maar steeds meer wordt hij vervangen door andere blauwe rassen. Een deel van de blauwe druiven wordt gebruikt voor de productie van (stille en mousserende) witte wijnen en rosé. PiWi Hybride druivenrassen die beter bestand zijn tegen het marginale klimaat (doordat ze vroeger
rijpen) en schimmeltolerant zijn, worden ook wel PiWi-rassen genoemd. PiWi is een afkorting van het Duitse woord pilzwiderstandsfähig (bestand tegen schimmel).
Klassieke Vitis vinifera-rassen hebben het in veel delen van Nederland moeilijk en gedijen vooral
in het zuiden van het land (Zeeland, Brabant en Limburg). Pinot blanc, pinot gris, auxerrois, müllerthurgau en kerner zijn de meest voorkomende klassieke witte rassen. In zeer beperkte mate wordt
ook chardonnay aangeplant. De aanplant van riesling is beperkt tot naar schatting 5 à 6 ha. Vrijwel
alleen in Limburg kan deze laatrijpende druif goed rijp worden. In de beginjaren van de wijnbouw in Limburg lag de nadruk op de klassieke witte druivenrassen, maar sinds 2000 is er meer aandacht gekomen voor (klassieke) blauwe rassen en hybriden. De belangrijkste klassieke blauwe druivenrassen zijn in Limburg pinot noir en de vroegerrijpende dornfelder. Wijnbouw Nederland telt zo’n 165 professionele producenten. Het wijngaardareaal is tegenwoordig circa 275 ha. Gemiddeld worden in Nederland jaarlijks zo’n 1 miljoen flessen wijn geproduceerd, waarvan
ongeveer twee derde witte wijnen en de rest rode wijn of rosé. Ieder jaar is een steeds groter deel daarvan mousserende of parelwijn. In elke provincie zijn wel wijngaarden te vinden, al dan niet
commercieel van opzet. De meeste wijngaarden zijn betrekkelijk klein, in de orde van enkele hectaren, maar enkele wijngaarden hebben een omvang van 10 à 13 ha. Circa 75 ha bevindt zich in
de provincie Limburg, waaronder ruim dertig commerciële wijngaarden, grotendeels in het zuiden
gelegen. Gelderland is qua wijngaardareaal (65 ha) de tweede provincie van Nederland voor wijn-
bouw, maar deze provincie telt wel de meeste commerciële wijngaarden van Nederland. Een groot deel daarvan (33 ha) ligt in de Achterhoek. Dat Gelderland en Overijssel zich hebben ontwikkeld
tot belangrijke wijnbouwprovincies is mede te danken aan EU-subsidies voor plattelandsvernieuwing. De wijngaarden in Noord-Nederland zijn gemiddeld het jongst.
De Nederlandse wijnbouw beleefde tussen 2000 en 2010 de grootste groei. Sindsdien stijgt het
aantal bedrijven langzaam. Dit heeft met name te maken doordat de grond in Nederland schaars
is en het starten van een wijnbedrijf een behoorlijke investering vraagt. Een belangrijke reden voor
de snelle groei in die periode is de subsidie die boeren kregen om andere gewassen te gaan telen. Bij de toename in productie van de afgelopen decennia spelen de volgende factoren een rol: • • • •
het gebruik van schimmeltolerante druivenrassen; klimaatverandering;
investeren in betere technologieën;
samenwerkingsverbanden (zoals de coöperatie Achterhoekse Wijnbouwers) en het delen van kennis.
TERUG NAAR INHOUD
246
Hoofdstuk 30 - Benelux en Groot-Brittannië (2022-2023)