Het menselijk lichaam
Het hart pompt het bloed voortdurend rond in het lichaam, dit noemen we de bloedsomloop. De bloedsomloop vindt plaats in een gesloten circuit, dus van een echte heen- en terugweg is geen sprake.
k op st yr en ig ht be Co Bo eld nc om n ep og t be n ro iet ep d so efi nd nit er ief w . ijs
Het bloed neemt zuurstof op in de longen. Via de linkerhelft van het hart en de aorta stroomt het bloed met zuurstof en voedingsstoffen naar alle slagaders. Van de slagaders stroomt het bloed naar de kleinere aders en haarvaten. Ondertussen geven de slagaders zuurstof en voedingsstoffen af aan de cellen. Het bloed voert afvalstoffen af naar de nieren en lever. Het bloed stroomt dan via de aders weer terug naar de rechterhelft van het hart. Vanuit het hart stroomt het bloed weer naar de longen. In de longen neemt het bloed weer zuurstof op. Via de linkerhelft van het hart stroomt het zuurstofrijke bloed weer naar de cellen. Dan begint het hele proces opnieuw en zo gaat de bloedsomloop onophoudelijk door. We onderscheiden een grote en een kleine bloedsomloop. In de grote bloedsomloop pompt het hart het zuurstofrijke bloed naar alle delen van het lichaam. Hier geeft het bloed zuurstof en voedingsstoffen af. Het bloed neemt vanaf hier weer afvalstoffen mee terug naar het hart. Hier start de kleine bloedsomloop.
In de kleine bloedsomloop stromen zuurstofarm bloed en afvalstoffen vanuit het lichaam via het hart naar de longen door de longslagader. In de longen neemt het bloed nieuwe zuurstof op en geeft het afvalstoffen, zoals koolstofdioxide, af. Vanaf de longen stroomt het bloed terug naar het hart. Hier begint de grote bloedsomloop weer.
Als de bloedsomloop verstoord of verbroken wordt, bijvoorbeeld door een wond of een stolsel in de aderen, krijgen organen en weefsels niet voldoende zuurstof en voedingsstoffen. Dat kan ernstige en acute gevolgen hebben voor de gezondheid. Daarom is het voor jou als medewerker sport en recreatie van belang iets te weten van de bloedsomloop: hoe die in zijn werk gaat, welke problemen er kunnen ontstaan en wat je in geval van nood kunt en moet doen.
Opdracht 14 Bloedsomloop
Te
Zet de woorden op de goede plek in de tekening. Kies uit: • grote bloedsomloop • hart • kleine bloedsomloop • longen • zuurstofarm • zuurstofrijk.
De ademhaling
C
De ademhaling zorgt ervoor dat er zuurstof in het lichaam komt. Zuurstof is nodig om te kunnen leven. Zonder zuurstof stik je. In een rustige situatie adem je ongeveer twaalf tot twintig keer per minuut in en uit. In stresssituaties of bij grote inspanning, zoals bij sport, kan dat veel vaker zijn: wel veertig of vijftig keer.
147