De medewerker sport en recreatie als begeleider van sporters en gasten
k op st yr en ig ht be Co Bo eld nc om n ep og t be n ro iet ep d so efi nd nit er ief w . ijs
Niet goed nadenken over je begeleiding kan nare gevolgen hebben: • ongelukken of blessures • tijdverlies • weinig, ongewenst of geen resultaat • weinig intensiteit, veel gasten staan stil • onrust, gasten gaan andere dingen doen • onzekerheid bij jou als begeleider • weinig of geen plezier voor je gasten en voor jezelf • ontevredenheid bij jezelf • te weinig ontwikkeling bij jezelf.
Dergelijke gevolgen wil je als medewerker sport en recreatie voorkomen.
Opdracht 3 Beginsituatie
Bij deze opdracht werk je samen met twee of drie klasgenoten.
Geen twee sporters of gasten zijn hetzelfde. Voor de medewerker sport en recreatie is het handig om te weten hoe verschillend zijn sporters of gasten zijn. Het stellen van vragen kan je helpen om erachter te komen hoe verschillend je sporters of gasten zijn. a. Welke vragen stel je om erachter te komen hoe verschillend je sporters of gasten zijn?
b. Kies een groep sporters of gasten en beschrijf de groep door de opgesomde vragen te beantwoorden.
Elke begeleider is anders
Te
Als medewerker sport en recreatie werk je met mensen. En zoals je weet is ieder mens anders. Elke groep is anders en elke begeleider is anders. Jij doet dingen weer net op een andere manier dan je collega. Je begeleidt elke activiteit op een manier die bij jou maar ook bij de groep past. Dat kan dus per keer verschillen. Je collega sport en recreatie begeleidt dezelfde groep weer op zijn manier.
C
Er zijn drie factoren die je manier van begeleiden bepalen:
17