voi p en uc&c dossier 201 6 | chan n e lco n n ec t
Analyse | Maarten Oberman
Vervanging van vast telefoontoestel:
‘ Behoeftes en functionaliteit bepalen keuze bij aanschaf’ Een goed inzicht in de functionaliteit en infrastructuurkosten zijn belangrijke criteria voor de keuze van een bedrijfscommunicatieinfrastructuur, omdat een organisatie daarna drie tot acht jaar gebonden is. Ook behoort bereikbaarheid uitgangspunt te zijn bij analyse van functionele mogelijkheden.
Het aantal typen, soorten en smaken telefoontoestellen is de afgelopen 35 jaar, en in het bijzonder de laatste tien jaar, flink veranderd. ‘Van zwengel naar draaischijf, van draaischijf naar druktoets en van druktoets naar aanraakscherm’ vat 125 jaar telefoniehistorie samen als het gaat om bellen en gebeld worden. Deze verandering is niet het gevolg van design of ergonomie maar is veroorzaakt door de hoeveelheid nieuwe functionele mogelijkheden anders dan bellen: de ‘398’ andere functies in een VoIP-systeem. Daarbij is in de laatste tien jaar een hele reeks app-gerelateerde communicatiefuncties van smartphones op de markt gekomen.
Naast investeringscomponenten bestaat er een fundamenteel verschil in de functionele levensduur van de verschillende apparatuur. Systeemgebonden toestellen gaan zes tot acht jaar mee, dat is de levensduur van het systeem. Niet systeemgebonden toestellen zoals een smartphone gaan maar drie jaar mee, om redenen als snelle functionele verbetering, vernieuwing en ontwikkeling op het gebied van sensoren.
Indeling Op hoofdlijnen bestaan binnen een communicatie-infrastructuur de volgende eindgebruikersapparaten:
De component belminuten heeft afnemende invloed op het financiële totaaloverzicht Keuzecriterium Naast functioneel inzicht is financiële helderheid een belangrijk keuzecriterium voor een bedrijfscommunicatie-infrastructuur. Het eindgebruikersapparaat, los van wat dat nu precies is, is verantwoordelijk voor 40 tot 60 procent van de infrastructuurkosten. De financiële omvang maakt een analyse waard om tot de juiste keuze te komen, omdat een organisatie daarna drie tot acht jaar gebonden is. 92
1. Draadloos: smartphone en dumbphones (GSM-basic) 2. Bureaugebonden: SIP-phone en leveranciergebonden toestellen 3. Draadloos/bureaugebonden: laptop- en PC-gebonden softphone Hoewel er ook draadloze toestellen bestaan die met VoIP-systemen gekoppeld zijn, hebben deze door de hedendaagse abonnementenstructuur van providers
(zoals onbeperkt bellen) weinig of geen toegevoegde waarde meer ten opzichte van bijvoorbeeld DECT-systemen. Bureaugebonden toestellen zijn alleen nog relevant voor medewerkers die een centrale telefonische taak hebben. Vaste toesteltypen bieden druktoetsen voor het direct functioneren van communicatiefuncties of voor aankiezen van een bestemming. Deze fysieke toestellen worden inmiddels ingehaald door desktoptoepassingen die deze functies een op een vergelijkbaar overnemen. In het scenario bureaugebonden toestellen is een leveranciergebonden toestel functioneler dan het SIP-gekoppelde toestel. Deze laatste is van verschillende leveranciers te betrekken. Er bestaan verschillen in functionele mogelijkheden en in het bijzonder in functionele presentatie van de mogelijkheden van de toestellen. Doel van al deze functies is het organiseren van de bereikbaarheid van de organisatie, afdeling of individuen binnen de organisatie.
Bereikbaarheid Uitgangspunt bij de analyse van functionele mogelijkheden is de organisatie van bereikbaarheid. Om dat inzichtelijk te krijgen is een korte blik nodig op bereikbaarheid. Een totale bereikbaarheid verstoort naar de ervaring van veel medewerkers vaak het eigen werk. Een reactie in een communicatieproces betekent echter dat een andere medewerker verder kan werken en