PM


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

Verwar SWT niet met vervroegd pensioen.

5min
pages 64-65

Met bijklussen doet u fi nancieel altijd een goede zaak.

5min
pages 61-63

Zo verloopt de overstap van een beroepsinkomen naar een pensioen.

8min
pages 56-60

Hoeveel kapitaal moet u bijeensparen als u er eerder de brui aan geeft?

3min
pages 53-54

Fiscus onverbiddelijk voor wie niet tot zijn 65ste actief blijft.

12min
pages 48-52

In welke maand stort u het best?

3min
page 46

Zo vermijdt u de fi scale val.

3min
pages 44-45

Tips voor wie meer rendement wil.

5min
pages 42-43

Pensioenstortingen opvoeren is nefast voor 55-plussers.

6min
pages 40-41

VAPW: zelf sparen voor een aanvullend pensioen.

3min
page 36

Sluit als zelfstandige zeker een (sociaal) VAPZ af.

13min
pages 29-35

Controleer of u de

5min
pages 27-28

Aanvullend-pensioen opbouw is een kluwen.

6min
pages 24-26

De regering denkt na over een ‘pensioensplit’.

2min
page 22

Ook met een gemengde loopbaan is een minimum- pensioen mogelijk.

8min
pages 19-21

Maar dat geldt niet voor alle ambtenaren.

3min
pages 16-17

april de deur van het ziekenhuis defi nitief achter zich dicht. ‘Niet meer nodig zijn, daar lig ik van wakker.’

6min
pages 1-5

Erika De Bruyne trekt op

3min
pages 8-9

Een volledig pensioen krijgt u pas na 45 jaar werken…

2min
pages 14-15

Er komt een hoger wettelijk pensioen voor wie meer verdient.

3min
page 18

DE STILLE CRISIS

5min
pages 6-7

Boekhouder Patrick De Rop gaat in juni met pensioen, na een carrière van 42 jaar. ‘Het afkopen van een stu- diejaar was weggesmeten geld.’

3min
pages 10-12
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.