Met een ligfiets haal je een hogere snelheid dan met een gewone fiets. Een hogere snelheid zorgt voor een langere remweg. Hoe bepaal je met een experiment het verband tussen de snelheid van een fiets en de remweg?
Figuur 7.8
7.2
Onderzoeken
Het experiment Om een onderzoeksvraag te beantwoorden, doe je een experiment . Je bedenkt eerst wat je wilt meten en hoe je gaat meten. Dit heet het werkplan. Na de uitvoering van het werkplan verwerk je de resultaten. Je sluit het experiment af met een conclusie en een evaluatie. De conclusie geeft antwoord op de onderzoeksvraag. In de evaluatie beoordeel je het resultaat van het onderzoek. Klopt je hypothese? Is het experiment voldoende betrouwbaar om de onderzoeksvraag te beantwoorden? Als dat niet het geval is, bedenk je een ander werkplan. Daarom noem je dat een onderzoekscyclus. Het stappenplan van een experiment zie je terug in figuur 7.9.
onderzoeksvraag
Werkplan Tijdens het bedenken van een experiment is het belangrijk dat je weet welke grootheden een rol spelen. Vaak zoek je naar een verband tussen twee grootheden. Je gebruikt dan een meetmethode waarbij je één grootheid varieert en de andere meet. Alle andere grootheden moeten gelijk blijven, anders weet je niet welke grootheid verantwoordelijk is voor de verandering in de meetgrootheid.
30 4
h o ofdstuk 7
kennis Figuur 7.9