De skiër beweegt langs de helling naar beneden door de zwaartekracht. Hoe steiler de helling, des te sneller gaat hij naar beneden. Waardoor is het effect van de zwaartekracht groter als de helling steiler is?
Figuur 3.28
3.3
Krachten ontbinden
Componenten van een kracht Een skiër beweegt evenwijdig aan een helling naar beneden. De zwaartekracht op de skiër werkt in een andere richting, namelijk naar het middelpunt van de aarde. Toch gaat de skiër dankzij de zwaartekracht steeds sneller naar beneden. De zwaarte kracht heeft dus een gevolg in de bewegingsrichting van de skiër. Je kunt de zwaartekracht op de skiër vervangen door twee krachten waarvan de ene kracht een gevolg heeft in de bewegingsrichting en de andere niet. Je ontbindt dus de zwaartekracht in twee componenten: één langs de helling en één loodrecht op de helling. Het vervangen van een kracht door twee krachten heet het ontbinden van een kracht .
Omgekeerde parallellogrammethode In figuur 3.19 trekken de twee honden aan hun riemen. In elke riem werkt een eigen spankracht. De twee spankrachten samen zorgen voor de resulterende trekkracht op het meisje. Als je de resulterende kracht weet, en de richtingen waarin de honden trekken, dan kun je de krachten in de riemen construeren met de omgekeerde parallellogrammethode. Weet je de grootte van de krachten en de hoek tussen de werklijnen, dan construeer je de twee spankrachten als volgt: ▪ Teken de werklijnen van de spankrachten. Zie figuur 3.29a. ▪ Teken vanuit de pijlpunt van F twee streeplijnen, evenwijdig aan de werklijnen trek van de twee spankrachten. Zie figuur 3.29b. ▪ Teken vanuit het aangrijpingspunt twee pijlen over de werklijnen tot aan de snijpunten met de streeplijn, zoals in figuur 3.29c. 11 0
h o ofdstuk 3