Vinologenboek Wijnbouw & Vinificatie

Page 178

Biologische vinificatie en sulfietgebruik Sinds 1 augustus 2012 is het mogelijk om officieel biologische wijn te produceren en als zodanig te etiketteren. Tot de oogst van 2011 bestond ‘biologische vinificatie’ officieel niet. Het ontbreken van Europese regelgeving zorgde bij producenten en consumenten voor veel onduidelijkheid. Particuliere organisaties van biologische wijnbouwers hadden wel al enige tijd regels voor wijnbereiding geformuleerd. Niet elke biologische wijnbouwer is echter aangesloten bij een dergelijke organisatie, omdat dit vaak duur is of omdat de wijnboer liever volgens eigen inzicht werkt. De gedachte achter biologische vinificatie is dat de wijn ‘zichzelf maakt’, eventueel met behulp van procesbevorderende organismen (gisten, bacteriën, enzymen) of tussenstoffen die niet in de wijn achterblijven (zoals bentoniet). Biologische wijnmakers onderstrepen graag het natuurlijke karakter van wijn en streven naar een zo zuiver mogelijke wijn met duidelijke terroirkenmerken. Toevoegingen zoals citroenzuur en Arabische gom (om de wijn te stabiliseren), gistcellen (voor een snelle en doelmatige vergisting), enzymen (als katalysator voor processen) en sulfiet (als conservator) hebben invloed op de smaak, kleur, geur of structuur van de wijn en zullen door biologische wijnmakers liever niet worden gebruikt. Wijnbouwers die terroirexpressie in hun wijn nastreven, gebruiken meestal geen exogene (toegevoegde) gist. De alcoholische gisting start spontaan door de aanwezige gistcellen op de druif en in de most (endogene gist). De volgende procedés en behandelingen zijn voor de productie van biologische wijn verboden: • concentratie door middel van afkoeling; • wijnsteenstabilisatie door elektrodialyse of kationenwisselaars; • gedeeltelijke de-alcoholisatie. Sulfiet is het meest toegepaste conserveringsmiddel in wijn en wordt ook – in beperkte mate weliswaar – toegepast in de biologische wijnbouw. De gebruikte hoeveelheid sulfiet mag voor biologische rode wijn met een restsuikergehalte van minder dan 2 gr/l maximaal 100 mg/l zijn. Voor witte wijn en rosé met minder dan 2 gr/l restsuiker geldt een maximum van 150 mg/l sulfiet. Voor de overige wijnen geldt dat het zwaveldioxidegehalte 30 mg/l minder moet zijn dan de toegestane gehaltes bij niet-biologische wijn (zie tabel 6.9). In de praktijk wordt bij biologische vinificatie 25 tot 60 procent minder sulfiet gebruikt. De mate waarin sulfiet wordt toegepast bij de wijnbereiding is afhankelijk van de wetgeving, het type wijn en het inzicht van de wijnboer. Sulfiet wordt bij de vinificatie vooral gebruikt om oxidatie te voorkomen en micro-organismen te doden die de wijn kunnen bederven. Daarnaast beïnvloedt sulfiet de smaak van de wijn: het heeft een aromaconserverende werking. Bij te hoge concentraties krijgt de wijn echter een chemische, prikkelende geur en verliest de wijn zijn fruitigheid. Sulfiet kan een drogend mondgevoel geven. Omdat veel biologisch en biodynamisch werkende wijnboeren zuinig zijn met sulfiet, moet biologische wijn op een koele plaats worden bewaard. Boven de 14 °C kunnen gisten en bacteriën namelijk actief worden. Bovendien smaakt wijn met weinig of geen sulfiet anders door het ontbreken van de aromaconserverende werking van sulfiet. ‘No added sulfites’ op het etiket betekent echter niet dat de wijn volledig zwavelvrij is. Tijdens de vergisting wordt namelijk een kleine hoeveelheid natuurlijk sulfiet gevormd.

Hoofdstuk 6 - Vinificatie (2022-2023)

 TERUG NAAR INHOUD

177


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

n Zwavelen van zoete wijnen

1min
page 175

Bereiding van rosé

2min
page 167

Dosage

1min
page 171

Biologische vinificatie en sulfietgebruik

2min
pages 178-180

Lekwijn en perswijn

0
page 161

n Macération semi-carbonique (vinification beaujolaise

1min
page 163

Schroefdop

1min
page 158

n Alternatieven voor houtrijping

1min
page 152

n Grootte van het vat en periode van vatrijping

1min
page 151

n Temperatuur

1min
page 144

6.2 Vinificatiefase 1: de oogst

2min
pages 119-121

n Hygiënische status

0
page 127

n Voedingsstoffen en enzymen

1min
page 143

n Suikergehalte

4min
pages 123-125

6.1 Inleiding

0
page 118

n Keurmerken

1min
page 115

Wetgeving en toezicht

0
page 114

Biologische bestrijding van ziekten, insecten en onkruid

2min
page 113

n Bodembeheer

1min
page 112

Perceelkeuze en bodemanalyse

2min
page 109

n Druivenras en kloonkeuze

0
page 111

Biologisch bijsturen

1min
page 110

n Andere dierlijke parasieten

1min
page 106

Irrigatie

1min
page 97

n Andere schimmelziekten: esca en eutypiose

1min
page 104

n Hagel

0
page 99

De vegetatieve cyclus

1min
page 78

n Echte meeldauw (oïdium

1min
page 102

Bodemonderhoud

3min
pages 92-93

n De verhouting van de druivenrank

0
page 79

Loofwandbeheer (canopy management

2min
page 89

Rijping van de druif

1min
page 74

Blad

0
page 70

Plantenveredeling

1min
page 67

Onderstammen

1min
page 64

Plantenvermeerdering

1min
page 65

3.6 Klimaatverandering

3min
pages 59-61

4.1 Inleiding

0
page 62

Wind

0
page 57

Zonlicht

1min
page 55

2.7 Conclusie

2min
pages 46-47

Bodemtextuur

0
page 36

Bodemdiepte

0
page 35

2.3 Fysische en chemische eigenschappen van een bodem

2min
page 34

2.5 Terroir

5min
pages 38-40

Continentality

3min
pages 53-54

2.2 Ontstaan en samenstelling van een bodem

1min
page 33

1.2 Ontwikkeling en verspreiding van de wijnbouw

1min
page 11

Zestiende tot negentiende eeuw

0
page 23

Romeinen en het Romeinse Rijk

9min
pages 17-20

1.1 Wat is wijn?

0
page 10

Middeleeuwen en renaissance

3min
pages 21-22

2.1 Inleiding

2min
pages 30-32

Phoeniciërs en Grieken

6min
pages 14-16

Biologische en biodynamische wijnbouw avant la lettre

2min
pages 26-27
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.