gevolg van de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). Wijngaarden in vlakke, vorstgevoelige gebieden werden in de loop der tijd opgegeven ten gunste van beter gelegen percelen op hellingen.
De bezetting door de ‘revolutionaire’ Franse legers en de invoering van het napoleontische recht
hebben rond 1800 tot de onteigening van het uitgebreide kerkelijke wijngaardbezit geleid. Niettemin verwijzen talrijke namen nog steeds naar de grote rol die de rooms-katholieke kerk in de Duitse
wijnbouw gespeeld heeft. Voorbeelden hiervan zijn Forster Kirchenstück, Maximin Grünhäuser Abtsberg, Hochheimer Domdechaney, Wormser Liebfrauenstift Kirchenstück en Wehlener Klosterberg.
In 1775 deed zich een gebeurtenis voor die voor de verdere ontwikkeling van de Duitse wijnbouw belangrijk was. Min of meer door toeval ontdekte men op Schloss Johannisberg in de Rheingau het verschijnsel van overrijpe, door botrytis aangetaste druiven bij een late pluk.
Het betekende het begin van edelzoete wijnen zoals Spätlese en Auslese. In Hongarije had men dit verschijnsel overigens al veel eerder ontdekt. Schloss Johannisberg identificeerde vanaf 1820 de verschillende stijlen die nu bekendstaan als Spätlese, Auslese en Trocken-
beerenauslese door middel van verschillende kleuren waszegels. In 1858 werd de categorie
Eiswein toegevoegd aan het gamma. Al vroeg was riesling het belangrijkste druivenras in de
Rheingau. Eind achttiende eeuw werden er in de wijngaarden van Schloss Johannisberg meer dan 5 miljoen stokken van aangeplant.
Crisis en vernieuwing In de tweede helft van de negentiende eeuw werden wijngaardvermeldingen steeds relevanter voor de handel. Bepaalde wijngaarden werden geassocieerd met specifieke eigenschappen en kwa-
liteiten. Op etiketten verschenen namen als Kirchenstück (Pfalz), Scharzhofberg (Saar) en Stein
(Würzburg). Taxatielijsten en oude kaarten maken duidelijk dat er toen al een classificatie was van
wijngaarden. Aan het einde van de negentiende eeuw waren wijnen uit de Rheingau zeer populair, ook in het buitenland. Ze werden verhandeld tegen prijzen die hoger lagen dan die voor premiers crus uit Bordeaux. Ook topwijnen uit de Mosel en Pfalz haalden op veilingen hoge prijzen.
Het einde van de negentiende eeuw bracht ook in Duitsland de vraatzuchtige druifluis phylloxera, met alle gevolgen van dien. In de twintigste eeuw heeft de opeenvolging van twee verloren oorlogen en
een zware economische crisis in het interbellum voor grote structurele problemen gezorgd. Na de Eerste Wereldoorlog was bovendien een groot deel van de Europese adel, een belangrijke markt
voor dure wijnen, weggevallen. Prioriteit voor veel producenten was om te overleven met zo weinig mogelijk risico’s. Ook in de jaren na de Tweede Wereldoorlog was er meer aandacht voor volume dan voor kwaliteit. Dit resulteerde onder andere in de massaproductie van aangezoete wijnen op
basis van makkelijk te telen kruisingen zoals müller-thurgau. Deze wijnen waren afgestemd op de smaak van een nogal kritiekloos publiek. In de jaren tachtig van de vorige eeuw begonnen Duitse producenten zich te realiseren dat aan tafel juist droge wijnen gevraagd zijn. De mondiale smaak
Hoofdstuk 24 - Duitsland (2022-2023)
TERUG NAAR INHOUD
185