les
Hoe fictie en non-fictie met 26 gebeurtenissen omgaan 1
Je vertelt hoe je een verhaal ervaart
3 Je analyseert de verhaalaspecten personage, tijd, vertelperspectief en spanning
2
Je vergelijkt hoe fictie en non-fictie met hetzelfde onderwerp omgaan
Situeren
1
5 Je benoemt wat feit en
Je leest het verhaal Bittere oogst van Irma Moekestorm
wat interpretatie is in een artikel
IN
Je verbindt een verhaal met je eigen situatie
4
1 Welk genre verwacht je? Leg uit waarom je daarvoor kiest. 2 Welk onderwerp zal centraal staan?
VA N
Het verhaal beleven
2
Je krijgt het kortverhaal hier in drie delen. Na elk deel beantwoord je een aantal vragen.
Bittere oogst
Deel 1
1
5
©
10
Lusteloos roer ik door mijn soepkom die bijna tot de rand gevuld is. Intussen gluur ik naar mijn drie oudere broers die wél gretig van hun soep eten. Alle drie houden ze hun lepel soepel tussen hun vingers, waarvan de nagels zwarte randen hebben. Zelfs een grondige schrobbeurt met groene zeep heeft de sporen van het werken in de tomaten niet kunnen wissen. Vandaag hadden we weer allemaal, zoals we dat al jaren gewend zijn op onze vrije zaterdag, ons steentje bijgedragen op het bedrijf van papa. De jongens hadden geplukt, terwijl het mijn taak was om de geoogste tomaten te sorteren. De kneusjes, die ik apart moest houden, zouden vanavond op het menu staan, wist ik toen al. Mama’s befaamde tomatensoep met ballen. Alleen de gedachte daaraan maakte me al misselijk … ‘Smaakt het niet, Renske?’ vraagt mama. Geïrriteerd haal ik mijn schouders op. ‘Als je heel de dag tussen de tomaten werkt en je moet ze ’s avonds nog eten ook, dan komt het je neus uit.’ Een massale spotlach valt me ten deel. ‘Wat een onzin,’ zegt André, ‘ik kan niets beters verzinnen dan de tomatensoep van mama.’ ‘Inderdaad’, merkt Frank op. ‘Maar het geeft niks, hoor. Geef maar hier, ik heb er nog wel een plekje voor.’ Boos en opgelucht tegelijk schuif ik, net iets te wild, de kom in de richting van Frank. Een golf klotst over de rand en een grote, rode vlek verspreidt zich over het geruite tafellaken. ‘Nu is het klaar!’ briest papa onverwachts. ‘Ondankbare griet. Ga meteen maar door naar je kamer!’
15
woord gretig: enthousiast, met plezier befaamd: beroemd
LES 26 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan
259