In het noordoosten zijn de belangrijkste wijnbouwcentra Falkenstein en Poysdorf. Hier komen vaak peperige Grüner Veltliners vandaan. Ook veel basiswijnen voor Oostenrijkse sekt komen uit het noordoostelijke deel van Weinviertel, vooral uit Poysdorf en omgeving. Oostenrijkse sekt wordt
meestal gemaakt van grüner veltliner, weißburgunder en/of riesling. Meer naar het zuidoosten zijn Korneuburg (aan de Donau, pal ten noorden van Wenen), Wolkersdorf (ten noordoosten van Wenen) en Matzen (in het oosten, richting de rivier March) productieve wijnbouwsteden.
De dominante en meest representatieve druif van het Weinviertel is de grüner veltliner. Maar ook müller-thurgau en welschriesling staan veel aangeplant. Weinviertel was het eerste wijnbouwge-
bied dat een DAC-status verwierf, in 2004 (voor de oogst van 2002). Met ingang van de oogst van 2009 bestaat er ook een categorie Weinviertel DAC Reserve. Grüner Veltliner is voor Weinviertel DAC (Klassik en Reserve) het verplichte ras.
Het Weinviertel is ook bekend om zijn karakteristieke Kellergassen, straatjes die toegang
geven tot kilometers lange gangen en vele keldertjes. Een prachtig voorbeeld daarvan is te vinden in Retz, dicht bij de grens met Tsjechië.
Burgenland Burgenland is behalve de naam van een Bundesland ook de naam van de op een na grootste wijnregio van Oostenrijk. Het overwegend Duitstalige Burgenland behoorde tot 1921 toe aan
Hongarije. Na jarenlange onderhandelingen (als nasleep van de Eerste Wereldoorlog) viel Burgenland conform het Verdrag van Trianon grotendeels toe aan Oostenrijk. Alleen een klein gebied
rond Sopron bleef Hongaars (zie blz. 52). Na het wegvallen van het IJzeren Gordijn is de relatie tussen Oostenrijk en Hongarije in de grensgebieden langzaamaan meer ontspannen geworden.
De grote bloeiperiode voor Burgenland begon toen in Frankrijk de phylloxera toesloeg en er een
groot tekort aan rode wijnen ontstond. Dertig jaar lang profiteerde Burgenland van dit tekort, vooral met wijnen van blauburgunder (pinot noir), totdat ook in Burgenland de wijngaarden vernietigd
werden door de druifluis. Na de druifluisepidemie plantte men hoofdzakelijk blaufränkisch aan. In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw verschoof het zwaartepunt naar de productie
van zoete witte wijnen voor de Duitse markt. Massaproductie van dit type wijnen was het gevolg. Midden in Burgenland ligt de Neusiedler See. Dit meer van 32 km lang (van noord naar zuid)
met een oppervlakte van 320 km2 heeft een gemiddelde diepte van minder dan een meter. Het
is een poestameer of steppemeer, net als het Balatonmeer in Hongarije. De Neusiedler See is een belangrijk groeigebied voor riet en is beschermd als natuurreservaat. Om het meer liggen
veel kleine meertjes, poelen en moerassen. De Neusiedler See is een belangrijke klimaatfactor in
Burgenland, samen met het Pannonische landklimaat. Door het grote, ondiepe waterbekken en de
TERUG NAAR INHOUD Hoofdstuk 25 - Oostenrijk (2022-2023)
47