BOEK
TRAJECT Nederlands 3
ERK EERW
IN
L
©
VA
N
Patrick Arnou Alexander Colin Sofie Costermans Frederik De Ridder Ulrik De Roover Marie Diels Nikolai Dobbelaere Hanne Goossens Zoë Meerkens Lore Praet Glenn Van Belleghem Annelies Van Laere Saskia Yperzeele
Ontdek het onlineleerplatform: diddit! Vooraan in dit boek vind je de toegangscode, zodat je volop kunt oefenen op je tablet of computer. Activeer snel je account op www.diddit.be en maak er een geweldig schooljaar van!
ISBN 978-90-306-9974-3
597550
9 789030 699743
vanin.be
© VA N IN
OEK
RKB ERWE
©
VA N
IN
LE
Patrick Arnou Alexander Colin Sofie Costermans Frederik De Ridder Ulrik De Roover Marie Diels Nikolai Dobbelaere Hanne Goossens Zoë Meerkens Lore Praet Glenn Van Belleghem Annelies Van Laere Saskia Yperzeele
© VA N IN
Inhoud Starten met Traject Nederlands 3 Les 1 Les 2 Les 3 Les 4
5
Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie? Kortverhaal: Oma’s geheim Woordsoorten en voornaamwoorden Soorten verhalen
Les 5 Les 6
Communicatieschema en teksttypes Spelling van het werkwoord
Tussenstop 1 Ruimte in verhalen Strategieën bij luisteren en kijken Hoofdletters en tekstopbouw Kortfilms bespreken en vergelijken Zinsdelen Poëzie Media en ik
VA N
Les 7 Les 8 Les 9 Les 10 Les 11 Les 12 Les 13
41
IN
Literatuursuggesties 1
9 16 23 32 45 56
60
71 79 87 98 106 114 122
Tussenstop 2
133
Les 14 Tijd en spanningsopbouw
141
Literatuursuggesties 2
145
Les 15 Les 16 Les 17 Les 18 Les 19
149 160 167 172 181
Nieuwsberichten aantrekkelijk maken Beeldtaal in stripverhalen Aaneenschrijven van woorden Lichaamstaal en liegen Fanfictie
188
Les 20 Les 21 Les 22 Les 23 Les 24 Les 25
195 205 213 223 231 237
©
Tussenstop 3
Beeldspraak Argumenteren De samengestelde zin Kortverhaal Spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen Het tijdschriftartikel
Tussenstop 4
INHOUD TRAJECT Nederlands 3
253
3
Les 26 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan
259
Literatuursuggesties 3
270
Les 27 Les 28 Les 29 Les 30
274 287 296 311
Register Toneeltekst en theateropvoering Tekststructuur en signaalwoorden De audioroman
316
Les 31 Les 32 Les 33 Les 34 Les 35 Les 36
325 331 335 346 355 364
Balanstest – receptieve vaardigheden Taal bij dieren Poëzie en zakelijke teksten Woordtekens Kortverhaal: De laatste kogel Een reactie schrijven
©
VA N
Tussenstop 6
IN
Tussenstop 5
4
INHOUD TRAJECT Nederlands 3
372
Starten met Traject Nederlands 3 Hoe ga je met dit boek aan de slag? We leiden je door enkele belangrijke aspecten.
1
Op weg met Traject
les
les
Tijd en spanningsopbouw
14
1
Je gaat na hoe een auteur met tijd speelt om een verhaal te vertellen
2 Je kent de begrippen flashback,
Je test hoe goed je leesen luistervaardigheid zijn
1
flashforward en cliffhanger
2
Je leert dat elk verhaal zich in een (on)bepaalde 4 historische tijd afspeelt
Je selecteert en verwerkt informatie uit teksten
De meeste sprookjes beginnen met de zin ‘Er was eens …’. Echt veel komen we daarbij niet te weten over de plaats en tijd van die verhalen. In dit hoofdstuk proberen we wel de tijd in verhalen te achterhalen en verdiepen we ons in hoe een schrijver met tijd kan spelen in een verhaal.
1
1 Je hebt ongetwijfeld al eens een film gezien of een verhaal gelezen waarbij de chronologie van het verhaal niet van begin tot einde gevolgd werd.
les
Balanstest – 31 receptieve vaardigheden
3 Je analyseert het verband tussen tijdselementen en spanningsopbouw in verhalen
IN
In dit leerwerkboek vind je lessen met verschillende achtergrondkleuren. Lessen met dezelfde achtergrondkleur behoren tot dezelfde stroom.
3
Je gebruikt woordleerstrategieën om de betekenis van onbekende woorden te vinden
4
1
2 Bekijk de eerste vijftien seconden van het filmpje. a Wat is het onderwerp? c Kun je ook een nadeel bedenken?
b Wat voor soort programma is dit? ¡ soap ¡ quiz ¡ praatprogramma ¡ realityshow
2 Bekijk de volgende fragmenten uit Clan en Thuis.
1
Je vat een nieuwsbericht mondeling samen
ben je vlug te verleiden?
Hieronder vind je enkele nieuwstitels en bijhorende beelden.
¡ nee ¡ nee ¡ nee ¡ nee ¡ nee
1 Geef aan of je de nieuwsberichten interessant vindt om verder te lezen.
Valentijnswerk Banksy al na 48 uur vernield
c Wat is het doel van dit filmpje? Duid er twee aan. ¡ overtuigen ¡ informeren ¡ raken ¡ amuseren
Clan Sinds de dood van hun ouders vormen vijf zussen een hechte clan. In het rustige Vredegem maken de vijf zussen Goethals zich klaar voor de begrafenis van Jean-Claude Delcorps, de echtgenoot van een van de zussen.
¡ ja ¡ ja ¡ ja ¡ ja ¡ ja
3
Je kunt deze taaltechnieken toepassen in geschreven en gesproken communicatieve situaties
balanSteSt luiStervaardigHeid: vlOeKen en ScHelden
Ik vloek dagelijks. Ik erger mij soms als iemand anders vloekt. Ik word op mijn vingers getikt door mijn ouders als ik vloek. Ik vind dat vloeken in bepaalde situaties moet kunnen. Ik vind dat mensen in het algemeen te vaak vloeken.
b Wat kan volgens jou een voordeel zijn van de chronologie in een verhaal verbreken?
Je kent een aantal belangrijke taaltechnieken om vlotter en gevarieerder te schrijven en te spreken: verwijswoorden, synoniemen, concrete werkwoorden en treffende bijvoeglijke naamwoorden
2
Je neemt schematisch notities tijdens het lezen en luisteren
1 Hieronder vind je vijf stellingen. Welke zijn op jou van toepassing?
a Welk voorbeeld kun je hiervan geven?
Nieuwsberichten aantrekkelijk 15 maken
3 Bekijk het volledige fragment en los de vragen op.
Meisjes lijken steeds jonger te puberen: ‘We zien al meisjes tussen 7 en 8 jaar die borsten krijgen’
Sharenting: ouders posten foto’s Wolvin Noëlla laat zich voor het van kind ongevraagd online eerst bij daglicht zien
a In welke van deze afbeeldingen wordt gevloekt?
Nederlands kampioenschap Tegenwindfietsen stopgezet wegens te harde wind
Patiënt aarde maakt de mens ziek
VA N
Thuis – seizoensfinale 25 Na het nieuws te horen dat Jasper door een procedurefout opnieuw vrijgelaten is, loopt de spanning hoog op.
¡
141
LES 14 tijd en SpanningSOpbOuw
LES 31 balanSteSt –
literatuur
325
receptieve vaardigHeden
informatie & communicatie
Vooraan elke les zie je de lesdoelen. Die verduidelijken wat je met die les zult bereiken.
les
Je vertelt hoe je een verhaal ervaart
3
Je let bij het bespreken van het verhaal op de verhaaltechnieken die de auteur gebruikt heeft
Tussenstop 2
wOOrdenScHat
1
1 Welke woorden in het onderstaande rooster zijn synoniemen van elkaar?
Vandaag is een wereldwijde ‘palindroomdag’, en wellicht ook de laatste die jij zal meemaken
Moeten alle dierproeven verboden worden?
LES 15 nieuwSbericHten aantreKKelijK maKen
149
taalinzicht
Kortverhaal: Oma’s geheim
2
1
1
Jonge holebi’s in elkaar geslagen in Gent, politie zoekt daders via camerabeelden
¡
2
Je vergelijkt een verhaal met je eigen situatie
4 Je kent de termen thema, vertelperspectief, personage, protagonist, identificatie en verhaallijn
Situeren
a Breng de woorden met een gelijkaardige betekenis samen. b Geef bij elk trio nog een synoniem. alledaags
gangbaar
keuze-
gebruikelijk
ander
algemeen erkend
afgezaagd
onbenullig
optie
2 Vul de juiste woorden aan bij de omschrijvingen. De antwoorden vormen een woordslang: de laatste letter van elk woord vormt de eerste letter van het volgende woord. In de slang zijn die vakjes gekleurd. a gebruik of verbruik
d uitdrukking
b echt
e paradijs
Na enkele lessen is er een tussenstop. Die herken je aan de oranje achtergrondkleur. In de tussenstops ga je verder aan de slag met de leerstof die je tijdens de voorgaande lessenreeks behandelde. Het gaat hier om een herhaling of een uitbreiding van de leerstof, woordenschat en een creatieve opdracht.
©
c breekbaar, zacht, fijn
3 In het onderstaande rooster kun je op elke lijn een woord invullen dat een synoniem heeft of uitgelegd wordt in onderstaande lijst. De letters ‘on’ zitten in elk woord. O O
verbruik
N N
O
N
O
N
O
N
inhoud
3
1
liefdevol kijken zorgeloos
2
4
gedesinteresseerd
Als je de letters bij de nummers gevonden hebt, kun je de volgende zin aanvullen: ‘Ik begin maar beter zo vlug mogelijk aan die taak, er is nog veel werk voor de . 1
TUSSENSTOP 2
2
3
4
133
1 Welk geheim deelde je ooit met je oma of opa? a Waarom vertelde je het aan hen? b Hoe gingen ze met dat geheim om?
In de meeste lessen voorzien we bij de opdrachten ruimte om je antwoord te noteren. 2 Welk geheim hebben je grootouders jou ooit toevertrouwd? In sommige lessen geven we je echter eerst het bronmateriaal (bijvoorbeeld een artikel) en de bijhorende a Vond je dat vreemd of zou je dat vreemd vinden? b Zou je dat geheim bewaren? Geef een reden je waarom je dat zou doen en eenop reden een waarom je dat niet instructies, gevolgd door ruimte om te noteren. Zo moedigen we je aan om antwoorden geordende zou doen. manier neer te schrijven. Dat is een mooie voorbereiding op de derde graad, waar je ook zelfstandig zult moeten 3 In deze les lees je het verhaal Oma’s geheim. noteren. a Welk geheim zou dat kunnen zijn? b Hoe zou een schrijver daarmee omgaan?
INHOUD TRAJECT Nederlands 3
5
bouwen. opmerking over deis. tomatensoep in regel 8 bewijst dat je als lezer van ons samen. Rianne was vier, ik zes. Ik realiseer meop dattedat alweer De bijna tien jaar geleden Ik plof neer op mijn bed en laat mijn tranen de vrije loop. We waren altijd samen, Rianne en ik. Ook die dag … weet dan het personage.
Het was een warme dag. Hartje zomer. Mama stond achter de sorteermachine in de donkere schuur, maar zelfs daar was het niet koel. Het zweet gutste van haar gezicht. In de kas, waar papa en de drie broers aan De passage in regel 46-47 daarentegen bewijst dat je als lezer weet dan het het werk waren, was het helemaal niet uit te houden. Maar ondanks de hitte, ging het werk gewoon door. De tomaten moesten, als altijd, op tijd bij de veiling zijn. personage: je vermoedt dat die ‘kleine tomaatjes’ geen tomaten zijn en dus gevaarlijk kunnen zijn. Gaan jullie maar spelen in de tuin’, zei mama tegen mij. ‘Jij kan best even op Rianne passen. Ik heb het hekje goed gesloten, zodat jullie de tuin niet uit kunnen. O ja, en de schommel is kapot, dus niet gaan chommelen, hoor!’ k knikte trots, ik was tenslotte al zes jaar. ‘Ja mama, ik zal goed op haar passen.’ WaarHeId In VerHalen, WaarHeId In de medIa Over twee uurtjes gaan we eten. Tomatensoep.’ 4 Lekker! Met veel ballen?’ Mét veel ballen’, lachte mama. In de lessen ondersteunen we je met enkele kaders en iconen. Rianne en ik hadden de oude dekens uit de schuur gehaald, ze over het wasrek gedrapeerd en ze met In het verhaal Bittere oogst slaagde de auteur erin om ons als lezer mee te laten leven met Renske en haar jeugdtrauma. knijpers vastgezet. Een mooie tent was het resultaat. Als lezer weten we dat Bittere oogst niet echt gebeurd is, maar beseffen we tegelijk dat het zou kunnen gebeuren. Ik ben zogenaamd de moeder en jij het kind’, zei ik tegen Rianne. De feiten zijn in dat verhaal wel verzonnen, maar niet onmogelijk. Had de auteur gezegd dat Rianne door een alien Ze keek wat beteuterd. ontvoerd was, dan hadden de meesten onder ons dit onmiddellijk als fantasie afgewezen. Oké,’ besliste ik snel, ‘dan ben jij de vader.’
2
Hulpmiddelen
onthouden
Rianne knikte blij. ‘Ja, ik ben zonaamt vader!’ Onthouden-kaders bevatten belangrijke kennis,zich vaardigheden en strategieën. een koken.’ journalist die over zo'n drama in de media rapporteert, strikt aan de feiten houden? Of is er in een Ga maar een stukje fietsen, vader, dan Moet ga ik eten plaats voor uit emoties en interpretatie? Datdrap, bekijken k pakte een emmertje, plukte wat grasnon-fictietekst en blaadjes enook deed er water de gieter bij. De groene die we in deze les. al roerend ontstond, leek nergens op. Toen ik nog eens rondkeek, zag ik de struik. Er zaten kleine, rode omaatjes aan. Zulke kleintjes had ik nog nooit gezien, maar ik zou er vast heel goed tomatensoep van kunnen maken. Net als mama. Ik plukte de tomaatjes, net zoveel tot het emmertje voor de helft gevuld was. grens tussen fictie non-fictie is niet altijd duidelijk. Heel vaak baseren auteurs zich op de Het prutje kleurde langzaam maar zeker van groenDenaar rood. Wat was ik en trots op mijn tomatensoep. werkelijkheid om overdreven of uitgevonden verhalen te vertellen. Soaps zijn hier een duidelijk Vader, vader,’ riep ik, ‘we kunnen eten.’ voorbeeld Snel pakte ik twee plastic bekertjes en vulde ze met de rodevan. vloeistof. Rianne liet zich met een plof op de
IN
onthouden
grond vallen. Wat eten we, moeder?’ Zogenaamde tomatensoep, vader’, zei ik plechtig. Dat ziet er lekker uit!’ riep vader enthousiast en ze nam een grote slok en nog één, totdat het hele kopje eeg was. Ik was blij dat zij ervan smulde. Zelf had ik maar een klein slokje genomen, omdat ik het eigenlijk helemaal niet lekker vond. Het leek in de verste verte niet op mama’s tomatensoep. Na het eten ging vader lapen in onze mooie tent. Net als papa, die na het eten ook altijd een dutje op de bank deed …
woord 266
TRAJECT nederlandS 3
lIteratUUr
Onderaan sommige pagina’s tref je de verklaring aan van een woord of uitdrukking op die pagina. Online bij het lesmateriaal vind je bij elke tussenstop een overzicht van de woorden die aan bod kwamen.
woord
les
Kortfilms bespreken en 10 vergelijken
VA N
zijn borst natmaken: zich voorbereiden op veel tegenstand (uitdrukking) de kas: broeikas, serre draperen: een stuk stof over iets (laten) hangen
1
6 HOe FICtIe en nOn-FICtIe met GeBeUrtenISSen OmGaan
3
tip Bij
Je analyseert hoe een auteur een verhaal opbouwt en zijn sommige opdrachten staat een boodschap naar het publiek brengt
1
2
Je vertelt hoe je een verhaal ervaart
4
tip om je op
Je kent de kenmerken van 261 het genre kortfilm
Je kent de termen realistisch verhaal, open en gesloten einde, verhaallijn en chronologie, protagonist, antagonist en nevenpersonage weg te helpen.
KOrtFIlm THE PRESENT
tip
De woordwolk die je daarnet bestudeerde, is een visuele weergave in kernwoorden van een nieuwsbericht uit een krant. Een woordwolk geeft de belangrijkste kernwoorden van een tekst visueel Situeren weer: hoe groter het woord, hoe vaker het woord in de tekst voorkomt.
1 In dit deel bekijk en vergelijk je twee kortfilms.
a Hou je vangeschreven deze verhalen? Nieuwsberichten worden om zo veel mogelijk gelezen te worden. Journalisten denken dus steeds goed na op welkebmanier zetitels hun berichten Welke ken je? verpakken. In dit deel onderzoek je stapsgewijs een aantal taaltechnieken om de lezer te boeien. 2 Op welke manier verschilt een kortfilm van een gewone film?
Taaltechniek 1 onDERWEG
Onderweg-kaders bevatten leuke weetjes.
3 Lees en bekijk onderstaande informatie over de kortfilm The Present aandachtig.
©
BOB THISSEN EN VRIEND FILMEN HOE ZE AAN onDERWEG BOORD GAAN VAN VERLATEN SCHIP OP ZEE
Jacob Frey is een Duitse regisseur die op wereldwijde filmfestivals al meermaals in de prijzen viel voor zijn kortfilms, hij mag reeds meer 100vriend awards hebben achter zijn schrijven. Zijn kortfilm The Present Bob Thissen dan en zijn in naam Griekenland in 2016 viraalMet op het meer dan 150 miljoen mensen een avontuurging meegemaakt. eeninternet, opblaasbare de film. Hij meenaar aan Walt Disney’s Zootopia en kajak gingenbekeken Bob Thissen enwerkte zijn ook vriend aande Thekust Secretvan Life of Pets. een verlaten Moana schip en voor Elefsina om
beelden te maken van wat ooit een echt schip was. Het varen naar het schip met een opblaasbare kajak en het maken van beelden bleek een moeilijke opdracht! a Waarover denk je dat het verhaal zal gaan?
1 Vind je de krantenkop en lead aangenaam om te lezen? Heeft de journalist de lezer voldoende verleid? Waarom wel/niet?
b Heb je op basis van de poster een vermoeden van wat er in de doos verstopt zit? 2 Welke woorden worden herhaald? a Duid ze met een kleur aan in de tekst.
6
b Vind je die herhaling storend?
Starten met TRAJECT Nederlands 3 3 Herschrijf samen met een medeleerling de titel en lead zodat er meer afwisseling en variatie in
5.4.5
Trajectwijzer Bij dit leerwerkboek hoort ook een Trajectwijzer met een overzicht van de theorie die in de tweede graad aan bod komt. Als je dit icoon ziet, vind je bijkomende informatie in die Trajectwijzer. Het nummer in het icoon verwijst naar het titelnummer. Zo vind je snel de juiste informatie! Voorkennis activeren Als je dit icoon ziet, ga je voorkennis activeren. Dat kan gaan om leerstof die je in een voorgaand schooljaar al gezien hebt of onderwerpen die je kent uit je dagelijks leven.
IN
Differentiatie Het differentiatie-icoon geeft aan dat je met een remediërings- of een verdiepingsopdracht te maken hebt. Je oefent verder op leerstof die je nog niet helemaal onder de knie hebt (remediëring) of je gaat een extra uitdaging aan (verdieping of uitbreiding). Woordenschat Dit icoon geeft aan dat je je woordenschat zult verrijken of strategieën leert om met nieuwe en moeilijke woorden om te gaan.
VA N
Actief verwerken Eenmaal je kennis of vaardigheden verworven hebt, kun je actief verwerken. Je past wat je leerde zelfstandig toe in een nieuwe situatie.
Play Dit icoon geeft aan dat je een audio- of videofragment zult bekijken of beluisteren. Gamification Doorheen het boek vind je verschillende games. In een bijhorende video leggen we uit hoe je het spel speelt met je klasgenoten.
QR-code Soms is het handig dat je extra lesinformatie of een video- of audiofragment zelf kunt bekijken of beluisteren op je smartphone. Daarom voorzien we QR-codes: scan ze en log in op diddit.
©
KENNISCLIP
Starten met TRAJECT Nederlands 3
7
3
DIDDIT De opdrachten in dit boek worden aangevuld met digitaal lesmateriaal en oefeningen op diddit.
Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.
IN
het onlineleerplatform bij Traject Nederlands
Je kunt vrij oefenen en de leraar kan ook voor jou oefeningen klaarzetten. Hier vind je de opdrachten terug die de leraar voor jou heeft klaargezet. Hier kan de leraar toetsen en opdrachten voor jou klaarzetten.
VA N
Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.
©
Hier vind je het lesmateriaal per deel (o.a. videobestanden en instructiefilmpjes).
8
Starten met TRAJECT Nederlands 3
les
Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?
1
1
Je test hoe goed je informatie uit teksten kunt halen
3
2
Je analyseert berichten en gaat de betrouwbaarheid van informatie na
1
Jongeren en media
IN
Je gebruikt woordstrategieën om de betekenis van onbekende woorden te vinden
1 Hieronder vind je vijf stellingen. Welke zijn op jou van toepassing? Ik lees minimaal drie keer per week in de krant.
¡ ja
¡ nee
¡ ja
¡ nee
¡ ja
¡ nee
Ik lees bijna dagelijks nieuwsartikelen op mijn smartphone.
¡ ja
¡ nee
Ik denk dat jongeren over 100 jaar nog boeken lezen.
¡ ja
¡ nee
Ik heb al eens een e-book gelezen.
VA N
Ik lees graag boeken.
2 Lees de tekst Jongeren lezen meer dan ooit op p. 11 een eerste keer globaal en beantwoord volgende vragen.
onthouden
Bij globaal lezen neem je de tekst niet als geheel door. Je focust op de grote lijnen door de inleiding en het slot door te nemen en de tussentitels te bekijken. Je kijkt ook naar de lay-out (opmaak) van de tekst en de illustraties. Op die manier probeer je een algemeen beeld van de tekst te krijgen. Je kunt na het globaal lezen zeggen wat het onderwerp is en of je de tekst in detail wilt verwerken.
a Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst?
b Markeer in de inleiding de hoofdgedachte van de tekst.
c Met welk tekstdoel schreef de auteur deze tekst, denk je? informeren ontspannen ontroeren overtuigen
©
¡ ¡ ¡ ¡
d Markeer de verschillende bronnen die in de tekst aan bod komen. e Geef de tekstsoort en het teksttype. tekstsoort ¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡
informatieve tekst persuasieve tekst opiniërende tekst prescriptieve tekst argumentatieve tekst narratieve tekst
LES 1 Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?
teksttype ¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡
reisverhaal medische bijsluiter nieuwsartikel reclametekst recept wetenschappelijke studie
9
3 Lees de tekst een tweede keer. Je leest nu het geheel en onderzoekt de volledige boodschap van de tekst. Beantwoord daarna volgende vragen.
onthouden Je doet nu aan intensief lezen: je leest de tekst helemaal en wilt de inhoud begrijpen. Je hebt aandacht voor alle alinea’s en voor de samenhang tussen de ideeën in de tekst.
a Welke alternatieve titel past het best bij dit artikel? Jongeren lezen geen boeken meer. Jongeren lezen vooral digitaal. Jongeren lezen oppervlakkig. Jongeren hebben concentratieproblemen bij het lezen.
b Markeer in elke alinea de belangrijkste zin.
IN
¡ ¡ ¡ ¡
c Welke vraag over het onderwerp wordt in de alinea’s van deze tekst beantwoord? Verbind. De inleiding telt niet mee als alinea. alinea 1 • • Hoe werken interventies bij het lezen van boeken? alinea 2 • • Wat is immersief lezen?
VA N
alinea 3 • • Welk soort lezen promoot Stichting Lezen? alinea 4 • • Van welke onderzoeksresultaten vertrekt dit artikel? alinea 5 • • Zullen jongeren in de toekomst nog boeken lezen? alinea 6 • • Wat doet Stichting Lezen (rond deze problematiek)? alinea 7 • • Welke voordelen heeft het lezen van boeken? alinea 8 • • Wat is transmedia storytelling?
alinea 9 • • Welk probleem ontstaat bij digitaal lezen?
d Welke stelling over Stichting Lezen is juist? ¡ ¡ ¡ ¡
Stichting Lezen wil het digitaal lezen bij jongeren vervangen door traditioneel lezen. Stichting Lezen wil het immersief lezen promoten met onder andere een kwalitatief boekenaanbod. Stichting Lezen zet jongeren via interventies aan om boeken te blijven lezen. Stichting Lezen vreest dat jongeren in de toekomst geen boeken meer gaan lezen.
e Wat is immersief lezen niet volgens dit artikel?
In een leesflow raken bij het lezen van een boek. Bij het lezen niet taskswitchen of interactieve momenten hebben. Via interventies boeken blijven lezen. Helemaal opgaan in een verhaal.
©
¡ ¡ ¡ ¡
f
Waarvan zijn deze boeken een voorbeeld? ¡ ¡ ¡ ¡
10
diepleeservaringen interventieverhalen transmediaverhalen mediamultitasken
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Jongeren lezen steeds minder boeken. Tegelijkertijd zijn ze twee uur en twaalf minuten per dag bezig met communiceren via sociale media. En daarbij wordt wel veel gelezen en geschreven. Als whatsappen, e-mailen en twitteren vormen zijn van lezen, dan lezen we volgens Stichting Lezen meer dan ooit.
wordt ook wel ‘dieplezen’ of ‘immersief lezen’ genoemd.
Niels Bakker van de Stichting Lezen meent dat deze diepe en geconcentreerde manier van lezen vooral door langere teksten wordt opgeroepen. Op sociale media ben je veel meer met korte, inter actieve momenten bezig. Tijdens het digitale lezen gaan mensen snel andere taken uitvoeren. Als dit ‘taskswitchen’ (mediamultitasken) veelvuldig plaatsvindt, maakt de aandacht voortdurend sprongen. Met als gevolg, zo denken critici als Carr (2011), Wolf (2007) en Spitzer (2013), dat er geen leesflow ontstaat, een van de vijf positieve leeservaringen. ‘Dit is wel een punt van zorg voor ons’, zegt Bakker.
VA N
Wanneer we naar de traditionele media (krant, tijdschrift) kijken, gaat de leestijd bij jongeren achteruit. Volgens de Leesmonitor van Stichting Lezen lazen 13- tot 19-jarigen in 2013 nog 23 minuten per dag, in 2015 was dat nog maar 10 minuten. En die daling zet zich voort. Daarentegen zijn jongeren steeds meer actief op sociale media en brengen ze wel vier keer zoveel tijd door op het web als 65-plussers.
Muriel Janssen
IN
JONGEREN LEZEN MEER DAN OOIT
Waarom lezen?
Jelle Jolles, hoogleraar Neuropsychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, schreef in januari 2018 een artikel over de redenen waarom boeken lezen belangrijk is. Lezen draagt bij aan een bredere vorming en geeft kennis en inzichten binnen en buiten de school, die nodig zijn voor verdere ontplooiing. Ervaring in het lezen zorgt voor creativiteit, het leren plannen en het overzien van de consequenties van je plannen of je handelen. Door te lezen kom je meer te weten over andermans gevoelens en gedachten en dat is dan weer belangrijk bij de ontwikkeling van empathie.
Het probleem
©
Tellegen & Frankhuisen (2002) onderscheiden een vijftal positieve leeservaringen. Er is sprake van ‘geboeide aandacht’ als lezers volledig geconcentreerd zijn. Ze kunnen dan hun gevoel van tijd en plaats verliezen, gaan voor langere tijd op in het verhaal en raken in een zogeheten ‘leesflow’. Dit
Sociale media
Stichting Lezen promoot het traditionele lezen: het immersief lezen. Lange tijd met een lange concentratieboog. ‘Wij zullen er niet voor terugschrikken om de andere media te gebruiken om het lezen van traditionele media te bevorderen waar mogelijk. De realiteit is dat sociale media heel handig zijn. Wij zijn niet tegen sociale media maar wel vóór het lezen van traditionele media. Wat ons betreft is het een en-enverhaal.’
Terug de boeken in Een vraag waar Stichting Lezen zich vaak over buigt, is: hoe krijg je jongeren terug de boeken in?
woord de ontplooiing: groei, ontwikkeling de empathie: je inleven in de emoties van andere mensen
LES 1 Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?
11
Verder vertelt Bakker dat er binnenkort een onderzoek verschijnt waarin er met een interventie wordt gewerkt. Jongeren krijgen berichten/meldingen op hun telefoon waardoor ze gestimuleerd worden om een boek te lezen. Dit soort interventies helpt om jongeren van sociale media terug de boeken in te krijgen. Dit onderzoek is nog niet officieel gepubliceerd. Volgens Bakker ligt hier nog wel een terrein waar meer gewonnen kan worden.
Toekomstbeeld ‘In het slechtste geval komen we in een toekomst waarin jongeren helemaal geen boeken meer lezen’, gaat Bakker verder. ‘Gelukkig ziet het daar niet naar uit: veel cijfers uit het buitenland maar ook uit Nederland laten zien dat bijna de helft van de jongeren wel eens een e-book leest. Dit aantal vinden wij opmerkelijk hoog. Maar als je aan jongeren vraagt waaruit ze liever een lange tekst lezen, kiezen ze toch voor het gedrukte boek.’ Bron: De Volkskrant
VA N
Een andere manier om jongeren aan het lezen te krijgen is transmedia storytelling. Eén verhaal wordt op meerdere platforms verteld. ‘Bijvoorbeeld Harry Potter: je hebt boeken, films maar ook games. De lezers switchen van het ene naar het
andere platform. Ondanks dat ze verschillende platforms gebruiken zijn ze wel actief in hetzelfde verhaal. Er ontstaat een andere vorm van emersie of onderdompeling. Dit is ook een voorbeeld van hoe je mensen die meeraffiniteit hebben met film of games kan bereiken. Via deze transmedia-verhalen krijg je ze uiteindelijk toch de boeken in.’
IN
Stichting Lezen biedt verschillende programma’s voor jongeren om ze niet te verliezen aan sociale media. ‘Wij zorgen voor een kwalitatief boekenaanbod op scholen.’
2
De betrouwbaarheid van informatie
1 In de krant, op televisie en online kom je met heel veel informatie in aanraking. a Hoe bepaal je of iets wat je te lezen of horen krijgt, betrouwbaar is?
b De vragen op de volgende pagina helpen je om te selecteren welke info betrouwbaar is en welke niet. Markeer de vragen waar je zelf niet aan gedacht had.
2 Controleer de betrouwbaarheid van de tekst met de checklist en formuleer een conclusie.
©
woord kwalitatief: van goede kwaliteit de interventie: tussenkomst de affiniteit: verbondenheid met, interesse voor
12
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
IN VA N
© LES 1 Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?
13
VA N
IN
3 Veel jongeren lezen geen kranten meer of kijken niet naar het televisiejournaal. Nieuws bereikt hen vaak alleen nog maar via sociale media, zoals bijvoorbeeld via Twitter. Bekijk de volgende nieuwsberichten op sociale media.
a Bepaal van elk bericht het tekstdoel. b Noteer bij elk bericht de bron.
c Vermeld ook telkens of je de bron betrouwbaar vindt of niet. tekstdoel
©
Instagram-post van Cristiano Ronaldo
Facebook-post over de paus en Donald Trump
Instagram-post over Ariana Grande
14
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
bron
betrouwbaarheid
VA N
IN
4 Bekijk nu aandachtig onderstaande afbeeldingen.
a Vergelijk de inhoud met wat je bij de vorige opdracht noteerde. b Wat kun je hieruit concluderen over nieuws op sociale media?
5 In bovenstaande afbeeldingen staat de term ‘fake news’.
a Omschrijf in je eigen woorden wat hiermee bedoeld wordt.
©
b Geef nu zelf een voorbeeld dat je onlangs tegenkwam.
onthouden
Bij de opdrachten in dit deel deed je aan kritisch lezen. Hierbij ga je na of alle informatie in de tekst klopt en je denkt ook na of de bron van het artikel betrouwbaar is. Wanneer je voor schoolvakken informatie opzoekt, doe je er goed aan om wat je leest bij een auteur te vergelijken met wat andere bronnen over hetzelfde onderwerp zeggen. Zo kun je beoordelen of wat je gelezen hebt correct en betrouwbaar is.
LES 1 Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?
15
les
Kortverhaal: Oma’s geheim
2
1
Je vertelt hoe je een verhaal ervaart
3
2 4
Je let bij het bespreken van het verhaal op de verhaaltechnieken die de auteur gebruikt heeft
IN
Situeren
Je kent de termen thema, vertelperspectief, personage, protagonist, identificatie en verhaallijn
VA N
1
Je vergelijkt een verhaal met je eigen situatie
1 Welk geheim deelde je ooit met je oma of opa? a Waarom vertelde je het aan hen?
b Hoe gingen ze met dat geheim om?
2 Welk geheim hebben je grootouders jou ooit toevertrouwd?
©
a Vond je dat vreemd of zou je dat vreemd vinden? b Zou je dat geheim bewaren? Geef een reden waarom je dat zou doen en een reden waarom je dat niet zou doen.
3 In deze les lees je het verhaal Oma’s geheim. a Welk geheim zou dat kunnen zijn? b Hoe zou een schrijver daarmee omgaan?
16
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
Het verhaal beleven
2
Oma’s geheim Deel 1
5
10
Nee, oma is niet oud en niet eenzaam, ook al is mijn opa al een jaar of tien geleden overleden. Ik heb mijn moeder haar al zo vaak horen vragen of het geen tijd is voor weer een man in haar leven. Maar oma reageert dan altijd heel kortaf, op het kribbige af. ‘Aan mijn lijf geen polonaise’, zegt ze dan, of: ‘Als het zover is, ben je de eerste die het hoort.’ Ik heb haar hoog staan, deze sterke, nog jeugdige vrouw, die weet wat ze wil, voor niets of niemand bang is en nog midden in het leven staat. Later wil ik precies zo worden zoals zij. Ik speel wat met de afstandsbediening van de stoel en laat de leuning iets naar achter zakken. Bij het indrukken van een ander knopje vliegen mijn benen in de lucht.
VA N
15
‘Nee kind, laat je nou maar eens verwennen. Ga lekker in mijn nieuwe stoel zitten.’ Terwijl oma bedrijvig heen en weer drentelt in de keuken, nestel ik me in de grote leren relaxstoel. Inwendig moet ik lachen: oma en een relaxstoel. Een relaxstoel is voor oude mensen en mijn oma is niet oud. Of misschien is ze wel oud, maar in ieder geval niet in haar doen en laten. Ik ben bang dat ze er voorlopig geen gebruik van zal maken. Daar heeft ze gewoonweg de rust niet voor. Ze is altijd met van alles en nog wat in de weer. Ze schenkt koffie in het bejaardenhuis, is actief voor de bridgeclub, speelt elke week jeu-de-boules, loopt rondes met haar Nordic Walking stokken, breit dekens voor de arme kindjes, collecteert voor de Hartstichting … en zo kan ik nog wel even doorgaan.
IN
1
1 In dit fragment maken we kennis met oma.
a De vertelster van dit fragment geeft aan dat haar oma ‘oud en niet oud’ is. Wat bedoelt ze daarmee volgens jou?
b Hoe oud is ze volgens jou?
c Denk je dat de oma in het verhaal een gelukkige vrouw is? Haal uit de tekst twee concrete elementen die je gebruikt om je antwoord te bewijzen.
©
woord bedrijvig: druk, levendig, bezig drentelen: heen en weer lopen collecteren: geld en materiaal inzamelen iemand hoog hebben staan: 1. iemand waarderen, belangrijk vinden; 2. van iemand een goed beeld hebben
LES 2 Kortverhaal: Oma’s geheim
17
2 Vergelijk deze relatie met de relatie die jij met je grootouder(s) hebt. a Probeer één gelijkenis en één verschil te geven. b Gebruikt een van jouw grootouders het woord ‘kind’ ook voor jou? Welk woord gebruiken ze om tegen of over jou te praten?
a Wat vind je van die vraag? b Waarom reageert de grootmoeder ‘kribbig’?
IN
3 De moeder van de ik-figuur vraagt ‘of het geen tijd is voor weer een man in haar leven’.
c In welke situatie zou jij kribbig reageren? Geef een concreet voorbeeld.
VA N
4 Wat is volgens jou oma’s geheim? Hoe denk je dat het verhaal verder gaat?
Deel 2
20
25
Ik druk me een beetje omhoog en dan voel ik tussen de armleuning iets hards. Ik trek eraan en tot mijn verbazing houd ik een boekje vast. Het lijkt op een agenda, een kleine, zwarte agenda. Oma staat al naast me, rukt het wat hardhandig uit mijn hand en stopt het gauw in de zak van haar schort, die ze in huis altijd over haar kleding draagt. ‘Was dat nou een agenda, oma? Een doodordinaire agenda?’ Oma is, zoals je het noemt, met haar tijd meegegaan. Sterker nog: van veel zaken is ze beter op de hoogte dan dat ik dat ben. Ze weet namelijk precies hoe de televisie werkt, de computer, haar tablet en mobieltje. Ze facebookt, whatsappt en instagramt er op los. Nee, oma lijdt niet aan knoppenvrees en daar is ze reuzetrots op. Ze gaat er zelfs prat op. Daarom verbaast het me eerlijk gezegd dat mijn moderne oma nog een agenda heeft. Een ouderwetse, handmatig te bewerken agenda wel te verstaan. Oma knikt, terwijl er zowaar iets roods over haar wangen kruipt. ‘Ik vind mijn digitale agenda niet handig’, stottert ze. ‘Een gewone agenda is toch wat overzichtelijker.’ Ze neemt een grote slok van haar thee en spuugt het meteen weer terug in de mok. Veel te heet. Lichtelijk verwonderd kijk ik toe. Wat doet oma vreemd en onzeker. Helemaal niets voor haar. Ik laat het onderwerp agenda voor wat het is en schakel moeiteloos over op een ander gespreksonderwerp. Even later laat ze me vol trots de opzet van haar nieuwe breiwerkje zien. Zo te zien is zij het voorval alweer vergeten.
©
30
Nog net voordat oma weer binnenkomt met in iedere hand een grote mok thee, zit ik weer rechtop in het gareel en trek mijn gezicht in de plooi. Maar oma houd je niet voor de gek … ‘Heb je de stoel uitgeprobeerd?’ vraagt ze allerbeminnelijkst. Ik knik wat beschaamd. ‘En? Een prima stoeltje toch?’ ‘Ja, maar niets voor u.’ Oma lacht eens. ‘Nee, misschien niet …’
35
woord ordinair: normaal, gewoon ergens prat op gaan: trots zijn op iets en dat duidelijk tonen aan anderen
18
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
5 Op regel 20 lezen we dat de ik-figuur beschaamd is. a Waarom is dat? b Vergelijk dit met hoe jij je voelt wanneer je bij je grootouders op bezoek bent. 6 Verandert het beeld dat je van oma hebt? a Welke elementen in de tekst sluiten aan bij het vorige fragment?
IN
b Doet oma echt ‘vreemd en onzeker’, zoals de ik-figuur zegt? Of is het maar inbeelding? 7 Wat staat er volgens jou in oma’s agenda?
Deel 3 Als de deurbel gaat, loopt oma ernaartoe en keert al snel weer terug. Ze gooit haar schort over een stoel en roept naar mij dat ze even met de buurvrouw mee is. Voordat ik kan antwoorden is ze al weg. Zo gaat dat met oma. Iedereen weet haar te vinden. Eigenlijk wilde ik net weer naar huis gaan, maar om nu zomaar weg te lopen … Het zal vast niet langer dan een kwartiertje duren. Ik druk nog eens ongegeneerd op de knopjes van de stoel, neem mijn laatste slok thee, kijk de kamer rond. Boven de eettafel hangen de portretjes en foto’s van de kinderen en kleinkinderen. Ik sta op om te zien of er nog nieuwe foto’s zijn toegevoegd. Het is sowieso een genot om de verzameling te bekijken. De tweeling is gegroeid, het vriendje van mijn nichtjes is toegevoegd en het wordt onderhand ook weleens tijd om mijn eigen foto te vervangen door een recenter exemplaar … Dan dwaalt mijn blik af naar oma’s achteloos op de keukenstoel geslingerde schort. De schort met in de zak de agenda. De bewuste agenda. Iets in me is sterker dan mijn fatsoensnormen en voor ik het weet, zit ik met de kleine, zwarte agenda in mijn hand op de keukenstoel en blader er ongegeneerd doorheen. Het valt me op dat de agenda goed gebruikt wordt: oma heeft haar afspraken heel nauwkeurig bijgehouden. Alle verjaardagen van de familie en haar vrienden- en kennissenkring. Trouwdata en andere feestelijkheden. De data van de bridge-, brei- en Nordic Walkingclubs en ook die van haar overige activiteiten. Gewone, dagelijkse dingen.
VA N
40
45
50
55
8 De ik-figuur kijkt in de agenda van oma.
©
a Wat vind je hiervan? b Wat komt de ik-figuur te weten?
9 Denk jij dat de oma dit te weten zal komen? Hoe zou ze kunnen reageren?
woord ongegeneerd: zonder schaamte fatsoen: goede manieren
LES 2 Kortverhaal: Oma’s geheim
19
Deel 4
60
65
10 De ik-figuur voelt zich ‘onthutst’ op regel 60. a Omschrijf dit gevoel.
IN
Totdat ik verderop wel allerlei vreemde aantekeningen ontdek. Namen van de kleinkinderen met hun hobby’s en hun scholen. Wetenswaardigheden over vriendinnen, over de kinderen. Namen van de leden van de breiclub voorzien van subtiele informatie. En dat geldt ook voor de Nordic Walkingvereniging, de jeu-de-boulesclub, de bridgeclub. Ik tref namen aan van de buren plus het nummer waar ze wonen. Onthutst lees ik verder. Dat oma daar allemaal zo uitgebreid verslag van doet … Maar het wordt nog gekker. Ik vind meldingen over de kanarie en dat en wat hij iedere dag moet eten, dat het licht en de verwarming ’s avonds uit moet. Dat ze het strijkijzer moet controleren en het gasfornuis. Dat de deur op slot moet en waar ze de sleutel moet neerleggen. Ik tref aantekeningen van boodschappen, verzorging van de planten, hoe de wasmachine en de droger werken. Hoeveel water er in de koffiepot moet en hoeveel schepjes koffie. Ik frons mijn wenkbrauwen bij de zeer gedetailleerde beschrijving van de computer: hoe het opstarten werkt, wachtwoorden, waar de knop van Facebook, Instagram te vinden is. Hoe het mailprogramma werkt. En een net zo’n gedetailleerde beschrijving van haar mobiel. Ik trek wit weg … dit kan niet waar zijn … mijn altijd zo doortastende oma …
VA N
b Geef een situatie waarin jij je zo zou voelen.
11 Wanneer trekt iemand wit weg? Waarop wijst dat?
12 Op de laatste regel van dit fragment bedenkt de ik-figuur ‘dit kan niet waar zijn’. a Omschrijf wat ‘dit’ betekent.
b Waarom wil de ik-figuur dit niet geloven?
©
13 Hoe zal het verhaal volgens jou aflopen?
woord subtiel: niet vanzelfsprekend; dingen die niet voor iedereen onmiddellijk zichtbaar of duidelijk zijn doortastend: zeker, overtuigd, krachtig
20
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
Deel 5
75
14 Wat kan oma niet meer volhouden?
IN
Ik hoor de deur opengaan en weer dichtslaan, maar het dringt niet tot me door. Ik kan niet geloven wat ik net gevonden heb. Totdat ze in de kamer staat. Beduusd klap ik de agenda dicht, maar ik kan hem niet meer wegmoffelen. Als aan de grond genageld blijft ze staan. Haar handen trillen, haar schouders zakken naar beneden. In één stap ben ik bij haar en sla mijn armen stevig om haar heen. ‘Ik kan niet meer’, zegt ze. ‘Ik kan dit niet meer volhouden.’ En dan komen de tranen. Een stortvloed van tranen. Ik huil met haar mee. Om wie ze was. Om wie ze is. Omdat ik, hoe dan ook, zielsveel van haar houd. Voor altijd.
70
15 Geef één bijvoeglijk naamwoord dat het einde volgens jou samenvat. 16 Vergelijk het einde van het verhaal met jouw voorspelling.
VA N
Doordringen tot de tekst
1 Som alle personages uit het verhaal op.
a Vergelijk de personages met iemand uit de werkelijkheid. b Welk personage uit het verhaal kun je weglaten?
c Vind je dit een realistisch verhaal? Leg uit waarom je dat vindt.
©
3
2 Focus op de verteller van het verhaal. a Is de ik-verteller een jongen of een meisje? b Geef twee concrete aanwijzingen uit het verhaal om je antwoord te bewijzen.
woord beduusd: beteuterd, aangedaan aan de grond genageld: verstijfd, helemaal overvallen
LES 2 Kortverhaal: Oma’s geheim
21
3 Vergelijk Oma’s geheim met andere verhalen. a Aan welk boek, welke film of welke reeks deed het verhaal je denken? b Welke acteurs zou je kiezen om de rol van oma en de ik-figuur te spelen? 4 Het verhaal gaat over de relatie tussen grootouder en kleinkind. a Kies een ander personage dan de grootmoeder. Welk effect heeft dat op het verhaal? b Hoe zou jij reageren als een vriend(in) vertelt dat die gekeken heeft in de smartphone van iemand anders?
15.6
1 vertelperspectief
15.9
2 protagonist
IN
5 Verbind ten slotte de termen uit de eerste kolom met de juiste omschrijving.
15.4 15.5
a Het centrale probleem van een verhaal; het algemene idee achter het verhaal. b De inleving, je voelt mee met een van de figuren in het verhaal en begrijpt wat deze denkt en voelt.
3 thema 4 personage
c Een figuur die deel uitmaakt van het verhaal.
5 verhaallijn
d Het verloop van de gebeurtenissen in een verhaal: je komt te weten wat een figuur in het begin, tijdens en aan het einde van het verhaal meemaakt.
6 identificatie 7 spanningsopbouw
VA N
e De schrijver onderbreekt het verhaal en voegt een lange passage uit het verleden van de personages in. f
Het standpunt van waaruit het verhaal verteld wordt. Dat kan in de ikvorm of in de hij-vorm zijn.
g De hoofdrolspeler, de figuur die centraal staat in het verhaal. h De technieken die een auteur gebruikt om naar een hoogtepunt toe te werken.
1
2
3
4
5
6
7
6 Link de termen uit de vorige oefening aan dit verhaal. Geef een voorbeeld van de term of omschrijf hoe die in het verhaal voorkomt. •
vertelperspectief
•
protagonist
•
thema
•
personage
©
•
verhaallijn
•
identificatie
•
spanningsopbouw
22
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
les
Woordsoorten en 3 voornaamwoorden Je kent de belangrijkste woordsoorten
1
Je kunt de verschillende woordsoorten herkennen en benoemen
2
3 4 Je kent de belangrijkste voornaamwoorden
Wat weet je nog?
5
Je gebruikt woordsoorten en voornaamwoorden om je teksten beter en gerichter te maken
IN
1
Je kunt de verschillende soorten voornaamwoorden herkennen en benoemen
Zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel … In de eerste graad leerde je alles over de verschillende woordsoorten. Wat weet je nog hierover? 1 In onderstaand gedicht werden enkele woorden gemarkeerd.
a Tot welke woordsoort behoren ze? Plaats de woorden in de juiste categorie.
VA N
b Welke categorie bleef leeg? Geef hier zelf een voorbeeld. Ik trek mijn jas uit en mijn woorden ook. Ik spuug mijn stem in het glas op het nachtkastje. De avond heeft de verkeerde kleur, denk ik terwijl het bad volloopt met tomatensoep. Door het beton hoor ik mijn stem hoesten. ‘Gezondheid’, probeer ik bijna. Ik steek mijn schoenen in brand zodat ze niet vertellen waar ze zijn geweest. Hester van Beers. Ik trek mijn jas uit
werkwoord
infinitief
©
10
persoonlijk voornaamwoord
voltooid deelwoord
telwoord
bezittelijk voornaamwoord
LES 3 Woordsoorten en voornaamwoorden
voorzetsel
zelfstandig naamwoord
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
23
2 Hieronder zie je tien zinnen waarin de persoonsvorm onderstreept werd. Tot welke soort werkwoord behoren deze persoonsvormen?
10.9.2
a Ik geef je een roosje.
b Hij lijkt me best aardig.
c Er wordt mij gezegd dat dat klopt.
d Ik heb je dat gisteren gevraagd.
e Ik word er ziek van.
f
Thomas is vader geworden.
g De zon schijnt.
h Ik wil dit niet doen.
i
Teksten schrijven is moeilijk.
j
Aram zingt in een band.
IN
Kies uit: zelfstandig werkwoord – hulpwerkwoord – koppelwerkwoord
3 Met deze quiz ga je na hoe diepgaand jouw kennis over de woordsoorten en voornaamwoorden werkelijk is. Lees de vier antwoordmogelijkheden en duid telkens het juiste antwoord aan.
VA N
10
a Heb jij de gevraagde documenten meegenomen? ¡ werkwoord
¡ bijvoeglijk naamwoord
¡ zelfstandig naamwoord
¡ bijwoord
b Wie heeft alle koekjes opgegeten? ¡ voegwoord
¡ bezittelijk voornaamwoord
¡ vragend voornaamwoord
¡ zelfstandig naamwoord
c Wanneer zul je het nu eindelijk leren! ¡ koppelwerkwoord
¡ infinitief
¡ hulpwerkwoord
¡ onvoltooid deelwoord
d De laatste doet de deur dicht! ¡ hoofdtelwoord
¡ bezittelijk voornaamwoord
¡ betrekkelijk voornaamwoord
¡ rangtelwoord
©
e Hij heeft zich nog kunnen herpakken.
f
¡ wederkerig voornaamwoord
¡ bezittelijk voornaamwoord
¡ wederkerend voornaamwoord
¡ aanwijzend voornaamwoord
Kom je met ons mee naar Bobbejaanland? ¡ persoonlijk voornaamwoord
¡ wederkerend voornaamwoord
¡ aanwijzend voornaamwoord
¡ wederkerig voornaamwoord
g Word jij ook ongelukkig van regen?
24
¡ koppelwerkwoord
¡ infinitief
¡ hulpwerkwoord
¡ voltooid deelwoord
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
h Ai, dat lijkt me geen strak plan …
j
¡ tussenwerpsel
¡ voegwoord
¡ bijwoord
Gisteren kwam ik mijn buur tegen in de winkel. ¡ voegwoord
¡ onbepaald voornaamwoord
¡ voorzetsel
¡ bijwoord
Heb je zijn nieuwe zonnebril al gezien? ¡ persoonlijk voornaamwoord
¡ bijwoord
¡ bijvoeglijk naamwoord
¡ bezittelijk voornaamwoord
k De jongen struikelde over zijn eigen voeten. ¡ bepaald lidwoord
¡ bepaald hoofdtelwoord
¡ onbepaald lidwoord
¡ voorzetsel
Heb jij die vragen al opgelost? ¡ betrekkelijk voornaamwoord
¡ bepaald lidwoord
¡ aanwijzend voornaamwoord
¡ bepaald hoofdtelwoord
VA N
l
IN
i
¡ voorzetsel
m Hij liep weg, vluchtend voor de regen. ¡ werkwoord
¡ infinitief
¡ voorzetsel
¡ zelfstandig naamwoord
n Ik moest kloppen want de bel doet het niet. ¡ onbepaald voornaamwoord
¡ bijwoord
¡ voorzetsel
¡ voegwoord
o Zag jij die jongen die dat brood stal? ¡ wederkerend voornaamwoord
¡ betrekkelijk voornaamwoord
¡ bepaald voornaamwoord
¡ aanwijzend voornaamwoord
©
0 tot 7 correcte antwoorden: de woordsoortenbeginneling De leerstof over de woordsoorten uit de eerste graad moet nog even van onder het stof gehaald worden. Maak je echter geen zorgen: met wat oefening werk jij jezelf in geen tijd op tot woordsoortenfluisteraar! Maak eerst de oefeningen van 2 Remediëring: woordsoorten en 3 Remediëring: voornaamwoorden op de volgende pagina’s of online bij ‘Oefenen’. 8 tot 12 correcte antwoorden: de woordsoortenfanatiekeling Persoonlijke voornaamwoorden, werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden … Al die woordsoorten zeggen jou nog wel iets. Soms gaat het echter nog wel eens mis, zeker als het om de wat moeilijkere woordsoorten gaat. Maak van 2 Remediëring: woordsoorten en 3 Remediëring: voornaamwoorden telkens de eerste oefening en ga vervolgens over naar 4 Geef kleur aan je teksten. 13 tot 15 correcte antwoorden: de woordsoortenfluisteraar Proficiat, je bent een echte kenner! De verschillende woordsoorten hebben voor jou geen geheimen meer. Je hoeft de remediëringsoefeningen op de volgende pagina’s niet te maken en mag direct overgaan naar 4 Geef kleur aan je teksten.
LES 3 Woordsoorten en voornaamwoorden
25
2
Remediëring: woordsoorten 1 In de eerste graad leerde je dat er tien verschillende woordsoorten bestaan. Zet de correcte woordsoort naast de genummerde woorden van de onderstaande zin.
10
Oei1, haar2 hond3 heeft4 twee5 erg6 malse7 kippenboutjes3 en8 wat5 soepvlees3 van9 de10 tafel3 gejat4! 6 erg
2 haar
7 malse
3 hond kippenboutjes soepvlees tafel 4 heeft gejat 5 twee wat
IN
1 oei
8 en
9 van 10 de
VA N
2 Duid in onderstaand gedicht de volgende woordsoorten aan:
a in de eerste strofe: twee infinitieven, twee bezittelijke voornaamwoorden, een telwoord en vijf lidwoorden b in de tweede strofe: een bijvoeglijk naamwoord, twee verschillende voorzetsels, twee verschillende voegwoorden en een betrekkelijk voornaamwoord;
c in de derde strofe: een persoonlijk voornaamwoord, twee zelfstandige naamwoorden, een onbepaald voornaamwoord en een telwoord. 1 Zittend. Denkend aan liggen. Je handen strijken rimpels in het tafellaken glad rond een gerecht dat moeilijk en te veel voor twee en niet als op het plaatje is, maar ruikt, het ruikt de ramen uit, het doet zijn best niet in te zakken, zoals een ingehouden buik niet bol te zijn – ook andersom is vergelijken.
©
2 Lopend. Bijvoorbeeld naar de ramen en terug en toch weer naar de ramen, omdat geluid zich buigt naar wat je horen wilt, maar het niet is. Er danst een stoet voorbij, verklede mensen die iets onverstaanbaars juichen, van elkaar goed weten hoe ze heten en te kijken dansen dat je kijken moet.
26
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
4 Niet Joke van Leeuwen. Vier manieren om op iemand te wachten
IN
3 Staand. Bij een ingang, uitgang waar je zei dat, maar er zijn er drie, je weet niet meer of die of deze. Van blijven staan komt niemand tegen, maar met bewegen wordt haast bereikt wat net verdween. Zeker nog niet gezegd wie blijft en wie beweegt en wie dan wie wanneer en van hoe ver weer ziet.
3 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over de verschillende woordsoorten.
Remediëring: voornaamwoorden
VA N
3
1 In de voorgaande oefeningen ben je al met de verschillende voornaamwoorden in aanraking gekomen. Hoe goed kun jij ze van elkaar onderscheiden? Lees de vier antwoordmogelijkheden en duid telkens het juiste antwoord aan. a Waarom maakt hij zich toch zo druk? ¡ bezittelijk voornaamwoord
¡ wederkerend voornaamwoord
¡ persoonlijk voornaamwoord
¡ wederkerig voornaamwoord
b Roep je je broer even?
¡ bezittelijk voornaamwoord
¡ wederkerend voornaamwoord
¡ persoonlijk voornaamwoord
¡ wederkerig voornaamwoord
c Ik ken de jongen die daar loopt.
¡ aanwijzend voornaamwoord
¡ vragend voornaamwoord
¡ betrekkelijk voornaamwoord
¡ onbepaald voornaamwoord
d Ze hoorde iemand om hulp roepen. ¡ aanwijzend voornaamwoord
©
10.3
¡ persoonlijk voornaamwoord
¡ betrekkelijk voornaamwoord ¡ onbepaald voornaamwoord
e Ze helpen elkaar met hun huiswerk.
f
¡ persoonlijk voornaamwoord
¡ wederkerend voornaamwoord
¡ betrekkelijk voornaamwoord
¡ wederkerig voornaamwoord
Welke vragen heb je nog? ¡ onbepaald voornaamwoord
¡ vragend voornaamwoord
¡ aanwijzend voornaamwoord
¡ persoonlijk voornaamwoord
g Dat was mijn idee! ¡ betrekkelijk voornaamwoord
¡ bezittelijk voornaamwoord
¡ aanwijzend voornaamwoord
¡ onbepaald voornaamwoord
LES 3 Woordsoorten en voornaamwoorden
27
h Men zegt weleens dat het gras groener is aan de overkant.
j
¡ onbepaald voornaamwoord
¡ vragend voornaamwoord
¡ bezittelijk voornaamwoord
Wie kan me zeggen hoe laat het is? ¡ vragend voornaamwoord
¡ onbepaald voornaamwoord
¡ betrekkelijk voornaamwoord
¡ persoonlijk voornaamwoord
Mijn koninkrijk voor een paard! ¡ bezittelijk voornaamwoord
¡ wederkerend voornaamwoord
¡ persoonlijk voornaamwoord
¡ aanwijzend voornaamwoord
IN
i
¡ persoonlijk voornaamwoord
2 Markeer in onderstaande tekst een voorbeeld van elk voornaamwoord.
persoonlijk voornaamwoord – bezittelijk voornaamwoord – aanwijzend voornaamwoord – betrekkelijk voornaamwoord – onbepaald voornaamwoord – wederkerend voornaamwoord – wederkerig voornaamwoord – vragend voornaamwoord
VA N
Ik ontmoette mijn vriend bij valavond tijdens die opperste, menselijke dwaasheid die men carnaval noemt. Zijn warme groet was te wijten aan het feit dat hij zich al tegoed had gedaan aan enkele glazen wijn. Hij droeg bont en had een nauw aangesloten, gestreept broekpak aan. Op zijn hoofd prijkte een punthoed met belletjes. Ik was zo blij hem te zien dat ik zijn hand maar bleef vasthouden en zei: ‘Mijn beste Fortunato, fijn dat we elkaar hier treffen. Wie had dat gedacht!’ Bron: Edgar Allan Poe. Het vat Amontillado
3 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over de verschillende voornaamwoorden.
4
Geef kleur aan je teksten
1 Onderstaande recensie klinkt nogal tegenstrijdig.
a Vervang de vijftien onderstreepte woorden door passende antoniemen, zodat de inhoud logisch wordt.
onthouden
©
Antoniemen zijn woorden die (ongeveer) het tegengestelde betekenen. Mooi en lelijk zijn bijvoorbeeld antoniemen, net als groot en klein.
28
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
toen werd bekendgemaakt dat zijn film Parasite de kleine winnaar
IN
Teleurgesteld hief regisseur Bong Joon-ho zijn vuist in de lucht was van de Gouden Palm. En terecht. De Zuid-Koreaanse film is door zijn mix van genres, voorspelbare wendingen en saaie
opbouw een onvergelijkelijk werk dat moeizaam onder de huid
kruipt en daar voorlopig niet vandaan komt.
Het geld groeit het gezin Kim niet op de rug. Vader Ki-taek, zijn vrouw Chung-sook, dochter Ki-jeong en zoon Ki-woo
leven in een gigantische kelder waarin de kakkerlakken tussen
VA N
de plinten ritselen en de wifi-verbinding van de bovenburen wordt getapt. Uitzicht op een slechtere baan dan pizzadozen
vouwen lijkt er niet te zijn, tot Min op bezoek komt. Deze
familievriend vraagt aan Ki-woo om bijles te geven aan Da-hye,
de dochter van het broodarme gezin Park. Met zijn charme én
een echt universiteitsdiploma weet Ki-woo de baan eerlijk te
bemachtigen. Zijn leugen om andermans bestwil is de eerste
in een reeks van vele. Snel maar zeker weten alle leden van het
gezin Kim met steeds doorzichtigere smoesjes een plek in te
nemen in het gezin Park om wat bij te verdienen. Hoogmoed en een onontwarbaar web van ware verhalen maken dat hun
verhaal voordeligere vormen aanneemt ...
Bron: Recensie ‘Parasite’, www.filmvandaag.nl
b Tot welke twee woordsoorten behoren de woorden die je moest vervangen?
©
c Over welke woordsoort gaven de onderstreepte woorden meer informatie? Geef telkens een voorbeeld uit de tekst.
woord hoogmoed: zelfoverschatting, overdreven tevreden over jezelf zijn onontwarbaar: bijna niet uit elkaar te halen, bijzonder complex
LES 3 Woordsoorten en voornaamwoorden
29
2 In de eerste zin van de recensie geeft het bijwoord ‘teleurgesteld’ meer informatie over het werkwoord ‘heffen’. Bijwoorden kunnen echter over nog veel andere zaken meer informatie geven. Over welk woord geeft het onderstreepte bijwoord meer uitleg in onderstaande zinnen?
10.4
a Hij lachte hard. b Ik kan niet komen.
d Ik vond de situatie verschrikkelijk erg. e Morgen kom ik langs.
IN
c Hij is een heel lieve jongen.
VA N
3 In de vorige opdrachten werkte je met een bestaande recensie. Je ging dieper in op manieren om je boodschap te nuanceren en meer kleur te geven door bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden te gebruiken. Nu is het volledig aan jou!
a Schrijf zelf een korte tekst van ongeveer tien zinnen over de laatste film of aflevering van een tv-reeks die je gezien hebt. Zeg iets over de verhaallijn, de acteurs of regisseur en geef minstens één element dat je goed vond en één element dat je minder goed vond. b Gebruik minstens zeven bijvoeglijke naamwoorden en drie bijwoorden in je tekst. Denk na waar ze je mening duidelijker naar voren brengen. c Wissel je tekst met een medeleerling. Onderstreep in zijn/haar tekst alle bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden die je tegenkomt. d Vervang de bijvoeglijke naamwoorden vervolgens door een antoniem.
©
e Geef elkaar de tekst terug en lees het resultaat in je eigen tekst na.
30
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
Evaluatiematrix GOED
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
volledigheid Je tekst bevat drie van de vier gevraagde elementen.
Je tekst bevat twee of minder van de gevraagde elementen.
IN
Je • schreef tien zinnen over de laatste film/aflevering die je zag; • vertelt iets over de verhaallijn en de acteurs of regisseur; • haalt minstens één positief en één negatief element aan; • gebruikt minstens zeven bijvoeglijke naamwoorden en drie bijwoorden. correctheid
Je maakt enkele fouten tegen spelling, zinsbouw of de verbuiging van de bijvoeglijke naamwoorden. Dit staat je boodschap niet in de weg.
Je tekst bevat opvallende spellingfouten, te veel herhaling en/of foute zinnen. Hierdoor is het moeilijk om je tekst te begrijpen.
Je tekst is vlot, maar de bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden die je gebruikt zijn heel algemeen (bv. goed, leuk, saai). Ze geven niet echt een persoonlijke mening weer. Sommige bijvoeglijke naamwoorden kunnen op een betere plaats toegevoegd worden.
Je mening komt onvoldoende duidelijk naar voren. De bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden zijn heel algemeen. Ze helpen niet om je mening beter te begrijpen. Ze passen niet bij de tekst en/of staan niet op de beste plaats.
Je tekst is goed opgebouwd, maar weinig persoonlijk. Je schrijft heel neutraal.
Je tekst heeft geen samenhang. Het is eerder een verzameling van losse, algemene zinnen. Je spreekt de lezer niet aan.
VA N
Je taalgebruik is zo goed als foutloos: je spelling is correct en alle zinnen zijn helder en juist opgebouwd. De bijvoeglijke naamwoorden zijn correct verbogen.
duidelijkheid en gepastheid
De bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden helpen om je mening naar voren te brengen en zijn op een doordachte plaats toegevoegd.
aantrekkelijkheid
©
Je tekst is aangenaam om te lezen: je spreekt de lezer aan, je schrijft origineel en je varieert in woorden.
Aanvullende commentaar:
LES 3 Woordsoorten en voornaamwoorden
31
les
4
Soorten verhalen 1
Je weet wat genres zijn
2
Je kunt zeggen tot welk genre bepaalde fragmenten horen
3 4
Je gaat met medeleerlingen in interactie over romanfragmenten
Je leert je favoriete genres kennen
Van welke verhalen hou jij?
Je overtuigt anderen van een verhaal in een audio- of filmbestand
IN
1
5
Verhalen zijn overal. Je hoort, leest en ziet ze, je verzint ze zelf en je brengt ze via woorden en beelden naar buiten. Er zijn heel wat mogelijkheden om je te amuseren en je fantasie de vrije loop te laten. 1 Hieronder krijg je iconen te zien. a Vertel in je eigen woorden wat ze betekenen.
VA N
b Welke iconen gebruik je zelf? c Noteer hoeveel tijd je er per week aan besteedt.
©
Wat is dit?
Gebruik je Hoeveel tijd dit zelf? per week?
¡ ja ¡ nee
¡ ja ¡ nee
¡ ja ¡ nee
¡ ja ¡ nee
¡ ja ¡ nee
32
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
¡ ja ¡ nee
IN
¡ ja ¡ nee
¡ ja ¡ nee
2 We hadden het in de vorige oefening over hoe verhalen tot bij jou komen. Hieronder en op de volgende pagina vind je covers, afbeeldingen en foto’s. a Welke drie verhalen lijken jou het aantrekkelijkst?
VA N
b Wat weet je over die verhalen of wat verwacht je ervan? c Vertel kort aan je medeleerlingen hoe jouw top drie eruitziet.
Hieronder vind je een kader dat je als hulpmiddel bij deze opdracht kunt gebruiken. Je mag de top drie in je eigen woorden weergeven, maar je kunt dit skelet gebruiken wanneer je vastzit. Mijn top drie van de verhalen is op de eerste plaats … met … op de tweede plaats en ten slotte … op de derde plaats.
SPREkEN & SCHRIJven
Het eerste verhaal spreekt me aan omdat … Ik denk dat het gaat over … Wat ik interessant vind bij het tweede verhaal is dat het gaat over … Ik koos het derde verhaal omdat …
2
3
©
1
Kris, een jongen die lijdt aan het syndroom van Gilles de la Tourette, is op vakantie met zijn neef Hopper. Ze rijden door de bergen
kan hem niet meer ontwijken. De jongens raken in paniek en slaan op de vlucht. Ze komen terecht in Odrin, een Spaans bergdorp dat altijd in de schaduw ligt. Er hangt een vreemde sfeer; de meeste bewoners zijn nors en gedragen zich soms ronduit bedreigend. Kris en Hopper besluiten ervandoor te gaan, maar de enige toegangsweg is afgesloten en wordt door gewapende mannen bewaakt. Niemand mag het dorp nog in of uit – er waart een onbekend en zeer besmettelijk virus
MIRJAM MOUS VIRUS
wanneer er een hevig noodweer losbarst. Ineens loopt er een man op de weg! Hopper
MIRJAM MOUS
rond ...
12+
14+
16+
vanin.be
LES 4 Soorten verhalen
592611
WWW.BOEKTOPPERS.BE
pakketB_3_virus.indd 1
1/05/19 11:33
33
5
IN
4
7
VA N
6
8
9
11
©
13
34
14
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
12
© 2021 Standaard Uitgeverij
10
15
3 Hieronder vind je tekstfragmenten die bij de foto’s horen. Vul de tabel op p. 37 verder in. a Jem was zeven toen haar moeder overleed en sindsdien draagt ze een geheim met zich mee. Zodra ze haar blik op iemand richt, ziet ze een nummer verschijnen: de sterfdatum van degene die ze aankijkt. Voorvoelend dat er iets gruwelijk uit de hand gaat lopen, rent Jem met Spider weg voor wat later een terroristische aanslag blijkt. Dat wordt gezien en ze zijn meteen verdacht. Door hun slechte achtergrond afkomstig uit een beruchte wijk van Londen, geduchte spijbelaars, en Spider is al bekend bij de politie passen ze precies in het plaatje van jeugddelinquenten. Al snel zijn ze de meest gezochte criminelen van het land.
IN
b Een groep jongeren trekt zich een aantal dagen terug in een afgelegen bos om een middeleeuws rollenspel te spelen. Normaal gesproken zou dat niks voor de student medicijnen Bastiaan zijn, maar hij is verliefd op Sandra en heeft zich door haar laten overtuigen. Hun avontuur begint onschuldig, maar wordt al enigszins benauwend als het gerucht gaat dat het deel van het bos waarin ze verblijven, vervloekt is. c Drie moedige jongeren gaan aan het eind van de Tweede Wereldoorlog met duizenden andere vluchtelingen op zoek naar de vrijheid. Ze ontmoeten elkaar op weg naar een voormalig cruiseschip dat hen in veiligheid moet brengen. Hoewel ze door de oorlog lijnrecht tegenover elkaar staan, moeten ze samenwerken om te overleven. d Elk jaar opnieuw kijken ze uit naar eind september. Ja, de bal is wat vrijer in vergelijking met de vorige jaren. Nee, je kan niet meer zo makkelijk met je sterspeler voorbij alles en iedereen sprinten. Ja, de ‘getimede schoten’ zorgen voor een extra uitdaging om voor de perfecte afwerking te kunnen zorgen. Waan je een stervoetballer en help je favoriete team aan de overwinning.
VA N
e Khalil grijpt mijn hand. ‘Kom.’ Er zijn veel te veel mensen en er is veel te veel zwart krullend haar om Kenya te onderscheiden. ‘Wacht. Kenya … – Geen tijd voor. Meekomen!’ Hij sleurt me mee door de mensenmassa, duwt mensen opzij en gaat op tenen staan. Dat alleen al is genoeg om neergeschoten te worden. Ik kijk of ik Kenya ergens zie tussen de paniekerige gezichten, maar ze is nog steeds nergens te bekennen. Ik hoef niet te zien op wie er geschoten is of wie de schutter is. Als je niks gezien hebt, kun je ook niemand verraden. f
Ver voorbij de machtige ijsmuur die de noordgrens van het koninkrijk sinds mensenheugenis beschermt, roert zich een lang vergeten vijand. Maar ieders blik is naar het zuiden gericht, naar het hof waar de machtige Lannisters sterke spelers zijn. Immers, de macht van de koning is tanende, zijn Hand is onder verdachte omstandigheden aan zijn eind gekomen, velen zijn uit op eigen gewin. Toch zijn er nog trouwe onderdanen. De Starks van Winterfell bijvoorbeeld, hard en onverzettelijk als hun bevroren domein. Als de koning Eddard Stark tegen diens zin benoemt tot zijn nieuwe Hand, worden zowel hij als zijn familie betrokken bij de meest omvattende machtsstrijd ooit, het levensgevaarlijke spel der tronen.
©
g
LES 4 Soorten verhalen
woord geducht: 1. gevreesd; 2. heel erg de delinquent: iemand die een overtreding begaat enigszins: een beetje voormalig: vroeger zich roeren: bewegen, in opstand komen tanende: aan het verminderen, aan het afnemen diens: van hem, van die
35
h Een jacht op tegenstanders maar ook op buit, die overal verstopt ligt. Om de spanning hoog te houden, wordt het speelterrein steeds kleiner door een dodelijke storm die telkens een groter deel van het eiland omspant. Maar je kunt eigen stellages bouwen om dekking te zoeken en om de omgeving te kunnen overzien. Een vriendelijk schietspel waarbij je vrienden kunt zoeken om te winnen. In de Bange Jaren stond de Derde Wereldoorlog op het punt van uitbreken en de aarde dreigde intussen ten onder te gaan aan het veranderende klimaat. Economische groei was het enige dat telde. Gelukkig ontstond er een tegenbeweging. Steeds meer mensen begonnen op eigen houtje duurzame projecten te ontwikkelen en maakten zich hard voor een betere wereld: sinds de Grote Ommekeer gaat het weer beter met de aarde. Het resultaat is een ideale wereld, volgens de vijf nieuwe leiders. Maar als je je niet aan hun regels houdt, word je opgepakt door de handhavers. Die zijn echter iets heel anders van plan dan verwacht. Holdens zus Prissy ontvangt mysterieuze berichtjes van een onbekende op haar camphone. Hoe kan het dat de afzender alles van haar weet, maar zij niets van hem? En waarom heeft ze het gevoel dat er iets niet klopt aan de arrestatie van haar broer?
j
Een mysterieuze man die zichzelf ‘de professor’ noemt, organiseert samen met acht specialisten de grootste overval in de Spaanse geschiedenis. Samen willen ze de Koninklijke Munt van Spanje infiltreren om zelf bankbiljetten te drukken. Het doel is om met een totaal van 2,4 miljard euro in de tas het gebouw te verlaten. Hiervoor moeten ze echt op elkaar kunnen rekenen; ze hebben immers elf dagen toegang tot de gelddrukmachines nodig. Dit vereist een uitgekiend plan om de speciale eenheden van de Spaanse politie om de tuin te leiden.
IN
i
VA N
k Op 6 november 1983 verdwijnt de twaalfjarige Will Byers op mysterieuze wijze in het stadje Hawkins. Als gevolg van de verdwijning begint Joyce, de alleenstaande moeder van Will, door te slaan. De politie en de jeugdvrienden van Will beginnen een onderzoek. Op een dag vinden de drie jongeren een verdwaald meisje met paranormale krachten. Ze noemen haar Eleven. Samen ontdekken ze dat er mysterieuze krachten in het spel zijn en dat een sinistere overheidsorganisatie probeert om de waarheid te verdoezelen. l
Kris is op vakantie met zijn neef Hopper. Ze rijden door de bergen als er een hevig noodweer losbarst. Ineens loopt er een man op de weg! Hopper kan hem niet meer ontwijken. De jongens slaan op de vlucht. Ze komen terecht in een Spaans bergdorp. Er hangt een vreemde sfeer en de bewoners zijn nors en soms ronduit bedreigend. Kris en Hopper besluiten er vandoor te gaan, maar de enige toegangsweg is afgesloten en wordt door gewapende mannen bewaakt. Niemand mag het dorp nog in of uit want er waart een onbekend en zeer besmettelijk virus rond ...
m Hannah heeft zelfmoord gepleegd en de mensen die daar in haar ogen verantwoordelijk voor zijn, krijgen cassettebandjes toegestuurd. Op deze bandjes vertelt ze de dertien redenen voor haar zelfmoord.
© 2021 Standaard Uitgeverij
©
n
o Neem oude helden (Griekse goden, ridders van de ronde tafel … ) of nieuwe helden en plaats ze in grote steden (New York) tussen karakters die we herkennen uit het normale leven. Voeg nu een gezonde dosis fantasie en wilde sciencefiction toe: gekke wetenschappers, moordende robots, heidense goden die de stellage: stelling, verhoging buiten de sterren samenwerken met buitenaardse rijken. Mix infiltreren: binnendringen in dat allemaal en je krijgt zoiets. Gekostumeerde goeddoeners uitgekiend: tot in de details uitgedacht die het opnemen tegen een buitenaardse invasie onder sinister: onheilspellend, eng leiding van een magische godheid. Eind goed, al goed!
woord
36
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
nr. titel
genre
onderwerp
letter
1
thriller
magie, verliefdheid
b
2
The Hate U Give
3
Virus
4
misdaad, ramp drama, mysterie
m j
5
La Casa de Papel
thriller, misdaadverhaal
6
Fortnite
actie
7
historische roman, oorlogsroman
8
avonturenroman, sciencefiction
9
overleven
c
weglopen, liefde
a
parallelle wereld, monsters
k
VA N
Stranger Things
10
Maus
11
Album 26
12
h@ck
13
Game of Thrones
14
graphic novel, autobiografie
grappige situaties, maar ook lachen met de kenmerken van een stripverhaal
futuristische thriller, dystopie
gebrek aan vrijheid, negatief toekomstbeeld oorlog, draken, macht
sportsimulatie
f
competitie, voetbal superhelden, samenwerken, goedslecht
15
4 Maak gebruik van de tabel uit de vorige opdracht om een omschrijving te geven voor deze woorden: •
genre:
•
thriller:
©
15.2
drama
IN
15.2
•
drama:
•
autobiografie:
•
sciencefiction:
•
dystopie:
LES 4 Soorten verhalen
37
5 Een titel vertelt al heel veel over het verhaal. Plaats de volgende titels bij het juiste genre. 1 Star Wars – Levensschuld
a psychologische roman
2 De raadselmeester van Hed
b historische roman
3 20 000 mijlen onder zee
c horror
4 Heerlijke nieuwe wereld
d fantasy
5 De tatoeëerder van Auschwitz
e sciencefiction
6 Halloween
f avonturenverhaal
7 Wie is de moordenaar?
g biografische roman
8 Schaduwzus
h utopische/dystopische roman
9 Het dagboek van Renia Spiegel
i
1
2
3
4
detective
IN
15.2
5
6
7
8
9
6 Beluister de fragmenten uit de boeken Haat en Er is geen vorm waarin ik pas. Tot welk genre behoren de boeken? Geef ook telkens twee redenen waarom je dit zegt. 1 Haat genre
VA N
redenen
2 Er is geen vorm waarin ik pas genre
redenen
7 Vaak zijn aan een genre typische kenmerken verbonden.
a Maak een lijst van minstens vijf elementen die je verbindt met het genre detective.
©
b Overloop deze elementen met enkele medeleerlingen. Stel een lijst van tien typische elementen op. c Verzin een titel die duidelijk maakt dat het om een detectiveverhaal gaat.
38
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
2
Op zoek naar een goed boek in de bib Zoek in Catalogus Krantenarchief
Filialen en collecties
Geavanceerd zoeken
ROMAN
Materiaal Reeks
Fictie of Non-fictie Uitgever
Bekroning
Minder filters –
Muziek of film Auteur
Leeftijd Recensie
Taal
zoeken
Uitgegeven tussen
Onderwerpen
Genre
IN
Verfijn
x
1 In de bibliotheekcatalogus kun je gebruikmaken van een elektronische catalogus om materiaal te vinden. Omdat er heel veel in de collectie van de bib staat, kun je je zoekopdracht verfijnen. Zo kun je ervoor kiezen om gericht materiaal op te zoeken. a Vorige jaren stond je stil bij het onderscheid tussen fictie en non-fictie. Leg dit in je eigen woorden uit.
VA N
b Wat betekent ‘bekroning’?
2 Ga via boekenzoeker.org of een bibliotheekwebsite op zoek naar twee romans (fictie) van maximaal tien jaar oud over een onderwerp dat je interesseert. Maak gebruik van filters om je zoekopdracht te verfijnen. 3 Noteer de volgende zaken: BOEK 1
auteur:
•
aantal bladzijden:
•
vier kernwoorden over de inhoud:
©
•
•
1
3
2
4
Noteer ook drie interessante weetjes over het boek. Bijvoorbeeld: Is het verfilmd? Heeft het prijzen gewonnen? Hoe vaak is het al opnieuw uitgegeven? 1 2 3
LES 4 Soorten verhalen
39
BOEK 2 •
auteur:
•
aantal bladzijden:
•
vier kernwoorden over de inhoud: 3
2
4
Noteer ook drie interessante weetjes over het boek. Bijvoorbeeld: Is het verfilmd? Heeft het prijzen gewonnen? Hoe vaak is het al opnieuw uitgegeven? 1 2 3
IN
•
1
4 Stel je boekenkeuze voor in een audio- of videobestand van ongeveer twee minuten. Je eindresultaat moet voldoen aan volgende criteria: Het filmpje is minimaal anderhalf en maximaal drie minuten lang.
VA N
•
Van beide verhalen geef je de auteur en minimaal drie kernwoorden.
•
Je legt duidelijk uit waarom je deze verhalen wilt lezen.
•
Bij elk verhaal vermeld je ook drie weetjes die je terugvond in de bibliotheekcatalogus.
•
Je spreektempo is aangenaam: niet te snel en niet te traag. Je brengt ook variatie in je intonatie.
©
•
40
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
Literatuursuggesties 1
©
VA N
IN
In les 4 maakte je kennis met verschillende genres. Je leerde hoe je efficiënt een boek terugvindt via de bibliotheekcatalogus. Toch is het soms leuk om je te laten verrassen. In deze bibliotheek zetten de medewerkers elke maand een aantal boeken in de kijker. Ontdek hier de boeksuggesties van deze maand.
Literatuursuggesties 1
41
Carver – horlogemaker, uitvinder romer – besluit met zijn gezin naar verhuizen, naar een oud huis aan hoorde aan een beroemde chirurg, het huis bevat veel eigen geheimen ligt een naargeestige, ommuurde op een zespuntige ster troont. Als en in die tuin, krijgt hij de schrik
n Rolands grootvader onder druk n te komen, begint het huiveringe Nevelprins zich in al zijn gruwe-
BELUISTER FRAGMENT
VA N
789056 723521
De aardbeienplukker Monika Feth
thriller (psychologisch) 2003
BELUISTER FRAGMENT
Als haar vriendin Caro vermoord wordt, zweert Jette op haar rouwdienst wraak te zullen nemen. De moordenaar neemt haar op haar woord en gaat in de aanval. Hij zoekt toenadering tot Jette als vriend. Zij wordt verliefd op hem, zonder dat ze beseft met wie ze te maken heeft …
De tranen van de moordenaar
12+
14+
16+
BTVAO08
Anne-Laure Bondoux
DE TRANEN VAN DE MOORDENAAR
met de Prix Sorcières 2004
ANNE-LAURE BONDOUX
©
overdo woont met zijn ouders erderij in het onherbergzame n Chili. Angel Allegria is een ar op de vlucht, op zoek naar komen. Het toeval brengt et huis van de Poloverdo’s. os doodt hij het ouderpaar, ongen laat hij leven, zonder weten waarom. Het is een een bijzondere relatie, die enoeg uitgroeit tot iets wat op zelfs liefde lijkt.
PPERS.BE
mysterie, horror
1 943: de vader van Max besluit met zijn gezin naar een dorp aan de kust te verhuizen, naar een oud huis aan het strand dat ooit toebehoorde aan een beroemde chirurg. Het huis bevat vele geheimen en verhalen en erachter ligt een naargeestige, ommuurde tuin met een poort waarboven een zespuntige ster staat. Terwijl het gezin zich installeert en probeert te wennen, sluiten Max en zijn zus vriendschap met Roland. Ze ontmoeten ook Rolands grootvader, de vuurtorenwachter. Hij was 25 jaar geleden de enige overlevende van een schipbreuk. Bij een duik naar het schip ziet Max aan de mast een vlag met een afbeelding van de zespuntige ster die hij aantrof op de tuinpoort. Dan begint het verhaal van de nevelprins.
nur 302 ⁄ 284
9
Carlos Ruiz Zafón
1993
de nevelprins
zich installeert en probeert te wenzus Alicia al snel vriendschap met oeten ze zijn grootvader, de vuurtoaar geleden de enige overlevende de Orpheus, een wrak dat daar voor k naar het schip ziet Max iets wat aan de mast golft een halfvergane van dezelfde zespuntige ster die hij
DE NEVELPRINS
De nevelprins
Een verroeste ketting hing om de zwart geworden ijzeren spijlen, verzegeld met een oud slot waaraan de tijd een uitgebluste kleur had gegeven. Het struikgewas had door de jaren heen terrein gewonnen en gaf de plek het uiterlijk van een verlaten broeikas. Vermoedelijk had in geen jaren iemand voet in die tuin gezet, bedacht Max. Hij keek om zich heen en zag een vuistgrote steen bij de tuinmuur liggen. Met kracht beukte hij met de steen op het slot tot de oude beugel meegaf onder de slagen. Max duwde tegen de grote poort en voelde hoe deze lui meegaf. Toen de opening wijd genoeg was om hem door te laten, rustte hij een ogenblik uit en stapte naar binnen. (…) Midden in de beeldentuin stond op een sokkel een uit de kluiten gewassen standbeeld dat een glimlachende clown met rechtopstaand haar voorstelde. Eén arm had hij uitgestrekt en met zijn vuist, gehuld in een buitenproportioneel grote handschoen, leek hij een onzichtbaar object in de lucht te slaan. Aan zijn voeten zag Max een grote platte steen waarop vaag een tekening in reliëf was te zien. Hij knielde neer, schoof het onkruid dat het koude oppervlak bedekte opzij, en tevoorschijn kwam een grote zespuntige ster in een cirkel. Hij herkende het symbool, het was identiek aan wat hij op de poort had gezien. Hij stond langzaam op en bekeek het spookachtige spektakel om hem heen. Een huivering voer door zijn lichaam en hij deed onwillekeurig een stap achteruit. De hand die seconden eerder nog tot een vuist gebald was geweest, had nu een open, gestrekte palm, in een uitnodigend gebaar. Heel even voelde Max de koude ochtendlucht branden in zijn keel en het bonzen van zijn hart in zijn slapen ...
IN
` CaRLOS RUIZ Z aFON
óns échte romandebuut!
a RUIZ ` ZaFON C RLOS
Paolo Poloverdo woont met zij ouders op een boerderij in het zuiden van Chili. Angel Allegria is een moordenaar op de vlucht, op zoek naar een plaats om te schuilen. Het toeval brengt hem bij het huis van Paolo. Hij doodt Paolo’s ouders, maar laat de jongen leven, zonder te weten waarom. Het is het begin van een bijzondere relatie, die vreemd genoeg uitgroeit tot iets wat op liefde lijkt.
poëtisch en symbolisch reisverhaal 2003
De tranen van de
moordenaar Anne-Laure Bondoux
VAN IN 02-04-2008 09:45:29
42
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
BELUISTER FRAGMENT
Moord op een schilderij HILDE E. GERARD
er? Moordde hij uit jaloezie omdat r een relatie begon met zijn ex-
dochter Titiana en haar vriend Luuk jn onschuld te bewijzen.
t opnieuw een slachtoffer. Ook deze
MOORD OP EEN SCHILDERIJ
t afgebeeld op een schilderij van t. Titiana en Luuk raken steeds meer deze mysterieuze zaak.
spannende en mysterieuze naar de waarheid.
12+
14+
16+
Hilde E. Gerard detective
D MOOOPR EEN ILDERIJ SCE H E. GERARD HILD
513959
e directeur van een Antwerps museum wordt vermoord. Deze dood werd D aangekondigd op een portret van de bekende schilder Leo Broeckhaert. Is hij de dader? Moordde hij uit jaloezie omdat de directeur een relatie begon met zijn ex? Zijn dochter en haar vriend Luuk proberen zijn onschuld te bewijzen en dan valt er opnieuw een slachtoffer. Ook deze moord staat afgebeeld op een van Broeckhaerts schilderijen …
15-06-2010 14:25:29
16+
571322
16/05/17 19:02
n er rare dingen. ‘s Nachts wordt er en de inbreker laat een groot boek
aan. Terwijl zijn hoofd bonkt, oor de kamers van het mysterieuze droom en werkelijkheid.
14+
16+
BELUISTER FRAGMENT
e vijftienjarige Chelsea woont in een heel gewone wijk in een grote stad. Het café D van haar vader ging na het rookverbod failliet en haar moeder wil eindelijk iets voor zichzelf. En ook haar oudere zus is niet echt gelukkig. Maar al laten ze het niet altijd zien, iedereen in dit gezin houdt van elkaar. Een dramatische gebeurtenis brengt daar verandering in. Chelsea probeert zich staande te houden en zich niet te laten overmeesteren door schuldgevoel en verdriet. Mickey, die een groot zangtalent in haar ziet, helpt haar daarbij.
De negen kamers Peter-Paul Rauwerda
©
een huis dat onverwacht verschijnt. de dag eenzelfde huis op een d veldje opdoemt, besluit hij naar
PETER-PAUL RAUWERDA DE NEGEN KAMERS
n. Net op het moment dat hij s is, worden ze vrijwel ondraaglijk
12+
p robleemboek, drama 2015
vanin.be
al tijdenlang vreselijke
Derk Visser
VA N
14+
PRIKKEL DRAAD
PRIKKELDRAAD
12+
Prikkeldraad
DERK VISSER
DERK VISSER
njarige Chelsea woont in een heel wijk in een grote stad, maar verder veel ‘gewoon’ in haar leven. Het haar vader ging na het rookverbod haar moeder wil eindelijk ‘iets’ voor n ook haar oudere zus is niet echt Maar al laten ze het niet altijd zien, n toch van elkaar. Een dramatische nis lijkt daar verandering in te Chelsea probeert zich staande te n zich niet te laten overmeesteren ldgevoel en verdriet. Mickey, die zangtalent in haar ziet, helpt haar
BELUISTER FRAGMENT
2 009
IN
r van een Antwerps museum wordt welijke manier vermoord. Zijn
t aangekondigd op een portret ende schilder Leo Broeckhaert. Is
PETER-PAUL RAUWERDA
De negen kamers
vanin.be
fantasy, filosofisch verhaal 2016
BELUISTER FRAGMENT
J onas heeft al tijdenlang vreselijke hoofdpijnen. Net op het moment dat hij alleen thuis is, worden ze ondraaglijk en gebeuren er rare dingen. ‘s Nachts wordt er ingebroken en de inbreker laat een groot boek achter over een huis dat onverwacht verschijnt. Als later op de dag eenzelfde huis op een braakliggend veldje opdoemt, besluit Jonas naar binnen te gaan.
595233
Literatuursuggesties 1
43
iBoy
rdt van een flat gegooid en
et hoofd van de 16-jarige Tom.
Kevin Brooks
et ongeluk, maar een aantal
KEVIN BROOKS iBOY
n stukjes in zijn hoofd zorgen ngewoon effect … Hij weet en
hij zich ooit kon voorstellen. Tom
s over superkrachten. En met
ke kracht komt de keuze: wraak gewelddadige straatbende die
ucy terroriseert of zich toch maar n?
14+
s ciencefiction, actie
T ijdens een ongeluk krijgt de 16-jarige Tom een iPhone tegen zijn hoofd. Een aantal achtergebleven stukken zorgen ervoor dat hij meer weet en ziet dan hij zich kon voorstellen. Deze superkracht brengt een verscheurende keuze met zich mee: wraak nemen op de bende die Toms vriendin terroriseert of zich rustig houden en onopvallend verder leven.
16+
www.vanin.be
563181 5/06/15 11:54
Op zoek naar Violet Park
redenen waarom Violet Park niets maken zou moeten hebben.
JENNY VALENTINE
raakt geïntrigeerd door een urn die
OP ZOEK NAAR VIOLET PARK
ijgen en gaat op zoek naar de gevan deze vrouw. Hij realiseert zich t het begin is van een zoektocht naar
n zijn identiteit. En uiteindelijk moet ogen zien wat er gebeurd is met zijn
n (en misschien wel overleden) vader.
12+
14+
16+
OP ZOEK NAAR VIOLET PARK
Jenny Valentine
VA N
ongeluk ontmoette ik haar de nacht. eranderde.
JENNY VALENTINE
d. Ze was dood. een urn op een plank.
elaten bij een taxistandplaats. Hij e urn met de as van Violet Park in
BELUISTER FRAGMENT
2010
IN
12+
KEVIN BROOKS
humoristisch verhaal, avontuur 2007
BELUISTER FRAGMENT
L ucas raakt geïntrigeerd door een urn die is achtergelaten bij een taxistandplaats. Hij probeert de urn met de as van Violet Park in bezit te krijgen en gaat op zoek naar de geschiedenis van deze vrouw. Hij realiseert zich niet dat dit het begin is van een zoektocht naar zichzelf en zijn identiteit. En uiteindelijk moet hij onder ogen zien wat er gebeurd is met zijn verdwenen vader.
512526
PPERS.NL
15-07-2009 08:42:30
H ET M EI SJE EN D E SO L D A AT
12+
14+
16+
vanin.be
HET MEISJE EN DE SOLDAAT
©
ALINE SAX
hter de frontlijn in de Westhoek staat een g, waar soldaten komen verpozen als ze dagen rust hebben. Er woont een blind dat graag in de zon buiten op de bank een dag komt een soldaat naast haar die anders ruikt dan andere soldaten. g de herberg niet binnen omdat hij zwart ar het meisje praat onbevangen met hem genieten samen van de gesprekken. Als hij dag ineens niet meer opdaagt, besluit ze gaan zoeken.
ALINE SAX
Het meisje en de soldaat Aline Sax
o orlogsverhaal, drama 2 014
met prenten van
ANN DE BODE
et achter de frontlijn in de Westhoek staat een herberg. Er woont een blind meisje N dat graag in de zon buiten op de bank zit. Op een dag komt een soldaat naast haar zitten die anders ruikt dan andere soldaten. Hij mag de herberg niet binnen omdat hij zwart is. Samen genieten ze van de mooie gesprekken die ze hebben. Als hij op een dag ineens niet meer opdaagt, besluit ze hem te gaan zoeken.
595233
44
BELUISTER FRAGMENT
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
les
Communicatieschema en 5 teksttypes 3
4
Je herkent en onderscheidt verschillende tekstdoelen, tekstsoorten en teksttypes
2
Je kunt elementen van taalgebruik benoemen en uitleggen hoe ze een bepaalde boodschap ondersteunen of versterken
Je vergelijkt de vorm en opbouw van teksten met de verschillende doelen
5
Je kent de negen vragen van het communicatieschema en je kunt ze toepassen op een tekst
IN
1
Je kent de verschillende onderdelen van het communicatieschema
Lezen doe je een hele dag door. Berichtjes op WhatsApp, een artikel in de krant, reclame in het bushokje, de vragen van een toets, het nieuwste boek van Ish Ait Hamou, een mail in je inbox, een gedichtje van je lief … Je bent dan ook best een tekstexpert met al die teksten rondom jou. Laat dat nu net zijn waar we in deze les aan werken!
1 Elke tekst is een vorm van communicatie. Hieronder vind je het communicatieschema. Plaats de woorden op de juiste plaats in het schema. Kies uit: zender – ontvanger – boodschap – onderwerp – doel – stijl/taal – kanaal – effect – ruis
ABC
ABC
ABC
2 Op de volgende pagina vind je twee nieuwsberichten. Zonder een woord te lezen kun je vaak al heel wat afleiden van een tekst.
©
1.1
Elke tekst heeft een context
VA N
1
a Wat weet je uit je voorkennis over De Standaard en Ketnet?
b Wat kun je via de lay-out afleiden?
LES 5 Communicatieschema en teksttypes
45
3 Op basis van deze informatie: wie/wat is … tekst 1
tekst 2
de zender het doelpubliek / de ontvanger
VA N
IN
het kanaal / het medium
In Australië komen steeds meer koala’s in de problemen door de aanhoudende bosbranden. Een uitgedroogde koala vroeg en kreeg hulp van een fietser. Op Instagram is een video gedeeld van een sterk uitgedroogde koala die verward en zwalpend in het midden van de weg ‘om hulp leek te vragen’. Dat zeggen de fietsers die het dier aantroffen in de buurt van het Australische Adelaide op Instagram. ‘De koala kwam recht op me afgelopen’, schrijft fietser Anna Heusler op Instagram. ‘Terwijl ik afstapte, klom hij op mijn fiets en gaf ik hem water. Dit is het beste wat me ooit is overkomen tijdens een fietstochtje!’
©
De vrouw liet het dier haar hele bidon leegdrinken. Door de aanhoudende bosbranden zijn naar schatting al 8.000 koala’s gestorven. In totaal zouden al meer dan 450 miljoen dieren gestorven zijn. Dat zeggen ecologen aan The Times.
Leger
Vrijdag raakte bekend dat Australië het leger heeft ingeschakeld om de bosbranden te bestrijden. Het leger zal er voortaan mee voor zorgen dat de blusvliegtuigen gevuld worden met water, staan in voor de zoekvliegtuigen, verzorgen het vervoer van de brandweermannen en staan de zoek- en reddingsoperaties bij met een helikopter. ‘Doordat Defensie achter de schermen gaat helpen, zijn er meer brandweermannen beschikbaar om de branden te blussen’, verklaarde defensieminister Linda Reynolds.
woord zwalpend: voortbewegend zonder doel de defensie: verdediging; in dit geval gaat het om Australische landsverdediging
46
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
IN
Koala klimt op fiets en drinkt drinkfles helemaal leeg
VA N
In Australië is het nog steeds ontzetend warm. De droogte zorgt ervoor dat veel dieren amper water vinden, net zoals deze koala.
De koala vond gelukkig een stelletje wielrenners die een tochtje maakten toen het 40 graden was. De koala zat in het midden op de weg. Toen een van de wielrenners het beestje water wou geven, klom die meteen op de fiets en dronk de drinkfles helemaal leeg. Bosbranden Het gaat niet goed met koala’s in Australië. Dat komt door hitte en bosbranden. Er zijn de laatste tijd waarschijnlijk duizenden koala’s gestorven.
reacties (26)
©
Je moet je aanmelden om een reactie te schrijven Lollypop23
😢
Superschattig! Maar wel erg voor al die koala’s Ik heb medelijden. Koala’s zijn ook mijn lievelingsdieren. fLIPFLOPPER Schattig!!!
😀
lotjes
😀
Ik heb al een giraf geaait maar een koala ook in parai daiza Lacksy
😀
Arme koalatjes in Australië heel erg C U T E
LES 5 Communicatieschema en teksttypes
😢
Toch nog is dit
47
4 Lees de teksten globaal door en bepaal het hoofddoel. Waarom werden ze geschreven? ¡ ¡ ¡ ¡ ¡
informeren ontspannen raken overtuigen aanzetten om iets te doen
5 Wat is het onderwerp van beide teksten?
4.5.1
6 Wat zijn de hoofdpunten van beide teksten?
De Standaard wie wat
waar
IN
a Welk antwoord krijg je op de topische vragen? Wees zo precies mogelijk.
VA N
waarom
hoe
©
extra info
b Wat valt er je op als je de boodschap van beide teksten vergelijkt?
c Hoe komt dat, denk je?
48
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Ketnet
7 Vergelijk de zinsbouw, woordkeuze en woordsoorten in beide teksten. Duid aan. De Standaard zinsbouw
meer korte zinnen / lange zinnen
meer korte zinnen / lange zinnen
woordkeuze
meer makkelijke woorden / ook moeilijke woorden
meer makkelijke woorden / ook moeilijke woorden
woordsoorten
veel bijvoeglijke naamwoorden / weinig bijvoeglijke naamwoorden
veel bijvoeglijke naamwoorden / weinig bijvoeglijke naamwoorden
¡ ¡ ¡ ¡ ¡
geïnformeerd zijn geraakt zijn ontspannen zijn overtuigd zijn overgaan tot actie
IN
8 Bekijk de reacties bij de tweede tekst. Wat is het effect van de nieuwsberichten op de ontvangers?
VA N
9 De informatie werd verspreid via een website. Welke elementen kunnen ervoor zorgen dat de lezers afgeleid worden?
10 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over het communicatieschema. Je herhaalt er ook het onderscheid tussen tekstsoort, tekstdoel en teksttype.
©
4.3
Ketnet
LES 5 Communicatieschema en teksttypes
49
2
Elke tekst heeft een context Nu is het aan jullie om een echte tekstexpert te worden. 1 Je leraar geeft je een tekst. 1
Voorbereiding 1 Was je handen zorgvuldig. 2 Verwarm de over voor op 190 °C. 3 Bekleed de ovenschaal met bakpapier. 4 Weeg alle ingrediënten zorgvuldig af.
IN
Ingrediënten voor 30 koekjes 1 ei 80 g lichtbruine suiker 125 g boter 60 g suiker 175 g bloem 1 zakje vanillesuiker 1 koffielepel bakpoeder 125 g chocolade in stukjes 100 g amandelpoeder
VA N
Uitvoering 1 Doe eerst de boter in een mengkom en klop zachtjes. 2 Voeg er daarna de bruine suiker en vanillesuiker bij en meng alles door elkaar. 3 Dan voeg je het ei bij het mengsel - meng opnieuw. 4 Voeg het bakpoeder toe aan de bloem. 5 Roer vervolgens de bloem voorzichtig onder het mengsel. 6 Breek de chocolade in kleine stukjes. 7 Stort de chocoladestukjes bij je mengsel en roer om. 8 Schep met een lepel kleine balletjes uit het deeg en leg ze op de bakplaat. 9 Tenslotte bak je de koekjes 10 tot 12 minuten in een voorverwarmde oven. Smakelijk!
2
4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN Zoals alle geneesmiddelen kan VAXIGRIP bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.
©
In klinische studies zijn de volgende bijwerkingen waargenomen. De frequentie hiervan is ingeschat als ‘vaak voorkomend’: bij 1 tot 10 van de 100 gebruikers. - hoofdpijn - zweten - spierpijn (myalgie), gewrichtspijn (artralgie) - koorts, algemeen onwel gevoel (malaise), rillingen, vermoeidheid - plaatselijke reacties: roodheid, zwelling, pijn, blauwe plekken (ecchymose), harde zwelling (induratie) rond de plaats waar het vaccin werd ingespoten. Deze reacties verdwijnen meestal zonder behandeling binnen 1 à 2 dagen. Naast de bovengenoemde, vaak voorkomende bijwerkingen kwamen de volgende bijwerkingen voor nadat het vaccin op de markt werd gebracht: - allergische reacties: - in zeldzame gevallen leidend tot medische noodsituaties met falen van het bloedsomloopsysteem om een voldoende bloedstroom naar de verschillende organen te handhaven (shock) - in zeer zeldzame gevallen leidend tot zwelling vooral zichtbaar in het hoofd en de hals, waaronder het gezicht, de lippen, tong, keel of een ander lichaamsdeel (angio-oedeem)
50
- huidreacties die zich over het lichaam kunnen verspreiden, waaronder jeuk (pruritus, urticaria), huiduitslag - ontsteking van een bloedvat (vasculitis), wat kan leiden tot huiduitslag en in zeer zeldzame gevallen tot tijdelijke nierproblemen. - pijn waar een gevoelszenuw loopt (neuralgie), afwijkingen in het waarnemen van gevoel, pijn, warmte en koude (paresthesie), stuipen (convulsies) gepaard met koorts, neurologische aandoeningen die kunnen leiden tot een stijve nek, verwardheid, gevoelloosheid, pijn en zwakte in de ledematen, evenwichtsverlies, verlies van reflexen, gedeeltelijke verlamming of verlamming van het hele lichaam (encephalomyelitis, neuritis, syndroom van Guillain-Barré) - tijdelijke afname van het aantal bloedplaatjes: een laag aantal bloedplaatjes kan leiden tot overmatige vorming van blauwe plekken of bloedingen (voorbijgaande trombocytopenie), tijdelijke zwelling van de klieren in de hals, oksels of lies (voorbijgaande lymfadenopathie)
Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als u een bijwerking merkt die niet in deze bijsluiter wordt vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5. HOE U VAXIGRIP MOET BEWAREN Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik VAXIGRIP niet na de vervaldatum die vermeld wordt op de verpakking na EXP. De verval datum verwijst naar de laatste dag van die maand.
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
In de koelkast bewaren (2°C - 8°C). Niet invriezen. Bewaar de spuit in de buitenverpakking om tegen licht te beschermen. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu.
6. AANVULLENDE INFORMATIE Hoe ziet VAXIGRIP er uit en wat is de inhoud van de verpakking? VAXIGRIP is een suspensie voor injectie die wordt aangeboden in een voorgevulde spuit van 0,5 ml in een doos van 1, 10, 20 of 50 stuks. Het is mogelijk dat niet alle verpakkingen worden verkocht. Na zacht schudden ziet het vaccin eruit als een witachtige en licht doorschijnende vloeistof. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant De houder van de vergunning voor het in de handel brengen is: Sanofi Pasteur MSD, Jules Bordetlaan 13, 1140 Brussel - België De fabrikant is: SANOFI PASTEUR, 2, avenue Pont Pasteur , 69007 Lyon, RANKRIJK Registratie nummers: BE108184 - BE225994
VA N
IN
3
©
12 tot 17 februari 2018 2 tot 7 april 2018 9 tot 14 april 2018
31 oktober tot 5 november 2017 5 tot 10 februari 2018 11 tot 16 februari 2018
heibrand 26 tot 31 december 2017 8 tot 13 april 2018
LES 5 Communicatieschema en teksttypes
de karmel heidepark BRUGGE WAASMUNSTER
9 tot 14 april 2018 3 tot 8 juni 2018
WESTMALLE
de kalei
DILSEN-STOKKEM
de hagaard OVERIJSE
12 tot 17 februari 2018 9 tot 14 april 2018
51
VA N
IN
4
2 Vul de fiche zo correct en volledig mogelijk in.
1.1
a Wie is de zender? Wie maakte de tekst?
b Wie is de ontvanger? Wie is het doelpubliek? Wie moet/mag de tekst lezen? c Wat is de boodschap? Wat wil de maker vertellen?
d Waarover gaat de boodschap? Wat is het onderwerp van de boodschap? Wat zijn de hoofdpunten?
e Wat is de bedoeling? (tekstdoel) Met welke reden maakte men de boodschap?
f
Hoe wordt er talig gecommuniceerd? Valt er jou iets op aan de woordkeuze of lay-out?
©
4.3
3 Wissel jullie antwoorden in kleine groepen uit.
g In welke situatie wordt er gecommuniceerd? Zijn de omstandigheden om te communiceren ideaal of zijn er stoorzenders (ruis)? h Wat is het kanaal? Via welk medium verstuurt men de boodschap? i
Wat is het effect? Brengt de boodschap iets teweeg bij de ontvanger? Hoe reageert die?
teksttype
52
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
¡ ¡ ¡ ¡
informeren ontspannen raken overtuigen
3
Taalspelletjes 1 Wat betekenen de volgende zegswijzen en spreekwoorden over eten en drinken? 1
van twee walletjes eten
2
Het sop is de kolen niet waard.
a Iets bekends wordt op een nieuwe manier gepresenteerd.
3
appelen voor citroenen verkopen
b Hij laat zich iets afnemen waar hij recht op heeft.
4
op eieren lopen
5
Verandering van spijs doet eten.
c De vele inspanningen leveren maar weinig resultaten op.
6
met de gebakken peren zitten
7
Hij viel met zijn gat in de boter.
8
Dat is nieuwe wijn in oude zakken.
9
Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.
e Het is goed om af en toe iets anders te doen.
f Je verdedigt wie jou betaalt / financieel ondersteunt. g iets van geringe waarde als iets kostbaars verkopen h heel voorzichtig handelen i
10 Hij laat het vlees van zijn brood eten.
j 2
3
4
de onaangename gevolgen van iets dragen (onverwacht) goed terechtkomen
5
6
7
VA N
1
IN
d van beide partijen je voordeel behalen
8
9
10
8
9
10
2 Ontcijfer de volgende letterwoorden (sms’jes en chatberichten). 1
bff
a tot later
2
lol
b eeuwige beste vriend
3
xoxo
c ik ben onmiddellijk terug
4
w8
d ik begrijp het
5
asap
e wacht
6
brb
f kusjes en knuffels
7
ff
g bedankt
8
ic
h luidop aan het lachen
9
cu
i
zo snel mogelijk
10 tx
j
even
2
3
4
5
6
7
©
1
LES 5 Communicatieschema en teksttypes
53
3 Voor welke aandoening of welk lichaamsdeel ga je naar deze dokter? 1
cardioloog
a huidziekten
2
psycholoog
b geestesziekten
3
viroloog
c longaandoeningen
4
gastroloog
d virussen
5
neuroloog
e hart- en vaatziekten
6
pneumoloog
f
7
dermatoloog
g kanker
8
oncoloog
h spijsvertering
9
orthopedist
i
1
j 2
3
4
5
de plaats en aard van je ziekte vastleggen
IN
10 radioloog
aandoeningen zenuwstelsel
skelet, spieren, gewrichten 6
7
8
9
10
4 Stop de band. Vul de volgende Nederlandse liedjesteksten aan. Jij geeft me vonken en vuur …
a die altijd voor je straalt
Wil je weten hoe het danst zonder mij …
b vertel me dan, waarom verlang ik zo
3
De meeste dromen zijn bedrog …
c ik ben te oud om te weten waarom
4
Laat me nu toch niet alleen …
d misschien heb je meer balans zonder mij
5
Maar, ze is maor zestien jaor …
e maar als ik wakker word naast jou dan droom ik nog
6
Laat de zon in je hart …
f
7
Wie heb ik aan de lijn, hallo hallo …
g gevaarlijk maar van lange duur
8
Ik zie goud aan de rand van de zon …
h radeloos en verloren
9
Een ster, die jou nooit meer verlaat …
i
oye oyalele, en niemand die merkt wat we doen
j
ze schijnt toch voor iedereen
VA N
1 2
10 Oye oyalele, ik geef je een stiekeme zoen … 2
3
4
©
1
54
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
5
en dat is bitter jong
6
7
8
9
10
5 Weet jij wat deze mediawoorden betekenen? a Een vorm van oplichting, waarbij criminelen nepsites gebruiken om
1
algoritme
2
avatar
3
cookie
4
deep fake
5
drone
6
digital native
7
fomo
8
meme
9
phishing
persoonlijke informatie van derden in hun bezit te krijgen. b Een technologie waarbij men beeld en geluid manipuleert en zo iemand iets
laat zeggen of doen in een video, zonder dat die persoon dat ooit echt gezegd of gedaan heeft. c Een wiskundige formule die bepaalt hoe een website of apparaat moet werken.
Het wordt gebruikt om reclame af te stemmen op jouw persoonlijke interesses. d Een vliegtuigje zonder piloot aan boord. De toestellen worden op afstand
bestuurd en hebben vaak een camera aan boord.
IN
e Afkorting van ‘fear of missing out’. De term verwijst naar de angst om dingen te
10 trol
missen die (online) gebeuren.
f Een klein bestandje dat door websites op je computer wordt gezet en dat je
klikgedrag rapporteert aan onlinewinkels.
g Iemand die is geboren tijdens of na de algemene introductie van digitale
technologieën en die technologieën vaak zonder problemen gebruikt.
h Iemand die het leuk vindt om rare standpunten op een internetforum te
plaatsen, om anderen te choqueren of te beledigen.
De onlinerepresentatie van jezelf; dat kan een 3-dimensionale figuur zijn, een eenvoudig symbool of een foto.
VA N
i j
1
2
Een foto – maar dat kan ook een video- of audiobestand zijn – met een grappige tekst of een quote. Het wordt vaak massaal verspreid via sociale media. 3
4
5
6
7
8
9
10
6 Elk jaar organiseert Van Dale de verkiezing van ‘Het woord van het jaar’. Weet jij nog wat deze woorden betekenen? winkelhieren
2
moordstrookje
3
koesterkoffer
4
ontvrienden
5
kraamkost
6
flitsmarathon
7
selfie
8
frietchinees
9
stoeproken
©
1
b actie waarbij de politie gedurende een bepaalde periode intensief en over een hele regio snelheidscontroles houdt c meisje dat op festivals met verschillende jongens gaat d roken op de stoep voor een horecazaak
e een tas met tastbare herinneringen om een jong gezin te steunen na het verlies van een kind f
een niet-verhoogd fietspad, niet afgescheiden van de rijweg
g een Aziaat die een frituur uitbaat in België
10 tentsletje
1
a een gefotografeerd zelfportret, doorgaans gemaakt met een smartphone of webcam
h kennissen en vrienden verwijderen van sociale media
2
i
vers gemaakt eten dat je meeneemt op bezoek bij zwangere of net bevallen vrouwen
j
bij lokale bedrijven en winkels kopen 3
LES 5 Communicatieschema en teksttypes
4
5
6
7
8
9
10
55
les
6
Spelling van het werkwoord 1
Je kunt in een zin een persoonsvorm (tegenwoordige en verleden tijd) en een voltooid deelwoord aanduiden
2
3
Je kent de regels van de werkwoordspelling
Je kunt werkwoorden correct spellen en uitleggen waarom je voor die spellingwijze kiest
IN
1 Is onderstaande zin volgens jou correct gespeld? Leg uit waarom je dit (niet) vindt.
Wat vind je in de huis kamer?
2 Deze zin komt uit een Nederlands belspel. Je leraar laat je een fragment zien. a Welke indruk maakt de presentatrice met haar tussenkomst?
VA N
b Vind je het erg dat zij deze fout maakt? Waarom (niet)?
3 Kun je de zin ‘Wat vind je in de huiskamer?’ aanvullen met een woord zodat je de persoonsvorm met -dt schrijft?
4 Focus nu op de werkwoordtijd van de persoonsvorm. a In welke tijd staat het werkwoord hier? ¡ onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ¡ voltooid tegenwoordige tijd (vtt) ¡ voltooid verleden tijd (vvt)
b Herschrijf de zin in de onvoltooid verleden tijd.
c Herschrijf de zin naar een zin met een voltooid deelwoord.
5 Heb je zelf problemen met de werkwoordspelling? Geef eventueel een voorbeeld van iets wat je vaak fout doet of waaraan je telkens twijfelt.
©
10.9.3
6 Je leraar toont je een kort fragment waarin Ruud Hendrickx, de taaladviseur van de VRT, ons geheugen over de dt-regel opfrist. a Welke twee spellingregels legt hij uit? Regel 1: Bijvoorbeeld:
56
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
Regel 2: Bijvoorbeeld: b
Waarom legt hij net die regels uit?
c Geef de stam van volgende werkwoorden: zweven
douchen
spelen
lopen
wensen
IN
zeggen
klagen
d Pas deze regels nu toe in de volgende zinnen. Noteer ook telkens welke vorm van het werkwoord (pv in de ott of voltooid deelwoord) je gebruikte.
VA N
NEDERLANDSE STRATENMAKER MAAKT TAALFOUT In de Nederlandse gemeente Enschede
(terugkeren - ) in de Enschedese wijk.
hebben straatleggers een taalblunder
De witte letters vormden wederom het woord
(maken - ).
‘shcoolzone’.
Ze legden ‘shcoolzone’ in plaats van
‘Dit hebben studenten gedaan, dat kan niet
‘schoolzone’.
anders!’, (zeggen
De letters waren in de straat (leggen - ), precies tegenover de Prinseschool.
De gemeente heeft de blunder in de nacht van maandag op dinsdag
- ) een stratenmaker. ‘Het (liggen - ) er namelijk heel amateuristisch in. Die hebben natuurlijk vannacht besloten een geintje uit te halen.’
Bron: Het Laatste Nieuws
(herstellen - ).
De directrice van de school
©
10.9.1
zingen
(arriveren - ) en ze (knipperen - ) even met haar ogen:
‘Staat schoolzone nu weer verkeerd (spellen - )?’ De taalfout die een dag eerder in Nederland viraal ging, is zowaar
LES 6 Spelling van het werkwoord
57
onthouden De persoonsvorm (pv) is de vorm van het werkwoord die overeenkomt met het onderwerp. Als het onderwerp enkelvoud is, dan staat de pv in het enkelvoud; als het onderwerp meervoud is, dan staat de pv in het meervoud. Ik ben jarig. Wij zijn vrienden. Zij hadden ooit een huis willen kopen.
VA N
7 Vul in met d, t, dt, dd of tt.
IN
Gedanst, gebouwd en geduwd zijn voorbeelden van een regelmatig voltooid deelwoord: ze eindigen op -t of -d en beginnen met ge-. Als een werkwoord begint met be-, her-, ont-, ver- … dan begint het voltooid deelwoord niet met ge-, zoals in ontdekt, herleid, verhandeld. Soms is het voltooid deelwoord onregelmatig, zoals bij geblazen, gedacht en gedaan. Deze vormen moet je uit het hoofd leren.
Bart Rooms
Kinderrechtencommissaris wil duidelijkere regels rond arrestaties van minderjarigen
De politie vermoe dat een jongen van 17 jaar een fiets gestolen
heeft. Hij wor opgepakt en geboei , voor de ogen van zijn
vrienden. Later blijkt dat hij er niets mee te maken heeft. Mag dat?
Vanaf wanneer mogen ze jou als minderjarige oppakken? Daar moeten duidelijke regels over komen, vin
de kinderrechtencommissaris. Ze kreeg meerdere klachten van jongeren die zich
slecht behandel
voelen. De arrestaties verlopen vaak op dezelfde manier als bij volwassenen.
Dat kan trauma’s veroorzaken. Daarom wil de kinderrechtencommissaris dat dat verander en dat de politie zich aan een gedragscode hou . Jongeren moeten bij een arrestatie beter
©
begelei worden.
Vorig weekend pakte de Antwerpse politie 17 jongeren op omdat ze vermoe en dat ze van plan
waren om winkels te plunderen. 15 van hen mochten dezelfde avond nog naar huis. Online kwam er veel commentaar van broers en zussen, ouders en vrienden van de opgepakte jongeren. Ze stellen zich vragen bij de manier waarop de politie de minderjarigen heeft behandel . Bron: www.vrt.be/vrtnws
woord de code: (hier) afgesproken regels waaraan mensen binnen een bepaalde groep zich houden
58
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
8 Welke vorm van het werkwoord is het? Kies uit: •
persoonsvorm, tegenwoordige tijd (pv, ott of vtt)
•
persoonsvorm, verleden tijd (pv, ovt of vvt)
•
voltooid deelwoord (vd)
IN
100 LEERLINGEN GEËVACUEERD OP INTERNAAT NA HEVIGE ROOKONTWIKKELING
Op een internaat zijn gisteren ongeveer 100 leerlingen geëvacueerd ( ). Iemand had een wc-rol in brand gestoken in de toiletten waardoor er veel rook hing ( ) op de derde verdieping. Het incident gebeurde ( ) rond 18 uur. De opzichters begonnen onmiddellijk met de evacuatie. Een honderdtal leerlingen verzamelde
( ) zich voor de gebouwen. Toen de brandweer aankwam ( ), was
VA N
het brandje al geblust. Niemand raakte ( ) gewond. Er is vooral nog verlucht ( ) in het gebouw en ook de CO werd gemeten. Intussen werden de leerlingen
opgevangen ( ) in de refter. Na drie kwartier mochten ze terug naar binnen. De
directie en de politie zoeken ( ) nu uit wie de wc-rol in brand heeft gestoken. Het is nog niet duidelijk welke straf die leerling zal ( ) krijgen.
Bron: www.hln.be
9 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je zelf nagaan hoe sterk je werkwoordspelling is. Op basis van je resultaat krijg je aanvullende oefeningen. 10 Je bent nu klaar voor de escape room waarin kapitein Sidney Patrick Elling je hulp nodig heeft om het Kofschip van de ondergang te redden.
SPELREGELS
©
10.9.1
woord de evacuatie: een groep mensen een bepaalde plaats laten verlaten; een plaats ontruimen
LES 6 Spelling van het werkwoord
59
Tussenstop 1 1
Woordenschat 1 Welke woorden schuilen er achter de volgende vijf anagrammen? Plaats het juiste woord bij de passende foto.
IN
Kies uit: egelstal – sertinis – walzdnep – aildoroog – ronde
VA N
©
onthouden
Een anagram is een (onbestaand) woord dat je vormt door de letters van een woord in een andere volgorde te plaatsen.
2 Vorm zes woorden door de lettergrepen uit onderstaande kolommen samen te voegen. Je gebruikt telkens een lettergreep uit elke kolom. af dren de be or uit
60
di lin ge fini te drij
vig teit quent nair kiend len
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
3 Hieronder vind je een lijst van tien woorden. a Zeg telkens tot welke woordsoort het woord behoort. b Geef het bijhorende zelfstandig naamwoord. woordsoort
zelfstandig naamwoord
kwalitatief empathisch collecteren
defensief evacueren ongegeneerd ontplooien
IN
bekroning
4 Vul de drie woordbruggen aan. De laatste letter van een woord en de beginletter van het volgende woord vallen samen. een huidarts, een dokter die gespecialiseerd is in de huid en huidziekten heel erg gevreesd iemand die het fijn vindt om online choquerende of beledigende boodschappen te plaatsen
b • • •
tussenkomst een beetje iets wat niet onmiddellijk duidelijk of zichtbaar is
c • • •
online audio-uitzending afnemend verdediging
VA N
a • • •
©
10
5 Plaats het woord bij de juiste omschrijving. Je mag elk woord maar één keer gebruiken. Kies uit: code – doortastend – empathisch – fatsoen – FOMO – gareel – onthutst – prat – streamingdienst a In de voorbije lessen kwam je twee synoniemen voor ‘aangedaan’ tegen: beduusd en … .
b een acroniem dat uit het Engels is afgeleid voor ‘angst om uit de boot te vallen’
c Dit homoniem betekent ‘geheimschrift’ en ‘gedragsafspraken’. d synoniem voor goede manieren TUSSENSTOP 1
61
e Iemand die zich goed kan inleven in de gevoelens van anderen, is … .
f
Vul volgende uitdrukking aan: ‘in het … lopen’.
g een online platform dat video op aanvraag aanbiedt
h een antoniem voor onzeker, twijfelend, zonder daadkracht i
Vul volgende uitdrukking aan: ‘ergens … op gaan’.
Vul nu zelf het ‘onthouden’-kader aan.
•
2.4
Synoniemen zijn
•
Een acroniem is
•
Homoniemen zijn
IN
onthouden
VA N
•
Antoniemen zijn
6 Duid de juiste betekenis aan.
a Jaime stond aan de grond genageld. ¡ vastgeniet ¡ neergeslagen ¡ verstijfd
b Henry Deswarte was de voormalige voorzitter van de tennisclub. ¡ op dit moment ¡ vroegere ¡ echte
c Van een verkoper van films en boeken verwacht je dat hij affiniteit heeft met alle genres.
©
¡ kennis en interesse ¡ gevoelens van haat en afschuw ¡ ervaring bij het maken van iets
d Ik liet mij in het ziekenhuis onderzoeken door een neuroloog. ¡ chirurg ¡ arts die gespecialiseerd is in het zenuwstelsel ¡ arts die gespecialiseerd is in het hart
e Mijn vader kreeg drie phishing-e-mails en nam daarna contact op met de bank. ¡ valse e-mails die persoonlijke informatie willen bekomen ¡ agressieve reclameberichten ¡ wedstrijdvraag waarmee je luxeproducten kunt winnen
62
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
2
Taal 1 In de les over de woordsoorten maakte je kennis met de kracht van bijvoeglijke naamwoorden om je teksten aantrekkelijker te maken en je boodschap meer kleur te geven.
onthouden
IN
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord Je kunt een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken: De mail werd verstuurd wordt dan de verstuurde mail; de tuin werd geharkt wordt de geharkte tuin. Wanneer je twijfelt over de laatste letter van een voltooid deelwoord, is dit ook een handige manier om zeker te zijn.
Gebruik volgende voltooid deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord.
b Het hemd is geruit.
het hemd
c De jongen werd gehaat.
de jongen
d Het vliegtuig is geland.
het vliegtuig
e De trap werd verbreed.
de trap
f
de afbeelding
VA N
hun zoontje
De afbeelding werd vergroot.
g Zijn schouder is ontwricht.
zijn schouder
h De muur is beklad.
de muur
i
Haar beslissing werd betwist.
haar beslissing
j
De stad werd bezet.
de stad
2 Tot welke woordsoort behoren de woorden in onderstaande tabel? Leid telkens een bijvoeglijk naamwoord af van deze woorden.
bijvoeglijk naamwoord
gen leugen
©
10.2
a Hun zoontje werd gepest.
probleem plant
financiën
concurrentie genie chaos therapie water
TUSSENSTOP 1
63
3 Soms levert een combinatie van een bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord een uitdrukking op: in een nieuw jasje steken, zwarte sneeuw zien, een koude douche krijgen …
onthouden Een uitdrukking is een vaste combinatie van woorden met een figuurlijke betekenis. De woordgroep betekent niet meer letterlijk wat er staat, maar drukt iets achterliggends uit.
IN
Wanneer je zegt dat iemand groene vingers heeft, bedoel je dat deze persoon gevoel heeft om planten te verzorgen. Iemand die lange tenen heeft, is snel beledigd of lichtgeraakt.
a Vul de volgende bijvoeglijke naamwoorden in. Kies uit: dood – open – ongelikt – blauw – rot – vol – grijs – ijzig – hout – grof b Geef de betekenis van de woordcombinatie. uitdrukking uit borst
betekenis
VA N
een stilte een boek een beer in lijnen
een muis
een klaas
een appel
op zijn gemak
©
bloed hebben
64
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
4 Welke werkwoorden worden hier afgebeeld? 10.9.3
a Maak een zin met dat werkwoord in de ovt.
10.9.1
b Geef ook telkens het voltooid deelwoord.
10.9.4
c Is het een sterk of een zwak werkwoord? Kruis aan. voltooid deelwoord
zwak of sterk
IN
¡ zwak ¡ sterk
¡ zwak ¡ sterk
VA N
¡ zwak ¡ sterk
¡ zwak ¡ sterk
¡ zwak ¡ sterk
©
onthouden Bij zwakke werkwoorden hebben de verleden tijd en het voltooid deelwoord
klank als bij de infinitief en de tegenwoordige tijd. Bij sterke werkwoorden vinden we in de verleden tijd een klank terug dan in de infinitief en de tegenwoordige tijd.
10.9.4
d Geef aan of volgende werkwoorden zwak of sterk zijn. dansen springen zwaaien waaien kopen TUSSENSTOP 1
¡ zwak ¡ sterk ¡ zwak ¡ sterk ¡ zwak ¡ sterk ¡ zwak ¡ sterk ¡ zwak ¡ sterk
willen leiden lijden nemen baseballen
¡ zwak ¡ sterk ¡ zwak ¡ sterk ¡ zwak ¡ sterk ¡ zwak ¡ sterk ¡ zwak ¡ sterk
65
5 Vul in. Kies uit: jij – je – jou – jouw a Het gaat vandaag niet over …, … hoeft niet altijd in de belangstelling te staan. b Met … zou ik graag een week op reis gaan.
c Mijn vader zag … gisteren in de stad.
d Mag ik voor deze test … materiaal gebruiken?
e Ik heb … niet gezien.
f
IN
Alles wat door … wordt aangeraakt, verandert in goud.
g Ik deed het voor … plezier.
h Heb … al gebeld om te weten wanneer de film begint?
i
Beweer … dat ik mijn fiets aan … heb uitgeleend en niet aan hem?
j
… zus deelt graag haar spullen, maar mijn zus absoluut niet.
6 Enkele of dubbele klinker?
9.1
a Vul in elke reeks de klinkers aan.
VA N
b Er is telkens één woord dat niet in de rij past. Duid dat woord aan. je voorn m
wees niet b zig hij is muzik l
hij is k l
januar
ox de
industr
p ramide
sush
coryf
Heverl
tw ën
overz s
in sp
g chelen
b men
b ren
dem
k ren
caf tje
kiw tje
tax tje
bikin tje
sk tje
diplomat sch
trag k
publ catie
publ ceren
souven r
du
sald
shamp
avocad
centuri
jul
alcoholic
alib
rotat
afsch w
m r
z r
sp g
br t
afsch welijk
m ren
z rig
sp gen
br taal
g taar
fabr cage
ident f ceren psychiatr
©
een b l stro
v sionair
7 Welk woord is telkens afgebeeld? Duid de variant aan die standaardtaal is.
onthouden
Het Standaardnederlands of de Nederlandse standaardtaal is de taalvariant die in formele situaties gebruikt wordt. Het gaat dus niet om dialect of tussentaal.
66
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
¡ chauffage ¡ centrale verwarming
VA N
¡ slager ¡ beenhouwer
¡ autostrade ¡ autosnelweg, snelweg, autoweg
IN
¡ elektrieker ¡ elektricien
¡ drie en een halve liter ¡ drie liter en (een) half
¡ verdiep ¡ verdieping
¡ ik verschiet ¡ ik schrik
¡ vuilnisbak ¡ vuilbak
¡ foto’s nemen ¡ foto’s trekken
©
¡ hal, ingang ¡ inkom, inkomhal
TUSSENSTOP 1
67
3
Creatief: Verrassende poëzie In de les over het communicatieschema zag je dat teksten tot een bepaald type behoren en dat de auteur er telkens een bepaald tekstdoel mee wilt bereiken. Teksttypes zoals artikels, interviews, brochures en bijsluiters zijn eerder zakelijk: ze geven informatie. Teksttypes zoals gedichten, liedteksten en spreuken willen de lezer dan weer emotioneren. In deze uitbreidingsopdracht vertrek je van een zakelijke tekst om er een mooi poëtisch resultaat mee te bereiken. 1 Hieronder vind je een aantal voorbeelden van stiftgedichten.
VA N
b Geef twee redenen waarom je dat verkiest.
IN
a Welk gedicht vind jij het beste?
Dimitri Antonissen. Eenzaam
© Judy Elfferich, judyelf.edublogs.org
©
Jelko Arts. Spin
Dimitri Antonissen, Sneeuwvlokjes
2 Ga samenzitten met enkele medeleerlingen en overloop jullie keuze. 3 Neem de voorbeelden nog een keer door en som de kenmerken van een stiftgedicht op.
14.6.6
68
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
4 Je bekijkt een kennisclip van iemand die een stiftgedicht maakt. 5 Ga nu zelf aan de slag om een stiftgedicht te maken. a Houd rekening met de criteria in dit evaluatieformulier. 5 4 3
KENNISCLIP
Het eindresultaat is vormelijk ook creatief opgemaakt.
Het eindresultaat bevat bovendien beeldend taalgebruik en/of klankspel.
Het eindresultaat werd tijdig afgegeven en heeft alle kenmerken van een stiftgedicht.
0
Je diende het eindresultaat niet in.
IN
1 / 2 Het eindresultaat werd tijdig afgegeven, maar heeft niet alle kenmerken van een stiftgedicht.
b Als inspiratiebron vind je hier een krantenartikel met daaronder twee verschillende eindresultaten.
VA N
STIJGENDE ZEESPIEGEL BEDREIGT DRIE KEER MEER MENSEN DAN GEDACHT
©
Niet 80 miljoen maar 300 miljoen mensen wonen vandaag in een gebied dat tegen 2050 minstens één keer per jaar onder water zal lopen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek met veel preciezere hoogtemetingen. De nieuwe studie, die gisteren is gepubliceerd in Nature Communications, stelt dat de vorige gekende cijfers te optimistisch waren. Rekenkundig onderzoeker Scott Kulp en klimaatwetenschapper Benjamin Strauss (Princeton University) beweren niet dat de zeespiegel nóg sterker zal stijgen, wél dat de hoogtegegevens van heel wat kustgebieden moeten worden bijgesteld naar beneden. Het leidt de wetenschappers tot de conclusie dat wereldwijd drie keer meer mensen dan tot nu toe gedacht bedreigd zouden zijn door de stijgende zeespiegel. Over dertig jaar zouden plekken waar nu tot 170 miljoen mensen wonen permanent onder de vloedlijn liggen. Vandaag wonen zo’n 300 miljoen
STIJGENDE ZEESPIEGEL BEDREIGT DRIE KEER MEER MENSEN DAN GEDACHT
Niet 80 miljoen maar 300 miljoen mensen wonen vandaag in een gebied dat tegen 2050 minstens één keer per jaar onder water zal lopen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek met veel preciezere hoogtemetingen. De nieuwe studie, die gisteren is gepubliceerd in Nature Communications, stelt dat de vorige gekende cijfers te optimistisch waren. Rekenkundig onderzoeker Scott Kulp en klimaatwetenschapper Benjamin Strauss (Princeton University) beweren niet dat de zeespiegel nóg sterker zal stijgen, wél dat de hoogtegegevens van heel wat kustgebieden moeten worden bijgesteld naar beneden. Het leidt de wetenschappers tot de conclusie dat wereldwijd drie keer meer mensen dan tot nu toe gedacht bedreigd zouden zijn door de stijgende zeespiegel. Over dertig jaar zouden plekken waar nu tot 170 miljoen mensen wonen permanent onder de vloedlijn liggen. Vandaag wonen zo’n 300 miljoen
TUSSENSTOP 1
mensen op plaatsen die tegen 2050 minstens één keer per jaar zullen overstromen. Tegen het einde van deze eeuw zou het mogelijk gaan over 420 tot zelfs 630 miljoen kwetsbare mensen voor jaarlijkse overstromingen, afhankelijk van het zeeniveau op dat moment. De schattingen voor deze eeuw gaan van een stijging van 60 centimeter tot een van zo’n 2 meter. De voorspellingen van de nieuwe studie houden geen rekening met toekomstige bevolkingsgroei of natuurlijke erosie van kustland. Voor Europa, Australië en de VS zouden de gevolgen van de klimaatverandering niet veel dramatischer zijn dan tot nu toe gedacht, omdat daar al met preciezere gegevens werd gewerkt. In ons land zouden overstromingen aan de kust kunnen reiken tot de streek rond Dendermonde. Bron: www.hln.be
mensen op plaatsen die tegen 2050 minstens één keer per jaar zullen overstromen. Tegen het einde van deze eeuw zou het mogelijk gaan over 420 tot zelfs 630 miljoen kwetsbare mensen voor jaarlijkse overstromingen, afhankelijk van het zeeniveau op dat moment. De schattingen voor deze eeuw gaan van een stijging van 60 centimeter tot een van zo’n 2 meter. De voorspellingen van de nieuwe studie houden geen rekening met toekomstige bevolkingsgroei of natuurlijke erosie van kustland. Voor Europa, Australië en de VS zouden de gevolgen van de klimaatverandering niet veel dramatischer zijn dan tot nu toe gedacht, omdat daar al met preciezere gegevens werd gewerkt. In ons land zouden overstromingen aan de kust kunnen reiken tot de streek rond Dendermonde. Bron: www.hln.be
STIJGENDE ZEESPIEGEL BEDREIGT DRIE KEER MEER MENSEN DAN GEDACHT Niet 80 miljoen maar 300 miljoen mensen wonen vandaag in een gebied dat tegen 2050 minstens één keer per jaar onder water zal lopen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek met veel preciezere hoogtemetingen. De nieuwe studie, die gisteren is gepubliceerd in Nature Communications, stelt dat de vorige gekende cijfers te optimistisch waren. Rekenkundig onderzoeker Scott Kulp en klimaatwetenschapper Benjamin Strauss (Princeton University) beweren niet dat de zeespiegel nóg sterker zal stijgen, wél dat de hoogtegegevens van heel wat kustgebieden moeten worden bijgesteld naar beneden. Het leidt de wetenschappers tot de conclusie dat wereldwijd drie keer meer mensen dan tot nu toe gedacht bedreigd zouden zijn door de stijgende zeespiegel. Over dertig jaar zouden plekken waar nu tot 170 miljoen mensen wonen permanent onder de vloedlijn liggen. Vandaag wonen zo’n 300 miljoen
mensen op plaatsen die tegen 2050 minstens één keer per jaar zullen overstromen. Tegen het einde van deze eeuw zou het mogelijk gaan over 420 tot zelfs 630 miljoen kwetsbare mensen voor jaarlijkse overstromingen, afhankelijk van het zeeniveau op dat moment. De schattingen voor deze eeuw gaan van een stijging van 60 centimeter tot een van zo’n 2 meter. De voorspellingen van de nieuwe studie houden geen rekening met toekomstige bevolkingsgroei of natuurlijke erosie van kustland. Voor Europa, Australië en de VS zouden de gevolgen van de klimaatverandering niet veel dramatischer zijn dan tot nu toe gedacht, omdat daar al met preciezere gegevens werd gewerkt. In ons land zouden overstromingen aan de kust kunnen reiken tot de streek rond Dendermonde. Bron: www.hln.be
69
6 Ga samenzitten met enkele andere medeleerlingen en bepaal welke stiftgedichten van de klas de podiumplaatsen krijgen.
IN
©
VA N
70
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
les
7
Ruimte in verhalen 1
Je vergelijkt hoe verhaalelementen in verschillende bewerkingen (in een andere tijd, in een ander genre) aan bod komen
2 3
1
De plaatsen in een verhaal
IN
Je weet welke rollen de ruimte in een verhaal kan spelen
Je analyseert het ruimtegebruik in filmtrailers
VA N
1 Bekijk deze afbeeldingen. Over welk verhaal gaat het volgens jou?
2 Je leraar laat je de trailer van een moderne bewerking van dit verhaal zien. a Geef drie gelijkenissen met het originele verhaal en twee verschillen.
verschillen
©
gelijkenissen
b Zou je de film willen zien? Geef twee redenen waarom (niet).
3 Ook de film Passengers heeft heel wat gelijkenissen met het verhaal van Robinson Crusoe. a Je leraar laat je de trailer zien. Probeer tijdens het kijken zo veel mogelijk gelijkenissen met de film te verzamelen. b
Stel samen met je buur een lijst op van vier gelijkenissen. Het schip van Robinson Crusoe is een ruimteschip in Passengers.
LES 7 Ruimte in verhalen
71
c Welk genre is Passengers volgens jou? d Waarom is de plaats waar het verhaal zich afspeelt in beide verhalen belangrijk?
onthouden
IN
De plaats waar een verhaal zich afspeelt, noemen we de ruimte. Die vormt het decor waartegen de gebeurtenissen zich afspelen. Je hebt in de vorige opdracht gemerkt dat de plaats ook belangrijk kan zijn in de spanningsopbouw van het verhaal.
4 Wat voegt de ruimte in deze gevallen toe aan het verhaal? 15.8
1
karakterisering van een personage
a De ruimte schept een bepaalde sfeer en weerspiegelt de gebeurtenissen, hierdoor komt er spanning of emotie in het verhaal.
2
sfeerschepping
3
geografische plaats
b Door de ruimte waar het verhaal zich afspeelt, krijgt de lezer of kijker een beter beeld van wie het personage is.
VA N
c Het is de concrete plek waar het verhaal zich afspeelt.
De begrafenis van de beminde overledene vindt plaats in de regen.
2
Toepassen op romanfragmenten
1 Op de volgende pagina’s vind je vijf boekcovers terug.
a Bekijk ze aandachtig en voorspel wat er in het verhaal zal gebeuren. b Welke ruimte-elementen vind je terug? Vind je voorbeelden van geografische ruimte, sfeerschepping of karakterisering?
©
15.8
De klokkenluider van de Notre Dame Een vampier slaapt overdag in speelt zich af in Parijs. een kist.
72
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
beschrijving cover MONICA FURLONG
ding van haar opvoeding wordt e dochter van koning Marc van naar haar meter Euny gestuurd.
n ‘doran’, een wijze vrouw die over krachten beschikt. Juniper, zoals oor Euny wordt genoemd, heeft het kkelijk. Het sobere en harde leven je ver van het kasteel valt haar ny is een strenge onderwijzeres, maar
JUNIPER
aan leert Juniper steeds meer over de de geheimen van de magie. Na een n dag keert Juniper als een volleerde ug naar huis. Daar worden haar wijsheid al snel op de proef gesteld.
aar krachten meten met een echte het rijk van haar vader te gronde wil
14+
16+
MONICA FURLONG
JUNIPER
vanin.be
592610 2/05/19 11:21
IN
12+
bespreking ruimte-elementen
beschrijving cover
Tungrorum – het huidige Tongeren –
LUC HANEGREEFS DE RING VAN COMMODUS
r 190 na Christus.
wrede en onpopulaire keizer s in het verre Rome over het rijk
oeit er in Atuatuca een opstand. De
zijn het beu om uitgebuit te worden machtige handelaars. Wanneer de
kenbediende Freio getuige is van de
anslag op een gezant van de keizer, ij en zijn vriendin Amma ongewild
12+
14+
16+
bespreking ruimte-elementen
VA N
n bij de samenzwering. uw aan zijn meester, de invloedrijke delaar Marcus Clodius Drousus, wordt ef gesteld. Zeker wanneer Freio meer ver de mysterieuze dood van zijn
LUC HANEGREEFS
vanin.be
592610
1/05/19 10:46
beschrijving cover
vig. Zelfs de rector gehoorzaamt onde meisje blindelings. Blenda lair geweest en droomt ervan om g in de spotlights te staan. En ze ge. Lena-Stina haalt goede cijfers, een plezier in het leven. En Penny
12+
14+
16+
MARIA NYGREN
HET VIERDE RIJK
kens in een kopie van anderen, ze eten wie ze zelf is. ect bestuderen de drie meisjes n de macht kwam. Ze bedenken plan waarmee ze Hedvig van haar n stoten. Maar al snel stijgt de an hen naar het hoofd …
MARIA NYGREN
njarige Blenda midden in het een nieuwe school komt, ziet at iedereen in de ban is van één
bespreking ruimte-elementen
vanin.be
592611
©
1/05/19 11:29
14+
16+
BLAUWE MAANDAG bespreking ruimte-elementen
BLAUWE MAANDAG
12+
NICCI FRENCH
NICCI FRENCH
hoanalytica. Ze leeft een leven, gericht op het n. Haar patiënten, familie n altijd op haar rekenen. oofd probeert ze te e nachtelijke wandelingen Londen. Frieda is ervan ich in het hoofd van haar controleerbaar is. Een vertelt haar dat hij ervan hebben, met rood haar en na verdwijnt een jongetje ijving voldoet en wordt erd met de onbeheersbare ij altijd angstvallig buiten en houden. Kan Frieda’s selijke geest de recherche getje te vinden?
beschrijving cover
vanin.be
592612 2/05/19 12:03
LES 7 Ruimte in verhalen
73
beschrijving cover
IN
bespreking ruimte-elementen
2 Je leraar laat je het verhaal Tussenstop van Tom Thys horen. Je kunt het hier volgen.
VA N
a Duid tijdens het luisteren alle ruimte-elementen aan. b Overloop in duo wat jullie aangeduid hebben.
c Verbind deze elementen aan de termen geografische ruimte, sfeerschepping en karakterisering. geografische ruimte
sfeerschepping
karakterisering
©
15.8
74
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
Tussenstop
5
10
Mary kreeg het langzaam op haar zenuwen. Ze had barstende hoofdpijn gekregen van de hitte en de kinderen waren aan het kibbelen op de achterbank. Joshua was elf en maakte er een sport van om zijn twee jaar jongere zusje altijd en overal te jennen. ‘Voor de laatste keer, hou op met ruziën!’ Mary schrok van haar eigen stem die kennelijk effect had, want de kinderen zwegen onmiddellijk. Ze waren het niet gewoon om zo lang stil te moeten zitten. En er was nog geen beterschap in zicht, want de weg naar Brisbane was nog minstens tweehonderd kilometer. Tweehonderd kilometer zonder airco, met als decor een eindeloze, dorre vlakte en een bloedhete zon die hoog aan de hemel stond. De weerman had voorspeld dat dit weleens de warmste en droogste Australische zomer in jaren kon worden. ‘Zijn we er bijna?’ zeurde Sheila. Mary wiste zweet van haar voorhoofd en zuchtte. Sheila drong niet langer aan. Eindelijk, stilte.
IN
1
Net zoals vorige zomer zouden ze enkele weken van hun vakantie doorbrengen aan de kust. Mary hunkerde al naar het koele water van de oceaan. 15
‘Whoa, cool!’ zei Joshua, na een stilte die amper enkele kilometers geduurd had. Hij stak zijn hoofd tussen de twee passagiersstoelen en wees opgewonden naar buiten. Ook Mary zag het: een zilverkleurige glijbaan, kronkelend als een python. Ze kon zich niet herinneren dat die er vorig jaar al stond. Het was trouwens geen logische plaats voor een glijbaan, middenin een niemandsland waar nauwelijks mensen passeerden.
VA N
‘Toe mama, kunnen we even stoppen? Ik wil in die glijbaan. Toe, één keertje maar.’ Nog voor Mary iets kon zeggen kreeg Joshua versterking van zijn zusje. ‘Ja mama, één keertje. Toe.’
20
‘Het is al goed. Eén keertje en dan weer de wagen in. We hebben nog een flink stuk voor de boeg.’ Mary minderde vaart om haar wagen aan de kant te parkeren. Ze dacht dat een korte tussenstop de kinderen wat rustiger zou maken. Dat hoopte ze alleszins. Joshua opende het portier en sprong uit de wagen. Sheila volgde in zijn voetsporen. Ze struikelde bijna over haar eigen voeten van enthousiasme. ‘Om ter eerst’, schaterde Joshua.
25
30
‘Wees voorzichtig!’ schreeuwde Mary hen na. Terwijl de kinderen naar de glijbaan renden, dronk ze gulzig van een flesje water dat al lauw geworden was. Op dit moment kon ze wel een moord begaan voor een ijsje. Haar mond plakte. Er was geen zuchtje wind en elke beweging die ze maakte voelde als een inspanning. Met lome passen slenterde ze in de richting van de glijbaan die zich middenin een korenveld bevond. Het gevaarte doemde op uit de vlasblonde stengels en contrasteerde fel met de heldere lucht. Zonnestralen weerkaatsten op de zilveren buis. ‘Voorzichtig’, riep ze nogmaals toen Joshua de stalen trappen al aan het beklimmen was. Mary schatte dat de glijbaan bijna tien meter hoog was. Joshua was boven. Apetrots wuifde hij naar zijn moeder om vervolgens met een luid ‘jiiihaaa’ in de buis te verdwijnen. ‘Wacht op mij’, gilde Sheila, maar hij was al weg. Joshua’s overwinningskreet was al weggestorven toen zijn zusje halverwege de trappen stond. ‘Ik kom eraan’, juichte ze uitgelaten. Op datzelfde moment weerklonk er een doffe klap in de glijbaan, gevolgd door een hels geschreeuw waarvan de nagalm rauw en onmenselijk klonk. Sheila proestte het uit, waarschijnlijk omdat ze dacht dat haar grote broer weer een grapje uithaalde, maar Mary had meteen door dat er iets niet pluis was. Ze vreesde dat haar zoon onderweg een been of een arm gebroken had, of erger nog, dat hij zijn hoofd had gestoten en daardoor buiten bewustzijn was geraakt. Ze rende naar de glijbaan.
©
35
40
‘JOSHUA!’ gilde ze. Er sprongen tranen in haar ogen, tranen van angst en wanhoop. Er kwam echter geen reactie en dat maakte haar alleen maar banger. Ze hapte naar lucht. Net wanneer ze zijn naam opnieuw wilde roepen, hoorde ze een hol getrommel binnenin de glijbaan. Bop. Bop. Bop. Eerst klonk het ver weg, daarna zwol het geluid aan. BOP. Er was iets op weg naar beneden …
woord hunkeren: uitkijken naar voor de boeg hebben: nog moeten doen
LES 7 Ruimte in verhalen
75
50
55
Via de spiegelingen binnenin de glijbaan zag Mary een netwerk van vlijmscherpe messen. Grote messen, kleine messen, gekartelde cirkels, zelfs minuscule scheermesjes, allemaal met elkaar verbonden als een propeller die de hele omtrek van de glijbaan besloeg. Hij draaide rond zonder ook maar enig geluid te produceren. Het was een duivels mechanisme, gemaakt om levens te verwoesten. Mary zocht haar zoon in het labyrint van reflecties, alsof ze nog enige hoop koesterde dat hij er levend uit zou komen, maar die hoop veranderde al snel in een nachtmerrie. Het lichaam dat eens haar zoon toebehoorde gleed in onherkenbare repen en brokken naar beneden, gevolgd door een rivier van bloed. De rode brij stroomde uit de zilveren buis en sijpelde over de rand op Mary’s benen. Ergens in het bloed dreef een vinger. Een kleine, onschuldige vinger.
Mary durfde niet opzij te kijken, maar deed het toch. Joshua’s hoofd lag tussen het koren. Hij had één oog open waarmee hij haar hulpeloos aankeek. Het andere oog was gesloten, zijn gezicht verwrongen tot een masker van pijn. Ze kon het niet geloven. Heel even leek de wereld rondom haar te wankelen. Ze voelde zich duizelig en alles werd stil. Oorverdovend stil. Een kortstondig moment dat een eeuwigheid leek te duren. Tot ze de frêle stem van Sheila hoorde: ‘Ik kom eraan, mama!’
VA N
60
Mary keek naar binnen en was zodanig gechoqueerd door wat ze zag, dat ze achteruit deinsde. Ze viel achterover in het koren, met wijd opengesperde ogen en een schreeuw die bevroor in haar keel. Het voorwerp dat met hobbelende stoten uit de glijbaan kwam gedenderd, rolde recht in haar schoot. Het was Joshua’s hoofd, afgehakt, net onder de kin, met rafelige linten vlees waar enkele seconden geleden zijn hals nog zat. In een reflex duwde Mary het hoofd van haar zoon van zich af. Haar vingers zaten onder het bloed en trilden als een espenblad. Opnieuw trachtte ze te krijsen, maar ze huiverde zo hard dat haar stem brak.
IN
45
3 Je leraar laat je kiezen uit vier mogelijkheden om creatief met dit verhaal aan de slag te gaan.
3
Ruimte in films
In deze spreekopdracht passen jullie de theorie rond ruimte in verhalen toe op films. 1 Je leraar geeft je de titel van een film. Je bekijkt in duo de trailer. 2 Focus op de inhoud van het verhaal.
a Wat verwacht je van de inhoud? Voorspel drie dingen die volgens jou zeker aan bod zullen komen in het verhaal.
©
b Wil je de film gaan bekijken? Geef twee redenen waarom (niet).
woord trillen als een espenblad: heel erg trillen (uitdrukking) minuscuul: heel klein de propeller: een draaiende luchtschroef, zoals bij vliegtuigen of een ventilator frêle: breekbaar, fijn, zacht
76
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
3 Pas de theorie van ruimte toe op dit verhaal. a Maak een overzicht van alle ruimte-elementen in de trailer. 15.8
b Verbind deze aan de termen geografische ruimte, sfeerschepping en karakterisering.
sfeerschepping
VA N
karakterisering
IN
geografische ruimte
4 Breng al de informatie bijeen in een PowerPointpresentatie. Het eindresultaat moet voldoen aan volgende criteria: Bespreek zowel de inhoud van de trailer (opdracht 2) als de ruimte-elementen (opdracht 3).
•
Houd de presentatie sober en overzichtelijk.
•
Voeg afbeeldingen toe om je bespreking te verduidelijken.
•
Houd de tekst bij de presentatie beperkt.
Een overzicht van de kenmerken van een krachtige presentatie vind je in de Trajectwijzer. 5 Op / / breng je de presentatie voor de klas. Overloop de evaluatiematrix op de volgende pagina.
©
7.6
•
LES 7 Ruimte in verhalen
77
Evaluatiematrix GOED
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
volledigheid en duidelijkheid Je bespreekt de inhoud van de trailer en/of de ruimteelementen, maar je informatie is niet altijd even volledig uitgewerkt.
Je werkt de inhoud van de trailer en de ruimte-elementen onvoldoende uit. De informatie is niet correct.
Je PowerPointpresentatie bevat niet te veel tekst. Alle tekens zijn goed leesbaar. Je maakt bovendien geen storende taalfouten.
Sommige slides bevatten te veel tekst en/of sommige delen zijn minder leesbaar. Je maakt geen storende taalfouten.
Je PowerPointpresentatie bevat te veel tekst en/of sommige delen zijn minder leesbaar. Je maakt bovendien (te veel) storende taalfouten.
gepastheid De afbeeldingen die je kiest, sluiten zeer goed aan bij de inhoud.
IN
Je bespreekt de inhoud van de trailer en de ruimte-elementen duidelijk: je informatie is volledig en correct.
De afbeeldingen passen bij de De afbeeldingen ontbreken inhoud, maar de link is soms of staan volledig los van de onvoldoende duidelijk. inhoud.
correctheid en aantrekkelijkheid Je presentatie bevat te veel tussentaal, uitspraakfouten en/ of dialectwoorden. Die leiden de aandacht te veel af van de boodschap.
VA N
Je praat vlot en gebruikt Je praat vlot maar gedurende de hele presentatie je presentatie bevat standaardtaal. dialectwoorden, tussentaal, en/of uitspraakfouten.
Aanvullende vragen: •
Zou je naar de film gaan op basis van deze presentatie? Geef twee redenen waarom je dit (niet) zou doen. –
–
•
Geef twee sterke punten van deze presentatie. –
©
–
•
Noteer één concreet aandachtspunt voor de volgende spreekoefening.
78
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
les
Strategieën bij luisteren en 8 kijken 1
Je kunt tijdens het luisteren en kijken het doel, het onderwerp, de hoofdgedachte en de hoofdpunten achterhalen
3
Je past deze strategieën bewust toe tijdens het kijken en luisteren
2 4
Je oefent op aantekeningen en notities maken
IN
Je kent een aantal strategische vaardigheden om goed te luisteren en te kijken: voorkennis inzetten, voorspellingen doen, vragen stellen, een luisterdoel kiezen en actief luisteren
In les 1 ging je na hoe goed je leesvaardigheid is. Je leerde ook een aantal strategische vaardigheden om met de inhoud van teksten om te gaan. In deze les ga je aan de hand van een aantal luisterfragmenten hiermee verder aan de slag.
onthouden
Lezen, luisteren en kijken zijn receptieve vaardigheden. Je vertrekt van een bron en gebruikt die bron om er informatie uit te halen. Je bent vooral ontvanger: iemand anders maakte een tekst, programma, podcast of uitzending en die informatie komt naar jou. De technieken die we in deze les inoefenen voor luisteren en kijken, kun je ook toepassen tijdens het lezen.
VA N
Spreken en schrijven zijn productieve vaardigheden. Hier ben je vooral zender: je verwerkt informatie om er actief een tekst, presentatie of uitzending mee op te bouwen en vorm te geven.
Is een luistertoets een kwelling voor jou?
Stel je de volgende situatie voor.
Je komt de klas binnen en merkt op dat je leraar Nederlands een filmpje heeft klaarstaan. Nadat iedereen is gaan zitten en nieuwsgierig voor zich uitstaart, kondigt je leraar een kijktoets aan die meetelt voor je eerste rapport. De leraar voegt er ook nog aan toe dat je notities mag maken tijdens het kijken. 1 Laten we uitvoeren wat hierboven beschreven staat. Lees eerst grondig het stappenplan. a Je kijkt dadelijk naar een filmpje met als titel Waarom werkt 5G beter dan 4G?.
b Je mag tijdens het kijken notities nemen, maar dat is niet verplicht. c Na het kijken krijg je van je leraar een blad met een aantal vragen.
©
1
d Voor het oplossen van de vragen krijg je vijf minuten tijd.
2 Je krijgt nu de vragen van je leraar. 3 Tijd om na te gaan hoe je de luistertest hebt ervaren en aangepakt. Beantwoord individueel volgende vragen: a Hoe heb je de luisteropdracht ervaren? b Hoe heb je de luisteropdracht aangepakt? Welke manier van luisteren heb je toegepast? c Wat had je vooraf willen weten?
LES 8 Strategieën bij luisteren en kijken
79
4 Ga samenzitten met twee medeleerlingen en wissel jullie antwoorden uit. Noteer drie dingen die je interessant vindt in de antwoorden van je medeleerlingen.
Kan het ook anders? Voor het luisteren Straks ga je naar een ander filmpje kijken.
IN
2
VA N
1 Bekijk de foto’s die verband houden met het fragment.
a Welk onderwerp staat centraal? Waarom denk je dat?
b Wat weet je al over dat onderwerp? Noteer je voorkennis in een aantal kernwoorden. c Welk soort luisterfragment (teksttype) verwacht je te zien? Waarom denk je dat?
VOORKENNIS
©
ONDERWERP
80
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
TEKSTTYPE
2 Je kijkt nu naar een kort stuk uit het beeldfragment. a Controleer wat je bij de vorige opdracht noteerde. Pas het schema indien nodig aan of verfijn je antwoorden. Gebruik daarvoor een ander kleur. b Geef ook de hoofdgedachte van het beeldfragment. c Voorspel een drietal vragen of deelonderwerpen die in het filmpje aan bod kunnen komen.
IN
VRAAG/DEELONDERWERP
HOOFDGEDACHTE
VRAAG/DEELONDERWERP
VRAAG/DEELONDERWERP
VA N
VOORspellen
ONDERWERP
3 Je bekijkt het beeldfragment straks een eerste keer globaal. Omschrijf wat daarmee bedoeld wordt.
.
4 Bekijk de vragen die je na het kijken moet oplossen. Zo heb je een concreet luisterdoel. Afhankelijk van wat je met de informatie moet doen, zul je immers op een andere manier luisteren en tussendoor notities nemen.
Tijdens het luisteren
5 Beluister nu aandachtig het fragment en formuleer een antwoord op volgende vragen. a Met welke tekstsoort en teksttype heb je te maken? tekstsoort
©
¡ prescriptieve tekst
teksttype
¡ videoclip
¡ persuasieve tekst
¡ interview
¡ opiniërende tekst
¡ nieuwsuitzending
¡ informatieve tekst
¡ reclameboodschap
¡ argumentatieve tekst
¡ kortfilm
¡ narratieve tekst
¡ documentaire
¡ diverterende tekst
¡ reportage
b Welke zin omschrijft het best de hoofdgedachte van het filmpje? ¡ ¡ ¡ ¡
Het belangrijkste kenmerk in de puberteit is het krijgen van puistjes. In de puberteit ontstaan hormonen die het gedrag beïnvloeden. De puberteit is een verwarrende periode die soms (heel) moeilijk verloopt. In de puberteit worden jongens en meisjes opstandig en soms agressief.
LES 8 Strategieën bij luisteren en kijken
81
c Het filmpje is opgebouwd rond een aantal hoofdpunten die de hoofdgedachte ondersteunen. Geef die schematisch weer. 1
2
IN
3
VA N
4
d Bij opdracht 2 voorspelde je enkele items. Welke zijn aan bod gekomen in het filmpje? Welke niet?
tip
1 Stel jezelf vragen tijdens het luisteren. • • •
Wat zal er in de volgende alinea aan bod komen? Kan ik deze alinea in een zin samenvatten? Waarom beweert de auteur dit hier?
2 Vat tussendoor samen.
©
3 Probeer de betekenis van moeilijke woorden af te leiden uit het fragment.
Na het luisteren 6 Tijd om na te gaan hoe je de luisteropdracht hebt ervaren en aangepakt. a Vul op de volgende pagina de hulpfiche voor receptieve vaardigheden in. b Overloop samen met twee medeleerlingen je antwoorden.
82
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Strategieën voor receptieve vaardigheden 1 Welke strategieën paste je toe voor het luisteren? •
•
•
Wat is het voordeel hiervan?
IN
voor het LUISTEREN
•
VA N
tijdens het LUISTEREN
2 Wat kun je doen tijdens het luisteren? Hoe zorg je ervoor dat je volhoudt bij een moeilijk of saai fragment? •
•
•
•
3 Welke kritische vragen stel je bij een boodschap?
na het LUISTEREN
©
•
•
•
•
LES 8 Strategieën bij luisteren en kijken
83
4 Bij de taalvakken op school doe je soms luisteroefeningen. a Geef aan hoe goed jij jezelf inschat. b Geef telkens één item waar je goed in bent en één waar je moeite mee hebt. vak
score
verantwoording +
¶¶¶¶¶
–
IN
Nederlands
+
¶¶¶¶¶
Frans
–
+
¶¶¶¶¶
VA N
Engels
–
5 Formuleer drie moeilijkheden bij luisteren op school. a Omschrijf ze zo concreet mogelijk.
b Overloop die moeilijkheden met een medeleerling. Formuleer samen waar je op kunt letten om er beter in te worden. 1
2
3
©
84
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
3
Notities nemen In dit laatste deel sta je stil bij het maken van notities of aantekeningen. Als intro beantwoord je de volgende vragen. Vergelijk de antwoorden klassikaal. 1 Sommige schoolvakken werken met invulmethoden, bij andere vakken moet je veel zelfstandig noteren. a Bij welke vakken neem je het meeste zelf notities?
IN
b Ben je daar goed in of vind je dat juist heel moeilijk? Leg kort uit waarom je dat vindt.
c Maak je notities bij het studeren? Waarom doe je dat (niet)?
VA N
2 Welke soorten schema’s ken je uit die vakken?
3 Aan het begin van deze les luisterde je naar een fragment (over 5G) om er nadien vragen bij op te lossen. a Maakte je toen spontaan aantekeningen?
b Hebben die je geholpen om de vragen op te lossen?
4 Hieronder krijg je drie verschillende teksten.
©
a Wat is het doel van deze teksten?
jij licht op, veert op, verzet je, bent op zoek naar wie je bent meer dan naar wie je wordt
LES 8 Strategieën bij luisteren en kijken
Zeg: de leerling kan het nóg niet
‘Zeker gezond’: nieuwe app Vlaamse overheid
We moeten ons beeld van een leerling zo scherp mogelijk krijgen, vindt Dimitri Meurens. Het geloof in elk van hen kan tot succesverhalen leiden.
Vlaams instituut Gezond Leven lanceert website en app met meer dan duizend recepten
De overheid leert ons gezond koken
85
b Van welk teksttype kun je geen schema maken? Waarom niet? 5 Als je notities maakt, heb je vaak weinig tijd om alles te noteren. Hoe kun je dat probleem oplossen?
IN
6 Welke afkortingen of symbolen gebruik jij vaak? Deel er vijf met je medeleerlingen.
VA N
7 Aan de slag! Neem notities bij het fragment uit Man over Woord over de stilste taal ter wereld: onze lichaamstaal.
onthouden
Zes vuistregels als je notities maakt
1 Zorg dat je pen en papier klaar hebt liggen.
2 Schrijf geen hele zinnen, maar kernwoorden of woordgroepen. 3 Focus enkel op de hoofdzaken.
©
4 Een aantal voorbeelden of extra uitleg zijn nuttig om achteraf je notities te begrijpen. 5 Laat veel wit tussen de woorden: na het luisteren kun je daar nog wat bijschrijven en/of aanvullen. 6 Notities nemen moet snel gaan: gebruik daarom afkortingen, tekens en/of symbolen.
8 Wissel je notities met die van een medeleerling. a Markeer de kernwoorden. Wanneer er informatie ontbreekt, dan mag je die in een andere kleur aanvullen. b Beoordeel de tekens, symbolen en afkortingen die je medeleerling gebruikte. Schrijf kort uit wat je daarvan vindt. 9 Vergelijk ten slotte je schema met het modelantwoord dat je van je leraar krijgt.
86
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
les
9
hoofdletters en tekstopbouw 1
Je vergelijkt (twee) teksten kritisch
3 2
Je schrijft een tekst van een aantal alinea’s op een vlotte en aantrekkelijke manier
1
Ik noem je ...
IN
Je kent de belangrijkste categorieën van woorden die je met een hoofdletter schrijft
1 Bekijk het korte filmpje en beantwoord samen met een medeleerling de vragen. a Welke vraag hebben de makers van dit filmpje aan deze mensen gesteld?
b Vat in één woord het onderwerp van dit filmpje samen. Hoe zou je dit woord omschrijven?
VA N
c Welk synoniem gebruikt een van de geïnterviewden voor dit woord?
d Kun je zelf nog voorbeelden geven van dergelijke woorden?
©
LES 9
hoofdletters en tekstopbouw
87
2 Straks lees je twee teksten waarin een aantal moeilijke woorden staan. Je krijgt hier enkele van die woorden in een andere context. Gebruik die context om de betekenis van de woorden te achterhalen.
IN
Duncan Laurence won een aantal jaar geleden het Eurovisiesongfestival. In de Rockacademie van Tilburg bloeide Duncan helemaal open. Nina June, zijn zangcoach, omschrijft hem zelfs als ‘uitbundig’. ‘Hij zong heel goed en hield van het podium. Hij wilde graag entertainen, was niet zo ingetogen als nu. Tegenwoordig heeft hij meer rust in zijn performance. ‘Laat mensen naar jou komen, in plaats van dat jij naar de mensen gaat’, adviseerde ik hem. Duncan durft het klein te houden nu, minder te doen. Hij heeft een eigen geluid en is zangtechnisch erg goed. Hij switcht gemakkelijk van borststem naar kopstem en heeft veel vocale expressie.’
VA N
Wat is volgens jou de betekenis van expressie?
Aan Luc Valkiers hebben de supermarkten allerminst een trouwe klant. ‘Ik kom er zelden of nooit. Ik kook alleen met eigen kweek en teelt. Onmeetbaar lekkerder.’ Zijn dochters hebben hem in hun prille tienerjaren vaak verfoeid: ‘Zij verkozen junkfood, al zijn ze intussen bijgedraaid. Ook zij smaken nu het verschil tussen de supermarkt en mijn tuin.’
Leg in eigen woorden het woord verfoeid uit.
‘Verfoeid’ is een voltooid deelwoord. Ken je de infinitief?
©
88
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
Een groepje van minderjarige en meerderjarige jongens uit Sint-Truiden heeft naaktbeelden van jonge meisjes via Facebook Messenger verspreid. De slachtoffers waren tussen de 12 en 16 jaar oud. De Truiense politie onderzoekt de zaak. Sinds de feiten is één van de slachtoffers in behandeling bij een therapeut. Tegen haar vader en therapeut heeft ze verklaard dat ze niet het enige minderjarige meisje is dat door het kliekje jongens benaderd werd. Waarmee houdt een therapeut zich bezig?
Geef een synoniem voor het woord courant.
IN
Een mannenschoen in maat 50 of een vrouwenschoen in maat 42? Tot enkele jaren geleden was het haast onmogelijk om deze maten in een doorsnee schoenenwinkel op de kop te tikken. Vandaag hoeft dat geen probleem meer te zijn. Gemiddeld zijn onze voeten de voorbije dertig jaar immers twee centimeter gegroeid. Voor mannen was schoenmaat 43 courant, maar intussen is dat al maat 47 geworden. Bij vrouwen is dezelfde tendens – weliswaar minder opvallend – waar te nemen: in 1995 was de gemiddelde schoenmaat bij Europese vrouwen maat 37,5, nu 39 à 40.
VA N
In dit interview vraagt een journalist aan twee professionele hockey speelsters of vrouwen competitiviteit missen. Pauline Leclef: ‘Wie dat denkt, mag altijd eens komen kijken naar onze trainingen of onze wedstrijden. Dat is hard tegen hard. Wij willen altijd winnen. Alsof het anders kan op top-niveau.’ Judith Vandermeiren: ‘Dat cliché hangt samen met de misvatting dat vrouwen soft zijn en ambitie missen. Ook wij dromen van het allerhoogste. De duels in het hockey zijn veel harder geworden dan vroeger. Toen overheerste techniek, nu is het vooral een contactsport.’ Wat bedoelt Judith Vandermeiren met het woord cliché?
©
Een onderzoek naar groene alternatieven voor het vliegtuig levert onderstaande resultaten op.
Van alle ondervraagden zegt 29% het vervuilende vliegtuig te willen ruilen, op voorwaarde dat de kosten van het duurzamere alternatief niet hoger zijn en de verplaatsing even comfortabel is. 14% van de mensen is zelfs bereid een toeslag te betalen. 26% laat zijn keuze van transportmiddel niet afhangen van de CO2-uitstoot. De overige 30% had geen mening. Leg in eigen woorden het woord alternatief uit.
LES 9
hoofdletters en tekstopbouw
89
2
13.4
Valentijn en valentijn Op p. 93 en 94 vind je twee teksten. Je voert er de volgende opdrachten bij uit.
tekst 1
tekst 2
2 Kijk naar de eerste zin van beide inleidingen. a Met welk type zin beginnen beide alinea’s?
4.5.2
IN
1 Lees enkel de inleiding van beide teksten. Naar aanleiding van welke gebeurtenis werden beide teksten geschreven?
4.5.3
b Waarom hebben de schrijvers voor dit soort inleiding gekozen? 3 Lees beide teksten volledig door.
4.5.1
VA N
a Geef het onderwerp van elke tekst weer. b Geef ook telkens de hoofdgedachte.
tekst 1
tekst 2
onderwerp
hoofdgedachte
4 Van welk tekstdoel is in beide artikels vooral sprake?
5 Welke tekst vond je het boeiendst om te lezen? Geef in een aantal zinnen je mening via een ikboodschap.
©
4.3
6 Welke tekst heeft de beste inleiding? Geef minimaal één reden waarom je dit zegt.
90
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
7 De tussentitel van dit deel bevat de woorden Valentijn en valentijn. a Wat is het verschil tussen deze twee woorden als je kijkt naar de vorm en de betekenis? b Formuleer dit verschil nu als een algemene spellingregel.
IN
8 Duid het slot in beide teksten aan. Wat kun je hieruit concluderen?
VA N
onthouden
©
IMS-structuur: een goede tekst is opgebouwd uit een inleiding (I), een midden (M) en een slot (S). Na de inleiding volgt een midden waarin de auteur meer informatie geeft over het onderwerp. Dat stuk tekst is meestal opgedeeld in alinea’s. In elke alinea wordt telkens een aspect of een deelonderwerp van het hoofdonderwerp besproken.
LES 9
hoofdletters en tekstopbouw
91
9 Hieronder vind je korte samenvattingen van de twee teksten. In elke samenvatting moeten een aantal gaten opgevuld worden. a Je leraar leest de samenvattingen voor. Schrijf de ontbrekende woorden onder de tekst. Denk telkens goed na of je het woord met of zonder hoofdletter schrijft.
2
3
4
VA N
1
IN
Koosnamen zijn ook in (1) heel populair. In de (2) top vijf staan schatje, poepie, liefje, scheetje en bolleke helemaal bovenaan. Het gebruik van koosnamen duidt op de innige band die tussen mensen bestaat. Koosnaampjes zijn helemaal geen nieuw gegeven. Zo gebruikte de beroemde (3) schrijver (4) (16de - 17de eeuw) in zijn toneelstuk (5) al de koosnaam ‘muis’. Koosnamen verwijzen vaak naar innerlijke of uiterlijke eigenschappen. Tot slot: sommige koosnamen klinken plagerig en moet je met een dosis humor interpreteren.
5
Het woord (1) verwijst in onze taal naar iemands aanbidder of geliefde. Maar (2) is van oorsprong een eigennaam. Er was ooit een (3), al is er over deze man niet veel bekend. Naar het schijnt was hij een priester die in de 5de eeuw na (4) het huwelijk tussen een (5) soldaat en een (6) vrouw inzegende. De toenmalige keizer liet hem onthoofden, maar paus (7) riep de 14de (8) uit tot de naamdag van (9). Tot op vandaag is (10) de feestdag van de geliefden. 1
6
2
7
3
8
4
9
5
10
©
b Wissel met een medeleerling de antwoorden uit en leg aan elkaar uit welke spellingsregels je hebt gebruikt.
c Samen met je leraar overloop je de antwoorden en sta je stil bij een aantal belangrijke spellingsregels over de hoofdletters.
Online vind je een zelftest en meer oefeningen op het juiste gebruik van hoofdletters.
92
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
VAN TARZAN TOT TROLLETJE
‘Het is een uiting van de innige band tussen twee mensen, een verbondenheid die men met vrienden bijvoorbeeld niet deelt. Vandaar dat veel mensen ook wat verlegen worden als ze in het openbaar met hun koosnaam worden aangesproken.’
IN
Zo’n liefkozende bijnaam is geen nieuw gegeven en de populairste zijn door de eeuwen heen eigenlijk amper veranderd. Shakespeare gebruikte in Hamlet al ‘muis’, en in Henry IV ‘lammetje’. Allebei vandaag nog perfect aanvaardbare koosnaampjes. ‘Onbewust kiest men voor een bepaalde innerlijke of uiterlijke eigenschap die men apprecieert, zoals ook indianenstammen hun totemnamen uitkozen. Dat kan gaan om een eigenschap die de persoon nu al heeft, maar evengoed een soort verlangen. Bij iemand die men beertje noemt, kan het bijvoorbeeld zijn dat de geliefde gewoon hoopt op wat meer knuffels.’
VA N
Schurkt u vandaag met Valentijn aan tegen poepie? Of vlijt u zich in de armen van bolleke? U bent niet de enige. Hoe graag we ook denken dat we kiezen voor de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie: als het op koosnamen aankomt zijn we hopeloos cliché. Op enkele uitzonderingen na.
TEKST 1
Bron: Het Nieuwsblad
©
Als het over de liefde gaat, dan volstaat een voornaam niet. Dan heten Jan en An plots schatje, poepie, liefje, scheetje of bolleke, zo blijkt uit de Vlaamse top vijf. We kiezen zo’n naam niet zomaar, zegt relatietherapeut Marc Van den Herrewegen.
Niet alle koosnaampjes lijken zo positief. Want wat met ‘varkentje’ of ‘ratteke’? ‘In die gevallen is dat meestal een soort plagerij, met een beetje humor’, zegt Van den Herrewegen. ‘Onderling verdragen geliefden dat. Maar naar de buitenwereld kan het soms vreemd overkomen.’
LES 9
hoofdletters en tekstopbouw
93
MOPPIE, POEPIE, SNOEZEPOES
TEKST 2
VA N
IN
Hoeveel koosnamen zijn er in onze taal voor iemands beminde? Er zullen niet veel mensen meer zijn die hun geliefde chéri, duifje, ogelijntje, hartenlapje, poeteloeris, tudebekje of zoeteliefje noemen, maar troetelnamen als hartendiefje, honnepon, oogappeltje, schattebout, snoezepoes, hertje, moppie en poepie zijn vast nog wel in gebruik voor geliefden, die vandaag wellicht een lief briefje, een rode roos, een lekker luchtje of een mooi ondergoedje van hun romantische valentijns zullen krijgen.
Het standbeeld van Sint-Valentijn in het Italiaanse Terni
In elk geval stelde paus Gelasius in 496 de 14de februari in als naamdag van Sint-Valentijn, waarmee hij meteen een christelijk alternatief creëerde voor een door hem verfoeid Romeins vruchtbaarheidsfeest, de Lupercalia, dat rond diezelfde tijd werd gehouden.
Over de Heilige Valentijn is niet veel bekend, maar het verhaal gaat dat hij een priester was die de liefde tussen een Romeinse soldaat en een christelijke vrouw bezegelde met een huwelijk. Dat kwam hem duur te staan: op last van de keizer werd hij onthoofd. Dat zou op 14 februari zijn gebeurd, al kan die datum er ook later bij bedacht zijn.
Het woord valentijn is in onze taal overigens nog altijd in ontwikkeling: de laatste jaren wordt met een valentijn namelijk niet alleen iemands geliefde of aanbidder bedoeld, maar geregeld ook de door hem of haar aanbeden man of vrouw.
©
‘Duizend kussen van je valentijn!’ Valentijn als naam voor een aanbidder is nog niet zo lang courant: het woord werd pas in 2005 in Van Dale opgenomen. Valentijn is van oorsprong een eigennaam. Er was ooit een Sint-Valentijn, en ook tegenwoordig zijn er mensen die Valentijn heten.
94
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
Bron: www.trouw.nl
3
Schrijven: bijnamen van bekende mensen In de eerste twee delen van deze les ging je aan de slag met koosnamen, tekstopbouw en hoofdletters. In dit deel focus je op de bijnaam van een bekende persoon.
Voorbereiden
IN
1 Welke bijnamen gebruik jij op school, in je klas of vriendenkring?
2 Geef een voorbeeld van een bekende persoon die een bijnaam heeft. a Weet je waarom deze bijnaam wordt gebruikt?
VA N
b Ken je ook de echte naam van deze persoon?
Plannen
Je schrijft straks een informatieve tekst van vier alinea’s over de bijnaam van een bekende persoon. Je lezers zijn leeftijdsgenoten die je niet kent. 3 Ga online op zoek naar informatie over bijnamen van bekende personen. Dit kunnen zangers, sporters, politici en zelfs criminelen … zijn. 4 Kies op basis hiervan een beroemde persoon die je interessant vindt en waarover je een korte tekst wilt schrijven. 5 Verzamel informatie over deze persoon.
©
drie feiten over deze persoon
Vind je deze bijnaam geslaagd? Waarom (niet)?
LES 9
hoofdletters en tekstopbouw
twee interessante weetjes over deze persoon
informatie over de bijnaam
95
Schrijven 6 Nu is het aan jou! Je schrijft het schrijfplan uit tot een volle tekst. Maak gebruik van dit schrijfschema. • • • • •
Je schrijft een informerende tekst over een bekende persoon en zijn/haar bijnaam. tekstdoel: informeren + formuleren eigen mening publiek: medeleerlingen taal: Standaardnederlands (geen tussentaal of dialectwoorden) aantal alinea’s: 4 Je verleidt de lezer met een spannende titel. Je tekst wil gelezen worden!
alinea 1
Een goede tekst begint met een inleiding. Je geeft aan wie de bekende persoon is waarover je gaat schrijven en wat zijn/haar bijnaam is. Een inleiding van een tekst is ook een aandachtstrekker. Geef dus ook wat extra info over de bekende persoon en/of zijn/haar bijnaam, zodat de lezer nieuwsgierig wordt om verder te lezen.
alinea 2
In deze alinea geef je kort weer wie je bekende persoon is. Dit kunnen een aantal biografische (W-vragen) elementen zijn. Ook een of meer interessante weetjes kunnen hier een plaats krijgen.
alinea 3
In deze alinea geef je meer info over de bijnaam van de bekende persoon. De volgende vragen kunnen je op weg helpen. Waarom deze bijnaam? Hoe komt hij/zij aan deze bijnaam? Wat is de echte naam van deze persoon? …
VA N
IN
titel
alinea 4
In de slotalinea geef je kort je eigen mening weer. Vind je de bijnaam wel/niet geslaagd? Geef ook een aantal argumenten waarom je dit vindt.
Reflecteren
7 Je krijgt van je leraar een tekst. Lees deze door en beantwoord de vragen die onder de tekst staan. 8 Vergelijk de tekst met wat jij schreef. a Wat is er beter in jouw tekst?
b Wat kun je leren uit de tekst die je van je leraar kreeg? c Welke aandachtspunten leid je hier voor jezelf uit af?
©
Herschrijven 9 Herschrijf nu je eigen tekst. a Houd rekening met de suggesties die je bij de vorige opdracht neerschreef. b Bekijk nogmaals de evaluatiecriteria. c Wissel eventueel je tekst met een medeleerling om elkaar feedback te geven.
96
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
Evaluatiematrix Hoe heb je het gedaan? Markeer de gepaste beoordeling of laat dit door een medeleerling doen.
GOED
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
volledigheid en aantrekkelijkheid • Je tekst heeft een inleiding, een middendeel en een slot. • De inleiding en het slot zijn
• Je tekst bestaat uit vier alinea’s. • De zinsconstructies zijn gevarieerd. • Er zijn geen of nauwelijks storende herhalingen.
• Je tekst bestaat uit vier alinea’s. • De zinsconstructies zijn voldoende gevarieerd. • Er zijn weinig storende herhalingen.
• Je tekst bestaat niet uit vier alinea’s. • Je zinnen zijn allemaal op dezelfde manier opgebouwd. • In je tekst gebruik je opvallend vaak dezelfde woorden.
VA N
echter
• Je tekst heeft geen duidelijke opdeling in inleiding, midden en slot.
IN
• Je tekst heeft een inleiding, een middendeel en een slot. • De inleiding en het slot zijn boeiend.
gepastheid
Je tekst is in het Standaard nederlands geschreven.
Je tekst bevat nog een aantal registerfouten: • tussentaal • dialect • jongerentaal • chat- of sms-taal
Je tekst bevat nog te veel registerfouten: • tussentaal • dialect • jongerentaal • chat- of sms-taal
De info die je geeft over de bekende persoon en een verklaring voor zijn/haar bijnaam is niet altijd even duidelijk en begrijpelijk. Hierdoor heeft de lezer soms moeite om de inhoud te begrijpen.
De info over de bekende persoon en een verklaring voor zijn/haar bijnaam is onduidelijk. Hierdoor heeft de lezer te veel moeite om de inhoud te begrijpen.
De spelling van hoofdletters is bijna foutloos.
Je maakt meer dan twee fouten tegen de spelling van de hoofdletters.
duidelijkheid
Je geeft duidelijk en begrijpelijk informatie over de bekende persoon en een verklaring voor zijn/haar bijnaam.
correctheid
©
De spelling van hoofdletters is foutloos. Aanvullende commentaar:
LES 9
hoofdletters en tekstopbouw
97
les
Kortfilms bespreken en 10 vergelijken 3 Je analyseert hoe een auteur een verhaal opbouwt en zijn boodschap naar het publiek brengt
Kortfilm The Present
1
2
Je vertelt hoe je een verhaal ervaart
Situeren 1 In dit deel bekijk en vergelijk je twee kortfilms. a Hou je van deze verhalen? b Welke titels ken je?
4
Je kent de kenmerken van het genre kortfilm
Je kent de termen realistisch verhaal, open en gesloten einde, verhaallijn en chronologie, protagonist, antagonist en nevenpersonage
IN
1
VA N
2 Op welke manier verschilt een kortfilm van een gewone film?
3 Lees en bekijk onderstaande informatie over de kortfilm The Present aandachtig.
Jacob Frey is een Duitse regisseur die op wereldwijde filmfestivals al meermaals in de prijzen viel voor zijn kortfilms, hij mag reeds meer dan 100 awards achter zijn naam schrijven. Zijn kortfilm The Present ging in 2016 viraal op het internet, meer dan 150 miljoen mensen bekeken de film. Hij werkte ook mee aan Walt Disney’s Zootopia en Moana en aan The Secret Life of Pets.
a Waarover denk je dat het verhaal zal gaan?
©
b Heb je op basis van de poster een vermoeden van wat er in de doos verstopt zit?
98
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
onDERWEG
c We weten al dat we een kortfilm zullen bekijken, maar wat kunnen we nog afleiden aan de hand van de poster over het type film? d Jacob Frey werkte ook aan soortgelijke langspeelfilms mee, welke? Heb je die films gezien?
Het verhaal beleven 4 Waarom is de jongen eerst boos als hij ziet dat het hondje gehandicapt is, denk je?
IN
5 Vond je het einde van het verhaal verrassend? Waarom?
6 Heeft de kortfilm je doen nadenken? Heb je gedacht aan situaties uit je eigen leven of de actualiteit? 7 Doen de personages je aan iemand denken? Omschrijf welke punten van overeenkomst je ziet.
VA N
Doordringen tot de tekst
8 Tijdens het bekijken van films stellen we ons, soms onbewust, vragen.
a Noteer enkele vragen die doorheen het verhaal in je gedachten opdoken.
b Welke vragen zijn aan het einde van de kortfilm opgelost?
onthouden
Dit noemen we een gesloten einde, we hebben geen vragen meer, het verhaal is een afgerond geheel.
9 In het verhaal zitten slechts drie personages.
©
a Lees de termen hieronder (‘protagonist’ en ‘antagonist’ ken je al, ‘nevenpersonage’ is een nieuwe term.) b Plaats bij elke term het personage uit de kortfilm.
LES 10 Kortfilms bespreken en vergelijken
antagonist: de tegenspeler van de protagonist nevenpersonage: personage dat een kleine(re) rol speelt in het verhaal protagonist: het hoofdpersonage
99
10 Hieronder vind je tien scènes uit de kortfilm. a Nummer ze tijdens het kijken van 1 tot 10. b Schrijf naast elke scène in één korte zin wat er gebeurt. volgorde
beschrijving
©
VA N
IN
scène
100
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
IN onthouden
VA N
In deze opdracht heb je de verhaallijn samengesteld. Je hebt alle scènes in volgorde kunnen plaatsen, dat betekent dat we als kijker het verhaal stap voor stap volgen zoals het zich ontplooit. Het maakt geen sprongen vooruit of achteruit in de tijd. Dit noemen we een chronologisch verloop.
11 Je hebt ongetwijfeld al eens een film gezien of een verhaal gelezen waarbij de chronologie van het verhaal niet van begin tot einde gevolgd werd. a Welk voorbeeld kun je hiervan geven? b Hoe werd dit dan gedaan?
Kortfilm Coin Operated
Situeren
1 Bekijk de affiche van deze kortfilm.
©
2
a Welke personages verwacht je tegen te komen? b Wat zal er gebeuren in de kortfilm?
2 Waar droom jij van? Wat vind je belangrijk in het leven? Hoe ver wil jij gaan om dit te bereiken? LES 10 Kortfilms bespreken en vergelijken
101
Het verhaal beleven 3 Centraal in deze kortfilm staat een jongen. a Hoe oud schat je het hoofdpersonage in het begin van de film? b Wat is zijn grote droom? c Hoe wil hij die droom bereiken?
IN
4 Neem volgende lijst met karaktereigenschappen door. gedreven
lui
geduldig
volhardend
wispelturig
naïef
achterdochtig
ambitieus
gedisciplineerd
wilskrachtig
verwend
spaarzaam
onverschillig
onhandig
fantasierijk
onbezonnen
solitair
a Verdeel de woorden over deze vier groepen.
VA N
woorden die ik nog nooit gehoord heb
woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet gebruik woorden die ik begrijp en zelf gebruik
b Vergelijk jouw indeling met die van een medeleerling. Welke woorden hebben jullie anders ingedeeld?
©
c Kun je aan elkaar de betekenis van een woord uitleggen? d Zoek de betekenis op van de woorden die jullie allebei niet begrijpen. e Omcirkel de eigenschappen die bij het hoofdpersonage passen.
Doordringen tot de tekst 5 Vind je Coin operated een realistisch verhaal of niet? Kijk hierbij naar de personages en de situaties.
102
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
6 Ook tijdens het bekijken van de kortfilm stel je je als kijker tussendoor vragen. a Noteer minstens vier vragen die jij je tussendoor stelde.
IN
b Duid met een kruisje de vragen aan die onbeantwoord bleven. c Waarom laat de regisseur ons achter met vragen?
VA N
onthouden
Dit verhaal heeft een open einde: we blijven achter met een aantal vragen. We moeten een deel van het verhaal zelf invullen.
7 Als eindbeeld zien we hoe de raket door de lucht vliegt. a Wie zit erin? Beschrijf het personage in detail.
b Hoe kun je dit verklaren?
©
8 Welke boodschap denk je dat de regisseur aan het publiek wil overbrengen?
LES 10 Kortfilms bespreken en vergelijken
103
3
Verwerken: de kortfilms vergelijken 1 Lees onderstaande reviews over de twee kortfilms. a Geef steeds aan over welke film het citaat gaat. b Vermeld of je het er mee eens bent. ¡ The Present ¡ Coin Operated
¡ akkoord ¡ niet akkoord
IN
‘Ik kan me enorm goed vinden in deze film. Het gaat erover hoe je met hoop en focus zelfs de meest onmogelijke dromen waar kan maken. Zo ben ik ook: naïef en hoopvol! En gericht op mijn doel!’
¡ akkoord ¡ niet akkoord
‘Wondermooie kortfilm leert ons in 4 minuten dat ook klein geluk groots kan zijn.’
¡ The Present ¡ Coin Operated
¡ akkoord ¡ niet akkoord
‘Deze film is werkelijk een geschenk voor mij! Als kind werd ik gepest omdat ik flaporen had, toen ik achttien was, heb ik ze laten opereren. Maar deze film toont aan hoe gelukkig we kunnen zijn als we vrede nemen met hoe we eruitzien. Prachtig!’
¡ The Present ¡ Coin Operated
¡ akkoord ¡ niet akkoord
VA N
‘Wat een trieste conclusie: je hebt dus heel veel geld nodig om je dromen ¡ The Present waar te maken.’ ¡ Coin Operated
‘Indrukwekkend hoe de regisseur erin slaagt in 5 minuten een heel leven ¡ The Present te vertellen! Ik vond deze kortfilm tegelijkertijd triest en mooi.’ ¡ Coin Operated
¡ akkoord ¡ niet akkoord
2 Stel dat je beide films als tip zou doorsturen naar één persoon. Wie zou je dan kiezen? Schrijf hieronder het berichtje dat je naar die persoon zou schrijven. Zorg dat uit je berichtje blijkt waarom je deze persoon kiest. The Present Aan:
©
Bericht:
104
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
Coin Operated Aan:
VA N
IN
Bericht:
3 Bedenk voor beide films een originele alternatieve titel. Je mag kiezen voor Engels of Nederlands. The Present:
Coin Operated:
4 Welke kortfilm sprak jou het meeste aan? Geef twee redenen waarom dat zo is.
©
LES 10 Kortfilms bespreken en vergelijken
105
11
Zinsdelen 1
Je denkt na over de functie van een zinsdeel
1
11.2
Je kent de termen onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp, handelend voorwerp en bijwoordelijke bepaling
3
2
4
Je kunt zinsdelen benoemen
De verschillende zinsdelen
Je krijgt inzicht in hoe een zin is opgebouwd
IN
les
1 Hieronder staan zeven zinnen die een werkwoordelijk gezegde bevatten. a Markeer in onderstaande zinnen het onderwerp. b Omcirkel de pv in elke zin.
c Onderstreep de delen van het gezegde en benoem ze.
VA N
HARDNEKKIGE DIEF STEELT TELKENS KLEEFPASTA VOOR ZIJN KUNSTGEBIT
Diefstal in supermarkten bestaat helaas al lang. Maar in de Louis Delhaize van Oostende hebben
ze af te rekenen met een wel heel bijzondere diefstal. Iemand steelt er telkens weer de kleefpasta voor kunstgebitten. Ook de koffiecups worden vaak gestolen. De dief heeft het niet gemunt op kleefpasta of koffiecups van een ander merk. Het team van Louis Delhaize heeft genoeg van
©
deze schandalige praktijken. De producten liggen nu bij de kassa.
Bron: www.hln.be
11.2.3
d In deze oefeningen kwamen enkel werkwoordelijke gezegdes voor. Geef twee voorbeelden van een zin met een naamwoordelijk gezegde.
106
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
2 Welke zinsdelen kunnen een lijdend voorwerp zijn? Kies er vier uit en maak er een correcte zin mee waarin je dat zinsdeel als lijdend voorwerp gebruikt.
11.2.4
limonade een koala hoe een koala drinkt
schandaal een vriend daarnaast
goud de waarheid vuurwerk
IN
3 Duid in de volgende zinnen de bepalingen aan. Opgelet: één zin heeft geen bepaling!
11.2.7
a De koala drinkt erg gulzig.
b Gisteren vertelde mijn vriend zijn vader de waarheid. c Zijn vader vertelde zijn moeder over het schandaal.
d Om middernacht stak de gemeente een mooi vuurwerk af om het nieuwe jaar te vieren.
VA N
e Op de Olympische Spelen won de atleet goud.
Zelftest
1 In welke krantenkop is het onderstreepte zinsdeel het onderwerp? ¡ ¡ ¡ ¡
Ontplofte riool katapulteert bromfietser de lucht in Een dertiger timmert oude man in elkaar Na zes jaar vindt vrouw haar verdwenen hond terug Wie zijn de kerstkindjes van dit jaar?
2 Hebben onderstaande zinnen een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde? •
De wind is zwak en soms matig in de Ardennen.
•
Een krachtig hogedrukgebied over Centraal Europa bepaalt ons weer vandaag en morgen.
•
Er wordt droge continentale en stabiele lucht naar onze streken aangevoerd.
•
Nadien wordt het meestal zonnig, ondanks hoge en middelhoge wolkenvelden in het noorden van het land.
©
2
3 In welke zin is ‘mijn vriend’ het lijdend voorwerp? ¡ Ik bel mijn vriend. ¡ Ik stuur mijn vriend een berichtje. ¡ Gisteren belde mijn vriend me om te vragen of ik mee ging zwemmen.
4 In welke zinnen is het onderstreepte zinsdeel een lijdend voorwerp? ¡ Ik vroeg het aan mijn moeder terwijl ze de krant zat te lezen. ¡ Ik zei toch dat ik dat wel zou doen! ¡ Maar dat kon ik toch helemaal niet weten!
LES 11 Zinsdelen
107
5 Welke functie hebben de onderstreepte zinsdelen? Koppels maken al eens ruzie. Maar zelfs als de gemoederen verhit raken, vermijd je toch beter deze twee woorden om je relatie gezond te houden: ‘altijd’ en ‘nooit’. ¡ onderwerp ¡ lijdend voorwerp ¡ meewerkend voorwerp 6 Welke van deze zinnen telt twee werkwoordelijke gezegdes?
IN
¡ Veel jongeren vinden dat ze gezond leven, maar doen dat in werkelijkheid juist niet. ¡ Ze gaan zich te buiten aan alcohol en drugs, roken en lijden aan overgewicht. 7 Welke functie hebben de onderstreepte zinsdelen?
Sinds augustus werkt Hilde als verpleegster in een woonzorgcentrum. Ze probeert een tot twee keer per week met de fiets te gaan. ¡ voorzetselvoorwerp ¡ meewerkend voorwerp ¡ bijwoordelijke bepaling
8 In welke zin is het zinsdeel met ‘aan’ een bijwoordelijke bepaling? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Ik stond elke dag in de file aan de Kennedytunnel. Aan het hek hangt een briefje. Aan mijn collega’s stuur ik wel een berichtje. We waren daar aan het vereenzamen. De Sint komt aan in het land.
VA N
¡ ¡ ¡ ¡ ¡
9 In welke zin is het onderstreepte zinsdeel een voorzetselvoorwerp? ¡ Zullen we beginnen met de les? ¡ Ik eet graag boterhammen met kaas. ¡ Met Kerst komen we altijd samen met de hele familie.
10 In welke zin is het onderstreepte zinsdeel een handelend voorwerp?
¡ Er ontstonden weer heel wat bosbranden door de aanhoudende hitte. ¡ Ze werden geblust door de brandweer. ¡ Hij reed gisteren met zijn fiets door de regen en nu is hij verkouden.
11 Benoem de onderstreepte zinsdelen.
a Mijn allergie is de voorbije jaren erger geworden.
©
b Mijn partner en ik hadden vroeger elk een bedrijfswagen. c We hebben een station vlakbij. d We overwegen nu om deze zomer met de tgv op reis te gaan. e Hoge pieken van fijnstof leiden tot hogere sterftecijfers. f
Dat werd al door verschillende onderzoeken bevestigd.
g Luchtvervuiling veroorzaakt elk jaar veel doden. h Wereldwijd veroorzaakt met fijnstof vervuilde lucht 8,8 miljoen doden per jaar. i
108
De sterfgevallen zijn voornamelijk te wijten aan hart- en luchtwegaandoeningen.
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
3
Remediëring 1 Wat is het onderwerp van deze slogan?
Bij ruzies vermijd je toch beter deze twee woorden: ‘altijd’ en ‘nooit’. ¡ ruzies ¡ je ¡ twee woorden
IN
2 Deze spellingfouten konden vermeden worden. •
Markeer het wwg/nwg in elke zin (niet in de delen tussen haakjes).
•
Omcirkel het onderwerp.
•
Kun je nu uitleggen waarom het werkwoord fout gespeld was?
ontleed
a (Het is belangrijk dat) ik een zin goed ontleedt.
VA N
vermijd
b Zo vermijdt je spelfouten.
vermijdt
c Zo vermijd je broer ook spelfouten.
aanvaardt
d Zo een grote spelfout aanvaard de leraar niet.
3 Verdeel de zinnen over twee kolommen: de eerste kolom bevat de zinnen met een werkwoordelijk gezegde, de tweede die met een naamwoordelijk gezegde.
©
11.2.3
a Toetanchamon was een farao van de 18de Dynastie van het Oude Egypte. b Hij heette oorspronkelijk Toetanchaton. c Zijn graf werd in 1922 door Howard Carter gevonden. d Het bleek ongeschonden te zijn. e Het graf bevatte meer dan 3 500 kunstvoorwerpen. f
Toetanchamon trouwde met zijn halfzus Anchesenpaäton.
g De farao regeerde maximaal drie jaar. h De farao stierf op 19-jarige leeftijd. zinnen met een wwg
LES 11 Zinsdelen
zinnen met een nwg
109
4 Markeer in de zinnen alle voorwerpen en benoem ze.
11.2.4 11.2.5
a Man bijt hond.
11.2.6
b Meisjes lezen samen graag modeblaadjes. c Die aandoening zorgde bij de farao voor een gebrek aan bloedtoevoer.
e Je schaamt je toch niet voor mij? f
Een lerares krijgt van haar leerlingen twee hamsters voor haar verjaardag.
5 Benoem de onderstreepte zinsdelen. a Heb je hem ook gewassen?
b Ik stelde me aan de klas voor.
c Waarom geef je hem een kwetsende opmerking?
d Ik stop hem stiekem een briefje in de hand.
e Het is me echt te veel geworden.
f
VA N
11.2
11.2.7
IN
d Ik geef geen liften aan egels.
Ik zie hem veel te weinig.
6 Schrap in de volgende krantenkoppen enkel de bepalingen.
a
BELGIË BEHOUDT MORGEN NOG DRIE CLU
E ONGEVALLEN FIETSERSBOND EIST ANALYS
b
5 000 stappers vol goede moed op stap
©
c
d
e
110
BS
GEZIN UIT ESSEN ONTSNAPT AAN RAMP IN SPANJE
met inbraken School pijnlijk geconfronteerd
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
4 11.2.2
Vervolgoefeningen 1 Na een vlammende ruzie besef je dat jij eigenlijk diegene was die ongelijk had? Het vergt veel moeite, en ja, je zult je trots even opzij moeten zetten, maar geef je fout dan ook toe. Een oprechte verontschuldiging zoals ‘Het spijt me dat ik zo tegen je heb geschreeuwd zonder reden’, kan wonderen doen. a Wat is het onderwerp bij ‘had’?
b Wat is het onderwerp bij ‘kan’?
IN
¡ jij ¡ een vlammende ruzie ¡ ongelijk ¡ een oprechte verontschuldiging zoals ‘Het spijt me dat ik zo tegen je heb geschreeuwd zonder reden’ ¡ een oprechte verontschuldiging ¡ het spijt me dat ik zo tegen je heb geschreeuwd zonder reden 11.2.7
2 In deze opdracht ga je aan de slag rond de bijwoordelijke bepaling. a Geef in je eigen woorden weer wat een bijwoordelijke bepaling is.
VA N
b Doorstreep in de volgende tekst de bijwoordelijke bepalingen. De koala zat midden op de weg en de vrouw wilde de koala verplaatsen. Maar de koala ging meteen op zijn doel af: de fiets met de drinkbus. Een andere fietser kon het vervolg filmen en die beelden gaan nu vlot de wereld rond. Door de aanhoudende hitte, droogte en de vele bosbranden zijn de voorbije maanden duizenden koala’s omgekomen. Er zijn in de regio 30 procent minder koala’s door het natuurgeweld. Bron: www.vrt.be/vrtnws
11.2.6 11.2.7
3 De onderstreepte zinsdelen beginnen met een voorzetsel. Gaat het om een voorzetselvoorwerp of om een bepaling? a Mijn broertje verstopt zijn speelgoed altijd achter de kast.
b Mama verdiepte zich in het boek. c Die vogel zit meestal op het dak.
©
d Ik was behoorlijk kwaad op mijn buurjongen. e Soms schaam ik mij een beetje voor mijn koppigheid.
11.2
4 Verdeel volgende zinnen in zinsdelen (met /). Plaats er ook telkens de juiste term bij. a De archeologen waren heel blij met de ontdekking van het graf van Toetanchamon. b Wil jij aan die auteur een vraag stellen? c Lars heeft zich vreselijk in de nesten gewerkt. d Tijdens de sportdag was de begeleider erg trots op onze ploeg. e E-mails met spam of ongewenste reclame zijn, volgens internetgebruikers, een vorm van asociaal gedrag.
LES 11 Zinsdelen
111
5 Lees de volgende onvolledige zinnen. Ikke boos. Oma lief.
Puzzel maken?
Oh! Trein snel hé! Tutje hebben!
a Wie zou zoiets zeggen?
•
•
•
•
•
c Welke zinsdelen laten kleine kinderen soms weg?
IN
b Herschrijf de uitspraken tot volwaardige zinnen zoals jij ze zou zeggen. Onderstreep in elke volwaardige zin het zinsdeel dat je hebt toegevoegd en benoem het.
VA N
©
5
Verbeter een krantenartikel
1 In het krantenartikel kloppen de zinnen niet helemaal. Gebruik je kennis van de zinsdelen en wat je in de vorige oefeningen opstak over goed opgebouwde zinnen om het artikel te verbeteren. Volg daarvoor deze stappen: a Zet een kruisje op de plaats waar je een zinsdeel mist. b Vul de zin aan met een zelfgekozen woord of woordgroep. c Benoem het zinsdeel dat je aanvulde.
112
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
‘RAMBO VAN ZWARTE WOUD’ OPGEPAKT In Duitsland is opgepakt. De politie slaagde er na een zesdaagse klopjacht eindelijk in om
arresteren. Al sinds zondag was hij op de vlucht nadat hij vier politiemannen had overmeesterd. Hij was erin geslaagd van de vier agenten af te
IN
de man, die ook wel de ‘Rambo van het Zwarte Woud’ wordt genoemd, te ontwapenen en te
nemen en het Zwarte Woud in te vluchten. Een bos dat hij kent.
VA N
waren tientallen agenten naar hem op zoek, met speurhonden, patrouillewagens en helikopters. De plaatselijke bevolking werd gewaarschuwd omdat de man. Naast de vier dienstwapens van de politie, droeg hij ook een boog en een of meerdere pijlen en een mes. De 31-jarige man werd in de Duitse pers tot ‘Rambo van het Zwarte Woud’ gedoopt, omdat hij vaak rondliep en een wapengek zou zijn. Bron: www.vrt.be/nws
2 Welke zinsdelen zijn noodzakelijk om een grammaticaal correcte zin te kunnen maken?
©
3 Welke zinsdelen geven extra betekenis aan de zin, maar zijn niet nodig om een grammaticaal correcte zin te kunnen maken?
4 Stel met de zinsdelen die je in oefening 1 hebt ingevuld twee nieuwe zinnen samen. De zinnen moeten grammaticaal correct zijn, maar hoeven inhoudelijk niet te kloppen. Probeer geen extra zinsdelen toe te voegen.
LES 11 Zinsdelen
113
les
12
Poëzie 1
Je weet wat een gedicht is en uit welke onderdelen het bestaat
3
4
2
1
Je praat met medeleerlingen over welke gedichten je knap vindt, welke aansluiten bij jouw smaak en in welke situatie ze zinvol voor jou zijn
Waarom bestaan gedichten?
1 Waar vind je gedichten terug?
5
Je verwerkt een gedicht tot een eigen creatief eindresultaat
IN
Je drukt je gedachten en gevoelens bij gedichten uit
Je kent de belangrijkste poëtische termen (rijm, enjambement, vers, refrein, strofe) en kunt die toepassen op nieuwe fragmenten
2 Welke titels of dichtregels van mooie gedichten ken je?
VA N
3 Bij welke gebeurtenissen in je leven was jij helemaal ondersteboven? Op welke momenten had je het gevoel dat je geen woorden had voor wat je voelde?
4 Hieronder vind je drie foto’s die te maken hebben met belangrijke levensgebeurtenissen. a Schrijf bij elke foto om welke gebeurtenis het gaat.
b Noteer bij de blauwe takken welke gevoelens jij daarbij zou ervaren of ervaren hebt. c Plaats bij de andere takken van de woordspin woorden die die gevoelens verbeelden.
©
114
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
IN
©
VA N
Voor sommige gebeurtenissen en gevoelens vinden we geen woorden. Op die momenten helpt poëzie. Gedichten kunnen ons troosten of drukken onze vreugde uit omdat ze verwoorden wat wij moeilijk kunnen. Niet toevallig zijn geboortes, huwelijken en begrafenissen momenten waarbij poëzie vaak gebruikt wordt.
LES 12 Poëzie
115
5 Bij welke gelegenheden horen de volgende gedichten? a Noteer bij elk gedicht bij welke gelegenheid het hoort. Een jaar dat keert
wij. hier. nu. ja.
Zet stil die klokken
b Welk gedicht vind jij het mooist? Geef twee redenen waarom je dat vindt.
2 Een jaar dat keert, kan ook een hart doen keren en dat, Lynn lief, is het geval geweest. Je kwam er aan binnen de kortste keren als pousse-cafeetje van ons oudjaarsfeest.
VA N
De eerste dag, je eerste nieuwe kleren, de eerste mei. In alles eerst en meest mag je als first lady gaan regeren over ons huis, je eerste knuffelbeest.
IN
1
We zijn hier nu om je te komen dopen. We doen de doos met Fisher Price toys open en met de sprookjes van de Moedergans.
Als je straks valt, weer opstaat en leert lopen, zal ik, Lynn lief, de grootste pleister kopen. Want in het leven zit altijd een tweede kans. Frans Verleyen. Een jaar dat keert
wij. hier. nu. ja
en ach, misschien zullen er ooit bergen rijzen valleien splijten tussen ons in, zullen wij met rookpluimen moeten seinen: weet je nog
©
daar. toen. wij. toch maar zolang we niet vergeten dat er een moment was in ons leven waarop we dachten dit en voor eeuwig, dit heden is een eden vinden wij ons wel weer in elkaar en zal ik denken aan wat je ooit onbewaakt tegen mij zei, je had het in oude psalmen gelezen aan u gebonden ben ik vrij Maud Vanhauwaert. wij. hier. nu. ja.
116
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
Zet stil die klokken. Telefoon eruit. Verbied de honden hun banaal geluid. Sluit de piano’s, roep met stille trom de laatste tocht van deze dode om. Laat een klein vliegtuig boven ‘t avondrood de witte boodschap krassen: Hij is dood. Doe crêpepapier om elke duivekraag en hul de luchtmacht in het zwart, vandaag. Hij was mijn Noord, mijn Zuid, mijn West en Oost, hij was al mijn verdriet en al mijn troost, mijn nacht, mijn middag, mijn gesprek, mijn lied, voor altijd, dacht ik. Maar zo was het niet. Laat in de sterren kortsluiting ontstaan, maak ook de zon onklaar. Begraaf de maan Giet leeg die oceaan en kap het woud: niets deugt meer, nu hij niet meer van me houdt.
W.H. Auden (vertaling: Willem Wilmink). Zet stil die klokken
woord banaal: alledaags met stille trom: zonder iets te laten weten (uitdr.) de psalm: godsdienstig lied
2
Beelden en hun betekenis
1 Dichters maken vaak gebruik van beelden om hun gevoelens weer te geven. Omdat de drie gedichten waar we mee werken verbonden zijn met belangrijke levensmomenten, spelen emoties een centrale rol. Ga in kleine groepen op zoek naar de emoties in een van de drie gedichten. a Kijk terug naar de woordspinnen die je op p. 114-115 invulde. Welke woorden die je daar noteerde, komen terug in de gedichten?
IN
b Welke woorden vind je moeilijk? Maak in duo gebruik van woordstrategieën om de betekenis te achterhalen.
2 Je zoomt nu in op de inhoud van één gedicht. Je leraar geeft je instructies over hoe je dat aanpakt. Een jaar dat keert
a Wat is een pousse-cafeetje? Waarom wordt Lynn hiermee vergeleken?
VA N
b Wat is een first lady? Waarom gebruikt de auteur dit beeld?
c Bedoelt de verteller letterlijk de grootste pleister? Leg uit waarom (niet).
.
Wij. Hier. Nu. Ja.
a Waarvoor zouden die bergen en valleien kunnen staan?
b Waarom worden rookpluimen gebruikt? Waarom denk je dat de dichteres dat beeld gebruikt?
c Zoek op wat ‘eden’ betekent? Waarom wordt het heden hiermee vergeleken?
©
Zet stil die klokken a Waarom wil de spreker dat alles stil wordt?
b Wat betekende de overledene voor de spreker? Waar wordt dat duidelijk? c Kijk naar de werkwoorden in het gedicht. Welke vorm wordt vaak gebruikt? Waarom is dat, denk je?
LES 12 Poëzie
117
3
De vorm van taal in gedichten 1 Hoe herken je een gedicht? Geef een aantal mogelijke kenmerken. 2 Maak de volgende oefening om een aantal termen te leren kennen uit de poëziewereld. Verbind de termen met de juiste omschrijving.
14.3
1
vers
2
strofe
3
eindrijm
4
alliteratie
5
refrein
6
vrij vers
7
enjambement
a
wanneer twee of meer verzen binnen een gedicht op dezelfde klank(en) eindigen
IN
14.2
b wanneer twee of meerdere woorden binnen een vers beginnen met dezelfde medeklinker(s) c
De dichter werkt zonder eindrijm.
d een groep regels in een gedicht e
een deel van een tekst (vooral bij een lied) dat herhaald wordt
f
één regel in een gedicht
VA N
g Het einde van een zin valt niet samen met het einde van een versregel. De dichter kiest er bewust voor om een zin te laten afbreken en verder te laten lopen op de volgende regel. h Het centrale onderwerp of achterliggende gevoel van een gedicht; dit vat in één woord of woordgroep samen waarover het gaat.
1
2
3
4
5
6
7
3 Plaats nu de term bij het juiste voorbeeld.
voorbeeld
men moet zijn zomers nog tellen, zijn vonnis
Gerrit Kouwenaar. Men moet
we waren uit het oog verloren hoe warm een weiland wel kan zijn open de vensters en open de ogen en zie hoe schoon de zomers zijn
©
ja, ik hou van u ik hou van u ik hou van u (2x) Noordkaap. Ik hou van u
De meisjes uit vervlogen dagen we weten niet meer waar ze wonen. Nooit zullen die zich meer vertonen waar wij weleer hun lichaam zagen. Willem Wilmink. De meisjes uit vervlogen dagen (uit: Verzamelde liedjes en gedichten. Amsterdam, Uitgeverij Prometheus, 2016)
men moet zijn zomers nog tellen, zijn vonnis nog vellen, men moet zijn winter nog sneeuwen Gerrit Kouwenaar. Men moet
118
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
term(en)
was zo graag samen gevallen maar iedereen viel apart alleen wij
IN
Peter Verhelst. Life on Mars
VA N
4 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je zelf nagaan of je alle termen goed beheerst.
Een gedicht bespreken
1 Lees van de gedichten die je hieronder terugvindt telkens de eerste vier regels. a Rangschik de gedichten van meest naar minst interessant. b Vergelijk je mening met die van je medeleerlingen.
Ik wou ik wou dat ik papier was. Ik wens mezelf van dik karton. Ik wou ik wou dat ik je boek was. Ik wou dat je me lezen kon. Ik wou ik wou dat ik een kaft had. Ik wens mezelf een sprookje groot. Ik wou ik wou dat ik je boek was. Ik wil zo graag bij jou op schoot.
©
4
Bart Moeyaert. Daar (uit: Jij en ik en alle andere kinderen. Querido, 2019)
Zoals de zachte nachtgeluiden stil komen dwalen in je droom raken gedachten je soms aan. Dat moeders ook dood kunnen gaan. Dat vaders ook wel eens kunnen huilen En dat je nooit weet wat er komt. Hoe kun je een gedachte laten zwijgen? Het zijn net vlinders: kun je vlinders slaan? Je wilt gewoon dezelfde blijven En dat er niemand weg zal gaan. Johanna Kruit. Vlinders
LES 12 Poëzie
119
Velden vol met engelenhaar IJspaleizen op elkaar De tuinen van een tovenaar: zo kunnen wolken zijn. En dan weer als een grauw tapijt Van regen, kou en somberheid Een stille ongelijke strijd waarbij de zon verliest. Wolken komen wolken gaan Dag in dag uit en langzaam aan Weet ik nu ik wat wijzer ben Dat ik de wolken niet, nog altijd niet ken.
Poëzie is als je het hart opent met een zilveren sleuteltje dat ook op een fietsslot past Het doet er niet toe wat de dichter beweren wil als het maar waar is voor tachtig of honderd procent
IN
Soms worden de woorden zwaar als van goud, en blijven niet drijven En soms is een zeepbel genoeg om het barsten der aarde te zien We moeten met een fijn gevoel en met heilige overtuiging geloven in wat de dichter per ongeluk heeft gezegd
Want als het niet mooi is dan is het toch altijd nog waar en betrouwbaar en meer dan van wie ook de stem van een medemens, bang voor zichzelf.
VA N
Zee en zon en feestgewoel Dat lichte zwevende gevoel Een vrouw die weet wat ik bedoel: zo kan de liefde zijn. En dan ineens die zwarte dag Het afscheid, een verlegen lach Een pijn die niemand weten mag Een hart is maar zo klein. Liefde komt en zal weer gaan Als eb en vloed en langzaam aan Weet ik nu ik wat wijzer ben Dat ik de liefde niet, nog altijd niet ken. Geloof en hoop een nieuw begin Een dapper opgeheven kin Gewoon de wijde wereld in: zo kan je leven zijn. En dan weer moe en zonder kracht Als niets of niemand op je wacht Een tijd die nergens naar je lacht Zo kan je leven zijn. Zo zal je leven altijd gaan Als dag en nacht en langzaam aan Weet ik nu ik wat wijzer ben Dat ik het leven niet, nog altijd niet ken.
Nico Scheepmaker. Poëzie is …
Paul van Vliet. Wolken
2 Duid in jouw gedicht de volgende dingen aan:
Wat is volgens jou het mooiste vers? Markeer het in het groen. Wat is volgens jou het moeilijkste vers? Zet er een vraagteken voor. Welke vijf woorden zijn het belangrijkst om het gedicht te begrijpen, volgens jou? Omcirkel ze. Welk seizoen past volgens jou het best bij dit gedicht? Onderstreep de woorden of verzen die je daaraan doen denken. Welk gevoel past voor jou bij dit gedicht? Onderstreep de woorden/verzen die je keuze verklaren. Kies uit:
©
• • • • •
angstig opgewekt hoopvol
120
zorgeloos somber oneerlijk
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
verlegen onbetrouwbaar trots
nieuwsgierig rusteloos afhankelijk
impulsief creatief
3 Vul onderstaande tabel in voor jouw gedicht. Je bespreekt zo de vorm. gedicht: Hoeveel strofen heeft het gedicht?
Zit er eindrijm in het gedicht?
Als dat het geval is, welk rijmschema zit er dan in?
IN
Hoeveel verzen heeft het gedicht?
VA N
Waar vind je een enjambement terug in het gedicht?
Zit er een alliteratie in het gedicht?
Welke klanken komen veel voor in het gedicht?
©
Lees het gedicht een aantal keer door. Is het een tekst die je eerder snel leest of eerder traag?
LES 12 Poëzie
121
13
Media en ik 1
Je kunt topische vragen stellen en beantwoorden
Je stelt een infographic op die duidelijk, correct en aantrekkelijk is
1
3 Je staat kritisch tegenover
2 Je kunt hoofdpunten
bronnen en hun lay-out
uit bronnen halen
5
4
6
Je voert een klein onderzoek over je eigen leefwereld
De toekomstverwachting van jongeren
Je presenteert de resultaten van een onderzoek
IN
les
1 Welke toekomst is er volgens jou weggelegd voor de medeleerling die naast je zit?
a Maak vier voorspellingen over zijn of haar leven over twintig jaar. Denk aan jobs, liefdesleven, familiesituatie, wonen … b Wissel de antwoorden nu in duo uit.
VA N
c Zie je de toekomst zitten die voor jou uitgestippeld werd? Geef twee elementen waar jij het eens mee bent en twee waar je niet mee akkoord gaat.
2 Denk samen met twee medeleerlingen na over jullie toekomst. a Maak een lijst van drie dingen waar jullie onzeker over zijn.
b Over welke dingen zijn jullie positiever? Som drie elementen op.
onzeker
positief
©
Je leest nu het artikel Om van te dromen, opgedeeld in drie delen. Lees de verschillende delen en voer telkens de opdrachten uit.
Deel 1
5.2.4
3 Lees de inleiding. Stel de topische vragen en beantwoord ze op basis van de informatie uit dit tekstdeel.
topische vraag
122
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
antwoord
IN
4 Lees de tekst en ontdek hoe de ondervraagde jongeren hun verdere leven zien. a Markeer in de tekst wanneer ze positief zijn over hun toekomst. b Gebruik een andere kleur wanneer ze negatief zijn.
OM VAN TE DROMEN
VA N
Titels als ‘Belg onzeker over werkzekerheid en toekomst’, ‘8 op 10 Belgen pessimistisch over loon en werkomstandigheden’ en ‘65% kan jeugddromen niet waarmaken’ zijn voor de regelmatige krantenlezer wellicht niet onbekend. Uit de dagelijkse berichtgeving blijkt het kortetermijnperspectief van de (jonge) werkende burger niet echt optimistisch. Omdat vragen over toekomstverwachtingen nogal eigen zijn aan de start van een nieuw jaar, trokken we de Leuvense binnenstad in om een vijftigtal jongeren te polsen over hun algemene toekomstperspectieven.
Gino Bombeke
Een traject over rozen
©
Het toekomstbeeld dat jongeren voor zichzelf schetsen is alleszins positief te noemen en bevat weinig verrassende resultaten. In het gemiddelde traject dat jongeren schetsen, worden ze 81 jaar en krijgen ze twee à drie kinderen. 80% van de jongeren wil trouwen (gemiddeld wanneer ze 26 jaar zijn) en nagenoeg allemaal dromen ze van een eigen huis. Het maakt niet echt uit of deze stek zich nu in de stad of op het platteland bevindt. Of hen een gelukkige toekomst te wachten staat? De meesten antwoorden positief, met een gamma van ‘uiteraard’ tot ‘niet, toch?’ in de ogen. Uit de gesprekken blijkt dat jongeren zich bewust zijn van scheidingen en geldmoeilijkheden, maar op een enkeling na denken ze allemaal deze problemen te kunnen ontlopen.
De hedendaagse jongeren hopen op een gezonde combinatie van carrière en vrienden, willen veel reizen en dromen van vrijheid en welstand. Waarschijnlijk komt daarom net hun grootste onzekerheid naar boven in de antwoorden over hun professionele toekomst. Voor de jongste tieners is dit nog heel veraf: zij hebben nog niet beslist wat ze later willen doen. Jongeren vanaf 16 jaar hopen dat ze snel een job zullen vinden. Hoewel ze er nagenoeg allemaal van uitgaan dat dit in orde komt, denkt slechts een derde snel werk te vinden na de opleiding. Een opvallende vrees die ongeveer 40% van de jongeren deelt, is te moeten werken in een sector die niet aansluit bij hun interesse en vooropleiding. Janne (17 jaar): ‘Na mijn middelbaar ga ik verder studeren. Op zich ga ik graag naar school, maar ik moet er ook echt voor werken. Het lijkt me vreselijk om drie jaar hard te werken voor een diploma en dan te merken dat dit je niet verder helpt om een job te vinden.’
woord
het gamma: reeks met verschillende nuances de welstand: goede gezondheid en financiële situatie
LES 13 Media en ik
123
5 Over welke aspecten van hun toekomst kregen de jongeren vragen? a Som ze in kernwoorden op. b Vergelijk de cijfergegevens uit de tekst met jullie eigen toekomstvoorspellingen (oefeningen 1 en 2). Geef minstens één overeenkomst en één verschil.
IN
6 Welke verwachtingen heb je voor de rest van de tekst? Zeg ook telkens waarom je dat denkt.
Deel 2
7 Lees nu het tweede deel van het artikel. Haal de hoofdpunten uit het deel door de infographic aan te vullen.
VA N
titel:
BEROEMD
BEKEND
•
•
1
•
2
•
•
•
Ondertitel:
3
8 De afbeeldingen die je in de vorige opdracht gebruikte om gericht informatie uit de tekst te halen, noemen we een infographic.
©
a Waar vind je infographics in je dagelijkse leven?
b Wat is er belangrijk om de informatie volledig, maar toch overzichtelijk te presenteren? Som drie criteria op.
124
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
onthouden Een infographic (of een informatieve illustratie) geeft informatie weer in de vorm van grafieken en afbeeldingen in combinatie met beperkte tekst. Vaak wordt er in een infographic gebruik gemaakt van kleur, lijntekeningen en cijfers. In artikels vind je vooral resultaten van onderzoeken in deze vorm.
VA N
Marion Duimel publiceerde (in opdracht van de stichting Mijn Kind Online) het onderzoeksrapport Onbewerkt beroemd, met daarin de resultaten uit een representatieve bevraging van ongeveer 500 Nederlandse tieners. Een van de uitgangspunten was de vraag hoeveel jongeren ervan droomden ooit een ster te worden en waarom ze dit deden. Duimel onderzocht hiernaast of er een verband was tussen deze droom en de mediaconsumptie van jongeren of de manier waarop ze online gebruik maakten van bewerkte en gecorrigeerde foto’s.
IN
IEDEREEN BEROEMD
De resultaten komen goed overeen met de nietrepresentatieve steekproef die wij op straat aanspraken. Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste bevindingen, aangevuld met enkele citaten die wij optekenden.
©
Het rapport vermeldt dat 61% van de jongeren ervan droomt beroemd te worden. Opleidingsniveau of geslacht gaven geen aanleiding tot significante verschillen. Wel zagen jongens zich eerder als beroemde wetenschappers of sporter, terwijl meisjes droomden van een carrière als zangeres, actrice en fotomodel. Bij de vraag Hoe wil je beroemd worden? antwoordde slechts 22% expliciet dit niet te willen. Een stijgend aantal niet-celebrityresultaten hier toont aan dat jongeren een sterke link leggen tussen beroemd zijn en de entertainmentsector. Anna (15 jaar) bevestigt dit: ‘Er is een verschil tussen bekend en beroemd. Je bent beroemd als mensen foto’s van je in hun schoolagenda steken. Dat kan bij sporters of filmsterren, maar ik zie het nog niet direct gebeuren bij wetenschappers.’
Sofie (17 jaar): ‘Ik snap wel waarom zoveel mensen beroemd willen worden. Een groot stuk van je vrije
tijd gaat naar film en muziek, dus je bent er veel mee bezig. Ook gaan veel tijdschriften en sites over sterren en komen vragen als “Wil je beroemd worden?”, “In welke film wil je meespelen?” en “Wie is je favoriete celeb?” terug in gesprekken met vrienden en in schoolboeken.’ De belangrijkste achterliggende reden die jongeren in het onderzoek gaven voor hun sterrendroom was anderen blij maken (32%). Ook wij tekenden reacties op als ‘Dan zijn je ouders en vrienden trots op je!’ (Ellen, 14 jaar) en ‘Dan kun je iets betekenen voor andere mensen’ (Sien, 16 jaar). Hiernaast kwamen op de tweede en derde plaats: rijk zijn / in een mooi huis wonen (29%) en gelukkig zijn (17%). Voor de Leuvense jongeren was de materiële reden het meest doorslaggevend. Thomas (16 jaar): ‘In films maar ook in documentaires hebben sterren een luxueus leven: ze wonen groot, hebben niet echt zware dagen en kunnen zich veel aanschaffen.’ Of de roem ook automatisch geluk met zich meebrengt bleek een moeilijkere kwestie; de meningen waren dan ook sterk verdeeld. Heel wat jongeren twijfelden eraan of bekende mensen gelukkiger waren.
woord
representatief: iets wat een betrouwbaar beeld geeft van de totale groep de consumptie: gebruik, verbruik voornaamste: belangrijkste significant: betekenisvol, iets wat niet voortkomt uit toeval materieel: wat te maken heeft met voorwerpen
LES 13 Media en ik
125
9 Lees de laatste alinea van het artikel nogmaals door. a Wat denk jij hierover? Schrijf je mening uit in een korte tekst.
SCHRIJven
Ik vind dat ..., want ... Bovendien ... Toch ... . b Lees je standpunt voor aan een medeleerling en luister naar de tekst die hij/zij schreef.
IN
c Vergelijk jullie meningen met elkaar. Is jullie mening eerder gelijk of eerder verschillend?
Deel 3
Je leest nu eerst het laatste deel van de tekst. Vervolgens los je de vragen op.
REALISTISCH?
VA N
De talloze talentenshows op tv, de bereikbaarheid van populaire figuren en de mogelijkheid om online content te verspreiden, lijken tegemoet te komen aan deze bekendheidsdroom. In tegenstelling tot vorige generaties zijn camera’s gemeengoed en is het relatief eenvoudig geworden om opnames te maken. Toch lijkt dit niet zo veel invloed te hebben. Opvallend is dat alle jongeren die wij aanspraken heel realistisch blijven over hun doorbraakkans. Hoewel een enkeling toegaf met die ambitie ooit te hebben deelgenomen aan een talentenjacht, blijkt het leeuwendeel van de jongeren zeer terughoudend tegenover de kansen die nieuwe media bieden. Annelies (15 jaar): ‘Iedereen droomt er wel van om bekend te worden. Maar de kans dat je een filmpje online zet en zo een platencontract binnenhaalt, is toch heel klein.’
©
Vooral talentenshows op televisie worden met kritische zin benaderd. Jongeren vinden deze heel leuk om naar te kijken, maar ze geloven niet in de geclaimde doorbraakkansen. Ruben (17 jaar): ‘Shows als Belgium’s Got Talent zijn er eigenlijk niet op uit een ster te zoeken, maar om een programma te maken. Rare mensen worden veel meer in beeld gebracht dan mogelijke artiesten.’
Om effectief aan de weg te timmeren zien de ondervraagde jongeren meer heil in lokale dansstudio’s en toneelgroepen. Hier krijgen ze een persoonlijke begeleiding en komen ze met hun kwaliteiten naar buiten op vaste toonmomenten. Vaak bestaat er een soort van ‘keurgroep’ of zijn er in de buurt dansstudio’s die een ‘best of’ van jongeren binnen een bepaalde discipline verzamelen. Kaat (17 jaar): ‘Via een dansstudio kom je direct met mensen in contact. Mensen kennen en actief opzoeken is belangrijk om door te groeien. Gezelschappen kijken naar wat je kunt voorleggen of komen langs bij optredens. En dan helpt het zeker als je contacten hebt.’ Wees jezelf, onder vrienden Uit de gesprekken komt duidelijk naar voor dat jongeren wel gretig gebruikmaken van digitale opnamemiddelen. Ze richten zich echter sterk op hun peers om de resultaten te delen. Sociale netwerksites worden boven YouTube verkozen om beeldmateriaal te delen.
woord de content: inhoud (op digitale media) het gemeengoed: iets wat algemeen verspreid is geclaimd: met veel zekerheid beweerd effectief: echt aan de weg timmeren: werken aan je carrière (uitdrukking) gretig: enthousiast, met plezier
126
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Zowel het onderzoeksrapport van Marion Duimel als de straatantwoorden bewijzen dat jongeren veel bezig zijn met sociale media. Voor velen lonkt ook stiekem het sterrendom. Toch blijven deze twee elementen gescheiden. In tegenstelling tot wat we dachten plaatsen weinig jongeren materiaal online om op te vallen of door te breken. Ze houden er eerder van hun digitale foto’s en opnames met vrienden te delen via netwerksites. Uit de antwoorden die de Leuvense jongeren ons gaven, bleek ook een overwegend positieve toekomstvisie. We wensen alle jongeren dan ook de moed en inspiratie om hun dromen op een gezonde manier na te jagen!
IN
Isa (16 jaar): ‘Het is leuk om iets te maken en dat dan te tonen aan vrienden. Het gaat meestal om dingen die je samen gedaan hebt, bijvoorbeeld op een cultuuravond. Eigenlijk zijn die opnames alleen interessant voor mensen die daar waren.’ Dit sluit aan bij een observatie van Duimel in het bovenvermelde rapport: jongeren (meisjes iets meer dan jongens) bewerken graag digitale foto’s van zichzelf. Toch willen ze te allen tijde als zichzelf overkomen. Als de foto genomen wordt, hechten ze belang aan hun houding. Achteraf passen ze lichte bewerkingen toe als bijsnijden, filters toevoegen, zwart-wit maken en tekst bij de afbeelding plaatsen. Anton (17 jaar): ‘Het is fun om een foto wat bij te kleuren of er een quote bij te plaatsen, maar echt gaan bijwerken is triestig. Foto’s waar echt aan gesleuteld is, zie je zelden, ze krijgen ook harde commentaar en staan vaak niet zo lang online.’
Bron: Krax
10 In de vorige twee delen van dit artikel stond een foto.
VA N
a Welke afbeelding past het beste bij de hoofdgedachte van dit deel? Kies één van onderstaande foto’s.
being humble is more important than being famous (Robin Sharma)
b Waarom kies je voor dit beeld?
11 Ook dit laatste fragment gaat in op het onderzoek van Marion Duimel en haar medewerkers.
©
a Welk aspect uit haar onderzoek werd nog niet besproken in het vorige deel?
b Wat zijn de bevindingen van het onderzoeksteam hierover? Vat kort samen in je eigen woorden.
woord lonken: verleidelijk kijken
LES 13 Media en ik
127
12 In de tekst komen verschillende jongeren aan bod. Kies één reactie waar je het mee eens bent of net helemaal niet. Reageer hier in een korte tekst op.
SCHRIJven
Ik ben het eens/oneens met … , die beweert dat … Ik ben van mening dat … Verder …
Waarom zijn smartphones zo verslavend?
IN
2
Voel jij je vaak slaperig en ben je onafscheidelijk van jouw smartphone? Hopelijk lijd je dan niet aan een smartphoneverslaving. Je bekijkt een filmpje van KLAAR over smartphonegebruik. 1 Bekijk de afbeelding en lees de informatietekst over KLAAR. Duid in de omschrijving het tekstdoel aan.
2 Is deze bron betrouwbaar?
Bekijk het filmpje een eerste keer. Let op de verschillende deelonderwerpen en vragen die besproken worden. 3 Wat is de aanleiding van het filmpje?
©
5.7
VA N
VRT NWS wil met de KLAAR-filmpjes betrouwbare informatie en duiding geven rond actuele thema’s. KLAAR biedt niet alleen inzicht en context bij de actualiteit, het wil jongeren ook kritisch, doelgericht en bewust leren omgaan met media.
4 Wie laat Yousri aan het woord? Is hij een goede bron? 5 Welke vragen stelt Yousri aan Tim?
128
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Bekijk het filmpje een tweede keer en beantwoord deze vragen. 6 Hoe komt het dat we zo verslaafd zijn aan onze smartphone? 7 Waarom doen bedrijven dat?
IN
8 Vat het besluit van Yousri in je eigen woorden samen. 9 Wat heb je bijgeleerd uit dit fragment?
VA N
10 Heb jij soms last van FOMO? Doe de test!
a Zet een vinkje voor de beweringen die op jou van toepassing zijn.
Ik word ongerust als ik erachter kom dat mijn vrienden plezier maken zonder mij. Ik voel me onprettig wanneer ik een mogelijkheid mis om vrienden te ontmoeten. Wanneer ik op vakantie ga / iets te doen heb, check ik regelmatig online wat mijn vrienden aan het doen zijn. Ik denk dat anderen meer plezier hebben in het leven dan ik.
Wanneer ik iets leuks doe, vind ik het belangrijk dit te delen op sociale media. Ik voel me onzeker als ik niet weet wat vrienden aan het doen zijn. Ik vind het belangrijk mee te zijn met de groep en begrijp alle inside jokes. Ik vraag me soms af of ik te veel tijd doorbreng met wat er met mijn vrienden gebeurt op sociale media. Ik vind het niet leuk om geplande afspraken af te zeggen, ook al ben ik ziek. Als ik het leuk heb, is het belangrijk dat ik dat deel op sociale media.
©
Heb je meer dan de helft van de beweringen aangeduid? Dan ben jij waarschijnlijk een echte FOMO Sapiens!
b Stel zelf een definitie op van het concept FOMO op basis van de test. c Denk je dat sociale media FOMO erger maken of helpen voorkomen? Geef twee argumenten waarom dat volgens jou (niet) het geval is. Verzin ook zelf één tegenargument.
LES 13 Media en ik
129
3
Maak en presenteer een infographic Uit het onderzoek van Marion Duimel bleek dat jongeren steeds meer bezig zijn met sociale media. Ze maken gretig gebruik van apps als Twitter en Facebook om opnames en foto’s met hun vrienden te delen. In het interview met Tim Verheyden kwamen we te weten dat apps en online toepassingen heel sterk op ons inspelen om zo gegevens los te krijgen. Daardoor worden we onbewust verslaafd aan onze smartphone.
Stap 1: Wat zijn jouw verwachtingen?
IN
Ben jij ook zo gekluisterd aan je smartphone of eerder FOMO-free? Ga op onderzoek uit en presenteer jouw bevindingen over je smartphonegebruik aan de klas.
1 Hoe schat je je eigen smartphonegebruik in? Beantwoord volgende vragen. Hoeveel tijd spendeer je iedere dag op je smartphone? Welke apps gebruik je het meest? Waarvoor gebruik je die apps?
VA N
Op welke dagen gebruik je jouw smartphone het meest?
Stap 2: Track jouw gebruik en verwerk je resultaten in een infographic.
2 Installeer een app op je smartphone om je gebruik bij te houden. Om je onderzoek representatief te houden, zorg je dat je de gegevens bijhoudt voor minstens een week. 3 Verwerk vervolgens de resultaten in een overzichtelijke infographic. Het eindresultaat bevat volgende elementen: • • • •
het gemiddeld aantal uur dat je per dag bezig bent met je smartphone je gemiddelde verbruik voor de verschillende dagen van de week (bv. in een grafiek) de top vijf van meest gebruikte apps een detailanalyse van de meest gebruikte app: wat doe je ermee?
4 Je kunt de infographic in posterformaat op papier maken. Nog handiger is om een digitale infographic op te stellen. Neem hiervoor de tips voor een overzichtelijke infographic in acht! Stap 3: Je presentatie voorbereiden
©
5 Deel jouw smartphonegebruik met de rest van de klas. Je bespreekt het volgende: • • • •
beantwoord de zes topische vragen voor jouw eigen onderzoek presenteer de data die je verzameld hebt over jouw smartphonegebruik op een overzichtelijke manier vergelijk je smartphonegebruik met de verwachtingen die je vóór het onderzoek had (stap 1) vertel je medeleerlingen waaraan je wilt werken in je smartphonegebruik en welke concrete stappen je hiervoor wilt zetten.
Stap 4: Interactie met medeleerlingen 6 Je leraar geeft je de naam van een medeleerling. a Vul het evaluatieformulier op p. 131 in na de presentatie. b Nadien beoordeel je ook de infographic aan de hand van het formulier op p. 132.
130
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Evaluatiematrix – Spreken: Ik en media Ik beoordeelde de presentatie van
GOED
.
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
volledigheid en aantrekkelijkheid
gepastheid
Je maakt vaak oogcontact, maar vooral met de leraar of slechts enkele leerlingen. Je maakt soms vreemde handgebaren.
Je maakt amper oogcontact met het publiek; je kijkt te veel naar de infographic, de grond … Je beweegt amper en gebruikt je handen niet.
VA N
Je maakt oogcontact met het volledige publiek en gebruikt je handen als ondersteuning van de uitleg.
De meeste elementen zijn in Er ontbreekt meer dan één de presentatie aanwezig, maar gevraagd onderdeel, namelijk ontbreekt.
IN
Je beantwoordt zes topische vragen over het onderzoek, presenteert de data, vergelijkt die met je verwachtingen en aanpak om smartphonegebruik te verbeteren.
duidelijkheid
Je hebt de presentatie goed opgebouwd. Het is duidelijk wat de inleiding, het midden en het slot van je presentatie is.
Je presentatie is goed te volgen, maar de inleiding, het midden en het slot zijn niet/ moeilijk te onderscheiden.
Je boodschap is duidelijk en je Je boodschap is duidelijk, brengt variatie in je woorden maar je gebruikt opvallend en zinnen. vaak dezelfde woorden. Je zinnen zijn ook bijna altijd op dezelfde manier opgebouwd.
Je presentatie is moeilijk te volgen. Er ontbreekt een inleiding of een slot en in het midden lopen de verschillende inhoudelijke onderdelen door elkaar. Je gebruikt te lange zinnen en herhaalt steeds hetzelfde element. Daardoor is het moeilijk om de boodschap te begrijpen.
correctheid
©
Je taalgebruik is nagenoeg foutloos. Je spreekt Standaardnederlands.
Hier en daar zitten er dialectische klanken of tussentaal in je uitleg. Je gebruikt ook soms woorden die eerder in een gesprek onder vrienden passen en niet in een zakelijke presentatie.
Je uitspraak is onverzorgd (dialect, tussentaal) en leidt de aandacht af van de boodschap. Je gebruikt vaak woorden die eerder in een gesprek onder vrienden passen en niet in een zakelijke presentatie.
Twee concrete tips:
LES 13 Media en ik
131
Evaluatiematrix – Infographic: Ik en media Ik beoordeelde de infographic van
GOED
.
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
volledigheid en aantrekkelijkheid
Je hebt een infographic gemaakt die de aandacht trekt met interessante afbeeldingen en kleuren.
Je toont niet alle informatie in je infographic.
Je toont amper relevante informatie in je infographic.
IN
Je toont alle gevraagde informatie in je infographic. Ik kon de infographic makkelijk vinden op basis van mijn notities.
Dit ontbreekt:
Deze elementen ontbreken:
Het was een uitdaging om de juiste infographic te vinden.
Het was zeer moeilijk om de juiste infographic te vinden.
Je hebt een mooie infographic gemaakt. Ik zou echter meer afbeeldingen en kleuren toegevoegd hebben.
Je hebt een sobere infographic gemaakt zonder afbeeldingen en in slechts één of twee kleuren.
VA N
gepastheid Je hebt een professionele infographic gemaakt en de tips voor een infographic gevolgd.
Je hebt een goede infographic gemaakt, maar die kun je verbeteren met de volgende tip
Je hebt de tips voor het maken van een infographic niet in je poster toegepast. Ik raad je aan vooral
De opbouw en informatie is duidelijk nadat ik de infographic even geanalyseerd heb. De informatie is duidelijk geformuleerd maar niet goed gepresenteerd.
De opbouw en informatie in de infographic zijn niet overzichtelijk gepresenteerd en geformuleerd. Ik begrijp de informatie soms niet.
Er zijn maximum twee verschillen tussen je presentatie en je infographic,
De informatie in je infographic en je presentatie verschillen veel van elkaar. Er zijn meer
namelijk
dan twee verschillen, namelijk
duidelijkheid
Ik begrijp de opbouw en informatie in je infographic volledig.
correctheid
©
De informatie in de infographic komt volledig overeen met je presentatie.
Twee concrete tips:
132
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Tussenstop 2 1
Woordenschat 1 Welke woorden in het onderstaande rooster zijn synoniemen van elkaar? a Breng de woorden met een gelijkaardige betekenis samen. b Geef bij elk trio nog een synoniem. gangbaar
optie
keuze-
gebruikelijk
ander
algemeen erkend
afgezaagd
onbenullig
IN
alledaags
VA N
2 Vul de juiste woorden aan bij de omschrijvingen. De antwoorden vormen een woordslang: de laatste letter van elk woord vormt de eerste letter van het volgende woord. In de slang zijn die vakjes gekleurd. a gebruik of verbruik
d uitdrukking
b echt
e paradijs
c breekbaar, zacht, fijn
3 In het onderstaande rooster kun je op elke lijn een woord invullen dat een synoniem heeft of uitgelegd wordt in onderstaande lijst. De letters ‘on’ zitten in elk woord. N
O
N
O
N
O
N
O
N
©
O
verbruik inhoud
3
liefdevol kijken 1
zorgeloos
2
4
gedesinteresseerd
Als je de letters bij de nummers gevonden hebt, kun je de volgende zin aanvullen: ‘Ik begin maar beter zo vlug mogelijk aan die taak, er is nog veel werk voor de . 1
TUSSENSTOP 2
2
3
4
133
4 Vul het kruiswoordraadsel aan met behulp van de omschrijvingen of synoniemen. 1 vol van de wens en het vertrouwen om iets te bereiken
1i
2 uitgebreid, divers aanbod
2g
3 enthousiast, met plezier 4 verbruik
3g
5 spontaan handelend, zonder nadenken
4i 5i
IN
6 zeer klein 7 roekeloos
6g
8 religieus lied 9 alles wat nodig is binnen een bedrijf aan gereedschap en machines … om het te doen functioneren
7i
8i
VA N
10 verlangen (werkwoord)
9g
10g
5 Hieronder vind je drie reeksen van vier woorden. In elke reeks is er één woord dat bij een andere woordsoort hoort. Duid dit woord aan. schaapachtig
consumptie
representatief
expressie
alternatief
effectief
gretig
impulsief
banaal
therapeut
©
achterdochtig
ambitieus
134
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
6 Je vindt hier een combinatie van uitdrukkingen die je in de les tegenkwam en uitdrukkingen die frequent voorkomen in ons dagelijks taalgebruik. a Welke uitdrukkingen worden hier letterlijk afgebeeld? b Geef telkens de betekenis.
VA N
betekenis:
IN
betekenis:
betekenis:
betekenis:
©
betekenis:
TUSSENSTOP 2
betekenis:
135
7 De term ‘antagonist’ betekent ‘tegenstander’. De term is het antoniem van ‘protagonist’, wat ‘held’ betekent.
•
krimpen:
•
toekomst:
•
objectief:
•
labiel:
•
verspillend:
IN
a Geef van volgende woorden het antoniem.
b Kijk naar het voorvoegsel in de woorden ‘antagonist’, ‘antoniem’ en ‘antistof’. Wat betekent ‘ant(i)’ in die gevallen?
c Onderstreep in onderstaande woorden het voorvoegsel. Markeer ook de acht woorden zonder voorvoegsel. verdrinken onkruid herkennen onze
bestelen oneerlijk animatie verkiezen
verrekijker gefluister herdenking oever
onschuld verweren ontbreken verontschuldiging
VA N
concept oeroud precies aartsvijand
2
proefje gebergte herfstig aseksueel
Taal
1 Eigennamen schrijf je met een hoofdletter, soortnamen niet. Vervang in volgende zinnen de eigennaam telkens door een soortnaam. a Oh nee, Harry heeft hier op de grond geplast.
b Ik houd zielsveel van Marianna.
c Rosie werkt niet meer. Dat is vervelend.
©
d Carmina is echt prachtig!
e Kasper is deze week verkocht.
2 Voorvoegsels en achtervoegsels zijn woorddeeltjes die niet als losse woorden op zich bestaan, maar die voor of achter een grondwoord worden toegevoegd. Zo ontstaat een afleiding. Het woord ‘heropening’ bestaat bijvoorbeeld uit een voorvoegsel, een grondwoord en een achtervoegsel, namelijk ‘her-‘, ‘open’ en ‘-ing’. Het is dus een afleiding van het woord ‘open’. a Voor- en achtervoegsels kunnen een betekenis aan het grondwoord toevoegen: wanneer je iets opent, doe je dat voor de eerste keer, maar wanneer je iets heropent, open je iets opnieuw.
136
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
Hieronder zie je twee tabellen. In de linkerkolom vind je verschillende voor- en achtervoegsels, in de rechterkolom vind je verschillende voorbeeldwoorden met die woorddelen. Geef op basis van die voorbeeldwoorden telkens de betekenis van het voor- of achtervoegsel. voorvoegsel
betekenis
afleidingen asociaal, atypisch, abnormaal
anti- / contra-
antipathiek, antivries, contraproductief
her-
herexamen, hernemen, heropvoeden
pre-
prehistorisch, prenataal
pro-
prodemocratisch, pro-Amerikaans, proloog
on-
oninteressant, onvriendelijk, onbetaalbaar, onzin
– ontbossen, ontharen, onteren – ontvlambaar, ontdooien
ontachtervoegsel -fiel
IN
a- / ab-
betekenis
afleidingen
bibliofiel, anglofiel, homofiel dermatoloog, bioloog, gastronoom, econoom
VA N
-loog / -noom -logie / -nomie
psychologie, archeologie, autonomie, ergonomie
-loos
werkloos, levenloos, achteloos, geluidloos
-rijk / -vol
fantasierijk, kleurrijk, betekenisvol, stijlvol
b Soms verandert een voor- of achtervoegsel niet (alleen) de betekenis, maar ook de woordsoort van een grondwoord. Van het zelfstandig naamwoord ‘geluk’ kun je immers een bijvoeglijk naamwoord maken door er ‘-ig’ aan toe te voegen: ‘gelukkig’. •
Gebruik de achtervoegsels -achtig, -er, -ig, -lijk, -isch en -ing om afleidingen van volgende woorden te maken.
•
Schrijf er telkens bij tot welke woordsoort ze behoren.
grondwoord
afleiding(en)
woordsoort(en)
leugen (zn) vrede (zn)
©
vriend (zn)
democratie (zn) ontdekken (ww) wetenschap (zn) pracht (zn)
mythologie (zn) kind (zn) bakken (ww) deugd (zn) kritiek (zn) TUSSENSTOP 2
137
3 Bij de zinsdelen ging je dieper in op het voorzetselvoorwerp. Bij sommige werkwoorden moet je immers een vast voorzetsel gebruiken, bijvoorbeeld ‘houden van iets/iemand’ of ‘rekenen op iets/ iemand’. Vul in volgende zinnen het juiste voorzetsel in. a Ik wil graag jullie aandacht vestigen dit probleem. b Hij is slim, dat kun je afleiden het feit dat hij altijd 100% behaalt. c Deze toets heeft geen invloed je punten.
e Wat kun je concluderen dat feit? f
België grenst Frankrijk.
g Ze waren afhankelijk elkaar. h Wit is tegengesteld zwart.
IN
d De walvis behoort de familie van de zoogdieren.
4 Kies uit volgende duo’s telkens de zin met de juiste werkwoordspelling.
10.9
¡ Houd jij van lezen?
¡ Houdt jij van lezen?
¡ Mijn nieuwe pc bied meer mogelijkheden dan de vorige.
¡ Ze hoefde geen extra oefeningen over dit onderwerp.
¡ Ze hoefte geen extra oefeningen over dit onderwerp.
¡ Waarom heb ik niet meer gereist in mijn leven?
¡ Waarom heb ik niet meer gereisd in mijn leven?
¡ Waarom heb je me niet gebelt toen je problemen had?
¡ Waarom heb je me niet gebeld toen je problemen had?
¡ Kleedt u zich maar om in deze kabine.
¡ Kleed u zich maar om in deze kabine.
¡ Ik checkde mijn inbox net nog!
¡ Ik checkte mijn inbox net nog!
¡ Ik heb geen zin om afgeblaft te worden.
¡ Ik heb geen zin om afgeblafd te worden.
¡ Het wordt je niet gemakkelijk gemaakt door Thomas.
¡ Het word je niet gemakkelijk gemaakt door Thomas.
¡ Vader lichte het deksel van de pot even op.
¡ Vader lichtte het deksel van de pot even op.
¡ Vroeger praatten we nooit over onze emoties.
¡ Vroeger praten we nooit over onze emoties.
©
VA N
¡ Mijn nieuwe pc biedt meer mogelijkheden dan de vorige.
138
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
5 Au of ou? Schrijf telkens op welk woord is afgebeeld.
s
s
k
k
v
6 Geef van volgende woorden de verkleinvorm en de meervoudsvorm. verkleinwoord
meervoud
huis
boterham plant
ketting deur
raam
leraar
asperge bal
©
13.6
o
p
VA N
i
10.1.4
w
IN
m
slang
7 Als je klaar bent met alle oefeningen uit deze tussenstop, kun je Bij-bingo spelen. In dit spel ga je actief aan de slag met bijvoeglijke naamwoorden.
SPELREGELS
TUSSENSTOP 2
139
3
Creatief: Een gedicht bewerken In les 12 ging je in op de rol van poëzie in ons dagelijks leven. Je las een aantal gedichten en je ging dieper in op enkele vormelementen. In het derde deel van deze tussenstop kies je één van de volgende opdrachten om een gedicht creatief te verwerken. Vertrek van een gedicht dat je zelf koos of neem één van de gedichten die in les 12 aan bod kwamen.
1 Plintposter
IN
‘Plint werd in 1979 opgericht door een groep bevriende leraren van het Eindhovense Bisschop Bekkerscollege. Ze wilden theatervoorstellingen maken en zochten budget. Het idee was om posters te maken en te verkopen en met de opbrengst theater te maken. Daarom heet Plint Plint. In de theaterwereld is het een ander woord voor een opstapje naar het podium.’ De posters van Plint combineren poëzie en beeld. a Bekijk voorbeelden via de link: www.plint.nl.
b Maak nu een poster van je eigen gedicht! Denk na over een gepast beeld en een goed lettertype om de inhoud en de sfeer van je gedicht weer te geven.
VA N
c Lees het gedicht expressief voor en vertel over de keuzes die je maakte.
d Bespreek nadien je poster met je medeleerlingen.
2 Instastory
Maak van jouw gekozen gedicht een fotoreeks die je zo op Instagram zou kunnen plaatsen als ‘story’. Houd rekening met de volgende voorwaarden: a Neem voor elke versregel zelf één foto die voor jou de versregel samenvat. b Je moet zelf minstens één keer op de foto staan.
c Denk ook na over eventuele filters en pas die toe op je foto’s. d Voeg aan elke foto een gepaste hashtag toe.
e Lees het gedicht expressief voor en vertel over de keuzes die je maakte. Bespreek nadien je instastory met je medeleerlingen.
©
f
3 Expressief voorlezen Kies één van de gedichten uit les 12 en lees het expressief voor. Maak gebruik van het onderstaande stappenplan. a Denk na over de manier waarop jij het gedicht zou voorlezen. Is het tempo traag of snel? Gebruik je een opgewekte stem of net een stem waaruit verdriet spreekt? b Zoek nu een aantal afbeeldingen die passen bij het gedicht wat betreft kleur, sfeer, inhoud … c Zet nu die afbeeldingen in een PowerPointpresentatie of in een slideshow. d Spreek je gedicht in als voice-over bij de presentatie. Oefen een paar keer, denk aan je ritme, je intonatie en je uitspraak!
140
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
les
14
Tijd en spanningsopbouw 1
Je gaat na hoe een auteur met tijd speelt om een verhaal te vertellen
3
2 Je kent de begrippen flashback, flashforward en cliffhanger
Je analyseert het verband tussen tijdselementen en spanningsopbouw in verhalen
a Welk voorbeeld kun je hiervan geven?
IN
1 Je hebt ongetwijfeld al eens een film gezien of een verhaal gelezen waarbij de chronologie van het verhaal niet van begin tot einde gevolgd werd.
b Wat kan volgens jou een voordeel zijn van de chronologie in een verhaal verbreken?
VA N
c Kun je ook een nadeel bedenken?
2 Bekijk de volgende fragmenten uit Clan en Thuis.
©
Clan Sinds de dood van hun ouders vormen vijf zussen een hechte clan. In het rustige Vredegem maken de vijf zussen Goethals zich klaar voor de begrafenis van Jean-Claude Delcorps, de echtgenoot van een van de zussen.
LES 14 Tijd en spanningsopbouw
Thuis – seizoensfinale 25 Na het nieuws te horen dat Jasper door een procedurefout opnieuw vrijgelaten is, loopt de spanning hoog op.
141
a Geef aan of het om een voorbeeld van een flashback of een flashforward gaat. Clan: Thuis: b Waarom zou de schrijver hiervan gebruikmaken? Clan:
Thuis:
IN
onthouden
VA N
Flashforwards en flashbacks worden in verhalen meestal gebruikt als spanningstechniek. Ze doorbreken het chronologische verloop van de gebeurtenissen en roepen vragen op bij de lezer/ kijker. Die moet dan de puzzelstukjes in de juiste volgorde leggen. Flashbacks worden daarnaast ook gebruikt om meer info over een bepaalde persoon of gebeurtenis mee te geven (vaak ook als puzzelstuk in de spanningsopbouw).
3 Feestdag is een ultrakortverhaal van Nel Goudriaan. Feestdag
Margaret pakt haar koffiekopje en neemt een slok. Haar ogen dwalen naar de lege stoelen. Op tafel staat een grote slagroomtaart, vers van de banketbakker. Regelmatig kijkt ze naar de deur, maar hij blijft gesloten. De telefoon rinkelt. Haastig loopt ze ernaartoe en neemt op. ‘Dank je, ik begrijp het’, zegt ze. Vlak klinkt haar stem. Ze sjokt terug naar haar plaats.
©
Na de zevende telefonische felicitatie staat ze resoluut op, pakt de slagroomtaart en werpt deze in de vijver. Razendsnel verorberen krijsende meeuwen het onverwachte feestmaal, terwijl Margaret toekijkt. Bron: www.nelgoudriaan.com
a Wat is er gebeurd?
15.4.2
142
b Kies uit: open einde – gesloten einde – cliffhanger
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
c Verklaar je keuze. d Welke emotie heeft Margaret? Hoe weet je dat?
Rozenblaadjes
IN
4 Lees nu Rozenblaadjes van dezelfde auteur.
Op het vloerkleed ligt een spoor van dorre rozenblaadjes. Het leidt naar het aanrecht waarop een vaas staat met troebel water. De kat eet van de broodkruimels die verspreid op de vloer liggen. Overal etensresten en vliegen, heel veel vliegen. Stof dwarrelt door de kamer; de gordijnen laten een spleetje licht door. De deur klappert na het forceren van het slot. De buren belden: ze hadden mijn vader lang niet meer buiten gezien en hij reageerde niet op de deurbel. Ja, ze wisten dat het voor mij een uur reizen was. Ik open de slaapkamerdeur …
VA N
Bron: www.nelgoudriaan.com
a Wat denk jij dat er gebeurd is?
b Wat wijst daarop? Kun je elementen in de tekst vinden die je dat doen vermoeden?
5 Dit verhaaleinde noemen we een cliffhanger.
a Wat is volgens jou de functie van zo’n cliffhanger?
©
b Geef een voorbeeld van een reeks die jij hebt gebingewatcht omdat iedere aflevering eindigde met een cliffhanger.
onthouden
Wanneer een verhaal plots stopt op een spannend moment en je als lezer/kijker absoluut een antwoord wilt op vragen die je je nog stelt, hebben we te maken met een cliffhanger. Meestal kom je het verdere verloop van het verhaal pas te weten in een volgende aflevering of een volgend hoofdstuk. Cliffhangers komen we heel vaak tegen in soaps en series. Vaak vallen de onderbrekingen samen met de start van een reclameblok.
LES 14 Tijd en spanningsopbouw
143
6 Kun je een reden bedenken waarom men deze spanningstechniek ‘cliffhanger’ genoemd heeft?
onDERWEG
IN
Het gebruik van cliffhangers gaat al lang mee. Een oud voorbeeld zijn de verhalen van Duizenden-één-nacht: Sjeherazade weet dat ze de volgende dag ter dood zal worden veroordeeld door de sultan. Daarom begint ze hem een verhaal te vertellen, maar breekt dit op het moment dat de spanning erg groot is af met de mededeling dat ze de volgende avond verder zal vertellen. Omdat de sultan graag wil weten hoe het verhaal afloopt, besluit hij haar executie een dag uit te stellen. De vertelster herhaalt dit trucje elke nacht totdat ze ten slotte ontsnapt aan de dood.
©
VA N
7 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over tijd en spanningsopbouw in verhalen.
144
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
Literatuursuggesties 2
©
VA N
IN
In les 14 ontdekte je hoe een auteur op allerlei manieren met tijd kan spelen in een verhaal. De eenvoudigste manier om dat te doen is door het verhaal in een andere historische tijd te laten plaatsvinden. En al zeggen de geschiedenislessen jou niet veel, misschien ontdek je via deze historische voorwerpen en hun bijhorende romans toch een meeslepend stukje verleden. Ontdek hier de boeksuggesties van deze maand.
Literatuursuggesties 2
145
ANTHONY HOROWITZ
Hij maakte ze leesbaar voor het publiek en gebruikt daarbij heel
or en inlevingsvermogen. Heel wat mythologische figuren passeren de
meter en Persephone, Pandora, Arachne, Pan, Oedipus, Orpheus,
s, Odysseus, de minotaurus … erende inleiding op de boeiende
DE HONDEN VAN
AKTAIOON
DE HONDEN VAN AKTAIOON
14+
16+
15-06-2010 13:50:04
h istorische roman
VA N
16+
Jean-Claude van Rijckeghem en Pat van Beirs
Jonkvrouw Jean-Claude Van Rijckeghem & Pat Van Beirs
2 005
BELUISTER FRAGMENT
J onkvrouw gaat over het leven van Marguerite van Male, een meisje in de adelstand. Ze woont in het mooiste kasteel van heel Vlaanderen: een militair slot met schitterende tuinen, wapperende vlaggen en een hoge slottoren. Ze heeft geen broertjes en zusjes en is daarmee de troonopvolgster van Vlaanderen. Niet dat ze daar gelukkig mee is. Marguerite is een rebels meisje, dat weinig moet hebben van nette manieren.
De bastaard van brussel Simone van der Vlugt
h istorische roman 2 005
©
14+
e rampen die de nieuwsgierige Pandora op de wereld heeft losgelaten door het D openen van de verboden doos, variëren volgens Anthony Horowits van sarcasme tot kubistische schilderkunst, van nihilisme tot jeugdpuistjes, van prullenmanden gemaakt van olifantspoten, tot ingebeelde ziekten en dolfinariums. De schrijver gebruikt zijn humor als verdediging van de Griekse mythen en sagen tegen de toehoorders uit de twintigste eeuw.
Jonkvrouw
509835
RS.NL
12+
J.-C. VAN RIJCKEGHEM & P. VAN BEIRS JONKVROUW
n woorden vertelt de middeluerite van Male over haar senhaar dat nooit in vorm illem die een meester is in de over Roderik uit wiens kaaktand heeft geslagen, over de ekin die stinkt als een varkensvrije stad Brugge met haar thangborden, over de boeken eder met hun verhalen over liefde, over de rode zweertjes t van haar toekomstige echter de zwarte haat die ze voelt oedeigen vader.
BELUISTER FRAGMENT
1985
513959
OPPERSVO.NL
Anthony Horowitz mythen en sagen
n de Griekse mythologie.
12+
De honden van Aktaioon: Griekse mythen en sagen
IN
ANTHONY HOROWITZ
Horowitz herschrijft in deze bundel de bekendste Griekse mythen
146
BELUISTER FRAGMENT
russel 1565. Crispijn Matsijs is eigenaar van bierbrouwerij en taverne ‘Au brasseur’. B Hij wordt in zijn werk bijgestaan door de dienstmeid Stina en haar dochter Eva. Sinds de gevreesde inquisiteur Pieter Titelmans in de stad is, wordt het dagelijkse leven steeds vaker verstoord door openbare executies, waarbij iedereen die commentaar heeft op het katholieke geloof, op de brandstapel belandt. De situatie wordt nog dreigender als de Spaanse koning de hertog van Alva naar de Nederlanden stuurt om schoon schip te maken met alle ketterij.
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
ns, Schele Piet en Karel n in de straten van
en voor Zwart Peerken, e de kinderen voedt
uit brengen en hen pentouw wanneer hun
ebleven. Maar op een Gitte gesnapt. Ze wordt
genis en riskeert de en meid voor de galg?
12+
14+
Galgenmeid
JEAN-CLAUDE VAN RIJCKEGHEM & PAT BEIRS
Jean-Claude van Rijckeghem en Pat van Beirs h istorische roman
16+
www.vanin.be
5/06/15 12:39
12+
14+
16+
Noella Elpers
VA N
aar verleden op.
NOËLLA ELPERS MALOU VAN DE MUSSEN
Nicolaas Rockox neemt haar eigen huis, waar ze het jongste dt. Ze groeit op tot een mooie
verliefd te worden op de nieuwe n, maar meiden en knechten et elkaar trouwen. Dan vriest de en op het ijs doemt een gevreesde
vanin.be
h istorische roman 2012
NOËLLA ELPERS
MALOU VAN DE
MUSSEN
592611
1/05/19 11:49
ige familie ...
ders als ze op een dag plots het Londen van honderd jaar n gelukkig ook terug naar
en ontdekt zo een wereld van htige kostuums, een geheim
ndig is om dwars door alle ook nog verliefd te worden ...
14+
fantasy
KERSTIN GIER
ROBIJNROOD
een machtige graaf en vooral ppe Gideon. En ze komt erachter
egin 17de eeuw. Malou is met haar moeder gevlucht uit Antwerpen. Na haar B moeders dood wordt ze teruggestuurd. Haar reisgezel Nicolaas Rockox brengt haar niet naar een weeshuis in het door de pest geteisterde Antwerpen, maar neemt haar mee naar zijn eigen huis. Rockox’ kinderloze vrouw vat moederlijke gevoelens op voor haar. Ondertussen worstelt Malou met allerlei vragen. Rockox heeft haar moeder nog gekend, is hij misschien haar echte vader? Ook dreigt ze verliefd te worden op de nieuwe knecht Meerten, maar meiden en knechten mogen niet met elkaar trouwen. Dan vriest de Schelde dicht en op het ijs doemt een gevreesde schaduw uit haar verleden op. Die zal Malou moeten overwinnen voor haar liefde voor Meerten kan opbloeien.
Kerstin Gier
©
KERSTIN GIER
ma, haar bemoeizuchtige tante arrogante nichtje Charlotte. es van de vele geheimen in
BELUISTER FRAGMENT
Robijnrood
mand in haar familie normaal?! estienjarige Gwen soms van
12+
ntwerpen, Tachtigjarige Oorlog. Gitte Niemandsdochter is als klein meisje A door haar moeder afgeleverd bij het weeshuis. Het enige bezit: een schelp met een Spaanse naam erop. Als ze betrapt wordt op diefstal en tot de galg wordt veroordeeld, blijkt die schelp haar redding. Gitte blijkt de buitenechtelijke dochter van een hoge Spaanse edelman. Ze wordt naar Sevilla gestuurd om in het huis van haar vader als spion te dienen voor de prins van Oranje. In Spanje leidt ze een leven zoals ze nooit gekend heeft, wat haar loyaliteit aan het wankelen brengt. De galgenknoop die ze als brandmerk draagt, brengt echter alles in gevaar.
Malou van de mussen
w. Na de dood van haar moeder erug naar Antwerpen gestuurd.
n de stadstuin wordt haar d. Ondertussen worstelt Malou agen. Is Rockox haar echte vader?
BELUISTER FRAGMENT
2010
IN
JEAN-CLAUDE VAN GALGENMEID RIJCKEGHEM & PAT BEIRS
s veertien jaar. Ze heeft onheid in de dop.
16+
vanin.be
592611 1/05/19 13:13
Literatuursuggesties 2
2 009
BELUISTER FRAGMENT
aarom is niemand in haar familie normaal? Gek wordt de zestienjarige Gwendolyn W soms van haar strenge oma lady Arista, haar bemoeizuchtige tante Glenda en zeker haar arrogante nichtje Charlotte. Maar vooral van alle geheimen in haar eigenaardige familie. Alles wordt anders als ze op een dag plotseling terechtkomt in het Londen van 100 jaar geleden. Wanneer ze gelukkig ook weer snel naar haar eigen tijd terugspringt, wordt duidelijk dat zijzelf het allergrootste geheim van de familie is. Gwendolyn komt terecht in een wereld van tijdreizen, prachtige kostuums, een geheim genootschap, een machtige graaf en de knappe Gideon. Ze komt erachter dat het niet handig is om dwars door alle eeuwen heen ook nog verliefd te worden ...
147
De hondeneters
ureau steelt hij een mes, geld rieven van zijn broer, die aan
Op de armenmarkt hoort Victor ongerwinter elke hond gevaar
n niet anders dan het pad van de ers te volgen, langs verraderlijke
ongerige moerassen.
erarmde Rupelstreek ontmoet oiste meisje van de wereld,
madelieven, de vrouw met de e hondenslachter van Boom.
12+
14+
16+
Marita de Sterck h istorische roman marita de sterck
De hondeneters
www.vanin.be
557616 25/06/13 15:48
16+
www.vanin.be
De jongen in De gestreepte pyjama
14+
De jongen in de gestreepte pyjama JOhn BOynE JOhn BOynE
12+
E ind 1917, in volle oorlogstijd, loopt Victor weg van huis om zijn herdershond te zoeken. Uit zijn vaders bureau steelt hij een mes, geld en een pak brieven van zijn broer, die aan het front zit. Op de armenmarkt hoort Victor dat in deze hongerwinter elke hond gevaar loopt. Hij kan niet anders dan het pad van de hondenvangers volgen, langs verraderlijke rivieren en hongerige moerassen. In de ruige, verarmde Rupelstreek ontmoet Victor het schoonste meisje van de wereld, brutale straatmadelieven, de vrouw met de baard en … de hondenslachter van Boom.
De jongen in de gestreepte pyjama
John Boyne
26/06/12 12:24
historische roman 2006
148
BELUISTER FRAGMENT
Als de negenjarige Bruno op een dag uit school komt, zijn al zijn spullen in kratten gepakt. Zijn vader heeft promotie gekregen, en Bruno en zijn familie moeten verhuizen naar een plek die ver weg is, waar niets te doen is en waar niemand is om mee te spelen. Hun nieuwe huis staat naast een hek dat zich uitstrekt zover het oog maar reikt, een hek dat Bruno afschermt van de vreemde mensen die hij daarachter ziet bewegen. Bruno wil ontdekkingsreiziger worden en besluit op onderzoek uit te gaan. Op een van zijn tochten ontmoet hij een jongen wiens leven en omstandigheden zeer verschillen van die van hem. Toch sluiten de jongens vriendschap.
©
549636
VA N
njarige Bruno op een dag uit school l zijn spullen in kratten gepakt. eeft promotie gekregen, en de hele t verhuizen naar een plek die ver r niets te doen is en waar Bruno eft om mee te spelen. Zijn nieuwe aast een hek dat zich uitstrekt g reikt. Het hek schermt hem af mde mensen die erachter wonen. ntdekkingsreiziger worden en nderzoek uit te gaan. Op een van ontmoet hij een jongen wiens rschilt van het zijne. Toch sluit hij met de jongen. Het wordt een die niet zonder gevolgen blijft ...
BELUISTER FRAGMENT
2 009
IN
marita de sterck De honDeneters
volle oorlogstijd, loopt Victor weg zijn herdershond te zoeken. Uit
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
les
Nieuwsberichten aantrekkelijk 15 maken 1
Je kent een aantal belangrijke taaltechnieken om vlotter en gevarieerder te schrijven en te spreken: verwijswoorden, synoniemen, concrete werkwoorden en treffende bijvoeglijke naamwoorden
2
3
Je kunt deze taaltechnieken toepassen in geschreven en gesproken communicatieve situaties
Ben je vlug te verleiden?
IN
1
Je vat een nieuwsbericht mondeling samen
Hieronder vind je enkele nieuwstitels en bijhorende beelden.
VA N
1 Geef aan of je de nieuwsberichten interessant vindt om verder te lezen.
Valentijnswerk Banksy al na 48 uur vernield
Meisjes lijken steeds jonger te puberen: ‘We zien al meisjes tussen 7 en 8 jaar die borsten krijgen’
Patiënt aarde maakt de mens ziek
©
Sharenting: ouders posten foto’s Wolvin Noëlla laat zich voor het van kind ongevraagd online eerst bij daglicht zien
Nederlands kampioenschap Tegenwindfietsen stopgezet wegens te harde wind
Jonge holebi’s in elkaar geslagen in Gent, politie zoekt daders via camerabeelden
LES 15 Nieuwsberichten aantrekkelijk maken
Vandaag is een wereldwijde ‘palindroomdag’, en wellicht ook de laatste die jij zal meemaken
Moeten alle dierproeven verboden worden?
149
2 Wat gaf de doorslag in je keuzes? ¡ de titel van het nieuwsbericht ¡ het beeld ¡ zowel de titel als het beeld 3 Vorm een groepje van drie leerlingen. Leg aan je groepsleden uit welk bericht je het minst en welk bericht je het meest interessant vindt. 4 Je leraar deelt de volledige artikels. Lees en bekijk nu het volledige bericht dat je het interessant vond.
IN
a Vat in je eigen woorden de hoofdgedachte van het artikel samen. b Vind je het nog steeds interessant? Geef een reden waarom je dit zegt. c Licht je mening mondeling toe aan je groepsleden.
SPREkEN Het artikel dat ik heb gelezen gaat over … Geef kort een antwoord op een aantal W-vragen: wie – wat – waar – wanneer – waarom – hoe. Ik vind het artikel nog steeds interessant of boeiend om te lezen. Ten eerste … Ten tweede … Tot slot … OF Na het lezen van het volledige artikel moet ik mijn mening herzien. Ik vind het artikel niet zo interessant meer omdat … Ook vind ik dat … Tot slot …
VA N
• • •
2
Kleine ingrepen, grote effecten
©
Bekijk aandachtig de woordwolk.
1 Welk teksttype kun je linken aan de woordwolk? 2 Maak met deze woorden een kort samenhangend verhaal. 3 Lees de volgende vier stellingen over de tekst. Twee ervan zijn waar, twee zijn verzonnen. Probeer op basis van de woordwolk te achterhalen welke twee uitspraken waar zijn. ¡ ¡ ¡ ¡
150
Uitspraak 1: Bob Thissen is eigenaar van het cruiseschip Theofilos. Uitspraak 2: Bob Thissen is een urban explorer. Uitspraak 3: Bob Thissen heeft met een opblaasbare kajak een plezierreisje naar Griekenland gemaakt. Uitspraak 4: Bob Thissen is een waaghals die verlaten plekken fotografeert.
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
tip De woordwolk die je daarnet bestudeerde, is een visuele weergave in kernwoorden van een nieuwsbericht uit een krant. Een woordwolk geeft de belangrijkste kernwoorden van een tekst visueel weer: hoe groter het woord, hoe vaker het woord in de tekst voorkomt.
Taaltechniek 1
IN
Nieuwsberichten worden geschreven om zo veel mogelijk gelezen te worden. Journalisten denken dus steeds goed na op welke manier ze hun berichten verpakken. In dit deel onderzoek je stapsgewijs een aantal taaltechnieken om de lezer te boeien.
BOB THISSEN EN VRIEND FILMEN HOE ZE AAN BOORD GAAN VAN VERLATEN SCHIP OP ZEE
VA N
Bob Thissen en zijn vriend hebben in Griekenland een avontuur meegemaakt. Met een opblaasbare kajak gingen Bob Thissen en zijn vriend naar een verlaten schip voor de kust van Elefsina om beelden te maken van wat ooit een echt schip was. Het varen naar het schip met een opblaasbare kajak en het maken van beelden bleek een moeilijke opdracht!
1 Vind je de krantenkop en lead aangenaam om te lezen? Heeft de journalist de lezer voldoende verleid? Waarom wel/niet?
2 Welke woorden worden herhaald?
a Duid ze met een kleur aan in de tekst.
©
b Vind je die herhaling storend?
3 Herschrijf samen met een medeleerling de titel en lead zodat er meer afwisseling en variatie in woordkeuze ontstaat.
LES 15 Nieuwsberichten aantrekkelijk maken
151
4 Vergelijk de versie van jullie duo met die van twee andere groepjes. 5 Ga klassikaal na welke taalkundige technieken de verschillende groepjes hebben gebruikt om de kop en lead gevarieerder en boeiender te maken.
Taaltechniek 2
IN
De eerste taaltechniek om een tekst aantrekkelijker te maken, was herhaling vermijden. Je zag dat goede schrijvers verwijswoorden en synoniemen gebruiken om dat te doen. Je verkent nu samen met dezelfde medeleerling een tweede taaltechniek. Het vertrekpunt is de herschreven kop en lead uit de vorige opdracht. Lees het bericht nogmaals en beantwoord nadien samen de vragen.
VA N
WAAGHALZEN FILMEN HOE ZE AAN BOORD GAAN VAN VERLATEN CRUISEFERRY OP ZEE
De Nederlandse avonturier Bob Thissen en zijn vriend hebben in Griekenland een avontuur meegemaakt. Met een opblaasbare kajak gingen ze naar een verlaten cruise voor de kust van Elefsina om beelden te maken van wat ooit een echt vaartuig was. Dat werd geen plezierreisje!
6 Duid alle werkwoorden in de kop en lead aan met een kleur.
7 Wat hebben al die werkwoorden gemeenschappelijk? Weet je ook hoe dergelijke werkwoorden worden genoemd?
©
8 Hieronder vind je een aantal loperwerkwoorden die je zojuist hebt aangeduid. Ga op zoek naar zo veel mogelijk synoniemen voor die werkwoorden. Let op: ze moeten wel passen in de context van de oorspronkelijke tekst. gaan
152
meemaken
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
varen
maken
9 Vul de herschreven kop en lead aan met de nieuwe werkwoorden.
WAAGHALZEN FILMEN HOE ZE AAN BOORD (GAAN) VAN VERLATEN CRUISEFERRY OP ZEE
IN
De Nederlandse avonturier Bob Thissen en zijn vriend hebben in Griekenland een avontuur (meegemaakt). Met een opblaasbare kajak (gingen) ze naar
een verlaten cruise voor de kust van Elefsina om beelden te (maken) van wat ooit een echt vaartuig was. Dat werd geen plezierreisje!
10 Welk effect heeft het gebruik van die werkwoorden?
VA N
Taaltechniek 3
In de vorige opdrachten ging je aan de slag met de titel en de lead van het artikel. Voor de laatste taaltechniek ligt de focus op het volledige artikel. Je vormt een duo met een andere medeleerling en start het onderzoek. 11 Lees het volledige artikel.
©
WAAGHALZEN FILMEN HOE ZE AAN BOORD KLAUTEREN VAN VERLATEN CRUISEFERRY OP WOELIGE ZEE
De Nederlandse avonturier Bob Thissen heeft in Griekenland een (1) avontuur beleefd. Met een opblaasbare kajak peddelde hij samen met een vriend naar een verlaten cruiseferry voor de kust van Elefsina om beelden te schieten van wat eens een (2) schip was. Het werd geen plezierreisje! Thissen en zijn kameraad zijn (3) urban explorers, avonturiers die verlaten gebouwen en niet openbaar toegankelijke locaties verkennen. Het plan in Griekenland was eigenlijk om een visser te
zoeken die hen tot bij een van de (4) schepen kon brengen in de baai van Elefsina, ten noordwesten van Athene. Daar liggen veel uit roulatie genomen vaartuigen, wachtend om ontmanteld te worden.
woord uit roulatie: niet meer gebruikt ontmantelen: uit elkaar halen
LES 15 Nieuwsberichten aantrekkelijk maken
153
Op beelden is te zien hoe de twee avonturiers van de kust naar het schip peddelen en moeten opboksen tegen een (5) zee en sterke stroming. Ook aan boord raken blijkt geen sinecure te zijn.
12 In het artikel zijn acht woorden weggelaten.
Hun bootje maakt water en in de verte doemt plots een (6) marineschip op. Eenmaal aan boord ontdekken ze dat ze niet alleen zijn. Een (7) bewaker met een hond blijkt er te patrouilleren. En die krijgt hen in de gaten. Intussen hebben ze gelukkig wel al (8) beelden kunnen maken van de binnenkant van het eens zo fraaie vaartuig. Bron: www.hln.be
IN
Omdat ze er niet in slaagden om iemand te vinden die hen kon brengen, besloten ze om een opblaasbare kajak te kopen en zelf naar een van de schepen te peddelen: de Theofilos van rederij Nel Lines. Het schip deed 25 jaar dienst, maar ligt er nu verlaten bij.
a Vul samen met je medeleerling de ontbrekende woorden in. Gebruik jullie creativiteit en taalgevoel, maar zorg er wel voor dat de inhoud van het artikel behouden blijft. 1
5
2
6 7
4
8
VA N
3
b Bestudeer aandachtig de woorden die je hebt ingevuld. Over welke soort woorden gaat het?
c Wat voegen die woorden toe aan de inhoud van het artikel? Met andere woorden, welk effect hebben die woorden?
d In het overvloedig gebruik van beeldende bijvoeglijke naamwoorden schuilt ook een risico. Kun je omschrijven welk gevaar?
©
13 De originele woorden die weggelaten zijn in het artikel vind je hieronder terug. Verbind de woorden met de juiste verklaring. Laat je ook leiden door de voorbeeldzinnen die met elk woord zijn gemaakt.
154
1 troosteloos
’s Nachts ziet onze straat er toch wel heel troosteloos uit.
a wat gevaar oplevert
2 woelig
Mijn broer had zich overslapen na een heel woelige nacht.
b waarvan je verbaasd of onder de indruk bent
3 oogverblindend
Gisteren beleefde ik in het Sportpaleis een oogverblindend concert.
c zuiver, helemaal
4 robuust
Onze robuuste buurman werkt als beveiligingsagent.
d somber, grauw
5 gewaagd
De bergtocht die we gisteren maakten, was een gewaagde onderneming.
e heel erg groot
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
6 verbluffend
Op Instagram waren verbluffende filmpjes van de aardbeving te zien.
f
7 gigantisch
In onze stad wordt opnieuw een gigantisch gebouw gebouwd.
g sterk, stevig
8 rasecht
Onze leraar Nederlands is een rasechte toneelspeler.
h heel mooi
2
3
4
5
6
7
8
IN
1
niet rustig, wild
14 Ga nu terug naar het artikel en vul de acht gaten in. 1
5
2
6
3
7
4
Bizar nieuws
VA N
3
8
Je leerde een aantal taaltechnieken om een nieuwsbericht aantrekkelijk en boeiend te verpakken. In dit laatste deel ga je zelf aan de slag. Je kruipt samen met een medeleerling in de huid van een journalist en maakt een gesproken nieuwsbericht voor de videorubriek ‘bizar nieuws’.
Voorbereiden
Lees de onderstaande bizarre koppen.
Stier is zo geliefd dat honderden mensen lockdown schenden voor begrafenis
e je de Vleugellamme privéjet waarme weg op mag wordt geveild
©
2 100 keer heen en weer: koppel loopt marathon op balkon in Dubai
1 Hoe zou je de rubriek ‘bizar nieuws’ kunnen omschrijven?
2 Kun je een aantal synoniemen geven voor bizar?
3 Lees nu het volledige artikel bij de kop 2 100 keer heen en weer: koppel loopt marathon op balkon in Dubai.
LES 15 Nieuwsberichten aantrekkelijk maken
155
2 100 KEER HEEN EN WEER: KOPPEL LOOPT MARATHON OP BALKON IN DUBAI
IN
Een Zuid-Afrikaans koppel heeft op het balkon van hun appartement in Dubai een marathon gelopen. Om de 42,2 kilometer af te leggen, moesten ze meer dan 2 100 keer heen en weer lopen op het balkon van een twintigtal meter. Hun bizarre uitdaging was te volgen via Facebook Live.
VA N
Collin Allin en zijn vrouw Hilda legden de marathon af in 5 uur, 9 minuten en 39 seconden, blijkt uit de tijdsopname die ze online zetten. Het sportieve koppel kreeg voor dit krankzinnige project de hulp van hun 10-jarige dochter. Zij nam de rol van wedstrijdleidster op zich en bevoorraadde haar ouders van de nodige drank, voeding en muziek.
‘We dit it... #balconymarathon’, liet Collin weten via Instagram. Hij feliciteerde ook zijn vrouw voor haar allereerste marathon. Zelf zegt de Zuid-Afrikaan plannen te hebben om een ‘grotere, globale en meer inclusieve’ looptocht te organiseren. Mensen die wegens het coronavirus in lockdown vastzitten, zouden dan van bij hen thuis enkele kilometers mee kunnen huppelen. Bron: www.hln.be
a Wat is het voornaamste tekstdoel van dit artikel?
b Welk ander tekstdoel is bij dergelijke nieuwsberichten ook van toepassing?
c Bekijk nog eens aandachtig het nieuwsbericht. Uit welke bouwstenen bestaat het bericht?
©
156
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
Plannen In duo spreek je straks een nieuwsbericht in voor de videorubriek ‘bizar nieuws’ van een populaire website. 4 Je leraar bezorgt je een lijstje met een aantal bizarre nieuwskoppen. Overloop samen met je medeleerling het lijstje en kies een titel uit die jullie boeit.
IN
5 In gesproken nieuwsberichten krijg je meestal op de verschillende W-vragen een antwoord. Laat je creativiteit de vrije loop en schrijf individueel bij elke W-vraag een aantal kernwoorden die je kunt linken aan de nieuwskop die jullie kozen. Zo bouw je de hoofdpunten van je bericht op. 6 Overloop de antwoorden die jullie gaven in duo en selecteer een aantal trefwoorden waarmee jullie het gesproken nieuwsbericht kunnen vormgeven.
Schrijven
VA N
7 Schrijf op basis van de geselecteerde trefwoorden het nieuwsbericht uit dat jullie zullen inspreken. Houd rekening met volgende elementen. • • •
•
De tekst moet vlot en aantrekkelijk ingelezen kunnen worden. Het nieuwsbericht bestaat uit een inleiding of lead en een uitwerking van de W-vragen. Maak zeker gebruik van de taaltechnieken die je in deze lessen leerde: − verwijswoorden − synoniemen − treffende of concrete werkwoorden − beeldende bijvoeglijke naamwoorden Het uitschrijven van het nieuwsbericht is een belangrijke tussenstap. Het eindproduct is uiteraard de ingesproken versie. Bekijk daarom zeker ook eens het schema bij stap 14 op de volgende pagina.
8 Je leraar geeft aan wat de deadline voor de opdracht is.
Reflecteren
©
9 Wissel jullie nieuwsbericht uit met een ander duo. 10 Lees aandachtig het nieuwsbericht en volg de instructiefiche die je van je leraar krijgt. Vraag hulp of feedback aan je leraar als je vastzit of grote twijfels hebt. 11 Bezorg de opmerkingen die je gaf aan de schrijvers van het nieuwsbericht. Geef indien nodig mondeling toelichting.
LES 15 Nieuwsberichten aantrekkelijk maken
157
Spreken 12 Lees jullie nieuwsbericht hardop. 13 Kijk naar de feedback en suggesties die jullie kregen. 14 Spreek het nieuwsbericht samen in. Maak hiervoor gebruik van onderstaand stappenplan.
• • • •
Je spreekt een nieuwsbericht in voor de videorubriek ‘bizar nieuws’ van een populaire krantenwebsite tekstdoel: informeren + raken/amuseren publiek: luisteraars en kijkers krantenwebsite taal: Standaardnederlands (geen tussentaal of dialectwoorden) tijdsduur nieuwsbericht: 2 à 3 minuten (elke leerling spreekt minstens 1 minuut)
Waar let je zeker op? •
Het ingesproken bericht bevat een inleiding en uitwerking (een uitgebreider antwoord op de W-vragen). Je spreekt op een vlotte en boeiende manier het nieuwsbericht in. Houd zeker rekening met de volgende elementen: − Sommige lezers razen als een hogesnelheidstrein door een tekst. Pas je lees tempo dus aan en las voldoende pauzes in. Articuleer ook duidelijk. − Lees het bericht niet monotoon voor. Je publiek gaat zich dan snel vervelen. Leg hier en daar klemtonen en varieer in je stemvolume. Splits het nieuwsbericht op zodat elke leerling ongeveer een even groot deel voorleest. Zorg voor een passende en creatieve vormgeving. Laat je creativiteit de vrije loop, maar zorg er ook voor dat je niet overdrijft. Ondersteun je video met aantrekkelijk beeldmateriaal. Tot slot: ook kernwoorden kunnen een meerwaarde hebben en de luisteraar of kijker doorheen het nieuwsbericht gidsen.
VA N
•
IN
•
• • • •
©
15 Je leraar vertelt je wanneer dit ingesproken nieuwsbericht klaar moet zijn.
158
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
Evaluatiematrix Hoe heb je het gedaan? Markeer de gepaste beoordeling of laat dit door een medeleerling doen.
GOED
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
volledigheid en duidelijkheid Je nieuwsbericht geeft niet op alle relevante W-vragen een antwoord. De volgende inhoudelijke elementen ontbreken of komen onvoldoende aan bod:
Je nieuwsbericht is niet duidelijk genoeg. De volgende inhoudelijke elementen komen helemaal niet aan bod of zijn onvoldoende uitgewerkt:
aantrekkelijkheid en gepastheid
IN
Je nieuwsbericht geeft een antwoord op alle relevante W-vragen.
Je nieuwsbericht is niet altijd even aantrekkelijk opgesteld. De volgende taaltechnieken zijn onvoldoende aanwezig: • verwijswoorden • synoniemen • concrete werkwoorden • treffende bijvoeglijke naamwoorden
Je nieuwsbericht is niet aantrekkelijk genoeg opgesteld. De volgende taaltechnieken ontbreken of zijn in heel beperkte mate aanwezig: • verwijswoorden • synoniemen • concrete werkwoorden • treffende bijvoeglijke naamwoorden
Je nieuwsbericht is creatief uitgewerkt: bij video is er aantrekkelijk beeldmateriaal, bij audio zijn er passende jingles of soundscapes.
Je ging aan de slag met audio en video om het geheel creatief op te bouwen. Die toevoegingen zijn echter te geforceerd of leiden de aandacht van de boodschap af.
Er is geen creatieve uitwerking (aanvullende jingles of soundscapes, aantrekkelijk beeldmateriaal) of die uitwerking stoort de boodschap.
Het nieuwsbericht wordt op een vlotte en boeiende manier gebracht. • Het leestempo zit goed. • Er zijn voldoende pauzes. • De spreker legt klemtonen. • De spreker varieert in intonatie. • Het stemvolume is gepast.
Een van onderstaande items is niet volledig oké. • Het leestempo zit goed. • Er zijn voldoende pauzes. • De spreker legt klemtonen. • De spreker varieert in intonatie. • Het stemvolume is gepast.
Twee of meer van onderstaande items is niet volledig oké. • Het leestempo zit goed. • Er zijn voldoende pauzes. • De spreker legt klemtonen. • De spreker varieert in intonatie. • Het stemvolume is gepast.
Je nieuwsbericht bevat enkele fouten tegen het Standaardnederlands. Die zijn niet storend voor het geheel.
Je nieuwsbericht bevat opvallende fouten tegen het Standaardnederlands. Die zijn storend voor het geheel.
©
VA N
Je nieuwsbericht bevat: • voldoende verwijswoorden • synoniemen • concrete werkwoorden • treffende bijvoeglijke naamwoorden
correctheid Je nieuwsbericht bevat nauwelijks uitspraakfouten of opvallende taalfouten. Aanvullende commentaar:
LES 15 Nieuwsberichten aantrekkelijk maken
159
les
Beeldtaal in stripverhalen
16
1
Je kent termen rond afstand, perspectief en tekenstijl
3 Je analyseert hoe een stripmaker door beeldtaal zijn verhaal ondersteunt
4
2
5
Je kunt informatie uit een krantenartikel en een videoprogramma verwerken
Verschillende soorten strips
Je kunt vragen bij een tekst beantwoorden op basis van je schema
IN
1
Je maakt kennis met verschillende soorten stripverhalen
Typisch voor strips is dat beeldtaal en geschreven taal gemengd worden in stroken (strips). Er bestaan verschillende soorten stripverhalen.
© 2021 Stand
VA N
aard Uitgever
ij
1 Verbind de termen en definities in de volgende oefening met de juiste afbeeldingen.
©
term
160
definitie
a
comic
1
Japanse strip, meestal zwart-wit met veel actie en hevige emoties
b
vedettestrip
2
Amerikaans formaat stripboek van ongeveer 24 pagina's. Meestal bevatten deze uitgaven delen van series die later gebundeld worden in zogenaamde trade-paperbacks.
c
cartoon
3
een stripboek met 'romandikte'; de inhoud brengt een boodschap
d
manga
4
een stripreeks rond bekende mediafiguren
e
graphic novel
5
een enkel plaatje, al dan niet voorzien van tekst
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
2 Veel stripreeksen zijn genoemd naar het hoofdpersonage. a Som vijf stripfiguren op die je herkent in deze afbeelding.
IN
c Schrijf je antwoord uit en zorg dat de woorden protagonist en antagonist erin verwerkt zijn.
tip
Bij de bespreking van het kortverhaal Oma’s geheim, maakte je kennis met de term protagonist. Kijk naar het eerste deel van de term antagonist en de opdracht bij 2b. Dat helpt je zeker op weg om de betekenis te achterhalen.
2
Beeldtaal
1 Welk gevoel heeft Obelix in deze prent? Geef drie argumenten die je antwoord ondersteunen.
©
15.5
VA N
b Geef zelf een voorbeeld van een stripverhaal dat naar de held genoemd is. Vermeld zijn vijand en wie hem helpt.
LES 16 Beeldtaal in stripverhalen
161
2 Strips kunnen heel erg verschillen van tekenstijl. Hieronder vind je twee extremen. a Plaats de woorden bij de juiste tekening.
IN
Kies uit: realistisch – lijntekening – ingekleurd – zwart-wit – gedetailleerd – globaal getekend
b Geef nu in je eigen woorden een omschrijving van de termen realistisch, lijntekening, gedetailleerd en globaal getekend.
VA N
5.5.1
•
realistisch:
•
lijntekening:
•
gedetailleerd:
•
globaal getekend:
3 Soms gaat de striptekenaar dicht bij zijn onderwerp staan, maar soms staat hij veraf. De hoek van waaruit de tekening gemaakt wordt, kan ook verschillen. Bij afstand spreken we over een totaalbeeld, een mediumbeeld en een close-up. Hebben we het over de tekenhoek van waaruit de tekening wordt gemaakt, dan spreken we van kikvorsperspectief, neutraal perspectief of vogelperspectief.
5.5.2 5.5.3
a Probeer voor elke term een omschrijving in je eigen woorden te geven. •
kikvorsperspectief:
•
neutraal perspectief:
©
•
vogelperspectief:
•
close-up:
•
mediumbeeld:
•
totaalbeeld:
162
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
IN
b Benoem de afstand en het perspectief bij de volgende vier voorbeelden.
VA N
4 In deze totaaloefening krijg je de startprent van een klassiek verhaal. Bekijk de prent aandachtig en beantwoord de vragen eronder.
©
a Over welke soort strip gaat het hier? Duid aan. ¡ ¡ ¡ ¡ ¡
avonturenverhaal sciencefiction fantasy detective historische strip
b Verklaar waarom je die keuze maakt. c Wie zijn de protagonist en antagonist in het verhaal?
LES 16 Beeldtaal in stripverhalen
163
d Hieronder vind je termen die de tekenstijl van strips omschrijven. Onderstreep alle woorden die op deze afbeeldingen van toepassing zijn. realistisch ingekleurd
globaal getekend gedetailleerd
lijntekening zwart-wit
e Geef de afstand en het perspectief van het plaatje. Geef ook telkens een verklaring voor je antwoord.
3
Graphic novel (lezen en kijken)
IN
VA N
In deze opdracht verwerk je informatie uit een artikel en een beeldfragment en zoomt zo in op het begrip graphic novel. Dat doe je door notities bij twee bronnen te nemen. Die gebruik je om een toets op te lossen.
Voor het lezen en kijken
1 In de loop van deze lessenreeks werkte je met fragmenten uit verschillende stripverhalen. a Welke vond je boeiend? b Welke herkende je?
c Welke reeksen volg je? Van welke auteur of welk genre ben je fan?
2 Aan de start van deze lessenreeks kwam het begrip graphic novel aan bod. a Kun je hiervan nog een definitie geven?
b Welke titels of auteurs kun je noemen?
Tijdens het kijken
©
Je krijgt eerst een beeldfragment over graphic novels te zien. Daarin maak je kennis met de term en de manier waarop mensen tegenover dat medium staan. 3 Voorspel de inhoud van het fragment. a Welke meningen zullen aan bod komen? b Welke deelonderwerpen verwacht je?
4 Neem notities terwijl je kijkt.
Tijdens het lezen 5 Je krijgt van je leraar een artikel van Anneka Robeyns. Lees het artikel globaal door. 6 Je maakt nu een schema dat je later gebruikt om vragen over de tekst op te lossen.
164
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
Na het lezen – reflectie 7 Overleg met je buur en evalueer de tekst. a Hielp de lay-out van het artikel om de tekst sneller te lezen? b Met welke zinnen of begrippen had je last? c Welke lay-outelementen hielpen je bij het lezen?
8 Overleg met je buur en evalueer het beeldfragment.
b Hielpen de illustraties op de achtergrond?
IN
a Wat vond je van de afspeelsnelheid (te laag, te hoog of op tempo)?
c Was het beter geweest om eerst het artikel te lezen en dan de video te bekijken?
9 Overloop nu samen met twee medeleerlingen onderstaande vragen. a Vonden jullie de opdracht gemakkelijk, doenbaar of moeilijk? b Was je tevreden over je notities? Waarom (niet)?
c Heb je veel zaken niet kunnen noteren? Hoe kwam dat?
VA N
d Wat zou je de volgende keer nog anders aanpakken?
Huislectuur – Stripverhaal 1 Paspoort van het verhaal titel:
reeks:
schrijver:
tekenaar:
genre: ¨ komische strip ¨ avonturenstrip ¨ sciencefictionstrip ¨ historische strip uitgeverij:
2 Inhoud protagonist:
©
4
antagonist: thema:
Noteer in een vijftal regels wat er in je strip gebeurt.
LES 16 Beeldtaal in stripverhalen
165
3 Tekenstijl a Omschrijf de tekenstijl van het stripverhaal (je kunt gebruikmaken van deze woorden: gedetailleerd – lijntekening – (on-)realistisch)
IN
b Past de tekenstijl bij het verhaal? Geef twee argumenten waarom dat (niet) het geval is.
VA N
4 Afstand en perspectief
Blader door het stripverhaal en neem een foto van drie concrete panels. a Voeg die toe aan deze les.
b Geef bij elk panels aan wat de afstand en het perspectief is.
c Wat vind je van die panels? Vat je leeservaring in één bijvoeglijk naamwoord samen.
5 Beoordeling
a Heb je het verhaal graag gelezen? Waarom (niet)?
©
b Aan wie zou je de strip aanraden? Aan wie niet? Leg ook telkens uit waarom je dit (niet) zou doen.
woord het panel: vakje in een stripverhaal
166
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
les
17
Aaneenschrijven van woorden 1
Je kent de regels over het aaneenschrijven van woorden
3 Je kent de regels voor de tussenletters
2 4
1
Los of aaneen?
1 Lees deze tekst en bepaal het onderwerp.
VA N
Je past de spellingregels in dit deel toe om je teksten correct te maken
IN
Je ziet in dat de schrijfwijze van woorden invloed kan hebben op de betekenis van je boodschap
BIZAR De nieuwskop ‘Veel diarree gevallen in Nickerie’ is onlangs uitgeroepen tot de Onjuiste Spatie. De titel stond in juli op de Surinaamse nieuwssite GFC Nieuws. De verkiezing wordt georganiseerd door Signalering Onjuist Spatiegebruik (SOS), dat al jaren optreedt tegen foute spelling. Op de site van de organisatie stemden 1.800 surfers voor hun favoriete fout.
Nipte winst Het werd een erg nipte overwinning voor ‘Veel diarree gevallen in Nickerie’, want de titel haalde slechts drie stemmen meer dan het ‘wild triootje’ van een slager uit Bunnik die een pakket van hert, haas en zwijn verkocht. Mogelijk ging het daar trouwens niet om een fout, maar gewoon om een reclamestunt. De stad Rotterdam vervolledigde het podium met een briefje dat bij de uitgang van het stadhuis hing. ‘De bezoekers passen in de paal links van u’, stond daarop. Bron: www.hln.be
2 Leg de drie spatiefouten die in de tekst aan bod komen uit. •
diarreegevallen – diarree gevallen:
©
•
wildtriootje – wild triootje:
•
bezoekerspassen – bezoekers passen:
3 Welke van die fouten vind je grappig? Ken je eventueel andere voorbeelden?
woord
nipt: maar net, op het nippertje, zonder veel overschot
LES 17 Aaneenschrijven van woorden
167
4 Verzin een titel voor het artikel.
onthouden
5 Duid de juiste schrijfwijze aan.
IN
Samengestelde woorden schrijf je zo veel mogelijk aan elkaar. Dat is niet altijd logisch. Je schrijft in het Nederlands pianospelen en gitaarspelen in een woord, maar mondharmonica spelen in twee woorden. Dat zijn voorbeelden die je uit het hoofd moet leren of opzoekt op www.woordenlijst.org. In de vorige oefening zag je dat het altijd belangrijk is om na te gaan of er een verschil in betekenis ontstaat bij het aaneenschrijven van woorden.
a Het bankje is nog vrij, maar pas op met je linker arm / linkerarm want er steekt een spijker uit het hout. b De lange afstand loper / lange afstandloper / langeafstandloper dronk na de finale een witte wijn / wittewijn. c Ik ben fan van rood fruit, bij voor beeld / bij voorbeeld / bijvoorbeeld aardbei.
VA N
d Hoe romantisch als op een zomer dag / zomerdag de oranje zon onder gaat/ ondergaat in de zee. e Je kunt over al / overal naartoe als je een diploma hebt. f
Er is een te kort / tekort aan drinkbaar water maar de tijd is te kort / tekort om uit te leggen hoe dat komt.
g Dat hoge gebouw / hogegebouw is geen bibliotheek, maar een hoge school / hogeschool. h Je kunt een te goed bon / tegoed bon / tegoedbon krijgen maar je kunt het bedrag ook weg schenken / wegschenken aan een goed doel / goeddoel.
2
i
We vonden elkaar terug op het festival bij de eerste hulp post / eerste hulppost / eerstehulppost van het Rode Kruis.
j
De zetels in de hoge snelheidstrein / hogesnelheids trein / hogesnelheidstrein naar Parijs zijn donker blauw / donkerblauw.
De tussenletters
©
1 Hieronder vind je enkele krantenkoppen en reclameslogans.
Re uz e nho nge r ? Pr o e f o nz e ham bur ge r s!
Voor een reuzenleuk verjaardagsfeestje, moet je bij ons zijn! IN DE DORPSCHOOL OP HET DORPPLEIN GEBEUR EN RARE DINGEN! Gratis lekkere pan nekoeken
Kruidethee van paardebloemen zuivert de lever 168
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
a Sommige woorden zijn rood onderstreept. Wat betekent dat? b Welk soort taalfout wordt er in de zinnen gemaakt?
2 Bekijk het filmpje en vul het schema aan.
IN
c Overleg samen met je buur wat de spellingregels zijn.
KENNISCLIP
tussenletters bij samenstellingen A tussenletter -en
©
VA N
B tussenletter -e
C tussenletter -s
Je schrijft een -s tussen de woorden van een samenstelling wanneer je deze hoort. Soms is dat moeilijk, bijvoorbeeld wanneer het tweede woord met een s-klank begint (bv. straat, school).
LES 17 Aaneenschrijven van woorden
169
3
13.5
Oefeningen op de tussenletters 1 Schrijf de woorden aan elkaar. a Kies of je hierbij -e of -en gebruikt. b Verwijs ook iedere keer naar de juiste regel. Maak gebruik van het schema dat je opstelde. opgave
resultaat
regel
kruidenthee
A
snot + bel
snottebel
B4
campagne + leider pad + stoel gans + bord seconde + lang rood + kool
IN
kruid + thee
spin + web
VA N
steek + blind
zon + scherm dame + blad
goed + morgen
2 Voeg beide woorden samen en schrijf het correcte resultaat.
krant + artikel
groente + soep
dorp + huis
bere + goed
ui + soep
station + straat
aardbei + jam
©
paard + bloem
televisie + zender horloge + maker
170
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
3 Combineer een woord uit de eerste kolom met een woord uit de tweede kolom a bouwer
2 brug
b fiets
3 insect
c boetiek
4 dame
d bout
5 kip
e hotel
6 maan
f
7 boek
g gerecht
8 aubergine
h schijn
9 giraf
i
club
10 meisje
j
nek
vanger
IN
1 vlieg
4 Je leraar dicteert nu een aantal zinnen. Noteer ze hier correct. Let in het bijzonder op de tussenletters.
VA N
1
2
3
4
5
6
7
©
8
9
10 5 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je zelf nagaan of je dit onderwerp beheerst.
LES 17 Aaneenschrijven van woorden
171
les
18
Lichaamstaal en liegen 1
Je beoordeelt de betrouwbaarheid van een bron
3 Je formuleert je mening
2
schriftelijk (uitbreiding)
1
Het belang van lichaamstaal
IN
Je vergelijkt en beoordeelt informatie uit verschillende bronnen
1 In het spel Temptation op Love Island kruip je in de huid van een deelnemer, verleider, influencer en nieuwsgierige ex. Ga af op de lichaamstaal van andere spelers om uit te maken wie de verraders zijn. 2 Ontmasker de leugenaar.
a Jullie vertellen elk drie verhalen: twee zijn waar, één is verzonnen.
spelregels
VA N
b Raad aan de hand van de checklist bij opdracht 3 welk verhaal een leugen is. naam:
naam:
verhaal 1
¡ waargebeurd ¡ verzonnen
¡ waargebeurd ¡ verzonnen
verhaal 2
¡ waargebeurd ¡ verzonnen
¡ waargebeurd ¡ verzonnen
verhaal 3
¡ waargebeurd ¡ verzonnen
¡ waargebeurd ¡ verzonnen
reden
3 Duid aan waaraan je, volgens jou, kunt zien wanneer een persoon liegt. Vul het lijstje verder aan indien het volgens jou niet volledig is. Hij/zij knippert meer met zijn/haar ogen. Hij/zij kijkt omhoog. Hij/zij kijkt naar beneden. Hij/zij knippert weinig/niet met de ogen. Hij/zij maakt meer oogcontact. Hij/zij maakt weinig/geen oogcontact. Hij/zij maakt meer handgebaren. Hij/zij maakt weinig/geen handgebaren. Hij/zij lacht meer. Hij/zij lacht weinig/niet.
©
¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡
¡ ¡ ¡
172
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
2
Lichaamstaal en leugendetectie Je hebt je voor de vorige opdracht niet (alleen) gebaseerd op de woorden van de spreker, maar ook op de lichaamstaal. Dat lichaamstaal een belangrijk onderdeel uitmaakt van communicatie hoeven we niet te vertellen. Denk zelf maar aan de befaamde ‘eerste indruk’ waar mensen vaak naar verwijzen. Iemand die geïnteresseerd kijkt en knikt tijdens een gesprek, geeft je vaak een beter gevoel dan iemand die wegkijkt.
IN
1 In welke situaties wordt er volgens jou extra aandacht besteed aan lichaamstaal?
2 Je krijgt straks een fragment te horen uit de podcast De Wereld van Sofie, een programma op Radio 1. Welk soort gesprek mag je verwachten?
VA N
onDERWEG
In de podcast De wereld van Sofie gaat Sofie Lemaire op zoek naar een antwoord op levensvragen. Deze antwoorden zoekt ze door in gesprek te gaan met experts over het onderwerp.
3 Presentator Sofie Lemaire spreekt met Dana Ketels over lichaamstaal.
a Denk je dat Dana voldoende weet over het onderwerp? Waarom wel/niet?
©
onDERWEG
Dana Ketels is een gecertificeerde coach en lichaamstaaltrainer. Ze is partner van het ‘Centrum voor Lichaamstaal’ en maakt ook deel uit van het internationaal netwerk van gecertificeerde micro-expressietrainers.
b Wat zou jij over het onderwerp te weten willen komen?
LES 18 Lichaamstaal en liegen
173
4 Hoeveel procent van onze communicatie verloopt via lichaamstaal? Duid aan welke grafiek het meest correct is. a
lichaamstaal/non-verbale communicatie verbale communicatie
b
verbale communicatie non-verbale communicatie 7%
7%
c
93 %
verbale communicatie non-verbale communicatie
30 %
d
IN
93 %
non-verbale communicatie verbale communicatie
50 %
50 %
VA N
70 %
5 Lees deze stellingen en duid de correcte aan.
¡ Niet alle lichaamstaal is universeel. In gebaren kunnen er verschillen voorkomen. Wat wel universeel is, zijn bepaalde micro-expressies. Micro-expressies zijn de uitingen die verbonden zijn aan angst en verbazing. Lichaamstaal die kenmerkend is voor andere emoties, zoals blijdschap, is niet universeel. ¡ De wenkbrauwen die de lucht in gaan bij verbazing, is een voorbeeld van een micro-expressie. Microexpressies zijn universeel. ¡ Het wijder worden van de ogen bij verbazing of angst is een voorbeeld van een micro-expressie. Deze micro-expressies zijn niet universeel. ¡ Niet alle lichaamstaal is universeel. In gebaren kunnen er culturele verschillen voorkomen. Micro-expressies zijn wel universeel.
6 ‘Lichaamstaal is een vorm van actie en reactie.’ Leg die zin in je eigen woorden uit.
©
7 Gebruik onderstaand schema om na te gaan of de bron al dan niet betrouwbaar is. betrouwbaarheid van de bron beoordelen
Door welke instantie werd de bron gepubliceerd (indien van toepassing)? Is de bron objectief of subjectief? • Gebruikt de zender gekleurd taalgebruik? • Gebruikt de zender voornamelijk feiten of meningen? • Is de zender onpartijdig?
174
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
¡ objectief ¡ subjectief
Is de zender (auteur/maker of in dit geval de geïnterviewde) gekend? • Is de zender/geïnterviewde een autoriteit op vlak van het onderwerp? Zijn er referenties naar andere relevante bronnen? Verwijst de zender naar andere betrouwbare bronnen?
¡ ja ¡ nee ¡ ja ¡ nee ¡ ja ¡ nee
Van wanneer dateert de bron? Wat is het doel van de zender?
IN
informatie geven overtuigen een mening geven een instructie geven ontspannen en amuseren
Bronnen verwerken
VA N
3
¡ ¡ ¡ ¡ ¡
Hieronder vind je enkele bronnen over lichaamstaal en leugendetectie aan de hand van lichaamstaal. 1 Neem de bronnen kritisch door en markeer wat je te weten komt over lichaamstaal en liegen. 2 Beantwoord de vragen bij de bron.
3 Beoordeel telkens de betrouwbaarheid. Je kunt gebruikmaken van het volgende sjabloon. betrouwbaarheid van de bron beoordelen
Door welke instantie werd de bron gepubliceerd (indien van toepassing)?
¡ objectief ¡ subjectief
Is de zender (auteur/maker) gekend? • Is de zender een autoriteit op vlak van het onderwerp?
¡ ja ¡ nee
©
Is de bron objectief of subjectief? • Gebruikt de zender gekleurd taalgebruik? • Gebruikt de zender voornamelijk feiten of meningen? • Is de zender onpartijdig?
Zijn er referenties naar andere relevante bronnen? Verwijst de zender naar andere betrouwbare bronnen?
¡ ja ¡ nee ¡ ja ¡ nee
Van wanneer dateert de bron? Wat is het doel van de zender?
LES 18 Lichaamstaal en liegen
¡ ¡ ¡ ¡ ¡
informatie geven overtuigen een mening geven een instructie geven ontspannen en amuseren
175
Bron 1 – Lichaamstaaltraining bij het Centrum voor Lichaamstaal a Geef drie argumenten die Patryk Wezowski geeft waaruit blijkt dat lichaamstaal je manier van zakendoen en je leven in het algemeen kan veranderen.
LICHAAMSTAAL
b Wat is Het Centrum voor Lichaamstaal?
IN
c Vind je deze bron betrouwbaar? Waarom wel/niet?
VA N
Bron 2 – Leugenexpert Sophie Van der Zee
We zijn beter in liegen dan in het detecteren ervan
Waarom liegen we veel vaker dan we denken? De Nederlandse leugen expert Sophie van der Zee legt het uit in De Wereld van Sofie.
©
Sophie van der Zee doet onderzoek naar leugendetectie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Ze werkte ook mee aan een experiment van het BBC-programma Horizon: A week without lying. De BBC liet drie proefpersonen een week lang zo eerlijk mogelijk door het leven gaan, maar wat bleek: mensen liegen veel meer dan ze zouden denken.
Hoeveel meer? Allicht tientallen keren, maar het is niet makkelijk te achterhalen wanneer iemand liegt. Van der Zee: ‘We zijn beter in liegen dan in het detecteren ervan. Hoe vaker je liegt, hoe beter je erin wordt, maar dat geldt niet voor leugendetectie.’ Zelfs wie voor zijn job leugens moet ontmaskeren, zoals een politieman of een douanebeambte, blijkt er niet meer expertise in te hebben. Van der Zee heeft in haar praktijklab al meer dan 600 leugenaars weten langskomen, maar zelf heeft ze ook niet de indruk dat ze veel beter geworden is in het doorzien van leugens. Het detecteren door experts overstijgt amper het kansniveau. Te vergelijken met het opgooien van een munt. Fifty-fifty, dus.
woord de expertise: deskundigheid, bekwaamheid
176
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
Zelfs aan de zogezegd typische lichaamstaal van leugenaars – niet in de ogen kijken, frunniken aan je kleren … – heb je weinig. Van der Zee: ‘Dat zijn eerder individuele verschillen, de een doet dat sowieso meer dan de ander. En van sommige van die gedragingen, bv. wegkijken, weten we zelfs zeker dat ze geen aanwijzing zijn voor liegen.’ Nochtans is liegen een fundamenteel andere ervaring dan de waarheid spreken. Als je de waarheid spreekt, ga je ervan uit dat je toch geloofd wordt, dan denk je er niet over na hoe je overkomt. Wie liegt is veel meer met de ander bezig, kijkt de ander aan en is voortdurend aan het monitoren: moet ik mijn verhaal aanpassen of niet? Bron: www.radio1.be
IN
a Markeer wat je te weten komt over lichaamstaal en liegen.
b ‘We zijn beter in liegen dan in het detecteren ervan.’ Leg in je eigen woorden uit wat Sophie van der Zee daarmee bedoelt.
VA N
c Vind je de bron betrouwbaar? Waarom wel/niet?
Bron 3 – Zo zie je of iemand liegt, volgens een FBI-agent
22 REACTIES
©
PSYCHO De eerste persoon die nog nooit een leugentje om bestwil verteld heeft, moeten wij nog tegenkomen. En toch willen we meestal liever de waarheid weten. Maar hoe weet je nu of iemand liegt? FBI-agent Mark Bouton en auteur van het boek How to Spot Lies Like the FBI, deelt zijn tips.
Leugenaars ontmaskeren behoort tot het takenpakket van een doorsnee FBI-agent. En dat doen ze meestal door naar de gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal te kijken. Want zelfs de meest doortrapte leugenaar geeft onbewust non-verbale én verbale aanwijzingen wanneer hij of zij aan het liegen is. Maar zelfs wanneer er geen crimineel tegenover je zit, maar een engeltje van een dochter die beweert dat de koekjes vanzelf verdwenen zijn, of een collega wiens trein iédere dag een halfuur vertraging heeft, kunnen zulke aanwijzingen handig zijn.
woord fundamenteel: in de basis, essentieel, wezenlijk monitoren: bijhouden, checken, nagaan doortrapt: gemeen, slecht
LES 18 Lichaamstaal en liegen
177
Aanwijzingen herkennen ‘Er zijn heel wat gezichtsuitdrukkingen die geassocieerd worden met iemand die aan het liegen is’, aldus Bouton. ‘Sommige van die gedragingen komen door stress, maar ook chemische en fysieke reacties spelen een rol. Het is in de eerste plaats dan ook vooral belangrijk om te weten hoe de persoon zich normaal gezien gedraagt.’
IN
‘Je begint best met iemand te observeren terwijl jullie over koetjes en kalfjes praten. Stel onschuldige vragen, en kijk naar de reactie van je gesprekspartner. Misschien heeft hij of zij wel standaard bepaalde tics of gewoontes, die je dus zeker niet met leugens mag gaan associëren’, legt Bouton uit. ‘Pas wanneer je gesprekspartner tics vertoont die niét overeenstemmen met het normale gedrag, kan je concluderen dat er staalhard gelogen wordt.’ Dit zijn enkele van de gezichtsuitdrukkingen en tics waar je best voor op je hoede bent: • Blik schiet alle kanten uit: ‘Dit is een fysieke reactie omdat hij of zij zich ongemakkelijk voelt, bijvoorbeeld omdat je moeilijke vragen stelt. Dit gedrag zit geworteld in onze oerinstincten: we gaan onbewust op zoek naar een ontsnappingsroute wanneer we ons in zo’n penibele situatie bevinden.’ • In sneltempo knipperen: ‘Normaal gezien knipper je zo’n vijf à zes keer per minuut, of ongeveer om de 10 tot 12 seconden. Wanneer je onder spanning staat, bijvoorbeeld wanneer je het gevoel hebt dat je op een leugen betrapt wordt, gaan we soms wel vijf of zes keer na elkaar knipperen.’
VA N
• Lang de ogen sluiten: ‘Wanneer iemand een tweetal seconden de ogen sluit terwijl hij of zij tegen je praat, kan je ervan uitgaan dat er tegen je gelogen wordt. Dit is een soort verdedigings mechanisme.’ • Lachen zonder rimpels aan de ogen: ‘Wanneer je oprecht lacht, wordt de huid rond je ogen samengeknepen.’ • Het gezicht aanraken: ‘Het veelvuldig aanraken van het gezicht is een chemische reactie. Ons gezicht gaat immers onbewust jeuken wanneer we liegen.’ • Hoofdschudden: ‘Iemand die knikt terwijl hij of zij aan het praten is, vertelt meestal de waarheid. Iemand die echter onbewust hoofdschudt, is waarschijnlijk een leugen aan het vertellen. Het is een automatische reflex van ons lichaam dat de inhoud van wat we zeggen tegenspreekt.’ Bron: www.hln.be
a Markeer wat je te weten komt over lichaamstaal en liegen.
b Waarom schudt een leugenaar vaak subtiel met zijn hoofd wanneer hij liegt?
©
c Vind je de bron betrouwbaar? Waarom wel/niet?
woord associëren: een verband leggen met penibel: pijnlijk en moeilijk
178
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
Bron 4 – Liegt hij tegen mij?
Liegt hij tegen mij? 18:30
<
131 berichten
1
2
3
4
5 6
>
DaisyFlower°x 09:30:42 Sinds enkele dagen reageert mijn vriend vreemd wanneer ik hem vraag waar hij geweest is. Ik vroeg hem waar hij vorige woensdagnamiddag heeft doorgebracht en hij reageerde niet. Toen ik hem hier opnieuw naar vroeg, werd hij kwaad en zei hij dat ik niet zo jaloers moest reageren.
Girlz 10:45:32
IN
Hij zegt me dat hij nooit zou vreemdgaan, maar ik weet niet of ik hem kan geloven. Hoe weet ik of hij tegen me liegt?
VA N
Je kan heel gemakkelijk kijken of hij tegen je liegt door te letten op zijn lichaamstaal. Mijn broer werkt als bewaker en heeft me de volgende tips gegeven om te zien wanneer iemand liegt: 1 kijkt hij veel om zich heen terwijl je tegen hem praat? Hij liegt! 2 Raakt hij zijn voorhoofd of een ander onderdeel van zijn gezicht aan wanneer hij zegt dat je niet jaloers moet zijn? Hij liegt! 3 Maakt hij veel oogcontact en knippert hij tussendoor? Hij liegt! 4 Heeft hij een hele rechte rug? Een oncomfortabele houding? Hij liegt! 5 Slikt hij wanneer hij antwoordt op je vraag? Hij liegt!
Ik vind vooral tip 3 een hele goede. Deze heeft mij al vaak geholpen om leugenaars te herkennen. Hopelijk kom je snel te weten of hij tegen je liegt, bovenstaande tips zullen je vast en zeker helpen!!!!
a Markeer wat je te weten komt over lichaamstaal en liegen. b Waarop baseert ‘Girlz’ haar informatie?
c Vind je de bron betrouwbaar? Waarom wel/niet?
Bronnen vergelijken
©
4
1 Plaats de bronnen op onderstaand continuüm . De bron die je uiterst links plaatst, is het minst betrouwbaar. De bron die je uiterst rechts plaatst, is het meest betrouwbaar. niet betrouwbaar
bronnen
betrouwbaar
woord het continuüm: doorlopende lijn tussen twee uitersten waarop bepaalde zaken geplaatst kunnen worden die in meer of mindere mate voldoen aan de criteria van de uitersten. Afhankelijk van de visie van een persoon kan een bepaald gegeven meer naar het ene of naar het andere uiteinde neigen.
LES 18 Lichaamstaal en liegen
179
2 Geef twee argumenten waarom je de uiterst linkse en uiterst rechtse bron op die plaats hebt gezet. 1 2 3 Vergelijk jouw rangschikking met die van twee medeleerlingen. a Hadden jullie hetzelfde idee?
IN
b Overloop de argumenten die jullie voor de minst en meest betrouwbare bron hadden. 4 Beantwoord onderstaande vragen met behulp van bovenstaande bronnen.
a Is Mark Bouton volgens jou een autoriteit op vlak van leugendetectie aan de hand van lichaamstaal?
VA N
b Kun je in een kort videofragment, waarin iemand een verhaal vertelt, detecteren of iemand liegt aan de hand van lichaamstaal? Waarom wel/niet?
c Welke verklaringen worden er gegeven voor het veelvuldig aanraken van het gezicht tijdens het vertellen van een leugen?
d Is het mogelijk om aan de hand van lichaamstaal met 100% zekerheid te zeggen wanneer iemand liegt?
©
5 Je hebt nu verschillende bronnen geraadpleegd. Maak hieronder een checklist van vijf items, op basis van alle bronnen, die geschikt zou zijn om een leugenaar te ontmaskeren.
180
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
19
fanfictie 1
Je weet wat fanfictie is
3 Je verkent enkele voorbeelden van het genre
Fans van fictie
Je kunt de kenmerken van fanfictie geven
4 Je schrijft zelf een verhaal dat tot het genre fanfictie behoort
VA N
1
2
IN
les
Bingewatchen is lang niet zo antisociaal als je denkt
Of Jon Snow, Betty Cooper of Mike Wheeler nou je grootste held is; als je een lievelingsserie of -film hebt, ben je vast begaan met het reilen en zeilen van één van de hoofdrolspelers. Omdat Sex Education precies aantikt waar jij doorheen gaat in ‘t leven, je zo dapper bent als Clarke Griffin, of omdat je heel graag de toverkunsten van Harry Potter zou willen bezitten. Wat maakt fictieve karakters tot rolmodellen in ons echte leven?
©
Sinds ruim een halve eeuw houdt deze vraag psychologen bezig, vertelt NY Mag. In 1956 riepen Donald Horton en Richard Wohl de term ‘parasociale relatie’ in het leven om de eenzijdige connectie tussen een persoon en z’n fictieve held te omschrijven. ‘Eén van de opmerkelijke eigenschappen van nieuwe media – radio, televisie en films – is dat het de illusie creëert van face-to-face relaties met de performer’, schreven ze in het tijdschrift Psychiatry. In zo’n ‘relatie‘ ervaart de kijker in een bepaalde mate intimiteit op afstand. Een parasociale relatie is tweeledig. Aan de ene kant voel je empathie voor je grote held, je voelt
je betrokken bij zijn of haar leven. Aan de andere kant kun je jezelf herkennen in het karakter en dat maakt dat je je met die fictieve persoon identificeert. Als je favoriete personage in een serie liefdesverdriet heeft bijvoorbeeld, vind je dat rot voor ‘m maar het roept ook herinneringen op van je eigen ervaringen. Net als elke vriendschap heeft een parasociale relatie tijd nodig om zich te ontwikkelen en kent het verschillende levels van intensiteit. Een parasociale interactie kan ook een eenmalig ding zijn. Iemand die bijvoorbeeld helemaal geen Harry Potter-fan is, kan zich nog steeds zorgen om hem maken en naar het scherm schreeuwen dat hij moet oppassen voor Voldemort. Op den duur, als je meerdere parasociale interacties hebt ervaren met een karakter, kan het gevoel van verwantschap sterker worden. Sterke band Dat is wat er gebeurt als we avonden (of zelfs weekenden) bingewatchen. Bedenk je maar: hoe meer tijd je met iemand doorbrengt, hoe meer je je met die persoon identificeert. Je gaat trekjes van
woord de illusie: onjuist idee van de werkelijkheid
LES 19
fanfictie
181
Het kan daarom ook best pijnlijk zijn als er opeens een eind komt aan je parasociale relatie. Mensen kunnen net zo hard in de war zijn als House of Cards stopt, als wanneer een echte vriendschap of liefdesrelatie verbroken wordt. Bron: www.bedrock.nl
VA N
Jezelf opsluiten en Netflix kijken is dus socialer dan je denkt. Karen Dill-Shackleford, mediaspecialist aan de Fairfield University, legt uit: ‘Mensen denken misschien dat tv-kijken een antisociale bezigheid is, eigenlijk is het wél heel sociaal. Fantasiewerelden bieden ons de mogelijkheid onze identiteit te ontdekken, ideeën over relaties te ontwikkelen en te bepalen wat we belangrijk vinden in het leven.’
Niet zo gek dus dat je je probeert op te werpen tot de Otis Milburn van de vriendengroep met ongevraagde seksuele raadgevingen, dat je je nagels lakt in dezelfde kleur als Aria van Pretty Little Liars of iemand versiert met een pick-up line van Joe Goldberg uit You. Een onderzoek dat gepubliceerd werd in het tijdschrift Social Cognition in 2008, liet zien dat relaties met tv-helden soms dezelfde effecten hebben als real life vriendschappen en daarom heel echt kunnen voelen.
IN
elkaar overnemen, dezelfde woorden gebruiken en je gaat je steeds meer hechten aan die persoon. Mary Beth Oliver, professor Communicatie aan de Pennsylvania State University, onderzocht dat parasociale relaties nu meer voorkomen dan in 1956. Uiteraard. Door bingewatchen bouw je een sterkere band op. ‘Het is als op vakantie gaan met een vriend of vriendin. Je brengt opeens veel meer tijd met elkaar door.’
Overloop de volgende vragen. Noteer je antwoorden gestructureerd op de volgende pagina. 1 Hieronder vind je in de linkerkolom enkele woorden die in de tekst voorkomen. a Onderstreep de woorden die je kent.
b Verbind ze met het juiste synoniem of de juiste verklaring uit de rechterkolom. bingewatchen
a
openingszin
2
reilen en zeilen
b
verzonnen
3
fictief
c
meerdere afleveringen van een tv-serie na elkaar bekijken.
4
pick-up line
d
voorbeeld
5
empathie
e
6
rolmodel
vaardigheid om de gevoelens van anderen te begrijpen door je te verplaatsen in de ander.
7
intimiteit
f
doen en laten
8
intensiteit
g
wisselwerking
9
interactie
h
vorm van verbondenheid tussen personen
i
sociaal
j
hevigheid
©
1
2 De tekst gaat over parasociale relaties. a Geef een omschrijving van deze relaties. b Uit welke twee delen bestaan deze relaties? 3 Is er een personage van een serie waarmee jij momenteel een `parasociale relatie’ hebt?
182
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
4 De tekst gaat dieper in op bingewatchen. a Waarom wordt dit vergeleken met op vakantie gaan met een vriend(in)? b Geef drie redenen waarom bingewatchen wel een sociale bezigheid is. 5 a Wat zijn de verhalen (films, series, boeken …) die jouw leven tekenen? Online bij het lesmateriaal vind je een mindmap om je op weg te helpen. Een mindmap is een handige manier om je gedachten te structureren. Deze weergave helpt om een brainstorm te sturen of verschillende aspecten van een tekst visueel te schematiseren.
©
VA N
IN
b Maak een lijst van vijf boeken, series of films die enorme indruk op je hebben gemaakt of die misschien zelfs jou of je leven veranderd hebben. Schrijf er ook bij waarom.
LES 19
fanfictie
183
2
Wat is fanfictie? C E
A
SAVING BOROMIR
IN
The next generation
catching fire:
D
B
Het is 13 000 jaar na de dood van De Laatste Sith, 13 000 jaar na de dood van Darth Vader / Anakin Skywalker, The Chosen One. Een nieuw tijdperk breekt aan. Nieuwe Jedi’s worden opgetrommeld via een droom, aangestuurd door The Force, en deze keer zijn ze sterker dan ooit tevoren. Dit kan alleen maar iets goeds betekenen ... of toch niet? Volg het avontuur vanuit de ogen van Rani Kenobi, de jonge Padawan van De Volgende Generatie Jedi’s.
VA N
1
Naast Boromir en Faramir heeft Denethor ook een mooie dochter: Mirabella. Wanneer Boromir deelneemt aan het reisgenootschap dat Frodo begeleidt op zijn tocht naar Mordor om de ring te vernietigen, is Mirabella wantrouwig. Ze besluit het gezelschap te volgen …
3
Tijdens het vijfde jaar op Zweinstein moet Hermelien voor het vak Verweer tegen de zwarte kunsten plots samenwerken met haar rivaal Draco Malfidus. Wat een onmogelijke opdracht lijkt, mondt uit in een stiekeme romance. Kan Hermelien Draco overtuigen van Het Goede of is de invloed omgekeerd …
4
Wanneer Katniss Everdeen voor de Kwartskwelling een tweede keer de arena in zal moeten gaan, kan haar zus Prim dit niet nog eens laten gebeuren. De eerste keer heeft haar zus haar leven gered, nu zal zij hetzelfde doen voor Katniss. Maar hoe zal dat aflopen …
5
Stel je voor: omwille van een kleinigheid werd je verbannen van De Ark naar de aarde en je overleefde er twee jaar op jezelf. Dan landen er plots 100 mensen van jouw leeftijd op de aarde en ontdek je hoe moeilijk samenwerken is na al die tijd alleen …
©
2
Bron: www.wattpad.com © Kathy Hutchins / Shut ters
/ Shut ters
tock .com
o Agency
lash Phot tock .com
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
© s_bukley / Shutterstock.com
© Featuref
184
T. ED ME F HE SAV R BIEBE JUSTIN
WILL SMITH
Taylor Swif t
1 Bekijk de covers en lees de korte inhouden. a Bij welke cover passen deze korte inhouden? b Geef ook telkens aan op welke reeks het verhaal gebaseerd is. 2 Roepen deze covers en teksten een gevoel van herkenning bij je op? a Wat hebben de schrijvers van bovenstaande verhalen gedaan? b Wie heeft deze verhalen geschreven, denk je? c Welk gevolg zou dat kunnen hebben?
IN
3 Deze verhalen zijn voorbeelden van fanfictie. Geef op basis van je antwoord op bovenstaande vragen een definitie van dit genre. 4 Fans veranderen de verhaallijn onder meer door nieuwe personages toe te voegen, de relaties tussen de personages te veranderen, een bijrol te veranderen in een hoofdrol of een vervolg op het oorspronkelijke verhaal te bedenken. a Welke voorbeelden van dergelijke ingrepen vind je in de korte inhouden? b Kun je zelf nog twee manieren bedenken?
VA N
5 Waarom zouden fans zich hiermee bezighouden? 6 Er bestaat nog een tweede type fanfictie, zoals je merkt aan de andere covers. Waarover gaat die volgens jou?
©
15.2.14
LES 19
fanfictie
185
3
Fanfictie verkennen
IN
Ellie Smith zit in haar vijfde jaar op Hogwarts. Ze is goed bevriend met Ginny Weasley. In het vijfde jaar komt ze plotseling in aanraking met een bijzondere jongen. Alles wordt anders …
©
VA N
‘We kunnen helemaal niet met elkaar omgaan. Het is veel te ingewikkeld’, ik kijk hem boos aan. Draco glimlacht naar me. ‘Je hebt helemaal gelijk’, zegt hij. ‘Waarom heb je me dan hier mee naar toe genomen?’, vraag ik gefrustreerd. ‘Ik weet het niet’, zucht Draco, hij laat zichzelf tegen de boomstam op de grond zakken. ‘Ik denk dat ik behoefte heb aan een vriendelijk persoon’, zegt hij. ‘Ik ben nog nooit vriendelijk tegen je geweest’, ik ga naast hem op de grond zitten. ‘Jawel, zo voelt het wel voor mij. Je boeit me. Het is lang geleden dat ik iemand echt interessant vond.’ Draco kijkt me voorzichtig aan. ‘Ik begrijp het niet’, zeg ik. Het is een tijdje stil. ‘Hoe kan ik jou ooit vertrouwen?’ Ik kijk Draco aan, het is duidelijk te zien dat mijn woorden hem pijn doen. ‘Ik ben niet zoals je denkt dat ik ben.’ ‘Dat mag je me laten zien dan’, zeg ik uitdagend. Er verschijnt een glimlacht op zijn gezicht. Hij legt zijn hand op die van mij en kijkt me voorzichtig aan. ‘Kijk, ik zei toch dat je vriendelijk bent. Daarom wil ik bij je zijn.’ Zijn hand voelt warm en vertrouwd. Mijn hart gaat als een gek tekeer, ik ben bang dat hij het kan horen. Ik wil mijn mond opendoen om iets te zeggen, maar ik kan niks tegen hem inbrengen. ‘Kom, laten we teruggaan’, zegt Draco ten slotte. Ik ben weer veilig terug in de leerlingenkamer van Gryffindor, ongezien door de gangen gelopen. In de leerlingenkamer is het druk, een aantal doen huiswerk, anderen doen een spel en de rest zit met elkaar te kletsen. Er gaat een warm gevoel door me heen nu ik hier sta, Gryffindor is echt thuiskomen. ‘Elfie, kom je er ook bij?’ Ginny zwaait vanaf de bank naar me. ‘Aan je gezicht te zien was het een goed gesprek’, lacht ze als ik naast haar zit. ‘Ja, dat was het zeker’, zeg ik. Het voelt nog steeds vreemd om de waarheid voor haar te verbergen. Maar ik weet zelf niet eens wat er aan de hand is, laat staan dat ik het aan haar kan uitleggen. Ooit zal ik het vast allemaal vertellen.
Bekende jeugdboekenreeks The Mortal Instruments is gebaseerd op een andere erg bekende jeugdboekenreeks: die van J.K. Rowling. Fanfictie-schrijfster Cassandra Clare sleepte haar lezers zo mee dat ze haar eigen boeken mocht uitbrengen. De gelijkenissen? Het roodharige hoofdpersonage Clary werd gebaseerd op Ginny Wemel. Jace, de mannelijke hoofdrol, was dan weer een interpretatie van Draco Malfidus.
186
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
onderweg
onderweg
IN
E.L. James, de schrijfster van Fifty shades of Grey, was zo’n grote fan van Twilight, dat ze erotische verhalen over de hoofdpersonages Bella en Edward begon te schrijven. Verhalen die online zo aansloegen dat ze besloot een boek te schrijven. Door de auteursrechten kon ze niet langer de personages van Twilight gebruiken, zo ontstonden Anna Steele en Mr. Grey.
Wanneer je een kijkje op het internet neemt, zul je ontdekken dat er online heel wat fanfictie circuleert. Nederlandstalige fanfictie vind je vooral op Wattpad. 1* Ken je Wattpad? Maakte je er ooit al gebruik van?
2 Lees hoofdstuk 9 van het populaire verhaal Nu ik hem ken dat Hanlynn12 op Wattpad plaatste. a Op welke originele boekenreeks is dit verhaal gebaseerd? b Hoe merk je dat?
VA N
c Op welke twee manieren heeft de schrijfster van dit verhaal de verhaallijn aangepast? d Wat vind je van de schrijfstijl van Hanlynn 12?
e Ben je benieuwd naar het vervolg van dit verhaal?
©
* Het antwoord op deze vraag hoef je niet te noteren.
LES 19
fanfictie
187
Tussenstop 3 1
Woordenschat
ten tiem ter
IN-
tie si stinc
2 Vul onderstaande tabel aan.
teit ac tief
IN
1 Bekijk dit raster en stel vier woorden samen die met ‘in-‘ beginnen. Je mag elke lettergreep maar één keer gebruiken.
Kies uit: globe – monitoren – realiseren – associatie – fictionaliseren Leid daarna van de werkwoorden een zelfstandig naamwoord af en van de zelfstandige naamwoorden een werkwoord. werkwoord
VA N
zelfstandig naamwoord
3 Woorden hebben een bepaalde betekenis; die ken je of kun je opzoeken in een woordenboek. Een woord kan ook een bepaalde gevoelswaarde hebben. Woorden als ‘tafel’, ‘stoel’ of ‘pen’ zijn neutraal, maar ‘lui’ en ‘wijf’ hebben een negatieve bijklank, terwijl ‘opgewekt’ en ‘dame’ eerder positieve gevoelens oproepen. ‘Lui’ en ‘wijf’ hebben een negatieve connotatie; ‘opgewekt’ en ‘dame’ hebben een positieve connotatie. a Hebben onderstaande woorden een positieve connotatie of een negatieve connotatie? Zet ze in de juiste kolom. Kies uit: oogverblindend – rasecht – troosteloos – verbluffend – woelig
©
positieve connotatie
negatieve connotatie
b Beoordeel de connotatie van onderstaande woorden. Welk woord hoort niet thuis in de rij? mistroostig
empathisch
stug
penibel
4 Welk woord zoeken we in de onderstaande omschrijvingen? Je krijgt telkens een anagram tussen haakjes om je te helpen.
188
•
op het nippertje (pint):
•
strak onderkleed (koerst):
•
onderpastoor (aanplak + e):
•
gemeen, slecht (rotator + d + p):
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
Hij was gevlucht uit Duitsland en je vertelde hoe verschrikkelijk het in brand, 5 Hieronder vind een tekst over de stripversie van Het achterhuis. Nazi’s staken synagoges en joodse winkels en gooiden ruitenVul in. de termen uit het woordveld leven voor joden daar was geworden.
van ‘strips en graphic novels’ in.
Kies uit: denkballon – fictieve – graphic novel – splash – tekstballon – bijschrift – stomme strips
haar e was
Anne leefde als joods meisje met haar familie
In een strip of een graphic novel wordt de
ondergedoken in het Achterhuis in Amsterdam. Na
tekst op verschillende manieren weergegeven.
twee jaar deden de nazi’s er een inval en werden de
Als de verteller aan het woord is, lees je dat in het
bewoners naar concentratiekampen afgevoerd.
. De
oodse winkels in brand, en gooiden ruiten in. Anne Ze houdt een dagboek bij en schrijft daarin verbrandden ook boeken over joodse cultuur of van joodse schrijvers.
brieven aan Kitty, een
vriendin. Het dagboek van Anne Frank is een van de beroemdste boeken ter wereld en is vertaald in meer dan 70 talen. Van het boek werd ook een gemaakt, dat is een beeldroman of een roman in stripvorm.
geeft weer wat een personage zegt. Als het iets
IN
at Uli
Joden sloegen op de vlucht, en zochten veilig personage denkt, zoals Anne in heteen voorbeeld, heenkomen.
wordt dat een genoemd.
Er bestaan ook strips die geen tekst bevatten, we noemen ze .
Een is een grote, vaak
full-pagina illustratie met de bedoeling om de
VA N
aandacht van de lezer te trekken.
Joden sloegen op de vlucht, en zochten een veilig heenkomen.
over joodse cultuur
ER GAAN GERUCHTEN OVER EEN WERKKAMP IN DACHAU, WAAR DE NAZI’S IEDEREEN HEEN STUREN DIE NIET ‘DUITS GENOEG’ IS.
MAAR WAT DOEN ZE DAAR MET DIE MENSEN?
6
ER GAAN GERUCHTEN OVER EEN WERKKAMP IN 13 DACHAU, WAAR DE NAZI’S IEDEREEN HEEN STUREN DIE NIET ‘DUITS GENOEG’ IS. aantrekkelijker te maken, is herhaling vermijden. Dat kun je Een van de taaltechnieken om teksten
doen door synoniemen van een woord op te zoeken.
MAAR WATde onderstaande woorden. Je kunt een online synoniemenwoordenboek voor a Geef drie synoniemen DOEN ZE gebruiken zoals synoniemen.net of de synoniemengids in Word. DAAR MET DIE MENSEN?
©
b Geef tot slot één antoniem voor elk van deze woorden.
•
vlug:
•
zeggen:
•
vertrekken:
13 •
echtgenote:
•
aardig:
•
vriend:
•
kalmeren:
TUSSENSTOP 3
189
2
Taal 1 Luister naar volgend dictee. Schrijf de zinnen correct op. Let in het bijzonder op de spelling van de tussenletters.
13.5
IN
VA N
2 Verbind onderstaande zinnen met de juiste term.
zin
mededelende ontkennende zin zin
bevestigende zin
, en
, en
en
vragende zin
, en
1 Welke groenten eet jij het liefst? 2 Stop daarmee!
3 De puppy mag op acht weken naar zijn nieuwe eigenaar. 4 Werk jij ook tijdens het weekend?
5 Ik wil niet verhuizen naar een ander land. 6 Ja, ik wil met je trouwen.
©
11.1
7 Gisteren legde onze kip voor het eerst een ei. 8 Vrienden, ga zitten. 9 Het is inderdaad de bedoeling dat je de juiste term met de juiste zin verbindt.
10 Ik heb nog nooit met een auto gereden. 11 Wat een lekkere maaltijd! 12 Heb je nieuwe planten gekocht? 13 Er zijn geen gewonden. 14 Warm dat het afgelopen zomer was! 15 De meeste rozen bloeien van juni tot oktober.
190
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
bevelende zin
en
uitroepende zin en
3 Hieronder vind je zes tussentitels uit een tekst over strips. •
Plaats de letter van de alinea’s bij de juiste tussentitel. Er hoort één alinea bij elke tussentitel.
•
Benoem alle zinsdelen van de tussentitels. 4 Strips dwingen tot scherp observeren
2 Strips zijn goed voor de woordenschat
5 Plaatjes helpen het verhaal te begrijpen
3 Strips zijn goed voor de algemene kennis
6 Strips geven leeszelfvertrouwen
IN
1 Strips geven leesplezier
Het lezen wordt volledig ondersteund door plaatjes. Hierdoor hebben lezers voor wie bepaalde zaken nieuw zijn visuele ondersteuning.
b
Lezers komen met verschillende ideeën, culturen en periodes in aanraking. Ze doen ook een schat aan informatie op over allerlei onderwerpen.
c
Strips zijn een ideaal middel om de drempel tot lezen te verlagen en ook nog eens heel wat leeskilometers te maken.
d
De meeste strips verschijnen in serievorm. Wie met succes één deel heeft uitgelezen, kan erop vertrouwen dat het met een ander deel ook wel zal lukken.
e
Om een strip te begrijpen, moet je goed letten op woorden, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal.
f
Nieuwe woorden die een lezer tegenkomt in de tekst van een strip worden ondersteund door een plaatje en een context, waardoor de lezer de betekenis gemakkelijk kan achterhalen. Uit een onderzoek van de Journal of Child Language is dan ook gebleken dat een kind in een stripboek maar liefst twee keer zoveel nieuwe woorden leest als in een gemiddeld kinderboek.
VA N
a
1
3
4
5
6
4 Schrijf je volgende woorden aan elkaar of los? Kies telkens de juiste vorm. a VRTprogramma
VRT-programma
VRT programma
b hogeschoolopleiding
hoge schoolopleiding
hogeschool opleiding
c Oostvlaams
Oost-Vlaams
Oost Vlaams
d nek-aan-nek race
nekaannek-race
nek-aan-nekrace
e paarswitte overwinning
paars-witte overwinning
paars witte overwinning
f
lange afstandsloper
langeafstands loper
g email
e mail
h 30+fuif
30+-fuif
30+ fuif
i
ergrodewijn
erg-rode-wijn
erg rode wijn
j
oudemannenhuis
oude-mannenhuis
oude mannen huis
©
13.7.2
2
langeafstandsloper
TUSSENSTOP 3
191
5 De uitdrukking ‘reilen en zeilen’ schrijf je met korte ei. Vul in volgende zinnen ‘ei’ of ‘ij’ in. a Ik r s het liefste met de tr n; die pr s is goedkoper dan met de wagen r den. b W vinden niet dat ze het uitzicht op de w mogen w zigen. c Wie mooi wil z n moet p n l den. d Ze l dt een teruggetrokken leven en houdt niet van de w de wereld. e H ber dt z n r st in een gr ze pan. f
Op de v ling van z n woonboot tw felde Yu of het bod nog verder zou st gen.
IN
6 Je kunt getallen in cijfers noteren, maar je kunt ze ook voluit schrijven.
10.5.3
a Lees volgende getallen en duid aan welke schrijfwijze de juiste is. 1 2 0
• 66
¡ ¡ ¡
zessenzestig zesenzestig zezenzestig
• 167 598
¡ ¡ ¡
honderdzevenenzestigduizend vijfhonderdachtennegentig 3 honderdzevenenzestigduizendvijfhonderdachtennegentig 0 honderdzevenenzestig duizend vijfhonderd achtennegentig 7
• 222
¡ ¡ ¡
tweehonderd tweeëntwintig tweehonderdtweeëntwintig tweehonderd tweeentwintig
• 45
¡ ¡ ¡
vijfenveertig vijvenveertig vijvenfeertig
• 999
¡ ¡ ¡
negenhonderd negenennegentig negenhonderdnegenenegentig negenhonderdnegenennegentig
• 5 718
¡ ¡ ¡
vijf duizend zevenhonderd achttien 1 vijfduizend zevenhonderd achttien 4 vijfduizend zevenhonderdachttien 2
VA N
5 1 6
0 9 2
0 0 5
•
436 370 177 ¡ vierhonderdzesendertig miljoen driehonderdzeventigduizend honderdzevenenzeventig 0 ¡ vierhonderdzesendertig miljoen driehonderdzeventig duizend honderd zevenenzeventig 3 ¡ vierhonderdzesendertig miljoen driehonderdzeventig duizend honderdzevenenzeventig 6
©
• 8 500 000 000 ¡ achtmiljard vijfhonderdmiljoen 0 ¡ acht miljard vijfhonderd miljoen 7 ¡ acht miljard vijfhonderdmiljoen 3 • 33
¡ drieëndertig 6 ¡ drieendertig 2 ¡ drie-en-dertig 9
• 400 000
¡ vierhonderd duizend ¡ vierhonderduizend ¡ vierhonderdduizend
3 0 6
b Schrijf de cijfers achter de juiste antwoorden achter elkaar. Welk getal krijg je?
c Schrijf dit getal nu voluit.
192
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
3
Creatief: Schrijf je eigen fanfictie Deze opdracht sluit aan bij les 19. Je verkende daar het genre fanfictie en las enkele fragmenten. In deze creatieve schrijfopdracht ga je zelf aan de slag. Volg dit stappenplan en kom zelf tot een verrassend verhaal!
Voorbereiden 1 Blader terug naar p. 183 en kijk welke series, boeken en films jij noteerde als antwoord bij opdracht 5. 2 Kies een titel waarmee je graag aan de slag wilt gaan om een verhaal te schrijven. Dit wordt jouw bronmateriaal!
Plannen
IN
3 Fris je geheugen over deze fictieve verhaalwereld op. Herlees de korte inhoud, bekijk een fragment, zoek namen en plaatsen op … Ook al ga je straks het verhaal veranderen, het is belangrijk om je geheugen op te frissen.
4 Bedenk enkele wat-als-scenario’s als uitgangspunt voor je verhaal:
Wat als een bepaald personage niet gestorven was? Wat als twee personages een romance zouden hebben? Wat als je zelf een personage was in het verhaal? Wat als het einde slecht was in plaats van goed? Wat als de personages kinderen/ouders/broers/zussen zouden hebben? Wie/hoe zouden die zijn? Wat als een ander personage het hoofdpersonage in het verhaal was? …
VA N
• • • • • • •
5 Overleg met je buur en kies het scenario waarmee jij wilt werken!
Schrijven
6 Bedenk het verhaal in grote lijnen. Zo zorg je ervoor dat je niet vastloopt tijdens het schrijfproces en zo weet je wat het eindpunt van je verhaal is.
tip Denk na hoe je het verhaal een boeiende wending kunt geven. Kies vooral een uitgangspunt dat jij zelf boeiend vindt. Vertrek van een idee dat jij zelf graag zou lezen.
7 Schrijf een verhaal van ongeveer 600 woorden (1 A4). Zie het als een fragment of hoofdstuk uit je boek. Het hele verhaal hoeft niet ‘af’ te zijn.
©
8 Maak een cover voor je verhaal en voeg een korte inhoud (‘de tekst op de achterflap’) toe.
Reflecteren 9 Lees alles na op schrijffouten of laat het nalezen door iemand anders.
Herschrijven 10 Herschrijf nu je tekst. a Houd rekening met de suggesties die je van medeleerlingen kreeg. b Bekijk nogmaals de evaluatiecriteria.
TUSSENSTOP 3
193
Evaluatiematrix Hoe heb je het gedaan? Markeer de gepaste beoordeling of laat dit door een medeleerling doen.
GOED
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
volledigheid en duidelijkheid Je hebt één van de gevraagde elementen niet opgenomen in je verhaal.
Je hebt meer dan één van de gevraagde elementen niet opgenomen in je verhaal.
Je verhaal bevat een duidelijk te volgen structuur met een helder begin, een uitwerking en een einde.
Je verhaal is duidelijk te volgen, maar bevat (een of enkele kleine) inhoudelijke fouten.
De structuur van je verhaal is onduidelijk.
Je maakte geen zware spellingsfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.
Je tekst bevat zware spellingsfouten, daardoor is het verhaal moeilijk te begrijpen.
IN
Je verhaal bevat een cover, een korte inhoud en een uitgeschreven tekst.
correctheid Je spelling is foutloos. Alle woorden worden correct geschreven en ook de zinsbouw klopt steeds.
VA N
Let op voor:
aantrekkelijkheid
Je verhaal is boeiend en meeslepend. Je hebt een origineel uitgangspunt bedacht.
Je zorgt voor een degelijk verhaal dat beantwoordt aan de opdracht. De gebeurtenissen zijn interessant, maar het geheel is heel bekend/herkenbaar. Je verhaal mist originaliteit.
Je verhaal is onvoldoende creatief. Het volgt het origineel te letterlijk.
Je gebruikt veel woorden en je tekst bevat omschrijvingen of beeldspraak die het verhaal spannend maken of ervoor zorgen dat de lezer sterk kan meeleven met de personages.
Je taalgebruik is correct, maar verrast niet.
Je taalgebruik is te eenvoudig en bevat opvallend veel herhaling.
Je verhaal is geschreven voor leeftijdsgenoten en bevat geen ongepaste inhoud.
Sommige elementen in je verhaal kunnen ongepast zijn voor leeftijdsgenoten.
gepastheid
©
Je maakt een zeer correcte inschatting van wat de stijl en inhoud van een gepast verhaal is voor leeftijdsgenoten. Aanvullende commentaar:
194
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
les
20
Beeldspraak 1
Je onderscheidt objectieve en subjectieve foto’s en teksten
2
3
Je kent het onderscheid tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik en je kunt voorbeelden benoemen
Beelden vind je overal
5
Je denkt na over de betekenis en het effect van beelden in poëzie
Je staat kritisch tegenover beelden die je in het dagelijks leven tegenkomt
IN
1
4
Je kent de belangrijkste vormen van beeldspraak en figuurlijk taalgebruik: metafoor, vergelijking, synesthesie en personificatie
Je komt elke dag in contact met honderden foto’s. Posters in de klas, kaartjes tussen je schoolagenda, foto’s in de krant en affiches onderweg naar huis brengen je allemaal beelden. In dit deel gaan we na waarom foto’s voor ons zo belangrijk zijn.
VA N
Sommige foto’s hebben een belangrijke functie en proberen ons iets bij te leren of willen iets verduidelijken. Andere foto’s dienen dan weer ter illustratie en proberen bijvoorbeeld een krantenartikel aantrekkelijker te maken.
Foto’s kunnen ook een vorm van kunst zijn, net zoals schilderijen, beeldhouwwerken, muziek en literatuur. Als een kunstenaar een foto neemt en bewerkt, dan doet hij meer dan alleen maar de wereld weergeven. Hij wil een boodschap overbrengen of een gevoel uitdrukken. 1 Bekijk aandachtig de volgende foto’s. a b
Gaat het om een foto uit de krant, om een kunstfoto of nog iets anders? Wat is het doel van de foto: de werkelijkheid weergeven of persoonlijke gevoelens overbrengen? 1
2
6
7
8
9
10
4
©
5
3
LES 20 Beeldspraak
195
soort foto
doel van de foto
objectief/subjectief ¡ objectief ¡ subjectief
2
¡ objectief ¡ subjectief
3
¡ objectief ¡ subjectief
4
¡ objectief ¡ subjectief
5
¡ objectief ¡ subjectief
IN
1
6
¡ objectief ¡ subjectief
7
¡ objectief ¡ subjectief
8
¡ objectief ¡ subjectief
9
VA N
¡ objectief ¡ subjectief
10
¡ objectief ¡ subjectief
2 Vorige jaren ging je aan de slag met de termen objectief en subjectief. a Leg de termen in je eigen woorden uit.
b Geef van elke foto aan of ze objectief of subjectief is. Vul dat in in de laatste kolom van de tabel.
3 Online bij ‘Oefenen’ vind je extra oefeningen over het onderscheid tussen objectief en subjectief.
Beeldtaal
©
2
Niet alleen bij kunstfoto’s worden gevoelens of gedachten weergegeven die niet letterlijk te zien zijn. Ook in schilderijen en gedichten zal een kunstenaar dat proberen te doen. Op zich heb je daarvoor zelfs geen tekeningen nodig: je kunt ook alleen met taal iets duidelijk maken zonder het letterlijk te zeggen.
Beelden in strips De tweede kus is een prachtige stripverhalenreeks van de Vlaamse tekenaar Conz. In deel 1 wordt Ringo verliefd op Hanne. Je ziet hier het moment waarop Ringo voor de eerste keer langsgaat bij haar ouders.
196
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
IN © Uitgeverij Oogachtend
VA N
1 Welke elementen zijn terug te vinden in de werkelijkheid?
2 Waarmee vergelijkt Ringo deze zaken?
3 Waarom brengt Ringo in zijn gedachten die dingen met elkaar in verband?
Op de volgende pagina zie je het moment waarop Ringo en Hanne elkaar op een fuif tegenkomen. 4 Omcirkel alle tekeningen van Hanne die je op beide pagina’s tegenkomt.
5 Trek op p. 198 een rood kader rond de cellen die niet echt nodig zijn om het verhaal te volgen. 6 Wat zie je letterlijk op de afbeeldingen?
©
7 De zee is enkel aanwezig in de fantasiewereld van Ringo. a Welk element uit de werkelijkheid wordt met de zee vergeleken? b Waarom werd de zee gebruikt en niet bergen of de woestijn? c Eigenlijk heb je geen tekeningen of foto’s nodig om beelden te gebruiken. Je kunt immers woorden gebruiken om dit idee weer te geven. Vat de vergelijking die Conz op deze pagina’s weergeeft in één zin samen. LES 20 Beeldspraak
197
©
VA N
IN
© Uitgeverij Oogachtend
198
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
onthouden Bij letterlijk taalgebruik beschrijven de woorden die je gebruikt wat er in de werkelijkheid gebeurt. Bv. Ik viel over de mat. Of De Zoo kocht een nieuwe beer aan. Bij figuurlijk taalgebruik betekent een woord of zin niet precies wat er staat; je moet de betekenis niet letterlijk nemen. De zender gebruikt dan een beeld om iets uit te drukken of duidelijker onder woorden te brengen. Bv. Toen hij dat hoorde, viel hij van zijn stoel. Of De beer (= sterke man) kwam het café binnen.
Beelden in reclame
IN
Sommige zinnen kunnen zowel letterlijk als figuurlijk gebruikt worden. De context is dan heel belangrijk om de boodschap goed te begrijpen.
Ook in de reclamewereld worden er vaak beelden met elkaar vergeleken om zaken te verkopen of duidelijk te maken.
VA N
8 In de volgende advertenties vind je de combinatie van letterlijke zaken (het product of de boodschap) en een passend beeld (waarmee het product vergeleken wordt). a Wat is de boodschap hier?
b Wat is het doel van de advertenties?
©
boodschap
doel
9 Teksten hebben altijd een tekstdoel. a Wat is het gemeenschappelijke tekstdoel van al die campagnes? b Toch kun je een onderscheid maken tussen de eerste twee campagnes en de laatste twee. Leg het verschil uit in je eigen woorden. LES 20 Beeldspraak
199
3
Beelden in poëzie Nergens spelen beelden zo’n belangrijke rol als in gedichten. In dit deel maak je kennis met de meest voorkomende vormen van beeldspraak.
Vergelijking en metafoor 1 Lees het gedicht Laat alle kleuren los en los er volgende vragen bij op.
Het is juist, ik geef het toe, ik kan niet stilzitten. Dat is niet mijn favoriete hobby. U hebt makkelijk spreken, u loopt alsmaar rond in de klas. Kunnen we niet eens ruilen? Ja, ik heb mijn rilatine al genomen.
xb In strofe 2 ‘buitelen kleuren’. Wat drukt de dichter met dit beeld uit?
VA N
Maar ik ben een vlinder! In mij buitelen duizelend alle kleuren rond. Voel maar, ik heb vleugels onder mijn schouders. En vlinderspieren. Hebt u al eens een vlinder lang zien stilzitten? Zou u niet liever met ons
a Waarom vergelijkt de ik-persoon zichzelf met een vlinder?
IN
Laat alle kleuren los
vrij warboeien en gekkig ondersteboven sommen maken? Waarom kunnen we van deze klas geen vlinderschool maken? Dan kunnen we met u in koor fladderen.
c Welk nieuw woord verzint de dichter om de onrust van de ik-persoon weer te geven?
Daniel Billet. Vlinders in het mijnenveld
2 In het gedicht Zoals vertrekt Judith Herzberg van één element uit de werkelijkheid dat ze ziet en kent, maar moeilijk kan beschrijven. Vind je het terug in het gedicht?
©
3 Hiervoor gebruikt Judith Herzberg zes beelden. Die beginnen allemaal met hetzelfde woord. a Met welk woord begint elk beeld?
b Welke van de situaties ken je zelf? Wat heb je zelf al eens meegemaakt? c Welke van de vergelijkingen snap je niet?
Zoals
Zoals je soms een kamer ingaat, niet weet waarvoor en dan terug moet langs het spoor van je bedoeling, zoals je zonder tasten snel iets uit de kast pakt en pas als je het hebt, weet wat het was, zoals je soms een pakje ergens heen brengt en, bij het weggaan, steeds weer denkt, schrikt, dat je te licht bent, zoals je je, wachtend, minutenlang hevig verlieft in elk nieuw mens maar toch het meeste wachtend bent, zoals je weet: ik ken het hier, maar niet waar het om ging en je een geur te binnen schiet bij wijze van herinnering, zoals je weet bij wie je op alert en bij wie niet, bij wie je kan gaan liggen, zo, denk ik, denken dieren, kennen dieren de weg. Judith Herzberg. Zoals
d Is Judith Herzberg zeker van de vergelijkingen? Geven haar beelden de werkelijkheid goed weer of twijfelt ze daaraan?
200
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
4 In beide gedichten zijn vergelijkingen belangrijk, maar toch is er een verschil in de manier waarop ze worden weergegeven. a Welk(e) woord(en) gebruik je wanneer je een vergelijking maakt? b In welk gedicht is dat woord niet aanwezig? Hoe wordt de vergelijking daar weergegeven?
IN
onthouden
Bij een vergelijking wordt een woord met een ander woord in verband gebracht op basis van een overeenkomst. Je beschrijft de gelijkenis tussen beide woorden om de boodschap duidelijker, mooier of poëtischer te maken. Vaak gebruik je daarbij als, zoals, lijkt op, is als … maar die kunnen ook weggelaten worden. Bv. haar voeten zijn zo koud als ijs (of voeten als ijs; voeten van ijs; haar voeten, koud als ijs …)
VA N
Ook bij een metafoor is er sprake van vergelijking, maar daar wordt enkel het beeld nog genoemd. Bv. De heks (= kwade lerares) stond al in het lokaal. of De tomaat (= iemand die fel bloost) liep de kamer uit.
5 Nu oefenen we even! Vind je in de onderstaande zinnen telkens een vergelijking of een metafoor terug? Kun je de beeldspraak uitleggen? a De vijand kwam als een dief in de nacht.
b Het peloton bereikte de voet van de berg.
c Marijke, dat arme schaap, heeft zich weer laten beetnemen.
©
d Hij schepte op over zijn creatie alsof hij de uitvinder van het wiel was.
e Van leerlingen die pas in de hogere graad tot bloei komen, zijn veel voorbeelden te geven.
woord het peloton: term uit het wielrennen die gebruikt wordt om een grote groep renners te beschrijven
LES 20 Beeldspraak
201
Synesthesie 6 Lees onderstaande tekst uit De Volkskrant. a Vat de inhoud in één zin samen. b Leg uit wat een associatie is.
IN
c Hoe zou een dichter met dit onderwerp aan de slag kunnen gaan?
GEUR ALS SNELWEG NAAR ONZE EMOTIES ‘Wanneer hersengebieden die de geur herkennen tegelijk worden geactiveerd met hersengebieden die gedrag aansturen, ontstaat een associatie.’
VA N
Die associaties zijn bijna onverbrekelijk. Zo slecht als het bewustzijn geuren weet te benoemen, zo sterk is de associatieve band. Ruik een krijtje en je bent terug naar school. Snuif de lucht van
draadjesvlees en je voelt je weer helemaal terug in het huis van je oma. Loop langs een pan met mosselen en je herinnert je die keer dat je ervan over je nek bent gegaan zo heftig, dat het bijna weer gebeurt. Geur is een directe snelweg naar ons verleden en naar onze emoties.
De geur van tijd
7 Lees het gedicht De geur van tijd tweemaal hardop. a Wat bedoelt de dichter met ‘Je ruikt hier een paar eeuwen’?
Tijd heeft een geur ik heb hem zelf geroken toen mijn vader het liet zien het oude kerkje bij Wijns in Friesland.
b Wat vind je van de manier waarop de dichter met associaties omgaat?
c Vergelijk dit gedicht met wat je bij 6c noteerde. Welke gelijkenissen of verschillen zie je?
©
‘Moet je eens kijken,’ zei hij. ‘Je ruikt hier een paar eeuwen.’ Ik keek, stak mijn neus naar voren. En tussen de muur en de deur rook ik tijd stof en verheven woorden vreugde, oude kleren tranen en hout.
Bron: www.volkskrant.nl
8 Op het einde van het gedicht somt de dichter zes zaken op die hem de tijd doen ruiken. Sommige van die zaken kun je normaal gezien niet ruiken. Welke zintuigen gebruik je dan wel bij die woorden?
Remko Ekkers. De geur van tijd
woord de associatie: zie antwoord bij opdracht 6b over zijn nek gaan: overgeven
202
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
9 In de vorige opdracht werkte je rond synesthesie. a Geef zelf een definitie voor die vorm van beeldspraak. b Hieronder vind je vier reclameslogans. Geef aan welke een voorbeeld zijn van synesthesie. ¡ ¡ ¡ ¡
Oerwoudfuif – een pittig avondje uit! Jan Linders: echt lekker voordelig! Smelt voor de warme geur van Dobbelaere koffie in huis Peugeot: De leeuw laat zijn tanden zien
Tijd heeft een geur ik heb hem zelf geroken toen
IN
10 Hoe ruikt de tijd volgens jou? Denk aan je vroegste geurherinneringen en vul het schema aan met je eigen gedicht. Probeer er zelf een synesthesie in te stoppen.
.
‘ ‘, zei
.
‘Je ruikt hier
.’
VA N
Ik keek, stak mijn neus naar voren. En tussen
rook ik tijd
en ,
.
©
14.4.3
LES 20 Beeldspraak
203
Menselijke eigenschappen 11 In dit gedicht wordt de wind voorgesteld als een persoon. a Welke menselijke eigenschappen krijgt de wind? b Waarom wordt hij zo voorgesteld, denk je?
c Hoe noemen we die vorm van beeldspraak?
14.4
¡ ¡ ¡ ¡
vergelijking personificatie synesthesie metoniem
Wees maar niet bang voor de wind, – hij zoekt deze nacht niet naar jou. Of het zou moeten zijn om te vertellen dat op een dag – misschien al gauw – zal komen waar je al zo lang op wacht.
IN
Wees maar niet bang voor de wind, al kolkt hij vannacht rond het huis. Zoekt hij loeiend, razend, huilend iets wat zich niet kan verschuilen, wat hij brullend vast kan grijpen, los kan rukken, weg kan smijten om zijn gierende woede te koelen.
Kees Spiering. Een pijl door je maag
VA N
12 We oefenen nu alle beeldspraakvormen die we leerden kennen! Herken je in de onderstaande voorbeelden een vergelijking, een metafoor, een synesthesie of een personificatie? Verklaar telkens je antwoord!
Wees maar niet bang voor de wind. Beluister zijn ruisen. Misschien vertelt hij vannacht…
a Soms lacht de toekomst je toe.
b Rond je tiende breekt de storm van de puberteit aan.
c Het viergangenmenu biedt een kleurig palet aan smaken.
d Zomernachten die even warm en zacht waren als de buik van konijnenjongen. (Peter Verhelst)
e De nachten zijn daar bitter koud.
f
In dat huis heeft de armoede haar intrek genomen.
©
g Haar koude ogen zeggen genoeg.
h Met lood in zijn schoenen begon hij aan de wedstrijd.
i
Ik voel me als een kleuter die een basketbal wil vastgrijpen. (David Van Reybrouck)
j
Mijn ouderlijk huis is nog steeds een veilige haven voor mij.
13 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je zelf nagaan of je dit lesonderdeel beheerst.
204
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
les
21
Argumenteren 1
Je onderscheidt standpunten, argumenten, feiten en meningen van elkaar
2
1
Facebook: een publiek dagboek?
Je formuleert argumenten en tegenargumenten
IN
Je kent de begrippen mening, standpunt, argument, feit, conclusie
3
1 Bekijk je Facebook- of Instagram-account. Scroll door de eerste vijftig berichten en tel hoeveel hiervan gesponsord zijn. a Hoeveel procent advertenties kwam je tegen? b Vind je dat veel?
2 Surf naar www.facebook.com/ads/preferences en bekijk jouw advertentievoorkeuren.
VA N
a Zijn er advertentievoorkeuren bij die je helemaal niet verwacht had?
b Begrijp je waarom Facebook denkt dat jij hierin geïnteresseerd bent?
Hier lees je op welke manier Facebook jouw gegevens gebruikt zodat adverteerders gericht reclame aan jou kunnen bezorgen.
Facebook zet informatie die gebruiker niet zelf deelt in voor advertenties
©
Amerikaanse onderzoekers tonen aan hoe Facebook ‘schaduwcontactinformatie’ gebruikt voor het richten van advertenties. Het gaat om gegevens die gebruikers niet zelf aan Facebook hebben verstrekt en om telefoonnummers voor beveiliging.
Gebruikers kunnen hun eigen schaduwcontactinformatie niet inzien, omdat ze die niet zelf aan Facebook gegeven hebben. Ook weigert Facebook deze data te verstrekken als Europese gebruikers een beroep doen op het recht op inzage van hun gegevens.
Met het onderzoek tonen de wetenschappers aan dat Facebook telefoonnummers koppelt aan personen, ook als personen dat nummer zelf niet aan het sociale netwerk hebben gegeven. Dat gebeurt bijvoorbeeld als persoon A zijn contacten deelt met Facebook, inclusief een telefoonnummer van persoon B, die wel een Facebook-account heeft, maar nooit zijn nummer heeft gedeeld.
woord
het recht op inzage: een organisatie moet jou binnen een bepaalde termijn kunnen informeren over de gegevens die ze van jou hebben
LES 21 Argumenteren
205
Ook blijkt Facebook telefoonnummers die gebruikers opgegeven hebben ter beveiliging van hun account in te zetten voor gerichte advertenties. Een woordvoerder van Facebook bevestigt dat het sociale netwerk dit doet. Gebruikers die daar niet van gediend zijn, zijn kunnen een andere beveiligingsmethode gebruiken zonder telefoonnummer, aldus Facebook.
Facebook gaat niet tegen de bevindingen van de onderzoekers in, maar verschuilt zich achter zijn voorwaarden en stelt dat gebruikers hun advertentievoorkeuren zelf kunnen aanpassen via instellingen op de site. Bron: www.tweakers.net
IN
3 In het artikel werden sommige woorden gemarkeerd. Verbind die woorden met de zinnen in de tweede kolom. Het vetgedrukte woord (woorden) heeft een gelijkaardige betekenis aan het woord in de eerste kolom. 1 verstrekken
a De analyse van de gegevens gebeurt door onderzoekers.
2 weigeren
b Mark Zuckerberg beaamt dat Facebook gegevens van gebruikers verkoopt aan adverteerders.
3 data 4 een beroep doen op 5 netwerk
c Het Facebook-account van Djamel geeft weer dat hij een erg uitgebreid sociaal web heeft. d Wat deel jij mee via sociale media?
6 inclusief
e Kunt u mij wat informatie geven over het gebruik van sociale media?
7 bevestigen
f
Wereldwijd geven 500 miljoen meer gebruikers de voorkeur aan Facebook ten opzichte van YouTube.
VA N
8 bevinding
g Een andere vaststelling is dat veel jongeren niet zouden willen betalen voor Facebook in ruil voor een account zonder advertenties. h Voor die nieuwe laptop betaalde Sofia € 899, btw meegerekend.
1
2
i
Harry wil zijn telefoonnummer niet bekendmaken op zijn Instagram-account.
j
De leraar riep de hulp in van zijn leerlingen om zijn profielgegevens verder aan te vullen. 3
4
5
6
7
8
4 Verschillende mensen reageerden op dit artikel.
a Lees deze reacties en plaats ze in de juiste tabel: feit of mening. 1
m3gA
©
3.1
2
Chriistiix
Ik heb een Facebook-account om wat zaken te testen (Facebook inloggen op wifi). Ik heb er een volledig nieuw e-mailadres voor aangemaakt. Ik gebruikte dit nooit eerder, maar zodra ik mijn telefoonnummer invulde, had ik mijn volledige contactlijst van Whatsapp als vriendschapsvoorstel. Het wordt steeds gekker. Wij als consumenten worden helemaal uitgemolken voor en door zulke businessmodellen. En dit is gewoon best belachelijk. Dat je je profiel compleet maakt met gegevens die Facebook weer gebruikt, dat weten we ondertussen wel. Maar als je gegevens wil geven voor de veiligheid en deze gewoon weer worden gebruikt voor advertenties, is dat natuurlijk te gek voor woorden.
woord niet gediend zijn van: niet willen de consument: klant, gebruiker
206
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
bBob1970
Gelukkig houdt de EU zich nu met de kwestie Facebook bezig. Helaas duurt het te lang en wordt het hoog tijd dat er boetes van 10% van de jaaromzet komen om Facebook tot de orde te roepen.
4
H92
Herkenbaar. Ik heb een Instagram-account aangemaakt en bewust gekozen om niet in te loggen met Facebook. Ik heb wel hetzelfde e-mailadres gebruikt. Iedereen van mijn vriendenlijst op Facebook die ook Instagram heeft, werd aanbevolen.
5
Bonus
Ik kan nu niet zeggen dat ik het echt abnormaal vind wat Facebook doet. Ze moeten er toch ook iets aan verdienen. Bij de bakker verwacht je toch ook niet dat je je brood gratis meekrijgt?
6
DigitalMaster
Het gemak van Facebook is voor mij belangrijker dan het potentieel ongemak. Ik maal er dus niet om. Niemand wordt hier rechtstreeks door benadeeld. Je kunt nog steeds gewoon doen en laten wat je wilt als je een Facebook-account hebt.
7
Memphis
Alles wat gratis is op het internet, moet ergens van betaald worden, want echt gratis bestaat niet. Je kunt bij Facebook eindeloos veel data gebruiken, net zoals bij Google met bijvoorbeeld YouTube.
8
Bow
Ik heb mijn telefoonnummer lang geleden verwijderd van Facebook. Recent kreeg ik weer een vraag om mijn telefoonnummer op te geven. Het vakje was reeds ingevuld met mijn telefoonnummer.
VA N
IN
3
feit
mening
b Bekijk de forumberichten die een mening uitdrukken opnieuw. Welke zijn positief tegenover de praktijken op Facebook? Welke zijn negatief? positief
5 In de vorige opdracht heb je feiten en meningen van elkaar onderscheiden. Probeer nu die termen te definiëren door de kolommen met elkaar te verbinden. Wat hoort samen? 1 feit
a standpunt
2 mening
b meetbaar
c beoordeling van hoe iemand iets ziet
©
3.1
negatief
d een gebeurtenis of situatie die werkelijk is e zintuiglijk waarneembaar f subjectief g een eigen idee over een onderwerp of situatie h objectief feit
mening
woord potentieel: mogelijk, met de kans dat je … krijgt ergens niet om malen: ergens niet om geven, iets niet erg vinden
LES 21 Argumenteren
207
6 Welk forumbericht sluit het meest aan bij jouw mening over het onderwerp? 7 Probeer in één zin te formuleren wat jouw mening, jouw standpunt is over volgende stelling.
3.2
Facebook verkoopt de profielgegevens van gebruikers aan adverteerders. 8 Leg uit waarom je dit standpunt hebt. Formuleer twee argumenten die je mening onderbouwen.
IN
onthouden
Om iemand van je mening te overtuigen, moet je gebruikmaken van goede argumenten. In je argumentatie geef je de redenen aan waarom je een bepaald standpunt inneemt.
VA N
Bv. Ik vind de Indische keuken heerlijk (standpunt), omdat ik graag pikant eet en het fijn vind om kennis te maken met voeding uit andere werelddelen (argumenten).
2
Standpunt en argument
1 Markeer het standpunt en onderstreep het argument in de volgende uitspraken. a Nog nooit was het zo gemakkelijk om je aan te melden voor een dienst of product, omdat je vaak niet eens een account hoeft aan te maken of een nieuw wachtwoord hoeft te onthouden. Lekker makkelijk. Toch? b Facebook is je agenda, je fotoalbum, je adressenboek, je nieuwsbron, de plek waar je over je passies kunt lezen en praten, en natuurlijk de plek waar je contact houdt met je vrienden en familie - dichtbij én ver weg. Daarom is Facebook onmisbaar in het leven van veel mensen.
©
c Als bedrijf is het belangrijk om actief te zijn op Instagram, want het geeft je merk of product een persoonlijk karakter. d Doordat je foto's op Snapchat – als je ze eenmaal gezien hebt – niet nog een keer kunt bekijken, is het moeilijk om een echt gesprek te voeren. Dit is het grootste nadeel aan dit platform. e Omdat je op TikTok geen volgers nodig hebt om bekeken te worden, verkies ik deze app boven Instagram.
tip Deze signaalwoorden worden vaak gebruikt bij argumenten: omdat, doordat, daarom, dus, aangezien, want …
208
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
2 Wanneer je met iemand discussieert, moet je steeds rekening houden met de argumenten die de ander kan gebruiken. Als je hierop kunt anticiperen, heb je een streepje voor in de discussie. Verbind de argumenten met hun tegenargument. tegenargument
argument
2 Via sociale media krijg je zo veel informatie mee. Dat krijg ik nooit verwerkt. 3 Op Twitter vertellen mensen dat ze koffie halen of naar de wc gaan. Dat vind ik volstrekt oninteressant. 4 Sociale media zijn enkel voor jongeren. Bron: www.frankwatching.com
a Uit onderzoek blijkt dat meer dan 75% van de 65+’ers actief is op sociale media. b Juist door gebruik te maken van aanbevelingen uit je online netwerk, is de informatie die je krijgt vaak heel nuttig. c Je moet inderdaad tijd investeren om de wereld van sociale media te leren kennen en met de verschillende media en tools om te leren gaan. Aan de andere kant helpen de tools ook om tijd te besparen. Twitter vervangt bijvoorbeeld vaak een telefoontje of een mailtje.
IN
1 Ik heb een erg druk leven waardoor ik geen tijd heb om me nog eens bezig te houden met het onderhouden van contacten via sociale media.
d Je bent niet verplicht om bepaalde mensen te volgen op sociale media. Volg enkel wie je interessant vindt.
2
3
VA N
1
4
3 Bedenk nu zelf een tegenargument voor volgende stellingen en argumenten. a Jongeren mogen pas vanaf hun twaalfde op sociale media, want op jongere leeftijd kunnen ze de gevaren nog niet inzien.
b Facebook schendt mijn privacy aangezien het mijn profielgegevens doorspeelt aan adverteerders.
©
3.3
woord anticiperen: vooruitlopen op bepaalde zaken, rekening houden met wat er in de toekomst kan gebeuren
LES 21 Argumenteren
209
3
Computer says no 1 Jef Ausloos doet onderzoek naar alles wat te maken heeft met rechten en plichten van IT-bedrijven. Hij is dus een expert ter zake. In volgende fragmenten lees je wat hij van deze situatie vindt.
Computer says no
D
IN
a Markeer in deze alinea het standpunt van de schrijver en onderstreep de drie argumenten die hij geeft.
VA N
at Facebook een belangrijke impact heeft op mens en maatschappij staat buiten kijf. Het is dan ook hoogst problematisch dat het bedrijf vrijwel geen publieke verantwoording aflegt. In de eerste aflevering van Facebook en ik tracht Tim Verheyden tevergeefs contact op te nemen met een vertegenwoordiger van het bedrijf. Ook zijn uitdrukkelijk verzoek tot inzage in alle data die Facebook over hem bezit en wat ze ermee doet, bleef onbeantwoord. Dat laatste is nochtans een recht dat iedereen in de EU zonder meer kan inroepen op grond van de zogenaamde GDPR. Zelfs wanneer hij dan maar zelf aan Facebooks deur ging aankloppen in Silicon Valley, werden hij en zijn cameraploeg vriendelijk de laan uitgestuurd. Bron: www.vrt.be/vrtnws
b Eén argument zet Jef Ausloos nog eens extra kracht bij. Aan de hand van welke zin doet hij dat?
c Is je antwoord bij opdracht b een feit of een mening?
©
d Vind je dat een sterk (bijkomend) argument of niet? Leg uit.
210
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Dergelijk gedrag is verontrustend voor een bedrijf dat door vele mensen dagelijks gebruikt wordt voor communicatie en nieuwsconsumptie. Zouden we het aanvaarden, moesten minder grote spelers zoals kranten, televisiezenders of telecomoperatoren individuen en journalisten steevast negeren wanneer ze gevraagd worden (problematische) praktijken toe te lichten? 2 In bovenstaande alinea eindigt Ausloos met een vraag die je als argument kunt lezen. Formuleer hiervoor een tegenargument.
IN
3 De schrijver sluit Computer says no af met een conclusie. Welke conclusie past het best bij de twee voorgaande alinea’s?
Dergelijke macht kan bewust of onbewust gebruikt worden voor bedenkelijke doeleinden. Denk maar aan hoe Facebook op moeilijk detecteerbare wijze seksisme, racisme … kan bestendigen en zelfs vergemakkelijken door adverteerders toe te staan om pastinaakrecepten enkel naar de ‘vrouw aan de haard’ te sturen, vastgoed- en jobaanbiedingen enkel aan de blanke middenklasse te tonen, of tienermeisjes te viseren die zich ‘onzeker en waardeloos’ voelen. Ook al was dit alles niet noodzakelijk Zuckerbergs intentie wanneer hij Facebook oprichtte, hij bouwde wel de digitale infrastructuur die het allemaal toelaat.
VA N
¡
¡
Facebook experimenteert dan ook op massale schaal met gebruikers om zo te bepalen welke kleine aanpassingen in lay-out, interactie, newsfeed-volgorde … het langste de aandacht kunnen vasthouden.
¡
Onze relatie met Facebook betreft dus een soort van spiegelraam, waar maar langs één kant doorgekeken kan worden. Het bedrijf heeft inzage in de meest intieme aspecten van ons leven, maar in welk mate laat het ons toe terug te kijken?
¡
Maandag zagen we de eerste aflevering van de nieuwe docu-reeks Facebook en ik van Tim Verheyden, waarin hij zicht probeert te krijgen op het ongrijpbare netwerk dat Facebook geworden is. Wat alvast duidelijk werd, is dat we ons niet alleen zorgen moeten maken over hoe Facebook onze privacy schendt, maar ook over hoe het bedrijf macht over ons uitoefent.
©
3.4
LES 21 Argumenteren
211
4
Uitbreiding: Aan de slag 1 Bekijk het beeldfragment Sociale netwerken betaal je met je persoonlijke data. Wat is jouw standpunt over het geven van jouw persoonlijke gegevens in ruil voor gepersonaliseerde reclame? 2 Formuleer nu drie goede argumenten die jouw standpunt onderbouwen. Geef meteen ook een mogelijk tegenargument. tegenargument
VA N
IN
argument
3 Kies vervolgens een van onderstaande mogelijkheden. Schrijven
Schrijf een reactie bij het beeldfragment. Houd rekening met deze richtlijnen.
• • • •
tip
Je reactie moet een duidelijke IMS-structuur hebben. Gebruik daarvoor het schrijfkader. Je tekst bestaat uit 100-150 woorden. Gebruik woordenlijst.org wanneer je twijfelt over de spelwijze van een woord. Raadpleeg schrijfassistent.be om je tekst te checken.
Debatteren
©
Je leraar zet je samen met twee of drie medeleerlingen. Jullie voeren een gesprek over het gebruik van persoonlijke gegevens om gepersonaliseerde reclame te sturen. • •
tip Gebruik de argumenten die je formuleerde en anticipeer op mogelijke tegenargumenten. Zorg ervoor dat je je niet van de wijs laat brengen door je tegenstanders.
Standpunt innemen Je leraar legt je enkele stellingen voor. Wanneer je het eens bent met een stelling, ga je vooraan in de klas staan. Ben je het oneens, ga dan achteraan in de klas staan.
212
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
22
De samengestelde zin 1
Je kent het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin
2 Je kent het verschil tussen nevenschikking en onderschikking
1
4 Je kent de belangrijkste
nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden en zinsverbanden
3 Je onderscheidt hoofdzinnen van bijzinnen
Enkelvoudige en samengestelde zin
5 Je gebruikt je kennis van onderschikking,
nevenschikking en voegwoorden om je teksten duidelijker, correcter en aantrekkelijker te maken
IN
les
1 Lees onderstaande enkelvoudige zinnen uit de roman Marina van Carlos Ruiz Zafón.
a Onderstreep telkens de woorden die je nodig hebt om de kern van de boodschap te begrijpen. b Om welke zinsdelen gaat het?
VA N
•
In mei 1980 verdween ik.
•
Een week later herkende een politieman in burger de wegloper.
•
De beschrijving klopte.
•
De jongen doolde in de buurt rond.
•
We rustten op een bankje op het perron.
2 Lees nu onderstaande samengestelde zinnen uit dezelfde roman. a Duid de onderwerpen en persoonsvormen aan.
b Vergelijk de zinnen met de zinnen uit de vorige oefening. Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin?
c Hoe maak je een samengestelde zin?
©
•
Hij gaf me wat kleingeld en hij droeg me op mijn mentor op het internaat te bellen.
•
Hij wachtte tot ik het telefoontje had gepleegd.
•
Hij gaf me toen geld voor een taxi en wenste me veel geluk.
•
Ik vroeg of hij zeker wist dat ik niet opnieuw zou verdwijnen.
•
Hij vergezelde me naar de straat en nam afscheid, zonder me te vragen waar ik was geweest.
•
Ik nam een taxi naar het internaat, waar me vermoedelijk het executiepeloton opwachtte.
LES 22 De samengestelde zin
213
3 Welke zinnen vind je beter klinken? Geef twee redenen. 4 Beschrijf in tien enkelvoudige zinnen een gebeurtenis uit je dagelijks leven.
IN
VA N
5 Lees het verhaal voor aan je buur en beluister ook zijn/haar verhaal. a Wat vind je van teksten die alleen uit enkelvoudige zinnen bestaan?
b Welke zinnen kun je samennemen? Bouw die zinnen om tot een samengestelde zin.
©
c Welk advies kun je een schrijver dus meegeven?
214
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
6 Duid in het onderstaande tekstfragment alle onderwerpen en persoonsvormen aan. Schrijf tussen de haakjes achter elke zin of het om een enkelvoudige zin (EZ) of een samengestelde zin (SZ) gaat.
VA N
‘Marina is een gedenkwaardig sprookje voor jongvolwassene en oudere lezers met heimwee naar de tijd dat ieder verhaal nog op z’n pootjes terechtkwam.’ Sweekly ( )
IN
‘Marina verdient vijf sterren voor de schoonheid van de taal en de originele plot.’ Hebban.nl ( )
Carlos Ruiz Zafón Marina
Mei 1980. Elke vierde zondag van de maand verschijnt in het kerkhof van Barcelona een koets die getrokken wordt door zwarte paarden. ( ) Een vrouw in een zwarte mantel stapt uit. ( ) Ze loopt naar een naamloze grafsteen waarop alleen een mysterieuze afbeelding van een zwarte vlinder te zien is. ( ) Als de 15-jarige Oscar en Marina besluiten haar te achtervolgen, begint een reis die hen naar een duister geheim leidt in het raadselachtige labyrint onder de straten van een vergeten, naoorlogs Barcelona. ( )
Nevenschikking en onderschikking
1 Lees de onderstaande zinnen uit Marina en duid de onderwerpen en pv’s aan. a Ik geloof dat ik in mijn hele leven nog nooit zo stipt was geweest. b De stad liep nog in pyjama rond toen ik de Plaza Sarría overstak. c Een zwerm duiven vloog op toen ik snel langsliep.
d Een stelletje mussen zat knus op een hoge muur en een rosse kater bekeek hen. e Het dier liet een brommetje ontsnappen en volgde me.
©
2
onthouden
Signaalwoorden zijn kleine woorden die je gebruikt om zinnen samen te voegen. In dagelijkse communicatie gebruiken we heel vaak en, maar en dat.
LES 22 De samengestelde zin
215
2 Hieronder staan de zinnen uit opdracht 1 zonder hun signaalwoorden. Er werd niets aan de woordvolgorde veranderd. Duid aan welke zinnen correct zijn en welke niet. a ¡ Ik geloof. ¡ Ik in mijn hele leven nog nooit zo stipt was geweest. b ¡ De stad liep nog in pyjama rond. ¡ Ik de Plaza Sarría overstak. c ¡ Een zwerm duiven vloog op. ¡ Ik snel langsliep.
¡ Een rosse kater bekeek hen. e ¡ Het dier liet een brommetje ontsnappen. ¡ (Het) volgde me.
IN
d ¡ Een stelletje mussen zat knus op een hoge muur.
3 Kijk naar de plaats van de onderwerpen en persoonsvormen in zinnen a, b en c. Vergelijk dit met de plaats in zinnen d en e.
VA N
4 Zinnen a, b en c noemen we ondergeschikte zinnen (onderschikking), zinnen d en e noemen we nevengeschikte zinnen (nevenschikking). a Overloop de kenmerken die je hieronder vindt.
b Geef telkens aan of ze horen bij onderschikking of nevenschikking.
Het onderwerp en de persoonsvorm staan altijd naast elkaar.
¡ onderschikking ¡ nevenschikking
Je kunt de zin splitsen in twee correcte enkelvoudige zinnen.
¡ onderschikking ¡ nevenschikking
De woordvolgorde verandert als je een signaalwoord toevoegt.
¡ onderschikking ¡ nevenschikking
Je kunt het signaalwoord vervangen door een leesteken en de zinnen blijven correct.
¡ onderschikking ¡ nevenschikking
Als je de zin opsplitst in twee enkelvoudige zinnen, krijg je een ongrammaticale zin.
¡ onderschikking ¡ nevenschikking
Het onderwerp en de persoonsvorm staan niet altijd naast elkaar.
¡ onderschikking ¡ nevenschikking
Als je het signaalwoord vervangt door een leesteken, blijft er maar één zin correct.
¡ onderschikking ¡ nevenschikking
De woordvolgorde blijft hetzelfde als je een signaalwoord toevoegt.
¡ onderschikking ¡ nevenschikking
© 216
samengestelde zin
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
3
Hoofdzinnen en bijzinnen In het vorige deel zag je dat je niet zomaar een signaalwoord kunt schrappen. Soms moet je de woordvolgorde aanpassen om een samengestelde zin op te delen in enkelvoudige zinnen. 1 Herschrijf de volgende zinnen zonder signaalwoord. a Verander niets aan de woordvolgorde. b Schrijf een vinkje naast elke zin die nog correct is en een kruisje naast elke zin die niet correct is.
•
Ik durfde niet om te kijken want ik was te bang.
•
Ik durfde niet om te kijken omdat ik te bang was.
IN
c Schrijf naast de samengestelde zin of het een nevenschikking of een onderschikking is.
VA N
2 Vul nu de tekst in het kader aan op basis van wat je al geleerd hebt.
onthouden
Een zin bestaat uit twee of meer gelijkwaardige zinnen waarin het
onderwerp en de persoonsvorm telkens naast elkaar staan. Dat noemen we hoofdzinnen of rompzinnen. De signaalwoorden in deze zinnen noemen we
voegwoorden.
Een zin bestaat uit één (waarbij het
onderwerp en de persoonsvorm naast elkaar staan) en één bijzin (waarbij het onderwerp
en de persoonsvorm niet naast elkaar staan). Een bijzin kan niet op zichzelf staan. De
©
signaalwoorden in deze zinnen noemen we voegwoorden.
LES 22 De samengestelde zin
217
3 Zijn de onderstaande zinnen enkelvoudig (EZ) of samengesteld (SZ)?
11.1.7
a Zet een kruisje in de juiste kolom. b Bij een samengestelde zin schrijf je in de laatste kolom of het om nevenschikking (N) of onderschikking (O) gaat. c Als je te maken hebt met onderschikking, dan onderstreep je de bijzin. EZ SZ N/O 1 Een leerstrategie is de manier waarop leerlingen het leren aanpakken zodat ze makkelijker hun leerdoel bereiken.
IN
2 Er bestaan veel zo’n strategieën, maar welke leerstrategieën werken echt? 3 De leerstof verspreid oefenen en instuderen is een goede tactiek omdat het een beter effect heeft op je langetermijngeheugen dan één lange studeersessie.
4 Herhaal de leerstof liefst niet onmiddellijk na de les, want dan herken je nog te makkelijk de geziene leerstof. 5 Als je de leerstof herkent, moet je je minder inspannen om te leren. 6 Deze strategie werkt voor alle leeftijden en vakken.
VA N
7 Het is gemakkelijk te integreren, ook al bundelen handboeken oefeningen vaak per onderwerp.
8 Je leraar plant dan best al wat vooruit en voegt herhalingsoefeningen toe op gepaste tijdstippen. 9 Zo kan hij uitstelgedrag tegengaan.
10 Nog een goede strategie is het samenvatten van de leerstof in je eigen woorden waardoor je de leerstof actief instudeert. 11 Doordat je actief moet nadenken over een zo duidelijk mogelijke verwoording, blijft de leerstof beter hangen. 12 Je kunt ook verschillen en gelijkenissen proberen zoeken.
13 Deze aanpak werkt vooral bij onderwerpen die je al voldoende kent.
Bron: www.klasse.be
11.1.8
4 Welke woorden verbinden de samengestelde zinnen in oefening 3? Schrijf die signaalwoorden in de juiste kolom.
©
nevengeschikte voegwoorden
218
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
ondergeschikte voegwoorden
4
Zinsverbanden Zoals je hebt geleerd, kun je enkelvoudige zinnen samenvoegen met signaalwoorden of voegwoorden om een samengestelde zin te bekomen. Het signaalwoord dat je gebruikt, drukt telkens een verband tussen de enkelvoudige zinnen uit. In ‘Ik durfde niet om te kijken omdat ik te bang was’ geeft ‘omdat’ een reden aan. In de zin ‘Ik wou drinken, maar de melk was zuur’ duidt ‘maar’ op een tegenstelling.
IN
1 Markeer het signaalwoord in onderstaande zinnen en benoem telkens het verband. a Ik moest het huis alleen schoonmaken, want niemand wilde me helpen. verband:
b Wanneer hij eindelijk thuiskwam, keek iedereen op. verband:
VA N
c Ze hield van hem, maar durfde het hem niet te vertellen. verband:
d Als het morgen niet regent, gaan we buiten spelen. verband:
e Hoewel hij slim was, behaalde hij het slechtste resultaat van de klas. verband:
2 Verbind de onderstaande signaalwoorden met het correcte zinsverband. Schrijf je antwoorden in het kader onder de oefening. zinsverband
signaalwoord
1 aangezien
a opsomming/aaneenschakeling
2 waardoor
b tegenstelling
3 alsof
c gevolg
4 dat/die
d oorzaak
5 en
e vergelijking
6 maar
f
7 wanneer
g voorwaarde
8 indien
h toegeving
9 hoewel
i
reden
10 doordat
j
doel
©
4.5.4
tijd
k enkel grammaticaal verband; geen echte betekenis 1
2
LES 22 De samengestelde zin
3
4
5
6
7
8
9
10
219
3 Hieronder vind je een aantal samengestelde zinnen. a Markeer alle signaalwoorden. b Benoem het verband dat uitgedrukt wordt.
2 Er bestaan veel zo’n strategieën, maar welke leerstrategieën werken echt?
3 De leerstof verspreid oefenen en instuderen is een goede tactiek omdat het een beter effect heeft op je langetermijngeheugen dan één lange studeersessie.
4 Herhaal de leerstof liefst niet onmiddellijk na de les, want dan herken je nog te makkelijk de geziene leerstof.
5 Als je de leerstof herkent, moet je je minder inspannen om te leren.
IN
1 Een leerstrategie is de manier waarop leerlingen het leren aanpakken zodat ze makkelijker hun leerdoel bereiken.
6 Het is gemakkelijk te integreren, ook al bundelen handboeken oefeningen vaak per onderwerp.
8 Nog een goede strategie is het samenvatten van de leerstof in je eigen woorden waardoor je de leerstof actief instudeert.
VA N
7 Je leraar plant dan best al wat vooruit en voegt herhalingsoefeningen op gepaste tijdstippen toe.
9 Doordat je actief moet nadenken over een zo duidelijk mogelijke verwoording, blijft de leerstof beter hangen. 10 Deze aanpak werkt vooral bij onderwerpen die je al voldoende kent.
Bron: www.klasse.be
4 Verbind nu zelf de onderstaande enkelvoudige zinnen door een signaalwoord toe te voegen. Gebruik in elke zin een ander signaalwoord. a Markeer het signaalwoord.
b Noteer welk zinsverband je gebruikt hebt.
c Omcirkel of je een nevengeschikte (N) of ondergeschikte (O) zin maakte. 1 Ik zette de televisie uit. Ik vond de film niet leuk. zin:
©
verband: N / O
2 Het regent buiten. Ik kan niet buiten spelen. zin:
verband: N / O 3 We waren te laat. Er lag een boom op de weg. zin: verband: N / O
220
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
4 Ik vond hem knap. Zij vond hem lelijk. zin: verband: N / O 5 Ze werkte hard. Ze behaalde slechte resultaten. zin:
verband: N / O 6 Je moet goed je best doen. Je wilt slagen. zin: verband: N / O
IN
5 Schrijf nu zelf een kort tekstje (ongeveer acht zinnen) over het vak Nederlands bij jou op school.
VA N
a Wissel enkelvoudige zinnen af met samengestelde zinnen. Gebruik minimaal vier verschillende signaalwoorden. b Ruil je tekst met die van een medeleerling. •
• • •
Duid in de tekst van je medeleerling alle onderwerpen en persoonsvormen aan. Markeer de signaalwoorden. Onderstreep de bijzinnen in ondergeschikte zinnen. Bespreek mondeling welke zinsverbanden jullie gebruikt hebben.
©
LES 22 De samengestelde zin
221
5
Zelftoets Lees het onderstaande artikel over taalonderwijs uit De Morgen. a Duid in elke zin het onderwerp en de persoonsvorm aan. b Schrijf bij de zinnen waar (haakjes) naast staan of het gaat om een enkelvoudige zin (EZ) of een samengestelde zin (SZ).
IN
c Bij een samengestelde zin, geef je ook aan of het een nevenschikking (N) of onderschikking (O) is.
TAAL, TAAL EN NOG EENS TAAL
Benut de taaltalenten van leerlingen. Doordat een taal makkelijker aan te leren is op jongere leeftijd, zijn jonge mensen fantastische taalverwervers. Jonge mensen kunnen het aan om meerdere talen te verwerven, dus kunnen ze ook heel wat inzichten en vaardigheden die ze in hun moedertaal hebben verworven, overdragen naar een volgende taal. De tijd is rijp om in Vlaanderen de meertaligheid van leerlingen sterker aan te boren en positief in te schakelen in de verwerving van het Nederlands. ( )
VA N
Kris Van den Branden zet enkele principes op een rij voor het taalonderwijs in Vlaanderen. ( ) Hij is als hoofddocent taalkunde verbonden aan de KU Leuven en is directielid van het Centrum voor Taal en Onderwijs. ( ) Bij de start van het nieuwe schooljaar verklaart én nuanceert Kris Van den Branden de invloed van taal op onderwijssucces. ‘Als alle anderstalige ouders thuis Nederlands zouden spreken met hun kinderen, zou het schooltaalprobleem níét opgelost zijn.’ ( )
Het is spijtig maar waar: voor veel leerlingen wordt het nieuwe schooljaar geen succes. Velen hebben erop gewezen dat taal daarin een sleutelrol speelt. ( ) Vlaanderen is niet de enige regio ter wereld die met dat probleem kampt. ( ) Vanuit internationaal onderzoek naar de impact van taal op onderwijssucces, schuiven we de volgende sleutelprincipes naar voren. ( )
©
Werk aan taalontwikkeling op alle onderwijs niveaus. Een doorgedreven investering in taalontwikkeling vanaf het eerste kleuterklasje is sterk gewenst, maar ook in het basisonderwijs, het secundair onderwijs én het hoger onderwijs moeten onderwijsinstellingen blijven timmeren aan de taalontwikkeling van leerlingen. ( )
Werk aan taalontwikkeling in alle vakken. Taal is hét werkinstrument van alle leerkrachten. ( ) In alle vakken gebruiken leerkrachten taal om leerlingen te onderwijzen en te evalueren. Als alle anderstalige ouders thuis Nederlands zouden spreken met hun kinderen, zou het schooltaalprobleem niet opgelost zijn. Schooltaal is immers iets anders dan dagelijkse spreektaal. ( ) Het is ook niet zo dat het niveau automatisch daalt bij aandacht voor sociaal kwetsbare leerlingen. ( )
222
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
Het gaat niet alleen om taal. Hoewel taal een cruciale factor in onderwijssucces is, kan niet alles door taal verklaard en verholpen worden. ( ) We moeten allen zorg dragen voor het welbevinden, de betrokkenheid en het zelfvertrouwen van de leerlingen en we moeten investeren in hun leerpotentieel. ( ) Bron: www.demorgen.be
woord het principe: uitgangspunt, beginsel nuanceren: minder zwart-wit bekijken, met meer detail bespreken kampen met: te maken hebben met de impact: effect, invloed verwerven: verkregen (na inspanning) aanboren: beginnen gebruiken, starten met cruciaal: beslissend, bepalend
les
23
Kortverhaal 1
Je vertelt hoe je een verhaal ervaart
3
2
Je verbindt het verhaal met de realiteit
Je vergelijkt een verhaal met je eigen situatie
Situeren
IN
1
VA N
1 De titel van het kortverhaal is voorlopig een goed bewaard geheim. Probeer aan de hand van de rebus de titel te achterhalen.
2 Welk soort verhaal verwacht je bij deze titel? Leg uit waarom je dit zegt. 3 De schrijver van dit kortverhaal is Dirk Bracke. a Wat weet je over deze auteur?
b Welke titels kun je van hem opnoemen?
onDERWEG
©
Dirk Bracke is een heel bekende Vlaamse jeugdschrijver. Naast het schrijven houdt hij van voetbal, volleybal, joggen en stevige rockmuziek.
De verhalen van Dirk Bracke zijn hard en realistisch, maar ook spannend en meeslepend. Hij schrijft meestal over actuele en moeilijke thema’s. Hij schrijft onder meer over incest (Straks doet het geen pijn meer), aids (Het uur nul), autisme (Een lege brug), jeugdbendes (Black), homoseksualiteit (Zij en haar), tienermoeders (Over tijd), straatkinderen (Een vlieg op de muur) en kindsoldaten (Als de olifanten vechten). Aan zijn boeken gaat heel wat opzoekingswerk vooraf, zodat je in zijn verhalen tegelijk een heleboel informatie krijgt.
LES 23 Kortverhaal
223
Het verhaal beleven
2
Je krijgt het kortverhaal hier in drie delen. Na elk deel beantwoord je in groepen van drie de vragen bij elk fragment. Elke leerling neemt een rol op. • Leerling 1 is de aanvoerder van de groep en zorgt ervoor dat de groep goed functioneert en iedereen aan bod komt. • Leerling 2 is de notulist en neemt al het schrijfwerk voor zijn/haar rekening. • Leerling 3 is de woordvoeder en brengt mondeling verslag uit voor de klas.
IN
tip In groep werken betekent dat je actief naar elkaar luistert. De volgende zaken zijn hierbij van belang: 1 Je luistert naar de mening van de groepsleden. 2 Je laat de groepsleden uitspreken. 3 Je stelt vragen wanneer iets niet duidelijk is in de uitleg van een ander groepslid. 4 Je respecteert wat andere groepsleden zeggen.
Op het einde van het groepswerk evalueer je in welke mate jij en je groepsleden al dan niet actief naar elkaar kunnen luisteren.
VA N
Meegesleurd Deel 1
1
5
10
©
15
Dag 1 Die ochtend scheen de zon over de Graslei en dat klopte niet. Het moet regenen en een ijzige wind moet iedereen doen beven van de kou, dacht ik. Op andere dagen fietste ik zwierig tussen de voetgangers en de andere fietsers, maar nu mocht ik niet vergeten om te trappen of ik zou vallen. Op de brug van de Sint-Michielshelling stond Marcia. Zoals elke ochtend zat ze op haar fiets en ze hield zich met een hand op de brugleuning in evenwicht. Zou ze iets weten? vroeg ik me af. Maar nee, hoe kan Marcia al iets weten? Geruchten gaan snel, besefte ik. En de buren hebben het vast gezien. Twee mannen die pa naar de politieauto leidden, terwijl een derde pa’s laptop en een doos met dvd’s in de autokoffer plaatste. De hele tijd had ik me op de bank teruggetrokken. Onbeweeglijk, met een kussen als een buffer in mijn armen tegen me aangedrukt. Griet zat naast me op de bank. Ze was al zeventien, twee jaar ouder dan ik. Maar ook Griet zweeg en luisterde. Achter de deur riep ma luid naar pa, naar de politiemannen. Eigenlijk wilde ik niets horen, maar ik kon me niet bedwingen om te luisteren. Weet jij waarom? fluisterde Griet. Nee, mompelde ik. Zou het iets met zijn werk op de bank te maken hebben? Het protest van ma werd zwakker. Ik zat met mijn rug naar het raam omdat ik niet wilde zien hoe pa werd weggevoerd. Maar ik voelde dat achter de ramen mensen naar de politieauto loerden en dat ze gokten wat er aan de hand was.
20
Gelukkig kwebbelde Marcia honderduit zodat het minder opviel dat ik geen zin had om te praten. Toch voelde ik me veiliger toen we eindelijk op het schoolplein arriveerden. Nu was het niet enkel Marcia en ik. ‘Moet je Joyce zien.’ Met een hoofdknikje wees ik naar een meisje dat vrolijk huppelend kwam aangerend. Nel volgde uitgelaten haar spoor.
woord honderduit: continu, enthousiast en zonder ophouden
224
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
‘Moeten jullie wat weten?’ riep Joyce al van op een afstand. Hoewel het gezicht van Joyce vrolijk stond, leek het alsof er een emmer ijskoud water over me werd uitgestort. Zou ze het al weten, flitste het angstig door mijn hoofd. ‘Van de Velde is ziek!’ ‘Yes!’ riep Marcia uit. Ze greep met beide handen mijn middel vast om samen een dansje te maken. Gelaten liet ik me meeslepen. ‘Ben je dan niet blij!’ riep ze vrolijk. ‘Geen toets vandaag!’ ‘Toch wel’, probeerde ik enthousiast te klinken. Joyce en Marcia keken elkaar vragend aan.
25
30
IN
Ik moet nog naar de Fnac, wuifde ik bij de schoolpoort Marcia weg. Zonder op een reactie te wachten, reed ik naar de andere kant van de straat. Ik voelde me opgelucht omdat de schooldag achter de rug was. Ik had geprobeerd om de lessen te volgen, geprobeerd om met de anderen mee te praten en mee te giechelen, maar de beelden van de vorige avond verschenen telkens onhoudbaar voor mijn ogen. Ergens wilde ik snel thuis zijn om te weten hoe het nu verder ging, maar ook zag ik er ontzettend tegenop om naar huis te gaan. ‘Hei!’ Op het nippertje ontweek ik een vrouw die opeens de straat dwarste. Ik kneep de remmen dicht en ik moest haastig een voet op de stenen zetten omdat mijn voorwiel in het tramspoor terechtkwam. Nijdig keek ik over mijn schouder en ik zag hoe de vrouw me nakeek. ‘Heb je soms prut in je ogen!’ Het deed me deugd dat ik eens kon schreeuwen. Ik trapte mijn fiets weer in gang. Het is goed dat ik niets aan Marcia verteld heb, dacht ik. Niemand weet iets. En misschien is het gewoon een vergissing, is pa onschuldig. Als pa straks terug thuis is, dan is alles weer zoals vroeger. Toch voelde ik dat het nooit meer zoals vroeger zou worden.
35
VA N
40
45
1 Beschrijf je eerste reactie op het verhaal.
a Kies een van onderstaande beoordelingswoorden.
b Geef aan waarom je dat vindt. Dat doe je met een argument of een voorbeeld. spannend
saai
grappig
onecht
interessant
herkenbaar
verrassend
zielig
geloofwaardig
waardeloos
2 Geef een zo concreet mogelijk beeld van het hoofdpersonage van dit verhaal.
©
3 Werden er te veel gedachten en gevoelens beschreven of net te weinig?
4 Wat is er volgens jou met de vader gebeurd? 5 Wat vond je van de beginzinnen van dit fragment?
woord nijdig: scherp, boos
LES 23 Kortverhaal
225
55
60
Opeens hoorden we een auto voor ons huis stoppen. Haastig stond Griet op en liep naar het raam. ‘Politie’, zei ze enkel terwijl ze het gordijn enkele centimeters opzij trok. De buren zullen weer voor hun vensters staan, dacht ik. Meteen scheurde een deurbel de stilte in het huis kapot. Ma kwam overeind en ze liep naar de hal. Een politievrouw kwam binnen. Ma en een politieman volgden haar spoor. ‘Ik zou eens met jullie willen praten’, zei de vrouw.
VA N
65
IN
50
Deel 2 Dat is vreemd, dacht ik toen ik mijn fiets langs het raam liet uitbollen en ik merkte dat de gordijnen waren dichtgetrokken. Opeens voelde mijn keel droog aan. Ik viste de sleutel uit mijn broekzak. Stilletjes duwde ik mijn fiets naar het stalletje achter het huis en liep langs de keuken naar binnen. ‘Dag’, zei ik toen ik ma in het halfduister op een stoel zag zitten. Ze probeerde een mislukte glimlach op haar lippen te persen. ‘Je hebt de gordijnen gesloten?’ ‘Sommige mensen loeren door het raam. Ik weet ook niet wat ze verwachten om te zien …’ Ze tilde gelaten haar hand op. ‘Er bestaan nu eenmaal zulke mensen.’ Ze haalde vermoeid haar handen over haar gezicht. ‘Waarom? Waarom moest hij dat doen?’ Ze vroeg het op een toon die geen antwoord verwachtte. Ze was vast bang voor het antwoord. Ma beet op haar onderlip alsof ze zich schuldig voelde, alsof ze zelf kinderporno op zijn laptop downloadde. ‘Nu begrijp ik waarom hij elke avond in zijn bureau moest werken. Alsof zijn job nooit ophield. Ik kan me wel voor de kop slaan omdat ik soms medelijden met hem had.’ Ze rilde even en legde haar handen op het tafelblad. Ik zag dat ze haar trouwring niet meer droeg. Een bleke ring sloot nu rond haar vinger. ‘Ik denk niet dat ik iets verkeerd gedaan heb, Liesje. Ik denk niet dat hij zo in mij teleurgesteld was …’ Ik wil het niet horen, dacht ik. Ik voelde me zelf al zo rot, ik kon de ellende van ma er niet bijnemen. ‘Waarom moest hij alles kapot maken?’ ‘Ik wil het liever niet horen, ma’, zei ik zacht. Gelukkig, dacht ik toen ik Griet hoorde. Nu moest ik het verdriet van ma niet meer alleen dragen.
70
75
Op het schoolplein zag ik meteen dat het gezicht van Joyce op mij gericht was en dat haar ogen van me wegvluchtten. Hoewel ik haar onmogelijk kon horen, zag ik dat ze achter haar hand fluisterde. Ze roddelen over mij! Toen ze haar hand liet zakken dacht ik duidelijk te merken dat haar lippen Liesje vormden. Alsof ze verwachtte dat ik haar automatisch zou volgen liep Marcia naar de meisjes. ‘Hoi’, zei Marcia. ‘Hallo’, zeiden Joyce en Nel tegelijk alsof ze het gerepeteerd hadden. Ik merkte dat hun blikken me ontweken en ik voelde me plotseling niet lekker. ‘Is er iets?’ vroeg Marcia verbaasd. ‘Nee’, zei Nel te vlug. Joyce loerde me afwachtend aan alsof ze verwachtte dat ik spontaan over pa zou vertellen. ‘Ik heb gehoord dat jouw vader in de gevangenis zit. Kinderporno.’
©
80
Dag 2 Papa lag bovenop de deken. Ik lag lekker toegestopt in bed en leunde met mijn hoofd tegen zijn schouder. Griet lag in haar nachtkleed naast pa en ze keek mee naar de plaatjes in het boek die pa telkens aanwees. De herinnering deed tranen in mijn ogen vechten terwijl ik over de Graslei fietste. Waarom wist ik niet, maar de hele nacht had ik aan vroeger gedacht. ‘Shit! Had je aan ma niet genoeg?’ tierde ik binnensmonds terwijl ik mijn fietstrappers martelde. ‘En dan nog met kinderen!’ Meisjes jonger dan ik, had ma gezegd. Marcia wachtte op de brug en ze zwaaide. Ze weet het niet, dacht ik opgelucht.
85
90
woord spontaan: uit zichzelf, zonder verplichting
226
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
95
100
105
6 Hoe is de relatie tussen Liesje en haar mama?
IN
Ik had de klap verwacht, maar toch kwam hij nog hard aan. Even vroeg ik me af hoe ze wist dat mijn vader was opgepakt wegens kinderporno. Misschien gisten de mensen maar wat en klonk het woord kinderporno het meest vies, het meest sensationeel. Het was vreemd, maar eigenlijk had ik liever gehad dat hij was meegenomen wegens diefstal of fraude of zoiets. Misschien klonk zelfs moord beter. Beschaamd, alsof ik de schuldige was, keek ik naar het asfalt tussen mijn voeten. ‘Neeee … toch.’ Marcia liet haar nee ongelovig lang klinken. Ze keerde zich naar mij. ‘Is dat echt waar?’ Mijn zwijgen vertelde alles. Het bleef stil ondanks het lawaai op het schoolplein. Onbewust schoof Marcia een beetje van me weg. ‘Ik heb het niet gedaan’, zei ik nijdig. ‘Niemand wist het.’ ‘Het moet vast heel erg zijn voor jullie’, zei Nel. ‘Er is toch niets met jou gebeurd?’ vroeg Joyce. Ze klonk meelevend, maar ik voelde dat ze vooral nieuwsgierig was. ‘Nee, helemaal niet.’ De politievrouw had gisteren dezelfde vraag gesteld. Er is toch niets met jou gebeurd? Die nacht had ik in mijn geheugen gegraven. Ik probeerde me te herinneren of papa me vervelend aanraakte als hij me in bed stopte of keek hij op een andere manier naar me als ik in mijn blootje van de badkamer naar mijn kamer liep. Ik dacht het niet, maar helemaal zeker zou ik nooit meer zijn.
VA N
a Geef een globale beoordeling waarbij je één positief aspect van hun relatie geeft, één aspect dat je vreemd vindt en één aspect waar je je echt vragen bij stelt. b Op regel 62 staat ‘Ik wil het niet horen, dacht ik. Ik voelde me zelf al zo rot, ik kon de ellende van ma er niet bijnemen.’ Wat vind je van die gedachte?
7 Welke betekenis geef je nu aan de titel? Vergelijk met de invulling die je eraan gaf voor het lezen.
8 Rond welk thema draait het verhaal? Maak in maximaal vier zinnen een samenvatting van het verhaal.
©
9 In dit fragment zien we hoe Liesjes vriendinnen op het voorval reageren. a Welke verschillende reacties zie je? b Doen de personages je aan iemand denken?
woord de fraude: vervalsing, bedrog
LES 23 Kortverhaal
227
115
120
125
VA N
130
IN
110
Deel 3 Omdat we niet eeuwig in het schemerduister konden leven, hingen de gordijnen terug waar ze hoorden. Ergens voelde ik opluchting toen ik het zag. Het leek er een beetje op dat we ons gewone leventje konden hervatten. Ma probeerde zelfs te glimlachen toen ik in de woonkamer kwam. Als een drenkeling die even boven water komt, dacht ik. ‘Hoe was het?’ vroeg ze. ‘Op school weten ze het nu ook.’ ‘Was het erg?’ ‘In het begin wel, maar op de duur deed het me niks meer’, zei ik om ma niet terug onder het wateroppervlak te duwen. Griet kwam uit de keuken. Ik had niet eens gemerkt dat ze er al was. Op vrijdag is ze altijd vroeger thuis, besefte ik. Zonder iets te zeggen, plofte ze naast me op de bank. We zaten met onze rug naar het raam en ik merkte dat ma opeens verstijfde. Haar ogen keken over me heen alsof ze een spook zag. Een seconde later werd er gebeld. ‘Pa?’ vroeg ik. Ma knikte. Als bevroren bleef ze op de stoel zitten. ‘Wat nu?’ vroeg ze alsof ze de beslissing aan ons overliet. ‘Moet ik de deur openen?’ Ik schrok toen de bel voor de tweede keer rinkelde. Dit keer belde hij langer en feller. Hij wil zo snel mogelijk uit de ogen van de buren verdwijnen, besefte ik. ‘Zal ik …’ Ma hield me met een armgebaar tegen. ‘Moet ik nog met hem verder?’ vroeg ze aan ons, maar ze vroeg het wellicht aan zichzelf. Ik kreeg het koud. Vorige nacht had ik me ook afgevraagd of pa en ma en wij nog samen … ‘Ik wil niet meer met hem in een bed liggen!’ zei ze heftig. De bel sneed weer door het huis en nu wilde hij blijkbaar de knop niet meer lossen. Ma veerde recht en ze trok de deur achter zich dicht. Het is niet zo erg als je denkt. Nee? Waarom heeft de politie je dan meegenomen? Ik wil dat je jouw spullen pakt en verdwijnt! Waarom? Het is ook mijn huis! Griet en ik durfden bijna niet te ademen om geen woord te missen. Durf je Griet en Liesje nog onder de ogen te komen? Waarom niet? Ik heb hen toch niks misdaan? Als jij niet gaat dan ga ik weg! Griet en ik keken elkaar verbijsterd aan. Ma weggaan? ‘We moeten toch niet verhuizen omdat hij met vieze dingen bezig was’, siste Griet. ‘Hij moet het huis uit. Wat denk jij?’ Ik kromp in elkaar en sloeg mijn armen om mijn knieën, alsof ik zo klein mogelijk wilde zijn. ‘Pa het huis uit?’ herhaalde ik stil. Ik wist het niet. Ik wilde enkel dat alles zo snel mogelijk voorbij zou zijn. Dat alles zoals vroeger werd. En toch … er was te veel gebroken dat niet meer kon gelijmd worden.
135
140
145
©
10 Je krijgt hier een aantal beoordelingswoorden. opgewekt
spannend
saai
meeslepend
ongeloofwaardig
vaag
duister
ontroerend
waardeloos
gevoelloos
overtuigend
weinig zeggend
langdradig
realistisch
nauwkeurig
waardevol
a Sorteer de woorden in twee kolommen: een kolom met positieve woorden, een met negatieve. b Zorg ervoor dat antoniemen naast elkaar staan. c Duid bij elk duo aan welk woord het beste overeenkomt met jouw mening.
woord de drenkeling: iemand die uit een schip viel in volle zee
228
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
negatieve beoordelingswoorden
IN
positieve beoordelingswoorden
11 Welke passage uit het kortverhaal is jou het meest bijgebleven? Zoek de passage op en lees een fragment voor. Vertel daarbij: • waarom het fragment je geraakt heeft; • wat je vindt van de manier waarop de auteur de gebeurtenissen onder woorden brengt. 12 Zou je het verhaal aan iemand aanraden? Aan wie (een bepaald persoon, een bepaalde groep mensen, lezers van een bepaald genre of soort boeken …)?
VA N
13 Welke betekenis geef je aan de titel aan het einde van het verhaal?
Doordringen tot de tekst
1 Hieronder krijg je vier stellingen over kortverhalen.
a Geef telkens aan of de stelling volgens jou op het verhaal van toepassing is. b Leg uit waarom je dat vindt.
©
3
Is dit van toepassing op het verhaal?
Het verhaal begint zonder inleiding.
¡ ja ¡ nee
Het verhaal is origineel.
¡ ja ¡ nee
LES 23 Kortverhaal
reden
229
Het verhaal staat ver van mij af. Het gaat over situaties die onbegrijpelijk zijn.
¡ ja ¡ nee
Het verhaal telt een beperkt aantal uitgewerkte personages.
¡ ja ¡ nee
3 Het verhaal wordt verteld in de ik-vorm.
IN
2 Wie is de protagonist van het verhaal? Geef aan waarom je dat zegt.
a Waarom is dat belangrijk voor de band tussen Liesje en de lezer?
VA N
b Wat zou er anders zijn als de gebeurtenissen in het verhaal in de zij-vorm waren beschreven?
4 Je focust nu op het einde van het verhaal.
a Vind je het een open of een gesloten einde? Leg uit waarom je die keuze maakt.
©
b Als jij de uitgever van het verhaal was, zou je het einde dan laten of zou je het veranderen? Wat zou je aanpassen?
5 Vind je Meegesleurd een realistisch verhaal of niet? Geef twee redenen waarom je dat zegt.
230
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
les
Spreekwoorden, uitdrukkingen en 24 zegswijzen 1
Je kent verschillende spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen en hun betekenis
2
3
1
Spreekwoorden in ons dagelijks leven
1 Lees de eerste alinea van een column van Ann De Craemer in De Morgen. a Wat is het onderwerp van de column?
column
Spreekwoorden zijn het peper en zout van onze taal: ze brengen het geheel op smaak en verlenen er een pittige toets aan. Wanneer ik met iemand praat die zijn zinnen op het gepaste moment kruidt met een welgekozen spreekwoord of gezegde, weet ik meteen dat ik te maken heb met een spreker die verschillende registers van het Nederlands weet te bespelen. Ik hou van spreekwoorden omdat ze in één kernachtige zin adviezen, wijsheden of vermaningen meegeven die van generatie op generatie zijn overgeleverd. Telkens als iemand een spreekwoord gebruikt, komt de geschiedenis van onze taal tot leven. Ik ben gek op knuppels die in het hoenderhok worden gegooid, gegeven paarden die men niet in de bek kijkt en slapende honden die men beter niet wakker maakt.
VA N
b Waaraan merk je dat het om een column gaat?
IN
Je kent het verschil tussen een spreekwoord, een uitdrukking en een zegswijze
Je kunt een spreekwoord of zegswijze presenteren voor de klas en je kunt de etymologie achterhalen
c Wat zijn de hoofdpunten die Ann De Craemer geeft?
©
d Ga je akkoord met de mening van de schrijfster? Waarom (niet)? 2 Ann De Craemer schrijft ‘Telkens als iemand een spreekwoord gebruikt, komt de geschiedenis van onze taal tot leven.’ Wat bedoelt ze precies?
LES 24 Spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen
231
3 Aan het einde van de tekst gebruikt de auteur drie uitdrukkingen op een creatieve manier. a Som ze op. b Welke hoorde je al in je eigen leven? c Zoek de betekenis ervan online of in het woordenboek op. uitdrukking
bekend
betekenis
¡ ja ¡ nee
¡ ja ¡ nee
IN
¡ ja ¡ nee
4 Lees onderstaande artikels en krantenkoppen. Elke tekst bevat minstens een spreekwoord waarvan een deel ontbreekt.
VA N
a Vul de ontbrekende woorden aan.
b Geef de betekenis van de verschillende spreekwoorden of zoek ze op.
De is door de kerk1: de iconische ‘Albertbuilding’ in Kessel-Lo gaat dan toch onder de sloophamer. Lange tijd was er twijfel of het erfgoedwaardige gebouw toch gerenoveerd kon worden. Maar dat plan gaat niet door.
Toen Astrid vertelde dat ze nog op zoek was naar sponsors om haar nieuwe boek te financieren, werd het ons opeens duidelijk waarom ze ons uitgenodigd had. ‘Nu komt de uit de mouw2’, riep Peter.
De Bijbel is vermoedelijk onze rijkste bron aan spreekwoorden en gezegden vaak zonder dat we het weten. Want wie denkt aan de Bijbel als hij spreekwoorden gebruikt als ‘Beter een goede
Betekenis
©
1
2 3 4 5
232
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
dan een verre ’3, ‘Wie een graaft voor een ander valt er zelf in’4 en ‘Waar het van vol is, loopt de van over’5?
2
Het verschil tussen spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen 1 In deze oefening krijg je tien frequent gebruikte uitdrukkingen. Geef telkens aan of het om een spreekwoord of zegswijze gaat. ¡ zegswijze ¡ spreekwoord
b Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
¡ zegswijze ¡ spreekwoord
c ze alle vijf op een rijtje hebben
¡ zegswijze ¡ spreekwoord
d een boompje opzetten (over)
¡ zegswijze ¡ spreekwoord
e Blaffende honden bijten niet.
¡ zegswijze ¡ spreekwoord
f
¡ zegswijze ¡ spreekwoord
de spuigaten uitlopen
g Eén zwaluw maakt de lente niet. h Waar het hart van vol is, loopt de mond van over. i
oude koeien uit de sloot halen
j
een vogel voor de kat zijn
IN
a als een God in Frankrijk
¡ zegswijze ¡ spreekwoord ¡ zegswijze ¡ spreekwoord ¡ zegswijze ¡ spreekwoord ¡ zegswijze ¡ spreekwoord
onthouden
VA N
Spreekwoorden kun je niet veranderen; ze hebben vaak het uitzicht van een volledige zin. Zegswijzen kun je aanpassen; het zijn woordgroepen die je aan de situatie kunt aanpassen door een onderwerp te kiezen, het werkwoord te vervoegen of ze negatief te gebruiken. Uitdrukking is het overkoepelende woord voor een vaste combinatie van woorden met een figuurlijke betekenis.
2 In deze oefening ga je aan de slag met enkele heel frequente uitdrukkingen. a Verbind elke uitdrukking met de juiste betekenis.
b Je krijgt ook artikels waaruit de uitdrukking is weggelaten. Verbind de artikels met de correcte ontbrekende uitdrukking. Soms zul je een werkwoord moeten vervoegen of de woordvolgorde moeten aanpassen. uitdrukking
betekenis
voorbeeld
iets in de doofpot stoppen
zich in de luren laten leggen (< iemand in de luren leggen) koek en ei
©
de appel valt niet ver van de boom geen blad voor de mond nemen de kat uit de boom kijken een vogel voor de kat zijn
Betekenissen: 2 goed overeen komen
5 niet meer geholpen kunnen worden, hulpeloos verloren zijn
3 een afwachtende houding aannemen
6 zeer sterk lijken op iemand
4 opzettelijk ergens niet meer over praten, iets verzwijgen
7 zich laten bedriegen
1 vrijuit zeggen wat je vindt
LES 24 Spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen
8 kordaat optreden om iets af te handelen
233
b
a Tom Boonen over BK
Bron: www.nieuwsblad.be
c Herman Brusselmans zorgt voor commotie in ‘De Slimste Mens’
Bron: www.hln.be
d
(…) bij Jef en Luca Philipoom
Dat rijmt niet alleen, maar klopt ook als een bus. Luca Philipoom (11) uit Pulderbos, zoon van meervoudig Belgisch, Europees en wereldkampioen driebanden Jef, is nu zelf Belgisch kampioen biljart.
VA N
In de puzzelronde blijft Peter Van de Veire scoren. Rani ontgoochelt en verliest veel tijd. Ze blokkeert volledig in de filmpjesronde en kan zelfs niet op de naam Schoenaerts komen. Haar concurrenten profiteren maximaal. In de finale is Rani (…). Ze weet zestien goede antwoorden (…) op zes vragen, maar het tijdsverschil is te groot. Met zeven goede antwoorden speelt Michèle Rani naar huis.
Even later was het weer (…) tussen de twee – vers verkozen – presidenten. In maart 2018 werd Poetin immers herverkozen als Russisch president. ‘Ik heb hem gebeld om hem te feliciteren’, aldus Trump op Twitter. ‘Goed kunnen opschieten met Rusland is een goede zaak, geen slechte.’
IN
‘Het BK blijft zeer moeilijk te voorspellen. Het is een koers die je niet heel makkelijk kan winnen. Het is zwaar, maar als een ploeg wil controleren, kan dat wel lukken. Het zal er allemaal van afhangen wat de andere teams willen. Ik ga (…). Ik hoop in een situatie terecht te komen waarbij de echt snelle mannen niet voorop rijden’, aldus Boonen.
De haat-liefdeverhouding tussen Trump en zijn Russische ambtgenoot
Bron: www.nieuwsblad.be
f
Bron: www.hln.be
Philippe Geubels is bekend geworden als een brutale Belgische cabaretier die (…) en er geen moeite mee heeft om eerlijk te zijn over de manier waarop hij zijn geld verdient.
e
©
Binnen de katholieke kerk zal niem and zijn straf mislopen als hij schuldig bevonden wordt aan kindermisbr uik. Dat heeft de paus Franciscus vrijdag gezegd. ‘Het mag nooit meer gebeuren dat er gevallen van kindermisbruik genege erd worden of (…), zoals in het verlede n.’
Bron: www.standaard.be
h
Controleartsen van het ziekenfonds (…) door mensen die een ziekte veinzen om niet te moeten werken. Dat schrijft De Standaard op basis van uitspraken van Rufij Baeke van het Syndicaat van Vlaamse Huisartsen. Bron: www.vrt.be/vrtnws
234
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
Bron: oneoftheleaders.org
g Ook Indonesië wil (…) met drugsdealers Ze nemen stevige maatregelen om het probleem zo snel mogelijk de kop in te drukken. De regering ziet dit als een prioriteit om de veiligheid, volksgezondheid en het toerisme op korte termijn te verhogen. Bron: www.standaard.be
3 Onze cartoonist gaf een eigen interpretatie van tien frequent gebruikte spreekwoorden en zegswijzen. Geef bij elke tekening de juiste uitdrukking.
b a
e
IN
c
VA N
d
f
g
h
i
j
a
b c d
©
e f
g h i
j
4 Spreken is zilver, maar uitbeelden is goud! Wie beeldt het snelste de uitdrukkingen uit? Welk team kent de meeste spreekwoorden en zegswijzen?
SPELREGELS
LES 24 Spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen
235
3
De herkomst van spreekwoorden en zegswijzen 1 Op de website van Onze Taal kun je de etymologie van spreekwoorden en zegswijzen opzoeken. Lees de verklaring van de uitdrukking ‘vechten tegen de bierkaai’.
Vechten tegen de bierkaai home / taalloket / vechten tegen de bierkaai
IN
Waar komt de uitdrukking vechten tegen de bierkaai vandaan?
Vechten tegen de bierkaai betekent ‘het onmogelijke proberen te bereiken, een verloren strijd aangaan’.
Deze uitdrukking is ontstaan in Amsterdam. De bewoners van de Bierkade (een deel van de Oudezijds Voorburgwal, gelegen bij de Oude Kerk) stonden bekend als echte vechtersbazen. Wie het tegen hen wilde opnemen, kon er bij voorbaat zeker van zijn de strijd te verliezen. Zie ook Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden van F.A. Stoett.
print pagina
VA N
Bron: www.onzetaal.nl
a Verzin een context waarin iemand deze uitdrukking gebruikt.
b Gebruik dat voorbeeld om het woord etymologie te verklaren.
2 Ga zelf aan de slag met de uitdrukkingendatabank van Onze Taal. a Scroll door de lijst en kies één spreekwoord of zegswijze. b Lees de informatie en maak een schema van de inhoud.
c Omschrijf de betekenis en de herkomst van de uitdrukking in je eigen woorden.
©
d Verzin nu zelf twee andere verklaringen voor de herkomst. Kies voor een afwijkende versie, maar zorg dat ze geloofwaardig blijven.
3 Presenteer je spreekwoord of zegswijze voor een aantal medeleerlingen. a Leg in je eigen woorden uit wat de uitdrukking betekent en stel je drie verklaringen voor de herkomst voor. b De medeleerlingen raden vervolgens wat de werkelijke etymologie van het spreekwoord of de zegswijze is.
236
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
25
Het tijdschriftartikel 1
2
Je kunt het communicatieschema voor een tijdschriftartikel aanvullen
Je kunt de elementen van een tijdschriftartikel herkennen en zelf toepassen
1
4 3
Je schematiseert informatie uit een kijkfragment
Interview een medeleerling
Je staat stil bij de manier waarop je notities neemt
5
Je werkt samen met medeleerlingen om zelf een blogartikel te schrijven
IN
les
1 Denk na over de woorden slaapgedrag en studiegewoonte. Waaraan denk je bij die termen, welke andere woorden roepen ze op? 2 Kies welk onderwerp je het boeiendst vindt.
VA N
3 Je interviewt een medeleerling over een van de volgende onderwerpen: slaapgedrag of studiegewoontes. a Formuleer vijf vragen die je wilt stellen aan je medeleerling. 1 2 3 4 5
b Interview je medeleerling en schrijf zijn/haar antwoorden in enkele kernwoorden op. 1 2 3 4
©
5 4 Herwerk de antwoorden van je medeleerling tot een doorlopende tekst waarin je zijn/haar gewoontes voorstelt aan de rest van de klas. Ik interviewde … over zijn/haar slaapgewoontes/studiegewoontes. Eerst en vooral vertelde hij/zij dat … Verder gaf hij/zij aan dat … Bovendien … Ook kwam ik te weten dat … Tenslotte is het leuk om te weten dat hij/zij …
LES 25 Het tijdschriftartikel
SPREkEN
237
2
Een tijdschriftartikel verwerken Voor het lezen 1 Je gaat aan de slag met een artikel uit het Vlaamse tijdschrift Knack. a Wat weet je al over het tijdschrift waaruit jouw artikel komt?
IN
b Vul aan met informatie die je online vindt over het tijdschrift. Baseer je op minstens twee verschillende bronnen.
VA N
c Schets een beeld van de ideale lezer van het tijdschrift. Wees zo specifiek mogelijk. Bespreek geslacht, mogelijk beroep, leeftijd, rijk/arm, interesses …
2 Scan de tekst op p. 241 tot 243: neem de tekst algemeen door, zonder alle details te lezen. a Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
©
b Formuleer twee elementen die volgens jouw verwachtingen in de tekst uitgebreid besproken zullen worden.
238
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
3 Vul het communicatieschema voor jouw tekst aan. stijl
ABC
ABC
ABC
zender
boodschap
IN
ontvanger
doel
kanaal
effect
4 Er zijn verschillende soorten tijdschriftartikels.
VA N
a Verbind het soort artikel met de correcte definitie.
a een ooggetuigenverslag van een journalist over een bepaald onderwerp
1 nieuwsartikel 2 column
b een bespreking en beoordeling van een culturele uiting, bv. een boek, muziekstuk, computerspel, theatervoorstelling …
3 achtergrondartikel 4 recensie
c Een artikel waarin een auteur zijn of haar mening uitdrukt over het onderwerp, vaak in een zakelijke stijl.
5 opiniestuk 6 reportage
d Een vaak vaste, persoonlijke bijdrage van een auteur aan een krant of tijdschrift, waarin de auteur zijn of haar mening uitdrukt over een onderwerp. Het bevat veel persoonlijke elementen. e Een artikel waarin de journalist de achtergrond van een nieuwswaardig feit belicht. Er wordt vooral gefocust op het ‘waarom’ en het ‘hoe’ van het nieuwsfeit. f
2
3
4
5
6
©
1
Een artikel waarin een nieuwswaardig feit of recente gebeurtenis wordt belicht.
b Tot welke categorie/categorieën behoort het artikel? Waarom?
LES 25 Het tijdschriftartikel
239
Tijdens het lezen 5 Lees de tekst individueel. Duid ondertussen moeilijke woordenschat in de tekst aan. a Overloop de woordenschat met een medeleerling en kies samen minstens vijf woorden. b Maak een woordenschatlijst waarin je de woorden uitlegt. Werk met synoniemen, definities … definitie
IN
woord
6 Maak een schema waarin je alle hoofdpunten van de tekst opneemt. a Beslis samen welk soort schema jullie willen opstellen: mind map, T-schema, lineair schema …
VA N
5.9.2
©
b Maak een goed onderscheid tussen hoofdinformatie en details.
240
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Leren
terwijl je slaapt wakkert het geheugen aan
Wil je goed voorbereid aan je examen deelnemen, zorg dan voor een goede nachtrust. En vraag terloops ook even aan moeder- of vaderlief of ze de kern van de leerstof komen influisteren terwijl je (bijna) in dromenland zit. Want dat helpt volgens nieuw onderzoek de leerstof nog beter in het geheugen te verankeren.
Slaap jezelf naar een onderscheiding
IN
Eerder onderzoek naar slaap toonde aan dat de eerste drie slaapstadia (ongeveer de eerste 90 minuten na het indommelen, ook wel de non-remslaap genoemd) een cruciale rol spelen in het consolideren van wat we geleerd hebben gedurende de dag. In deze slaapstadia treedt een geleidelijke vertraging van de hersengolven op, vooraleer we in een droomstadium belanden. Slaap is met andere woorden erg belangrijk om datgene wat je ingestudeerd hebt op te slaan in het langetermijngeheugen. Voldoende slaap voor een examen brengt je dus al één (grote) stap dichter bij een onderscheiding.
VA N
Dit artikel is een product van de wetenschapsblog Mensenkennis.be, een initiatief van de Gentse Alumni Psychologie.
Je kent het wellicht wel, een nachtje doorstuderen voor je examen. Nog één dag te gaan en het is D-day. Het laatste hoofdstuk ken je nog niet helemaal vanbuiten – het zou maar eens net over dat ene hoofdstuk gaan. Het is nu 22:35. Slik. Paniek. Koffie. The show must go on.
©
Maar is het eigenlijk wel een goed idee om je slaap te laten voor een extra herhaling van de leerstof? Volgens een studie die recent verscheen in het toonaangevende tijdschrift Current Biology, kan je toch beter in je bed kruipen, slapen en ... misschien ook nog vragen aan moeder- of vaderlief of ze de kern van de leerstof komen influisteren terwijl je (bijna) in dromenland zit – dit is geen grap.
LES 25 Het tijdschriftartikel
Geheugenonderzoek toont ook aan dat net opgeslagen geheugenrepresentaties nog heel gevoelig en onstabiel zijn tijdens de non-remslaap. Hét uitgelezen moment dus om ze ook te versterken, win it or lose it. Een techniek die vaak toegepast wordt, en lijkt te werken, is het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap zodat dezelfde geheugenrepresentaties opnieuw worden geactiveerd. Dit is ook gekend als doelgerichte geheugenheractivatie (targeted memory reactivation, TMR), en het zou een aantoonbaar gunstig effect hebben op ons geheugen de volgende dag. Het is echter nog steeds niet duidelijk hoe dit effect optreedt. De onderzoekers in de huidige studie wilden aantonen dat TMR, of dergelijke geheugen
woord terloops: tussendoor, vluchtig D-day: de dag waarop tijdens de Tweede Wereldoorlog de geallieerde soldaten aankwamen op de stranden in Normandië. Figuurlijk betekent dit: een heel belangrijke dag. toonaangevend: leidend, richtinggevend consolideren: vastzetten de geheugenrepresentatie: opgeslagen element in het geheugen de cue: teken, aanwijzing
241
‘Een techniek die vaak toegepast wordt, en lijkt te werken, is het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap.’
Eerst en vooral vonden de onderzoekers dat slaap een gunstig effect had op de geheugenprestaties: de groep die sliep na het instuderen, scoorde significant hoger op de geheugentest dan de groep die een online computerspel had gespeeld. Dit gunstig effect was zelfs nog steeds zichtbaar op de test die een dag later plaatsvond. Dit geeft aan dat slaap een niet te onderschatten effect heeft op ons lange termijngeheugen, een effect dat zelfs aanhoudt tot twee dagen na het instuderen. Ook de TMR-techniek tijdens de non-remslaap had een gunstig effect bovenop het effect van slaap: De slaapgroep presteerde nog beter voor de adjectieven die ingefluisterd werden tijdens de slaap dan voor de adjectieven die niet ingefluisterd werden. Ook in het elektro-encefalogram stelde de onderzoekers een modulatie van de hersengolfactivatie vast ten gevolge van TMR.
©
VA N
Een eerste test volgde vijf minuten na het instuderen. Tijdens deze eerste ondervraging, moesten proefpersonen aangeven of een adjectief eerder gezien was of niet en beschrijven met welk soort prent (object of scène) het geassocieerd was. Daaropvolgend mochten proefpersonen ofwel gaan slapen ofwel een online computerspel spelen. De hersengolven en andere fysiologische parameters van de slaapgroep werden gemonitord aan de hand van een elektro-encefalogram. Net wanneer de proefpersonen uit de slaapgroep in de non-remslaap belandden, ratelde een externe spreker in dezelfde kamer dezelfde adjectieven opnieuw af. De helft van deze adjectieven waren de adjectieven die door de proefpersoon correct konden worden geassocieerd, zoals initieel getoetst, de andere helft waren nieuwe adjectieven. Hetzelfde gebeurde bij de wakkere groep. Na 90 minuten slaap of wakker blijven, kregen alle proefpersonen een nieuwe geheugentest gelijkaardig aan de eerste. Deze test werd een laatste keer uitgevoerd de volgende
dag nadat alle proefpersonen een nacht hadden geslapen.
IN
heractivatie, de hersengolven tijdens de nonremslaap versnelt en daardoor de gevormde geheugenassociaties versterkt met als gevolg een betere consolidatie voor later gebruik. Om dit aan te tonen, ontwikkelden de onderzoekers een cognitieve taak waarbij proefpersonen nieuwe associaties tussen adjectieven en prenten van objecten of scènes (bv. levendig – appel, grappig – woestijn …) vanbuiten moesten leren. Deze woorden werden op voorhand onnatuurlijk aan elkaar gekoppeld (de kans is klein dat jij een woestijn spontaan als 'grappig' zal beschrijven).
242
Geheugen extra versterken TMR had geen zichtbaar gunstig effect op de geheugenprestaties van de wakkere groep. Met andere woorden, de wakkere groep presteerde niet beter voor de adjectieven die ingefluisterd werden dan voor de andere (niet-ingefluisterde) adjectieven. Op basis van de hersengolfactiviteit tijdens de non-remslaap konden de onderzoekers bovendien afleiden met welke categorie (object of scène) de cue was geassocieerd en hiermee de verhoogde scores van de proefpersonen voorspellen op de toets die de volgende dag(en) afgenomen werd. Kortom, deze toonaangevende studie toont aan dat de non-remslaap een sleutelrol speelt in geheugenconsolidatie en dat de TMR-techniek hiervan gebruik maakt om het geheugen nog
woord de consolidatie: het vastzetten cognitief: wat te maken heeft met leren of de werking van ons brein het adjectief: bijvoeglijk naamwoord fysiologisch: wat te maken heeft met processen in het lichaam het elektro-encefalogram: instrument dat aan de hand van elektrische signalen de werking van de hersenen in kaart brengt initieel: in het begin, aanvankelijk significant: betekenisvol, iets wat niet voortkomt uit toeval
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Eleonore Smalle is post-doctoraatsonderzoekster in de cognitieve psychologie. Ze is verbonden aan het Instituut voor Psychologisch Wetenschappelijk Onderzoek (IPSY) en het Instituut voor Neurowetenschap (IoNS) van de Université catholique de Louvain (Louvain-laNeuve), en aan de vakgroep Experimentele Psychologie van de Universiteit Gent. Daar bestudeert ze geheugenmechanismen aan de basis van taalverwerving. Aan de Universiteit van Oxford en de Universiteit van Nottingham doet ze tevens onderzoek naar invloeden van de motorische cortex op spraakperceptie, door middel van Transcraniale Magnetische Stimulatie en electro-encefalografie van het brein.
IN
verder te versterken. Meer bepaald leidt slaap en het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap tot betere scores op het geheugen de volgende dag. Dit kan worden verklaard door versnelde hersengolfactivatie, dat plaatsvindt tijdens de eerste slaapstadia (de non-remslaap). Dit suggereert dus dat slaap verbindingen in het brein triggert voor verdere vorming of consolidatie. Met andere woorden, mocht je niet aan een extra herhaling van je cursus toekomen, panikeer dan niet, zelfs zonder moederof vaderlief staat er je nog een lange nacht voor de boeg ... eentje met slaap weliswaar.
Bron: www.knack.be
Verwerken
VA N
Je leraar vertelt je nu wat je met het schema moet doen.
Terugblikken
7 Kijk terug naar de verwachtingen die je formuleerde over de tekst. Welke voorspellingen deed je correct?
8 Beoordeel het schema over de tekst.
a Welke aspecten van het schema zaten goed? Vermeld er minstens twee.
b Wat kan verbeterd worden aan het schema? Vermeld opnieuw minstens twee aspecten.
©
4.4.1
3
De structuur van een tijdschriftartikel
Wanneer je door een magazine bladert, zul je snel ontdekken dat tijdschriftartikels erg kunnen verschillen in onderwerp, lengte, stijl en doelpubliek. Toch zijn er enkele structurele elementen die je in bijna elk artikel herkent.
LES 25 Het tijdschriftartikel
243
Titel 1 Wat is het verschil tussen een titel en een normale zin? Schrap wat niet past in de volgende tekst. Controleer je antwoorden bij je leraar.
onthouden
IN
Een kop is de titel van een kranten- of tijdschriftartikel. Een titel heeft meerdere functies. Het geeft in de eerste plaats de essentie van de tekst weer en heeft dus het doel om te informeren / activeren / ontroeren / ontspannen. Bovendien moet een titel ook de aandacht trekken en de lezer overhalen om het artikel te lezen. Het heeft bijgevolg een informerende / activerende / ontroerende / ontspannende functie. Dat kan de auteur doen door bijvoorbeeld een pakkende quote weer te geven of een woordspeling te maken.
Een titel van een artikel is opgesteld in een specifieke stijl. Een titel is meestal langer dan / korter dan / even lang als een gewone zin. Het is dus opgebouwd in telegramstijl / een uitgebreide stijl en lijkt daarom vaak grammaticaal incorrect / correct. Structuurwoorden zoals lidwoorden en voorzetsels worden vaak behouden / weggelaten. Bovendien gebruikt de auteur meestal een passieve / actieve zin en kiest hij vaak voor de onvoltooid tegenwoordige tijd / verleden tijd.
VA N
2 Je las in een vorige les een artikel over hoe leren tijdens je slaap het geheugen aanwakkert. a Kijk opnieuw naar de titel.
b Leg aan de hand van het ‘onthouden’-kader uit of dat een sterke titel is.
3 Welke alternatieve titels passen bij het artikel? Bedenk er minstens twee.
©
4 Blader in enkele tijdschriften en kranten of surf naar hun websites. Selecteer minstens drie titels die volgens jou kunnen dienen als goede voorbeelden. Leg voor elke titel uit waarom.
244
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Lead of inleiding De lead is de samenvattende inleiding van een kranten- of tijdschriftartikel. Die is vaak schuin- of vetgedrukt. In dat deel van de tekst beantwoordt de journalist enkele belangrijke topische vragen. 5 Herinner jij je de topische vragen nog? Noteer ze in de eerste kolom van de tabel. 6 Herlees de lead van de tekst. Welke antwoorden op de vragen kun je al geven op basis van dat deel van de tekst? Schrijf de antwoorden op in enkele sleutelwoorden. sleutelwoorden
VA N
IN
vraag
Alinea’s
7 Neem volgende alinea uit de tekst opnieuw door. Geheugenonderzoek toont ook aan dat net opgeslagen geheugenrepresentaties nog heel gevoelig en onstabiel zijn tijdens de non-remslaap. Hét uitgelezen moment dus om ze ook te versterken, win it or lose it. Een techniek die vaak toegepast wordt, en lijkt te werken, is het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap zo-
dat dezelfde geheugenrepresentaties opnieuw worden geactiveerd. Dit is ook gekend als doelgerichte geheugenheractivatie (targeted memory reactivation, TMR), en het zou een aantoonbaar gunstig effect hebben op ons geheugen de volgende dag. Het is echter nog steeds niet duidelijk hoe dit effect optreedt.
8 Een sterke alinea begint met een kernzin of topiczin. Formuleer een goede definitie voor de term.
©
9 Wat is de functie van de rest van de alinea? Wat is het verband tussen de kernzin en de overige zinnen in de alinea?
LES 25 Het tijdschriftartikel
245
Foto 10 Aan welke criteria moet een foto bij een artikel volgens jou voldoen? Som er minstens drie op.
2
VA N
1
IN
11 Welke andere foto’s passen bij het artikel? Bestudeer volgende afbeeldingen, beslis of ze bij het artikel zouden passen en leg uit waarom wel/niet.
©
3
246
4
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
12 Bekijk volgende inleidingen van artikels. Beschrijf voor iedere inleiding een bijpassende foto.
‘In Gent
wordt straks een kind geboren met drie biologische ouders.
Zijn
wij daar klaar voor?’
Bron: www.humo.be
IN
In een tijd waarin de Vlaming op droog zaad zit, is de missie voor vruchtbaarheidsonderzoekers duidelijk. Van vrouwen in de menopauze tot mannen zonder zaad in de zak: iederéén moet vruchtbaar worden. Maar is het recht op een kind wel absoluut? Zijn we ons voldoende bewust van de risico’s? En leggen we niet beter de nadruk op kinderloos geluk, in plaats van steeds verdergaande behandelingen te ontwikkelen? ‘Als we niet opletten, worden die technieken alleen iets voor de happy few.’
VOOR DE GRIEKSE EILANDBEWONERS IS HET GENOEG: ‘WE WEIGEREN DE GEVANGENIS VAN EUROPA TE WORDEN’
VA N
De voorbije dagen kwam het tot gewelddadige confrontaties tussen de Griekse oproerpolitie en bewoners van de eilanden Chios en Lesbos. Die lijken vastbesloten de bouw van nieuwe, gesloten vluchtelingenkampen tegen te houden. Ondertussen dreigt de Turkse overheid de grenzen met Europa open te gooien, wat de spanningen alleen maar doet toenemen. Bron: www.mo.be
Boze stiefmoeder of blije plusmama? ‘Streef realistische verwachtingen na’ Stiefmoeders hebben er een opvallende evolutie op zitten. Van symbool van het kwaad naar een vrouw die het midden houdt tussen een goede vriendin en een vervangmoeder. Maar nog altijd worden ze minder makkelijk in de armen gesloten dan stiefvaders. Een onderzoek.
©
Bron: weekend.knack.be
woord de happy few: heel kleine groep mensen, uitverkorenen
LES 25 Het tijdschriftartikel
247
4
Informatie uit een beeldfragment verwerken In het vorige deel maakte je kennis met de opbouw en structuur van een krantenartikel. Voor je zelf een nieuwsblog opzet met enkele medeleerlingen, sta je stil bij de vraag of de berichten die we dagelijks in kranten en op tv horen volledig en betrouwbaar zijn.
1 Bekijk de reportage en neem notities. 2 Beantwoord de vragen die je van je leraar krijgt.
IN
In de volgende opdracht ga je dieper in op de rol van de journalist in het verzamelen van het nieuws en in het vertrouwen dat mensen hebben in dat nieuws. Je krijgt een beeldfragment te zien waarin journalisten geïnterviewd worden over hun rol.
3 Overleg met je buur en evalueer het beeldfragment. a Wat vonden jullie van het spreektempo?
b Hielp de videoanimatie om het systeem beter te begrijpen?
4 Overloop nu samen met twee medeleerlingen volgende vragen.
VA N
a Vonden jullie de opdracht gemakkelijk, doenbaar of moeilijk? b Was je tevreden over je notities?
c Heb je veel zaken niet kunnen noteren? Hoe kwam dat? d Wat zou je de volgende keer nog anders aanpakken?
5
Achter het nieuws
Jij en je medeleerlingen zijn een groep van onderzoeksjournalisten die meer duiding willen geven bij het nieuws. Maak samen een online blog met achtergrondartikels bij de actualiteit.
Voorbereiden
©
1 Vul het communicatieschema voor jullie blog aan.
zender
boodschap
doel
248
ontvanger
kanaal
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
effect
2 Schets een beeld van de ideale lezer van het tijdschrift. Wees zo specifiek mogelijk. Bespreek geslacht, mogelijk beroep, leeftijd, rijk/arm, interesses … in minstens vijf lijnen.
IN
Plannen
3 Zoek per twee naar onderwerpen uit de actualiteit die jullie willen onderzoeken. Zoek daarvoor op nieuwswebsites en websites van tijdschriften. Selecteer minimaal drie geschikte onderwerpen.
VA N
4 Bespreek samen hoe je het onderwerp kunt onderzoeken. Daarbij zijn vooral de ‘waarom’- en ‘hoe’-vragen belangrijk. Welke onderzoeksvragen kun je stellen bij jullie gekozen onderwerpen? onderwerp
mogelijke onderzoeksvragen
5 Selecteer nu met welke onderzoeksvragen jullie verder aan de slag gaan. a Maak een top drie van de onderzoeksvragen.
©
b Leg ze voor aan de rest van het journalistenteam. c Kom samen tot een besluit welk duo welke vraag voor zijn rekening neemt.
LES 25 Het tijdschriftartikel
249
Onderzoeken 6 Beantwoord de vijf W’s en één H voor jouw onderzoeksvraag in sleutelwoorden. vraag
sleutelwoorden
wie wat
wanneer waarom hoe
IN
waar
©
VA N
7 Ga met je onderzoeksvraag aan de slag. Maak een schematische voorstelling van het antwoord dat jij op die vraag wilt geven in jouw artikel.
250
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Schrijven 8 Begin bij de lead van je artikel. Baseer je op de sleutelwoorden die je voor de vijf W’s en één H hebt opgesteld. Verwerk ook je onderzoeksvraag in de inleiding. Je lead bestaat uit maximaal vijf zinnen.
Reflecteren
IN
9 Verwerk je schematisch antwoord in een doorlopende tekst. De tekst is tussen de vijftien en de twintig zinnen lang.
10 Herlees de tekst die je geschreven hebt en geef aan welke signaalwoorden (omdat, hoewel, dus) en structuuraanduiders (ten eerste, vervolgens, ten slotte) je gebruikte. 11 Bedenk een gepaste titel bij jouw artikel en ga op zoek naar een foto.
12 Wissel je artikel uit met een ander duo. Beoordeel het artikel aan de hand van het evaluatiekader.
VA N
13 Formuleer twee goede aspecten en twee concrete werkpunten voor het artikel van je medeleerlingen.
Herschrijven
14 Ga aan de slag met de feedback die je van je medeleerlingen hebt gekregen en pas aan waar nodig. 15 Voeg extra signaalwoorden en structuuraanduiders toe waar nodig.
©
16 Plaats je artikel op je blog!
LES 25 Het tijdschriftartikel
251
Evaluatiematrix GOED
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
structuur Je titel voldoet niet aan de voorwaarden van een goede titel OF de toegevoegde foto dekt niet / niet helemaal de volledige inhoud van het artikel.
Je titel voldoet niet aan de voorwaarden van een goede titel EN de toegevoegde foto dekt niet / niet helemaal de volledige inhoud van het artikel.
Je brengt structuur in je artikel door signaalwoorden en structuuraanduiders. Er zit veel variatie in je keuze.
Je gebruikt signaalwoorden en structuuraanduiders, maar kiest meestal voor dezelfde woorden.
Je gebruikt geen of amper signaalwoorden en structuuraanduiders.
Je bespreekt het onderwerp en de onderzoeksvraag in de inleiding EN je verdeelt het antwoord op de vraag in geschikte alinea’s.
Je tekst bevat geen gepaste inleiding met onderzoeksvraag. OF Het artikel is niet opgebouwd uit een logische opdeling van alinea’s.
Je gebruikt geen inleiding of logische opdeling in alinea’s om structuur te geven aan het artikel.
Je geeft een correct en volledig antwoord op de onderzoeksvraag.
Je geeft een antwoord op de onderzoeksvraag, maar ik stel mij nog de volgende vraag:
Je behandelt de onderzoeksvraag amper in je artikel en ik stel mij nog de volgende vra(a)g(en):
IN
Je koos een titel die de aandacht trekt en voegde een gepaste foto toe aan het artikel.
VA N
inhoud
correctheid
©
De spelling van je artikel is foutloos. Alle woorden worden correct geschreven en ook de zinsbouw klopt steeds.
Het artikel bevat geen zware spellingsfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd. Let op voor:
Aanvullende commentaar:
252
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Het artikel bevat zware spellingsfouten. OF Door de vele spellings- en taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen.
Tussenstop 4 1
Woordenschat 1 Vul in elke zin het werkwoord aan. De eerste letter is telkens al gegeven. Volgende anagrammen kunnen je telkens helpen om het werkwoord te vormen: a Noodcel Reins Door een groot aantal zetels in het parlement, probeert elke politieke partij zijn macht
b Baar Neon
IN
te c . Voor hun nieuwste album wil Hooverphonic nieuw talent a
.
c Scone Muren Om onze planeet te redden, moeten we met z’n allen heel wat minder vlees c . d Acne Runen
Bij jou is het altijd zwart of wit, je moet echt eens leren wat te n
e Kreken Verst
Dokters moeten volgens de eed van Hippocrates hulp v aan alle zieken.
.
VA N
2 In de woorden die we zoeken zit telkens de lettercombinatie ‘in’. Vind je de woorden met behulp van de omschrijvingen? I
N
I
N
een artikel waarin de journalist de achtergrond van een nieuwswaardig feit belicht met inbegrip van, inbegrepen
I
N
aanvankelijk, eerst
I
N
uitgangspunt, beginsel
I
N
inkijk
3 Welk woord past bij de onderstaande omschrijvingen? Ga ernaar op zoek in de woordzoeker (enkel horizontaal en verticaal). a verbinding, verband
b wat te maken heeft met de werking van ons brein
c een (meestal vaste) persoonlijke bijdrage van een auteur aan een krant of een tijdschrift d teken, aanwijzing
©
e de leer van de herkomst van woorden
TUSSENSTOP 4
G
A
E
X
U
C
I
M
R
B
O
S
T
C
F
W
R
Q
P
T
F
S
Y
O
K
I
B
X
T
I
C
O M
G
P
E
G
M
X
G
H
C
O
N
T
C
U
E
S
L
L
I
L
I
W O
Z
Q
N
F
P
A
O
T
L
L
M
R
A
R
A
T
G
I
Q
U
O
Y
U
O
T
I
I
E
X
M
X
Y
D
H
E
E
E
F
S
N
L
I
X
E
253
4 In de onderstaande tabel werden drie woorden in lettergrepen gesplitst, en door elkaar gehaspeld. Haal jij ze uit elkaar? po
ding
re
cen
be
tieel
vin
ten
sie
a blij, vrolijk, verheugd n n b berekend, beredeneerd n s
IN
5 Geef het antoniem voor de volgende woorden of geef het woord dat het tegenovergestelde betekent van de gegeven uitleg. De eerste letter wordt telkens gegeven.
c niet, amper, in kleine mate n h
6 Wat moet je doen bij de volgende instructies? Leg het onderstreepte woord in je eigen woorden uit. a Definieer het woord ‘habitat’.
VA N
b Bewijs dat a2 + b2 = c2.
c Situeer de Franse Revolutie.
d Illustreer waarom het beleid van Leopold II in Congo nefast was voor de Congolezen.
e Verklaar je antwoord aan de hand van de theorie die je toepast op de tekst.
f
Vergelijk de hoge adel met de lage adel op overzichtelijke wijze.
g Hoe interpreteer je deze grafiek?
©
h Wat kun je concluderen uit deze cijfers?
254
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
2
1 Vul onderstaande zinnen aan met een correct leesteken. Geef telkens aan welke soort zin het is. a De kat is bang van de dierenarts
b Hoe zou jij dit probleem oplossen
c Wat een spannend verhaal
d Ga zitten
e Wie is er ingeschreven voor de infosessie
f
Wees stil
g Er is geen evenement gepland deze week h Er wordt hevig onweer voorspeld voor vanavond i
Pas op
j
Welke vaccins krijgen kinderen op de leeftijd van acht weken
VA N
2 Onderstreep in deze zinnen het kernwoord van het onderwerp en duid de juiste vorm van de persoonsvorm aan. a De graafwerken leverde/leverden geen doorbraak op in het moordonderzoek. b Het gebruik van elektrische fietsen wordt/worden door verschillende bedrijven gestimuleerd. c Vijftien euro kost/kosten deze pralines.
d De quota die bepaalt/bepalen hoeveel vrouwelijke ministers er moeten zijn, wordt/worden regelmatig in vraag gesteld. e Dit soort planten komt/komen veelvuldig voor in deze regio. f
Antibiotica wordt/worden te vaak voorgeschreven, vinden sommige artsen.
g De kudde schapen kon/konden niet samengehouden worden door de herdershond.
h Volgens sommige critici circuleert/circuleren drugs op elke school.
i
Een reeks liedjes werd/werden toegevoegd aan de muzieklijst voor het schoolbal.
j
Dertig procent van de respondenten gelooft/geloven niet in een nultolerantiebeleid in het verkeer.
k In de vakantie geeft/geven verschillende musea korting op de entreeprijs.
l
De helft van de leerlingen protesteerde/protesteerden tegen de onverwachte toets.
©
11.2.2
IN
11.1
Taalbeschouwing
3 In deze oefening sta je stil bij het verschil tussen hun en hen. a Ik geef de aanwezigheidslijst aan door. b Ik geef met veel plezier een duur cadeau. c Hij schenkt zonder te vragen nog een glas in.
d Wij bekijken niet meer sinds die gebeurtenis. e De tranen sprongen in de ogen. f
Hoe gaat het met ?
g Hij is volgens nog steeds dezelfde persoon als degene die ze tien jaar geleden ontmoet hebben. h Hij had iedereen gezien, behalve .
TUSSENSTOP 4
255
a 55
b 4 077
c 318
d 133
e 500 000
f
161 410
g 88
h 8 650 458
IN
4 Schrijf de getallen voluit.
10.5.3
5 In de lessenreeks rond de samengestelde zin herhaalde je dat onderwerp en persoonsvorm steeds op elkaar afgestemd moeten zijn. Als het onderwerp in het meervoud staat, dan moet de pv ook in het meervoud staan; staat het onderwerp in het enkelvoud, dan moet dat bij de pv ook het geval zijn. a Markeer in volgende zinnen het onderwerp en de persoonsvorm.
b Zijn onderwerp en persoonsvorm op elkaar afgestemd? Duid telkens ja of nee aan. c Aan het eind van de oefening kun je met de verkregen letters een woord vormen.
VA N
Zijn onderwerp en persoonsvorm op elkaar afgestemd?
ja
nee
1
Het personeel van Burger King en van McDonald’s gaan elke vrijdag samen uit.
A
G
2
De media waren erg hard voor de politicus.
O
B
3
De groep die onderzocht waren, bestond uit tieners.
P
N
4
De premier of de minister moesten ontslag nemen.
I
C
5
Dat nieuwe bedrijf is erg innovatief; het heeft net het gat in de markt ontdekt.
U
D
6
Die koffiebar is op korte tijd erg populair geworden en heeft erg trouwe klanten.
R
K
7
Enkele meisjes uit onze klas dansen erg goed.
E
M
8
Waarom staan er één paar schoenen in de gang?
A
N
9
De kinderen werd een toneeltje geleerd.
T
F
10 De leerlingen heeft gisteren gespijbeld.
I
E
11 De lerares die we vorige jaren hadden, was ziek.
I
Z
©
Noteer hier de letters die je verzamelde. De letters staan nog niet in de juiste volgorde. 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Maak een woord met bovenstaande letters. Schrijf het woord in het ‘onthouden’-kader hieronder.
onthouden
Het overeenkomen van onderwerp en persoonsvormen duiden we aan met de term .
256
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
6 Vul als of dan in. Soms moet je de zin verder ook aanvullen met een van de vormen die gegeven worden.
10.2.4
a Deze zomer was veel heter vorige zomer. b Ariana is net zo oud Otis. c De vraag naar tickets was groter het aantal plaatsen. d Mijn tuin is niet zo kleurrijk die van jij/jou. e Ik neem een andere bus naar school hij/hem. Jani’s programma is net zo populair dat van Tom.
g Weet jij meer ik/mij? h Hij heeft net zoveel praatjes jij/jou.
IN
f
i
Een appel is zoeter een citroen, maar even zoet een peer.
j
Kasem haalde meer 80% en scoorde daarmee even hoog jij/jou.
onthouden
Bij vergelijkingen maken we soms taalfouten. Volgende regel helpt je: Bij een gelijkenis gebruiken we .
•
Bij de vergrotende trap gebruiken we .
VA N
•
Om te weten of je hij, hem, ik of mij moet gebruiken verleng je de zin in je hoofd. • Zij is net zo sterk als hij (is). • Zij is sterker dan ik (ben).
Creatief: aan de slag met beeldspraak
1 In het gedicht Wees maar niet bang op p. 204 van les 20 maakte je kennis met de verpersoonlijking van de wind. Probeer een soortgelijk gedicht te maken, maar dan voor de maan of voor de donder. Denk na welke menselijke eigenschappen je de maan / de donder zou kunnen geven. Wees maar niet bang voor de maan / donder (omcirkel wat jij kiest),
©
3
al
hij
iets
,
wat hij
,
om
TUSSENSTOP 4
.
257
Wees maar niet bang voor de maan / donder (omcirkel wat jij kiest), hij dat
IN
.
Wees maar niet bang voor de maan / donder (omcirkel wat jij kiest). Bekijk / Beluister (omcirkel wat jij kiest)
Misschien
2 Je maakte in les 20 kennis met verschillende soorten beeldspraak. Als oefening schrijf je nu een elfje, een dichtvorm met een heel strak schema.
VA N
a Lees volgende voorbeelden en leid de kenmerken van deze dichtvorm af.
elfje beeld besloten in elf woorden sla je vleugels uit. vlieg!
sneeuw wit tapijt op donkere aarde nog even niet betreden ongereptheid
Bron: poezieverrijkt.nl
b Schrijf nu zelf een elfje. Volg de instructies die je van je leraar krijgt.
©
258
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
krokus kom op wees niet bang kom maar te voorschijn lentebode
les
Hoe fictie en non-fictie met 26 gebeurtenissen omgaan 1
Je vertelt hoe je een verhaal ervaart
3 Je analyseert de verhaalaspecten personage, tijd, vertelperspectief en spanning
2
Je vergelijkt hoe fictie en non-fictie met hetzelfde onderwerp omgaan
Situeren
1
5 Je benoemt wat feit en
Je leest het verhaal Bittere oogst van Irma Moekestorm
wat interpretatie is in een artikel
IN
Je verbindt een verhaal met je eigen situatie
4
1 Welk genre verwacht je? Leg uit waarom je daarvoor kiest. 2 Welk onderwerp zal centraal staan?
VA N
Het verhaal beleven
2
Je krijgt het kortverhaal hier in drie delen. Na elk deel beantwoord je een aantal vragen.
Bittere oogst
Deel 1
1
5
©
10
Lusteloos roer ik door mijn soepkom die bijna tot de rand gevuld is. Intussen gluur ik naar mijn drie oudere broers die wél gretig van hun soep eten. Alle drie houden ze hun lepel soepel tussen hun vingers, waarvan de nagels zwarte randen hebben. Zelfs een grondige schrobbeurt met groene zeep heeft de sporen van het werken in de tomaten niet kunnen wissen. Vandaag hadden we weer allemaal, zoals we dat al jaren gewend zijn op onze vrije zaterdag, ons steentje bijgedragen op het bedrijf van papa. De jongens hadden geplukt, terwijl het mijn taak was om de geoogste tomaten te sorteren. De kneusjes, die ik apart moest houden, zouden vanavond op het menu staan, wist ik toen al. Mama’s befaamde tomatensoep met ballen. Alleen de gedachte daaraan maakte me al misselijk … ‘Smaakt het niet, Renske?’ vraagt mama. Geïrriteerd haal ik mijn schouders op. ‘Als je heel de dag tussen de tomaten werkt en je moet ze ’s avonds nog eten ook, dan komt het je neus uit.’ Een massale spotlach valt me ten deel. ‘Wat een onzin,’ zegt André, ‘ik kan niets beters verzinnen dan de tomatensoep van mama.’ ‘Inderdaad’, merkt Frank op. ‘Maar het geeft niks, hoor. Geef maar hier, ik heb er nog wel een plekje voor.’ Boos en opgelucht tegelijk schuif ik, net iets te wild, de kom in de richting van Frank. Een golf klotst over de rand en een grote, rode vlek verspreidt zich over het geruite tafellaken. ‘Nu is het klaar!’ briest papa onverwachts. ‘Ondankbare griet. Ga meteen maar door naar je kamer!’
15
woord gretig: enthousiast, met plezier befaamd: beroemd
LES 26 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan
259
1 Vat samen wat er in het fragment gebeurt. 2 Wie zijn de belangrijkste personages?
3 Wie is er in het verhaal aan het woord?
IN
a Bespreek of de informatie die ze geeft betrouwbaar is.
VA N
b Welk effect zou het hebben wanneer het verhaal door een zij-verteller werd gebracht die over Renske praat?
c Zorgt dit vertelstandpunt voor spanning? Leg uit waarom je dat vindt.
4 Hoe is de verhouding tussen de kinderen in het gezin?
©
5 Wat vind je van het gedrag van Renske? Waarom doet zij zo, volgens jou?
260
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
Deel 2
25
30
Het was een warme dag. Hartje zomer. Mama stond achter de sorteermachine in de donkere schuur, maar zelfs daar was het niet koel. Het zweet gutste van haar gezicht. In de kas, waar papa en de drie broers aan het werk waren, was het helemaal niet uit te houden. Maar ondanks de hitte, ging het werk gewoon door. De tomaten moesten, als altijd, op tijd bij de veiling zijn. ‘Gaan jullie maar spelen in de tuin’, zei mama tegen mij. ‘Jij kan best even op Rianne passen. Ik heb het hekje goed gesloten, zodat jullie de tuin niet uit kunnen. O ja, en de schommel is kapot, dus niet gaan schommelen, hoor!’ Ik knikte trots, ik was tenslotte al zes jaar. ‘Ja mama, ik zal goed op haar passen.’ ‘Over twee uurtjes gaan we eten. Tomatensoep.’ ‘Lekker! Met veel ballen?’ ‘Mét veel ballen’, lachte mama. Rianne en ik hadden de oude dekens uit de schuur gehaald, ze over het wasrek gedrapeerd en ze met knijpers vastgezet. Een mooie tent was het resultaat. ‘Ik ben zogenaamd de moeder en jij het kind’, zei ik tegen Rianne. Ze keek wat beteuterd. ‘Oké,’ besliste ik snel, ‘dan ben jij de vader.’ Rianne knikte blij. ‘Ja, ik ben zonaamt vader!’ ‘Ga maar een stukje fietsen, vader, dan ga ik eten koken.’ Ik pakte een emmertje, plukte wat gras en blaadjes en deed er water uit de gieter bij. De groene drap, die al roerend ontstond, leek nergens op. Toen ik nog eens rondkeek, zag ik de struik. Er zaten kleine, rode tomaatjes aan. Zulke kleintjes had ik nog nooit gezien, maar ik zou er vast heel goed tomatensoep van kunnen maken. Net als mama. Ik plukte de tomaatjes, net zoveel tot het emmertje voor de helft gevuld was. Het prutje kleurde langzaam maar zeker van groen naar rood. Wat was ik trots op mijn tomatensoep. ‘Vader, vader,’ riep ik, ‘we kunnen eten.’ Snel pakte ik twee plastic bekertjes en vulde ze met de rode vloeistof. Rianne liet zich met een plof op de grond vallen. ‘Wat eten we, moeder?’ ‘Zogenaamde tomatensoep, vader’, zei ik plechtig. ‘Dat ziet er lekker uit!’ riep vader enthousiast en ze nam een grote slok en nog één, totdat het hele kopje leeg was. Ik was blij dat zij ervan smulde. Zelf had ik maar een klein slokje genomen, omdat ik het eigenlijk helemaal niet lekker vond. Het leek in de verste verte niet op mama’s tomatensoep. Na het eten ging vader slapen in onze mooie tent. Net als papa, die na het eten ook altijd een dutje op de bank deed …
VA N
35
IN
20
Stampvoetend loop ik de trap op naar mijn kamertje op zolder. Het gebeurt niet vaak dat papa boos is, maar als het zover is, maak dan je borst maar nat. Diep in mijn hart weet ik best dat ik het er zelf naar gemaakt heb. Maar toch, ik kon er niets aan doen. Jarenlang heb ik me beheerst en gedaan wat er van me verwacht werd. En nu zomaar ineens, kon ik het niet meer … Ik open de deur naar mijn kamertje op zolder. Het is niet groot, maar ik heb in ieder geval een plekje waar rust heerst te midden van ons drukke gezin. Vroeger moest ik het kamertje delen met Rianne. Automatisch dwaalt mijn blik naar de twee fotolijstjes op mijn bureau. Eén omlijst een foto van Rianne en één een foto van ons samen. Rianne was vier, ik zes. Ik realiseer me dat dat alweer bijna tien jaar geleden is. Ik plof neer op mijn bed en laat mijn tranen de vrije loop. We waren altijd samen, Rianne en ik. Ook die dag …
40
45
50
©
55
woord zijn borst natmaken: zich voorbereiden op veel tegenstand (uitdrukking) de kas: broeikas, serre draperen: een stuk stof over iets (laten) hangen
LES 26 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan
261
6 Dit deel speelt zich af op twee verschillende momenten. a Geef aan in de tekst waar de breuk tussen de twee momenten zit. b Hoe zou die overgang in een tv-reeks of film getoond worden? 15.7
7 In het fragment maak je kennis met Rianne. a Wat kom je over haar te weten?
IN
c Wat is de relatie tussen de twee momenten?
15.4
VA N
b Wat spelen Renske en Rianne?
8 Welke betekenis geef je op dit moment aan de titel?
9 Hoe denk je dat het verhaal zal aflopen? Deel 3
Een zachte klop klinkt op mijn slaapkamerdeur. Papa stapt binnen en laat zich zakken op mijn bed. ‘Nou, nou, zo erg is het ook weer niet.’ Troostend strijkt hij over mijn blonde lokken. ‘Jawel. Het was mijn schuld’, zeg ik, terwijl mijn schouders schokken. ‘Rianne … ze at mijn tomatensoep … Zogenaamde tomatensoep … Ik had er kleine tomaatjes doorheen gedaan. Tenminste, ik dacht dat het tomaatjes waren … Eerlijk waar, pap, ik wist het niet … Daarom werd ze niet meer wakker. En daarom … daarom wil ik ook nooit meer tomatensoep eten …’ Eindelijk heb ik het verteld. Die afschuwelijke waarheid. Het blijft lang stil. Aarzelend hef ik mijn hoofd op en zoek zijn ogen. Ik zie dat hij slikt, vechtend tegen zijn tranen. Dan verbreekt hij eindelijk de stilte. ‘Ach, meisje toch. Het was niet jouw schuld. Heb jij dat al die jaren gedacht?’ Ik knik. ‘Wist u dat het door de besjes kwam?’ ‘Ja, dat wisten we. Dat hoorden we in het ziekenhuis.’ ‘Ik mis haar zo.’ ‘Wij ook, lieverd, wij ook’, klinkt plots schor de stem van mama. ’Maar het was niet jouw schuld. Je was nog veel te jong. Ach Renske … ’ Dan zijn daar twee paar armen om me heen en vermengen zich onze tranen.
©
60
65
70
262
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
10 In dit deel doet Renske haar bekentenis. a Hoe voelt Renske zich na de bekentenis? b Had je de reactie van haar vader verwacht? Waarom (niet)? 11 Vergelijk het einde met jouw voorspelling. Geef minimaal één gelijkenis en één verschil aan.
Doordringen tot de tekst
IN
3
1 Hieronder vind je twintig woorden die je kunt gebruiken om verhalen te beoordelen. a Sorteer ze in twee kolommen.
b Zorg ervoor dat woorden die het tegenovergestelde betekenen, naast elkaar staan. Om je op weg te helpen, zijn er al twee woorden ingevuld. spannend
saai
volwassen
ongeloofwaardig
vaag
zwaarmoedig
oppervlakkig
intrigerend
gevoelloos
overtuigend
meeslepend
langdradig
realistisch
nauwkeurig
ontroerend
infantiel
duister
luchtig
weinig zeggend
VA N
opgewekt
negatief
positief
¡ geen oordeel
¡ spannend
¡
¡ geen oordeel
¡
¡
¡ geen oordeel
¡
¡
¡ geen oordeel
¡
¡
¡ geen oordeel
¡
¡
¡ geen oordeel
¡
¡
¡ geen oordeel
¡
¡
¡ geen oordeel
¡
¡
¡ geen oordeel
¡
¡
¡ geen oordeel
¡
©
¡ saai
2 Kruis bij elk woordpaar het vak aan dat jouw mening het beste weergeeft.
LES 26 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan
263
3 Schrijf nu jouw mening over het verhaal neer.
SCHRIJven
Bekijk de woorden die je aangevinkt hebt en selecteer er vijf. Schrijf voor elk van de gekozen woorden op waarom je dat vindt. Verwijs bij alles wat je zegt concreet naar het verhaal. Vertel je mening aan je buur. Sta open voor zijn opmerkingen en pas je versie aan. Schrijf nu je tekst (maximaal twintig regels) neer. Herlees alles om spel- of tikfouten weg te werken. Lees je tekst hardop en luister of die vlot leest.
4 Uitbereidingsopdracht: argumentatie
IN
a b c d e f g
VA N
a Kies samen met twee medeleerlingen één van volgende stellingen. • De ouders van Renske hadden ongelijk om nooit met hun dochter over het voorval te praten. • De mama van Renske is schuldig aan de dood van Rianne. Zij had de twee meisjes nooit alleen mogen laten. • De vader van Renske troost haar op een goede manier. • Renske had eerlijk tegen haar ouders moeten opbiechten wat er gebeurd was. • Babysitten kan vanaf 12 jaar. • Dit verhaal versterkt alleen maar de stereotiepe taakverdeling tussen jongens en meisjes. • Een trauma moet je altijd behandelen met medicatie. • Iedereen kan zich zelf over een trauma zetten. • Ouders mogen kinderen/tieners vragen om te helpen in het huishouden of in hun zaak. Ze moeten hen daarvoor niet betalen.
b Luister naar elkaars mening over de stelling.
c Kies een gemeenschappelijk standpunt. Formuleer wat jullie van de stelling vinden. d Formuleer drie argumenten die jullie gemeenschappelijke standpunt onderbouwen.
5 Evalueer de samenwerking binnen jullie groep.
a Beoordeel eerst jouw inbreng en dan die van de anderen.
ik ja
de anderen nee
ja
nee
We hebben actief en respectvol geluisterd. We hebben vragen gesteld.
We hebben relevante informatie uitgewisseld.
We hebben ideeën of meningen met argumenten in vraag gesteld. We bouwden voort op wat de anderen zeiden.
©
We hebben iedereen aangemoedigd om een bijdrage te leveren. We hadden als groep een duidelijk doel en we waren bereid om een gemeenschappelijke oplossing te vinden.
b Noteer nu een aantal punten waarop je volgende keer individueel of als groep zou willen/moeten werken.
264
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
6 Aan de hand van dit kruiswoordraadsel herhaal je de theorie van literaire bouwstenen. 1i
15
-
2g
3i 5g
6g 7i
8i
VA N
9g
IN
4i
10g
-
1 het hoofdpersonage van het verhaal; het verhaal draait om hem of haar
2 het personage dat de gebeurtenissen vertelt in de hij-vorm
3 de tegenstander van het hoofdpersonage; hij werkt het hoofdpersonage tegen
©
4 wanneer de auteur bepaalde tijdperiodes in het verhaal zomaar overslaat en die gewoon vervangt door een witregel 5 het centrale idee van het verhaal
6 de technieken die de auteur gebruikt om ervoor te zorgen dat een lezer wil weten hoe het verhaal verder gaat; bekende voorbeelden zijn: informatie achterhouden voor de lezer of er net voor zorgen dat de lezer meer weet dan het personage 7 wanneer de auteur de chronologie van het verhaal onderbreekt en een stuk uit het verleden vertelt 8 het standpunt van waaruit de gebeurtenissen in het verhaal verteld worden 9 de vrouw of man die het verhaal verzonnen heeft. 10 het ik-personage dat vertelt wat hij meemaakt of heeft meegemaakt
LES 26 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan
265
7 Gebruik nu de informatie uit het kruiswoordraadsel om de analyse van het kortverhaal in te vullen. naam: klas: leraar/lerares:
vak: Nederlands
Renske is de , vader de . De verteller is een -verteller.
IN
Van regel 27-58 vinden we een terug. Het verhaal speelt zich hier in het af. Is er een verwijzing naar de , dan noemen we dat een flashforward. De witregel tussen regel 26 en regel 27 is een voorbeeld van een tijd .
Dit verhaal gaat over het omgaan met een jeugdtrauma. Dat is het . De auteur gebruikt verschillende technieken om de in het verhaal
VA N
op te bouwen. De opmerking over de tomatensoep in regel 8 bewijst dat je als lezer weet dan het personage.
De passage in regel 46-47 daarentegen bewijst dat je als lezer
weet dan het
personage: je vermoedt dat die ‘kleine tomaatjes’ geen tomaten zijn en dus gevaarlijk kunnen zijn.
4
Waarheid in verhalen, waarheid in de media
In het verhaal Bittere oogst slaagde de auteur erin om ons als lezer mee te laten leven met Renske en haar jeugdtrauma. Als lezer weten we dat Bittere oogst niet echt gebeurd is, maar beseffen we tegelijk dat het zou kunnen gebeuren. De feiten zijn in dat verhaal wel verzonnen, maar niet onmogelijk. Had de auteur gezegd dat Rianne door een alien ontvoerd was, dan hadden de meesten onder ons dit onmiddellijk als fantasie afgewezen.
©
Moet een journalist die over zo'n drama in de media rapporteert, zich strikt aan de feiten houden? Of is er in een non-fictietekst ook plaats voor emoties en interpretatie? Dat bekijken we in deze les.
onthouden
De grens tussen fictie en non-fictie is niet altijd duidelijk. Heel vaak baseren auteurs zich op de werkelijkheid om overdreven of uitgevonden verhalen te vertellen. Soaps zijn hier een duidelijk voorbeeld van.
266
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
In Het Laatste Nieuws verscheen in de regionale pagina’s volgend artikel.
DEZE BESTUURDER VOND EEN UNIEKE PARKEERPLAATS: ‘WAGEN HANGT HIER AL SINDS VANNACHT’
IN
VLIERZELE In de nacht van zaterdag op zondag belandde in de Oordegemstraat in Vlierzele (Sint-Lievens-Houtem) een Peugeot Partner hoog en droog in de struiken.
De bestuurder, die meer dan waarschijnlijk richting Oordegem reed, ging uit de bocht net voor bakkerij Vereecken. Zijn wagen belandde in de struiken van Axa-verzekeringskantoor De Clercq aan de Muizenhoek. ‘We vonden de wagen in de nacht van zaterdag op zondag, maar van de automobilist was geen spoor te bekennen’, vertelt men in de bakkerij. De wagen zelf lijkt niet al te erg beschadigd en wellicht kwam de chauffeur met de schrik vrij.
VA N
Hoe het ongeval precies gebeurde is niet duidelijk. Reed de man te snel? Had hij te veel gedronken? Of dommelde hij gewoon in? Allemaal open vragen. Feit is dat de Oordegemstraat geregeld gebruikt wordt als sluipweg, waar het gaspedaal stevig wordt ingeduwd. Geen beste combinatie met enkele verraderlijke bochten waaronder die aan de bakkerij.
Bron: www.hln.be
1 Kijk naar de titel van het artikel.
a Welk beeld wordt hier van die parkeerplaats geschetst? b Welk woord is subjectief?
c Past het citaat bij de rest van de kop?
©
2 Lees het artikel een eerste keer door en geef de vijf feiten die in de tekst voorkomen.
LES 26 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan
267
3 Bekijk de foto’s en ondertitel bij het artikel. a Wat is de functie van de foto’s bij het artikel? Kies een van de mogelijkheden. ¡ Ze ondersteunen het verslag van de journalist. ¡ Ze proberen in te spelen op de emoties van de lezer. ¡ Ze proberen een kritische noot/bedenking van de journalist toe te voegen. b Gebruik één van de foto’s om je antwoord uit te leggen.
IN
4 Lees het artikel opnieuw. Hieronder vind je een schaal met als twee uitersten: emotioneel en feitelijk.
VA N
emotioneel
feitelijk
a Waar zou je het artikel plaatsen?
b Leg uit waarom je het artikel hier plaatst.
5 Herlees de tekst een laatste keer en zoek nu die elementen die het standpunt of de interpretatie van de journalist weergeven.
©
3.2
268
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
6 Onderstaande tekst vat samen hoe media vandaag omgaan met feiten en emoties. Vul de ontbrekende elementen aan.
In een krantenartikel of bij nieuwsberichten op radio en tv willen de mensen
nog altijd
vernemen. De
zijn hierbij het
richtsnoer: wie, wat, wanneer, waar, waarom en hoe. De laatste jaren is er ook in de pers meer aandacht voor
die bepaalde
IN
, feiten kunnen oproepen. Vroeger kwamen die vooral aan bod in ceerd werd. Vandaag omdat die meer tijd hadden om anderen te interviewen voor het artikel gepubli hebben sommige kranten er al onmiddellijk aandacht voor.
niet altijd tot pure feiten. Journalisten geven ook vermoedens en interpretaties. Artikels beperken zich de auteur of regisseur Toch is er nog een verschil met : hier mag te maken. Toch een loopje nemen met die feiten om het verhaal te gaan. Als die vindt dat zijn er grenzen aan de bereidheid van de lezer of de kijker om hierin mee
©
VA N
het wordt, haakt die gewoon af.
LES 26 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan
269
Literatuursuggesties 3
©
VA N
IN
In les 26 maakte je kennis met Renske, een jong meisje dat een gebeurtenis die ze meemaakte een plaats moet geven. Hieronder vind je een overzicht van verschillende romans die zich verder van huis afspelen, maar hetzelfde thema hebben. Telkens staat een jong hoofdpersonage centraal dat een gebeurtenis meemaakt die zijn of haar verdere leven bepaalt. Reis mee om te leren! Kies een bestemming en kom in een andere omgeving terecht waarin je nagaat hoe mensen binnen hun eigen context keuzes (moeten) maken.
270
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
14+
16+
De stille pijn van Luca Kristien Dieltiens
Ik ben herinnering. Alles zit in mij gestapeld, als boeken op een plank.
14+
16+
Mats Wahl
VA N
12+
thriller, crime fiction 2009
mats wahl
ZOEK
BTVAN09
PERS.BE
BELUISTER FRAGMENT
De zestienjarige Hilmer Eriksson is verdwenen. Vermist. Zaterdagavond kwam hij niet aan bij zijn vriendin Ellen. Zowel Ellen als zijn ouders zijn doodongerust. Hilmer is geen jongen die gekke, onbezonnen dingen doet. Is het een ongeval? Of helemaal niet? Politierechercheur Harald Fors bijt zich in deze mysterieuze zaak vast.
26-03-2009 10:40:46
STEVEN HERRICK
edicht schetst Steven Herrick het ingeslapen stadje in Australië. iets en toch is de spanning nwezig. Harry groeit met zijn n een leeg huis. Zijn vader werkt, is dood, zijn vriendinnetje
Aan de rivier
Aan de rivier
Steven Herrick
Steven Herrick
psychologische roman, drama
©
oor humor én de tragiek van het en beschrijft de auteur een dorpje wil je leven – maar één ding kunt t is weggaan.
12+
14+
2010
AAN DE RIVIER
BELUISTER FRAGMENT
arry groeit op in een dorp in Australië in de jaren vijftig en zestig van de vorige H eeuw. Zijn moeder overleed toen Harry zeven jaar was. Samen met zijn broertje houdt hij het huishouden draaiende; hun vader heeft het verlies van zijn vrouw nooit kunnen verwerken. Harry weet dat hij maar een ding wil: het dorp verlaten zodra hij kan.
16+
513959
ERSVO.NL
Als jonge volwassene keert Luca terug naar zijn geboortedorp in Kroatië. Tijdens zijn jarenlange verblijf in België heeft hij geen woord meer gesproken. Zijn kindertijd en het abrupte einde ervan heeft hij verdrongen. Hoe dichter Luca zijn land nadert, hoe sterker de herinneringen worden, hoe scherper de beelden. Geruststellende beelden, van zijn beste vriend Vanja, van ma en Jelena, van de houten ‘mensen’ van pa, de bloemenvelden, de bergen in de verte.
Zoek
ZOEK
genomineerd voor de Jonge
BELUISTER FRAGMENT
2007
MATS WAHL
arige Hilmer Eriksson is . Zomaar ineens, vermist. Na raining kwam hij niet aan bij n Ellen. Zijn ouders zijn ust en Ellen natuurlijk ook. ebeurd? Hilmer is helemaal n die gekke dingen doet. ercheur Harald Fors stort zich . Hij ondervraagt klasgenoten, personeel van de school, en an het dorp. Maar niemand weten over de verdwijning . Of kan de dader zijn geheim el goed verbergen?
Kristien Dieltiens oorlogsroman
506955
PERS.NL
De Stille Pijn van Luca
IN
12+
KRISTIEN DIELTIENS DE STILLE PIJN VAN LUCA
olwassene keert Luca terug naar rtedorp in Kroatië. Tijdens zijn verblijf in België heeft hij geen proken. Zijn kindertijd en het nde ervan heeft hij verdrongen. r Luca zijn land nadert, hoe herinneringen worden, hoe e beelden. Geruststellende n warme herinneringen aan vriend Vanja, ma en Jelena, de houten ‘mensen’ van pa, nvelden, de bergen in de verte, n over de boze heks Baba Yaga … de andere beelden doemen op. eigende angst, van vrienden die worden, van haat, verraad en oor je leven.
15-06-2010 13:47:24
Literatuursuggesties 3
271
Ik ben niet bang
etste zomer van de twintigste
NICCOLÒ AMMANITI
n. Terwijl de ouderen binnen
en de hitte, trekken zes kinderen etsen op uit, in de door de zon desolate omgeving. Wanneer ze
ten en onbewoonde boerderij ek uitgaan, stuit de negenjarige
trano op een geheim, een geheim
eine te komen met zijn ontdekking,
le over morele dilemma’s heen de strijd aangaan met zijn
12+
14+
familieroman, drama
16+
NICCOLÒ AMMANITI www.vanin.be
545435
doel voor ogen wanneer ze Eppo t in haar oude Volkswagen Golf. Het p neer dat zij hem brengt waar hij Eppo heeft gaandeweg door dat
woon weg wil, maar waarvan ze weg krijgt hij geen zicht op. Dat het iets e maken heeft, is duidelijk. Zijn at op haar arm getatoeëerd.
Eppo zijn allebei op de vlucht voor
emen, maar komen al reizend tot de dat er niet van weg te lopen valt. Het tijd, maar uiteindelijk vertrouwen ze noeg om de last die op hun schouders
lkaar te delen en zo van dat gewicht en. 16+
Rotmoevie
MARIAn DE SMET rotMoeVIe
Nederlandse jongen van zeventien, ftend met een Vlaams meisje in abby is achttien en heeft niet
14+
p de warmste zomerdag van de eeuw rijdt de negenjarige Michele op zijn O fietsje door de uitgestrekte akkers rond zijn dorp. Op een verlaten heuvel ontdekt hij een jongetje dat in een put ligt, vastgeklonken aan een ketting. Michele kan met niemand over zijn ontdekking praten en om het geheim te kunnen dragen, trekt hij zich terug in zijn verbeeldingswereld. Wanneer hij meer gruwelijkheden ontdekt, wordt Michele heen en weer geslingerd tussen zijn nieuwsgierigheid en angst, tussen de harde feiten en de fantasie waarin hij probeert te vluchten. Hij wil het jongetje redden, maar zijn eigen wereldje brokkelt gestaag af naarmate zijn vermoeden sterker wordt dat hij niet als enige van het geheim op de hoogte is. Als hij er van overtuigd is dat ook zijn eigen leven op het spel komt te staan, voelt hij zich gedwongen een onomkeerbaar besluit te nemen.
VA N
18-10-2011 12:42:24
12+
BELUISTER FRAGMENT
2 011
IK BEN NIET BANG
ukwekkend en zo verschrikkelijk emand erover durft te vertellen.
Niccolo Amaniti
IN
tting: een kleine gemeenschap, uit vijf huizen, omringd door
Marian De Smet
thriller, psychologische roman
2 013
BELUISTER FRAGMENT
E ppo komt al liftend met een Vlaams meisje in contact. Tabby is achttien en ze heeft niet echt een doel voor ogen op het moment dat ze Eppo meeneemt in haar oude Volkswagen Golf. Het komt erop neer dat ze elkaar op sleeptouw nemen. Eppo heeft gaandeweg door dat Tabby gewoon weg wil, maar waarvan, daar krijgt hij geen zicht op. Dat het iets met Rob te maken heeft, is duidelijk. Zijn naam staat op haar arm getatoeëerd.
MARIAn DE SMET
www.vanin.be
557616
©
25/06/13 15:45
ingesneeuwd. Er is geen het mobiele netwerk is uitgevallen bijzijnde huis is een paar
derop. De meisjes doen er een
g over. Maar dan verdwijnt Kim De overgebleven drie vriendinnen maar ze denken dat Kim terug
am is gegaan. Als Feline ook akt de bezorgdheid plaats voor
en Abby kunnen door het slechte nt op. De sfeer wordt steeds
angstaanjagender. Wie heeft het nt? Weten ze eigenlijk wel alles
Vals
MEL WALLIS DE VRIES VALs
kantie en Abby, Kim, Pippa en aar een huisje in de Ardennen.
Mel Wallis de Vries thriller 2017
VALS MEL WALLIS DE VRIES
12+
14+
16+
vanin.be
et is kerstvakantie en Abby, Kim, Pippa en Feline gaan naar een huisje in de H Ardennen. Door het slechte weer sneeuwen ze in. Er is geen elektriciteit, het mobiele netwerk is uitgevallen en het dichtstbijzijnde huis is een paar kilometer verderop. De meiden doen er een beetje lacherig over. Maar dan verdwijnt Kim opeens na een ruzie.
571322 17/05/17 10:53
272
BELUISTER FRAGMENT
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
Virus
ngen die lijdt aan het syndroom e la Tourette, is op vakantie met
pt er een man op de weg! Hopper et meer ontwijken. De jongens
niek en slaan op de vlucht. Ze cht in Odrin, een Spaans bergdorp
n de schaduw ligt. Er hangt een eer; de meeste bewoners zijn nors
n zich soms ronduit bedreigend. per besluiten ervandoor te gaan,
ige toegangsweg is afgesloten en gewapende mannen bewaakt. ag het dorp nog in of uit – er
Mirjam Mous thriller 2019
onbekend en zeer besmettelijk virus
12+
14+
16+
vanin.be
592611 23/05/19 12:23
VA N
16+
Ish Ait Hamou
psychologische roman, drama 2019
hArD hArt
14+
K ris, een jongen die lijdt aan het syndroom van Gilles de la Tourette, is op vakantie met zijn neef Hopper. Ze rijden door de bergen als er een hevig noodweer losbarst. Plots loopt er een man op de weg en Hopper kan hem niet meer ontwijken. De jongens raken in paniek en slaan op de vlucht. Ze komen terecht in Odrín, een Spaans bergdorp, dat altijd in de schaduw ligt. Er hangt een sfeer en de meeste bewoners zijn nors en bedreigend. Kris en Hopper besluiten er stilletjes vandoor te gaan, maar de enige toegangsweg is afgesloten en wordt door gewapende mannen bewaakt. Niemand mag het dorp nog in of uit: er is een onbekend en zeer besmettelijk virus uitgebroken.
Hard hart
ISh AIT hAMOU
leigh laat de bedrukte sfeer van zijn k huis en de voorspelbaarheid van e provinciestadje achter zich en gaat aan de universiteit van Boston. In imiteit van de grootstad bloeit de rokken jongeman langzaam open: hij eigen benen, maakt enkele intrigerende vrienden en komt in de ban van zijn oie studiegenote Rachella. Verlegen , durft Tom haar niet aan te spreken rliest zich in dagdromen. Hij krijgt ook meer af te rekenen met onverklaarbare anvallen, waarbij hij het contact met elijkheid compleet verliest. Wanneer een donkere periode doormaakt, blijkt llig de juiste man op de juiste plaats. en gaandeweg naar elkaar toe. Wordt de or Rachella Toms redding of ondergang? 12+
BELUISTER FRAGMENT
MIRJAM MOUS
IN
MIRJAM MOUS VIrUs
opper. Ze rijden door de bergen een hevig noodweer losbarst.
ISh AIT hAMOU
vanin.be
HARD HART
BELUISTER FRAGMENT
1/05/19 11:17
©
592611
T om Macleigh komt uit een liefdeloos gezin. Hij laat de bedrukte sfeer van zijn ouderlijk huis en de voorspelbaarheid van zijn saaie provinciestadje achter zich om te gaan studeren aan de universiteit van Boston. Hier maakt hij vrienden en wordt hij voor het eerst verliefd. Na veel dagdromen durft hij de stap te wagen om op zijn droommeisje af te stappen. Wordt de liefde voor Rachella zijn redding of zijn ondergang?
Literatuursuggesties 3
273
les
27
Register 1
Je kent het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik
3
2
4
Formeel en informeel 1 Je krijgt een situatie en twee rollen van je leraar.
Je kunt een zakelijk bericht opstellen met een goede structuur
IN
Je kent de termen formeel, informeel, register en de onderdelen van zakelijke communicatie
1
Je kunt formeel en informeel taalgebruik in gepaste situaties toepassen
a Bereid samen met een medeleerling deze situatie voor. b Neem elk een rol voor jullie rekening.
c Breng het resultaat van jullie voorbereiding voor de klas.
VA N
2 Analyseer een dialoog van een ander duo.
a Vul alle elementen van het communicatieschema aan.
stijl
ABC
ABC
ABC
zender
boodschap
ontvanger
doel
©
kanaal
effect
b Focus specifiek op de stijl van de dialoog. Wat valt je op aan woordkeuze, aanspreking en taalgebruik?
274
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
onthouden Met register bedoelen we taalgebruik dat aan een bepaalde situatie of een bepaald milieu gebonden is. Dat kan tot uiting komen in zowel woordkeuze als zinsbouw. In een rechtbank maak je bijvoorbeeld gebruik van andere woordenschat en zinsconstructies dan tijdens een gesprek met vrienden op de speelplaats.
3 Wat betekenen de woorden formeel en informeel voor jou? Stel voor beide woorden een definitie op. formeel
IN
informeel
VA N
4 Rangschik de dialogen van je medeleerlingen van formeel naar informeel.
formeel informeel
5 Heb je voorbeelden van formeel en informeel taalgebruik in de dialogen kunnen vinden? a Schrijf ze in de juiste kolom.
©
b Vul aan met eigen voorbeelden.
LES 27 Register
formeel
informeel
275
6 Geef aan of volgende zinnen een voorbeeld zijn van formeel of informeel taalgebruik. Bedenk ook een specifieke situatie waarin de zinnen aan bod kunnen komen. formeel informeel a Hopende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. situatie: b Ik voel me echt belabberd. Ik ga ff thuisblijven.
IN
situatie: c Wij zijn van oordeel dat u helaas geen geschikte kandidaat bent voor de positie. situatie:
d Toen hij het nieuws hoorde, ging hij helemaal over de rooie. situatie:
VA N
e Ik had graag geïnformeerd of avondkleding gepast is voor dit evenement. situatie:
f
Ik ben gans blut, leen je mij wat poen? situatie:
7 Ga met de zinnen uit de vorige oefening aan de slag. Vorm formele zinnen om naar informele. Zoek ook voor de informele voorbeelden een goed formeel alternatief. a
b
c
©
d
e
f
276
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
8 Bestudeer onderstaande situaties. a Welk kanaal gebruik je het best om deze situaties over te brengen? b Welk register hanteer je hiervoor? c Geef ook telkens twee zinnen die voldoen aan dit register en die in deze situatie kunnen voorkomen. •
Je wilt afzeggen voor het halloweenfeestje van een vriendin omdat je je niet goed voelt. kanaal
zinnen •
IN
register
Je bent uitgenodigd als vertegenwoordiger van je jeugdclub of sportvereniging op de jaarlijkse receptie op het stadhuis. Je stuurt een bericht om te bevestigen dat je aanwezig zult zijn. kanaal
register zinnen
VA N
•
Je bezorgt je taak voor het vak Nederlands een week te laat aan je leraar en wilt je verontschuldigen. kanaal
register
zinnen
©
LES 27 Register
277
2
Zakelijke e-mail 1 Bestudeer onderstaande e-mails en beantwoord de bijhorende vragen. e-mail 1
Sandra V.
Rachel N.
seg mevrouw dus ja sorry eh ma je geeft ons te veel taken
IN
!!!
wehebben jou maar 2u per week dus je stuur zo veel taken zelfs als het school is in een hele week we hebben ni zoveel taken mhm does een beetje kalm!
VA N
geen elnkele leerkracht geeft ons zvl taken als jij. mijn moeder ze word boos en ze zegt ik doe niets. neeeee ik doe iets!!!!! alz ja ik doe moeite eh ma alz je moet ook mewerke dus de taak van vlgende week over de merovingers knnen je die uitstellen mss????? ju
e-mail 2
Herman V.
school
Lana T.
Liefste meneer
©
ustuurde een mailtje dat ik de deadline heb gemist van die vraagstukken maar das nie waar k heb de opdracht van wel gemaakt maar nog niet door gestuurd ik ga eerst nog ff nakijken endan pas doorsturen. Nog ff geduld dus please #NoStress Groetjes
278
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
a Analyseer beide e-mails op basis van het communicatieschema. e-mail 1
e-mail 2
zender ontvanger
IN
boodschap
tekstdoel
b Hoe zou je het taalgebruik in de twee e-mails omschrijven? Verwijs naar concrete elementen uit de berichten om je antwoord te ondersteunen.
VA N
c Welke tips zou je de leerlingen geven om hun boodschap aan te passen? Stel per afzender een top drie met nuttige tips samen.
2 Bekijk wat de leerlingen ingaven bij de regel onderwerp in elk bericht.
©
a Waarom is dat in beide gevallen niet gepast voor een zakelijke mail?
LES 27 Register
e-mail 1
e-mail 2
279
b Aan welke criteria moet het onderwerp van een e-mail volgens jou voldoen? Bedenk er minstens drie. c Geef voor beide mails twee alternatieven. Houd hierbij rekening met de criteria die je hierboven noteerde. e-mail 1
e-mail 2 1
2
2
IN
1
3 Kijk naar de aanspreking in beide e-mails. Welke andere aansprekingen zouden beter zijn? Omcirkel de goede alternatieven. Geachte meneer,
Beste,
Dag meneer,
Hallo,
Hey mevrouw,
Hey!
Mijne heren,
Beste mevrouw Verheijen,
4 Bestudeer hoe de zenders hun e-mail hebben afgesloten.
VA N
a In welke situaties passen hun afsluiters wel? Bedenk drie concrete situaties.
b Welk formeel alternatief zou jij voorzien?
©
280
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
5 Kies een van de e-mails waarmee jij aan de slag wilt gaan. Bestudeer de afzonderlijke alinea’s van jouw keuze. a Noteer de boodschap van elke alinea. b Geef aan wat het doel is van de alinea. c Som de taalvormen op die de alinea informeel maken. alinea
Wat is de boodschap van de alinea?
Wat is het doel van de alinea?
Welke taalvormen maken de alinea informeel?
VA N
IN
1
2
©
3
LES 27 Register
281
6 Herwerk de e-mail die jij gekozen hebt tot een goed voorbeeld van een zakelijke e-mail. 6.3
Stappenplan 1 Behoud de structuur van de e-mail: je begint met een inleidende zin, vervolgens leg je het probleem uit en als laatste bied je een mogelijke oplossing. 2 Werk alinea per alinea en houd je doelpubliek goed in je achterhoofd. 3 Neem de boodschap en het doel van elke alinea over, maar kies voor formele alternatieven op het gebied van woordenschat en zinsbouw.
5 Voeg een afsluiter toe.
VA N
.
IN
4 Vul je e-mail aan met een gepaste aanspreking en onderwerp.
©
282
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
7 Wissel met een medeleerling je eindresultaat uit. Beoordeel elkaars e-mail aan de hand van de volgende criteria. a Duid op ieder continuüm aan waar de e-mail van je medeleerling zich volgens jou situeert. b Geef twee tips om de e-mail beter te maken. c Noteer voor het bericht ook twee sterke punten. ja
±
nee
Je houdt rekening met het doelpubliek. Je gebruikt formele woordenschat. Je hanteert de juiste spelling en het juiste leestekengebruik. Je zinnen zijn grammaticaal correct. inhoud
IN
stijl
De boodschap van de oorspronkelijke e-mail blijft behouden in het nieuwe resultaat. Je legt alle onderdelen van de e-mail voldoende uit. Je hanteert een goede opdeling in alinea’s.
structuur
De e-mail volgt de structuur van inleidende zin – probleem – oplossing. Je e-mail heeft een gepaste aanspreking en afsluiter.
tips:
VA N
•
•
sterke punten: •
•
©
LES 27 Register
283
3
Uitbreiding: Zelf een zakelijke e-mail schrijven
6.3
Je bent getuige van een vreemd voorval op jouw school. Je wilt dit melden door een e-mail te verzenden naar de vertrouwenspersoon op je school, mevrouw Verheijen. In dit onderdeel zul je stap voor stap zo’n zakelijke e-mail leren opstellen.
Voorbereiden
zender:
boodschap:
ontvanger:
teksttype:
tekstdoel:
IN
1 Vervolledig volgende onderdelen van het communicatieschema voor het bericht dat je zult opstellen.
VA N
2 Denk na over de details van het voorval waarvan jij getuige was. a Vervolledig volgende mindmap met sleutelwoorden.
Wat verwacht je van de school om dit op te lossen?
Wat is er gebeurd?
©
VOORVAL
b Bespreek samen met een medeleerling van welk voorval jij getuige was en welke oplossing jou gepast lijkt. c Vul achteraf je mindmap aan met extra details.
284
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Plannen 3 Aangezien je communiceert met een persoon die je niet goed kent en die bovendien ouder is, is de stijl van je e-mail formeel. a Bestudeer de woorden en constructies in je mindmap. Zijn ze formeel genoeg? b Zoek naar alternatieven en vul ze hieronder in.
Wat verwacht je van de school om dit op te lossen?
IN
Wat is er gebeurd?
VA N
VOORVAL
Schrijven
4 Schrijf je sleutelwoorden uit in volledige zinnen. Beperk je hierbij tot een alinea van ongeveer zes zinnen per onderdeel.
©
5 Kies een gepaste inleidende en afsluitende zin en voeg die toe aan je resultaat. 6 Kies een gepaste aanspreking en afsluiter en voeg die toe aan je e-mail.
LES 27 Register
285
Reflecteren 7 Lees je eigen tekst grondig na. Kijk of je zelf verbeteringen kunt aanbrengen aan de vorm en de inhoud van je bericht. 8 Wissel met een medeleerling je eindresultaat uit. Beoordeel elkaars e-mail aan de hand van de volgende criteria. a Duid op het continuüm aan waar de e-mail van je medeleerling zich volgens jou situeert. b Geef twee tips om de e-mail beter te maken.
IN
c Noteer voor het bericht ook twee sterke punten. ja
Mijn medeleerling houdt rekening met het doelpubliek. Mijn medeleerling gebruikt formele woordenschat. stijl
Mijn medeleerling hanteert de juiste spelling en het juiste leestekengebruik. De zinnen van mijn medeleerling zijn grammaticaal correct.
VA N
inhoud
De boodschap van de e-mail komt duidelijk naar voren in de e-mail. Mijn medeleerling legt alle onderdelen van de e-mail voldoende uit.
Mijn medeleerling hanteert een goede opdeling in alinea’s.
structuur
De e-mail volgt de structuur van inleidende zin – probleem – oplossing – afsluitende zin.
De e-mail heeft een gepaste aanspreking en afsluiter.
tips: •
•
sterke punten: •
©
•
Herschrijven 9 Herschrijf je bericht op basis van de suggesties die je kreeg.
286
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
±
nee
les
28
Toneeltekst en theateropvoering 1
Je kent de gepaste terminologie om over toneelstukken te praten: mimiek, gestiek, regie-aanwijzingen, decor en kledij
2
Toneel
1
1 Wat is jouw ervaring met theater? a Geef een antwoord op basis van deze schalen. nooit
3 Je kunt de verschillen aantonen
tussen roman en toneelbewerking
IN
Je krijgt inzicht in hoe een auteur een theatertekst opbouwt
vaak
haat
liefde
VA N
b Deel je ervaringen met een medeleerling. Probeer zo concreet mogelijk te verwoorden hoe jij tegenover theater staat.
2 Tijdens dit schooljaar hadden we het al over verhalen, kortverhalen, strips en gedichten. Op welke manier verschilt een toneelstuk van die genres? Gebruik de onderstaande foto’s en het tekstfragment om je te helpen.
©
Meisje: ‘Dus vannacht heb je buiten op een bankje geslapen omdat je nergens een slaapplek kon vinden?’ Backpakker: ‘Ja en eerst was ik bang. Maar toen ik op mijn rug naar de sterren keek, werd ik langzaamaan steeds rustiger. Het was alsof ik daar hoorde in die duisternis. Op een gegeven moment leek het alsof de zwaartekracht elk moment zou verdwijnen en de bank mij los zou laten. Toen ik wakker werd, voelde ik me vrij. Ik was leeg, maar tegelijkertijd volkomen helder. Het voelde alsof alles weer mogelijk was.’ M:
‘Hmm…’
B: ‘Toen ik nog een kind was droomde ik vaak dat ik kon vliegen. En ik wist zeker dat het ook een keer zou lukken. Vele jaren ben ik , fladderend met mijn armen, van muurtjes en kleine gebouwen afgesprongen. Ik geloofde dat ik ooit een keer in de lucht zou blijven hangen.” M:
‘En?’
B:
‘Zie je me vliegen?’
LES 28 Toneeltekst en theateropvoering
287
3 Bij een toneelstuk heb je dus niet alleen tekst. Acteurs en actrices brengen het verhaal tot leven door middel van intonatie, volume, mimiek en gestiek. Plaats de de juiste term bij de foto’s.
IN
onthouden
De schrijver van een toneelstuk zal in zijn tekst aanwijzingen opnemen over hoe de acteurs de boodschap moeten brengen. Deze regieaanwijzingen staan dikwijls in de vorm van bijvoeglijke naamwoorden als blij, geërgerd, kwaad …
VA N
4 De woorden in volgende tabel zijn mogelijke regieaanwijzingen. Omschrijf telkens hoe je die tot uiting kunt brengen. mimiek
brutaal
gefronste
wenkbrauwen
dankbaar
bang
©
verveeld
flirterig
288
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
gestiek
vuisten gebald
intonatie
harde klemtonen
volume luid
5 Hieronder vind je een toneeltekst waarin de regieaanwijzingen werden weggelaten. Lees die grondig door en voeg daarna in duo de aanwijzingen in. Je kunt gebruikmaken van volgende woorden of zelf bijvoeglijke naamwoorden kiezen. gehaast
luchtig
somber
dankbaar
flirterig
nerveus
spottend
fel
passief
opgewekt
lieflijk
fier
kalm
paniekerig
ontroerend
IN
brutaal
Vader ( ): We kunnen dit weekend geen boodschappen doen. Moeder ( ): Waar heb je het over? (pauze) Vader ( ): Verrassing. Moeder ( ): Wat bedoel je?
VA N
Vader ( ): We gaan een weekendje weg. Verrassing. Ik wilde het nog zeggen. Cadeautje. Moeder ( ): O. (somber) Oh. Nu heb je ‘t verklapt. Vader ( ): Ja, nu heb ik het verklapt, ja. Moeder ( ): Dat is jammer.
Vader ( ): Ja, jammer.
Moeder ( ): Nu heb ik ze wel verpest, die verrassing.
Vader ( ): Inderdaad, ja.
Moeder ( ): Wat lief, zeg. Waar gaan we naartoe?
Vader ( ): Je mag het helemaal nog niet weten. Moeder ( ): O?
Vader ( ): Verrassing.
Moeder ( ): Ah, ik weet het nog niet.
Vader ( ): Inderdaad.
©
Moeder ( ): Moet ik erover zwijgen tegen de kinderen? Moet ik nu zwijgen? Zal ik er niets meer over zeggen?
Vader ( ): Waarom? We wonen toch niet in Irak.
LES 28 Toneeltekst en theateropvoering
289
Niets
2
Niets is een bekroonde jeugdroman van de Deense auteur Janne Teller, wiens werk al werd vertaald in 25 talen. Ze schreef vooral romans over menselijke waarden en beschaving, die vaak tot verhitte debatten leidden. Niets uit 2000 wordt weleens een volledige vernieuwing van de jeugdroman genoemd. Het boek won verschillende literaire prijzen.
IN
Het boek begint op de eerste schooldag. Pierre Antoine, een jongen van het eerste middelbaar, staat tijdens de les op en zegt dat niets zin heeft. 'Op het moment dat je geboren wordt, begin je al te sterven.' Hij verlaat het klaslokaal en kruipt in een boom. Daar bekogelt hij de jongelui die toch nog iets van hun leven willen maken met zure pruimen, elke dag weer.
Pierres medeleerlingen bedenken een plan. Ze willen hem tonen dat er iets van betekenis bestaat. In een oude, verlaten zagerij aan de rand van het dorp, besluiten ze een verzameling aan te leggen van voorwerpen die voor hen betekenis hebben. Dit is het begin van ‘de berg van betekenis’.
Gerda
Het kostte me drie dagen om Gerda’s zwakke punt te vinden en gedurende die drie dagen deed ik heel aardig tegen haar. Ik had Gerda altijd links laten liggen. Ze spuugde een beetje als ze sprak en veel als ze lachte, en dat deed ze bijna de hele tijd. Bovendien hing ze voortduren aan Rikke-Ursula’s lippen, en Rikke-Ursula was mijn beste vriendin en zo speciaal dat ze behalve dat blauwe haar en die zes vlechten alleen maar zwarte kleren droeg. Als mijn moeder het niet steeds met haar kleurrijke inkopen gesaboteerd had, dan zou ik ook alleen maar in het zwart rondlopen. Nu moest ik het doen met één zwarte broek, twee zwarte T-shirts waarop Engelse moppen stonden en een zwarte wollen trui, die te warm was voor deze tijd van het jaar. Maar nu ging het om Gerda. Ik ruilde haarelastiekjes met haar, smoesde met haar over jongens en vertrouwde haar toe dat ik grote Hans leuk vond (wat absoluut niet waar was, maar ook al mag je niet liegen, dit was een omstandigheid die mijn oudere broer overmacht noemde. Wat dat precies betekende, wist ik niet, maar het hield in elk geval in dat je toch mocht jokken. De eerste twee dagen was de opbrengst karig. Het leek alsof Gerda niets had waaraan ze verknocht was. Of dat ze me doorhad. Ze had wat ouderwetse poëzieplaatjes, die ze van haar oma had gekregen, maar ik wist dat ze daar nauwelijks naar had omgekeken sinds we in het vijfde zaten. Behalve die plaatjes had ze me ook een foto laten zien van Tom Cruise, op wie ze smoor was en die ze elke avond voor het slapengaan welterusten kuste. Ze had ook een hele stapel romantische blaadjes over dokters die verpleegsters zoenen en daarna nog lang en gelukkig leven. Ik moet bekennen dat ik af en toe best zin had om ze te lenen en Gerda zou vast een traantje laten als ze gedwongen werd ze weg te geven, maar eigenlijk was het rotzooi, een hoop nonsens. Nee, ik moest tot de derde dag wachten voor ik haar zwakke punt ontdekte. Het gebeurde toen we op de kamer van Gerda thee zaten te drinken en naar een cassette luisterden die ze net van haar vader had gekregen. De twee voorgaande avonden hadden we op de kamer gezeten die ze bij haar moeder had en waar het stikte van de meisjesdingen en prulletjes. Nu zaten we op de kamer in het huis van haar vader, waar ze om de week woonde. Het was niet de cassetterecorder of de opblaasbare plastic leunstoel of de popsterren aan de wand die de kamer anders maakten dan die bij haar moeder, want daar had ze ook een cassetterecorder en een opblaasbare plastic leunstoel en popsterren aan de wand. Wat de kamer bij haar vader bijzonder maakte, was de grote kooi met het kleine hamstertje die in de hoek stond. De hamster heette Oscartje, en het was Oscartje die Gerda de volgende dag van mij op de berg van betekenis moest leggen.
VA N
1
5
10
15
©
20
25
30
woord overmacht: onvoorziene en onkeerbare situatie die ervoor zorgt dat je iets niet kunt doen verknocht zijn aan: gehecht aan
290
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
40
45
VA N
50
IN
35
Gerda huilde en zei dat ze dat van grote Hans zou verklappen. Oh wat moest ik lachen toen ik zei dat het gelogen was en alleen maar overmacht. Dat had tot gevolg dat Gerda nog harder begon te huilen en zei dat ik de grootste valserik was die ze kende. En nadat ze twee uur gehuild had en nog steeds ontroostbaar was, bekroop me het gevoel dat ze misschien gelijk had en kreeg ik er bijna spijt van. Maar toen keek ik naar mijn enkelhoge groene sandalen die boven op de berg lagen en ik hield mijn poot stijf. Rikke-Ursula en ik gingen meteen met Gerda mee naar huis om Oscartje op te halen, zodat ze de kans niet kreeg om ons te slim af te zijn. Gerda’s vader woonde in een van de nieuwe rijtjeshuizen die grijsbruin waren en van baksteen, in ieder geval aan de buitenkant. Eronder zat gewoon beton. Het huis had grote kantelramen in alle kamers en het stond aan de andere kant van Tering, waar nog niet zo lang geleden weilanden waren met grijsbruine schapen. Dat het huis aan de andere kant van Tering lag, maakte de tocht lang en vermoeiend, maar die grote kantelramen waren het belangrijkst. Gerda’s vader was thuis en daarom moesten we Oscartje naar buiten zien te smokkelen. We regelden het zo dat Rikke-Ursula in Gerda’s kamer stond, terwijl ik buiten wachtte om Oscartje aan te pakken en in de oude, verroeste kooi te stoppen die we voor de gelegenheid op de kop getikt hadden. Gerda stak geen hand uit. Ze stond alleen maar hardop te huilen in een hoek van de kamer. ‘Nou hou je je mond’, zei ik toen ik het gejank beu was. ‘Anders gooien we een dood Oscartje op de berg.’ Dat deed Gerda niet stoppen met huilen, maar ze dempte het geluid tenminste, zodat het om uit te houden was. En ze kwam ook nog het huis uit zonder dat haar vader argwaan kreeg. Oscartje was wit en bruin gevlekt en eigenlijk best schattig met zijn trillende snorharen, en ik had er niets op tegen dat ik hem niet hoefde te vermoorden. De kooi was echter zwaar en lastig om te dragen, en dat terwijl het een heel eind lopen was naar de zagerij. We hadden de krantenkar van vrome Kai moeten lenen. Dat hadden we niet gedaan, dus droegen we de kooi om de beurt. Gerda moest er ook aan geloven; we zouden niet weten waarom alleen Rikke-Ursula en ik ons een ongeluk moesten zeulen. Het duurde eeuwen om bij de akker en de zagerij te komen en Oscartje poepte de hele tijd, alsof hij dacht dat ik hem toch zou afmaken, maar dadelijk waren we er en konden we de kooi en Oscartje in het halfduister achter de deur neerzetten.
55
60
65
©
70
Gerda kreeg toestemming om de kooi met wat zaagsel te vullen, en nadat ze Oscartje een extra portie hamstervoer en een bakje schoon water had gegeven, klom ik op de keukentrap om de kooi op de berg te zetten. Ik klom weer naar beneden, schoof de trap aan de kant en keek vol bewondering naar de berg en de kooi, die er als een scheve ster bovenop stond. Toen merkte ik hoe stil het was in de zagerij. Stil. Stiller. Heel stil. Het was zo stil dat ik plotseling wel moest zien hoe groot en leeg de zagerij was, hoeveel scheuren en barsten er zaten in de betonnen vloer die onder het vuile zaagsel doorschemerde, hoe dik het spinrag op de balken en de planken plakte, hoeveel gaten er zaten in het dak en hoe weinig ruiten er heel waren gebleven. Ik keek naar alles om me heen, van de ene kant naar de andere, en ten slotte naar mijn klasgenoten. Zij stonden nog steeds stilletjes naar de kooi te staren. Het was alsof Oscartje iets met de berg van betekenis deed wat noch mijn groene sandalen, noch Sebastians hengel, noch Richards voetbal hadden klaargespeeld. Ik was zelf bijzonder in mijn sas met mijn bijdrage, dus het deed best pijn toen niemand reageerde. Het was Ole die me te hulp schoot. ‘Verdomme, dit is pas betekenis!’ zei hij met klem en hij keek van Oscartje naar mij. ‘Ik vraag me af of Pierre Anthon hiertegenop kan’, voegde grote Hans eraan toe, en er was niemand die protesteerde. Ik moest in mijn tong bijten om niet te blozen van trots. Het was laat en de meesten van ons moesten op tijd thuis zijn voor het eten. We wierpen een laatste bewonderende blik op onze volgeladen berg voor Sofie het licht uitdeed en de deur sloot. Jan-Johan maakte het hangslot vast en daarna spoedde iedereen zich naar huis. Het was Gerda’s beurt.
75
woord dempen: inhouden, stiller of kleiner maken
LES 28 Toneeltekst en theateropvoering
291
Elise
5
10
15
VA N
20
Tweeënvijftig, drieënvijftig, vierenvijftig … We dwaalden een tijdje rond in het donker tot Elise de juiste richting vond en ons naar het graf van haar kleine broertje leidde. Zevenenzeventig, achtenzeventig, negenenzeventig … Daar was het: 3.1.1990 – 21.2.1992, Emil Jensen, onze dierbare zoon en geliefde broer, stond er op de steen. Ik wierp een blik op Elise en wilde wedden dat ze niet achter de woorden geliefde broer had gestaan. Toch begreep ik goed waarom hij op de berg moest liggen. Een broertje was niet zomaar iets. Ook al was hij vermoedelijk niet geliefd genoeg geweest. De steen was van marmer en helder wit en mooi, met twee duiven op de rand en rode en gele en paarse bloemen ervoor. Ik begon bijna te huilen en tuurde daarom naar de sterren en de halve maan en moest denken aan wat Pierre Anthon die ochtend had gezegd: dat de maan in achtentwintig dagen om de aarde draait, terwijl de aarde er een jaar over doet om rond de zon te cirkelen. Hierdoor kon ik mijn huilen inhouden, maar ik durfde niet meer naar de steen en de duiven te kijken. Even later stuurde Ole Elise en mij twee verschillende kanten op om op wacht te staan. De zaklantaarns hield hij. Die hadden de jongens nodig om te zien waar ze moesten graven, zei hij, met het gevolg dat wij tussen de graven door naar de kerk moesten lopen zonder ander licht dan de maneschijn. Dat was niet alleen flauw, het gaf aan alles een bijna blauwe, spookachtige gloed. Elise ging bij de ingang aan de achterkant van de kerk staan, in de buurt van de domineeswoning en een heel eind van mij vandaan. Tegen elkaar praten konden we natuurlijk niet. We konden elkaar niet eens opbeuren door naar elkaar te kijken. Ik probeerde mij bezig te houden met het bestuderen van de kerk; die ruw en wit was en lichte deuren had met houtsnijwerk en hoog in de muur kleurrijke glas-in-loodramen die zo laat op de avond eerder zwart leken dan gekleurd. Tegelijk begon ik weer te tellen. Eén, twee, drie … Er kwam een raar, bonzend geluid van het graf achter me als een van de spaden de grond trof. Bons, en dan een plof als de aarde van de schop gleed. Bons plof, bons plof. Zo te horen schepten ze snel, maar toen klonk er een harde tik – de jongens hadden de kist geraakt – en vanaf dat moment deden ze het rustiger aan. Ik wist dat ze langs de kanten van de kist groeven om het gat zo klein mogelijk te houden. Het idee alleen al gaf me koude rillingen. Ik trok mijn schouders op, keek naar de dennenbomen en begon ze te tellen. Er stonden achttien grote en zeven kleine langs het pad dat van de straat naar de kerk liep. Ze bewogen een beetje met hun takken in een wind die ik niet voelde, maar dat kwam natuurlijk omdat ik beschut werd door de muur van het kerkhof. Ik zette twee kleine passen naar voren, eentje naar links en twee terug. En daarna nog een keer, maar nu naar rechts. Zo ging ik door met het dansje dat ik in mijn hoofd componeerde. Eén, twee, opzij. Eén, twee, terug. Eén, twee, opzij …
IN
1
25
30
©
35
Ik bleef stokstijf staan. Ik had iets gehoord. Grind dat onder een voet knerste, zo leek het wel. Ik tuurde het pad af, maar kon niets zien. Had ik mijn zaklantaarn maar gehad. Daar was het weer. Krrruuunchh. Het kwam van onderaan het pad, bij de poort. Ik moest ineens vreselijk plassen en ik stond op het punt om naar de jongens toe te rennen. Maar toen herinnerde ik me wat Ole had gezegd en ik wist dat hij mij een oplawaai zou geven als ik plotseling kwam aanzetten. Ik haalde diep adem, schoof mijn handen in elkaar en maakte een toeterend geluid door lucht te blazen door de spleet tussen mijn twee duimen. ‘Oeeeeh’, klonk het langgerekt. Het grind knarste nogmaals, en ik blies de longen uit mijn lijf. ‘Oeeeh. Oeeeh.’ Toen dook Ole naast me op. ‘Wat is er?’ fluisterde hij. Ik was zo bang dat ik geen antwoord kon geven, tilde alleen maar mijn arm op en wees naar het pad. ‘Hierheen’, zei Ole en omdat ik even bang was voor wat er gebeurde als ik hem niet gehoorzaamde als voor degene die het knarsende geluid maakte, volgde ik hem toen hij tussen de dennen verdween, waar de duisternis nog dichter was. We liepen maar een klein stukje voor Ole halt hield en voor zich uit tuurde. Ik stond achter hem en kon niets zien. Er viel blijkbaar ook niets te zien, want Ole liep weer langzaam door. We bewogen ons voetje voor voetje voorwaarts om geen geluid te maken. Mijn hart ging zo tekeer dat mijn oren suisden, en ik kreeg algauw het gevoel dat we urenlang tussen de stammen slopen.
40
45
50
292
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
60
65
VA N
70
Even later was het Ole die floot. Ze waren klaar met graven en de kleine kist stond in het grind en zag er eenzaam en vreselijk triest uit, maar daar konden we geen tijd aan besteden, want er was een ander probleem opgedoken. De jongens hadden alle aarde die ze weggegraven hadden terug in het gat geschoven en toch was het gat maar voor driekwart gevuld. Een natuurkundige wet die we niet geleerd hadden: als een lichaam uit de grond verwijderd wordt, zakt het peil van de aarde op de plek waar het lichaam zich bevond evenredig met het volume van het lichaam. Iedereen die in de buurt van de kleine Emils graf zou komen, zou zien dat de kleine Emil er niet meer lag. Op dit moment begon Elise te huilen en ze hield er niet mee op, ook al zei Ole dat ze dat moest. We waren een poosje radeloos. En toen bedacht ik dat we een paar grafstenen van andere graven in het gat konden kieperen en bedekken met aarde. De grafmaker zou waarschijnlijk merken dat er stenen ontbraken, maar hij zou nooit op het idee komen dat ze in het graf van Emil Jensen lagen. Tenminste, als het ons lukte om alle bloemen op precies dezelfde plek terug te leggen. Het kostte ons aardig wat tijd en het was erg vermoeiend om twee grafstenen los te wrikken en ze naar het graf van de kleine Emil te zeulen. Vooral omdat we niet de dichtstbijzijnde stenen durfden te nemen, voor het geval iemand toch zou zien dat er in de aarde gewoeld was. Maar in de kuil kregen we ze, en na een dikke laag aarde en een dun laagje grind begonnen we aan de bloemen, die een beetje schade geleden hadden, maar verder geen slechte indruk maakten toen we ze met de stoffer van Ole behoedzaam hadden schoongeborsteld. De klok van het raadhuis sloeg twaalf toen we net klaar waren en ons omdraaiden naar de kist. Ik verstijfde en kon zelfs in het donker zien dat de jongens wit wegtrokken. De torenklok had een lage, holle klank en elke slag galmde als de roep van een geest over de graven: Kooom! Kooom! Kooom! We bewogen geen spier. Ik durfde noch te kijken, noch mijn ogen te sluiten, en staarde met starre blik naar Jan-Johan alsof ik alleen zijn beeld op mijn netvlies verdragen kon. De slagen telde ik niet, maar het leek alsof het er veel meer waren dan twaalf. Na een eeuwigheid ebde de laatste slag weg en werd het weer stil. We keken elkaar zenuwachtig aan en toen kuchte Jan-Johan. Hij wees naar de kist. ‘Nu brengen we hem weg’, zei hij en ik hoorde dat hij het woord kist handig omzeilde. De kist was vast heel mooi en krakend wit geweest toen Elises kleine broertje erin werd gelegd. Nu zaten er kleine barstjes in het wit en puilden de wanden akelig uit en was er niets moois aan. Er kroop een worm uit de aarde op een van de hoeken en vrome Kai weigerde de kist op te tillen voor Ole de worm met de stoffer had weggeveegd. Toen begonnen de vier jongens te dragen: Ole en vrome Kai aan de ene kant en Richard en Jan-Johan aan de andere. Elise, die was opgehouden met huilen toen we de torenklok hoorden, liep voor de kist uit met haar zaklantaarn, en ik met de mijne erachter.
IN
55
Ineens duwde Ole de takken opzij en hij stapte zomaar het pad op. ‘Ha’, grijnsde hij en ik gluurde over zijn schouder en schaamde me rot. Het was Assepoester, Sørensens oude hond, die na Sørensens dood nergens anders wilde wonen dan op het graf van haar baasje. De hond was nieuwsgierig geworden van het geluid van de schoppen en sukkelde op haar jichtige poten langs het pad naar boven. We mochten blij zijn dat ze niet was gaan blaffen. Ze keek ons belangstellend aan en snuffelde aan mijn benen. Ik aaide haar even over haar kop en keerde toen terug naar mijn post.
75
80
85
©
90
95
Dat de kist zwaar zou zijn, daar hadden de jongens niet op gerekend en ze hijgden en zweetten, maar Ole gunde hun geen rustpauze voor we onder aan het pad waren. Daar had ik niets op tegen. Ik had absoluut geen behoefte om langer dan nodig op het kerkhof te blijven.
woord evenredig: gelijk, in dezelfde verhouding radeloos: van streek, vertwijfeld behoedzaam: voorzichtig, overwogen het raadhuis: stadhuis, gemeentehuis wegebben: langzaam verdwijnen
LES 28 Toneeltekst en theateropvoering
293
100
IN
105
Achter mij knarste het grind. Sørensens Assepoester kuierde met hangende kop in ons kielzog, alsof ze meeliep in een rouwstoet. Eerst vonden we het alleen maar gezellig en werden we er zelfs iets dapperder van, maar toen we bij de weg aangekomen waren en de kist op de krantenkar hadden gezet en ze niet van plan bleek om ons alleen te laten, werden we een beetje ongerust. Als de grafmaker morgen ontdekte dat er niet alleen twee grafstenen weg waren, maar dat ook Assepoester verdwenen was, kon het wel eens lastig worden. Maar er was weinig aan te doen. Zodra een van ons met haar terug naar het kerkhof was gelopen, dook ze weer bij ons op. Nadat we dit vier keer geprobeerd hadden, gaven we het op en besloten we dat ze achter ons aan kon lopen tot ze er zelf genoeg van kreeg. Dat gebeurde niet en toen we bij de oude zagerij aankwamen en het hangslot openden, was Assepoester de eerste die door de deur naar binnen glipte.
110
VA N
115
Ik deed het licht aan en de jongens zeulden de kist de zagerij is. In het felle neonlicht zag de kist er minder luguber uit. Het is maar een dood kind met wat planken eromheen, bedacht ik, terwijl ik rustig de kist bestudeerde, die aan de voet van de berg van betekenis stond omdat hij te zwaar was om bovenop te komen. We waren te moe om ons druk te maken om Assepoester en lieten de hond daarom voor wat ze was, deden het licht uit, sloten de deur en spoedden ons terug naar de stad. Aan het begin van mijn straat zei ik gedag en ik liep haastig naar huis, iets minder bezwaard dan toen ik op weg was gegaan. Het boek zat nog steeds tussen het raam en ik klom naar binnen en in bed zonder dat ik iemand wakker maakte. Reken maar dat de anderen grote ogen opzetten, toen ze de kist zagen, en de hond van Sørensen die erbovenop lag.
120
125
Wij zessen, die ’s nachts op pad waren geweest, zaten met slaperige gezichten in de klas, maar we waren daarom niet uit onze hum. Integendeel! Het verhaal werd fluisterend aan degenen die naast ons zaten, overgebracht en daarna zoemde het de hele klas door tot Eskildsen nijdig werd en riep dat hij stilte verlangde. Toen was het even rustig, maar algauw klonk er opnieuw gefluister en moest Elkildsen weer gaan roepen. Het leek een eeuwigheid te duren voor de laatste les afgelopen was en we konden uitzwermen naar de oude zagerij. Onze heldendaden hadden intussen wel de kans gekregen om uit de dijen, want bij elke herhaling van het verhaal werden onze nachtelijke belevenissen op het kerkhof grootser en griezeliger.
De berg van betekenis groeit uit tot een waanzinnige opeenstapeling van voorwerpen, een huisdier, een lijk en een afgehakte vinger. De pers springt erop, en de berg wordt wereldberoemd. Je leraar vertelt je hoe het verhaal afloopt.
©
Overloop de vragen hieronder. Noteer je antwoorden gestructureerd op de volgende pagina. 1* Wat zou jij op de berg van betekenis leggen? 2 Je werkt nu in duo. Een leerling leest het offer van Gerda, de andere dat van Elise. Beantwoord volgende vragen. a Welk offer wordt beschreven in jouw stukje? b Hoe wordt het karakter en/of het uiterlijk van het centrale personage omschreven in het boek? c Welke regieaanwijzingen zou jij aanbrengen? d Voor welk decor, welke belichting en muziek zou jij kiezen? 3* Wissel van gedachten met een medeleerling die het andere fragment las. Beschrijf wat er gebeurde en schets waarom je die antwoorden gaf. * Het antwoord op deze vraag hoef je niet te noteren.
294
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
4 Je bekijkt nu de toneelbewerking die overeenkomt met jouw fragment. a Hoe geven de acteurs gestalte aan hun personage? Focus op mimiek, gestiek, volume en intonatie. b Beschrijf kort de muziek, de belichting en het decor. c Vergelijk met de keuzes die jij maakte.
©
VA N
IN
d Welke versie vind jij beter, het boek of het toneelstuk? Leg concreet uit waarom je dat vindt.
LES 28 Toneeltekst en theateropvoering
295
Tekststructuur en 29 signaalwoorden 1 2 Je kent de verschillende tekststructuren
1
3
Je krijgt inzicht in de structuur van teksten
Je herkent de deelvragen van de verschillende tekststructuren
4 Je brengt structuur in teksten door signaalwoorden
Raadselachtige verbanden
5
Je analyseert een probleem en presenteert je oplossingen op een gestructureerde manier
IN
les
Overal lezen, horen en schrijven mensen teksten. Heel wat van die teksten worden opgebouwd volgens een bepaalde structuur. Als je die structuren (her)kent, kun je sneller een tekst doorgronden of zelf maken. 1 Op de volgende pagina spreken enkele bekende gezichten in raadsels. Aan jullie om hen de juiste vragen te stellen en zo hun raadsel in al zijn details te ontrafelen. a Schrijf eerst enkele mogelijke vragen neer onder de afbeeldingen.
VA N
b Vind je dat moeilijk?
2 Stel samen met je buur een lijst van vijf vragen op. Probeer zo veel mogelijk te variëren door elke vraag met een ander vraagwoord te starten. 1
2
3
©
4
5
296
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Moh, dat is toch een probleem!
Vandaag neemt men nieuwe maatregelen. 2
4
© BELGIAN_FREELANCE
VA N
3
Zou ik het kopen? Ik twijfel.
© Pieter-Jan Vanstockstraeten/Photo News
Zo maken we dit stapsgewijs klaar.
IN
1
En dat hebben we onderzocht.
©
5
LES 29 Tekststructuur en signaalwoorden
297
3 Jullie krijgen nu de antwoorden van jullie leraar en ontrafelen zo hopelijk de raadselachtige boodschappen In deze oefening brachten jullie zelf enkele deelvragen van de verschillende tekststructuren samen. In de volgende opdrachten oefen je de tekststructuren verder in.
4.6
4 Je past de kennis die je opdeed nu toe op een tekst met de titel:
SPIJBELEN BLIJFT ONBEHEERSBAAR
IN
Welke structuur schuilt er volgens jou achter onderstaande titel? ¡ handelingsstructuur ¡ maatregelstructuur ¡ probleemstructuur ¡ evaluatiestructuur ¡ onderzoeksstructuur 5 Welke hoofdgedachte zul je in deze tekst terugvinden?
6 Je vindt hieronder de alinea’s van het artikel in willekeurige volgorde. Lees de alinea’s grondig door.
VA N
• •
Plaats ze in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
7
8
a ‘Een deel van de stijging komt door een betere registratie’, zegt Stefan Grielens, directeur van de Vrije CLB’s. Scholen knepen vroeger soms een oogje toe. Vaak moeten spijbelaars thuis zorg dragen voor een gezinslid of is er een conflict met een leerkracht.’ b Vlaanderen telt steeds meer chronische spijbelaars. Vorig schooljaar ging het om 35 107 leerlingen in het secundair onderwijs, een stijging van 36 procent tegenover het jaar daarvoor. c Elk jaar neemt het aantal leerlingen die minstens vijftien halve dagen niet op school zijn toe. Vier jaar geleden ging het om 25 794 leerlingen uit het (buitengewoon) secundair onderwijs, vorig schooljaar om 35 107. Dat blijkt uit cijfers van Vlaams Parlementslid Elisabeth Meuleman (Groen).
©
d Socioloog Bram Spruyt (VUB), die onderzoek naar spijbelen doet, geeft aan dat er geen wonderoplossing bestaat. Hij stelt dat het Vlaamse spijbelbeleid in het buitenland juist vaak als voorbeeld wordt gezien. Er zijn nog steeds scholen die minder fel inzetten op het tegengaan van spijbelen. e ‘Kinderen die regelmatig spijbelen zijn vaak schoolmoe, dreigen vroegtijdig af te haken en lopen kansen mis’, zegt Meuleman. ‘Elke leerling moet zich thuis voelen in het onderwijs.’
f
Dat is een stijging van ruim 36 procent, terwijl het totale aantal jongeren in het secundair onderwijs in dezelfde periode met amper 0,3 procent is gegroeid. Verreweg de meeste spijbelaars staan ingeschreven in het (deeltijds) beroepssecundair onderwijs.
woord registreren: vastleggen, neerschrijven, optekenen chronisch: (hier) continu, aanhoudend, voortdurend
298
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
g De minister van Onderwijs meent dat ook ouders en scholen hun verantwoordelijkheid moeten opnemen. Ze houdt vast aan het actieplan en meldt dat eerder al geld is vrijgemaakt voor de CLB’s. h ‘Ook de toenemende armoede speelt een rol. Het gaat vaker om leerlingen die al een hele weg hebben afgelegd en die niet meer geloven dat ze door onderwijs kansen krijgen. Met de grens van vijf halve dagen zitten we er kort op, maar voor veel centra in de stad is dat ondoenbaar. Op sommige plaatsen moeten ze tot 40 procent meer leerlingen begeleiden.’ Bron: www.demorgen.be
IN
7 Beantwoord de deelvragen van deze structuur. Plaats bij elke deelvraag de hoofdpunten die je in het artikel vond. Wat is het probleem?
Waarom is het een probleem?
1
VA N
Wat zijn de oorzaken?
2
3
Wat zijn de gevolgen?
©
Hoe kunnen we het probleem oplossen?
1
2
3
LES 29 Tekststructuur en signaalwoorden
299
2
4.6
Kies de juiste tekststructuur 1 Geef voor volgende titels telkens wat je verwacht over de tekststructuur, het onderwerp en de hoofdgedachte. a
IN
100 KM/U OP NEDERLANDSE SNELWEGE N
oudere generaties? Zijn jongeren sterker dan
VA N
b
c
tekststructuur
onderwerp
©
a
b c
d
300
lletjes en
Dé kijk tip voor dit ve ʼInto the N rlengde w ight‘, de e eekend: erste Belg ische Netfl ix Orig © Bogdan Glisik / Shutterstock.com
d
t ba Pasta me
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
shiitake
inal
hoofdgedachte
2 Bekijk de reportage uit Het Journaal en beantwoord de deelvragen van deze structuur.
100 KM/U OP NEDERLANDSE SNELWEGEN
deelvraag
antwoord
VA N
Wat is de maatregel?
IN
VIDEO
Waarom is de maatregel nodig?
©
Hoe wordt de maatregel uitgevoerd?
Door wie?
Wat zijn de verwachtingen? En de gevolgen?
LES 29 Tekststructuur en signaalwoorden
301
3 Bekijk de reportage uit Ook getest op mensen en geef de hoofdpunten weer in dit overzicht.
deelvraag
antwoord
VA N
Wat wordt er onderzocht? Hoe wordt het onderzocht?
©
Wat zijn de resultaten?
Wat is de conclusie?
302
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
VIDEO
IN
oudere generaties? Zijn jongeren sterker dan
4 Bekijk het fragment uit Dagelijkse kost en beantwoord de deelvragen van deze structuur.
deelvraag Wat is het doel van de handeling?
antwoord
VA N
Wat zijn de voorwaarden/ benodigdheden? Geef vijf elementen.
IN
Pasta met balletjes en shiitake
©
Hoe verloopt de handeling? Geef vijf deelhandelingen.
Wat is de uitkomst?
woord shiitake: een bepaalde soort eetbare paddenstoel
LES 29 Tekststructuur en signaalwoorden
303
5 Beluister het interview uit De Ochtend en geef de hoofdpunten weer in dit overzicht.
VIDEO
IN
© Bogdan Glisik / Shut terst ock.com
kend: Dé kijk tip voor dit verlengde wee he Netflix Original ʼInto the Night‘, de eerste Belgisc
deelvraag
antwoord
Wat wordt er precies geëvalueerd?
VA N
Wat zijn de positieve aspecten?
Wat zijn de negatieve aspecten?
©
Hoe luidt het totaaloordeel?
Wat kan/moet er gedaan worden? Tot welk teksttype behoort dit fragment?
woord post-apocalyptisch: periode na het einde van de wereld de pandemie: besmettelijke ziekte die zich over een groot deel van de aarde verspreidt claustrofobisch: afgesloten, beklemmend, krap
304
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
onDERWEG De tekststructuren helpen je niet alleen om beter teksten te schrijven, ze geven je ook een kapstok om te voorspellen wat er aan bod kan komen in een lees- of luisterfragment. Bij het studeren zijn ze een handige tool om teksten te schematiseren. In deze oefeningen zag je dat de deelvragen als skelet bij je schema, mindmap of voorstelling kunnen dienen.
Puzzelen met signaalwoorden In het volgende fragment uit We zullen doorgaan legt Eric Dilles uit hoe een puzzel wordt gemaakt. 1 Luister goed naar zijn uitleg en som hieronder de verschillende stappen op.
IN
3
VA N
2 Eric Dilles laat de zinnen in zijn boodschap logisch op elkaar volgen.
a Omcirkel de woorden die een duidelijke structuur in zijn boodschap brengen.
©
b Welke relatie drukken die woorden uit?
3 De woorden die je in de vorige opdracht bestudeerde, zijn signaalwoorden. Op de volgende pagina vind je een lijst met definities van verschillende soorten woorden. a Welke definitie omschrijft een signaalwoord? Duid die definitie aan. b Plaats de onderstaande woorden bij de definities. Kies uit: erg – deze – omdat – ach – onder c Geef ook de juiste term voor de andere definities. Kies uit de volgende woordsoorten: bijwoord – tussenwerpsel – verwijswoord – voorzetsel.
LES 29 Tekststructuur en signaalwoorden
305
¡ een kort woord dat een bepaalde relatie aangeeft ten opzichte van een zelfstandig naamwoord; het zegt bijvoorbeeld iets over een plaats, positie of tijd
¡ een uitroep die een zin voorafgaat of onderbreekt en een emotie weergeeft
¡ een woord dat een verband aangeeft tussen zinnen in een tekst of tussen verschillende alinea’s
¡ een woord dat een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, ander bijwoord of een hele zin verder bepaalt en dus meer informatie geeft
IN
¡ een woord in een zin dat verwijst naar een woord dat eerder in de tekst voorkwam of later genoemd wordt
4 Welk verband drukken de volgende signaalwoorden uit? Verbind de woorden uit de eerste kolom telkens met de relatie die ze aangeven.
4.5.4
1 nadat, daarna, eerst, later
a vergelijking
2 omdat, daardoor, doordat
b samenvatting
3 zo ook, als
c toegeving
d oorzaak en gevolg e toelichting
VA N
4 bijvoorbeeld, ter illustratie 5 maar, echter, anderzijds, hoewel 6 als, in het geval dat, wanneer
f
chronologie (tijd)
7 kortom, met andere woorden, al met al
g voorwaarde
h tegenstelling
1
2
3
4
5
6
7
5 Lees de volgende zinnen en vul een passend signaalwoord in.
a Verschillende mensen reageerden kwaad toen het festival afgelast werd. de veiligheid van de aanwezigen niet kon worden gegarandeerd, kon de organisatie niet anders dan de deuren te sluiten.
b In België kunnen de meeste mensen hun ziekenhuisfactuur betalen wanneer ze geopereerd moeten worden. In Amerika hebben heel weinig mensen een ziekteverzekering en
komen ze vaak in de problemen wanneer ze ziek worden.
©
c Mourat en Thomas werden niet door de coach opgesteld voor de match van zaterdag. ze meer trainen en de bal meer aan hun teamgenoten geven, is hij bereid hen wel een plaats
te geven.
d De man reed 80 km/u in een zone 30. had hij te veel gedronken en was zijn auto gestolen.
e Kato had besloten om gezond te leven. is ze alweer aan het snoepen en vergat ze te ontbijten. f
Het restaurant is gesloten wegens ziekte. zal ik dan maar zelf koken.
6 Online bij 'Oefenen' vind je aanvullende oefeningen op signaalwoorden en de relatie die ze uitdrukken.
306
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
3
De tekstinspectie Alles kan beter en daarom ga je in deze laatste opdracht jouw school, vereniging, dorp of eigen gezin doorlichten. Je observeert en analyseert een probleem en presenteert je probleem en de beste oplossing/maatregel aan de klas.
Observatie 2 Observeer kritisch de gang van zaken.
IN
1 Denk na over het dagelijkse leven in jouw school, gezin, vereniging of dorp.
3 Formuleer hier kort een probleem dat je vaststelt.
VA N
4 Leg het probleem voor aan je leraar.
Analyse van het probleem
1 Beantwoord eerst deze deelvragen in trefwoorden. Wat is het probleem?
Waarom is het een probleem? Wat zijn de oorzaken? Wat zijn de gevolgen?
Hoe kunnen we het probleem oplossen?
2 Schrijf nu jouw probleemstelling uit in volzinnen. Probeer ook structuur aan je tekst te geven door signaalwoorden te gebruiken.
©
4.5.4
LES 29 Tekststructuur en signaalwoorden
307
Evaluatie van mogelijke oplossingen 1 Brainstorm samen met enkele medeleerlingen over mogelijke oplossingen voor jouw probleem. Geen idee is gek genoeg, redeneer luidop en denk nog niet aan mogelijke praktische problemen. 2 Noteer de mogelijke oplossingen hieronder.
IN
3 Vergelijk de verschillende oplossingen aan de hand van de deelvragen. deelvraag
antwoord
VA N
Wat zijn de gelijkenissen? Wat zijn de verschillen? Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen
Wat pleit voor/ tegen? Conclusie?
4 Schrijf op basis van die vergelijking een evaluatie over de beste oplossing.
©
308
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
Maatregel 1 Bedenk nu hoe je de oplossing/maatregel wilt uitvoeren. 2 Beantwoord de derde en vierde deelvraag van de maatregelstructuur. deelvraag
antwoord
Wat is de maatregel/ oplossing precies?
zie vorige pagina
Waarom is de maatregel nodig?
zie p. 307
IN
Hoe wordt de maatregel uitgevoerd? Door wie wordt de maatregel uitgevoerd?
VA N
Wat zijn de verwachtingen/gevolgen van de maatregel?
Presentatie
1 Op basis van jouw analyse werk je een presentatie uit van maximaal zes minuten. Om de presentatie te begeleiden maak je ook een PowerPoint. 2 Denk na over de volgorde van je slides. 1 2 3 4 5
Welk probleem heb je geobserveerd? Bespreek het probleem uitvoerig. Overloop de mogelijke oplossingen. Vertel welke oplossing je verkiest en waarom. Leg de maatregel/oplossing uit die je bedacht.
tip
probleemstructuur opsomming/vergelijking evaluatie maatregel
3 Gebruik signaalwoorden om de samenhang van je slides te verhogen. 4 Zorg voor een overzichtelijke lay-out.
©
7.6
tip • • • • •
Deel je boodschap op in duidelijke onderdelen. Houd de tekst op je presentatie beperkt. Gebruik afbeeldingen om je boodschap te ondersteunen. Vermijd te veel afbeeldingen, grafieken en tekeningen. Kies een sober lettertype (bv. Helvetica, Arial, Calibri).
5 Bereid je presentatie goed voor. 6 Bekijk de evaluatiematrix op de volgende pagina. Zo weet je waarop je moet letten. De linkerkolom is een checklist om na te gaan of je alles goed hebt uitgevoerd.
LES 29 Tekststructuur en signaalwoorden
309
Evaluatiematrix GOED
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
volledigheid
•
• •
Je bespreekt de probleemsituatie. Je overloopt en evalueert enkele mogelijke oplossingen. Je legt uit welke oplossing je verkiest. Je bespreekt kort jouw maatregel.
Niet alle onderdelen werden even sterk uitgewerkt. Je besteedt te weinig aandacht aan: • het probleem • de mogelijke oplossingen • de beste oplossing • de maatregel
duidelijkheid • •
• • •
• Sommige slides bevatten te veel tekst. Sommige delen waren minder leesbaar. De volgorde van je slides is • logisch, je gebruikt echter te weinig signaalwoorden om de verbanden te ondersteunen.
De PowerPoint bevat te veel tekst en sommige delen zijn onvoldoende leesbaar. De PowerPoint heeft weinig structuur: je gebruikt geen signaalwoorden en de volgorde van de slides is niet logisch.
VA N
•
Je PowerPoint bevat niet te veel tekst. Alle woorden zijn goed leesbaar. Je PowerPoint is gestructureerd: de volgorde is logisch en je gebruikt goed gekozen signaalwoorden.
De analyse/inhoud van jouw presentatie is onvoldoende. Volgende delen kwamen niet aan bod of werden te weinig uitgewerkt: • het probleem • de mogelijke oplossing • de beste oplossing • de maatregel
IN
•
gepastheid en aantrekkelijkheid
•
•
• •
Je praat vlot en op een • goed tempo. Je ondersteunt je woorden • met gebaren en let op je lichaamshouding. Je praat met intonatie. Je hebt oogcontact met • jouw publiek •
Je praat te snel of eerder aarzelend. Je gebruikt weinig gebaren, je lichaamshouding is storend. Je praat soms op dezelfde toon. Je kijkt niet zo vaak naar het publiek.
•
•
Je praat te snel/traag of te monotoon. Je hebt geen oogcontact met het publiek en jouw lichaamstaal leidt de aandacht te veel af van de boodschap.
correctheid De presentatie bevat geen storende taalfouten.
•
De PowerPoint bevatte enkele taalfouten. Die leiden de aandacht echter niet af van de boodschap
•
Je PowerPoint bevat (te veel) storende taalfouten. Die leiden de aandacht van de boodschap af.
•
Je gebruikt standaardtaal.
•
Jouw presentatie bevat enkele dialectwoorden, tussentaal en/of uitspraakfouten.
•
Je presentatie bevat te veel tussentaal, uitspraakfouten en/of dialectwoorden.
©
•
Aanvullende commentaar:
310
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
les
30
De audioroman 1
Je analyseert de relatie tussen geluid en emotie in televisiereeksen en in het dagelijkse leven
2 3
1
Geluiden en emoties 1 Je krijgt een aantal geluiden te horen. a Schrijf op wat je hoort.
IN
Je kent de kenmerken van een audioroman
Je verwerkt een fragment uit een verhaal creatief tot een audioroman (Tussenstop)
b Geef aan of je het geluid onaangenaam (0), vervelend (1), neutraal (2), leuk (3) of erg aangenaam (4) vindt. omschrijving 1
ervaring
VA N
0–1–2–3–4
2
0–1–2–3–4
3
0–1–2–3–4
4
0–1–2–3–4
5
0–1–2–3–4
6
0–1–2–3–4
2 Samen met een medeleerling verken je nu twee teksten over de invloed van geluid op ons gevoel. a Noteer drie elementen die volgens jullie aan bod zullen komen.
b Stel twee vragen waarop jullie het antwoord willen weten.
©
3 Lees nu één van de twee teksten op de volgende pagina’s, je medeleerling leest de andere. a Duid aan welke woorden je niet begrijpt. b Vat de informatie uit de tekst in drie zinnen samen. Noteer ook minimaal twee sprekende voorbeelden. 4 Overloop samen de antwoorden bij opdracht 3. Help elkaar bij woorden die jullie moeilijk vonden of zoek ze op.
LES 30 De audioroman
311
5 Formuleer nu in je eigen woorden zo volledig mogelijk wat de volgende woorden betekenen. •
misofonie
•
ASMR
IN
Bart Rooms
Misofonie, wanneer alledaagse geluiden je woedend maken
VA N
Ongeveer 3 procent van de mensen lijdt aan misofonie. Dat schrijft Het Nieuwsblad. Misofonie is een ziekte waarbij specifieke geluiden zoals het geritsel van een zak chips, het slurpen aan een rietje of eetgeluiden extreme gevoelens van woede, walging of haat opwekken. Het gaat veel verder dan ergernis of irritatie.
‘M
isofonie is veel meer dan zich een beetje ergeren’, zegt Damiaan Denys, hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Het is een ziekte. Mensen lijden eronder en het heeft een enorme impact op hun dagelijks leven. Het begint meestal rond de leeftijd van 10, 12 jaar in familiale context.’ Iedereen zal zich weleens storen aan iemand die luidruchtig eet of zwaar ademt. Maar wanneer deze alledaagse geluiden woede, walging of haat opwekken, lijd je aan misofonie. ‘De klacht bestaat erin dat mensen geobsedeerd zijn door specifieke geluiden die door mensen worden veroorzaakt, zoals kauwen, slikken, ademhalen, krabben, maar ook soms repetitieve bewegingen’, zegt Damiaan Denys. ‘Het zijn geluiden waar mensen zich zodanig aan ergeren dat ze ongelooflijk boos worden en daardoor de anderen iets willen aandoen.’
Hoe kan je het verhelpen?
©
‘Zeker niet door die mensen bloot te stellen aan die geluiden’, zegt Damiaan Denys. ‘Daardoor is er een verschil met andere angststoornissen. Iemand die bang is van spinnen confronteren met spinnen, kan wel helpen.’ Wat bij misofonie wel kan helpen, is volgens Denys ‘aandachtstraining’, zorgen dat de aandacht naar die geluiden vermindert door erop te oefenen, en ‘counter-conditioning’. Hierbij wordt er aan geluiden een andere betekenis gegeven door ze positief te labelen. Mensen gaan die geluiden op een andere manier interpreteren. Bron: www.vrt.be/vrtnws
woord de impact: effect, invloed
312
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
Autonomous sensory meridian response (ASMR) ASMR is een bepaalde gevoelssensatie gekenmerkt door een tintelend gevoel dat begint op het achterhoofd en zich uitstrekt langs de nek en de rug (de sensory meridian response).
IN
ASMR wordt meestal als aangenaam en rustgevend ervaren en kan opgewekt worden door bepaalde visuele, auditieve of tactiele prikkels, waaronder zacht gefluister, het gekraak van bepaalde voorwerpen, het geluid of gevoel van bepaalde activiteiten (bijvoorbeeld een knipbeurt bij de kapper) of iemand zien tekenen. De ervaring wordt soms ook wel beschreven als een ‘orgasme van de hersenen’. Niet iedereen is even gevoelig voor ASMR; sommigen ervaren het tintelende gevoel minder dan anderen of zelfs helemaal niet. De ervaring kan dan ook niet gestuurd worden (vandaar autonomous).
VA N
Hoewel ASMR soms geassocieerd wordt met seksualiteit of erotiek, is die connotatie niet altijd terecht. ASMR wordt ook niet opgebouwd om een soort climax te bereiken. Volgens cultuurwetenschapper dr. Vincent Meelberg van de Radboud Universiteit wordt de naam ‘hersenorgasme’ daarom beter niet gebruikt.
Op YouTube zijn honderdduizenden video’s te vinden met geluiden en prikkels die ASMR zouden opwekken. Makers van dergelijke filmpjes worden ook wel ASMRtists genoemd (een samentrekking van ‘ASMR’ en het Engelse woord ‘artist’). Een voorbeeld van zogenaamd ASMR-opwekkende prikkels zijn de filmpjes van schilder Bob Ross. Alhoewel het fenomeen miljoenen enthousiastelingen kent over de hele wereld, is er nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Bron: nl.wikipedia.org
6 Geluiden hebben blijkbaar een grote impact op onze emoties. Welke emoties roepen de volgende geluiden bij jou op? de schoolbel
•
applaus
•
blaffende honden
•
het getokkel van regen op het dak
•
roepende mensen
•
het tikken van de klok
•
gedonder, harde wind
©
•
woord de sensatie: iets wat je met je zintuigen kunt waarnemen tactiel: waarneembaar door het aan te raken het fenomeen: (zeldzaam) verschijnsel
LES 30 De audioroman
313
7 Geluiden en muziek worden ook in series en films gebruikt om onze kijkervaring te versterken. Bekijk het volgende fragment eerst met en dan zonder geluid en beantwoord de vragen. a Met welk programma en welke scène hebben we hier te maken? b Wat voor muziek hoorde je?
d Hoe heb je de scène zonder muziek ervaren?
IN
c Welk effect brengt de muziek teweeg?
8 Voor welk type muziek kiezen filmmakers bij volgende scènes? •
een achtervolging
•
een romantische kus
•
een overwinning
•
een overlijden
VA N
2
De audioroman
1 Luister je soms naar voorgelezen verhalen?
2 Vind je dat leuker dan zelf lezen? Waarom (niet)?
3 Je beluistert nu het begin van Upbeat van Onno Te Rijdt. 4 Beantwoord nu volgende globale vragen. a Over wie gaat het verhaal?
©
b Wat kom je over hem te weten?
c Wat valt je op aan het luisterfragment als je het vergelijkt met een fragment uit een gewoon luisterboek? d Wat is volgens de verteller de functie van de muziek in de dagfragmenten van Joris?
314
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
5 Beluister het fragment een tweede keer en vul volgende informatie aan. personage
instrument
reden
positief/negatief?
Joris
IN
de moeder van Joris
6 In een interview met auteur en componist Onno Te rijdt lezen we het volgende:
VA N
‘Upbeat is een unieke audioroman, waarin ik een verhaal vertel met zelfgemaakte muziek als tweede vertelstem. Voorgelezen passages worden afgewisseld met muziekstukken. De muziek begeleidt of ondersteunt de tekst niet alleen, ze gaat ook verder waar het gesproken woord stopt en verklankt dan gebeurtenissen, emoties enzovoort, of geeft een humoristische draai aan het geheel. Je zou Upbeat kunnen omschrijven als een film zonder beelden.’ Bron: www.onnoterijdt.nl
a Hoe wordt dit genre roman genoemd door de auteur?
b Onderstreep de kenmerken van een audioroman in de tekst.
7 Vergelijk een audioroman met een voorgelezen verhaal. Geef één voordeel en één nadeel.
©
onthouden
In een audioroman wisselen muziekstukken en voorgelezen fragmenten elkaar af. De muziek geeft hierbij nieuwe informatie en werkt zoals een film zonder beelden.
8 Zou je verder luisteren naar Upbeat? Geef één reden waarom (niet).
LES 30 De audioroman
315
Tussenstop 5 1
Woordenschat 1 Welk woord past in de zin? Kies uit: befaamd – loyaal – gretig – toegewijd – tactiel – radeloos – behoedzaam – chronisch. Opgelet: je kunt niet alle woorden gebruiken.
echt .
IN
a Flip, de papegaai, is vermist. Jommeke en Filiberke zochten overal, maar vonden hem nergens. Ze zijn
b Twee miljoen Europeanen lijden aan vermoeidheid: ze zijn langdurig vermoeid en hebben, zowel fysiek als mentaal, onverklaarbare pijn.
c In Amerika is een journalist overleden: hij dook overal op in een verfrommeld pak, met ongekamd haar, een drankje in de ene hand en een sigaret in de andere.
d Belgen zijn heel werknemers: ze werken vaak lang voor dezelfde werkgever.
VA N
e Vakantiekiekjes worden gedeeld op sociale media: alsof mensen anderen willen overtroeven met hun reiservaringen.
f
2.4.2
Hij is echt een persoon: hij houdt van knuffels en aanrakingen.
2 Geef het antoniem. a kortstondig
b toenemen
c onbekend
d niet actief, lui e vastberaden
3 Welke woorden zitten in de anagrammen verstopt?
b rontchvek
c aduishra
d mcpiat
e apnemdie
©
a rdaepner
4 Vul de ontbrekende woorden in. Het boterde al een hele tijd niet meer tussen Remi en Aïsha. (erg voorzichtig) ondernam Remi nog enkele stappen om het goed te maken. En ook Aïsha toonde zich erg (betrokken, met veel inzet). Maar ondanks hun inspanningen groeiden ze verder uit elkaar: ze waren (vertwijfeld). Uiteindelijk besloten ze uit elkaar te gaan en hun bezittingen (gelijk) te verdelen.
316
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
5 Teken een theaterscène zoals ze hier beschreven wordt. • • •
VA N
IN
•
Teken een podium. Aan beide zijden van het podium hangt een theatergordijn. Op het podium staan twee bomen als decor. De cast bestaat uit een acteur en een actrice. Ze staan tegenover elkaar. De acteur heeft een hond aan de leiband. De actrice richt een pistool op de acteur. Behalve het pistool zijn er ook nog andere rekwisieten want ze heeft ook een koffertje in de hand.
6 Waarvoor staan onderstaande afkortingen? Duid de juiste optie aan. De voorbeeldzin laat je toe de betekenis uit de context af te leiden. a Afkortingen kunnen het beste uitgelegd worden d.m.v. voldoende voorbeelden. ¡ ¡ ¡
deze manier van door middel van dit middel voor
b De vertaling naar gebarentaal gebeurde simultaan, er zat m.a.w. geen merkbare vertraging op. met andere woorden mits andere woorden met alle woorden
©
¡ ¡ ¡
c Ook leraren ondervinden soms examenstress, i.t.t. wat leerlingen soms denken. ¡ ¡ ¡
in tegenstelling tot in tegenwoordige tijd in tegendeel tegen
d Deze producten zijn allergeenvrij, d.w.z. dat je er geen allergische reactie door kunt krijgen. ¡ ¡ ¡
door wijlen zou dat wil zeggen desondanks wil zeggen
e Haar baas wilde haar graag nog even spreken i.v.m. de schitterende presentatie die ze had gehouden. ¡ ¡ ¡
in verband met in visie met in verschil met
TUSSENSTOP 5
317
f
Veel ouders vragen hun kinderen om ook eens buiten te spelen i.p.v. de hele tijd binnen te gamen. ¡ ¡ ¡
in persoon van in plaats van in persoonlijke voege
g In een groepswerk moet je duidelijke afspraken maken m.b.t. de taakverdeling. ¡ ¡ ¡
mits betrokkenheid tot mede betrokken tot met betrekking tot
¡ ¡ ¡ i
Jorans resultaten voor Nederlands zijn duidelijk verbeterd t.o.v. zijn eerste rapport. ¡ ¡ ¡
j
ten opzichte van tegen overstaan van tegenover van
Dat Loes naar het volgende jaar over mag? Die conclusie kun je nog niet zomaar trekken o.b.v. haar huidige resultaten. op bewijs van op basis van onder bezit van
VA N
¡ ¡ ¡
2
4.5.4
Naar achting van Naar aanloop van Naar aanleiding van
IN
h N.a.v. zijn fantastische rapport zijn Mohammed en zijn ouders eens goed uit eten gegaan.
Taal
1 Markeer in elke zin het signaalwoord en zeg welk verband het uitdrukt. a Net zoals vorig jaar behaalde Kyona ook nu weer een A-attest.
b Omdat Yuri te veel hamburgers had gegeten, was hij ’s avonds misselijk.
c Céline is een kei in voetbal, maar Maarten haat deze sport.
©
d De GFT-bak is enkel bedoeld voor composteerbaar materiaal. Dit betekent dat luiers hierin niet gedeponeerd mogen worden.
e Dus we kunnen zeggen dat de langetermijngevolgen van de e-sigaret nog niet gekend zijn.
f
Op Tomorrowland komen er volgend jaar weer grote artiesten. Dimitri Vegas & Like Mike zijn uiteraard van de partij. Verder kun je ook Hardwell en Tiësto beluisteren. Ten slotte mag David Guetta zeker niet ontbreken.
g Als je genoeg geld spaart, kun je volgende zomer op reis.
318
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
h Eerst weeg je alle ingrediënten af. Vervolgens meng je alles goed door elkaar. Ten slotte zet je het mengsel gedurende 30 minuten in de oven. 2 Pandemie, post-apocalyptisch en registratie zijn drie woorden uit de woordverklaring van vorige lessen. Die woorden tonen aan dat je de ie-klank in het Nederlands op verschillende manieren kunt weergeven. a Luister naar de volgende woorden en plaats ze in de juiste kolom. ie
y
IN
i
b Vul i, ie of y in. 1 Omdat de fabr
kant geen act
ondernomen had om de h giëne in de kant ne te verbeteren,
VA N
moest hij de fabriek stilleggen en ging hij bijna faill t.
2 Ook in volle
3 Heel wat toer
4 De jur
bal, rugb , hocke
sten kennen ons land door de pral nes, de fr turen en het kr kenbier met salam .
adv seerde de studente om mee te doen aan de Vlaamse F sica Ol mpiade.
5 Toen de romantische ant wereldberoemde d
6 Kiw
en atlet k zijn de clubs in l ga’s gegroepeerd.
qua r op de ferr
naar het id ll sche, tropische eiland door de
va haar tedd beer genoemd werd, was hij smoorverliefd!
’s, papr ka’s en s naasappels waren ooit exoten, net als sp naz !
7 Het leger heeft nood aan pol 8 In de lessen l
valente techn
c
die met d nam t kunnen omgaan.
teratuur kom je de volgende begrippen zeker tegen: s mbool, lab rint, m the,
mot f en sat re.
9 Wie op zijn tw
nt gste nog altijd speelt met barb poppen, raad je best st kem een gesprek met
een ps choloog of ps ch ater aan.
10 Een aspir
3 Afleidingen
©
2.5.2
ntje kan de pijn missch n verminderen.
a Van welk zelfstandig naamwoord zijn deze bijvoeglijke naamwoorden afgeleid? bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
humoristisch nationaal religieus mysterieus functioneel realistisch schandalig
TUSSENSTOP 5
319
b Van welk werkwoord zijn deze zelfstandige naamwoorden afgeleid? zelfstandig naamwoord
werkwoord
overname aanbod vlucht schrift belofte
IN
combinatie 4 Concrete en abstracte woorden
10.1.3
a Bekijk onderstaande schilderijen en probeer ze zelf onder te brengen in twee categorieën (A en B) op basis van wat je ziet. Schrijf de nummers van de bijhorende schilderijen in de juiste categorie. 2
3
VA N
1
© Art Reserve / Alamy
© Peter Barritt / Alamy
6
© Tomas Abad AGE
© Peter Horree / Alamy
4
B
©
A
5
b Vul in deze tekst de begrippen figuratieve kunst en abstracte kunst in. De ene categorie bevat herkenbare onderwerpen zoals portretten, landschappen en stillevens. Deze schilderijen zijn dan ook voorbeelden van : kunstwerken waarin iets te herkennen valt, iets wat lijkt op iets dat echt bestaat, iets wat realistisch lijkt. Van de schilderijen in de andere categorie kun je maar moeilijk zeggen dat ze iets herkenbaars of realistisch weergeven. In de hoeven kunstwerken niet langer een weergave van de realiteit te zijn. De schilders focussen zich meer op vormen, kleuren en contrasten dan op herkenbare objecten, personen of situaties. Ook in de taal zien we deze tweedeling.
320
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
onthouden
IN
Aan de ene kant zijn er woorden die naar concrete zaken verwijzen. Die zaken zijn herkenbaar en je kunt ze zien of aanraken. Denk maar aan een stoel: dat is een voorwerp dat tastbaar en herkenbaar is. Aan de andere kant zijn er abstracte woorden. Dat zijn concepten die niet tastbaar zijn. Denk maar aan het woord ‘liefde’: in tegenstelling tot een stoel kun je ‘de liefde’ niet letterlijk aanraken. Daarnaast heeft niet iedereen hetzelfde idee over hoe ‘de liefde’ eruitziet en op welke manier je dat concept het beste kunt voorstellen. Voorbeelden van abstracte zaken zijn gevoelens, eigenschappen, gebeurtenissen …
c Schrijf de onderstaande woorden in de juiste wolk: zijn het concrete of abstracte woorden? Kies uit: liefde – zolder – lepel – angst – juf An – uur – ontmoeting – tafel – piano – hond – honger – vriendelijkheid – boek – haat – maan
abstract
VA N
concreet
5 Vul de werkwoorden in dit artikel correct aan. Kies uit: d – t – dt – dd – tt
‘DE ZWARTE DOOD’, VERSPREID DOOR MENSEN, NIET DOOR RATTEN waarmee de ziekte zich versprei heeft en hoeveel mensen erdoor getroffen werden.
De wetenschappers bestudeer en data van het patroon en de schaal waarin de Zwarte Dood in Europa om zich heen greep. ‘We beschikken over degelijke sterftecijfers van negen uitbraken van de builenpest in verschillende Europese steden’, zeg professor Nils Stenseth (Universiteit Oslo) aan BBC. ‘Dat liet ons toe om verschillende modellen over de dynamiek van de ziekte uit te werken.’
‘De conclusie is duidelijk: het model waarin de ziekte doorgegeven wordt door vlooien en luizen die bij mensen parasiteren, past het beste. Het zou onwaarschijnlijk zijn dat de pest zich even snel zou hebben als dat door ratten zou versprei zijn gebeurd. De bacterie zou eerst nog die extra ‘tussenstap’ van de ratten hebben moeten nemen, in plaats van zich van persoon tot persoon te versprei en.’
©
‘Verspreiding door parasieten bij mensen meest waarschijnlijk’
De onderzoekers simuleer en een uitbraak van de pest in elk van die steden (Barcelona, Firenze, Londen, Stockholm, Moskou en Gdansk), waarbij ze drie wiskundige modellen hanteer en. In elk van die modellen was er telkens een andere ‘veroorzaker’: ratten, verspreiding door de lucht en vlooien en luizen die op mensen en hun kleren zitten. Zeven van de negen keer bleek het ‘menselijke’ model veel beter overeen te stemmen met het patroon van de uitbraak van de Zwarte Dood. Het weerspiegel e perfect de snelheid
TUSSENSTOP 5
Volgens professor Stenseth heeft het onderzoek vooral een historische opzet: de hedendaagse wetenschappelijke kennis over ziektes gebruiken om uit te vissen wat er gebeur is tijdens een van de meest verwoestende pandemieën uit de geschiedenis. Begrijpen hoe de dynamiek van een epidemie werkt, is van belang als je de sterftecijfers probeert terug te dringen, lui het. Bron: www.vrt.be/vrtnws
321
6 Ga online of in een tijdschrift op zoek naar twee artikels met een verschillende tekststructuur.
4.6
a Noteer de titel van jouw artikel(s) in het juiste vak. maatregelstructuur
evaluatiestructuur
handelingsstructuur
onderzoeksstructuur
chronologische structuur
IN
probleemstructuur
b Vat een van de teksten samen aan de hand van de deelvragen van de tekststructuur.
antwoord
VA N
deelvraag
c Markeer de signaalwoorden in het artikel (minimaal acht, maximaal vijftien) en plaats ze bij het juiste verband. doel-middel
oorzakelijk (oorzaak-gevolg)
redengevend
tegenstellend
toegevend
voordeel-nadeel
voorwaardelijk
opsommend
vergelijkend
toelichtend
concluderend
©
chronologisch
322
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
3
Creatief: maak nu zelf een audioroman Was je enthousiast over de audioroman Upbeat van Onno te Rijdt of ken je uit je eigen leefwereld betere voorbeelden? In deze verwerkingsopdracht ga je samen met medeleerlingen aan de slag om je eerste eigen audioroman uit te werken. Dit stappenplan helpt jullie om de opdracht tot een goed einde te brengen. Stap 1
Stap 2
IN
Vorm groepen van drie leerlingen en leg jullie bronteksten naast elkaar. Je leraar geeft je informatie over het bronmateriaal.
Kies het verhaal dat zich het beste leent tot het maken van een audioroman. Je moet er dus veel muziek aan kunnen toevoegen om het verhaal te versterken. Stap 3
VA N
Deel het verhaal op in verschillende stukken. • Ieder deeltje roept een andere emotie op bij de luisteraar en heeft dus een ander type muziek nodig. • Het kan zeker ook dat je een neutrale scène hebt zonder toegevoegd geluid. Stap 4
Brainstorm over muziek en geluiden die passen bij die scènes. • Sommige muziek of geluiden kunnen onder de tekst komen, andere tussen de deeltjes. • Muziek die onder de tekst komt, kan best enkel instrumentaal zijn. • Jullie kunnen er ook voor kiezen om de muziek zelf te maken. Stap 5
Markeer personages en elementen in het verhaal waar je extra audio aan wilt toevoegen. Stap 6
Maak een ‘scenario’ met de tekst en audio. • Voeg aan de tekst toe welke muziek of welk geluid wanneer komt. • Geef ook aan of de audio onder, voor of na de tekst komt. Stap 7
©
Verdeel de rollen evenredig: zorg voor een vlotte verteller, levendige personages, een muziekverantwoordelijke, een handige monteur … Stap 8
Spreek de tekst in. Stap 9
Ga op zoek naar de juiste geluidseffecten en muziekfragmenten. Stap 10
tip Online zijn er heel wat handige apps of programma’s te vinden. Je mag zelf een geschikt medium uitkiezen.
Plak alle stukjes in de juiste volgorde aan elkaar.
TUSSENSTOP 5
323
Evaluatiematrix GOED
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
volledigheid en duidelijkheid Je verhaal is over het algemeen goed te volgen. Af en toe spreek je te snel of articuleer je onvoldoende.
Je verhaal is onduidelijk: je mompelt, articuleert onvoldoende of spreekt te snel.
Je ondersteunt het verhaal met muziek en geluiden en creëert zo extra waarde (bv. emotie of spanning) aan het verhaal.
Je ondersteunt het verhaal met muziek en geluiden. Ze illustreren wat er gezegd wordt, maar voegen geen extra waarde (bv. emotie of spanning) toe.
De audio-elementen die je koos, passen niet bij de scènes.
Je bracht het verhaal samen tot een mooi geheel met doordachte muziek- en geluidkeuzes. De montage is verzorgd.
Je voerde de opdracht uit zoals het moet, maar maakte niet echt verrassende keuzes. De montage is oké.
Je keuze van muziek en geluiden is onorigineel en draagt niet bij aan het geheel. De montage bevat opvallende fouten.
Je vertelt het verhaal met overtuigende emotie en intonatie.
Je probeert emotie en intonatie toe te voegen aan het verhaal.
Je leest het verhaal monotoon af.
Je gekozen audio-elementen zijn goed, maar het aantal is beperkt.
Je eindresultaat beantwoordt niet aan de opgave of bevat nauwelijks audio-elementen.
VA N
aantrekkelijkheid
IN
Je verhaal is zeer helder. Je spreekt rustig en articuleert duidlijk.
correctheid
Je eindresultaat bevat veel audio-elementen en is gevarieerd.
©
Aanvullende commentaar:
324
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
les
Balanstest – 31 receptieve vaardigheden 1
Je test hoe goed je leesen luistervaardigheid zijn
3
Je gebruikt woordleerstrategieën om de betekenis van onbekende woorden te vinden
2
Balanstest luistervaardigheid: vloeken en schelden
IN
1
Je neemt schematisch notities tijdens het lezen en luisteren
4
Je selecteert en verwerkt informatie uit teksten
1 Hieronder vind je vijf stellingen. Welke zijn op jou van toepassing?
¡ ja ¡ ja ¡ ja ¡ ja ¡ ja
¡ nee ¡ nee ¡ nee ¡ nee ¡ nee
VA N
Ik vloek dagelijks. Ik erger mij soms als iemand anders vloekt. Ik word op mijn vingers getikt door mijn ouders als ik vloek. Ik vind dat vloeken in bepaalde situaties moet kunnen. Ik vind dat mensen in het algemeen te vaak vloeken. 2 Bekijk de eerste vijftien seconden van het filmpje. a Wat is het onderwerp?
b Wat voor soort programma is dit? ¡ soap ¡ quiz ¡ praatprogramma ¡ realityshow
c Wat is het doel van dit filmpje? Duid er twee aan. ¡ overtuigen ¡ informeren ¡ raken ¡ amuseren
3 Bekijk het volledige fragment en los de vragen op.
©
a In welke van deze afbeeldingen wordt gevloekt?
¡
LES 31 Balanstest –
receptieve vaardigheden
¡
325
b Waarom vloeken wij? ¡ ¡ ¡ ¡
Omdat dat zo hoort in het verkeer. Omdat wij iemand anders willen kwetsen. Om iemand anders te wijzen op zijn/haar fouten. Omdat dat oplucht wanneer we erg boos zijn of pijn hebben.
c Werkt vloeken voor iedereen even goed? ¡ Nee: als je het vaak doet en het dus gewend bent, helpt het niet meer. ¡ Nee: het werkt niet als je te veel pijn hebt. ¡ Nee: voor sommigen werkt schelden beter. ¡ Ja: voor iedereen werkt vloeken even goed.
IN
d Wat is het meest populaire scheldwoord in Vlaanderen en Nederland?
e Waarover heeft Fieke Van der Gucht niet gesproken? ¡ Vloekwoorden veranderen doorheen de tijd. ¡ Vloeken doet je sterker voelen. ¡ Men heeft het effect van vloeken onderzocht door de handen van de proefpersonen in een ijsbad te steken. ¡ Op zich mag je vloeken in de buurt van je kinderen.
Welk zin beschrijft het beste waarover het hele fragment gaat? ¡ Mensen kennen het verschil tussen vloeken en schelden niet. Dat zorgt soms voor onnodige spanningen. ¡ Vloeken zou verboden moeten zijn in de buurt van kinderen. Kinderen raken vloeken te hard gewend. ¡ Vloeken evolueren met de tijd. We hebben ze nodig om de spanning eraf te laten. ¡ Hoeveel we vloeken hangt af van de opvoeding. Als je als kind gestraft wordt als je vloekt, vloek je als volwassene minder.
VA N
f
4 Bekijk het fragment nu opnieuw en beantwoord vervolgens deze vragen. a Verbind het juiste woord met de juiste definitie. 1 taalkundige
a iets wat eerst nog speciaal was, is nu een gewoonte
2 nuance
b iemand die zich met taal bezighoudt
3 taboewoorden
c een vloek die wordt verzacht, zoals potvolkoffie
4 gewenning
d woorden die je eigenlijk niet mag zeggen
5 bastaardvloek
e een subtiel onderscheid tussen twee zaken, een klein verschil
1
2
3
4
©
b Wat is een stapelvloek? ¡ een vloek die verzacht wordt, zoals potvolkoffie. ¡ een vloek die versterkt wordt, zoals godmiljaardenondeju. ¡ een vloek over God. ¡ een Engelse vloek.
c Waarom sprak men plots over vloeken in de buurt van kinderen? ¡ De presentator vroeg ernaar. ¡ Maaike Cafmeyer vertelde over haar kinderen die vloekten. ¡ Maaike Cafmeyer vertelde over haar mama die vroeger kwaad werd als ze vloekte. ¡ Een andere gast aan tafel vroeg ernaar.
326
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
5
d Volgend schema bevat de hoofdpunten van dit gesprek. Vul het aan op basis van jouw notities. vloeken & schelden wat
twee krachttermen • schelden = iemand anders kwetsen • vloeken = naar jezelf
lucht op! opgelet: veel vloeken g gewenning*
• • •
test
kwaad verbazing pijn
IN
*je raakt eraan gewend, dus het helpt niet meer
twee groepen proefpersonen met hand in ijsbad
te vermijden?
•
: minder pijn
•
: meer pijn
nee: zelfs kinderen (2j) hebben al taboewoorden *
*woorden die je niet mag zeggen
soorten
a klassieke vloek
VA N
b
c bastaardvloek = verzachten
evolutie
verschilt per generatie • vroeger: religieus, naar/over God •
e Beoordeel de betrouwbaarheid van de informatie.
Balanstest leesvaardigheid: emoji’s en taal
1 Hieronder vind je vijf stellingen. Welke zijn op jou van toepassing?
Ik gebruik dagelijks emoji’s wanneer ik berichten stuur. Mijn ouders gebruiken soms emoji’s in hun berichten. Ik weet van elke emoji wat het betekent. Emoji’s betekenen hetzelfde in elke cultuur. Er is te weinig aandacht voor wat emoji’s betekenen in de Nederlandse taal.
©
2
¡ ja ¡ ja ¡ ja ¡ ja ¡ ja
¡ nee ¡ nee ¡ nee ¡ nee ¡ nee
2 Lees de tekst op p. 330 een eerste keer globaal en beantwoord de volgende vragen. a Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst? b Geef de hoofdgedachte van de inleiding in één zin weer.
LES 31 Balanstest –
receptieve vaardigheden
327
c Met welk tekstdoel schreef de auteur de tekst? ¡ informeren ¡ ontspannen ¡ raken ¡ overtuigen d Geef de tekstsoort en het teksttype. ¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡
informatieve tekst persuasieve tekst opiniërende tekst prescriptieve tekst argumentatieve tekst narratieve tekst
reisverhaal medische bijsluiter nieuwsartikel reclametekst recept wetenschappelijke studie
IN
¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡
3 Lees de tekst nu een tweede keer. Je leest het geheel en dringt door tot de volledige boodschap van de tekst. Beantwoord daarna de volgende vragen. a Welke alternatieve titel past het beste bij dit artikel? ¡ Boek Nederlandse emoji-expert groot succes ¡ Emoji’s steeds meer een taal op zich ¡ Emoji is snelst groeiende beeldtaal ooit ¡ Betekenis emoji’s sterk cultureel bepaald
VA N
b Welke hoofdpunten komen in de verschillende alinea’s aan bod? alinea 1
a
Is er een verschil tussen rijke en arme landen in emojigebruik?
alinea 2
b
Wat voor soort taal zijn emoji’s?
alinea 3
c
Wat zijn emoji’s?
alinea 4
d
Welke onderzoeken bestaan er al rond emoji’s?
alinea 5
e
Hoe kun je verklaren waarom bepaalde emoji’s in bepaalde landen vaker / minder vaak worden gebruikt?
alinea 6
f
Zijn emoji’s een taal?
alinea 7
g
Hoe ontwikkelt de betekenis van emoji’s zich?
alinea 8
h
Wat heeft een grote invloed op welke emoji’s jij als individu gebruikt?
alinea 9
i
Waarom interpreteren we de emoji’s niet allemaal hetzelfde?
alinea 10
j
Hebben emoji’s een vaste definitie?
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
©
c Welke zin vat samen waarover het artikel gaat? ¡ De betekenis van emoji’s hangt af van land tot land en kunnen in de loop van de tijd veranderen. ¡ Emoji’s worden steeds meer een duidelijke taal die over de hele wereld gebruikt kan worden. ¡ Emoji’s zijn vooral nuttig in sms’en en berichten op sociale media, maar hebben verder geen echte invloed op onze taal. ¡ Er moet zo snel mogelijk een eenduidig woordenboek voor emoji’s komen, zodat die over heel de wereld hetzelfde betekenen.
d Welke stelling is onjuist? ¡ Emoji’s vervangen de non-verbale communicatie. Dat wil zeggen: gezichtsuitdrukkingen, handgebaren, klemtonen … ¡ Emoji’s zeggen iets over wat de inwoners van bepaalde landen belangrijk vinden. ¡ Emojipedia, het ‘woordenboek voor emoji’s’, bepaalt wat emoji’s betekenen. ¡ Emoji’s hebben een grote invloed op onze communicatie.
328
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
e ‘Net als gesproken en geschreven taal ontwikkelt de betekenis van emoji’s zich organisch.’ (zie alinea 5) Wat wordt daarmee bedoeld? ¡ Net zoals gesproken en geschreven taal op een natuurlijke manier veranderen, verandert ook de betekenis van emoji’s op een natuurlijke manier. ¡ Net zoals gesproken en geschreven taal veranderen onder invloed van schrijvers van woordenboeken, verandert ook de betekenis van emoji’s omdat grootmachten zoals Google en Facebook dat beslissen. ¡ Net zoals nieuwe woorden in gesproken en geschreven taal worden uitgevonden, wordt ook de betekenis van emoji’s uitgevonden. ¡ Net zoals het gesproken en geschreven woord ‘vuur’ in de loop van de tijd is veranderd, verandert ook de emoji voor het woord ‘vuur’.
IN
4 Bij de volgende vragen focus je op een specifiek woord of verband in de tekst. a Hoe verhoudt alinea 10 zich ten opzichte van alinea 9? ¡ als oorzaak – gevolg ¡ als een tegenstelling ¡ als een opsomming ¡ als een vergelijking
VA N
b Welk verband legt het bindwoord ‘terwijl’ in alinea 9? ¡ een voorwaarde ¡ een opsomming ¡ een toegeving ¡ een tegenstelling
c Waarvan is alinea 3 een voorbeeld? ¡ een reden ¡ een voorwaarde ¡ een opsomming ¡ een tegenstelling
d Wat betekent ‘non-verbale communicatie’ (zie alinea 7)? ¡ de woorden in gesprekken ¡ alle niet-woorden in gesprekken, zoals handgebaren en gezichtsuitdrukkingen ¡ gesprekken via een scherm, zoals sms’en ¡ alle geschreven gesprekken
5 Hieronder vind je een weergave van de hoofdpunten uit de tekst. Vul op de lege plaatsen een passend woord in. emoji = snelst groeiende beeldtaal ooit
Japan g andere cultuur en gewoontes, dus andere betekenis
ontwikkeling
organisch = gaat vanzelf
©
wat
op taal g vervangt non-verbale communicatie: = , , context is heel belangrijk!
anders per land • cultuur • wat er leeft • humor •
LES 31 Balanstest –
receptieve vaardigheden
329
Snapt iedereen jouw emoji wel? Dezelfde symbolen, andere betekenis
IN
Een emoji met een omhooggestoken duimpje? Als wij die zien, zullen we doorgaans blij zijn. Toon diezelfde emoji in Bangladesh en daar zal je een heel andere reactie krijgen: je zegt dan zoveel als ‘steek het waar de zon niet schijnt’. Om maar aan te tonen: niet elke emoji betekent overal hetzelfde. Er is een verschil tussen hoe een emoji bedoeld is en hoe hij gebruikt wordt. De Nederlandse emoji-expert Lilian Stolk schreef er een boek over en gaf meer uitleg aan de NOS.
1 In maart verschijnt Het zonder woorden boek van de Nederlandse historicus, kunstenaar en ‘emojiexpert’ Lilian Stolk. Daarin schetst ze de evolutie van de snelst groeiende beeldtaal ooit. Emoji’s zijn meer dan alleen lollige, boze of verdrietige gezichtjes, zegt Stolk. Ze hebben een serieuze impact op onze communicatie, cultuur en taalbegrip. 2 Er is al veel onderzoek gedaan naar welke emoji’s we gebruiken, maar nog niet naar hoe we ze gebruiken, vertelt Stolk aan de NOS. We zien wereldwijd wel allemaal dezelfde symbolen, maar we interpreteren ze niet allemaal hetzelfde.
VA N
3 Een deel van de oorzaak ligt in de oorsprong, zegt de Nederlandse taaldeskundige Lieke Verheijen. Emoji’s komen uit Japan, waardoor ze voor Japanners een specifieke betekenis hebben, terwijl wij ze interpreteren op een manier die voor ons uitkomt. Een groot verschil bijvoorbeeld zit in de handgebaren. Wat Japan en andere westerse landen als acceptabel beschouwen, vinden andere landen beledigend. Net als bepaalde gelaatsuitdrukkingen. Ook wat als humoristisch beschouwd wordt, is sterk cultureel bepaald.
Zijn emoji’s een taal?
4 Het is lastig om een vaste definitie te geven aan emoji’s, erkent ook Jeremy Burge bij de NOS. Hij zit in de commissie die nieuwe emoji’s keurt en is oprichter van het ‘woordenboek’ Emojipedia. 5 Net als gesproken en geschreven taal ontwikkelt de betekenis van emoji’s zich organisch, zegt hij. ‘In de loop van de tijd kunnen betekenissen veranderen. Kijk naar de ‘vuur’-emoji: die begon als gewoon natuurfenomeen, maar toen begonnen mensen het te gebruiken als een positief symbool.’ 6 Zijn emoji’s een taal? Tot op zekere hoogte, zegt Lieke Verheijen. ‘Sommige emoji’s zijn heel duidelijk, andere zijn te veel afhankelijk van de context. Je moet zeker weten dat je gesprekspartner de emoji hetzelfde begrijpt als jij. Een echte taal is het dus niet.’ 7 Volgens Lilian Stolk zijn ze meer een aanvulling op bestaande taal. ‘In een echt gesprek gebruik je handgebaren, gezichtsuitdrukkingen, klemtonen. Daarmee geef je nuance aan wat je zegt. Je kunt emoji’s zien als een digitale vertaling van die non-verbale communicatie.’
©
Wie gebruikt welke soort emoji’s?
8 In het algemeen is er een verschil te zien tussen arme en rijke landen. In rijkere landen sturen mensen meer positievere emoji’s dan in de armere. 9 ‘Welke emoji’s veel worden gebruikt zegt iets over waar een land waarde aan hecht’, zegt Verheijen. ‘Amerikanen gebruiken bijvoorbeeld vaker pistolen en pizza’s, terwijl Fransen heel veel verschillende hartjes sturen. Dat zegt iets over wat er leeft onder de bevolking.’
10 Je omgeving heeft ook een grote invloed. ‘Als mensen in je kring bepaalde emoji’s vaak gebruiken, neem je die snel over. Dat kunnen ook mensen zijn die je niet persoonlijk kent, maar die je op sociale media vaak voorbij ziet komen.’ Bron: www.vrt.be/vrtnws
330
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
les
32
Taal bij dieren 1
Je kent het verschil tussen communicatie en taal
1
Mensen en dieren
Je denkt na over het verschil tussen menselijke taal en dierentaal
IN
2
1 Wat onderscheidt de mens van andere dieren volgens jou? Overleg samen met je buur en som minimaal drie verschilpunten op.
VA N
2 Je bekijkt een filmpje van biologe Jane Goodall.
a Wat is volgens haar het grootste verschil tussen de mens en andere dieren?
b Ben je het eens met Jane Goodall? Waarom (niet)?
c Hebben dieren een taal volgens jou? Geef twee argumenten. Verzin ook een tegenargument.
©
3 Taal is een vorm van communicatie, maar niet alle communicatie is taal. a Rangschik de woorden van meest talig naar minst talig. Kies uit: babytaal – het spinnen van een kat – gebarentaal – het zingen van een walvis – een pratende papegaai – Nederlands – hiërogliefen – een bijendans – HTML – spijkerschrift talig
niet-talig
b Wat zeggen katten tegen elkaar als ze miauwen, of vogels die vanaf een boomtak hun liedje zingen?
LES 32 Taal bij dieren
331
onDERWEG
2
Bestaat dierentaal?
IN
Wist je dat … … HTML, oftewel HyperText Markup Language, de standaard opmaaktaal voor webpagina’s is? … spijkerschrift ontstond rond 3300 v.C. en er zo uitziet? … menselijke (gesproken) taal hoe dan ook taliger is dan dierlijke communicatie? … de ‘taal’ van dieren die met elkaar communiceren om een boodschap over te brengen, taliger is dan die van dieren die zonder dringende reden geluid produceren?
1 Bekijk aandachtig het fragment uit Man over Woord (seizoen 2, aflevering 1) over dierentaal.
©
VA N
a Neem zelfstandig notities tijdens het beluisteren van het fragment. Werk schematisch en in puntjes, niet in volzinnen. Gebruik tekens zoals pijlen om verbanden aan te geven.
332
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
b Beantwoord op basis van je schema nu de volgende vragen. •
Welke drie redenen die dieren hebben om te communiceren kun je afleiden uit het interview met Dirk Draulans?
IN
•
Waarom is het volgens Dirk Draulans niet uit te sluiten dat chimpansees in de toekomst zullen beginnen spreken? Leg in je eigen woorden uit wat hij precies bedoelt met zijn antwoord.
VA N
•
Welke twee ontwikkelingen heeft de mens doorgemaakt waardoor hij wel kan spreken terwijl apen dat niet kunnen?
•
Waarom is de mens volgens Darwin in eerste plaats beginnen spreken?
•
Denk jij dat apen ooit zullen kunnen spreken? Waarom (niet)? Geef twee argumenten.
©
–
–
LES 32 Taal bij dieren
333
2 Bekijk een filmpje over gorilla Koko. a Vat na het kijken kort samen waarom deze gorilla bekend werd.
IN
b Wat is jouw mening over Koko’s kennis van (gebaren)taal? Vind je dat taal? Geef minstens twee argumenten.
3 Wat heb je bijgeleerd over menselijke taal en dierentaal? Wat vond je het meest interessant of verrassend?
VA N
4 Hebben de opdrachten je mening over dierentaal veranderd? Waarom (niet)?
©
334
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
les
33
Poëzie en zakelijke teksten 1
Je maakt kennis met verschillende soorten zakelijke teksten
2 3
Zakelijke teksten en hun doelpubliek
1 1
Te veel dronken jongeren
het ziekenhuis door te veel alcohol. Dokters en ziekenfondsen maken zich daar grote zorgen over. Verschillende organisaties vragen om alcohol pas te mogen kopen als je 18 jaar bent. Nu kan je al op 16 jaar bier en wijn kopen.
VA N
Veel jongeren komen door te veel alcohol in het ziekenhuis terecht. Vorig jaar moesten 2.234 dronken tieners naar de dienst spoedgevallen. Daar waren 116 kinderen bij die amper 12 of 13 jaar waren.
IN
Je kent de verschillen tussen poëtische en zakelijke teksten
Je linkt een gedicht aan een zakelijke tekst (of omgekeerd) in een creatieve schrijfopdracht
Alcohol is een gevaarlijke drug. Zeker voor jongeren kan die erg schadelijk zijn. Misbruik kan leiden tot schade aan de hersenen. Toch belanden elke week meer dan 40 kinderen in
2
Bron:
Alcoholmisbruik bij tieners: ‘Bierlobby houdt efficiënte maatregelen tegen’
Elke dag belanden gemiddeld zes jongeren tussen 12 en 17 jaar in het ziekenhuis na alcoholmisbruik. Volgens Marijs Geirnaert, directeur van het Vlaams expertisecentrum voor alcohol (VAD), worden efficiënte maatregelen zoals het optrekken van de leeftijdsgrens tegengehouden door de bierlobby.
©
In België mogen jongeren vanaf 16 jaar bier, wijn en schuimwijn aankopen. Een te jonge leeftijd, vinden experts. Onze Minister van Volksgezondheid wijst dan weer naar landen waar de leeftijdsgrens voor alcohol reeds verhoogd is tot 18 of 21 jaar: het misbruik blijft er even sterk. ‘Maak van bier of wijn een verboden vrucht en ze worden alleen maar aantrekkelijker.’ De minister pleit voor sensibilisering. ‘We moeten jongeren uitleggen wat de risico’s van alcohol zijn. De ouders spelen daarbij een belangrijke rol, ook meer algemeen bij de keuze voor gezonde drank en voeding’. Ook volgens Geirnaert is een belangrijke rol voor ouders weggelegd. ‘Jongeren kopiëren volwassen gedrag.’
De voorbije tien jaar is het aantal 12- tot 17-jarigen op spoed na alcoholmisbruik grotendeels stabiel gebleven. Het aantal extreem jonge cases is wel toegenomen. Vorig jaar waren er 116 12- en 13-jarigen die dronken in het ziekenhuis belandden. Nooit eerder was dat aantal zo hoog. Voor kinder- en spoedartsen zit er weinig anders op dan de jonge patiënten zo goed mogelijk op te lappen. ‘Soms is dat frustrerend’, geeft kinderarts Marjolein Mattheij toe. ‘We geven die kinderen een infuus, omdat dit medisch de juiste behandeling is. Maar het zorgt er wel voor dat ze geen kater hebben. Ze worden wakker in het ziekenhuis en voelen zich prima. Zijn de jongeren fysiek weer in orde, gaan ze naar huis. ‘Er wordt geen traject uitgestippeld’, zegt professor Van Hal. ‘In Nederland wel. We vragen dit hier al lang, maar het gebeurt niet. Ook het optrekken van de leeftijdsgrens om alcohol te kopen, zou een verschil kunnen maken.’ Bron:
woord
sensibiliseren: zie antwoord bij opdracht 4 op p. 336
LES 33 Poëzie en zakelijke teksten
335
De artikels bespreken hetzelfde nieuws. Toch zijn er grote verschillen in de manier waarop het nieuws gebracht wordt. Overloop de volgende vragen. Noteer je antwoorden gestructureerd op de pagina hiernaast. 1 Lees de teksten aandachtig en geef zo veel mogelijk verschillen tussen beide artikels. 2 Een van de teksten komt uit Wablieft, een krant in duidelijke taal. De andere tekst komt uit De Morgen, een Vlaamse kwaliteitskrant die zich vooral richt op extra informatie bij het nieuws. Plaats de juiste bron bij de artikels. 3 De journalisten van De Morgen maken in hun tekst gebruik van beeldspraak.
IN
a Weet je nog wat dat is? b Plaats de metaforen die in de tekst gebruikt worden bij de juiste omschrijving. 1 iets bepalen, een plan uitwerken of afbakenen 2 imiteren, nadoen
3 iets waar je af moet blijven, hoe aantrekkelijk ook 4 beter maken, herstellen
©
VA N
Gebruik de volgende afbeeldingen om je te helpen.
4 Kun je uit de context afleiden wat ‘sensibilisering’ betekent? 5 Het artikel uit De Morgen bevat argumenten rond de leeftijdsgrens voor het drinken van alcohol.
3.3
a Ga op zoek naar één argument voor het optrekken van de leeftijdsgrens. b Zoek ook één tegenargument.
336
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
IN VA N
© LES 33 Poëzie en zakelijke teksten
337
Beeldspraak in zakelijke teksten
2
DE PERFECTE TELEGRAAFKOP
Geen dag zonder glimlach(je) tussen het wereldleed. Soms wel drie of vier in één krant – dosering en maatvoering zijn niet de eerste voorwaarde. Alsof ze er zelf nooit moe van worden. Maar wie er gevoel voor heeft of de juiste meligheidsgraad in de bloedsuikerspiegel, kan niet onberoerd blijven bij de lolligheid van menig Telegraafkop. De regel is simpel: een Telegraafkop moet kort en pakkend zijn, en prikkelen tot lezen. Alsof dat zo simpel is.
Daarnaast bestaat het veelkoppige genre van de huiskamerpoëzie. Ongeacht de inhoud van het bericht, de vorm wil ook wat. Een mooi woordbeeld, rijmklank, uitspraak – de poëzie van de kop overstijgt de wetten van de alledaagse spraak. ‘Veel gedoe om kaketoe’ – met zulk fijn rijm ga je die driekolommer toch lezen. Een boze burger vecht snelheidsmetingen van politie aan: ‘Flitsridder ten strijde’. Ook fraai (zie ook het volgende puntje): ‘Bleeker bloost’. Of: ‘Vakantie vol valkuilen’. Sommige koppen lezen als titels van een roman of jongensboek.
VA N
Omdat de krant zegt geen geschreven regels te kennen, zijn we aangewezen op eigen onderzoek om het DNA van de Telegraafkop te ontleden. We komen tot een onderverdeling in enkele categorieën. De beste koppen vertonen kenmerken van meerdere subgenres.
Tussentitel 2
IN
Geen krant die zo verzot is op woordspelingen en beeldspraak als De Telegraaf. Hun gebruik van koppen weerspiegelt het DNA van de krant.
Tussentitel 1
De eerste en meteen grootste categorie valt ook te omschrijven als die van nijver & vlijt. Het resultaat: een tikje oubollig vaak, flauw zelfs, maar tegelijk in alle meligheid soms onweerstaanbaar geestig. ‘Energiebedrijf op hete kolen’. Het is een genre waarop je eindeloos kunt voortborduren. Je vindt ze dan ook dagelijks in de krant, op meerdere plekken.
Tussentitel 3
Het liefst een korte, bondige term die ingewikkelde uitleg overbodig maakt en moeilijke kwesties in één keer op de kaart zet. De klinkende (mede) klinkers doen hun werk: het woord bekt vanzelf lekkerder; met een beetje geluk ontstaat zo een neologisme dat nog tijden meegaat (en soms de zaken op scherp zet). Bezitters van een ‘sjoemeldiesel’ van het merk Audi, Seat, Skoda, Porsche of Volkswagen willen een vergoeding die kan oplopen tot de aanschafprijs van hun auto. Hoe vang je die in één woord? Zo dus: ‘Claimclub eist geld terug’.
©
Bron: De Volkskrant
1
In les 25 ging je in op de belangrijkste doelen van een krantenkop. Herhaal die doelen aan de hand van volgende voorbeelden.
Rode Duivels zijn tevreden We mogen dromen
Ergste crisis aller tijden Dokters willen meer geld voor huisbezoek
338
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
2 Beeldspraak is een vaak gebruikt middel om die doelen te bereiken. De Volkskrant, een Nederlandse krant, vindt zelfs dat een andere Nederlandse krant, de Telegraaf, daar te ver in gaat. a Lees het artikel hiernaast en probeer de juiste tussentitels aan te vullen. Kies uit: Probeer poëzie – Letterlijk & figuurlijk – Allitereer altijd b Kun je de volgende krantenkoppen van De Telegraaf bij de juiste categorie plaatsen?
VORST OP KONINGSDAG 2
3
Relalarm ramadan 4
5
Pestprofs nader bezien
IN
1
Schoolzwemmen gaat kopje onder
SPA AK IN HET WIEL BIJ FIETSE
Top Belgian Rail is het spoor kwijt
©
VA N
6
NBEDRIJF
LES 33 Poëzie en zakelijke teksten
339
Gedichten en zakelijke teksten
1
2
De Plek
Mijn vader is leeg
Je moet niet alleen, om de plek te bereiken, thuis opstappen, maar ook uit manieren van kijken. Er is niets te zien, en dat moet je zien om alles bij het zeer oude te laten.
zodra wij in de wereld komen begint in elk van ons een reservoir vol te stromen met herinneringen
IN
3
en eerst zat er bij mijn vader een klein gaatje in de zijwand niets ergs, hij kon het vaak nog
Er is hier. Er is tijd om overmorgen iets te hebben achtergelaten. Daar moet je vandaag voor zorgen. Voor sterfelijkheid.
zelf met de vinger dichtstoppen maar algauw had hij aan tien vingers niet meer genoeg en nu
Herman de Coninck. De plek (uit: De gedichten. De
ook de bodem is weggeslagen beweegt en leeft hier voor ons deze lege man die wij niet kunnen
VA N
Arbeiderspers, 2014)
herkennen, die ons niet herkent want vlak achter zijn ogen galmt dat dreigende, donkere niets nee, met de dood leren wij wel leven maar niet met deze man van wie nog levend het hele leven al werd gewist Marc Tritsmans. Aanrakingen
3
©
drup-drop spetter-spat plens-plons het is lente en het regent onomatopeetjes van regenachtig nat
Hanneke Post. Kriebels en krabbels
340
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
Stadsgedicht
Dit is de lucht waarin wij wonen. Open lucht, ventieltjeslucht, lauwwarme lucht, titanenlucht, stoomlucht, fluisterlucht, koperlucht, moederlucht. compressielucht,
Wij logeren in de lucht van benauwde tentzeilen en bedauwd ochtendgras. Lucht van een versleten matras of nat karton (en onze hond is nat). Wij ruiken betonlucht, kruidenlucht, rusthuislucht vol prot en kool, putjeslucht.
Onze laatste
Onze dolende
ademlucht is kreunende lucht. zwerflucht.
Met onze jas vol gaten vangen we melancholische lucht door uitademende luchtballonnen vanuit een verlaten thuisland geïmporteerd, postorderlucht, buitenlandlucht.
Wij wachten als kuikens in de lucht van warmteblazers boven winkeldeuren. De lucht van kachelpijpen en dampkappen. Ventilatorlucht in stinkende zomers. Lucht uit metroroosters waarop wij ons als worstjes grillen. In kartonnen bekertjes
gebedelde lucht. Muf ruikende tweedehands lucht. Lucht is wat wij bezitten. Onze neus is onze hond. Wij wachten op etenslucht. Etenslucht! O, etenslucht!
VA N
Wij tassen door onweersluchten en regenluchten. En vliegjeslucht, ja! Vliegjeslucht! Windhozen, mistbanken, rookgordijnen. Grijze lucht van oud ijzer en fijn stof.
Maarten Inghels
IN
4
EEN HUIS VAN LUCHT
En donker samengepakte lucht. Lucht van de razernij van winderige dagen, ze waait ons als herfstbladeren uit elkaar.
Wij lopen met onze ziel onder de arm door pratende lucht tussen passanten in, hun geparfumeerde luchtjes, hun gelamenteerde zuchtjes. Lucht die twee geliefden in elkaars mond in- en uitademen of de plakkerige lucht tussen vrijende lijven van twee of meerdere mensen. De omhelzende lucht.
Wij roken gemotoriseerde lucht, vrachtwagenlucht, uitlaatgassenlucht, autobandenlucht, verbrande lucht. Soms vat de lucht vlam in onze longen.
©
Dan worden wij luchtziek, luchtdronken, lucht in de kop van ingebeelde lucht, zonsonderganglucht, sprookjeslucht, luchtjeslucht. Wij bewonen
ziekenwagenlucht, apothekerslucht, geamputeerde lucht, gepijnigde lucht begrafenislucht.
Maarten Inghels. Een huis van lucht
LES 33 Poëzie en zakelijke teksten
Met getrokken mes en vork vatten wij post bij keldergaten en deuropeningen. Wij snuffelen, smikkelen, ontbijtlucht, likkebaarden: lunchlucht, spijslucht. Wij watertanden bij de broodlucht van vroege bakkertjes! Lucht van biefstukslagers en Chinese eendenlakkers! Schreeuwerige kermislucht, bepoederde oliebollenlucht, warme suikerwafellucht.
Wij eten ons buikje rond met gebraden lucht en gebakken lucht. Tezamen met een tas hete koffielucht. Leve de heropgewarmde lucht! Onze wangen blozen van zoveel aroma. “Wij zijn zo mager, madame, meneer.” Wij lezen de lucht als nat krantenpapier, de staalhard liegende lucht, blauwe traantjeslucht. Gatenlucht. Wij zijn de ware wolkenmeters. De lucht waarin wij wonen is de gratis lucht, de lucht van niets. Lucht is wat wij worden.
341
a
Herenhuis te koop € 998,000 7 slaapkamers | 458 m2 Prinses Clementinalaan 75 | 9000 ‒ Gent
IN
Immoweb code: 8315450
VA N
Deze statige herenwoning werd in 1908 gebouwd, juist voor de wereldtentoonstelling van 1913 waar het in alle glorie één van de statigste gebouwen was op de Prinses Clementinalaan. Het gezellige voortuintje, afgesloten met een ijzeren hekken, biedt toegang tot de inkomdeur alsook een zijdeur die naar de kelder leidt. Hier kan je gemakkelijk fietsen plaatsen. Bij het binnenkomen in de inkomhal valt onmiddellijk de grandeur van de woning op. Het gebruik van marmer, prachtige parketvloeren, unieke sierschouwen en de volumes die men toen gebruikte, geven een uniek wooncomfort. De woning werd in verschillende fases gerenoveerd waarbij de laatste dateert van twee jaar geleden. Tijdens deze renovaties werd steeds rekening gehouden met de authenticiteit en de ziel van de woning. De gelijkvloerse verdieping omvat een woonruimte verdeeld over drie plaatsen die uitkijkt op een grootse tuin van ca. 240 m², aangeplant met rijlinden, een siervijver alsook een buitensauna die achteraan in de tuin is geplaatst. De keuken is zijdelings gelegen en kijkt ook uit op deze prachtige tuin. De statige trap in de mooie inkomhal geeft verder toegang tot alle verdiepingen in de woning. In totaal omvatten deze verdiepingen zeven ruime kamers, twee badkamers en een dressing. Helemaal boven werd zelfs ook nog een kleine keuken geïnstalleerd. Bron: www.immoweb.be
woord
statig: plechtig, waardig, voornaam de grandeur: grootsheid de authenticiteit: echtheid, oorspronkelijke karakter
b
Vormen van dementie
Dementie is een verzamelnaam voor een groep aandoeningen waarbij meerdere stoornissen in het cognitieve functioneren samen optreden. Cognitieve functies zijn onder meer: het geheugen, het leervermogen, het taalgebruik en het kunnen begrijpen en uitvoeren van complexe en dagelijkse handelingen. Doorgaans is dementie chronisch en progressief van karakter. Geheugenverlies staat meestal op de voorgrond, maar dat is niet bij alle vormen zo. De stemming, persoonlijkheid en het gedrag kunnen ook veranderen.
©
Welke symptomen er precies optreden, wordt bepaald door de aard, lokalisatie en ernst van de afwijkingen in de hersenen. De stoornissen hangen dus af van de oorzaak van de dementie. Er zijn veel verschillende oorzaken van dementie, maar de meest voorkomende zijn de ziekte van Alzheimer, frontotemporale dementie, vasculaire dementie en dementie bij de ziekte van Parkinson. Er wordt pas van dementie gesproken als de stoornissen in het denken, de stemming en het gedrag zo ernstig zijn, dat iemand wordt beperkt in zijn algemeen dagelijks functioneren. Bron: www.dementie.be
woord
cognitief: wat te maken heeft met leren of de werking van ons brein chronisch: continu, aanhoudend, voortdurend progressief: 1. op zoek naar nieuwe dingen, vooruitstrevend; 2. (hier) groeiend, sterker/erger wordend het symptoom: teken, indicatie, aanduiding
342
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
c
Brusselse armen overleven dankzij daklozenkrant
IN
De losse verkoop van de zogeheten daklozenkrant Het Daklozenwoord / Les SDF vous parlent is sinds jaren een onontbeerlijke bron van inkomsten voor tientallen armen. Hebben de professioneel uitziende leurders geen toestemming om de kranten in de publieke ruimte van de hand te doen? De verkopers spreken van een overlevingsstrategie. Een kerstverhaal dat leidt van Groningen tot de Brusselse Locquenghienstraat. Of de klant geen twee euro’s over heeft voor een exemplaar van Het Daklozenwoord / Les SDF vous parlent? Bij aankoop van die krant kan de verkoper 1,2 euro voor zich houden, staat op de eerste pagina vermeld. De verkoper in het Centraal Station kan geen bijkomende uitleg verschaffen omdat hij geen lokale taal beheerst. Hij wijst wel naar zijn professioneel uitziende leurderskaart waar zich, naast zijn naam en foto, ook het adres van de vzw Les SDF vous parlent en het woord ‘verkoopsvergunning’ bevinden. Bron: www.bruzz.be
woord
VA N
de leurder: straatverkoper, deur-aan-deurverkoper
d
Weersverwachting
Vandaag krijgen we al zeer snel veel wolken binnen en het duurt niet lang of de regen zet in. Van in de vroege ochtend al begint het immers reeds te regenen aan de kust en een groot deel van de dag verloopt nat en winderig. Het is wel nog altijd zacht met maxima die weer naar dubbele cijfers oplopen met waarden rond de 11 graden. Verder spant ook de zuidwestelijke wind weer flink aan. Later op de dag zijn weer uitschieters mogelijk rond een 80 km per uur. Die wind draait later op de dag naar een westelijke hoek.
©
Bron: www.geertnaessens.be
LES 33 Poëzie en zakelijke teksten
343
1* Neem de gedichten door en kies er één uit dat je echt aanspreekt. 2 Beantwoord voor dat gedicht de volgende vragen. a* Wie is aan het woord in het gedicht? Omschrijf het personage zo volledig mogelijk (uiterlijk, leeftijd, karakter … ). b* Wat is de boodschap van het gedicht, wat probeert de dichter je te vertellen? c* Kun je je inleven in de ‘ik’ van het gedicht? Geef minimaal twee gelijkenissen (of verschillen) met situaties uit je eigen leven. d Zit er beeldspraak in het gedicht? Zo ja, geef voorbeelden.
IN
e Luister naar de bespreking van de anderen in je groep. Vind je een thematische link tussen de gedichten onderling?
3 De zakelijke teksten hebben allemaal een inhoudelijke link met een van de gedichten. Vind je de tekst die thematisch verband houdt met jouw gekozen gedicht? 4 Beantwoord individueel deze vragen. a Van welke tekst heb je het meest bijgeleerd? b Welke tekst spreekt jou het meest aan?
VA N
c Welke tekst heeft jou het meest ontroerd? d Welke tekst zet het meest aan tot actie?
e Welke tekst vond jij het moeilijkst te begrijpen?
5 Vergelijk daarna jouw antwoorden met die van medeleerlingen die een ander gedicht hadden. Vat samen wat het grote verschil is tussen zakelijke teksten en poëzie.
©
* Het antwoord op deze vraag hoef je niet te noteren.
344
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
IN VA N
© LES 33 Poëzie en zakelijke teksten
345
les
Woordtekens
34
1
Je weet waarom woorden soms met een woordteken geschreven worden
2
3
Je kent de voornaamste spellingregels voor het gebruik van woordtekens
Wat weet je nog?
IN
1
Je kunt de spellingregels van het trema, het koppelteken, de apostrof en het accent toepassen
1 Lees samen met een medeleerling hardop de volgende krantenkoppen zoals ze geschreven zijn.
Patient steelt gsms van ambulanciers
1
2
Fileelende door spectaculair ong
Scandinavier met een been wandelt voor dochter in rolstoel dwars door China
‘Dat zakje cocaine kwam door de wind mijn auto binnengewaaid’
Molecule geidentificeerd die orming verant woordelijk is voor tumorv
VA N
3
4
eval
5
7
6
Repatriering van migranten is gestart
9
Puppys jagen gewapende overvaller uit cafe
11
Dit gebeurt er in je brein als je een deja vu ervaart
Stelende pinguin loopt tegen lamp
10
Vrouw doodt met een kogel eland en skier
naar aquarium 12 Blauwe kreeft krijgt politieescorte
premiere 14 Ronaldos jongste zoontje aanwezig op rid Mad l voetbaldocu over Rea
13
8
Radioicoon in alle stilte abrupt weg bij MNM
15
Kat die filmscenes naspeelt hit op sociale media
16
Antirimpelcreme en kilos plastic uit maag dood hert gehaald
in bal Bowling prof blijft met vingers s atie lific kwa WK steken tijdens
a Wat merk je op? Was het gemakkelijk of moeilijk?
©
b Kun je hiervoor een verklaring geven?
c Markeer de woorden die fout zijn geschreven.
woord repatriëren: terugbrengen naar het land van herkomst
346
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
d Verbeter nu de woorden. Zorg ervoor dat de spelling correct is. 9
2
10
3
11
4
12
5
13
6
14
7
15
8
IN
1
16
e Vergelijk je antwoorden met het correctiemodel dat je van je leraar krijgt.
2 Je gaat samen met een medeleerling aan de slag met het correctiemodel uit de vorige opdracht. a Lees de woorden en markeer de woordtekens. b Sorteer de woorden in vier kolommen.
c Overleg samen met je medeleerling waarom je ze op die manier groepeert.
2
De apostrof
1 Lees de volgende grap. An English joke
©
13.7.3
VA N
d Kleef op elke groep een titel (gemeenschappelijk kenmerk).
A: Youre wearing your wedding ring on the wrong finger, arent you? B: No, Im not, Ive married the wrong woman.
a Wat valt je op aan die grap?
b Kun je de zinnen verbeteren? LES 34 Woordtekens
347
Ook in het Nederlands heb je nood aan apostrofs op de plaats in woorden waar je letters weglaat. 2 In de volgende zinnen staan alle woorden voluit geschreven. a Duid eerst de woorden aan waaruit je letters kunt weglaten of die je op een kortere manier kunt schrijven. b Doorstreep daarna de weggelaten letters en vervang ze door een apostrof. Des avonds voel ik me nog niet direct moe. Mijn broer en zus zijn dan soms al gaan slapen, maar ik wil dan graag nog even naar mijn televisietje kijken.
IN
3 Je schrijft niet alleen een apostrof als je letters weglaat, maar ook bij een aantal bezitsvormen, verkleinwoorden en meervoudsvormen. Kun je van elk twee voorbeelden geven? bezitsvormen: verkleinwoorden: meervoudsvormen:
3
Het koppelteken
VA N
13.7.2
1 Lees de onderstaande zin.
a Markeer alle woorden met een koppelteken.
Plots kreeg de ski-instructeur een astma-aanval, maar door de slechte radio-ontvangst duurde het een hele poos voor de hulpdiensten ter plekke waren.
b Duid de juiste term aan. Die woorden zijn: ¡ ¡ ¡ ¡
afleidingen samenstellingen afkortingen vervoegingen
c Welk probleem zou er zich voordoen indien de gemarkeerde woorden geen koppelteken zouden krijgen?
d Welke hoofdregel kun je hieruit afleiden over het gebruik van dat woordteken?
©
2 Wat zie je op de afbeeldingen? a Noteer het antwoord. Je kunt hints vragen aan je leraar wanneer je iets niet weet.
348
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
b Welke regel leid je hieruit af? 3 Het koppelteken komt ook nog in een aantal andere situaties voor. Verbind de onderstaande regels met de bijpassende voorbeelden. 1 Je gebruikt een koppelteken in samenstellingen met aardrijkskundige namen.
a
manusje-van-alles
2 Je gebruikt een koppelteken in samenstellingen met cijfers, letters, tekens en initiaalwoorden (letter per letter uitspreken).
b
bijna-doodervaring
c
in- en uitvoer
d
Vlaams-Brabant
e
speler-coach
f
wc-papier
g
Deswarte-Dewitte
IN
3 Je gebruikt een koppelteken in samenstellingen met gelijkwaardige delen. 4 Je gebruikt een koppelteken in samenstellingen met familienamen.
5 Je gebruikt een koppelteken in samenstellingen met de volgende voorvoegsels: kandidaat-, bijna-, niet-, ex-, non-, interim-, chef-, adjunct-, oud-. 6 Je gebruikt een koppelteken in stapelsamenstellingen.
7 Je gebruikt een koppelteken om herhaling te vermijden. 2
3
4
5
6
7
VA N
1
4 Pas de regels nu toe op volgende woordcombinaties. Denk telkens na waar je een koppelteken invoegt. Maak gebruik van de hulpfiche die je leraar uitdeelt. Deens + Zweedse serie
woon + werk + verkeer
duo + sprong
West + Australië
diploma + uitreiking
oud + leerling
arbeids + ongeschikt
vanille + ijs
alinea + indeling
CO + vergiftiging
regering + Jambon
zee + egel
ex + vriendin
niet + roker
gsm + gebruik
A4 + blad
$ + teken
non + verbaal
vergeet + mij + nietje
©
100 + jarige
woord het manusje-van-alles: 1. iemand die veel weet over of handig is in heel veel zaken; 2. klusjesman
LES 34 Woordtekens
349
4
13.7.1
Het trema 1 Lees de onderstaande tekst en let op de gemarkeerde woorden. Verfraaiingswerken
Bron: www.hln.be
IN
Bacterien op je lijf smeren om puistjes en schimmels te lijf te gaan? Toegegeven, het klinkt inefficient en vooral heel naief. Maar voor Tom Verlinden was het hoogtijd voor een andere aanpak dan bij de traditionele antibiotica en agressieve zepen het geval is. Geobsedeerd ging hij op zoek naar een alternatieve behandeling voor huidaandoeningen. Tom Verlinden: ‘Elke mens heeft goede en slechte bacterien. Bij mensen met acne overheersen de slechte en die beinvloeden op een negatieve manier onze huid. Antibiotica werken in dat geval heel goed, maar zij doden ook de goede bacterien en schimmels.’ Na grondig onderzoek kon Tom Verlinden de goede bacterien van gezonde mensen isoleren. Ze werden opgekweekt tot miljoenen en miljoenen nieuwe bacterien die ze dan eventueel in huidzalf konden gebruiken. Er dook wel een probleem op: normaal blijven die beestjes niet lang genoeg in leven om ze ook te gebruiken. Daarom creeerden Verlinden en co een microcapsule die de gezonde bacterien beschermt tegen water en lucht. Tom Verlinden: ‘Na een lange zoektocht van drieennegentig dagen konden we eindelijk een commercieel product op de markt brengen dat echt werkt.’
VA N
2 Vul volgende tabel aan met de woorden die in de tekst gemarkeerd zijn. woorden die ik niet fout kan lezen
De spellingregel hiervoor is:
5
De spellingregel hiervoor is:
Inoefenen
©
13.7
woorden die ik fout kan lezen en die een trema krijgen
1 Lees aandachtig de krantenkoppen. Zijn de onderstreepte woorden goed of fout gespeld? Verbeter de foute woorden. Australiër vindt het ultieme middel om minnaars voor zijn verloofde af te schrikken
¡ goed ¡ fout Wielrenster Sofie De Vuyst test positief op anabole steroiden ¡ goed ¡ fout
Heftig: vrouw wordt geëlektrocuteerd door kabel ¡ goed ¡ fout
350
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
Klachten over kapotte wc’s bij NMBS: Naar het toilet? Dan moet u uitstappen ¡ goed ¡ fout Dood hert met 7 kilogram plastic in maag aangetroffen in Thaïs park ¡ goed ¡ fout Zou jij een dinoei herkennen? Dit jongetje vond er elf!
IN
¡ goed ¡ fout Goedkoopste Colruyt’s liggen naast Albert Heijn ¡ goed ¡ fout
Oud-leerling1 vertelt in Sint Michiels2 over gevaren smartphone gebruik3 in verkeer 1 ¡ goed ¡ fout 2 ¡ goed ¡ fout
VA N
3 ¡ goed ¡ fout
Amerikaan sterft door zelfgebouwde anti-inbraakval
¡ goed ¡ fout
Dieten mislukt omdat brein ons saboteert
¡ goed ¡ fout
2 Welke zin is correct geschreven?
¡ A Noord Korea is weer met raketten aan het spelen. ¡ B Noordkorea is weer met raketten aan het spelen. ¡ C Noord-Korea is weer met raketten aan het spelen.
¡ A Er zijn 200 personen geëvacueerd bij een brand in Molenbeek. ¡ B Er zijn 200 personen ge-evacueerd bij een brand in Molenbeek. ¡ C Er zijn 200 personen geevacueerd bij een brand in Molenbeek.
©
¡ A Zo’n duobaan zag de 65’plusser best wel zitten. ¡ B Zo’n duobaan zag de 65 plusser best wel zitten. ¡ C Zo’n duobaan zag de 65-plusser best wel zitten. ¡ A Een grote groep priesters, dominee’s, rabi’s en imam’s was aanwezig op de plechtigheid. ¡ B Een grote groep priesters, dominees, rabis en imams was aanwezig op de plechtigheid. ¡ C Een grote groep priesters, dominees, rabi’s en imams was aanwezig op de plechtigheid. ¡ A De verpleger werkt ook op zon en feestdagen. ¡ B De verpleger werkt ook op zon- en feestdagen. ¡ C De verpleger werkt ook op zon en -feestdagen. ¡ A De beurscrash heeft het maisbedrijf volledig geruïneerd. ¡ B De beurscrash heeft het maïsbedrijf volledig geruineerd. ¡ C De beurscrash heeft het maïsbedrijf volledig geruïneerd.
LES 34 Woordtekens
351
¡ A Mijn vader heeft al zijn zwart-witfoto’s uit zijn doe-het-zelfzaak teruggevonden. ¡ B Mijn vader heeft al zijn zwartwitfoto’s uit zijn doehetzelfzaak teruggevonden. ¡ C Mijn vader heeft al zijn zwart-wit-foto’s uit zijn doe-het-zelf-zaak teruggevonden. 3 Je bent er nu klaar voor om een medeleerling uit te dagen voor het Woordtekenduel. Je leraar geeft je een spelbord, een dobbelsteen en een werkblad. Neem zelf een rode en groene balpen en een persoonlijk voorwerp dat als pion kan dienen.
6
13.7.4
Accenttekens
IN
SPELREGELS
1 Je gaat aan de slag met een radiospot over domeinnamen. a Wat is een domeinnaam? b Geef enkele voorbeelden van domeinnamen.
2 Luister een eerste keer naar de radiospot en noteer de hoofdboodschap.
VA N
3 Hier zie je een overzicht van alle nieuw toegelaten karakters:
ß Æ Œ
À Å Ê
á ï ë
â ç ì
ã è í
ó õ ø
ô ö ù
Þ Ÿ Î
Ü Ý Û
ú ò ñ
Ð Ä É
Welke karakters komen voor in Nederlandse woorden? Geef telkens een voorbeeld van zo’n woord.
©
4 Je luistert nu een tweede keer. Noteer de woorden die in onderstaande dicteetekst ontbreken. Let wel op: het is de bedoeling om de woorden correct te schrijven. Schrijf ze dus niet zoals je ze hoort. Dit is het groot dictee der Nederlandse taal. Iedereen klaar?
In (1) werd zij geboren in (2). Danielles vader was (3) en haar moeder schreef (4). Niet alleen haar (5) en haar (6) vielen in de smaak, maar ook haar (7).
352
1
3
5
2
4
6
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
7
5 Deel nu samen met je buur de zeven woorden die je hebt ingevuld in in twee groepen.
6 Onderzoek deze zinnen. We gaan naar het zwembad én naar de speeltuin! Koop nú nieuwe loten.
IN
Welk element hebben de woorden binnen één groep gemeenschappelijk? Geef dat element als titel van elke kolom.
Frans Langer, dé behanger.
We hebben daar zó lang staan wachten.
Niet lanterfanten, wérken! a Waarom wordt in de zinnen een accent geplaatst?
Inleveren vóór 1 december.
VA N
b Waarom gebruik je best niet te veel van die tekens?
7 Vergelijk deze krantenkoppen. In welke kop is ‘met’ correct geschreven?
Belgische organisatie wil auto’s mèt lijken wegtakelen
Belgisch idee: auto’s mét lijken wegtakelen
8 Zijn de onderstreepte woorden goed of fout? Verbeter de fouten. Supermarktenquete: in deze winkels vind je de goedkoopste Nutella.
©
¡ goed ¡ fout Mosselen à volonte voor het goede doel. ¡ goed ¡ fout Er zat nooit mèèr CO2 in de atmosfeer dan vandaag. ¡ goed ¡ fout Sprookjesmusical De prinses van de toverspiegel in première. ¡ goed ¡ fout
LES 34 Woordtekens
353
Te koop: authentiek tete-a-tete-bankje. ¡ goed ¡ fout Gitarist gaat viraal met erg gênante misser. ¡ goed ¡ fout Op éen knie op de plank: man uit Cuba vraagt vriendin al surfend ten huwelijk
7
Remediëringsoefeningen
IN
¡ goed ¡ fout
1 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over het gebruik van het koppelteken, het trema, de apostrof en de accenttekens. Je leraar legt je uit hoe je verder oefeningen maakt.
©
VA N
2 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je zelf nagaan of je alle lesonderdelen beheerst.
354
TRAJECT Nederlands 3 TAALINZICHT
les
35
Kortverhaal: De laatste kogel 1
Je vergelijkt een verhaal met je eigen wereld en situaties in de maatschappij
2
1
Situeren
Je bespreekt de verhaalaspecten personages, tijd en vertelperspectief en het effect daarvan op de lezer
IN
Je analyseert de verhaallijn en spanningsopbouw in een kortverhaal
3
onDERWEG
© Ulf Andersen
Anne Provoost is een Vlaamse schrijfster van romans en jeugdliteratuur. Haar boeken hebben meestal verschillende verhaallijnen die de lezer slechts met mondjesmaat informatie geven. Haar werk is het resultaat van literair vakmanschap.
VA N
Met Vallen (1994) kent Provoost haar grote doorbraak. Ze beschrijft hoe het hoofdpersonage Lucas, die zijn vakantie met zijn moeder in Frankrijk doorbrengt, meer en meer in de ban raakt van de extreemrechtse ideeën van Benoît. Het boek ontrafelt scherpzinnig en meeslepend zijn racistische verleidingstrucs. Wanneer de jonge danseres Caitlin, Lucas’ Amerikaanse vriendinnetje van jaren geleden, weer opduikt, wordt alles nog een stuk ingewikkelder.
De roos en het zwijn (1997) is een herwerking van het verhaal De schone en het beest. Het is een rijk boek van weinig woorden dat verdergaat dan de klassieke inhoud van het sprookje en de ontwikkeling van jonge vrouwen en hun seksualiteit uitwerkt. De arkvaarders (2002) is geïnspireerd op het Bijbelverhaal over de zondvloed. Opnieuw opent Provoost een waaier van actuele thema’s (geloof, twijfel, uitverkoren zijn, rechtvaardigheid, onrecht, heldendom ...) in een oud verhaal, op een manier die aanzet tot denken.
©
Overloop de volgende vragen. Je hoeft het antwoord niet te noteren. 1 De titel van dit verhaal is De laatste kogel. Welke genre verwacht je bij de titel?
2 Omschrijf kort wat er volgens jou in het verhaal aan bod komt. 3 Hierboven kreeg je achtergrondinformatie over Anne Provoost, de auteur van het verhaal. a Wat verwacht je over de schrijfstijl, het thema en de moeilijkheidsgraad van het verhaal? b Welke van haar boeken heb je al gelezen?
LES 35 Kortverhaal: De laatste kogel
355
Het verhaal beleven
2
Het kortverhaal wordt in drie delen verteld. Na elk deel beantwoord je in groep een aantal vragen. Ieder groepslid neemt de afgesproken functie op zich.
De laatste kogel Deel 1
5
VA N
10
Het moment dat Ranko onze kelder binnenkwam, wist ik dat hij zijn moeder haatte. Ze liep voor hem uit de slechtverlichte, uitgeholde treden af en hij had de riem van haar jas vast, iets wat voor zijn leeftijd aanvaardbaarder was dan haar hand. Toen ze bijna beneden was, plaatste ze haar voet verkeerd. Haar gewicht kantelde en vreemd genoeg maakte hij geen enkele beweging – hoe absurd ook – om haar tegen te houden. Hij liet de riem van haar jas ogenblikkelijk los en bleef met belangstelling toekijken hoe ze klauwend om zich heen greep, haar zwaartepunt verschoof door vliegensvlug haar voet te verplaatsen, en uiteindelijk zonder zichzelf te bezeren haar evenwicht herstelde. ‘Het is hier glad, mevrouw Mirsada’, zei mijn moeder, die uit het donker naar voren schoot. Ranko bleef bewegingloos staan. Ik wist dat hij ons niet zag. Zijn ogen moesten wennen. Mijn moeder bracht hem tot bij de muur waar wij allen op een rij naast elkaar gehurkt zaten. We waren met zijn tienen nu, een recordaantal, wat wellicht iets te maken had met de mythe die de ronde deed dat hier nog conserven stonden. De koelte van de kelderruimte luchtte mevrouw Mirsada en Ranko zichtbaar op. Net als wij allemaal hadden ze bij het horen van de met de hand aangedreven sirene niettegenstaande de hitte nog gauw een jas aangeschoten: je wist niet waar je terechtkwam of hoe de nacht zou zijn. Mevrouw Mirsada hijgde van het lopen, Ranko niet. ‘Wie zijn die mensen?’ hoorde ik Vesela aan mijn moeder vragen. ‘Een verre nicht van mij en haar zoon’, antwoordde ze fluisterend. ‘Nog maar net aangekomen.’ ‘Als we met te velen zijn, doet weer niemand een oog dicht.’ Ik zag hoe mijn moeder zich van Vesela wegdraaide. Ranko maakte aanstalten om te gaan zitten en ze schoof hem een opgevouwen deken toe. Hij droeg een bril die hij steeds met een vreemde beweging van zijn wangen en oren naar voren liet glijden, en vervolgens met zijn middelvinger weer omhoog schoof. Wij kinderen hadden de gewoonte om samen te troepen rond de diepvrieskast die mijn moeder bij het begin van de panne volgepropt had met haar grootmoeders antieke borduurwerk, een aantal brieven en boeken, en andere brandbare kostbaarheden. Meestal waren we met z’n drieën of z’n vieren, afhankelijk van de ruimte in de andere kelders van de straat. Er bestond een soort code dat we elkaar niets vroegen. Niet uit discretie, maar omdat we onze verbeelding op non-actief hadden gezet. Geen van ons was bereid om ook maar een onderdeel van een seconde in de huid van een ander te kruipen. Het was een manier om ons te beschermen tegen de verhalen van kinderen die meer geluk hadden gehad dan wij. Vandaar dat niemand Ranko vroeg wat er gebeurd was. We speelde mikado met lucifers, een spel waar de volwassenen van hielden omdat het ons stil maakte. Zelf vonden we het uitdagend omdat de kelder slecht verlicht was en omdat met om ons heen mopperende vrouwen en opslaande dekens de concentratie ver zoek was. Terwijl Ranko speelde, gaf hij evenwel hints in de trant van ‘ze hoort me niet meer als ik iets zeg’ en ‘levend ben ik een dode waard’, wat een inbreuk was op het gangbare gedrag, vooral tijdens een spel. Fluisterende vragen in het donker, vlak voor het inslapen, met het hoofd op de vloer en het hoofd van de ander binnen armlengte, waren een tikje toelaatbaarder, al bleef het dubieus. Hij bracht ons allemaal danig in de war.
IN
1
15
20
25
©
30
35
woord
absurd: vreemd en lachwekkend ogenblikkelijk: direct, onmiddellijk de mythe: aangedikte vertelling aanstalten maken: je klaarmaken om iets te doen, door je acties iets duidelijk maken de code: verzameling van afgesproken regels het mikado: spel waarbij je stokjes uit een hoop moet halen, zonder andere stokjes te bewegen dubieus: vreemd, twijfelachtig
356
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
45
Deel 2
‘Waar is je vader?’ Hij keek me van achter zijn brillenglazen aan. Zijn ogen glommen nauwelijks, alsof hij geen traanvocht had. ‘Dat weet ik niet’, antwoordde hij. ‘En je broers en zussen?’ ‘Ik heb maar één broer. Hij is dood.’ ‘Jonger of ouder?’ ‘Ouder. Maar dat zag je niet. Er was maar een jaar verschil.’ Om ons heen stonk het naar uitwerpselen die aan schoenzolen waren blijven hangen; sinds er geen water meer was, deed iedereen zijn behoefte in de perken en de tuintjes, en naderhand lagen de hoopjes zo dichtbezaaid dat alleen wie kon vliegen er nog in slaagde ze te vermijden. ‘Maar ik heb nog een oom’, zei hij plotseling met overslaande stem, alsof hij zich verslikte. Zijn handen bewogen snel langs de knoopsgaten van zijn hemd. ‘Hij woont hier niet ver vandaan en hij heeft een kelder vol dingen.’ ‘O’, zei ik, want hoewel ik niet wilde vragen wat die dingen waren, had ik ogenblikkelijk de wildste voorstellingen. ‘Morgenvroeg gaan we ernaartoe. Zodra de zon op is.’ Hij wees naar het kelderraampje waar nu alleen nog schemerlicht doorheen kwam. ‘Als ze niet schieten’, zei ik. De kinderen bij de diepvrieskast gingen naar hun moeder. Mevrouw Mirsada draaide op haar plaatsje rond als een kip die met haar poot schrapend naar iets eetbaars zoekt. ‘Ze zullen niet schieten. Ik maak grafieken. Er zit een regelmaat in. Morgenochtend zullen ze niet schieten.’ Alsof zijn woorden bevestigd moesten worden, sloeg op vrij dichte afstand een granaat in, de laatste van die avond. Mevrouw Mirsada scheen zich er niet over te verbazen dat Ranko niet naast haar ging liggen. Hij sloeg zijn deken om zich heen en ging met opgetrokken benen aan het hoofdeinde van mijn slaapplaats zitten. ‘Meer heb ik niet nodig’, zei hij tegen mijn moeder toen ze bezwaren maakte. Tegen middernacht, toen ik wakker werd van het gehoest van Melda, die ziek was en tegen de honderd liep, merkte ik dat hij scheefgezakt was en met zijn hoofd tegen het mijne lag. De volgende morgen stond Ranko al heel vroeg door het raam naar buiten te kijken. Het was stil en mistig, en het had geregend. Ik ging naast hem staan, maar hij draaide zich om en liep naar de deken waaronder zijn moeder kreunend lag te slapen. De adem uit mijn mond maakte het raam ondoorzichtig.
VA N
50
IN
40
De inzet was een sigaret. Niemand van ons rookte, de filter was gebogen en op bepaalde plaatsen kwam de tabak door het papier heen, maar het was het enige wat het spel de moeite waard kon maken; koeken en appels waren er allang niet meer. In de loop van de voorbije weken had ik in mikado een reputatie opgebouwd. Verliezen deed ik nog maar zelden, en alleen als er daar reden toe was, bijvoorbeeld omdat de honger mijn hand onvast maakte of omdat iemand onderdrukt zat te huilen. Overigens was er meestal een feitelijke en een morele overwinnaar. De feitelijke had op het eind de meeste lucifers, de morele had niet zoals de anderen gewacht tot het schieten even ophield, maar had tijdens het geratel met vaste hand de lucifers verwijderd. Dit keer was vanaf het begin duidelijk dat Ranko beide zou worden. Hij kreeg de sigaret. Omdat hij zich in de kelder van mijn huis bevond, nam ik hem meteen na het spel even apart. We waren even groot en wisten dat daar niet meteen een verandering in zou komen. De oorlog schortte ons leven op, en net zoals alle kinderen hier waren we gestopt met groeien. Zijn hints, samen met het feit dat hij het spel met een minimale voorsprong – drie lucifers op een hele doos – van mij gewonnen had, gaven mij het recht te vragen wat ik vroeg.
55
60
65
©
70
75
80
woord een reputatie opbouwen: bekend worden om iets, een goede naam krijgen in iets de morele overwinnaar: wie volgens het gevoel van iedereen overwint en misschien niet door het resultaat opschorten: stopzetten, uitstellen
LES 35 Kortverhaal: De laatste kogel
357
90
95
VA N
100
IN
85
‘Moeder, we vertrekken’, zei hij terwijl hij haar met zijn voet aanstootte. Omdat ze niet meteen bewoog, herhaalde hij wat hij gezegd had met meer stem, waarna ook Vesela en mijn moeder zich op hun andere zij draaiden. Ze opende haar ogen nu, richtte zich met klauwende handen en gebogen armen op. Ze bekeek zichzelf en schikte haar bloes om haar bovenlijf. ‘Het is nog halfdonker’, zei ze naar haar stem zoekend. ‘Het is tijd om weg te gaan’, antwoordde Ranko. Buiten sloegen samen met de vogels ook de machinegeweren aan. Ze vertrokken toch. Ranko dwong haar. De aanwezigen in de kelder werden wakker van het gekibbel en verdrongen elkaar aan het raampje. Het duurde een tijd voor ze de trap op waren en het huis langs de voordeur verlaten hadden. In de tussentijd hoorde ik het snelle gefluister van de volwassenen om me heen, de verzuchtingen, het ongeloof. Het ging zo snel dat ik er nauwelijks iets van opnam. Ik verstond alleen hoe Vesela zei: ‘Een moeder kiest altijd voor haar eerstgeborene, dat kan hij haar toch niet verwijten?’ Toen zagen we hen de straat op komen. Hij had nonchalant de sigaret tussen de lippen, en in het vreemde licht leek hij op een geestverschijning. Hij droeg de jas van zijn moeder. Het leek of hij op die mistige, naar appels en rook geurende morgen beslist had zijn kinderlijke instinct door iets anders te vervangen. Het schieten werd intenser. Mevrouw Mirsada hield zich tegen de muur, maar Ranko bleef doodrustig in de vuurlinie lopen. Nu en dan keek hij bijna benieuwd om zich heen alsof hij, wachtend op zijn granaatscherf of zijn kogel, wilde nagaan waarom zijn grafieken niet klopten. Hij liep langs zijn spiegelbeeld in de plassen. Ik wist wat er zou gebeuren. Ik had het eerder gezien, met andere mensen die niet snel genoeg waren. Zijn bril zou in zijn eigen bloed vallen.
Deel 3
105
110
©
115
Er gebeurde niets. Hij verdween in de mist, rustig, ongejaagd, stilstaand om iets op te rapen of om zijn sigaret te inspecteren. Pas veel later hoorde ik hun verhaal. Vier dagen voor ze bij ons aankwamen, waren de soldaten voor het ochtendgloren bij hen binnengevallen. Ze hadden van hun moord een spelletje gemaakt. Ze beweerden dat ze maar één kogel meer hadden. Nadat mevrouw Mirsada verkracht was, mocht ze kiezen welke zoon ze zou behouden. Niemand kende de details. Maar ik zag haar voor me, hoe ze vertwijfeld weigerde te kiezen, en pas onder bedreiging dat ze er allebei aan gingen iemand aanwees, gewoon een van de twee, omdat ze niet anders kon. Ik zag hoe ze voor haar oudste zoon koos. Vervolgens hadden de soldaten de spelregels spottend veranderd. Ze hadden zich verkeerd uitgedrukt, zeiden ze, en ze schoten degene die ze aangewezen had met een schot in het gezicht dood, dwars door zijn handen heen die hij ter bescherming ophief, en onder de ogen van Ranko die er in zijn ondergoed naast stond. Het was hun manier om ervoor te zorgen dat mevrouw Mirsada met één kogel beide zoons verloor. We hebben hem nog teruggezien. Hij kwam op de meest onverwachte en gevaarlijke momenten. Hij had een mateloze, bijna buitenissige vrolijkheid over zich. We keken uit naar zijn komst omdat hij een sfeer meebracht die uren na zijn vertrek nog bleef hangen. Soms was zijn moeder erbij. Ze luisterde naar zijn sterke verhalen over nachtelijke tochten en over hoe hij onder het oog van de vijand grote dozen mondvoorraad van het ene huis naar het andere sleepte. Wij hingen aan zijn lippen en lachten. Op het gezicht van zijn moeder stond een grijns die zelfs bij de meest huiveringwekkende details niet verdween.
woord de verzuchting: klacht, zacht protest nonchalant: onverschillig, zonder zorgen, zonder planning huiveringwekkend: eng, spookachtig, akelig
Beluister het eerste deel van het verhaal. Probeer op basis van de informatie die je tot nog toe hebt gehoord, een antwoord te formuleren op deze topische vragen. Noteer je antwoorden gestructureerd op p. 360. 1 Wat gebeurt er? Wat is het belangrijkste gegeven? Vat dit samen in één zin. 2 Over wie gaat het? Wie zijn de twee belangrijkste personages? 3 Hoe is de verhouding tussen de twee hoofdpersonages?
358
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
4 Hier vind je drie kaarten. a Welke kaart past het beste bij het verhaal? b Leg uit waarom je voor die kaart kiest. 2
IN
1
VA N
3
5 Wie is in het verhaal aan het woord?
Je luistert nu naar het tweede deel van het verhaal.
6* Dit deel eindigt met een cliffhanger. Hoe denk je dat het verhaal verdergaat?
7* Welke betekenis geef je nu aan de titel? Vergelijk met de invulling die je eraan gaf voor het luisteren.
Je luistert naar het einde van het kortverhaal.
©
8* Had je dit einde zien aankomen? Waarom (niet)? 9* Heeft het verhaal je doen nadenken? Zijn er gebeurtenissen in het verhaal die je anders hebben doen kijken naar mensen, situaties of relaties? Leg uit waarom (niet). 10 Welke betekenis geef je nu aan de titel? 11 Hoe belangrijk is het tijdvak waarin het verhaal zich afspeelt? a Verplaats het verhaal naar een ander tijdvak. b Welke andere aanpassingen zijn dan nodig? c Welk effect heeft dat op de boodschap? Omschrijf wat er gelijk blijft en wat er wijzigt. * Het antwoord op deze vraag hoef je niet te noteren.
LES 35 Kortverhaal: De laatste kogel
359
IN VA N Doordringen tot de tekst
©
3
1 Je moet als lezer veel puzzelstukjes op de juiste plaats leggen. Daarvoor werkt de auteur met suggesties of hints. Noteer drie zinnen die verwijzen naar de onmenselijke keuze die de moeder van Ranko heeft moeten maken. 2 Bepaalde voorwerpen in het verhaal zijn bevreemdend geworden. Ze hebben m.a.w. hun natuurlijke functie verloren. Geef drie voorbeelden. 3 Focus nu op de verteller van het verhaal.
15.6
a Welk vertelstandpunt zit er in dit verhaal? b Waarom is dat belangrijk voor de spanning in het verhaal?
360
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
c Wat zou er anders zijn als de gebeurtenissen in het verhaal vanuit het standpunt van Ranko waren beschreven? 15.4.3
4 Je focust nu op het einde van het verhaal. a Vind je dat een open of gesloten einde? Leg uit waarom je die keuze maakt. b* Als jij de uitgever van het verhaal was, zou je het einde dan laten of zou je het veranderen? Wat zou je aanpassen?
VA N
* Het antwoord op deze vraag hoef je niet te noteren.
IN
5 Voeg de elementen uit vorige vragen samen om de spanningsopbouw in het verhaal te beschrijven.
©
15.4.2
LES 35 Kortverhaal: De laatste kogel
361
Uitbreiding: discussie
3 1
Sonja Paauw @SonjaPaauw
2
Er zijn meer slechte ouders dan slechte kinderen
4
IN
‘Relatie moeder zoon is altijd beladen. Wat begint met intensieve verzorging moet uitlopen op een scheiding.’ #JFranzen #vpro boeken
De beste opvoeding voor een kind zijn een goede vader en moeder
3
Fahrid Atari
VA N
@FahridAtari
Veel ouders van kinderen met problemen realiseren zich niet dat zijzelf wel eens de oorzaak zouden kunnen zijn!
In het verhaal staat de relatie tussen Ranko en zijn moeder centraal. Hierboven vind je verschillende citaten. 1 Pas de citaten toe op hoe Ranko en zijn moeder tegenover elkaar staan: geef aan of ze passen bij hun band en werk uit waarom je dit vindt. Je kunt bij je argumentatie gebruikmaken van: • •
• •
een concreet voorbeeld: iets wat je zelf meemaakte of wat iemand je vertelde, een gelijkaardige situatie: je kunt de stelling vergelijken met iets wat er nauw bij aansluit en zo conclusies trekken, de mening van een kenner: je kunt de woorden van een kenner citeren, wijzen op de gevolgen van de stelling om anderen ervan te overtuigen akkoord te gaan of niet.
©
2 Bespreek ze nu met medeleerlingen. Houd tijdens het gesprek rekening met deze richtlijnen: • • •
362
Luister goed naar de mening en argumenten van anderen. Geef altijd duidelijk aan waarom je het eens of oneens bent met iemand. Val niemand persoonlijk aan, blijf neutraal en schreeuw niet. Een aanvallende houding verraadt vaak dat mensen inhoudelijk weinig te vertellen hebben.
TRAJECT Nederlands 3 LITERATUUR
3 Beoordeel nu je eigen participatie in het gesprek. mijn participatie ¡ ja ¡ nee
Ik laat anderen uitspreken.
¡ ja ¡ nee
Ik stel vragen wanneer iets me niet duidelijk is.
¡ ja ¡ nee
Ik stel me open en niet aanvallend op.
¡ ja ¡ nee
Ik onderbouw wat ik zeg met argumenten.
¡ ja ¡ nee
Ik geef duidelijk aan waarom ik het (on)eens ben met anderen.
¡ ja ¡ nee
Noteer je grootste pluspunt en je grootste werkpunt.
IN
Ik luister naar de mening van anderen.
4 Beoordeel vervolgens ook de participatie van een medeleerling.
VA N
participatie van Je luistert naar de mening van anderen.
¡ ja ¡ nee
Je laat anderen uitspreken.
¡ ja ¡ nee
Je stelt vragen wanneer iets niet duidelijk is.
¡ ja ¡ nee
Je stelt je open en niet opvallend op.
¡ ja ¡ nee
Je onderbouwt wat je zegt met argumenten.
¡ ja ¡ nee
Je geeft duidelijk aan waarom je het (on)eens bent met anderen.
¡ ja ¡ nee
Noteer zijn/haar grootste pluspunt en grootste werkpunt.
©
LES 35 Kortverhaal: De laatste kogel
363
les
Een reactie schrijven
36 1
Je haalt elementen uit bronnen en vergelijkt die met elkaar
2 Je gebruikt argumenten om je eigen mening kracht bij te zetten
Je schrijft een reactie op een mening en onderbouwt die aan de hand van bronnen
5
3 Je krijgt inzicht in tweetaligheid
Tweetaligheid
Je schrijft een formele reactie via e-mail aan de hand van argumenten die je uit verschillende bronnen samenbrengt (differentiatie)
IN
1
4
1 Wandel rond in de klas en vind een medeleerling voor elk van onderstaande criteria. • •
Je mag elke medeleerling maar één keer in het raster opnemen. Stel minstens één extra vraag in verband met het onderwerp voor je een andere medeleerling aanspreekt. Vind iemand die …
… vier of meer talen spreekt.
… Engels als zijn lievelingsvak beschouwt.
VA N
… thuis een andere taal spreekt dan Nederlands.
… ooit in het buitenland zou willen studeren.
… het vak Nederlands niet leuk vindt.
… Frans als zijn lievelingsvak beschouwt.
… ‘goedendag’ kan zeggen in minstens vijf talen.
2 Kies het antwoord van een medeleerling die jou het meest verraste en leg uit in minstens twee zinnen waarom.
©
Je hebt nu een beeld van hoe jouw medeleerlingen tegenover taal staan. Je gaat nu aan de hand van een kijkfragment dieper in op taalonderwijs.
Voor het kijken 3 Je kijkt naar een fragment uit het televisieprogramma Ook getest op mensen. a Ken je dat programma?
b Wat zijn jouw verwachtingen over het programma op basis van de titel?
364
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
4 In het programma komen de begrippen ‘tweetaligheid’ en ‘immersieonderwijs’ aan bod. Ken je die termen? Kies de definitie die volgens jou de meest correcte is. tweetaligheid ¡ het afwisselend kunnen gebruiken van twee talen in diverse communicatieve situaties ¡ fenomeen waarbij iemand vanaf de geboorte in twee talen wordt opgevoed ¡ twee talen op moedertaalniveau beheersen ¡ de mogelijkheid om twee talen te gebruiken in het dagelijks leven
Tijdens het kijken
IN
immersieonderwijs ¡ een onderdompeling in een vreemde taal in een aantal vakken van het curriculum ¡ vorm van tweetalig onderwijs waarin leerlingen een deel van het vakkenaanbod in het Nederlands en een deel in een andere taal onderwezen krijgen ¡ vorm van onderwijs waarbij bepaalde vakken aangeboden worden in een taal die verschillend is van de moedertaal ¡ een taalbad waarbij leerlingen vakken in een andere taal aangeboden krijgen
5 Bekijk het eerste deel van het fragment en vul onderstaand schema over het gevoerde onderzoek aan met de juiste informatie. Gebruik volledige zinnen.
VA N
wie
wat
waarom
hoe
waar
wanneer
6 Vergelijk jouw tabel met die van je buur. Overloop de verschillende topische vragen en vul elkaars notities aan.
©
5.2.4
7 Bekijk het tweede deel van het fragment uit Ook getest op mensen. Noteer opnieuw de belangrijkste informatie. Houd rekening met de tips die je bij de vorige opdracht noteerde.
LES 36 Een reactie schrijven
365
Na het kijken
IN
8 Welke opmerkelijke verschillen zijn er tussen de onderzoeken van het eerste en het tweede deel? Overloop samen met je buur de schema’s die jullie maakten en geef minimaal drie verschilpunten. •
VA N
•
•
9 Welke voordelen van immersieonderwijs somt Professor Van De Craen op?
©
10 Welke bezwaren kun je hebben tegen immersieonderwijs? Bedenk er minstens vier.
366
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
2
Informatie samenbrengen Je vergelijkt de inhoud van het kijkfragment nu met een krantenartikel. Zo leg je informatie over hetzelfde onderwerp uit verschillende bronnen samen. 1 Scan het krantenartikel op de volgende pagina. a Denk je dat het artikel de positieve of negatieve kanten van immersieonderwijs belicht?
b Waaruit leid je dat af?
IN
2 Lees het artikel en markeer de voor- en nadelen van immersieonderwijs die in de tekst aan bod komen.
VA N
3 Welk voordeel van immersieonderwijs uit Ook getest op mensen komt ook aan bod in het artikel?
4 Bekijk zowel de voor- als nadelen van immersieonderwijs uit het vorige deel (opdrachten 9 en 10) en in deze tekst. Formuleer nu kort jouw eerste mening over immersieonderwijs. a Ben jij een voor- of tegenstander?
b Welke argumenten hebben jou overtuigd?
SPREkEN
©
Ik ben voornamelijk een voorstander/tegenstander van immersieonderwijs omdat … Het belangrijkste argument voor mij is … Andere voordelen/nadelen zijn … Daarom denk ik dat het goed / niet goed is om immersieonderwijs toe te passen.
LES 36 Een reactie schrijven
367
Stampvolle klassen in immersiescholen: ‘Maar niet SARA DE SLOOVER© BRUZZ perfect tweetalig’
IN
Bijna 4 500 Franstalige Brusselse kinderen volgen immersieonderwijs, waarbij ze een deel van de vakken in het Nederlands krijgen. Maar de vraag is nog groter: de klassen zitten stampvol en de wachtlijsten ook. ‘Het niveau van het Nederlands in het gewone Franstalige onderwijs is totaal ontoereikend’, zegt hoogleraar Alex Housen (VUB). ‘Vandaar het succes. Toch zijn deze leerlingen zeker niet perfect tweetalig. Buiten de klas horen ze vaak nooit Nederlands.’ Brussel heeft 18 basis- en 17 middelbare scholen die immersieonderwijs aanbieden. Die scholen hebben vaak wachtlijsten. ‘Nergens is het belang van kennis van de andere landstaal belangrijker dan in de hoofdstad. En dus zijn klassen met 30 kinderen geen uitzondering’, zegt Housen, specialist in meertalig onderwijs en tweedetaalverwerving. Samen met onder meer Philippe Van Parijs is hij medeoprichter van het Marnixplan, dat meertaligheid in Brussel bevordert.
Andere hersenen
VA N
De voordelen van immersie zijn overduidelijk, zeggen experts. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die immersieonderwijs volgen hun brein op andere manieren gebruiken. ‘Leerstof in een andere taal krijgen leidt vaak ook tot een betere verwerking van die leerstof’, klinkt het bij Housen. ‘Omdat meer domeinen van de hersenen geactiveerd worden, leidt dat tot diepere verwerking.’
Brusselse ouders hopen vooral dat hun kroost vlot Nederlands leert. ‘Het niveau van het Nederlands in het gewone Franstalige onderwijs is totaal ontoereikend’, zegt Housen. ‘Ouders hopen dat immersie dat probleem oplost. In de praktijk blijkt dat vaak tegen te vallen, heb ik zelf ervaren. Mijn kinderen zijn de enige Nederlandstaligen in een basisschool met immersie in Sint-Lambrechts-Woluwe. Hun klasgenootjes begrijpen veel, maar praten in het Nederlands blijft moeilijk.’
Dat er ondanks de grote populariteit niet meer immersiescholen zijn, wijt Housen vooral aan een gebrek aan gekwalificeerd personeel: ‘Leerkrachten die taalkundig en pedagogisch onderlegd zijn. Ik ken een Franstalige school in het centrum die immersie wou invoeren, maar er uiteindelijk heeft van afgezien omdat ze niet genoeg geschikte leerkrachten konden vinden.’ ‘Je mag in België niet zomaar in de andere gemeenschap gaan werken. Een Vlaming die in een Franstalige school Nederlandse les wil geven, moet daarvoor eerst een taalexamen Frans afleggen. Bovendien liggen de lonen lager dan aan Vlaamse kant. Ze krijgen dus vaak les van Franstalige leerkrachten.’
‘Zijn en blijven Franstaligen’
©
Het is nooit de bedoeling dat de kinderen in het immersieonderwijs perfect tweetalig worden, benadrukt Wim De Grieve, die inspecteur vreemde talen is in het Franstalige basisonderwijs. ‘Het zijn en blijven Franstalige kinderen die buiten de lessen en ook thuis Frans praten. Hoe meer Nederlands kinderen horen en gebruiken, hoe hoger hun niveau. Maar bij de meesten beperkt hun kennis zich dus tot de klascontext. Onder elkaar praten ze Frans.’
Housen: ‘Wie verwacht dat zijn kroost perfect Nederlands leert, moet ook af en toe Ketnet aanzetten, of hen bijvoorbeeld naar de Nederlandstalige muziekacademie of sportclub sturen.’ ‘Bovendien zijn er geen duidelijke doelen vastgelegd voor de vreemde taal in het immersieonderwijs’, stipt De Grieve nog aan. ‘Het decreet spreekt in het basisonderwijs bijvoorbeeld van 8 tot 21 uur in de andere taal. Hoe meer uren, hoe groter het resultaat natuurlijk. Verder speelt ook nog mee welke vakken precies in de andere taal worden gegeven, en of de leerkrachten moedertaalsprekers zijn of niet.’ Housens zoontje moet volgend jaar naar de secundaire school. Hij is er nog niet uit of hij hem naar een Nederlands- of Franstalige school gaat sturen. ‘Ik ben een groot voorstander van tweetalige scholen, maar omdat die niet bestaan, was immersie op een Franstalige school de beste keuze voor ons. Als het enigszins mogelijk is, zou ik daar in het secundair graag ook weer voor kiezen.’ Bron: bruzz.be
368
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
3
Verwoord je mening In het vorige deel maakte je kennis met de voor- en nadelen van immersieonderwijs aan de hand van een fragment uit Ook getest op mensen en een krantenartikel. Je schrijft nu in verschillende stappen een reactie op het televisiefragment vanuit jouw ervaringen als leerling. 1 Hoe zou volgens jou immersieonderwijs het beste vorm krijgen in jouw school? Vul onderstaande kader in met enkele kernwoorden. Wees zo specifiek mogelijk.
IN
voor wie door wie welke talen welke vakken
VA N
2 Kijk naar de antwoorden die je in het vorige deel gaf. a Herlees je mening over immersieonderwijs (opdracht 4 van deel 2 Informatie samenbrengen).
b Je verwerkt nu de argumenten uit vorige delen tot een doorlopende tekst. Het resultaat van de tekst is acht tot tien regels lang. Je kunt hierbij gebruikmaken van de onderstaande formuleringen om jouw tekst vorm te geven en een nieuwe alinea mee te starten. Immersieonderwijs is vooral nuttig voor … aangezien … Ten eerste … Verder … Ik ben van mening dat … Toch mogen we niet vergeten dat … Hoewel … is het toch belangrijk om te vermelden dat … Tenslotte …
schrijven
©
3 Schrijf een inleidende alinea voor jouw tekst. Denk eraan: je reageert op het fragment uit het televisieprogramma Ook getest op mensen. Geef in je inleiding dan ook een beeld van waar het fragment precies over gaat. 4 Vat jouw standpunt in twee zinnen samen om jouw tekst mee te eindigen. Voorzie ook een titel.
woord ontoereikend: niet genoeg, onvoldoende wijten aan: een reden geven gekwalificeerd: iets wat / iemand die voldoet aan bepaalde eisen (bv. een opleiding, diploma, fysieke mogelijkheden) het decreet: een wet (in België: gemaakt door een van de gemeenschappen van ons land) enigszins: een beetje
LES 36 Een reactie schrijven
369
4
Een reactie op je directeur
Voorbereiden
leerlingen Nederlands praten R.Meermans@blabla.be
Beste leerlingen
IN
1 Je ontving onderstaande e-mail van je directeur. Als vertegenwoordiger van de leerlingenraad schrijf je stapsgewijs een reactie op de inhoud.
VA N
Recent merken we dat veel leerlingen zowel op de speelplaats als in ons schoolgebouw een andere taal dan het Nederlands hanteren. Daarom willen we nogmaals benadrukken dat Nederlands de voertaal is in onze school. Ik verwijs hiervoor naar pagina 19 van het schoolreglement, waarin verduidelijkt wordt dat ‘van de leerlingen wordt verwacht dat ze algemeen Nederlands spreken op de hele campus’. Dit betekent dat zowel tijdens de lessen, in de gangen als op de speelplaats jullie Nederlands tegen elkaar spreken. Inbreuken op deze regel zullen dan ook op gepaste wijze bestraft worden met strafstudie. Vriendelijke groeten,
Directeur Meermans
Plannen
2 Verduidelijk op basis van enkele topische vragen jouw visie op het probleem dat directeur Meermans aankaart.
©
a Wie moet Nederlands spreken volgens jou? b Waar moet dat gebeuren? c Waarom?
3 Lijst minimaal drie argumenten voor jouw visie op. Je kunt hiervoor ook gebruikmaken van informatie die in de vorige delen aan bod kwam.
370
•
•
•
TRAJECT Nederlands 3 INFO & COMMUNICATIE
4 Beantwoord onderstaande vragen in verband met je e-mail alvorens je aan de slag gaat. a Wie is jouw doelpubliek? b Welke gevolgen heeft dat voor je taalgebruik?
c Wat is je schrijfdoel?
IN
d Hoe open je jouw e-mail op gepaste wijze?
VA N
Schrijven 5 Schrijf een sterke inleiding voor jouw e-mail.
a Gebruik een goede aanspreking en informeer de directeur dat je zijn e-mail ontvangen en gelezen hebt. b Formuleer het aangehaalde probleem in twee zinnen.
6 Werk nu jouw visie en drie argumenten uit tot een bericht van minstens tien regels. 7 Eindig je e-mail op gepaste wijze.
a Vat in de laatste alinea je standpunt samen. b Gebruik een passende afsluiter.
tip
©
Inspiratie voor een passende afsluiter: • Graag verneem ik of u met bovenstaande voorstellen akkoord gaat. • Wij hopen samen met u onze school tot een plek te maken waar alle leerlingen zich thuis voelen. • Ik dank u bij voorbaat om met ons in dialoog te gaan over dit onderwerp. • Wij hopen spoedig iets van u te vernemen over onze aangehaalde voorstellen.
Reflecteren 8 Lees je werk kritisch na. Houd rekening met volgende elementen: • • • • •
Werk in alinea’s. Verduidelijk jouw visie op de relevante topische vragen. Lever goede argumenten die jouw visie ondersteunen. Zorg voor hoofdletters en leestekens. Schrijf beleefd en formeel.
LES 36 Een reactie schrijven
371
Tussenstop 6 1
Woordenschat
IN
1 Welk woord wordt hier afgebeeld?
Bonjour, je m’apppelle Alice.
VA N
Hallo, ik heet Alice.
2 Geef een synoniem voor volgende woorden a afwisseling, verscheidenheid
b akelig, treurig
c catastrofaal, rampzalig
d databank, gegevensbestand
e besluit, bevel, wet
©
3 Vul de tabel in. bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord
progressie
authentiek
symptomatisch verzuchten nonchalance
opgeschort
opschorting
gecodeerd
coderen / decoderen absurditeit
372
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
4 Vul volgende zinnen aan met een woord of uitdrukking. Je krijgt telkens een synoniem of omschrijving tussen haakjes. a Veel mensen proberen via social media een (om bekend te worden). b Bij brandalarm moet je het klaslokaal (onmiddellijk) verlaten. c Toen bleek dat de gevallen wielrenner aan zijn verwondingen overleden was, werd de wedstrijd (stopgezet). d Charleroi heeft zijn (grootsheid) al jaren geleden verspeeld.
IN
e Oma en opa woonden vroeger in een (waardig) herenhuis midden in de stad. 5 Je maakte dit jaar kennis met verschillende vormen van beeldspraak.
a Verbind volgende voorbeelden met de juiste term. Eén term moet je twee keer gebruiken. 1 De poort protesteerde en werkte tegen toen we hem probeerden openduwen.
a vergelijking
2 Toen de sterke man binnenkwam, riep Ron: ‘De beer is er!’
b personificatie
3 Haar haren leken gouden snoeren die glinsterden in de zon.
c synesthesie
4 Hij droeg een broek met schreeuwerige kleuren.
d metafoor
VA N
5 Ze is als een zus voor mij. 1
2
3
4
5
b In de lessenreeks rond poëzie en zakelijke teksten zag je dat metaforen ook voorkomen in het dagelijks taalgebruik. Toon aan je medeleerlingen hoe vertrouwd je bent met enkele vaak gebruikte beelden in het spel Metaforenmemory.
2
Taal
1 Kies in de volgende woordgroepen telkens de juiste meervoudsvorm. Houd rekening met wat je in les 34 leerde over de apostrof. a Japanse bonsai’s/bonsais
b de kiescampagnes/kiescampagne’s van de president c Door de klimaatopwarming hebben we ook last van snikhete lente’s/lentes.
©
13.7.3
SPELREGELS
d In showbizzland lopen enkele opvallende duo’s/duos rond. e de twee Renés/René’s f
Hoeveel hobbies/hobby’s heb jij?
g In deze bundel staan mijn favoriete haiku’s/haikus.
h Ons dorp heeft vier café’s/cafés. i
De nieuwbouw van onze school heeft verschillende niveau’s/niveaus.
j
Bijna elke western opent met cowboys/cowboy’s op hun paarden.
TUSSENSTOP 6
373
2 Kies telkens de correcte verkleinvorm van volgende woordparen.
f
taxi’tje/taxietje
b kettingetje/kettinkje
g
restaurantje/ restaurannetje
c café’tje/cafeetje
d opa’tje/opaatje
h machinetje/machientje
i
brunetje/brunettetje
j
crèmetje/crèmepje
VA N
e souvenirtje/souveniertje
IN
a cakeje/cake’je
3 Je maakte dit jaar kennis met het verschil tussen spreekwoorden, zegswijzen … Welk dier ontbreekt in de volgende uitdrukkingen? a Rani werkt al heel haar leven hard in haar eigen zaak. Nu heeft ze haar op het droge en heeft ze genoeg verdiend om niet meer te moeten werken.
b We weten nog niet of we op vakantie vertrekken, we kijken nog even de uit de boom.
c De acteurs van die film eisen boter bij de : ze willen delen in de winst die de film boekte. d Stop eens met leuteren over dingen die al lang vergeten en vergeven zijn. Je moet geen oude uit de gracht halen.
e Wees blij met de cadeautjes die je gekregen hebt, want je moet een gegeven niet in de bek kijken. f
Die twee maken echt de hele tijd ruzie; die leven samen als kat en .
©
g Ik dacht echt dat ik haar kon vertrouwen; ze ziet er zo lief en onschuldig uit. Maar het bleek een in schaapskleren te zijn.
10.9.3
4 Werkwoordstijden. a Lees het krantenartikel op de volgende pagina over De schrijfassistent. Welke werkwoordstijd wordt in de aangeduide gevallen gebruikt? Kies uit: onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) – voltooid tegenwoordige tijd (vtt) – onvoltooid verleden tijd (ovt) – voltooid verleden tijd (vvt) – onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottoekt)
374
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
DE SCHRIJFASSISTENT IS KLAAR!
1 2 3 4 5
voor journalisten lieten4 bouwen door het Instituut voor Levende Talen (KU Leuven), zal binnenkort gratis beschikbaar zijn5 op schrijfassistent.be. Bron: vrttaal.net
IN
Goed nieuws voor iedereen die af en toe twijfelt1 over de spelling van een woord, struikelt2 over de dt-regel of voor wie regelmatig in zijn pen kruipt 3: De schrijfassistent, een webtool die De Standaard en VRT in 2016 oorspronkelijk
VA N
b Vul onderstaande tekst aan met de juiste vorm van het werkwoord.
Subsidies voor 3 virtual-reality-games
De Vlaamse minister van sport 375 000 euro (toekennen, vtt)
in het kader van de projectoproep virtual-reality-games in het sport- en beweegbeleid. Na een jurybeoordeling drie projecten (selecteren, passief, ovt) die zich duidelijk (onderscheiden, ovt) van de andere zeven ingediende
projecten. De beoordelingscommissie (zijn, ovt) bij elk van de drie projecten enthousiast over het spelconcept en het verhaal achter de game, over de mogelijkheden van
©
het product om te inspireren en motiveren tot bewegen of sporten en de bruikbaarheid binnen de sportsector.
Doel
Deze projectoproep was geïnspireerd op het Gamefonds, maar (hebben, ott)
een eigen sportspecifieke doelstelling. We (ondersteunen, ott) projecten die als eindproduct een virtual-reality-game met een duidelijke sport- of beweegcomponent hebben. Aan de hand hiervan we (nagaan, ottoekt) welke mogelijkheden virtual reality (VR) (bieden, ott) om mensen effectief aan te zetten tot meer sporten en bewegen. Bron: www.sport.vlaanderen
TUSSENSTOP 6
375
5 Onderstaande zinnen bevatten telkens schooltaalwoorden. Kies telkens de beste omschrijving voor de onderstreepte woorden. a In de tekst stonden kortere en langere paragrafen. ¡ woorden ¡ tekstdelen ¡ zinnen b De schoolleiding was matig tevreden over het besluit. ¡ echt ¡ helemaal niet ¡ niet erg
d Hij toont relatief weinig interesse voor talen. ¡ Hij toont heel weinig interesse. ¡ Hij toont vrij weinig interesse. ¡ Hij toont veel interesse.
IN
c De keuze van die studierichting biedt hem veel perspectief. ¡ oplossingen ¡ mogelijkheden ¡ zorgen
VA N
e Deze vraag is niet relevant. ¡ Deze vraag is niet belangrijk. ¡ Deze vraag is belangrijk. ¡ Deze vraag is niet duidelijk.
f
Ze heeft een geringe kennis van het Nederlands. ¡ beperkte ¡ voldoende ¡ ruime
g Onze doelstelling werd verwezenlijkt. ¡ gerealiseerd ¡ afgeslagen ¡ van commentaar voorzien
h Het was een nauwelijks noemenswaardig voorval. ¡ Het voorval was het niet waard om vermeld te worden. ¡ Het voorval was het echt waard om vermeld te worden. ¡ Het voorval was het amper waard om vermeld te worden.
Onafhankelijk van elkaar beantwoordden de leerlingen de vraag op een gelijkaardige manier. ¡ Zonder elkaar te beïnvloeden. ¡ Door elkaar te helpen. ¡ Doordat ze de vraag apart beantwoordden.
©
i
376
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
6 Je krijgt een dictee te horen waarbij de nadruk ligt op de correcte meervoudsvorm. Overloop samen met een medeleerling de eerste oefening van dit deel en herhaal de regels van de apostrof bij meervoudsvormen.
13.7.3
Mijn broer wou zijn vriendin verrassen met enkele voor haar verjaardag. Hij had al , , en voor gegoogeld, maar was enorm geschrokken van de kostprijs.
IN
Om aan genoeg centen te komen, liep hij verschillende af op zoek naar een vakantiejob. Hij was bereid om aan te vullen of te serveren.
Uiteindelijk moest hij in een tuincentrum de verzorgen. Leuk was dat zijn
beide in zijn flatgebouw woonden op verschillende en
VA N
dat ze dus niet met verschillende naar het werk reden.
Creatief: poëzie en krantenkoppen
ARTIKEL 1
De liefde van mensen met een huisdier voor hun harige compagnon is groter dan we zelf denken. Zo’n 65% van de Amerikaanse hondeneigenaars zou meer foto’s hebben van de viervoeter dan van hun eigen partner, blijkt uit een rondvraag van Rover.com, een bedrijf dat hondenbabysits regelt. Meer dan de helft van de bevraagden zou de toekomst van zijn relatie in twijfel trekken als de hond zijn of haar lief niet graag heeft.
©
3
Uit het onderzoek blijkt verder dat een kwart van de Amerikaanse hondeneigenaars vaak zelfverzonnen liedjes tegen hun huisdier zingt. Een even grote groep heeft het dier al meegenomen op een date en iets minder dan de helft vindt het moeilijker om de viervoeter voor een weekend achter te laten dan hun partner. Dat de dieren een onvervangbare plaats in ons leven hebben ingenomen, blijkt ook uit het feit dat 78% van de bevraagden laat weten dat ze de dieren gaan betrekken bij belangrijke gebeurtenissen in de familie zoals huwelijksaanzoeken en vakanties. Als het onderzoek één ding leert, is het dat honden een plek hebben veroverd in het hart van hun baasjes. Zo’n 94% geeft aan dat ze de dieren als een volwaardig deel van hun gezin beschouwen. Dat blijkt uit de statistieken over de belangrijke keuzes in het leven van de Amerikanen. Zo neemt het aantal mensen in de Verenigde Staten met een eigen woonst of kinderen af, maar er is één categorie die blijft toenemen: die van de hondeneigenaars. Bron: www.metrotime.be
TUSSENSTOP 6
377
ARTIKEL 2
Er moet gestofzuigd worden, de kinderen moeten naar de toneelles en hockey, de hond moet uitgelaten worden en dan moet er ook nog een voedzame maaltijd op tafel staan. Denk je dat je geen tijd hebt voor vrijwilligerswerk? Overweeg het toch nog maar een keer, want vrijwilligerswerk maakt je gelukkiger.
IN
Wie tijd besteedt aan vrijwilligerswerk, bij bijvoorbeeld een sportvereniging, verzorgingstehuis of kerk, is een gelukkiger mens. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Van alle vrijwilligers zegt 91% gelukkig te zijn, terwijl dat aantal bij niet-vrijwilligers blijft steken op 85%. Sterker nog, onder de vrijwilligers beoordeelt 2,1% hun leven met een 5 op 10 of lager. Bij niet-vrijwilligers is dat het dubbele: 4,2%. Dus, concludeert het onderzoek, zijn vrijwilligers over het algemeen gelukkiger. ‘Ze zijn meer tevreden met hun eigen leven, sociale contacten en psychische gezondheid, en scoren ze hoger op de persoonlijke welzijnsindex’, aldus de onderzoekers van het CBS.
VA N
Maar hoe vind je een vrijwillige job die bij jou past? Volgens Mark Molenaar, communitymanager bij de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV), is er altijd behoefte aan extra vrijwilligers. ‘Er is steeds meer te doen. Denk bijvoorbeeld maar aan de vergrijzing en tekorten in de zorg’, zegt hij. ‘In elke gemeente en op elk vlak is er vrijwilligerswerk te doen. Bel de lokale vrijwilligerscentrale en vraag wat de mogelijkheden zijn. Of vraag eens aan vrienden wat zij aan jou waarderen. Bij die kwaliteiten kan je passend vrijwilligerswerk vinden.’
Molenaar kan niet genoeg benadrukken dat vrijwilligerswerk een belangrijke bron van geluk en plezier kan zijn naast je dagelijkse job. ‘Vraag rond, kijk om je heen in de buurt, stap op mensen af en ga ervoor. Vrijwilligers zijn onmisbaar.’ Bron: www.metrotime.be
ARTIKEL 3
Tegenwoordig is het zoete goedje zo vanzelfsprekend geworden en voor iedereen beschikbaar dat men zijn geschiedenis en eigenschappen bijna zou vergeten. Wij lijsten enkele opmerkelijke weetjes op.
©
Chocolade werd oorspronkelijk in vloeibare vorm geconsumeerd. Deze drank werd ‘xocoatl’ genoemd door de Maya’s, de eerste mensen die cacaobomen cultiveerden. De Azteken associeerden hem met de godin van de vruchtbaarheid Xochiquetzal. De Azteekse keizer Montezuma II kon naar verluidt bijna 50 koppen per dag drinken.
In 1494 ontving Christopher Columbus cacaobonen van de indianen, die hij vervolgens in zee gooide, denkend dat het geitenmest was. Het was pas in 1502 dat hij dit drankje ontdekte. Maar het was pas in 1528 dat Hernan Cortes het voor het eerst terug naar Europa bracht. Donkere chocolade is een echte bron van jeugd. Het is rijk aan antioxidanten en flavonoïden die hartaandoeningen voorkomen en het verouderingsproces remmen. Het kan het begin van diabetes vertragen. Het is rijk aan mineralen zoals kalium, zink en selenium en stimuleert het metabolisme verder om zijn gewicht te verminderen. Met bijna 800 ton per jaar is Brussels National Airport het grootste verkooppunt voor chocolade ter wereld. Het verkoopt daarmee gemiddeld bijna een kilo chocolade per minuut. Bron: www.metrotime.be
378
TRAJECT Nederlands 3 TUSSENSTOP
In les 33 leerde je dat poëtische ‘ingrediënten’ ook kunnen voorkomen in krantenkoppen. Nu probeer je zelf een poëtische kop te verzinnen voor een paar artikels! 1* Lees de artikels aandachtig. Markeer de belangrijkste info tijdens het lezen. 2 Geef de hoofdgedachte uit elke tekst. 3 Zet die hoofdgedachte om naar een krantenkop.
©
VA N
* Het antwoord op deze vraag hoef je niet te noteren.
IN
4 Maak de kop nu poëtisch. Kies voor een woordspeling of speel met klanken (bv. alliteratie). De krantenkoppen uit deel 2 van les 33 kunnen je inspiratie geven.
TUSSENSTOP 6
379
© VA N IN