De behuizing van een smartphone heeft andere eigenschappen dan het scherm. Een smartphone bevat sensoren die licht en druk omzetten in elektrische signalen. Welke soorten materialen zijn er, en hoe kies je een materiaal bij de gewenste functie?
Figuur 7.26
7.4
Functionele materialen
Materiaalkunde Al sinds de oertijd gebruiken mensen materialen, bijvoorbeeld voor gebouwen, gebruiksvoorwerpen en sieraden. In de steentijd zijn dat materialen die je in de natuur vindt: stenen en hout. Daarna volgt brons, dat je maakt door gesmolten koper en tin te mengen. Met de ontdekking van deze techniek begint de bronstijd. Vloeibaar brons kun je in allerlei vormen gieten, waardoor het eenvoudig is om er voorwerpen van te maken. IJzer komt in de natuur in grote hoeveelheid voor in de vorm van ijzererts. Om daaruit ijzer te winnen, waren nieuwe technieken nodig. Als die worden uitgevonden, breekt de ijzertijd aan. In de eeuwen daarna leert de mens vele nieuwe materialen te maken en bewerken. Vaak is daarvoor nieuwe kennis nodig. De nieuwe materialen leiden op hun beurt weer tot nieuwe mogelijkheden voor technologie en wetenschap. Nu is materiaalkunde een belangrijke tak binnen de natuurwetenschap. Wereldwijd werken natuurkundigen en scheikundigen samen aan het uitvinden en verbeteren van materialen. De eigenschappen van een materiaal hangen samen met de eigenschappen van de deeltjes waaruit het materiaal is opgebouwd. Op grond van hun bouw kun je materialen verdelen in vier groepen: metalen, keramische materialen, polymeren en composieten. Daarnaast zijn er nieuwe materialen, waaronder de smart materials.
31 6
h o ofdstuk 7